De Partij voor de Dieren vindt dat zorggeld vooral bij zorgverleners in de eerste lijn moet terechtkomen en pleit voor een eerlijk loon en goede arbeidsvoorwaarden voor deze groep. Ze willen de loonkloof met andere sectoren dichten, vaste contracten stimuleren en investeren in een salaris waar zorgverleners goed van kunnen leven. Marktprikkels en absurde beloningen aan de top worden afgewezen ten gunste van betere beloning en zeggenschap voor eerstelijnszorgmedewerkers.
De PvdD wil dat zorgverleners in de eerste lijn een eerlijk loon ontvangen, vergelijkbaar met andere sectoren, en dat hun arbeidsvoorwaarden verbeteren. Dit moet het beroep aantrekkelijker maken en personeelstekorten tegengaan. Het zorggeld moet direct bij de zorgverleners terechtkomen, niet bij bestuurders of investeerders.
“We investeren flink in zorgverleners door ruimte voor (bij)scholing, goede arbeidsvoorwaarden en een salaris waar goed van rond te komen is. De loonkloof van helpenden en verzorgenden ten opzichte van werk in andere sectoren wordt gedicht.”
“Zorggeld moet terechtkomen waar het thuishoort: bij de zorgprofessionals die elke dag het verschil maken.”
“We zorgen ervoor dat mensen die in de zorg werken een eerlijk loon krijgen, een vast contract en meer zeggenschap over hun werk.”
De partij wil af van flexibele en onzekere contracten in de eerstelijnszorg en stimuleert vaste contracten en loondienst. Dit moet zorgen voor meer continuïteit, werkplezier en betere zorg voor patiënten.
Publiek zorggeld moet niet naar topbeloningen of winstuitkeringen gaan, maar juist naar de mensen die direct zorg verlenen in de eerste lijn. Dit draagt bij aan betere beloning en waardering van hun werk.
“Absurde beloningen, winstuitkeringen en bonussen aan de top van de zorg schaffen we per direct af. Publiek zorggeld hoort ten goede te komen aan patiënten en zorgverleners, niet aan financiële prikkels aan de top. Vrijgekomen middelen worden geïnvesteerd in mensen die direct zorg verlenen.”
BBB erkent het belang van goede arbeidsvoorwaarden en waardering voor zorgverleners in de eerste lijn, zoals huisartsen en wijkverpleegkundigen, maar doet in het verkiezingsprogramma geen concrete voorstellen voor verhoging van het loon in de eerste lijnszorg. De partij legt vooral de nadruk op het verminderen van managementlagen, administratieve lasten en het investeren in mensen die daadwerkelijk zorg verlenen, zodat er meer geld en waardering naar het primaire zorgproces kan gaan.
BBB wil dat het zorggeld daadwerkelijk bij de mensen in de zorg terechtkomt door managementlagen en administratieve lasten te verminderen. Dit moet ertoe leiden dat zorgverleners in de eerste lijn, zoals huisartsen en wijkverpleegkundigen, meer tijd en middelen krijgen voor hun kerntaken, wat indirect hun positie en waardering verbetert. Het programma bevat echter geen expliciet voorstel voor loonsverhoging.
“Het geld dat wij met elkaar betalen voor zorg, moet ook echt aan zorg besteed worden. BBB wil investeren in de mensen die werken in de zorg, in plaats van aan de zorg.”
“Normering van het aantal managementfuncties zonder rechtstreekse zorgtaken, op 5 procent.”
“Mensen die werken in de zorg in plaats van aan de zorg. BBB zet zich de komende jaren verder in voor het terugdringen van de wildgroei aan functies van mensen die aan de zorg werken in plaats van in de zorg.”
“Minder administratie, meer zorg. BBB wil de administratieve lasten in de zorg drastisch terug dringen.”
GroenLinks-PvdA vindt dat werken in de eerstelijnszorg aantrekkelijker moet worden gemaakt door fatsoenlijke lonen, betere arbeidsvoorwaarden en eerlijke tarieven voor zorgverleners zoals huisartsen en fysiotherapeuten. Ze willen zo het personeelstekort tegengaan en de toegankelijkheid van zorg waarborgen. Concrete voorstellen zijn het verhogen van de vergoeding aan fysiotherapeuten en het invoeren van eerlijke, toekomstbestendige tarieven voor huisartsen.
GroenLinks-PvdA erkent dat het personeelstekort in de eerstelijnszorg een groot probleem is en wil het beroep aantrekkelijker maken door betere lonen, arbeidsvoorwaarden en meer zeggenschap. Dit moet voorkomen dat zorgverleners het vak verlaten en de toegankelijkheid van zorg in gevaar komt.
“We willen werken in de zorg aantrekkelijker maken. Dat begint met fatsoenlijke lonen, goede en (sociaal) veilige werkomstandigheden en met meer zeggenschap.”
“Ook zorgen we voor een fatsoenlijk loon en goede arbeidsvoorwaarden voor mensen die in de zorg en het onderwijs werken.”
Om te voorkomen dat jonge fysiotherapeuten stoppen, wil GroenLinks-PvdA de vergoeding voor deze beroepsgroep verhogen. Dit is een concrete maatregel gericht op het behoud van voldoende eerstelijnszorgverleners.
“En we verhogen de vergoeding aan fysiotherapeuten om te voorkomen dat jonge fysiotherapeuten stoppen.”
De partij wil het aantrekkelijker maken voor huisartsen om een praktijk te beginnen of te behouden door onder andere eerlijke en toekomstbestendige tarieven in te voeren. Dit moet bijdragen aan het behoud van voldoende huisartsen in de eerstelijnszorg.
“Dat doen we door administratieve lasten terug te dringen, eerlijke en toekomstbestendige tarieven in te voeren en samenwerking met gemeenten en provincies voor betaalbare huisvesting.”
NSC erkent het belang van goede arbeidsvoorwaarden en marktconforme salarissen in de eerstelijnszorg, met specifieke aandacht voor kraamzorg en wijkverpleging. Ze willen salarissen in deze sectoren marktconform maken vanuit het budget wijkverpleging en investeren in het behoud en de ontwikkeling van zorgpersoneel. Concrete voorstellen richten zich op het verbeteren van arbeidsvoorwaarden en het stimuleren van contractuele zekerheid voor zorgmedewerkers.
NSC wil dat salarissen in de kraamzorg marktconform worden gemaakt, gefinancierd vanuit het budget voor wijkverpleging. Hiermee beogen ze de aantrekkelijkheid van deze beroepen te vergroten en personeel te behouden, gezien het tekort aan zorgmedewerkers in de eerste lijn.
“Kraamzorg blijft behouden en salarissen worden marktconform gemaakt vanuit het budget wijkverpleging.”
Om personeel in de eerstelijnszorg te behouden, investeert NSC in vervolgopleidingen, betere arbeidsvoorwaarden en het stimuleren van vaste contracten. Dit moet het beroep aantrekkelijker maken en de uitstroom naar flexwerk verminderen.
“Om zorgmedewerkers te behouden investeren we in vervolgopleidingen die hen helpen doorgroeien binnen hun werk. Zo krijgen zij meer kansen en toekomstperspectief en blijven zij verbonden met de werkgever en behouden voor de zorg.”
“De uitstroom van zorgmedewerkers naar flexarbeid wordt ontmoedigd door het opvolgen van de aanbevelingen van de commissie-Borstlap. Arbeidscontracten moeten weer de norm worden.”
“Daarnaast moet aandacht zijn voor goede primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden.”
De PVV noemt het loon van eerstelijnszorgverleners niet expliciet in haar verkiezingsprogramma. Wel pleit de partij voor een meerwerkbonus voor verplegend personeel en het aantrekkelijker maken van werken in de zorg, maar concrete voorstellen over structurele loonsverhogingen voor de eerstelijnszorg ontbreken. De focus ligt vooral op het verminderen van bureaucratie, het verhogen van werkplezier en het financieel belonen van extra gewerkte uren.
De PVV wil het aantrekkelijker maken voor zorgpersoneel, waaronder mogelijk eerstelijnszorgverleners, om meer uren te werken door een meerwerkbonus in te voeren. Dit is bedoeld om het personeelstekort tegen te gaan en meer werken te laten lonen, maar het betreft geen structurele loonsverhoging voor de gehele eerstelijnszorg.
De PVV wil de aantrekkelijkheid van het werken in de zorg vergroten door bureaucratie en managementlagen te schrappen en zorgverleners meer zeggenschap te geven. Dit wordt gepresenteerd als een manier om het werkplezier en het behoud van personeel te bevorderen, maar is geen direct voorstel over het loon in de eerstelijnszorg.
“We schrappen bureaucratie en managementlagen die de zorg duurder en ingewikkelder hebben gemaakt. Met slimme inzet van kunstmatige intelligentie verlagen we de administratiedruk. Zorgverleners krijgen meer zeggenschap over hun eigen werk.”
“Bureaucratie en managementlagen schrappen. Meer zeggenschap voor zorgverleners.”
De VVD erkent het belang van goede arbeidsvoorwaarden en het verminderen van werkdruk voor zorgverleners in de eerstelijnszorg, maar doet geen concrete voorstellen voor structurele loonsverhogingen. De partij zet vooral in op het verlichten van werkdruk, het stimuleren van meer werken via een meerurenbonus, en het verminderen van administratieve lasten. Het beleid richt zich op het aantrekkelijker maken van werken in de zorg, niet op directe loonmaatregelen.
De VVD wil personeelstekorten in de zorg tegengaan door het aantrekkelijker te maken om meer uren te werken, onder andere via een meerurenbonus. Dit is bedoeld om het bestaande personeel te stimuleren meer uren te maken, maar het is geen structurele loonsverhoging voor alle eerstelijnszorgverleners.
“We geven ruimte aan een meerurenbonus – we kunnen alle gewerkte uren immers goed gebruiken.”
De partij erkent de hoge werkdruk en wil deze verlichten door schijnzelfstandigheid aan te pakken en administratieve lasten te verminderen. Dit moet het werk aantrekkelijker maken, maar betreft geen directe loonsverhoging.
“We verlichten de druk op de schouders van zorgverleners in loondienst door ervoor te zorgen dat schijnzelfstandigen in loondienst komen.”
“Het is onuitlegbaar dat veel zorgverleners de helft van de tijd bezig zijn met administratie. We vragen verzekeraars flink te schrappen in verantwoordingseisen, verbieden dubbele uitvragen door toezichthouders, kiezen voor meer geautomatiseerde gegevensuitwisseling en lichten wet- en regelgeving door op noodzaak.”
De VVD wil dat zorggeld zoveel mogelijk bij de mensen op de werkvloer terechtkomt, maar maakt niet concreet hoe dit het loon van eerstelijnszorgverleners verhoogt. Het is een algemene uitspraak over waardering en efficiëntie.
“Zorggeld moet zoveel mogelijk terechtkomen bij mensen op de werkvloer die goede zorg leveren.”
Volt vindt dat zorgmedewerkers, waaronder die in de eerste lijnszorg, eerlijker beloond moeten worden en wil de loonkloof met andere publieke sectoren verkleinen. Ze stellen voor om de lonen in de zorg stapsgewijs te verhogen tot het niveau van vergelijkbare publieke banen, in overleg met vakbonden en met structurele financiering. Dit moet bijdragen aan het behoud en de aantrekkelijkheid van het beroep in de eerste lijnszorg.
Volt constateert dat zorgmedewerkers, inclusief de eerste lijn, onvoldoende gewaardeerd worden en wil hun lonen gelijk trekken met de rest van de publieke sector. Dit moet het beroep aantrekkelijker maken en personeelstekorten tegengaan. De verhoging gebeurt stapsgewijs en in overleg met vakbonden, met oog voor structurele financiering.
“Wij maken de beloning eerlijk en laten de lonen in de zorg gelijk lopen met de rest van de publieke sector.”
“Volt gaat de loonkloof tussen zorgmedewerkers en andere publieke medewerkers verkleinen. We verhogen de lonen in de zorg stap voor stap, zodat deze meer overeenkomen met vergelijkbare publieke banen. Dit doen we in overleg met de vakbonden en met oog voor structurele financiering. Een eerlijke beloning is nodig om personeel te behouden en nieuwe mensen aan te trekken.”
Volt koppelt de loonsverhoging expliciet aan het belang van waardering voor zorgmedewerkers en het tegengaan van personeelstekorten. Ze zien een eerlijke beloning als essentieel om goede zorg te kunnen blijven leveren en om het beroep aantrekkelijk te houden.
BIJ1 vindt dat zorgmedewerkers, inclusief die in de eerstelijnszorg, eerlijker beloond moeten worden en dat de werkdruk omlaag moet. Ze willen investeren in personeel in plaats van management en bureaucratie, en pleiten voor structurele verhoging van de lonen in de zorgsector.
BIJ1 stelt dat zorgmedewerkers structureel te weinig betaald krijgen en dat dit bijdraagt aan personeelstekorten en hoge werkdruk. Ze willen daarom de lonen verhogen voor alle zorgmedewerkers, waaronder huisartsen en praktijkondersteuners in de eerstelijnszorg, om het beroep aantrekkelijker te maken en de kwaliteit van zorg te waarborgen.
Naast loonsverhoging wil BIJ1 fors investeren in gespecialiseerde praktijkondersteuning en de eerstelijnszorg versterken door huisartsenpraktijken om te vormen tot wijkzorgcentra. Dit moet de aantrekkelijkheid van het werk vergroten en de continuïteit van zorg verbeteren.
“Huisartsenpraktijken worden zorgcentra in de wijk, waar zorg samenkomt en je terecht kunt met iedere zorg- of ondersteuningsvraag. We investeren fors in gespecialiseerde praktijkondersteuning.”
BVNL vindt dat zorgmedewerkers in de lagere loonschalen, waaronder de eerste lijnszorg, structureel beter beloond moeten worden. Zij stellen een eenmalige loonsverhoging van 10% voor deze groep voor, omdat te veel geld naar topbestuurders gaat en niet naar de mensen die daadwerkelijk zorg verlenen. Daarnaast wil BVNL structureel hogere vergoedingen voor leerlingen en stagiaires in de zorg.
BVNL wil zorgmedewerkers in de lagere loonschalen, waaronder de eerste lijnszorg, direct financieel waarderen met een eenmalige loonsverhoging van 10%. Dit moet het beroep aantrekkelijker maken en het probleem aanpakken dat te veel geld naar de top van zorginstellingen gaat in plaats van naar het uitvoerende personeel.
“Alle zorgmedewerkers, die zich in de lagere loonschalen bevinden, krijgen een eenmalige extra loonsverhoging van 10%. Te veel geld verdwijnt naar topbestuurders in de zorg. Hoge beloningen in de top zorgen niet voor betere zorg, dit pakken we aan.”
“Essentiële ambtenaren zoals militairen, politieagenten, docenten en zorgmedewerkers moeten structureel substantieel meer gaan verdienen. Dat kunnen we doen door een eenmalige extra loonsverhoging van 10%, voor mensen die zich in de lagere loonschalen bevinden.”
BVNL erkent dat ook leerlingen en stagiaires in de zorg onderbetaald worden en wil hun loon of vergoeding structureel verhogen. Dit moet bijdragen aan een betere instroom en waardering van nieuw zorgpersoneel, waaronder in de eerste lijn.
“Leerlingen en stagiaires worden beter behandeld en meer gewaardeerd en hun loon/vergoeding gaat structureel omhoog.”
Het CDA erkent het belang van sterke eerstelijnszorg, zoals huisartsen, apotheken en wijkverpleging, maar doet in het verkiezingsprogramma geen concrete voorstellen over het verhogen van het loon of het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden voor professionals in de eerstelijnszorg. De partij richt zich vooral op samenwerking, praktijkhouderschap en het verminderen van administratieve lasten, zonder expliciet in te gaan op loonsverhoging of financiële waardering.
Het CDA wil de eerstelijnszorg versterken door betere samenwerking tussen verschillende zorgverleners en door het ondersteunen van praktijkhouderschap, maar noemt geen concrete maatregelen over loon of arbeidsvoorwaarden. De focus ligt op het verbeteren van de organisatie en het werkplezier, niet op financiële beloning.
“We willen de eerstelijnszorg versterken door een betere samenwerking tussen huisartsen en wijkverplegers, apotheken, welzijnswerkers, diëtisten, fysiotherapeuten...”
“We willen het praktijkhouderschap versterken door startende huisartsen beter te begeleiden en te ondersteunen bij onder andere huisvesting, bijvoorbeeld via gereserveerde ruimte voor eerstelijnszorg in nieuwbouwwijken.”
“We willen een breed offensief om administratieve lasten in de zorg aan te pakken en zorgverleners hun werkplezier terug te geven.”
De ChristenUnie wil de beloningsstructuur in de eerstelijnszorg hervormen door alle medisch specialisten in loondienst te brengen en de prikkel tot overbehandeling te verminderen. Daarnaast wordt winstuitkering bij huisartsenpraktijken beperkt tot het gebruikelijk loon voor eigenaren. Hiermee wil de partij de zorg minder marktgericht maken en de focus leggen op passende, toegankelijke zorg dicht bij de patiënt.
De ChristenUnie stelt voor dat alle medisch specialisten in loondienst komen, om financiële prikkels voor overbehandeling te verminderen en de zorg minder marktgericht te maken. Dit raakt direct aan de beloningsstructuur in de eerstelijnszorg en is bedoeld om de kwaliteit en integriteit van de zorg te waarborgen.
De partij wil overnames van huisartsenpraktijken door investeringsmaatschappijen tegengaan en winstuitkering beperken tot het gebruikelijk loon voor eigenaren. Dit moet de eerstelijnszorg beschermen tegen commerciële belangen en de continuïteit en toegankelijkheid van de huisarts waarborgen.
“We maken er prioriteit van om de overnames van huisartsenpraktijken door investeringsmaatschappijen te stoppen. We beperken de winstuitkering tot het gebruikelijk loon voor eigenaren.”
D66 vindt het belangrijk dat zorgprofessionals in de eerste lijn, zoals huisartsen, wijkverpleegkundigen en verzorgenden, een goed salaris krijgen om het werken in deze sector aantrekkelijk te houden. Ze willen het loon en de arbeidsvoorwaarden in de eerste lijnszorg verbeteren, zodat meer mensen kiezen voor en blijven werken in deze essentiële zorgfuncties.
D66 erkent dat het werk in de eerste lijnszorg zwaar is door regeldruk, hoge werkdruk en personeelstekorten. Om het vak aantrekkelijker te maken en personeel te behouden, pleit D66 expliciet voor een goed salaris voor zorgprofessionals in de eerste lijn, zoals huisartsen, wijkverpleegkundigen en verzorgenden.
“D66 geeft zorgprofessionals vertrouwen, autonomie en een goed salaris. We maken gebruik van de kansen die digitalisering biedt en verminderen de administratie. De vraag naar professionals in de zorg groeit sneller dan dat er mensen beschikbaar zijn. Des te belangrijker dat zorgprofessionals op de juiste plekken aan de slag gaan én blijven. Daarom maakt D66 vooral het werken in de nabije zorg aantrekkelijker, zoals publieke gezondheidszorg, ouderenzorg, huisartsen en wijkverpleegkunde.”
“Zorgprofessionals krijgen ons vertrouwen, minder regels en een goed salaris. We maken het werk in de huisartsenpraktijk, ouderenzorg en wijkverpleging aantrekkelijker.”
Naast het salaris wil D66 ook de secundaire arbeidsvoorwaarden voor verpleegkundigen en verzorgenden verbeteren, om het beroep aantrekkelijker te maken en personeelstekorten tegen te gaan.
“We bieden verpleegkundigen en verzorgenden betere secundaire arbeidsvoorwaarden.”
FVD vindt dat zorgmedewerkers, inclusief die in de eerste lijnszorg, structureel beter beloond moeten worden om personeelstekorten en hoge werkdruk tegen te gaan. Ze willen de salarissen verhogen, vooral voor lagere loonschalen, en pleiten voor minder bureaucratie zodat het beroep aantrekkelijker wordt.
FVD wil de salarissen van zorgmedewerkers structureel verhogen, met speciale aandacht voor de lagere loonschalen, om het beroep aantrekkelijker te maken en personeelstekorten tegen te gaan. Ze zien slechte arbeidsvoorwaarden en hoge werkdruk als belangrijke oorzaken van de huidige problemen in de zorg.
“Forum voor Democratie wil dat de CAO’s voor ziekenhuizen structureel worden verbeterd en dat zorgmedewerkers een eerlijke beloning krijgen. Minder bureaucratie en meer waardering moeten het beroep weer aantrekkelijk maken.”
“We verhogen structureel de salarissen van zorgmedewerkers, zodat de werkdruk daalt, het beroep aantrekkelijk blijft, en de zorg weer naar patiënten gaat. Zorgmedewerkers in de lagere loonschalen krijgen een eenmalige salarisverhoging van 12%.”
Naast loonsverhoging wil FVD fors snijden in bureaucratie, zodat zorgverleners meer tijd aan patiënten kunnen besteden en het beroep aantrekkelijker wordt. Dit moet bijdragen aan het oplossen van personeelstekorten en het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden.
“We verminderen de bureaucratie (bijv. door fors te snoeien in de 3.500 zorgindicatoren) en verhogen structureel de salarissen van zorgmedewerkers, zodat de werkdruk daalt, het beroep aantrekkelijk blijft, en de zorg weer naar patiënten gaat.”
De SP vindt dat zorgverleners in de eerstelijnszorg, zoals huisartsen, fysiotherapeuten en wijkverpleegkundigen, een beter salaris verdienen en minder werkdruk moeten ervaren. Ze willen investeren in de hele eerste lijn, lonen verhogen en zorgverleners meer zeggenschap geven, zodat het vak aantrekkelijk blijft en de zorg toegankelijk en van hoge kwaliteit is.
De SP stelt dat veel eerstelijnszorgverleners onder druk staan door lage tarieven en hoge werkdruk, wat leidt tot uitstroom uit het vak. Om dit tegen te gaan, willen ze investeren in de hele eerste lijn, lonen verhogen en de werkdruk verlagen. Dit moet het beroep aantrekkelijker maken en de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg verbeteren.
“We verhogen de lonen en verlagen de werkdruk. Zo geven we zorgverleners het respect dat zij verdienen, een passende beloning en maken we dit onmisbare vak weer aantrekkelijk.”
“We waarderen zorgverleners. Daarom zorgen we voor een beter salaris en geven we zorgverleners meer zeggenschap over hun eigen werk.”
“De eerstelijnszorg – van fysiotherapie en verloskunde tot tandzorg en wijkverpleging – vormt samen met de huisarts het fundament van ons zorgstelsel. Toch staan veel eerstelijnszorgverleners onder zware druk; zo overweegt een groot deel van de fysiotherapeuten te stoppen door lage tarieven en hoge werkdruk. Wij investeren in de hele eerste lijn, maken de zorg weer toegankelijk en betaalbaar, en geven zorgverleners de ruimte om hun werk goed te doen.”
DENK vindt dat zorgverleners, waaronder die in de eerstelijnszorg, meer waardering en hogere beloningen verdienen vanwege de hoge werkdruk en het personeelstekort. Het programma bevat het concrete voorstel om te investeren in zorgpersoneel door hogere beloningen en het terugdringen van administratieve lasten, maar noemt geen specifieke bedragen of aparte loonmaatregelen voor de eerstelijnszorg.
DENK wil het beroep van zorgverlener aantrekkelijker maken en het personeelstekort aanpakken door hogere beloningen te bieden. Dit wordt gezien als noodzakelijk om waardering te tonen en uitstroom te voorkomen, maar het voorstel blijft algemeen en noemt niet expliciet de eerstelijnszorg als aparte categorie.
“Wij investeren in het zorgpersoneel. Dat betekent dat er hogere beloningen komen en we fiks gaan inzetten op het terugdringen van de administratieve lasten.”
DENK benoemt het probleem van onderwaardering en hoge werkdruk in de zorg, wat leidt tot uitstroom van personeel. Het pleidooi voor meer waardering en investering in de zorg is breed, zonder specifieke uitwerking voor de loonontwikkeling in de eerstelijnszorg.
“Daarnaast staan onze zorgverleners onder immense druk. Zij verlaten het vak en krijgen vaak niet de waardering die ze verdienen.”
JA21 vindt dat zorgprofessionals, vooral in de eerstelijnszorg en lagere loonschalen, jarenlang ondergewaardeerd zijn en pleit voor een salarisverhoging die minimaal met de inflatie meegroeit. Het aantrekkelijker maken van werken in de zorg is volgens JA21 essentieel om personeelstekorten tegen te gaan en de uitstroom van zorgmedewerkers te beperken.
JA21 wil het werken in de zorg aantrekkelijker maken door te zorgen voor voldoende salaris, met bijzondere aandacht voor de lagere loonschalen in de eerstelijnszorg. Dit moet helpen om de uitstroom van zorgmedewerkers te beperken en het personeelstekort aan te pakken.
“Dit begint met voldoende salaris. Zorgprofessionals zijn jarenlang ondergewaardeerd en verdienen meer dan alleen applaus. JA21 wil de salarissen en vergoedingen in de zorg, vooral in de lagere schalen, ten minste met de inflatie laten meestijgen.”
“Salarissen in de lagere schalen mee laten stijgen met de inflatie.”
De SGP erkent de druk op de eerste lijnszorg en wil de positie van zorgverleners in deze sector versterken. Concreet pleit de partij voor een salarisverhoging voor verpleegkundigen en verzorgenden, en investeringen in hun scholing. Hiermee wil de SGP het beroep aantrekkelijker maken en het personeelstekort aanpakken.
De SGP wil het loon van verpleegkundigen en verzorgenden in de eerste lijn verhogen om hun positie te versterken en het beroep aantrekkelijker te maken. Dit wordt gezien als een noodzakelijke stap om het personeelstekort in de zorg aan te pakken en de kwaliteit van de eerste lijnszorg te waarborgen.
“Verpleegkundigen en verzorgenden krijgen een salarisverhoging. De SGP wil investeren in hun na- en bijscholing.”
Naast een salarisverhoging wil de SGP specifiek de positie van ouderenzorgverleners in de eerste lijn versterken, als antwoord op de toenemende zorgvraag en werkdruk in deze sector.
“De positie van ouderenzorgverleners in de eerste lijn en verpleeghuizen wordt versterkt.”
50PLUS benoemt het belang van het versterken van de eerstelijnszorg, maar doet in het verkiezingsprogramma geen concrete voorstellen over het loon van medewerkers in de eerstelijnszorg. Het programma richt zich vooral op het verbeteren van de positie van zorgprofessionals, vermindering van bureaucratie en het vergroten van zeggenschap, zonder expliciet in te gaan op salaris of arbeidsvoorwaarden in de eerstelijnszorg.
50PLUS wil de eerstelijnszorg versterken om zorg toegankelijker en toekomstbestendig te maken, met meer zeggenschap voor zorgprofessionals en minder bureaucratie. Dit wordt gepresenteerd als een manier om de kwaliteit van zorg te verbeteren, maar er wordt niet expliciet ingegaan op het verhogen van het loon van eerstelijnszorgmedewerkers.
“We pleiten daarom voor het versterken van de eerstelijnszorg, betere ondersteuning van mantelzorgers en structurele investeringen in ouderenzorg en verpleeghuizen. Wij willen zeggenschap voor zorgprofessionals en cliënten, minder bureaucratie en meer tijd voor de echte zorgbehoefte.”