BVNL wil de huidige leerplicht, die zij als een schoolplicht zien, vervangen door een leerrecht waarbij ouders het recht krijgen om hun kinderen thuisonderwijs te geven. De partij pleit voor meer regie bij ouders en scholen en minder invloed van de staat op de invulling van het onderwijs.
BVNL vindt dat de Nederlandse leerplicht in de praktijk een schoolplicht is geworden en wil deze vervangen door een leerrecht. Dit geeft ouders de mogelijkheid om te kiezen voor thuisonderwijs als alternatief voor regulier onderwijs. De partij ziet dit als een manier om de regie terug te geven aan ouders en de invloed van de staat te beperken.
“De Nederlandse Leerplicht is feitelijk een schoolplicht, en dient te worden vervangen door een Nederlands leerrecht, waarmee elk kind als alternatief het recht krijgt op thuisonderwijs.”
BVNL wil dat ouders en scholen samen bepalen hoe het onderwijs wordt ingevuld, met drastisch minder invloed van de overheid. Dit sluit aan bij hun visie dat de opvoeding primair bij de ouders hoort en niet bij de staat of school.
De SGP wil de huidige leeftijdsgrenzen van de leerplicht ongewijzigd laten en benadrukt het recht van alle kinderen op onderwijs, met extra aandacht voor het terugdringen van thuiszitters. Voor thuisonderwijs overweegt de partij een systeem van onderlinge visitatie dat recht doet aan de eigen aard van dit onderwijs.
De SGP kiest ervoor om de bestaande leeftijdsgrenzen van de leerplicht te handhaven. Hiermee wil de partij stabiliteit bieden en geen verdere discussie openen over het verhogen of verlagen van de leerplichtleeftijd.
“De leeftijd van de leerplicht blijft ongewijzigd.”
De SGP vindt dat het (leer)recht van alle kinderen op onderwijs beter geregeld moet worden, met als doel het aantal thuiszitters te verminderen. Dit standpunt benadrukt het belang van inclusiviteit en het tegengaan van uitval uit het onderwijs.
“Het (leer)recht van alle kinderen op onderwijs moet beter geregeld worden om het aantal thuiszitters te verminderen.”
Voor thuisonderwijs overweegt de SGP een systeem van onderlinge visitatie. Dit moet recht doen aan de eigen aard van thuisonderwijs, waarbij toezicht wordt gehouden zonder de eigenheid van deze onderwijsvorm te verliezen.
“Voor het thuisonderwijs wordt een systeem van onderlinge visitatie overwogen dat recht doet aan de eigen aard van dit onderwijs.”
De ChristenUnie erkent het belang van leerplicht, maar benadrukt dat het leerrecht van kinderen even centraal moet staan. Ze pleiten voor een meer kindgerichte benadering, waarbij de behoeften van het kind leidend zijn en de overgang tussen onderwijsniveaus eerlijker en soepeler verloopt.
De ChristenUnie vindt dat het leerrecht van kinderen net zo belangrijk is als de leerplicht. Ze willen dat het onderwijs zich richt op wat een kind nodig heeft om te leren, in plaats van bureaucratische labels en indicaties. Dit moet leiden tot eerlijkere kansen en minder schooluitval, met name door een soepelere overgang van primair naar voortgezet onderwijs.
“Er wordt aandacht besteed aan soepele terugkeer en doorstroming naar regulier onderwijs, waarbij het leerrecht van kinderen even centraal staat als de leerplicht.”
“Door in te zetten op later selecteren zal de overgang van PO naar VO soepeler verlopen en worden de kansen voor ieder kind eerlijker.”
D66 wil het huidige systeem van leerplicht hervormen naar een systeem van leerrecht, waarbij het recht op onderwijs voorop staat en maatwerk mogelijk wordt voor kinderen die niet vijf dagen per week naar school kunnen. Ze vinden het onacceptabel dat veel kinderen thuiszitten zonder onderwijs en willen flexibele vormen van onderwijs aanbieden om dit probleem op te lossen.
D66 stelt dat het huidige leerplichtsysteem tekortschiet voor kinderen die niet in het reguliere onderwijs passen. Ze willen het recht op onderwijs centraal stellen en flexibele, op maat gemaakte leertrajecten mogelijk maken voor kinderen die nu thuiszitten of niet volledig naar school kunnen. Dit moet voorkomen dat kinderen buiten het onderwijs vallen en zorgt voor meer inclusiviteit.
“In Nederland krijgen veel kinderen en jongeren geen onderwijs. Zij zitten thuis. Dat is voor D66 onacceptabel. Wij vinden dat alle kinderen en jongeren leerrecht hebben. Als je niet vijf dagen in de week naar school kunt, vinden we andere mogelijkheden, zoals een flexibele tussenvorm tussen thuis en op school zijn.”
“Zo bieden we leerlingen die het moeilijk hebben, of die nu al thuis zitten, de ruimte om te leren in hun tijd, op een passende plek en met een eigen leerprogramma.”
GroenLinks-PvdA wil de leerplichtige leeftijd verlagen naar vier jaar, zodat kinderen eerder starten met formeel onderwijs. Hiermee beogen ze gelijke kansen te vergroten en de ontwikkeling van kinderen al op jonge leeftijd te stimuleren. Daarnaast willen ze voorkomen dat kinderen, met name nieuwkomers, buiten het onderwijs vallen.
GroenLinks-PvdA stelt voor om de leerplichtige leeftijd te verlagen van vijf naar vier jaar, zodat kinderen eerder beginnen met formeel onderwijs. Dit moet bijdragen aan gelijke kansen en een betere ontwikkeling voor alle kinderen, door hen al vroeg in het onderwijssysteem op te nemen.
“We verlagen de leerplichtige leeftijd naar vier jaar zodat kinderen eerder starten met formeel onderwijs.”
De partij benadrukt het belang van het voorkomen dat kinderen, vooral nieuwkomers, geen onderwijs volgen. Door snelle instroom en taalonderwijs willen ze uitsluiting tegengaan en de leerplicht effectief handhaven.
“Er moet te allen tijden worden voorkomen dat deze kinderen geen onderwijs volgen.”
Het SP-verkiezingsprogramma noemt "leerplicht" niet expliciet, maar benadrukt het recht op onderwijs voor ieder kind en wil voorkomen dat kinderen buiten het onderwijs vallen. De partij stelt voor om een "leerrecht" in te voeren zodat elk kind gegarandeerd onderwijs krijgt, ongeacht conflicten tussen schoolbesturen of andere belemmeringen.
De SP wil dat geen enkel kind buiten het onderwijs valt door bureaucratische of bestuurlijke problemen. Door het invoeren van een leerrecht wordt de focus verlegd van een plicht tot aanwezigheid naar een gegarandeerd recht op onderwijs, waarmee de partij kansenongelijkheid en uitsluiting wil tegengaan.
De VVD wil de leerplicht verlagen naar vier jaar om onderwijsachterstanden vroegtijdig aan te pakken. Hiermee beoogt de partij dat kinderen eerder profiteren van onderwijs, met een nadruk op spelenderwijs leren in de kleuterklas, en dat gemeenten verantwoordelijk worden voor voorschoolse educatie voor risicogroepen. De kern van hun visie is dat een vroege start in het onderwijs de basis legt voor gelijke kansen en het verkleinen van achterstanden.
De VVD stelt voor om de leerplichtige leeftijd te verlagen van vijf naar vier jaar. Dit moet ervoor zorgen dat kinderen met (taal)achterstanden eerder onderwijs krijgen, zodat deze achterstanden sneller kunnen worden aangepakt. De focus in de kleuterklassen ligt op spelenderwijs leren, en gemeenten krijgen een expliciete rol in het organiseren van voorschoolse educatie voor kinderen met een verhoogd risico op achterstand.
“We pakken onderwijsachterstanden aan door de leerplicht te verlagen naar de leeftijd van vier jaar, waarbij de focus in de kleuterklassen vooral ligt op spelenderwijs leren.”
“Gemeenten zijn ervoor verantwoordelijk om voorschoolse educatie te verzorgen voor kinderen met een risico op een achterstand.”
BIJ1 noemt het begrip "leerplicht" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen tot afschaffing, verlaging, of wijziging van de leerplichtwet. Wel pleit de partij voor het recht op thuisstudie en het toegankelijker maken van onderwijs voor iedereen, inclusief kinderen met een handicap, wat indirect raakt aan de uitvoering van de leerplicht.
BIJ1 wil het onderwijs toegankelijker maken door het recht op thuisstudie wettelijk vast te leggen, zodat ook kinderen die niet naar reguliere scholen kunnen, onderwijs kunnen volgen. Dit voorstel adresseert de behoefte aan flexibiliteit binnen het onderwijssysteem, met name voor mensen met een handicap, en raakt daarmee aan de praktische invulling van de leerplicht.
“We werken aan toegankelijk onderwijs door het recht op thuisstudie vast te leggen.”
Het CDA noemt het begrip "leerplicht" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen tot wijziging of hervorming van de leerplichtwet. Wel benadrukt het CDA het belang van het behalen van een startkwalificatie en het voorkomen van voortijdig schoolverlaten, met gedeelde verantwoordelijkheid voor jongeren en werkgevers. De partij legt de nadruk op het belang van onderwijsdeelname, maar zonder directe beleidsmaatregelen rond de leerplicht.
Het CDA wil dat jongeren minimaal een startkwalificatie behalen en niet voortijdig de school verlaten voor werk. Dit is een impliciete verwijzing naar het belang van leerplicht en kwalificatieplicht, waarbij ook werkgevers een rol krijgen in het voorkomen van schooluitval.
“Jongeren moeten ten minste een startkwalificatie halen en niet voortijdig van school gaan voor een baan. Werkgevers zijn medeverantwoordelijk daarvoor.”
JA21 noemt de leerplicht niet expliciet, maar benadrukt het belang van aanwezigheid bij lessen over Nederlandse normen en waarden en wil ongeoorloofde afwezigheid sanctioneren. De partij legt de nadruk op het handhaven van aanwezigheid bij essentiële onderwijsinhoud, vooral rond burgerschap en gelijkwaardigheid, en koppelt dit aan het bredere doel van het versterken van de onderwijskwaliteit en sociale cohesie.
JA21 wil dat leerlingen verplicht deelnemen aan lessen over Nederlandse normen en waarden, zoals gelijkwaardigheid en burgerschap. Ongeoorloofde afwezigheid bij deze lessen wordt door de partij als onacceptabel gezien en moet worden bestraft. Dit standpunt adresseert het probleem van selectieve aanwezigheid en onderstreept het belang van deze lessen binnen het kader van de leerplicht.
“Ongeoorloofde afwezigheid tijdens lessen die hierop betrekking hebben wordt gesanctioneerd.”
De Partij voor de Dieren wil de traditionele leerplicht vervangen door een leerrecht, waarbij het recht van het kind om zich te ontwikkelen centraal staat in plaats van een verplichte aanwezigheid op school. Ze pleiten voor meer maatwerk en inclusie, zodat ieder kind passend onderwijs krijgt, ongeacht zijn of haar situatie.
De PvdD wil af van het klassieke idee van leerplicht en stelt in plaats daarvan een leerrecht voor, waarmee het recht van het kind op ontwikkeling en maatwerk centraal komt te staan. Dit moet vooral kinderen die nu uitvallen of niet in het standaard systeem passen, betere kansen bieden op passend onderwijs.
“Leren is een recht. Kinderen krijgen leerrecht om zich op een school te ontwikkelen, inclusief het recht op maatwerk.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma