BBB vindt dat landelijke gebieden (LGO: Landelijk Gebied en Ontwikkeling) niet mogen achterblijven bij stedelijke regio’s en pleit voor gelijke toegang tot voorzieningen, infrastructuur en economische kansen. De partij wil investeren in regionale bereikbaarheid, kleinschalig openbaar vervoer en economische ontwikkeling buiten de Randstad. BBB benadrukt het belang van maatwerk en regionale kracht, met concrete voorstellen voor betere OV-ontsluiting, regionale investeringen en het versterken van lokale ecosystemen.
BBB stelt dat inwoners van landelijke gebieden recht hebben op dezelfde basisvoorzieningen en bereikbaarheid als stedelingen. Dit moet voorkomen dat regio’s achterblijven en draagt bij aan leefbaarheid en economische kansen.
“Of je nu in Groningen woont of in Gouda, op het platteland of drie hoog achter iedereen verdient dezelfde kansen. Gelijke toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, vervoer en veiligheid mag geen kwestie van postcode zijn.”
“Onze inzet is en blijft daarom een Nederlandse samenleving die functioneert als een noaberstaat... Daarbij hoort dat de overheid actief inzet op de aanwezigheid van basisvoorzieningen, zodat iedereen daar toegang tot heeft.”
“De regionale ontsluiting moet worden versterkt door te blijven investeren in spoor en wegverbindingen. De auto blijft onmisbaar, vooral in landelijke gebieden. Openbaar vervoer moet beschikbaar, betrouwbaar en betaalbaar zijn, ook buiten de Randstad.”
BBB wil de bereikbaarheid van landelijke gebieden verbeteren door te investeren in infrastructuur en kleinschalige OV-oplossingen, zodat ook dunbevolkte regio’s niet geïsoleerd raken.
“In dunbevolkte gebieden stimuleren we kleinschalige vormen zoals buurtbusjes, OVopafroep en deelvervoer. Ook voor mensen met een beperking dienen er toegankelijke vervoersopties te zijn.”
“Steden en buitengebieden moeten goed bereikbaar blijven via OV, weg, water en digitaal. Openbaar vervoer is op dit moment geen vanzelfsprekendheid in grote delen van het land. Sluitingen van buslijnen en treinstations zorgen voor isolatie van dorpen en kleine steden.”
BBB vindt dat het economisch beleid te veel op de Randstad is gericht en wil gericht investeren in kansrijke regionale clusters en samenwerking tussen lokale partijen om de economische veerkracht van landelijke gebieden te vergroten.
“Het economisch beleid van de rijksoverheid richt zich nog te vaak op de Randstad en een paar grote kennisclusters. Daardoor blijven andere delen van Nederland met name grensregio’s en plattelandsgebieden achter, terwijl daar volop economische kansen liggen.”
“De rijksoverheid onderzoekt de mogelijkheden om gericht te investeren in kansrijke regionale economische clusters, zoals agrofood in Noordoost Nederland, hightech in Twente en zorginnovatie in Limburg.”
“Samenwerking tussen grote bedrijven, mkb, startups, onderwijs en overheid wordt actief ondersteund, met ruimte voor maatwerk en regionale investeringsagenda’s.”
BBB wil dat alle beleid een regiotoets ondergaat om de gevolgen voor regio’s en het platteland zichtbaar te maken, zodat landelijke gebieden niet worden benadeeld door centraal beleid.
“Alle beleid dient een regiotoets te ondergaan die de gevolgen van beleid en de uitvoering daarvan voor regio’s en het platteland in beeld brengt.”
Volt ziet grensoverstijgende samenwerking (LGO) als essentieel voor sterke grensregio’s en wil structurele, duurzame samenwerkingsvormen stimuleren. De partij pleit voor het wegnemen van juridische barrières, het versterken van bestaande samenwerkingsmechanismen zoals Euregio’s, en het faciliteren van grensoverstijgende burgerberaden en media. Concrete voorstellen zijn onder meer het hervormen van EU-subsidies, het verplicht stellen van grenseffectenrapportages en het verbeteren van dienstverlening aan grenswerkers.
Volt wil dat grensregio’s profiteren van duurzame, permanente samenwerkingsstructuren met eigen middelen en capaciteit. De partij ziet het als taak van de Rijksoverheid om belemmerende wet- en regelgeving weg te nemen en maatwerk mogelijk te maken, zodat grensoverstijgende samenwerking structureel wordt verankerd.
“Daarom investeren we in duurzame, permanente samenwerkingsstructuren - zoals de Euregio’s - met een eigen capaciteit en eigen middelen.”
“Wet- en regelgeving die grensoverstijgende samenwerking in de weg zit, moet worden geïdentificeerd en het moet makkelijker worden om in concrete gevallen maatwerk toe te passen.”
“Volt wil de grensoverstijgende samenwerking bevorderen. De Rijksoverheid moet daarin een faciliterende rol spelen, bijvoorbeeld door het delen en verspreiden van kennis en expertise, maar ook door het versterken van het EU-mechanisme voor grensoverstijgende samenwerking.”
Volt wil bestaande EU-subsidies en juridische instrumenten inzetten om grensoverstijgende samenwerking te verbeteren, met Limburg als voorbeeldregio. Dit moet andere grensregio’s stimuleren om vergelijkbare stappen te zetten.
“We hervormen de EU-subsidies uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en gaan aan de slag met het juridische instrument voor grensoverstijgende samenwerking. De provincie Limburg loopt hierin voorop en is wat Volt betreft een voorbeeld voor andere grensregio’s.”
Volt wil dat nieuw beleid altijd wordt getoetst op gevolgen voor grensregio’s en dat de dienstverlening aan grenswerkers wordt verbeterd door fysieke nabijheid en betere informatievoorziening.
“We maken grenseffectenrapportages verplicht voor nieuw beleid wanneer dit direct of indirect de grensregio of grenslanders aangaat.”
“We willen dat de afdeling van het CAK die verantwoordelijk is voor grenswerkers, van Den Haag naar een overheidsgebouw in de grensregio verhuist.”
“Volt wil dat zogenoemde grensinformatiepunten uitgebreid worden en beter zichtbaar worden gemaakt voor (startende) grenswerkers of mensen die grenswerker willen worden.”
Volt wil de democratische betrokkenheid en informatievoorziening in grensregio’s vergroten door burgerberaden en samenwerking tussen media over de grens te stimuleren.
“We verkennen bovendien, in samenwerking met Duitsland en België, de opties voor het mogelijk maken van grensoverstijgende burgerberaden in de grensregio’s.”
“Volt stimuleert structurele samenwerking tussen publieke omroepen in grensregio’s. Dat kan bijvoorbeeld door Euregioredacties op te zetten.”
JA21 wil de lokale en decentrale overheden (LGO) meer zeggenschap en autonomie geven, met minder centrale sturing en minder bureaucratie. De partij pleit voor het subsidiariteitsbeginsel, meer lokale regie over budgetten en beleid, en het kritisch terugdringen van overbodige overheidsstructuren. Concrete voorstellen zijn onder meer het aanstellen van een Minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie, het versterken van lokale democratie en het lokaal inrichten van budgetten voor bijvoorbeeld jeugdzorg.
JA21 vindt dat taken zoveel mogelijk op lokaal niveau moeten worden uitgevoerd, omdat dit leidt tot meer betrokkenheid en effectievere uitvoering. De partij wil het subsidiariteitsbeginsel naleven en pleit voor meer lokale regie, minder centrale bemoeienis en het kritisch tegen het licht houden van overheidsstructuren.
“Het subsidiariteitsbeginsel, dat stelt dat een hogere overheid alleen taken op zich neemt als een lagere overheid daartoe niet in staat is, moet zo veel mogelijk nageleefd worden.”
“Meer zeggenschap van burgers over hun eigen leefomgeving door te focussen op decentralisatie en referenda over onder meer het migratiebeleid, de bevolkingsgroei en de natuur in Nederland te organiseren.”
“De minister dient regels, instanties en het woud aan ongekozen adviesraden en overheidsorganen kritisch tegen het licht te houden, zodat onnodige overheidsstructuren kunnen worden afgebouwd of samengevoegd.”
JA21 wil dat budgetten en regie voor bijvoorbeeld jeugdzorg zo lokaal mogelijk worden ingericht, zodat de lokale democratie beter toezicht kan houden op de kwaliteit van de uitvoering. Dit moet leiden tot effectievere en beter passende zorg.
“Wat JA21 betreft wordt de samenwerking in de jeugdzorgregio’s steviger aangezet en dienen de regie en dus het budget zo lokaal mogelijk te worden ingericht. Op die manier kan de lokale democratie scherper toezien op een kwalitatief goede uitvoering van de jeugdzorg.”
“Gemeenten meer ruimte geven voor passende uitvoering van verplichtingen op lokaal niveau, zonder extra bezuinigingen vanuit het Rijk.”
Om de regeldruk te verminderen en de autonomie van decentrale overheden te versterken, wil JA21 een speciale minister aanstellen. Deze minister moet toezien op het efficiënter maken van de overheid en het naleven van het subsidiariteitsbeginsel.
“Minder regeldruk door een minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie aan te stellen die met een harde reductiedoelstelling een einde maakt aan de toenemende regeldruk en met de stofkam door bestaande wet- en regelgeving gaat.”
“Een Minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie die de inspraak van Nederlanders bewaakt en de overheid afslankt.”
“De Minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie dient hier actief op toe te zien.”
BIJ1 zet zich in voor volledige toegankelijkheid van het openbaar vervoer (LGO) voor mensen met een handicap, met nadruk op gelijke toegang, fysieke aanpassingen en betrokkenheid van ervaringsdeskundigen. De partij wil wettelijke verplichtingen voor vervoerders en gemeenten, investeringen in toegankelijke infrastructuur, en strikte handhaving van toegankelijkheidsnormen. BIJ1 streeft naar een inclusieve samenleving waarin mobiliteit voor iedereen gegarandeerd is.
BIJ1 wil dat het openbaar vervoer volledig toegankelijk wordt gemaakt voor mensen met een handicap, door investeringen in infrastructuur, aanpassingen aan voertuigen en stations, en het waarborgen van gelijkvloerse instapmogelijkheden. Dit moet structureel worden vastgelegd en gehandhaafd, zodat niemand wordt buitengesloten van mobiliteit.
“De landelijke overheid, gemeenten en vervoerders nemen gezamenlijk maatregelen om toegankelijkheid van openbaar vervoer en doelgroepenvervoer te verbeteren conform het vernieuwde Besluit Toegankelijkheid Openbaar Vervoer. Er wordt scherp toegezien op naleving hiervan.”
“We zorgen waar mogelijk dat al het openbaar vervoer gelijkvloerse instap of betrouwbare schansen heeft - of allebei. We investeren in rolstoeltoegankelijke voertuigen, haltes en stations. Haltes en stations die niet goed toegankelijk zijn, verbouwen we. Deze sluiten we niet.”
“Geleidestroken voor mensen die er afhankelijk van zijn, worden beschermd en blijven onbelemmerd.”
BIJ1 vindt dat mensen met een handicap en hun vertegenwoordigers structureel betrokken moeten worden bij beleid, uitvoering en evaluatie van toegankelijkheid in het openbaar vervoer. Ervaringsdeskundigen spelen een centrale rol bij het testen en verbeteren van voorzieningen.
“Gemeenten worden daarnaast verplicht om mensen met een handicap en hun vertegenwoordigers te betrekken bij het maken, uitvoeren en evalueren van wetten en regels.”
“Stations en vervoermiddelen testen we strenger op toegankelijkheid voor dove of slechthorende mensen en blind of slechtziende mensen. Dit gebeurt mede door ervaringsdeskundigen.”
BIJ1 wil dat mensen die niet met het openbaar vervoer kunnen reizen passende ondersteuning krijgen, en dat in elke gemeente dezelfde voorzieningen en rechten gelden voor mensen met een handicap.
“Mensen die niet met het openbaar vervoer kunnen reizen, krijgen passende ondersteuning om op een andere manier te kunnen reizen.”
“Gemeentebeleid dat mensen met een handicap raakt wordt landelijk vastgelegd. Zo kunnen mensen in elke gemeente aanspraak maken op dezelfde passende voorzieningen, onder dezelfde voorwaarden.”
De ChristenUnie erkent de grote impact van de gaswinning op Groningen en stelt dat Nederland een ereschuld heeft aan de regio. Ze pleiten voor blijvende financiële steun via een Groningenfonds, vereenvoudiging van schadeafhandeling en versterking, en het centraal stellen van de Groninger inwoner in alle besluitvorming. De partij wil dat deze maatregelen wettelijk worden vastgelegd en langdurig worden volgehouden, met bijzondere aandacht voor het welzijn van kinderen en jongeren.
De ChristenUnie wil structurele en langjarige financiële middelen voor Groningen garanderen, zodat herstel en versterking niet afhankelijk zijn van politieke wisselingen. Dit moet de regio zekerheid geven over de toekomst en het inlossen van de ereschuld mogelijk maken.
De partij vindt dat de overheid de schadeafhandeling en versterking in Groningen te ingewikkeld heeft gemaakt. Ze willen dat deze processen milder, makkelijker en menselijker worden, met de Groninger en diens verhaal centraal, en niet het dossier.
“De schadeafhandeling en versterkingsopgave moeten milder, makkelijker en menselijker uitgevoerd worden. De Groninger en zijn of haar verhaal centraal staan, in plaats van een dossier of een nummer.”
“De overheid (IMG en NCG) blijft daarom naast de bewoner staan om ervoor te zorgen dat ze krijgen waar ze recht op hebben.”
De ChristenUnie wil dat de gemaakte afspraken en financiële toezeggingen voor Groningen wettelijk worden vastgelegd, zodat deze niet afhankelijk zijn van politieke grillen. Ook moet uitvoering van kabinetsreacties en rapporten snel en volledig plaatsvinden.
“De maatregelen uit de kabinetsreactie ‘Nij Begun’ op het enquêterapport worden zo spoedig mogelijk uitgevoerd, om de ereschuld in te lossen. Dit wordt, samen met uitvoering van de Sociale en Economische agenda, in de Groningenwet vastgelegd.”
De partij erkent de psychische gevolgen van de gaswinning, met name voor kinderen en jongeren, en wil hier blijvende aandacht en ondersteuning voor.
“Er is blijvende aandacht voor de psychische gevolgen van de gaswinning, in het bijzonder voor het (mentaal) welzijn van kinderen en jongeren in het aardbevingsgebied.”
GroenLinks-PvdA benoemt het Landelijk Gebied en Omgeving (LGO) vooral in de context van leefbaarheid, verduurzaming en economische ontwikkeling van landelijke regio’s zoals Groningen, Drenthe en Noord-Holland. De partij zet in op behoud van voorzieningen, investeringen in duurzame industrie en infrastructuur, en het versterken van de regionale economie, met bijzondere aandacht voor de gevolgen van gaswinning en de energietransitie.
GroenLinks-PvdA wil de leefbaarheid in landelijke gebieden waarborgen door het behouden en versterken van lokale voorzieningen zoals dorpshuizen, sportclubs en buurthuizen. Dit is essentieel om sociale samenhang te behouden en de negatieve gevolgen van bevolkingskrimp en economische achterstand tegen te gaan.
“We behouden voorzieningen zoals dorpshuizen en sportclubs.”
“We behouden voorzieningen zoals zwembaden, sportclubs en buurthuizen...”
De partij ziet kansen voor landelijke gebieden als motoren van duurzame economische groei, met investeringen in groene chemie, circulaire economie, (hightech) maakindustrie en betere OV-verbindingen. Dit moet de regio’s toekomstbestendig maken en nieuwe werkgelegenheid creëren.
“Initeerregio Zuid en Oost Drenthe biedt een krachtige basis voor duurzame economische groei als het vijfde industriecluster van Nederland, bedrijven in groene chemie, circulaire (biobased) economie en (hightech) maakindustrie.”
“Met de Lelylijn komt er een betere bereikbaarheid per openbaar vervoer.”
GroenLinks-PvdA erkent de diepe impact van gaswinning op Groningen en Drenthe en pleit voor een totaalaanpak: schadeherstel, versterking en verduurzaming van woningen, en het bieden van perspectief aan jongeren. Dit moet zorgen voor een nieuwe start en een leefbare toekomst voor de regio.
“Iedere Groninger heeft recht op een veilig, schadevrij en verduurzaamd huis.”
“De gemaakte afspraken hierover voeren we onverkort uit. We behouden voorzieningen zoals dorpshuizen en sportclubs. We gaan armoede tegen, bieden jongeren een kansrijke start met extra onderwijs en investeren in de...”
Het CDA noemt "LGO" (Leven Lang Ontwikkelen) expliciet als speerpunt en ziet het als essentieel om mensen weerbaar te maken voor veranderingen op de arbeidsmarkt. De partij wil investeren in leven lang ontwikkelen, onder meer door regionale werkcentra, het stimuleren van werkgevers en het aanpassen van de bekostiging van het mbo. Concrete voorstellen zijn onder andere het versterken van regionale werkcentra en het inzetten op samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven.
Het CDA beschouwt leven lang ontwikkelen als noodzakelijk om mensen aan te laten sluiten bij de veranderende arbeidsmarkt en maatschappelijke ontwikkelingen. De partij wil dat mensen zich kunnen blijven ontwikkelen, met speciale aandacht voor senioren, praktisch opgeleiden en mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Werkgevers en overheid krijgen een actieve rol in het stimuleren en faciliteren van LGO.
“We investeren in mensen: door leven lang ontwikkelen kunnen mensen veranderingen aan en versterken we de samenleving.”
“We investeren in programma’s op school, het werk en in de wijk om mentale veerkracht te versterken.”
“De overheid helpt mkb-ondernemingen hierin met de Stimuleringsregeling leren en ontwikkelen (SLIM-regeling).”
Om LGO toegankelijk te maken voor iedereen, wil het CDA regionale werkcentra ontwikkelen tot laagdrempelige informatie- en adviespunten. Deze centra moeten inzicht bieden in opleidingen en vaardigheden, en mensen gericht doorverwijzen, onder verantwoordelijkheid van het UWV en gemeenten.
“We ontwikkelen regionale werkcentra tot informatie- en adviespunten voor (digitaal) inzicht in opleidingen en skills met een eenduidig en voor iedereen toegankelijk advies- en doorverwijsloket, onder verantwoordelijkheid van het UWV-werkbedrijf en gemeenten.”
Het CDA wil de bekostiging van het mbo minder afhankelijk maken van studentenaantallen en meer richten op samenwerking en leven lang ontwikkelen. Dit moet zorgen voor een betere aansluiting op de arbeidsmarkt en het waarborgen van het mbo-aanbod in krimpregio’s.
“Bekostiging van het mbo wordt meer langjarig, minder gestuurd op studentenaantallen en meer gebaseerd op samenwerking tussen instellingen met een grotere rol op het gebied van een leven lang ontwikkelen en een betere aansluiting op de arbeidsmarkt.”
De PVV is uitgesproken tegen de komst van nieuwe windturbines en zonneparken, en wil bestaande windturbines die overlast veroorzaken verwijderen. Ze pleiten voor het beëindigen van ondergrondse CO₂-opslag en het schrappen van klimaatsubsidies, waarbij de nadruk ligt op het stoppen van klimaatmitigatie en het terugdraaien van bestaande klimaatmaatregelen.
De PVV verzet zich fel tegen de uitbreiding van wind- en zonne-energie in Nederland. Ze stellen dat windturbines overlast en gezondheidsproblemen veroorzaken en willen daarom geen nieuwe windturbines of zonneparken toestaan, en bestaande problematische windturbines verwijderen. Dit standpunt is onderdeel van hun bredere afwijzing van het huidige klimaatbeleid.
De partij wil alle vormen van ondergrondse CO₂-opslag en klimaatsubsidies beëindigen. Ze vinden deze maatregelen ineffectief of ongewenst en willen het klimaatbeleid radicaal omgooien door te stoppen met mitigatie en alleen nog te focussen op adaptatie.
De PVV wil dat Nederland zich terugtrekt uit het Klimaatakkoord van Parijs en de Klimaatwet intrekt. Ze zijn tegen internationale verplichtingen op het gebied van klimaat en willen nationale autonomie behouden.
“Terugtrekken uit het VN-Klimaatakkoord van Parijs; Klimaatwet intrekken”
50PLUS vindt het belangrijk dat ouderen in de derde levensfase (LGO: Levenslang leren, Gezond ouder worden, Ontwikkeling) zich kunnen blijven ontwikkelen en zelfstandig, zelfredzaam en betrokken blijven in de samenleving. De partij pleit voor een Nationaal Programma Leven Lang Leren met betaalbare en laagdrempelige scholing, digitale vaardigheidstraining en lokale leerpunten voor ouderen. Hiermee wil 50PLUS de kansen op blijvende ontwikkeling en participatie voor ouderen vergroten.
50PLUS wil dat ouderen ook in de derde levensfase volop kansen hebben om zich te blijven ontwikkelen, met nadruk op blijvend leren en digitale vaardigheden. Dit moet bijdragen aan zelfstandigheid, zelfredzaamheid en betrokkenheid van ouderen in de samenleving.
“50PLUS wil dat ouderen ook in de derde levensfase volop kansen hebben om zich te blijven ontwikkelen. Niet alleen inkomen en wonen zijn basisbehoeften, maar ook blijvend leren en ontwikkelen is essentieel om zelfstandig, zelfredzaam en betrokken te blijven in de samenleving.”
“Een Nationaal Programma Leven Lang Leren, met betaalbare en laagdrempelige scholing, digitale vaardigheidstraining en culturele vorming voor ouderen.”
“Lokale leerpunten in bibliotheken, buurthuizen en seniorenverenigingen waar ouderen terecht kunnen om te oefenen met taal, rekenen en digitale toepassingen.”
FVD wil alle subsidies aan niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) en activistische organisaties stopzetten, omdat zij vinden dat deze organisaties vooral een activistische agenda dienen en belastinggeld niet aan ideologische beïnvloeding besteed mag worden. Daarnaast wil FVD het wettelijke ‘Goede Doelen’-vereiste voor loterijen schrappen, zodat deze niet langer verplicht geld aan dergelijke organisaties hoeven te geven. De kern van hun visie is dat belastinggeld niet naar NGO’s of activistische doelen moet gaan, maar naar publieke taken en nationale belangen.
FVD stelt dat NGO’s en activistische organisaties geen overheidssubsidie meer mogen ontvangen, omdat zij vinden dat deze organisaties vooral een activistische agenda nastreven die niet met belastinggeld gesteund moet worden. Dit moet voorkomen dat publieke middelen worden ingezet voor ideologische beïnvloeding of politieke acties tegen de staat.
“We stoppen alle subsidies voor organisaties die proefprocessen voeren tegen de staat. Ook niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) krijgen geen subsidie meer.”
“We stoppen subsidies aan organisaties zoals Rutgers, zodat belastinggeld niet langer naar ideologische beïnvloeding gaat.”
FVD wil het wettelijk verplichte percentage van loterijopbrengsten voor ‘Goede Doelen’ afschaffen, omdat zij vinden dat dit geld in de praktijk vooral naar activistische organisaties gaat. Door deze eis te schrappen en het loterijmonopolie te doorbreken, willen ze voorkomen dat loterijen als financieringsbron voor activisme dienen.
“We wijzigen de Wet op de Kansspelen: de ‘Goede Doelen’-vereiste schrappen we en iedereen moet een loterij kunnen beginnen. Hierdoor doorbreken we het monopolie van deze activistische clubs.”
De Partij voor de Dieren vindt dat de landelijke overheid alleen taken mag overdragen aan provincies of gemeenten als deze daar aantoonbaar toe in staat zijn, zowel financieel als qua expertise en menskracht. Daarnaast wil de partij de democratische controle van volksvertegenwoordigers op samenwerkingsverbanden tussen overheden versterken door aanpassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
De PvdD stelt dat decentralisatie alleen verantwoord is als lagere overheden voldoende zijn toegerust om nieuwe taken uit te voeren. Dit voorkomt overbelasting en waarborgt de kwaliteit van publieke dienstverlening.
“Taken en verantwoordelijkheden van de landelijke overheid kunnen alleen aan provincie of gemeente worden overgedragen onder scherpe voorwaarden. De taak moet zich ervoor lenen en de overheden die de nieuwe taak erbij krijgen moeten voldoende zijn toegerust – financieel, maar ook qua expertise en menskracht – om deze goed uit te voeren.”
De partij wil de positie van volksvertegenwoordigers binnen samenwerkingsverbanden van lokale en regionale overheden verbeteren, zodat zij hun controlerende taak beter kunnen uitvoeren en democratische legitimiteit wordt gewaarborgd.
“De Wet gemeenschappelijke regelingen wordt aangepast om het amendements- en budgetrecht van volksvertegenwoordigers beter te waarborgen.”
“Ook de Wet op de veiligheidsregio’s wordt herzien, zodat gemeenteraden hun controlerende taak beter kunnen uitvoeren. Hiermee versterken we de democratische controle op belangrijke overheidstaken.”
D66 noemt "LGO" (Laagfrequent Geluid en Trillingen) expliciet als een gezondheidsprobleem en pleit voor strengere wetgeving om mensen hiertegen te beschermen. De partij wil niet alleen nieuwe wetgeving, maar ook betere handhaving en sancties bij overtredingen. Hun kernvisie is dat bescherming tegen LGO noodzakelijk is voor de volksgezondheid en leefbaarheid.
D66 erkent de ernstige gezondheidsgevolgen van laagfrequent geluid en trillingen (LGO) en wil daarom wetgeving die mensen hiertegen beschermt. Ze benadrukken dat strengere regels alleen effectief zijn als ze ook daadwerkelijk worden gehandhaafd, inclusief het opleggen van sancties bij overtredingen. Dit standpunt adresseert het groeiende probleem van LGO in woon- en leefomgevingen en de noodzaak van overheidsingrijpen.
De VVD noemt "LGO" (Lelylijn, Groningen, Overijssel) expliciet in het kader van regionale bereikbaarheid en investeringen in infrastructuur. Hun belangrijkste voorstel is het blijven inzetten op de Lelylijn als toekomstperspectief, mits financiering en uitvoerbaarheid mogelijk zijn. De partij benadrukt het belang van maatwerkoplossingen voor regio’s waar regulier openbaar vervoer ontbreekt, en wil wetten aanpassen om lokale vervoersinitiatieven te ondersteunen.
De VVD ziet de Lelylijn als een belangrijk toekomstperspectief om de bereikbaarheid van Noord-Nederland te verbeteren, maar koppelt dit expliciet aan de beschikbaarheid van financiering en uitvoerbaarheid. Daarnaast wil de partij maatwerkoplossingen en meer ruimte voor lokale vervoersinitiatieven waar regulier OV ontbreekt, en is bereid wetgeving aan te passen om dit mogelijk te maken.
“We zetten ons in voor de verbetering van de bereikbaarheid van de regio door betere ontsluitingen te regelen en reistijden regio-randstad te verkleinen. Daarbij zien we de Lelylijn als een perspectief voor de toekomst, waarvoor we ons blijven inzetten zodra financiering en uitvoerbaarheid dit mogelijk maken.”
“Waar regulier ov niet (meer) rijdt, blijft er wel behoefte aan verbinding. Daarom we versterken we dit met maatwerkoplossingen, slimme routes en nieuwe concessievormen. Daarnaast geven we meer ruimte aan kleinschalige lokale alternatieven waarbij inwoners elkaar helpen met vervoer. We passen hiervoor wetten aan als dat nodig is.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma