Volt erkent de unieke uitdagingen van Nederland als laaggelegen land ("lowlands") en pleit voor een robuust, toekomstbestendig waterbeheer. Hun belangrijkste voorstellen zijn het Deltaplan Waterland voor circulair watergebruik, internationale afspraken over smeltwater, en strengere normen voor waterkwaliteit en vergunningen. De kern van hun visie is het veiligstellen van zoetwatervoorziening en het beschermen van natuur en volksgezondheid in een klimaatveranderende delta.
Volt ziet het laaggelegen karakter van Nederland als een kernuitdaging en wil daarom investeren in circulair watergebruik, internationale samenwerking over smeltwater, en het vasthouden van zoet water. Dit moet de drinkwatervoorziening, natuur en economie beschermen tegen droogte en vervuiling, met speciale aandacht voor de afhankelijkheid van smeltwater uit hoger gelegen landen.
“Nederland is als laaggelegen land voor haar drinkwatervoorziening nog afhankelijk van smeltwater dat vanuit de Alpen in onze rivieren eindigt. Volt wil harde afspraken maken met hoger gelegen Europese landen als Zwitserland en Duitsland over de opslag, distributie en eerlijke verdeling van smeltwater.”
“Volt zet in op het behoud van zoetwater door regenwater op grote schaal op te slaan in plaats van weg te pompen naar zee.”
“We bouwen aan een klimaatbestendige inrichting van Nederland, met ruimte voor water, natuur en drinkwatervoorziening.”
Volt wil strengere vergunningen en investeringen in innovatie om de waterkwaliteit te verbeteren, met nadruk op het voorkomen van vervuiling door schadelijke stoffen in het kwetsbare Nederlandse watersysteem. Dit is essentieel voor de volksgezondheid en het behoud van ecosystemen in de laaggelegen delta.
“We zorgen voor een strengere vergunningsverplichting voor alle onttrekkingen en lozingen in water die voldoet aan WHO-normen.”
“Als onderdeel van het Deltaplan Waterland wil Volt breed investeren in een innovatie-ecosysteem waar ook filtratie van PFAS en andere schadelijke stoffen deel van uitmaakt.”
NSC erkent het unieke karakter van de Nederlandse lage landen ("lowlands") als een door landaanwinning gevormd gebied dat kwetsbaar is voor overstromingen en klimaatverandering. Hun belangrijkste voorstellen richten zich op het versterken van waterveiligheid, het beschermen van het cultuurlandschap en het waarborgen van een toekomstbestendige delta voor voedselproductie en natuur. De kern van hun visie is het behouden en versterken van de leefbaarheid en veiligheid van de lage landen voor huidige en toekomstige generaties.
NSC wil de veiligheid van de lage landen waarborgen door een nieuw Deltaplan te ontwikkelen dat inspeelt op de stijgende zeespiegel, wateroverlast, bodemdaling en droogte. Dit is essentieel vanwege de ligging van de Nederlandse delta beneden zeeniveau en de toenemende risico’s door klimaatverandering.
“Er is een nieuw Deltaplan nodig om het land te beschermen tegen overstromingen en om in te spelen op wateroverlast, bodemdaling én droogte. Zoet water moeten we vasthouden, we willen meer ruimte maken voor waterberging.”
“De Nederlandse rivierdelta ligt voor een belangrijk deel beneden de zeespiegel. Klimaatverandering kan grote gevolgen hebben voor ons land doordat de zeespiegel stijgt, rivierafvoeren sterker zullen fluctueren en het weer verandert.”
NSC benadrukt het belang van het behoud van het door inpoldering gevormde cultuurlandschap en het beschermen van natuurwaarden in de lage landen. Dit is van belang voor biodiversiteit, toekomstige generaties en het unieke karakter van Nederland.
“Ons land is door de eeuwen heen via landaanwinning/inpoldering gevormd; oorspronkelijke natuurwaarden hebben deels plaatsgemaakt voor cultuurgrond en landschappen. De kwaliteit van ons landschap dient voor huidige en toekomstige generaties te worden bewaard.”
NSC ziet de vruchtbare delta van de lage landen als essentieel voor voedselproductie en wil deze functie behouden en versterken, met aandacht voor duurzaamheid en innovatie.
“We zien een belangrijke, blijvende rol weggelegd voor de vruchtbare Nederlandse delta om voedsel te produceren.”
De Partij voor de Dieren pleit voor herstel van het natuurlijke waterpeil en het teruggeven van laaggelegen veenweidegebieden (lowlands) aan de natuur om bodemdaling, verdroging en CO2-uitstoot tegen te gaan. Ze willen af van kunstmatig lage waterstanden voor landbouw en stimuleren natte teelten of natuurontwikkeling in deze gebieden. De kern van hun visie is dat natuur en drinkwater prioriteit krijgen boven landbouw in kwetsbare, laaggelegen gebieden.
De PvdD wil dat in laaggelegen veenweidegebieden het natuurlijke grondwaterpeil wordt hersteld, waardoor deze gebieden niet langer kunstmatig droog worden gehouden voor landbouw. Dit voorkomt bodemdaling, vermindert CO2-uitstoot door veenoxidatie en beschermt de natuur. Waar landbouw niet meer past, wordt overgeschakeld op natte teelten of wordt het gebied teruggegeven aan de natuur.
“Zo zal in veenweidegebieden, die een hoog liggend natuurlijk grondwaterpeil hebben, overgeschakeld moeten worden naar natte teelten, of worden weilanden teruggegeven aan de natuur. Dit is essentieel om bodemdaling tegen te gaan.”
“Een zo natuurlijk mogelijk waterpeil wordt leidend bij beslissingen over de gebruiksfunctie. Grondwaterstanden worden niet langer kunstmatig verlaagd ten gunste van de landbouw. Zo krijgen natuurgebieden die gevoelig zijn voor verdroging de kans om te herstellen. Veengronden worden weer vernat en kunnen dienen als klimaatbuffer.”
De partij stelt dat bij droogte en waterschaarste natuur en drinkwater altijd voorrang moeten krijgen boven landbouw, zeker in kwetsbare, laaggelegen gebieden. Dit is noodzakelijk om verdere verdroging, biodiversiteitsverlies en drinkwatertekorten te voorkomen.
“Bij ernstige droogte wordt de verdeling van het water zo georganiseerd dat natuur prioriteit krijgt boven landbouw en natuurinclusieve, biologische voedselteelten boven gangbare. Drinkwater krijgt altijd prioriteit, sierteelt nooit.”
“De Partij voor de Dieren wil dat bij de verdeling van water de prioriteit ligt bij maximale bescherming en behoud van natuur en drinkwaterbronnen.”
De ChristenUnie erkent het belang van het Nederlandse laagland ("lowlands") als waterland en richt zich op het versterken van waterveiligheid, het vasthouden van water en het toekomstbestendig inrichten van het landschap. Hun belangrijkste voorstellen zijn het versterken van het Deltaprogramma, het realiseren van de Hollandkering, en het sturen op water en bodem in ruimtelijk beleid om het voortbestaan van het laaggelegen Nederland te waarborgen.
De ChristenUnie ziet het beschermen van het Nederlandse laagland tegen wateroverlast, droogte en vervuiling als cruciaal voor het voortbestaan van het land. Ze willen investeren in innovatieve waterwerken, het vasthouden van water en het expliciet sturen op water en bodem bij ruimtelijke ordening. Dit beleid is direct gericht op de unieke uitdagingen van het Nederlandse laagland ("lowlands"), dat grotendeels onder zeeniveau ligt.
“Nederland is een waterland. 'Denkend aan Holland zie ik breede rivieren, traag door oneindig laagland gaan' dichtte Marsman ooit. De verhouding met ons water is altijd gespannen geweest omdat een groot deel van ons land onder de zeespiegel ligt.”
“Het Deltaprogramma wordt voorzien van voldoende middelen om het veilig voortbestaan van ons land te garanderen. We realiseren de Hollandkering om dijkverhogingen in het achterland te beperken.”
“Water en bodem worden sturend in het ruimtelijk beleid (en landgebruik) van Nederland: de structurerende keuzes uit de beleidsbrief Water en Bodem Sturend worden uitgevoerd.”
GroenLinks-PvdA benoemt de "lowlands" (het Nederlandse laagland) niet expliciet, maar hun programma bevat wel concrete voorstellen voor het beheer van veenweidegebieden en het behoud van het karakteristieke laaglandlandschap. De partij zet in op het voorkomen van bodemdaling en CO₂-uitstoot door natte natuur en natte landbouw te stimuleren, en wil het landschap versterken met kenmerkende landschapselementen. Hun visie is gericht op het duurzaam en leefbaar houden van het Nederlandse laagland door natuurherstel, waterbeheer en het ondersteunen van kleinschalige landbouw.
GroenLinks-PvdA wil de oxidatie van veen en daarmee bodemdaling en CO₂-uitstoot in de laaggelegen veenweidegebieden tegengaan. Dit doen ze door prioriteit te geven aan gebieden met hoge waterbeheerkosten of achteruitgaande natuur, en door natte natuur en natte landbouw te stimuleren. Dit is een directe maatregel voor het behoud van de "lowlands" als uniek Nederlands landschap.
“In de veenweidegebieden voorkomen we de oxidatie van het veen en daarmee bodemdaling en CO₂-uitstoot. We geven prioriteit aan de gebieden waar de kosten voor waterbeheer hoog zijn of waar de natuur achteruitgaat. Daar stimuleren we natte natuur en natte landbouw.”
De partij wil het Nederlandse laagland aantrekkelijk en levendig houden door het herstel en de aanleg van kenmerkende landschapselementen, zoals knotwilgen, poelen, slootjes, houtwallen, bomen en bossen. Dit draagt bij aan het behoud van het unieke karakter van de "lowlands" en ondersteunt biodiversiteit en leefbaarheid.
“We brengen het prachtige en levendige Nederlandse natuurlandschap terug door kenmerkende landschapselementen terug te brengen, zoals knotwilgen, poelen en slootjes. We planten op grote schaal nieuwe landschapselementen aan zoals houtwallen, bomen en bossen.”
GroenLinks-PvdA erkent de maatschappelijke waarde van kleinschalige, duurzame agrarische bedrijven in het platteland en stimuleert regionale samenwerkingsverbanden en nieuwe verdienmodellen. Dit draagt bij aan een levendig en duurzaam laagland.
“Kleinschalige, duurzame agrarische bedrijven zijn vaak van veel maatschappelijke waarde. We stimuleren regionale samenwerkingsverbanden en nieuwe verdienmodellen, zoals directe verkoop, toerisme, onderwijs, zorg, en agroforestry.”
De SP ziet de Nederlandse laaggelegen gebieden ("lowlands") als kwetsbaar en benadrukt het belang van bescherming tegen overstromingen, droogte en klimaatverandering. Hun belangrijkste voorstellen zijn het versterken van dijken, investeren in klimaatadaptatie en het verbeteren van waterbeheer om de leefbaarheid en veiligheid van deze gebieden te waarborgen. De partij koppelt deze maatregelen aan sociale rechtvaardigheid en het behoud van natuur en landbouw.
De SP wil de laaggelegen gebieden beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering door te investeren in sterke dijken, gezond waterbeheer en klimaatadaptatie. Dit is essentieel om overstromingen te voorkomen en de leefbaarheid in de "lowlands" te behouden, zeker nu extremere weersomstandigheden vaker voorkomen.
“We bereiden Nederland voor op extremer weer door te investeren in klimaatadaptatie. Dat betekent bescherming tegen hitte, droogte en overstromingen. Met sterke dijken, meer groen in steden en een gezond waterbeheer.”
“Waterschappen krijgen voldoende financiering voor de uitvoering van hun wettelijke taken en voor het versterken en verhogen van de dijken ter voorbereiding op de zeespiegelstijging.”
Als laaggelegen delta en eindpunt van Europese rivieren benadrukt de SP het belang van internationale samenwerking om water, lucht en bodem schoon te houden. Dit is cruciaal voor de veiligheid en gezondheid van de Nederlandse "lowlands".
“Als laaggelegen delta en eindpunt van veel Europese rivieren heeft Nederland belang bij strenge afspraken met buurlanden. We werken samen in Europa om water, lucht en bodem schoon te houden, vervuiling bij de bron aan te pakken en onze leefomgeving te beschermen.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma