GroenLinks-PvdA erkent dat het lerarentekort een hardnekkig probleem is dat langdurige inzet vereist, met speciale aandacht voor het aantrekken, opleiden en behouden van goed onderwijspersoneel. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals hogere salarissen in achterstandswijken, betere begeleiding van startende docenten, het aantrekkelijker maken van zij-instroom, en het terughalen van bevoegde leraren naar het onderwijs. Hun visie is gericht op structurele verbeteringen in arbeidsvoorwaarden en professionalisering om het vak aantrekkelijker te maken en het tekort duurzaam te verminderen.
GroenLinks-PvdA wil het lerarentekort aanpakken door leraren in achterstandswijken en het speciaal onderwijs meer salaris en betere arbeidsvoorwaarden te bieden. Hiermee willen ze het beroep aantrekkelijker maken op plekken waar de nood het hoogst is en zo het tekort gericht verminderen.
“In achterstandswijken waar de grootste uitdagingen liggen krijgen leraren meer salaris.”
“Leraren in het speciaal onderwijs ontvangen meer salaris, bijscholingsmogelijkheden en de administratielast gaat naar beneden.”
De partij kiest voor een langetermijnaanpak via een Onderwijsagenda 2035, gericht op het structureel opleiden en behouden van voldoende onderwijspersoneel. Ze willen docenten meer tijd geven voor professionalisering en duidelijke doorgroeimogelijkheden bieden.
“We starten met een Onderwijsagenda 2035 waar we met een blik op de lange termijn zorgen dat er voldoende opgeleid onderwijspersoneel is.”
“We zorgen dat docenten standaard meer tijd krijgen om zich te professionaliseren. Er worden binnen de sector duidelijke afspraken gemaakt over doorgroeimogelijkheden.”
Om het lerarentekort snel te verlichten, zet GroenLinks-PvdA in op het stimuleren van zij-instroom en het terughalen van bevoegde leraren die nu buiten het onderwijs werken. Zij-instromers krijgen vanaf dag één betaald, en er komen betere voorwaarden voor de 'stille reserve'.
“Het verhogen van het aantal zij-instromers in het onderwijs kan het lerarentekort verminderen. Zij-instromers krijgen vanaf dag één van hun opleiding betaald, zodat ze niet te maken krijgen met een inkomensval.”
“We maken het met goede arbeidsvoorwaarden en ontwikkelmogelijkheden aantrekkelijk voor deze groep om terug te keren naar het onderwijs.”
De partij wil het hoge uitvalpercentage onder beginnende docenten terugdringen door betere begeleiding en arbeidsomstandigheden, en door te voorkomen dat leraren in opleiding al zelfstandig worden ingezet.
“Eén op de vijf startende docenten verlaat na vijf jaar het onderwijs. Dat aantal brengen we naar beneden door verbeterde arbeidsomstandigheden en betere begeleiding na afstuderen. We voorkomen dat leraren in opleiding al zelfstandig worden ingezet.”
Om het beroep aantrekkelijker te maken en docenten te behouden, wil GroenLinks-PvdA de administratielast halveren en flexibele contracten terugdringen ten gunste van vaste aanstellingen.
“We streven ernaar dit [administratie] te halveren, door leraren meer vertrouwen te geven en verantwoording te versimpelen.”
“Bij goed functioneren snel een vast contract moet de norm zijn in het onderwijs. Het aantal flexibele arbeidscontracten moet overal naar beneden.”
JA21 ziet het lerarentekort vooral als een gevolg van een gebrek aan waardering, te hoge administratieve lasten en ordeproblemen in de klas. Hun belangrijkste voorstellen zijn het herstellen van het gezag van de leraar, het drastisch beperken van administratieve taken, en investeren in de kwaliteit van de lerarenopleiding. JA21 verwacht dat deze maatregelen de instroom van nieuwe docenten verhogen en het beroep aantrekkelijker maken voor bestaande leraren.
JA21 stelt dat het lerarentekort mede wordt veroorzaakt doordat leraren te weinig gezag en waardering ervaren, wat leidt tot uitstroom en minder instroom. Door het gezag van de leraar te herstellen en zijn advies leidend te maken, wil JA21 het beroep aantrekkelijker maken en zo het tekort terugdringen.
“Het gezag van de leraar herstellen en zijn advies leidend laten zijn bij het bevorderen of laten doorstromen van leerlingen.”
“Door deze maatregelen kan de docent met gezag zijn mooie vak uitoefenen en krijgt hij de waardering die hij verdient. JA21 verwacht dat dit zowel effect zal hebben op de instroom van nieuwe docenten, als op de bereidheid van huidige docenten om langer dan de pensioengerechtigde leeftijd door te gaan of niet teleurgesteld het onderwijs te verlaten.”
JA21 ziet administratieve druk als een belangrijke reden voor het lerarentekort. Door een harde norm te stellen aan de maximale tijd die leraren aan administratie mogen besteden, wil de partij het beroep aantrekkelijker maken en meer tijd vrijmaken voor het primaire onderwijsproces.
“De maximale werktijd die door een docent mag worden besteed aan administratieve lasten wordt vastgesteld op 6%. Als er meer tijd nodig is, worden administratieve werkzaamheden geschrapt.”
“Beperking van de maximale werktijd die door een docent mag worden besteed aan administratieve lasten (max 6%).”
JA21 vindt dat de kwaliteit van de lerarenopleiding omhoog moet om het vak aantrekkelijker te maken en zo het lerarentekort structureel aan te pakken. Extra investeringen in opleidingen moeten zorgen voor beter opgeleide en meer gemotiveerde leraren.
JA21 stelt dat ordeproblemen en gedragsproblematiek in de klas bijdragen aan het lerarentekort, doordat ze de werkdruk verhogen en het beroep onaantrekkelijk maken. Door leerlingen met ernstige gedragsproblemen sneller over te plaatsen naar passende voorzieningen, wil JA21 de rust in de klas herstellen.
“Voor leerlingen, die in het reguliere onderwijs het onderwijsleerproces bij herhaling ernstig orde- en grensoverschrijdend verstoren, direct een plek beschikbaar moet zijn in bestaande voorzieningen voor het cluster 4 onderwijs.”
“Een jeugdvoorziening waardoor leerlingen met gedragsproblemen passende zorg krijgen zonder dat dit de leraar tijd kost.”
De Partij voor de Dieren erkent het grote lerarentekort als een urgent probleem dat leidt tot overbelasting van leraren en kansenongelijkheid voor leerlingen. Hun belangrijkste voorstellen zijn structurele investeringen in het onderwijs, betere beloning en werkdrukverlaging voor leraren, en het verkleinen van klassen. De partij wil zo het beroep aantrekkelijker maken en het onderwijs toegankelijk en van hoge kwaliteit houden.
De PvdD ziet het lerarentekort als gevolg van onderwaardering, hoge werkdruk en onvoldoende structurele financiering. Ze willen structureel investeren in het onderwijs, leraren beter belonen en scholen meer zekerheid geven voor langetermijnbeleid, zodat het beroep aantrekkelijker wordt en het tekort afneemt.
“De Partij voor de Dieren wil structureel in het onderwijs investeren en leraren beter belonen. We ontzorgen ze en geven leerkrachten de ruimte te doen wat ze het liefste doen: goede lessen geven en leerlingen zo goed mogelijk begeleiden.”
“De huidige manier van financieren van het onderwijs, met telkens incidentele subsidies, zorgt ervoor dat scholen geen langetermijnbeleid kunnen maken en houdt structurele verbeteringen tegen.”
“De lonen in de zorg, het onderwijs en andere publieke sectoren worden fors verhoogd. Essentieel werk verdient waardering en een eerlijk salaris.”
De partij stelt dat hoge werkdruk en grote klassen bijdragen aan het lerarentekort en de uitstroom van leraren. Ze willen kleinere klassen, meer tijd voor voorbereiding en begeleiding, en extra ontwikkelingsmogelijkheden om het beroep aantrekkelijker te maken en uitval te verminderen.
“Leerkrachten in ieder onderwijstype ervaren een te hoge werkdruk en moeten daarom weer voldoende tijd te krijgen om lessen voor te bereiden en gemaakt werk te beoordelen, leerlingen te begeleiden en zichzelf en hun vak te ontwikkelen.”
“De uitstroom van nieuwe leerkrachten is nu te hoog, en dat is een slechte zaak. De uitval kan verminderd worden wanneer er meer tijd en geld is voor werkdrukverlichting, begeleiding en coaching, waardoor onze gepassioneerde leraren enthousiast blijven over hun vak.”
“We willen af van ‘plofklassen’ en werken toe naar kleinere klassen van maximaal 21 leerlingen.”
Het lerarentekort leidt volgens de PvdD tot kansenongelijkheid, doordat commerciële bijlesbureaus het gat opvullen. De partij wil dat goed onderwijs voor iedereen toegankelijk blijft, ongeacht de financiële situatie van ouders.
“Door keuzes van vorige kabinetten is er een groot tekort aan leraren. De leraren die er nog wel zijn raken overbelast door de hoge werkdruk, de administratieve lasten én de emotionele belasting door het werk zelf. Hierdoor verlaten veel leraren het onderwijs. Commerciële bijlesbureaus springen in het gat en bieden leerlingen voor veel geld huiswerkbegeleiding en bijlessen aan. Dit is kansenongelijkheid ten top. Goed onderwijs moet voor iedereen toegankelijk zijn, rijke ouders of niet.”
BBB ziet het lerarentekort als een gevolg van hoge werkdruk, administratieve lasten en te veel personeel buiten het klaslokaal. Hun belangrijkste voorstellen zijn het schrappen van overbodige regels en administratielast, het terugdringen van functies buiten het onderwijs, en het creëren van doorgroeikansen voor onderwijsassistenten om meer vakdocenten te krijgen. De partij wil het vak van leraar aantrekkelijker maken door te focussen op kerntaken en vertrouwen in het vakmanschap van leraren.
BBB stelt dat de hoge werkdruk en het lerarentekort mede worden veroorzaakt door administratieve lasten, overbodige regels en te veel personeel dat niet direct lesgeeft. Door deze lasten te verlagen en het aantal niet-lesgevende functies te beperken, wil BBB het beroep van leraar aantrekkelijker maken en zo het lerarentekort terugdringen.
“Werkdruk speelt hierin een centrale rol: te weinig tijd voor kerntaken, volle klassen en toenemende administratieve”
“Dit betekent in ieder geval een stop op actieprogramma’s, beleidsstukken en kwaliteitscontroleurs.”
“Verlaging van de administratielast. Dit geeft meer tijd voor de basistaak; lesgeven.”
“Overbodige regels en protocollen schrappen. We zetten in op de kennis en ervaring van onderwijzend personeel, scheppen vertrouwen en waarderen hun vakmanschap. Dit maakt het vak weer aantrekkelijker.”
“Dat de regeldruk en protocollen dwang in bijvoorbeeld de zorg en het onderwijs worden aangepakt, zodat verpleegkundigen en leraren zich weer kunnen bezighouden met verplegen en lesgeven, de reden waarom ze voor hun beroep gekozen hebben.”
Om het lerarentekort structureel aan te pakken, wil BBB onderwijsassistenten de mogelijkheid geven om via deelcertificaten en praktijkroutes door te groeien tot vakdocent in het primair onderwijs. Dit moet het aantal beschikbare leraren vergroten.
“Doorgroeikansen voor onderwijsassistenten via deelcertificaten en praktijkroutes via de PABO. Hiermee komen er meer vakdocenten voor het primair onderwijs beschikbaar.”
D66 erkent het lerarentekort als een urgent probleem dat leidt tot uitval van lessen en ongelijke kansen in het onderwijs. De partij wil het lerarentekort tegengaan door te investeren in scholen met veel achterstandsleerlingen, het beroep aantrekkelijker te maken via betere opleidingsvergoedingen en bijscholing, en door de werkdruk te verlagen. D66 zet in op structurele verbeteringen zoals een vergoeding voor leraren in opleiding, meer tijd voor professionele ontwikkeling, en extra steun op scholen waar het tekort het grootst is.
D66 richt zich op het verminderen van het lerarentekort door extra te investeren in scholen waar veel kinderen met een achterstand zitten, omdat daar het tekort het meest nijpend is. Hiermee wil de partij gelijke kansen bevorderen en de grootste problemen gericht aanpakken.
“We investeren in scholen waar veel kinderen met een achterstand zitten. Juist daar is het tekort aan leraren het grootst.”
Om het beroep aantrekkelijker te maken en meer mensen te verleiden tot het leraarschap, introduceert D66 een vergoeding voor leraren in opleiding. Dit moet de instroom vergroten en zo het lerarentekort structureel verminderen.
“D66 introduceert een vergoeding voor leraren in opleiding, zodat het aantrekkelijker wordt om voor het vak van leraar te kiezen. Dat is belangrijk om het lerarentekort te verminderen.”
D66 wil dat leraren meer tijd krijgen voor bijscholing en ontwikkeling, onder andere via een nationale academie. Dit verlaagt de werkdruk en maakt het beroep aantrekkelijker, wat bijdraagt aan het oplossen van het lerarentekort.
“D66 wil dat scholen de onderwijstijd zo inrichten dat er binnen de school genoeg tijd is voor bijscholing en ontwikkeling. Er komt één nationale academie voor iedereen in het onderwijs, van leraren, onderwijsassistenten tot schoolleiders. Zo wordt de werkdruk voor leraren lager en kunnen zij met de beste kennis en praktijkervaring hun vakkennis opbouwen. Dit maakt het beroep aantrekkelijker, bijvoorbeeld voor jongeren en zij-instromers.”
D66 benadrukt dat passend onderwijs alleen mogelijk is met voldoende leraren en ondersteuners, en wil daar sneller voor zorgen.
“Onderwijs moet voor ieder kind passend zijn. Dat vraagt om genoeg leraren, ondersteuners, kennis en ruimte. Daar wil D66 sneller voor zorgen.”
D66 erkent expliciet dat het lerarentekort direct leidt tot uitval van lessen en daarmee de onderwijskwaliteit en kansengelijkheid ondermijnt.
“Door het lerarentekort vallen te vaak lessen uit.”
De SP ziet het lerarentekort als een urgent probleem dat wordt veroorzaakt door hoge werkdruk, overvolle klassen en een falend financieringssysteem. Hun belangrijkste voorstellen zijn het afschaffen van lumpsumfinanciering, het verkleinen van klassen en het investeren direct in leraren en ondersteuning in de klas, zodat het vak aantrekkelijker wordt en het tekort wordt teruggedrongen.
De SP stelt dat het huidige lumpsumsysteem faalt en bijdraagt aan het lerarentekort doordat geld niet bij de leraren terechtkomt, maar verdwijnt in reserves en managementlagen. Door lumpsumfinanciering af te schaffen en onderwijsgeld direct te investeren in personeel, materiaal en huisvesting, wil de SP het vak aantrekkelijker maken en het tekort aanpakken.
“Sinds schoolbesturen één grote zak geld krijgen om vrij te besteden is het onderwijs er niet beter op geworden. Integendeel: terwijl de werkdruk stijgt en het lerarentekort groeit, verdwijnen miljarden in reserves, kantoorpanden en managementlagen. Leraren zien er nauwelijks iets van terug. Wij schaffen de lumpsumfinanciering af en zorgen ervoor dat onderwijsgeld weer daar terechtkomt waar het hoort: in de klas.”
De SP ziet overvolle klassen en hoge werkdruk als directe oorzaken van het lerarentekort. Door klassen te verkleinen en te investeren in extra ondersteuning, zoals conciërges en onderwijsassistenten, wil de partij het vak aantrekkelijker maken en het tij keren.
“Het lerarentekort wordt juist gevoed door overvolle klassen en hoge werkdruk. Door klassen te verkleinen maken we het vak aantrekkelijker en keren we het tij.”
“Leerkrachten verdienen meer ruimte en tijd voor goed onderwijs. Daarom zorgen we voor extra ondersteuning in de klas, bijvoorbeeld via conciërges en onderwijsassistenten.”
De SP vindt dat leraren en schoolleiders meer autonomie en zeggenschap moeten krijgen over hun werk. Door beslissingen dichter bij de werkvloer te leggen, wil de partij het beroep aantrekkelijker maken en zo bijdragen aan het oplossen van het lerarentekort.
“Leraren weten het beste hoe hun vak eruit moet zien. Daarom staat hun autonomie en medezeggenschap voor ons centraal bij de inrichting van het onderwijs, de lerarenopleiding en een professionele werkomgeving.”
“Geef leraren de ruimte en de regie over hun onderwijs. Geen grote koepels en dure besturen op afstand, maar een professionele werkomgeving.”
De VVD erkent het lerarentekort als een urgent probleem dat de kwaliteit van het onderwijs onder druk zet. Hun belangrijkste voorstellen zijn het verbeteren van arbeidsvoorwaarden, het stimuleren van meer uren werken door leraren, het verplichten van professionele ontwikkeling, en het aantrekkelijker maken van lerarenopleidingen via lagere collegegelden. De partij wil zo meer leraren aantrekken, behouden en beter inzetten om het tekort structureel aan te pakken.
De VVD ziet goede arbeidsvoorwaarden, begeleiding en doorgroeimogelijkheden als essentieel om het lerarentekort te verminderen. Door het vak aantrekkelijker te maken en leraren te ondersteunen, hopen ze meer mensen voor het beroep te winnen en te behouden.
“We zorgen voor goede arbeidsvoorwaarden, intensieve begeleiding voor beginnende leraren en doorgroeimogelijkheden, maar willen leraren ook uitdagen om meer uren te gaan werken.”
De partij wil bestaande leraren stimuleren om meer uren te werken, onder andere via de regeling ‘meerurenmaatwerk’ en door contractuitbreiding te bevorderen. Dit moet het tekort direct verlichten zonder te wachten op nieuwe instroom.
De VVD wil dat continue professionele ontwikkeling verplicht wordt voor alle leraren, zodat zij up-to-date blijven en het beroep aantrekkelijker wordt. Dit draagt bij aan het behoud van leraren en de kwaliteit van het onderwijs.
“Continue professionele ontwikkeling wordt verplicht, zodat alle leraren bekend zijn met nieuwe (technologische) ontwikkelingen.”
Om meer studenten te trekken naar het leraarschap, wil de VVD het collegegeld voor studies in tekortsectoren, waaronder het onderwijs, verlagen. Dit verlaagt de financiële drempel voor toekomstige leraren.
“We maken studies in tekortsectoren zoals onder andere tech, zorg, onderwijs, veiligheid en klimaat aantrekkelijker door het collegegeld te verlagen.”
DENK erkent het lerarentekort als een urgent probleem en stelt een aantal concrete maatregelen voor om dit terug te dringen. De partij wil onder andere hogere salarissen voor leraren in kwetsbare wijken, voorrang op woningen, een goedkopere lerarenopleiding, omscholing en het activeren van de reserve aan leraren. Hiermee beoogt DENK het beroep aantrekkelijker te maken en het tekort structureel aan te pakken.
DENK ziet het lerarentekort als een groot probleem, vooral in kwetsbare wijken, en wil het beroep aantrekkelijker maken door hogere salarissen en betere arbeidsvoorwaarden te bieden. Dit moet ervoor zorgen dat meer mensen kiezen voor het leraarschap en dat leraren behouden blijven voor het onderwijs.
Om het lerarentekort terug te dringen, stelt DENK voor om leraren voorrang te geven op woningen, de lerarenopleiding goedkoper te maken, omscholing te stimuleren en de reserve aan leraren te activeren. Deze maatregelen zijn bedoeld om drempels voor (potentiële) leraren te verlagen en het vak toegankelijker te maken.
“Het terugdringen van het lerarentekort door voorrang op woningen, goedkopere lerarenopleiding, omscholing en het activeren van de reserve aan leraren.”
DENK wil een maximale klassengrootte invoeren zodat leraren meer tijd en aandacht aan leerlingen kunnen besteden. Dit draagt bij aan het aantrekkelijker maken van het beroep en het verminderen van de werkdruk, wat het lerarentekort kan helpen terugdringen.
“Een maximale klassengrootte, zodat er meer tijd en aandacht is voor begeleiding.”
NSC erkent het lerarentekort als een urgent probleem en wil het beroep aantrekkelijker maken door betere beloning, minder regeldruk en meer professionele autonomie. Ze stellen voor om ervaren vakmensen via maatwerk-leertrajecten het onderwijs in te krijgen en scholen met veel kwetsbare leerlingen extra middelen te geven om goede docenten aan te trekken. De focus ligt op structurele verbeteringen in het beroep en gerichte stimulansen voor moeilijk vervulbare posities.
NSC ziet het lerarentekort als een gevolg van een onaantrekkelijk beroep door hoge werkdruk, lage waardering en beperkte autonomie. Ze willen het vak aantrekkelijker maken door betere beloning, minder administratieve lasten en meer zeggenschap voor leraren over de inhoud van hun werk.
“Leraar/docent moet een aantrekkelijk beroep zijn, met voldoende tijd om lessen voor te bereiden en mogelijkheden om professionele vaardigheden te ontwikkelen. Een passende beloning en waardering zijn hierbij randvoorwaarden. We willen met de sector verkennen wat ervoor nodig is om meer mensen voltijds (4 tot 5 dagen per week) te laten werken. De regeldruk en administratieve lasten voor de leraar moeten afnemen.”
“Goed onderwijs begint bij vertrouwen in de leraar. Leraren en docenten moeten weer de inhoud bepalen van wat er in de klas gebeurt. We geven vakverenigingen meer zeggenschap over de eindtermen, didactische methodes en lesmateriaal, zodat onderwijsinhoud voortkomt uit vakkennis en praktijkervaring. Daarnaast versterken we het lerarenstatuut, zodat hun professionele autonomie beter is beschermd.”
Om het tekort aan docenten, vooral in het beroepsonderwijs, aan te pakken, wil NSC ervaren vakmensen via maatwerk-leertrajecten met didactische vaardigheden het onderwijs in krijgen. Dit vergroot het docentencorps en brengt praktijkervaring de klas in.
“Het tekort aan docenten in het beroepsonderwijs is groot. We ondersteunen een maatwerk-leertraject om ervaren vakmensen toe te rusten met didactische vaardigheden en te enthousiasmeren voor het (v)mbo.”
NSC erkent dat het lerarentekort vooral nijpend is op scholen met veel kwetsbare leerlingen. Zij willen deze scholen extra middelen geven om goede docenten aan te trekken, bijvoorbeeld via financiële stimulansen of urgentieverklaringen voor huisvesting.
“We zijn voorstander van stimuleringsregelingen (financieel en/of door urgentieverklaringen in huisvesting) om goede docenten te kunnen aantrekken op scholen met veel kwetsbare leerlingen.”
De SGP ziet het lerarentekort als een structureel probleem dat vraagt om meer vertrouwen en waardering voor professionele leerkrachten, minder overheidsbemoeienis en stabiel beleid. Hun belangrijkste voorstel is het versterken van de status van het leraarschap door scholen meer autonomie te geven en de regeldruk te verminderen, zodat het beroep aantrekkelijker wordt en het tekort duurzaam wordt opgelost.
De SGP stelt dat het lerarentekort alleen structureel kan worden opgelost door de status van het beroep te verhogen en scholen meer ruimte te geven. Minder gedetailleerde overheidssturing en meer vertrouwen in onderwijsprofessionals moeten het vak aantrekkelijker maken en zo het tekort terugdringen.
“Meer vertrouwen in professionele leerkrachten, bestuurders en ondersteuning is dus nodig. We zetten een dikke streep onder de status van hun beroep. Dat is ook onmisbaar om het lerarentekort structureel op te lossen.”
“Het is hoog tijd dat de overheid een meer bescheiden rol vervult. De overheid moet actiever zijn om het stelsel te bewaken en de juiste randvoorwaarden te scheppen, maar minder in detail de inrichting van het onderwijs bepalen.”
De SGP koppelt het lerarentekort aan de hoge regeldruk en grilligheid van het onderwijsbeleid. Door stabieler beleid en minder administratieve lasten moeten leraren zich meer op hun kerntaak kunnen richten, wat het beroep aantrekkelijker maakt.
BIJ1 erkent het lerarentekort als een urgent probleem en wil dit aanpakken door de arbeidsvoorwaarden van docenten te verbeteren, waaronder een hoger salaris, minder werkdruk en kleinere klassen. De partij streeft naar meer waardering, gelijke beloning en betere ondersteuning voor docenten, in de overtuiging dat dit het onderwijs aantrekkelijker maakt en het tekort aan leraren vermindert.
BIJ1 wil het lerarentekort tegengaan door de aantrekkelijkheid van het beroep te vergroten via betere arbeidsvoorwaarden, hogere salarissen, het dichten van loonkloof tussen onderwijssectoren, en het verlagen van de werkdruk. Door deze maatregelen verwacht de partij dat meer mensen voor het onderwijs kiezen en bestaande docenten behouden blijven.
“De arbeidsvoorwaarden van docenten verbeteren we: hoger salaris en minder werkdruk. Op hoger onderwijsinstellingen (mbo’s, hbo’s, universiteiten) werken we zo min mogelijk met tijdelijke contracten. De loonkloof tussen het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs, theoretisch onderwijs, en wetenschappelijk onderwijs dichten we. Zodat alle docenten hetzelfde verdienen.”
“De klassen worden kleiner en we verlichten de administratieve lasten, om de werkdruk te verminderen en meer voorbereidingstijd voor docenten te creëren.”
“Pabo’s en lerarenopleidingen gaan meer aandacht besteden aan de werkdruk in het onderwijsveld (veroorzaakt door samenleving, schoolbestuur en ouders), en hoe daarmee om moet worden gegaan.”
BVNL erkent het belang van goed onderwijs en ziet het lerarentekort als een probleem dat samenhangt met de aantrekkelijkheid van het beroep en de werkdruk. Hun belangrijkste voorstellen zijn het verhogen van het salaris voor docenten in lagere loonschalen, het verkleinen van klassen, het verminderen van administratieve lasten en het verbeteren van de opleiding voor leerkrachten. De partij wil zo het beroep aantrekkelijker maken en het lerarentekort terugdringen.
BVNL wil het beroep van docent aantrekkelijker maken door een substantiële loonsverhoging te bieden aan docenten in de lagere loonschalen. Hiermee beogen ze het lerarentekort tegen te gaan door het vak financieel aantrekkelijker te maken.
“Essentiële ambtenaren zoals militairen, politieagenten, docenten en zorgmedewerkers moeten structureel substantieel meer gaan verdienen. Dat kunnen we doen door een eenmalige extra loonsverhoging van 10%, voor mensen die zich in de lagere loonschalen bevinden.”
BVNL stelt voor om klassen te verkleinen en meer ondersteuning te bieden in het onderwijs. Dit moet de werkdruk voor leraren verlagen en het beroep aantrekkelijker maken, wat bijdraagt aan het oplossen van het lerarentekort.
“Kleinere klassen en meer onderwijsondersteuning.”
De partij wil de administratieve last voor leerkrachten drastisch verminderen en de opleiding voor basisschoolleerkrachten verbeteren. Dit moet het beroep aantrekkelijker maken en het lerarentekort helpen terugdringen.
“We schrappen de administratielast voor leerkrachten drastisch en verbeteren de opleiding voor basisschoolleerkrachten.”
De ChristenUnie erkent het lerarentekort als een groot probleem en wil dit aanpakken door de waardering, beloning en professionele ruimte van leraren te vergroten. Ze zijn tegen het inzetten van onvoldoende opgeleide leraren en tegen het verkorten van de schoolweek, en pleiten voor betere mogelijkheden voor zij-instromers met hoge opleidingsnormen.
De ChristenUnie ziet het lerarentekort als een gevolg van te weinig waardering, hoge werkdruk en beperkte loopbaanperspectieven voor leraren. Ze willen het beroep aantrekkelijker maken door betere beloning, minder werkdruk, meer professionele autonomie en goede loopbaanmogelijkheden. Het inzetten van vluchtig opgeleide leraren of het verkorten van de schoolweek wordt afgewezen.
“Het aanpakken van het lerarentekort begint bij de waardering van de onderwijsprofessional. Naast een goede beloning en vermindering van de werkdruk, gaat het om loopbaanperspectieven, regie en verantwoordelijkheid voor het onderwijs en professionele ruimte.”
“Het is geen goede werkwijze om tekorten op te vangen door vluchtig opgeleide leraren voor de klas te zetten. Ook een schoolweek van vier dagen zou een verschraling zijn voor de ontwikkeling van kinderen.”
De partij wil zij-instromers makkelijker toelaten tot het onderwijs om het tekort te verkleinen, maar stelt daarbij hoge eisen aan het opleidingsniveau om de kwaliteit te waarborgen.
“Goede mogelijkheden voor zij-instromers in het onderwijs zijn belangrijk. Dat betekent een lage toegangsdrempel maar hoge eisen aan het opleidingsniveau.”
FVD erkent het lerarentekort als een urgent probleem en stelt voor om het beroep aantrekkelijker te maken door kleinere klassen, lagere werkdruk en hogere salarissen voor fulltime leraren. Daarnaast wil FVD leraren meer professionele ruimte geven en het vakmanschap in het onderwijs herstellen, zodat meer mensen voor het onderwijs kiezen en het tekort wordt teruggedrongen.
FVD wil het lerarentekort aanpakken door de werkdruk te verlagen en klassen te verkleinen, zodat het beroep aantrekkelijker wordt en leraren meer tijd en aandacht aan leerlingen kunnen besteden. Dit moet het vak aantrekkelijker maken en bijdragen aan het oplossen van het tekort.
“We verkleinen de klassen en verminderen de werkdruk, zodat leraren meer tijd en aandacht hebben voor hun leerlingen.”
Om het lerarentekort structureel aan te pakken, stelt FVD voor om de salarissen van fulltime leraren te verhogen. Hiermee wil de partij het beroep aantrekkelijker maken en meer mensen motiveren om voor het onderwijs te kiezen.
“We verhogen de salarissen van fulltime leraren, zodat het beroep aantrekkelijker wordt en meer mensen voor het onderwijs kiezen.”
FVD vindt dat leraren meer autonomie en vertrouwen moeten krijgen in de inrichting van hun lessen. Door het vakmanschap en de passie van leraren centraal te stellen, hoopt FVD het beroep aantrekkelijker te maken en zo het lerarentekort te verminderen.
“We geven leerkrachten meer autonomie en vertrouwen in de inrichting van hun lessen, zodat zij hun vak met passie en kwaliteit kunnen uitoefenen.”
De PVV wijt het lerarentekort aan de afbraak van traditionele onderwijsvormen en stelt dat onderwijsvernieuwingen en "linkse indoctrinatie" de aantrekkelijkheid van het beroep verminderen. Hun belangrijkste voorstellen zijn het terugdraaien van onderwijsvernieuwingen, het herstellen van orde en basisvaardigheden in de klas, en het weren van onbevoegde leraren. Concrete oplossingen voor het lerarentekort zelf ontbreken echter grotendeels.
De PVV stelt dat het lerarentekort mede wordt veroorzaakt door onderwijsvernieuwingen en een afname van orde en basisvaardigheden in het onderwijs. Door terug te keren naar traditioneel onderwijs en het beperken van "linkse indoctrinatie", verwacht de partij het beroep aantrekkelijker te maken en zo het tekort te verminderen.
“Steeds meer leraren verlaten het onderwijs of beginnen er niet eens meer aan. De gevolgen zijn groot: een enorm lerarentekort, vierdaagse schoolweken en een structurele afbraak van de onderwijskwaliteit.”
“Wij willen geen onderwijsvernieuwingen meer. Wij willen terug naar het gestructureerde onderwijs van weleer – met leraren die duidelijk uitleggen, begeleiden en controleren. Geen onderwijs over gender, klimaat of andere linkse indoctrinatie, maar terug naar de basisvaardigheden: rekenen, taal, geschiedenis.”
De PVV wil het onderwijs verbeteren door te eisen dat alleen bevoegde leraren voor de klas staan. Hiermee beogen ze de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen en het beroep aantrekkelijker te maken, wat indirect het lerarentekort zou moeten aanpakken.
“Geen onbevoegde leraren meer voor de klas”
Volt erkent het lerarentekort als een urgent probleem en wil dit terugdringen door structurele investeringen in onderwijsregio’s en het aantrekkelijker maken van het leraarschap. Ze zetten in op regionale samenwerking, het verminderen van werkdruk en het faciliteren van hybride docentschap om meer professionals aan te trekken en te behouden.
Volt wil het lerarentekort terugdringen door structureel te investeren in onderwijsregio’s, waar scholen en andere partijen gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen voor de regionale onderwijsarbeidsmarkt. Door samen te werken aan werving, opleiding en begeleiding, kunnen personeelstekorten effectiever worden aangepakt.
“We willen een structurele investering in onderwijsregio’s om zo het onderwijs beschikbaar te houden en het lerarentekort terug te dringen. In onderwijsregio’s nemen partijen gezamenlijke verantwoordelijkheid voor hun regionale onderwijsarbeidsmarkt. Door samen te werken in de regio bij het werven, koppelen, opleiden, begeleiden en professionaliseren kunnen ze beter inspelen op de personeelstekorten.”
Volt wil de werkdruk voor leraren verlagen en het beroep aantrekkelijker maken door onnodige administratie te schrappen en hybride docentschap te faciliteren. Dit moet het vak aantrekkelijker maken voor bestaande en nieuwe leraren, en professionals uit andere sectoren de mogelijkheid geven om bij te dragen aan het onderwijs.
“We stoppen met onnodige administratie in het onderwijs. Leraren krijgen zo ons volste vertrouwen en we verminderen de werkdruk.”
“Volt faciliteert hybride docentschap door flexibele roosters mogelijk te maken, passende contractvormen te ontwikkelen en samenwerking tussen scholen en externe werkgevers te stimuleren. Zo creëren we ruimte voor professionals uit andere sectoren om structureel bij te dragen aan het onderwijs, zonder dat zij hun bestaande werk volledig hoeven op te geven.”
50PLUS benoemt het lerarentekort niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen om het lerarentekort direct aan te pakken. Het programma bevat slechts algemene uitspraken over onderwijs, basisvaardigheden en samenwerking, zonder specifieke maatregelen gericht op het lerarentekort.
50PLUS legt de nadruk op het verbeteren van basisvaardigheden en samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, maar verbindt dit niet concreet aan het lerarentekort. Er worden geen directe oplossingen of beleidsmaatregelen genoemd om het tekort aan leraren te verminderen.
Het CDA erkent het grote lerarentekort in het funderend onderwijs en wil dit aanpakken door het versneld opleiden van zijinstromers en het verbeteren van de woonmogelijkheden voor leraren. De partij ziet betaalbare huisvesting en flexibele opleidingsroutes als cruciale voorwaarden om meer mensen voor het leraarschap te winnen, vooral in regio’s waar het tekort het grootst is.
Het CDA wil het lerarentekort terugdringen door meer mogelijkheden te bieden voor zijinstromers om in één jaar leraar te worden, met speciale aandacht voor het vmbo. Dit moet het beroep toegankelijker maken voor mensen uit andere sectoren en zo het tekort sneller verminderen.
“Om het lerarentekort in het funderend onderwijs terug te dringen, willen we meer mogelijkheden voor het opleiden van zijinstromers in één jaar tot leraar en tot bevoegd docent in het vmbo.”
Het CDA ziet het gebrek aan betaalbare huisvesting als een belangrijke belemmering voor het aantrekken en behouden van leraren, vooral in stedelijke gebieden. Door gemeenten en corporaties ruimte te geven om betaalbare woningen voor leraren te faciliteren, wil de partij het beroep aantrekkelijker maken.
“Gemeenten en corporaties moeten ruimte krijgen te faciliteren in betaalbare woningen voor leraren.”