De Partij voor de Dieren wil de maritieme industrie drastisch vergroenen en beperken waar deze schadelijk is voor natuur en milieu. Ze pleiten voor het beëindigen van belastingvoordelen voor fossiele brandstoffen in de scheepvaart, het verplichten van duurzame technologieën, en het streng reguleren of verbieden van schadelijke industriële activiteiten op zee. De kern van hun visie is dat economische belangen van de maritieme sector nooit boven het welzijn van natuur, dieren en mensen mogen staan.
De PvdD wil dat de maritieme industrie niet langer profiteert van belastingvoordelen op fossiele brandstoffen en dat opbrengsten uit accijnzen worden ingezet voor verduurzaming. Ze stellen ook verplichtingen aan het gebruik van duurzame technologieën en het verbieden van vervuilende praktijken.
“Voor de scheepvaart komt er een einde aan de belastingvoordelen op fossiele brandstof, er komt net als op benzine accijns op scheepsbrandstof. We maken ons ook hard om dit ook internationaal in te voeren. De opbrengsten worden gebruikt voor de verduurzaming van de vaart.”
“Het gebruik van walstroom wordt verplicht voor aangemeerde schepen.”
“Het lozen van giftige stoffen door schepen wordt verboden. Dit betekent dat er zo snel mogelijk een einde komt aan het varend ontgassen, zeezwaaien (het lozen van waswater met wax, paraffines of andere restjes chemische lading) en het gebruik van open-loop scrubbers (uitlaatgassen reinigen van zwaveloxiden).”
“Er komt een verbod op de schadelijke ‘wegmengpraktijken’. Bedrijven wordt het niet langer toegestaan om chemisch afval weg te mengen in stookolie voor de scheepvaart of autobrandstof.”
“De scheepvaart investeert in manieren om zuiniger te varen. Bijvoorbeeld met zeilen die bijdragen aan de voortstuwing en robots die de romp schoon en glad houden.”
De partij stelt dat de bescherming van mariene ecosystemen en het voorkomen van milieuschade altijd voorrang moet krijgen boven economische activiteiten van de maritieme industrie. Dit betekent het sluiten van risicovolle vaarroutes, het beschermen van ecologisch waardevolle wrakken, en het beperken van industriële activiteiten op zee.
“De natuur wordt beschermd tegen risico’s van scheepvaartongevallen. We sluiten de zuidelijke vaarroute langs de Waddeneilanden voor containerschepen.”
“Ecologisch waardevolle scheepswrakken worden beschermd.”
“Ten bate van herstel en behoud van mariene ecosystemen wordt buiten deze zeereservaten met spoed het 'nee, tenzij'-principe toegepast op economische activiteiten.”
“Niet de belangen van de industrie, maar de gezondheid van alle levende wezens staat in het milieubeleid centraal.”
FVD wil de maritieme industrie versterken door de haven van Rotterdam maximale ruimte te geven voor groei, onder meer door vrijstelling van Europese milieuregels. Daarnaast pleit de partij voor het beschermen en uitbreiden van de Nederlandse visserijsector, onder andere door het ontmantelen van windparken op zee en het terugdraaien van vangstbeperkingen. Hun visie is gericht op economische groei, nationale soevereiniteit en het verminderen van Brusselse regelgeving voor maritieme sectoren.
FVD ziet de haven van Rotterdam als een motor van de Nederlandse economie en wil deze sector maximale ruimte geven om te groeien. Ze willen dit bereiken door de haven vrij te stellen van het Europese CO2-emissiehandelssysteem en stikstofregels, zodat uitbreiding en economische bloei niet worden belemmerd door Europese milieuwetgeving.
“We stellen bedrijven in de haven vrij van het Europese CO2-emissiehandelssysteem (ETS) en stikstofregels, zodat de haven onbeperkt kan uitbreiden en floreren.”
FVD beschouwt de visserij als essentieel voor voedselzekerheid, werkgelegenheid en cultuur. Ze willen de sector beschermen tegen EU-regels, vangstbeperkingen en de aanleg van windparken op zee. De partij pleit voor het ontmantelen van bestaande windparken, het uitbreiden van visvergunningen, het terugdraaien van vangstbeperkingen en het erkennen van visserijrechten in Natura 2000-gebieden.
“We plaatsen geen windturbines op zee, omdat die de visserij ernstig belemmeren. Bestaande windturbineparken worden stapsgewijs ontmanteld.”
“We breiden het aantal visserijvergunningen uit in plaats van deze verder te beperken.”
“We draaien vangstbeperkingen terug en herstellen ingetrokken vergunningen naar het niveau van 1990.”
“We erkennen de visserij als bestaande gebruiker in Natura 2000-gebieden, zodat zij daar kan blijven opereren.”
“We onderhandelen zelf met landen zoals het VK over toegang tot vruchtbare visgronden en negeren beperkende EU-regels zoals het pulsvisserijverbod.”
FVD wil de maritieme energie-industrie stimuleren door gaswinning in de Noordzee en Waddenzee uit te breiden. Dit moet bijdragen aan energiezekerheid en economische groei, waarbij een deel van de opbrengsten wordt gebruikt voor een nationaal investeringsfonds.
De PVV wil de maritieme industrie, met name de visserij, binnenvaart en havens, beschermen tegen streng klimaatbeleid en Europese regelgeving. Ze pleiten voor het behoud van traditionele visserij, geen gedwongen elektrificatie in de scheepvaart, en het waarborgen van Nederlandse zeggenschap over havens en kritieke infrastructuur. De partij verzet zich tegen windparken op zee, pulsvisserijverboden en verdere vergroeningseisen die de sector volgens hen schaden.
De PVV ziet de visserij als essentieel voor de Nederlandse economie en cultuur en wil deze sector beschermen tegen Europese verboden en nationale krimpmaatregelen. Ze willen meer ruimte voor vissers, het pulsvisserijverbod terugdraaien, en geen windparken op zee die visgronden innemen.
“Laat vissers vissen; geen krimp van de vloot! Geen ruimte voor windturbineparken op zee, maar meer ruimte voor de visserij”
“Verbod op pulsvisserij terugdraaien”
“Vissers verdienen onze steun. De PVV wil meer ruimte voor de visserij – ook zeker voor de bodem-, garnalen- en weervisserij. Wij willen geen stroomkabels door natuurgebieden waar garnalen- en kokkelvissers werken.”
De partij verzet zich tegen verplichte verduurzaming van de maritieme sector, zoals elektrificatie van de scheepvaart, en wil de brandstofaccijns verlagen om de sector betaalbaar te houden.
De PVV wil dat havens en andere maritieme infrastructuur altijd onder Nederlands (publiek) meerderheidsaandeel blijven, om strategische controle te behouden.
BBB ziet de maritieme industrie als een strategisch belangrijke sector voor zowel de economie als de nationale veiligheid. De partij wil structurele erkenning van de maritieme maakindustrie, investeringen in innovatie en vakmanschap, en nauwe samenwerking tussen industrie en Defensie om de sector te versterken en strategische autonomie te waarborgen.
BBB pleit voor het structureel erkennen van de maritieme maakindustrie (zoals scheepsbouw, offshore techniek, bagger, marinebouw en binnenvaartlogistiek) als strategisch voor Nederland. Dit moet leiden tot gericht beleid, investeringen in innovatie en het aantrekken van vakmensen, zodat Nederland een weerbaar en concurrerend maakland blijft.
“Scheepsbouw, offshore techniek, bagger, marinebouw en binnenvaart logistiek zijn van groot belang voor onze economie en veiligheid. BBB wil dat deze sector structureel wordt erkend als strategisch en dat beleid daarop wordt ingericht.”
“De maritieme sector, waaronder de scheepsbouw, moet worden versterkt en de strategische rol voor Defensie moet optimaal worden benut. Dit biedt kansen voor economische ontwikkeling en nationale veiligheid. Daarom is samenwerking tussen industrie en Defensie van groot belang voor duurzame groei.”
BBB wil investeren in innovatie, praktische maakwaarde en het behoud van strategische ketens binnen de maritieme industrie. De partij benadrukt het belang van vakmensen en het voorkomen dat essentiële toeleveranciers verdwijnen naar het buitenland.
“BBB wil ruimte voor praktische innovatie, met echte maakwaarde voor Nederland.”
“De overheid moet actief voorkomen dat toeleveranciers in essentiële ketens (zoals chipproductie, defensie, scheepsbouw, agrofood en bouwmaterialen) verdwijnen naar het buitenland.”
“Jongeren moeten weer kunnen kiezen voor 'maken met hoofd én handen' met toekomstperspectief.”
BBB koppelt de maritieme industrie expliciet aan strategische autonomie en nationale veiligheid, en ziet investeringen in deze sector als essentieel voor economische en defensieve slagkracht.
“De industrie is onmisbaar voor de voedselproductie, woningbouw, energietransitie, defensie, maritieme slagkracht en de regionale economie. Zonder sterke industrie géén strategische autonomie, geen fatsoenlijke werkgelegenheid en geen duurzame toekomst.”
De ChristenUnie erkent het belang van de maritieme sector, met name de visserij, en zet in op verduurzaming en toekomstbestendigheid van deze industrie. De partij wil investeren in een CO2-neutrale vloot, vissers actief betrekken bij nieuwe activiteiten op zee zoals windparken, en bestaande visserijgebieden beschermen tegen sluiting. Hun visie is gericht op rentmeesterschap, innovatie en het behouden van een eerlijke positie voor de Nederlandse maritieme industrie.
De ChristenUnie ziet de visserij als een essentieel onderdeel van de maritieme industrie en wil deze sector toekomstbestendig maken door te investeren in verduurzaming en innovatie. Ze pleiten voor subsidies voor nieuwbouw en ombouw van schepen naar CO2-neutrale alternatieven, bescherming van bestaande visserijgebieden, en het actief betrekken van vissers bij nieuwe maritieme activiteiten zoals windparken. Dit alles vanuit het principe van goed rentmeesterschap en het waarborgen van een eerlijk verdienmodel voor vissers.
“Via gerichte nieuwbouw- en ombouwsubsidies wordt geïnvesteerd in een toekomstbestendige CO2-neutrale vloot.”
“Vissers worden actief betrokken bij de ontplooiing van activiteiten op zee, zoals windmolenparken. Medegebruik van deze ruimte door vissers wordt mogelijk gemaakt. Bestaande visserijgebieden worden niet gesloten.”
“We staan voor goed rentmeesterschap ter zee, daarom verscherpen we en handhaven we internationale afspraken over overbevissing, omgang met bijvangst en 'spookvistuig' (het verliezen van netten en lijnen).”
De partij benadrukt het belang van wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van moderne visserij en het opkomen voor Nederlandse belangen in Europa en tegenover het Verenigd Koninkrijk. Dit moet bijdragen aan een eerlijke, duurzame en internationaal concurrerende maritieme sector.
JA21 ziet de maritieme industrie, met name de haven van Rotterdam en aanverwante industrieën, als een cruciale motor voor de Nederlandse economie en werkgelegenheid. De partij wil de concurrentiepositie van deze sector beschermen door nationale regelgeving niet strenger te maken dan Europese afspraken, betaalbare energie te garanderen en innovatie te stimuleren. JA21 pleit voor het behoud en de versterking van strategische maritieme infrastructuur en het wegnemen van belemmeringen voor groei en innovatie.
JA21 benadrukt het belang van een gelijk speelveld en het voorkomen van strengere nationale regels dan Europees vereist, om de uittocht van bedrijven en banen uit de maritieme sector te stoppen. De partij ziet de haven als economische motor en wil innovatie en groei faciliteren door regeldruk te verminderen en energiezekerheid te waarborgen.
“We stoppen de uittocht van bedrijven en banen door regelgeving niet strenger te maken dan Europese afspraken en door de concurrentiepositie van de haven te beschermen. De (petrochemische)industrie in en rond de haven moet de ruimte krijgen om te innoveren, te groeien en zo haar cruciale rol in de Nederlandse economie te blijven vervullen.”
“Een gelijk speelveld voor onze industrie door regelgeving gelijk te trekken met omringende landen zoals Duitsland en België. We introduceren geen nationale CO2-heffingen bovenop Europese regels en we schaffen bestaande nationale CO2-heffingen af.”
“Onze industrie beschermen door in te zetten op betaalbare en betrouwbare energie. We lossen netcongestie op en voorkomen dat bedrijven stilstaan omdat aansluiting op het stroomnet onmogelijk is.”
JA21 beschouwt sterke logistieke ketens, waaronder havens en binnenvaart, als strategisch belangrijk voor de Nederlandse economie en geopolitieke positie. De partij wil investeren in het behoud en de versterking van deze infrastructuur en pleit voor minder regeldruk en bureaucratie in de sector.
“Nederland ziet investering in behoud en versterking van binnenvaart, spoor en havens ook als een geopolitieke strategische opgave door ons land minder afhankelijk te maken van buitenlandse spelers en kwetsbare routes.”
JA21 koppelt de maritieme industrie ook aan nationale veiligheid en defensie, door te pleiten voor versterking van maritieme ondersteuningsbases en investeringen in de marine.
“De marine voorzien van onderzeebootbestrijdingseenheden, moderne fregatten en UAV’s. We versterken de maritieme ondersteuningsbases in Vlissingen en Eemshaven.”
NSC erkent het strategisch belang van de maritieme industrie, met bijzondere aandacht voor de ontwikkeling van havens als logistieke knooppunten voor energie, offshore en defensie. Hun belangrijkste concrete voorstel is een meerjarig investeringsprogramma voor de haven van Den Helder, gericht op het versterken van maritieme kennis, logistiek en energie-infrastructuur. De partij koppelt de toekomst van de maritieme sector aan verduurzaming, innovatie en het behoud van werkgelegenheid in Nederland.
NSC wil Den Helder ontwikkelen tot een nationaal logistiek knooppunt voor offshore, wind, waterstoflogistiek en defensie, vanwege de unieke combinatie van maritieme kennis, ligging en energie-infrastructuur. Dit moet de positie van Nederland in de maritieme industrie versterken en bijdragen aan strategische autonomie en economische groei. De partij ziet de haven als essentieel voor zowel de energietransitie als de defensiesector.
“We erkennen de haven van Den Helder als haven van nationaal belang. In 2026 starten we een meerjarig investeringsprogramma om Den Helder te ontwikkelen tot logistiek knooppunt voor offshore, wind, waterstoflogistiek en defensie. De combinatie van maritieme kennis, ligging en energie infrastructuur maakt Den Helder uniek in Nederland en strategisch onmisbaar.”
“Om die reden moet bijvoorbeeld de haven van Den Helder ook gezien worden als haven van nationaal belang.”
NSC koppelt de toekomst van de maritieme industrie aan verduurzaming en innovatie, waarbij de sector een rol krijgt in de energietransitie en circulaire economie. De partij ziet kansen voor de maritieme industrie in het onderhoud van windparken op zee en het verminderen van uitstoot in de binnenvaart.
“We bevorderen het goederenvervoer met binnenvaart, short sea en spoor en versterken het landelijk netwerk van binnenhavens en overslagfaciliteiten. Het beheer en onderhoud van vaarwegen, bruggen en sluizen verdient meer prioriteit.”
“Ook de binnenvaart zal een aandeel moeten leveren in het verminderen van de uitstoot van schadelijke stoffen; we stellen hiervoor samen met de sector een ambitieus maar realistisch transitiepad op.”
“Voor de transitie van de industrie, de energiesector, de maritieme sector en de luchtvaart is het Europese emissiehandelssysteem (ETS) het beste systeem, waardoor de uitstoot van CO2 een oplopende prijs krijgt.”
De SGP ziet de maritieme industrie als een sector van grote waarde voor Nederland en wil deze versterken door innovatie, bescherming tegen buitenlandse concurrentie en het stimuleren van verduurzaming. Belangrijke voorstellen zijn het herinvoeren van de garantieregeling scheepsbouw, investeren in duurzame aandrijvingen en het stimuleren van vakonderwijs en arbeidsbesparende technologie. De partij benadrukt het belang van een eerlijk speelveld en het aantrekkelijk maken van werken in de maritieme maakindustrie.
De SGP wil Nederlandse scheepswerven beschermen tegen buitenlandse concurrentie die profiteert van staatssteun, door de garantieregeling scheepsbouw opnieuw in te voeren. Dit moet de concurrentiepositie van de Nederlandse maritieme industrie versterken en banen behouden.
“Om Nederlandse scheepswerven te beschermen tegen buitenlandse werven met een voorsprong door staatssteun, keert de garantieregeling scheepsbouw terug.”
De partij vindt innovatie en verduurzaming essentieel voor het toekomstbestendig maken van de maritieme industrie, met name door te investeren in schone aandrijvingen en het stimuleren van regionale innovatieclusters zoals in de Drechtsteden.
“De maritieme maakindustrie, zoals in de Drechtsteden, is van grote waarde voor Nederland waterland. Daarom versterken we de innovatiemotor voor deze sector, bijvoorbeeld door snel in te zetten op duurzame en schone aandrijvingen.”
De SGP wil het tekort aan vakmensen in de maritieme industrie aanpakken door bedrijfs(vak)scholen te stimuleren en werken in de maakindustrie aantrekkelijker te maken, mede door financiële ondersteuning en betere aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt.
Om de afhankelijkheid van laagbetaalde buitenlandse arbeidskrachten te verminderen, stimuleert de SGP bedrijven in de maritieme industrie om te investeren in arbeidsbesparende technologie en slimmer werken.
“Ondernemingen die veel gebruikmaken van laagbetaalde, veelal buitenlandse medewerkers stimuleren we in te zetten op arbeidsbesparende technologie en slimmer werken.”
BVNL benoemt de maritieme industrie nauwelijks expliciet, maar hun standpunten over visserij en de Rotterdamse haven zijn het meest relevant. Ze willen de visserijsector beschermen en versterken door beperkingen terug te draaien en belemmeringen voor de groei van de Rotterdamse haven weg te nemen. Hun visie is gericht op het behoud van bestaande maritieme bedrijvigheid en het stimuleren van economische groei in deze sectoren.
BVNL ziet de visserij als een essentieel onderdeel van de maritieme industrie en wil deze sector beschermen tegen beperkende regelgeving en ruimtelijke inperking. Ze willen eerdere vangstbeperkingen en vergunningen herstellen, visgronden vrijgeven, en het volbouwen van visgronden met windmolens terugdraaien. Dit alles om de economische vitaliteit van de visserij en daarmee de maritieme industrie te waarborgen.
“Wij willen het terugdraaien van alle vangstbeperkingen en herstel van de ingetrokken vergunningen naar het niveau van het jaar 2000.”
“Het volbouwen van visgronden in zee met windmolens is onaanvaardbaar en waar dit gedaan is, dient dit te worden teruggedraaid.”
“Alle reeds eerder gesloten gebieden worden weer vrijgegeven aan de wadden- en kustvisserij.”
BVNL erkent het belang van de Rotterdamse haven als economische motor en wil belemmeringen voor groei wegnemen. Dit standpunt richt zich op het versterken van de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse maritieme industrie.
“We zijn trots op de Rotterdamse haven en waar mogelijk moet die kunnen groeien. We gaan belemmeringen wegnemen.”
Het CDA benoemt de maritieme industrie slechts indirect in haar verkiezingsprogramma, met aandacht voor windparken op zee, vervoer over water en samenwerking met Noordzeelanden. Concrete voorstellen richten zich op de uitrol van windenergie op zee en het stimuleren van duurzaam vervoer over water, maar een expliciete visie of uitgebreide beleidsagenda voor de maritieme industrie ontbreekt.
Het CDA ziet nieuwe windparken op zee als noodzakelijk voor de energietransitie, waarbij samenwerking met buurlanden en aandacht voor natuur en visserij centraal staan. De partij erkent het belang van kostenverdeling en natuurversterkende bouw, maar noemt geen specifieke maatregelen voor de maritieme maakindustrie of scheepsbouw.
Het CDA wil vervoer over water centraal stellen in logistieke verduurzamingsplannen en investeert in infrastructuur voor binnenvaart. Dit raakt de maritieme sector, maar blijft beperkt tot logistiek en infrastructuur, zonder expliciete aandacht voor de maritieme industrie als maakindustrie.
“We willen een sterke binnenvaart en duurzaam vervoer over water. Daarom investeren we in betrouwbare vaarwegen, sluizen en bruggen. En vervoer over water zetten we centraal in logistieke verduurzamingsplannen. We stimuleren zero-emissie-vervoer over water.”
Het CDA pleit voor nauwe samenwerking met Noordzeelanden op het gebied van visserij, inclusief erkenning van diploma’s en eenduidige regelgeving. Dit raakt de maritieme sector via de visserij, maar niet direct de bredere maritieme industrie.
“We willen nauwe samenwerking met Noordzeelanden op visserij. Europees willen we een eenduidige interpretatie van regelgeving en erkenning van de diploma’s van vissers.”
De VVD ziet de maritieme industrie als een essentieel onderdeel van de Nederlandse economie, veiligheid en strategische autonomie. Ze willen blijven investeren in maritieme capaciteit, het marinebouwcluster koesteren, en de sector inzetten voor zowel economische groei als bescherming van vitale zeeroutes. Concrete voorstellen zijn het versterken van de Nederlandse marine, het stimuleren van innovatie in de maritieme maakindustrie, en het behouden van zelfstandigheid in marinebouw.
De VVD benadrukt het belang van een sterke maritieme capaciteit voor zowel economische veiligheid als geopolitieke belangen. Door te investeren in de marine en maritieme operaties, wil de partij vitale zeeroutes beschermen en de Nederlandse positie als maritieme natie versterken.
“Onze economische veiligheid en de aanvoer van essentiële grondstoffen zijn hiervan afhankelijk, wat zelfstandige maritieme operaties, ook buiten het NAVO-verdragsgebied, noodzakelijk maakt. Daarnaast moeten we aanwezig blijven in de Zuid-Chinese Zee om het recht op vrije zeevaart te blijven benadrukken. Daarom blijven we in onze maritieme capaciteit investeren.”
De VVD wil de zelfstandigheid van de Nederlandse defensie-industrie behouden, met speciale aandacht voor het marinebouwcluster. Innovatie en internationale kansen voor deze sector worden gestimuleerd, zodat Nederland voorop blijft lopen in maritieme technologie en productie.
“Voor onze defensie-industrie zetten we in op behoud van zelfstandigheid in zaken waar we traditioneel sterk in zijn, zoals het marinebouwcluster en radars.”
De VVD erkent de economische waarde van de maritieme maakindustrie en het belang van innovatie en hoogwaterbescherming. De partij ziet deze sector als een bron van groei en als voorbeeld van Nederlandse technologische kracht.
“Het is de maritieme (maak-)industrie die ons veel economische groei brengt en de Deltawerken gelden nog steeds als leidend voorbeeld van bescherming tegen hoog water.”
De VVD wil dat Nederlandse ondernemers een centrale rol blijven spelen bij de bouw van marineschepen en maritieme technologie, om innovatie, werkgelegenheid en technologische voorsprong te stimuleren.
“Nederlandse ondernemers dragen bij aan de bouw marineschepen en radars van wereldklasse...”
Volt wil de maritieme industrie verduurzamen door in te zetten op emissievrije technologieën, het afschaffen van fiscale voordelen voor vervuilende scheepvaart en het stimuleren van innovatie, zoals nucleaire voortstuwing. Nederland moet hierin een Europese voortrekkersrol nemen, met aandacht voor wet- en regelgeving, veiligheid en aantrekkelijk werk in de sector. Tegelijkertijd pleit Volt voor strengere milieuregels en het uitfaseren van destructieve visserijmethoden in maritieme gebieden.
Volt ziet de verduurzaming van de maritieme industrie als essentieel voor het klimaat en wil fiscale prikkels voor vervuilende scheepvaart afschaffen. Ze pleiten voor onderzoek naar emissievrije technologieën, zoals nucleaire voortstuwing, en willen een scheepvaartbelasting op basis van uitstoot invoeren. Nederland moet hierin Europees leidend zijn, met aandacht voor regelgeving, veiligheid en aantrekkelijk werk.
“We voeren een scheepvaartbelasting in op basis van NOx- en CO₂-uitstoot. Hiervoor zetten we ons in om de Akte van Mannheim aan te passen in Europees verband.”
“We schaffen de tonnagewinstregeling en de afdrachtvermindering voor de zeescheepvaart af.”
“We zetten in op onderzoek naar nucleaire voortstuwing van vrachtschepen, als veilige, schaalbare en emissievrije technologie van de toekomst voor de maritieme sector. Tegelijk starten we met de ontwikkeling van de benodigde randvoorwaarden op het gebied van wet- en regelgeving, systeemveranderingen, veiligheid en opleiding van bekwaam personeel en het aantrekkelijk maken van werk in de scheepvaartssector als geheel. Op die manier gaat Nederland een Europese voortrekkersrol vervullen.”
Volt wil destructieve visserijmethoden in maritiem beschermde gebieden uitfaseren en zet in op innovatie voor duurzame visserij. Ze pleiten voor Europese samenwerking en het betrekken van vissers, wetenschappers en andere belanghebbenden bij de transitie.
“Wij pleiten voor een wet die bodemtrawling en andere destructieve visserijmethoden stapsgewijs uitfaseert in alle maritiem beschermde gebieden overeenkomstig de Europese natuurbeschermingsverplichtingen. De overgang geven we vorm in samenspraak met vissers, wetenschappers en andere betrokkenen, met ruimte voor innovatie in duurzame visserij.”
BIJ1 wil de maritieme industrie verduurzamen door de scheepvaart en havens te vergroenen en te reduceren waar mogelijk. Ze stellen strenge eisen aan aanlegvergunningen, geven voorrang aan schepen uit landen met eerlijke belasting- en arbeidswetgeving, en willen cruiseschepen volledig uitfaseren uit Nederlandse havens.
BIJ1 ziet de maritieme sector als een belangrijke bron van vervuiling en wil deze waar mogelijk verkleinen en verduurzamen. Dit past in hun bredere visie op klimaatgerechtigheid en het verminderen van milieuschade door industrieën.
“We vergroenen en reduceren waar mogelijk de scheepvaart en de havens.”
Om belastingontwijking en slechte arbeidsomstandigheden tegen te gaan, wil BIJ1 alleen aanlegvergunningen verlenen aan schepen uit landen met eerlijke belastingconstructies en rechtvaardige arbeidswetgeving.
“Bij de keuze om wel of geen aanlegvergunning te verlenen geven we voorrang aan schepen die geregistreerd staan in landen met eerlijke belastingconstructies en rechtvaardige arbeidswetgeving.”
BIJ1 beschouwt cruiseschepen als bijzonder vervuilend en wil deze volledig weren uit Nederlandse havens, onder andere door extra belastingen en het verminderen van vergunningen.
“We faseren cruiseschepen uit, onder andere via extra belasting op aanleggen en vermindering van aanlegvergunningen. Uiteindelijk zullen er geen cruiseschepen meer in Nederlandse havens aanmeren.”
GroenLinks-PvdA zet in op het verduurzamen van de maritieme industrie, met nadruk op vergroening van de scheepvaart en bescherming van zee-ecosystemen. De partij wil de overgang naar schone brandstoffen in de scheepvaart stimuleren en stelt strengere regels voor om natuur en veiligheid op zee te waarborgen. Hun visie is dat economische activiteiten op zee hand in hand moeten gaan met natuurbehoud en klimaatdoelen.
GroenLinks-PvdA wil dat de scheepvaart snel overstapt op duurzame energiebronnen. Dit is nodig om de klimaatdoelen te halen en de milieu-impact van de maritieme sector te verkleinen. De partij ziet nationaal en internationaal beleid als hefboom om deze transitie te versnellen.
“Ook de scheepvaart moet vergroenen. Met nationaal en internationaal beleid stimuleren we de overgang naar schone brandstoffen.”
De partij koppelt economische activiteiten op zee aan strenge natuur- en veiligheidsnormen. Ze willen mijnbouw en vervuiling in kwetsbare zeegebieden stoppen, de natuur beter beschermen en aanbevelingen voor veilig scheepvaartverkeer opvolgen.
“We stoppen met mijnbouw en vervuiling in het Waddengebied, en beschermen het Wad tegen verstoring en roofbouw. Op de Waddenzee en Noordzee gaat de energietransitie hand in hand met natuurontwikkeling. We gaan verder met opvolging van de aanbevelingen van de Onderzoeksraad over veilig scheepvaartverkeer boven de eilanden.”
De SP noemt de maritieme industrie niet expliciet, maar onderstreept het belang van de maakindustrie, waaronder ook de scheepsbouw en havens vallen. De partij wil investeren in een sterke, innovatieve en duurzame industrie in Nederland, met aandacht voor regionale werkgelegenheid en strategische autonomie. Concrete voorstellen zijn het stimuleren van binnenvaart en het verbeteren van vaarwegen, evenals het verduurzamen van industrieën in havengebieden.
De SP vindt het essentieel dat industrie, inclusief maritieme sectoren zoals havens en scheepsbouw, behouden blijft in Nederland en verduurzaamd wordt. Dit is nodig voor werkgelegenheid, strategische autonomie en het verminderen van afhankelijkheid van buitenlandse regimes. De overheid moet investeren in innovatie en duurzaamheid, met duidelijke regels en randvoorwaarden.
“Industrie moet blijven in Nederland. Voor investeringen zijn cruciale sectoren nodig. Denk hierbij aan de productie van staal, chemie, de winning van schaarse grondstoffen en de opwekking van energie. We investeren in een sterke, innovatieve en schonere economie. Dit doen we onder andere bij Tata Steel in IJmuiden, bedrijven op Chemelot in Limburg of in de Rotterdamse Haven. Maar uiteraard ook op zoveel andere plekken in het land, denk bijvoorbeeld aan plekken als de Eemshaven, Twente, Moerdijk en Zeeland. De maakindustrie in Nederland is belangrijk.”
De SP ziet binnenvaart als een belangrijk onderdeel van de verduurzaming van goederenvervoer, wat direct raakt aan de maritieme industrie. Door te investeren in vaarwegen en het subsidiëren van elektrisch of waterstof aangedreven schepen, wil de partij de sector toekomstbestendig maken en de uitstoot verminderen.
“We stimuleren de binnenvaart. Vervoer over water helpt bij de verduurzaming van het vervoer van goederen, door deze effectief in te zetten ten opzichte van wegtransport. Dat leidt tot minder vrachtwagens, minder uitstoot en minder files. Daarom verbeteren we vaarwegen en verstrekken we subsidie voor elektrisch of op waterstof varen.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma