BBB ziet landbouw als strategisch en essentieel voor voedselzekerheid, economische kracht en het Nederlandse landschap. De partij wil landbouwgrond beschermen, boeren perspectief bieden door innovatie en minder regelgeving, en kiest voor samenwerking tussen landbouw en natuur zonder gedwongen krimp of onteigening. BBB pleit voor het behoud van derogatie, het schrappen van nationale koppen op EU-beleid, en het centraal stellen van boerenkennis en voedselproductie.
BBB beschouwt vruchtbare landbouwgrond als een strategisch bezit dat beschermd moet worden tegen herbestemming voor andere doeleinden, zoals woningbouw of natuuruitbreiding. Dit is essentieel om de voedselzekerheid, het agrarisch landschap en de economische vitaliteit te waarborgen.
“Landbouwgrond beschermen. Onze vruchtbare landbouwgrond is waardevol. BBB zal ervoor waken dat deze niet klakkeloos wordt herbestemd omdat er andere aanspraken op worden gedaan.”
“Om vruchtbare landbouwgrond te beschermen mogen nieuwe woningen in het buitengebied geen belemmering vormen voor omliggende agrarische bedrijven.”
“Defensie moet de mogelijkheid krijgen om uit te breiden in natuurgebied, zodat landbouwgrond goed wordt beschermd om het agrarisch gebruik te behouden.”
BBB verzet zich tegen gedwongen maatregelen zoals onteigening, uitkoop of verplichte krimp/extensivering van boerenbedrijven, vooral op basis van stikstofbeleid. De partij wil dat voedselzekerheid altijd wordt meegewogen bij ruimtelijke keuzes.
BBB vindt het behoud van derogatie voor grasland cruciaal voor duurzame bedrijfsvoering en wil de afbouw hiervan terugdraaien. De partij pleit voor realistische mestnormen en inzet richting Europa om de 170 kg/ha-norm te schrappen.
“De derogatie voor grasland moet behouden blijven en boeren moeten vertrouwen krijgen in natuurbeheer, zodat zij hun bedrijfsvoering duurzaam kunnen voortzetten.”
“Alles wordt op alles gezet om de afbouw van de huidige derogatie terug te draaien en met de EU tot betere en wel werkbare normen en afspraken te komen.”
“De 170 kg/ha norm schrappen in de Nitraatrichtlijn. Nederland zal hier richting Europa een actieve inzet op plegen.”
BBB wil geen extra nationale regels bovenop EU-wetgeving, om zo een gelijk speelveld voor Nederlandse boeren te waarborgen en onnodige belemmeringen te voorkomen.
BBB stelt dat boeren, tuinders en vissers de professionals zijn en hun vakkennis centraal moet staan in beleid. Innovatie moet worden gestimuleerd en procedures versoepeld, zodat nieuwe technieken snel kunnen worden toegepast.
“De vakkennis van boeren, tuinders, telers en vissers staat daarom centraal: we gaan van middel naar doelsturing. De boer staat hierbij aan het roer.”
“Innovatie krijgt de ruimte die het verdient, procedures worden aangepast en innovatiemiddelen zo ingericht dat nieuwe vindingen snel juridisch houdbaar toegepast kunnen worden en doelen worden gehaald.”
“In plaats van het verlagen van stikstofuitstoot door krimp, wordt ingezet op innovatie en nieuwe technieken.”
BBB wil natuurbeleid omdraaien: niet natuurinclusieve landbouw, maar landbouwinclusieve natuur. Agrarisch natuurbeheer wordt gezien als volwaardig alternatief voor traditioneel natuurbeheer, met samenwerking tussen boeren en terreinbeherende organisaties.
“De overheid spreekt voortaan over landbouwinclusieve natuur, in plaats van over natuurinclusieve landbouw.”
“Agrarisch natuurbeheer. Is een volwaardig alternatief voor het natuurbeheer in het landelijke gebied.”
“De natuuropgave moet gerealiseerd worden met landbouwinclusieve natuur, waarbij de agrarische bestemming behouden blijft en boeren een passende beheervergoeding ontvangen.”
BBB plaatst voedselzekerheid centraal in het landbouwbeleid en wil dat alle beleidsmaatregelen worden getoetst op hun impact op voedselzekerheid. Dit wordt gezien als een strategische keuze voor de toekomst en nationale veiligheid.
“Een stabiele en betaalbare voedselvoorziening begint bij een sterke, toekomstbestendige landbouw en visserijsector. Daarom staat voedselzekerheid voortaan centraal in beleid, met een eigen directie op het ministerie en een stevig afwegingskader bij ruimtelijke keuzes.”
“Beleidsmaatregelen worden altijd getoetst op hun impact op de voedselzekerheid.”
“Voedselzekerheid is nationale veiligheid.”
Volt kiest voor een toekomstbestendige landbouw die biologisch, circulair en natuurinclusief is, met een sterke focus op duurzaamheid, innovatie en eerlijke prijzen voor boeren. De partij wil intensieve veehouderij beperken, boeren belonen voor ecologische prestaties, en de transitie naar duurzame landbouw versnellen via Europese samenwerking, prijsprikkels en technologische innovatie. Volt streeft naar een landbouwsysteem dat binnen ecologische grenzen opereert, met oog voor dierenwelzijn, bodemgezondheid en een eerlijke markt voor duurzame producten.
Volt wil de intensieve veehouderij terugdringen en stelt duidelijke grenzen aan het aantal dieren per hectare, met strengere normen nabij natuurgebieden. Megastallen worden verboden en investeringen in technologie mogen niet leiden tot verdere intensivering. Dit moet de druk op natuur en milieu verminderen en boeren perspectief bieden op een duurzame toekomst.
“Er komt een maximaal aantal dieren per hectare. Dit getal ligt lager in de buurt van natuurgebieden.”
“De intensieve veehouderij past niet in een milieu- en diervriendelijke landbouw. Verschillende Europese landen hebben veel strengere normen voor het te houden aantal dieren dan Nederland. Volt wil een verbod op megastallen.”
“Daarnaast wil Volt voorkomen dat investeringen in technologie leiden tot verdere intensivering van de veehouderij.”
Volt zet in op een transitie naar biologische, circulaire en natuurinclusieve landbouw, waarbij boeren worden beloond voor ecologische prestaties en innovatie wordt gestimuleerd. De partij wil dat 25% van de landbouw in 2030 biologisch is en dat boeren eenvoudiger kunnen omschakelen naar extensieve en duurzame bedrijfsvoering.
“De toekomst van ons eten is biologisch. Daarom streeft Volt ernaar dat 25% van de landbouw in 2030 biologisch is.”
“We zetten in op innovaties die de omschakeling naar biologische en natuurinclusieve landbouw stimuleren, zoals biopesticiden.”
“Grondgebonden, biologisch, circulair en natuurinclusief boeren passen binnen onze visie, die gericht is op terugdringen van het gebruik van krachtvoer, kunstmest en pesticiden.”
“We maken het makkelijker voor boeren om hun huidige vergunning om te zetten van intensief naar extensief, zodat ze nu al kunnen starten met verduurzamen.”
“We moeten toewerken naar een zo veel mogelijk natuurinclusieve en grondgebonden landbouwcyclus, waarin gewassen zo efficiënt mogelijk verwerkt worden in de keten.”
Volt wil dat boeren een eerlijke prijs krijgen voor duurzame producten en dat de prijs van voedsel de werkelijke maatschappelijke kosten weerspiegelt. Er komt een Europees ecolabel en onderzoek naar prijsmechanismen die duurzame productie stimuleren.
“De prijs van voedsel moet de werkelijke kosten weerspiegelen, dus ook rekening houden met de kosten van negatieve effecten van een product op het milieu, dierenwelzijn of de samenleving.”
“Er komt een Europees ecolabel dat duurzaamheidseisen meeneemt en bepaalt wat een eerlijke prijs is voor een product.”
“Volt stelt voor om onderzoek te doen naar de wijze waarop dit gerealiseerd kan worden.”
Volt wil het gebruik van kunstmest en krachtvoer wettelijk en fiscaal terugdringen om de stikstofuitstoot te verminderen en duurzame landbouw te stimuleren.
“Ons doel is om een toekomstbestendige landbouw te creëren waar kunstmest en krachtvoer niet of nauwelijks meer een rol spelen. De afbouw van kunstmest en krachtvoer willen we wettelijk en via belastingmaatregelen realiseren.”
“We stimuleren zuiniger gebruik van kunstmest en krachtvoer door de kostprijs te verhogen, door middel van een kunstmestheffing en krachtvoerheffing.”
Volt stimuleert innovatie zoals precisielandbouw, robotica en natuurlijke plaagbescherming, en wil dat deze kennis breed gedeeld wordt binnen de EU. De overheid ondersteunt boeren met kennis, innovatie en coöperaties.
“We bevorderen innovatie zoals precisielandbouw. We willen dat die nieuwe kennis maximaal gedeeld wordt in de EU door toegankelijke en laagdrempelige landbouwvoorlichting gebaseerd op onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek.”
“De Rijksoverheid helpt boeren en tuinders door het delen van kennis, innovatie en het opzetten van coöperaties op het gebied van alternatieven voor bestrijdingsmiddelen zoals natuurlijke gewasbescherming en groene middelen, en op het gebied van bezuinigende innovaties zoals precisielandbouw, robotica en strokenteelt.”
Volt wil een landschapskader waarin wordt bepaald welk type landbouw waar plaatsvindt, zodat intensieve bedrijven alleen op geschikte locaties komen en natuurvriendelijke landbouw wordt gestimuleerd waar dat beter past.
“Er komt een landschapskader dat boeren duidelijkheid biedt, door in kaart te brengen welk type landbouw in welke gebieden plaatsvindt: van zones voor duurzame, hoog-efficiënte landbouw tot gebieden die geschikter zijn voor meer extensieve, natuurinclusieve landbouw.”
“Niet iedere plek is geschikt voor elke vorm van landbouw. We willen voor de EU een nieuw landschapskader ontwikkelen: een slimme indeling van landbouwtypes.”
Volt stimuleert de productie en consumptie van plantaardige eiwitten, met nadruk op stikstofbindende gewassen, om de landbouw te verduurzamen en de afhankelijkheid van dierlijke eiwitten te verminderen.
“We zetten volop in op eiwitdiversificatie. We stimuleren de productie en consumptie van plantaardige eiwitten, met bijzondere aandacht voor stikstofbindende gewassen zoals peulvruchten.”
Volt wil Europese samenwerking versterken, landbouwsubsidies voor grondgebruik afbouwen en boeren belonen voor publieke diensten zoals natuurherstel en klimaatmaatregelen.
“Volt wil naar een Europees landbouwbeleid waarin we subsidies voor grondgebruik afbouwen en boeren belonen die investeren in zaken als koolstofopslag, natuurherstel, klimaatmitigatie en -adaptatie en maatregelen ter bevordering van biodiversiteit.”
FVD wil het huidige stikstof- en landbouwbeleid radicaal omgooien en pleit voor maximale vrijheid voor boeren, minder EU-regels en behoud van de agrarische sector als economische en culturele pijler. Ze willen het stikstofbeleid volledig schrappen, innovatie stimuleren, exportbeperkingen opheffen en voedselautonomie centraal stellen. De partij verzet zich tegen onteigening, extra regelgeving en Europese bemoeienis, en wil dat Nederlandse boeren kunnen concurreren op een gelijk speelveld.
FVD stelt dat het stikstofbeleid gebaseerd is op onjuiste aannames en computermodellen, en dat er geen stikstofcrisis is. Ze willen alle stikstofmaatregelen afschaffen, inclusief Kritische Depositiewaarden (KDW), het AERIUS-model en het stikstoffonds, zodat boeren weer vrij kunnen ondernemen.
“We vegen het hele stikstofbeleid van tafel en halen de Kritische Depositiewaarden (KDW) uit de wet en uit de vergunningverlening, omdat er geen stikstofcrisis is en boeren gewoon kunnen blijven boeren.”
“Het huidige stikstofbeleid is gebaseerd op computermodellen en aannames die geen verband houden met de werkelijkheid.”
“We heffen het stikstoffonds van €25 miljard op, zodat deze gelden gebruikt kunnen worden voor lastenverlichting.”
FVD wil af van Europese regelgeving zoals de Green Deal, de Nitraatrichtlijn en de EU-Natuurherstelwet, omdat deze volgens hen de Nederlandse landbouw onnodig beperken en oneerlijke concurrentie veroorzaken.
“We werken in Europees verband aan het afschaffen van de Green Deal die de boerenstand kortwiekt, zolang het bestaat wordt het in Nederland niet gehandhaafd - inclusief het CO2-handelssysteem (ETS).”
“We herstellen de Nederlandse derogatie, zodat boeren efficiënt kunnen blijven bemesten.”
“We gooien de EU-Natuurherstelwet in de prullenbak, zodat boeren en vissers niet langer gebonden zijn aan onrealistische Brusselse regels.”
FVD is fel tegen zowel gedwongen als vrijwillige onteigening of uitkoop van boerenbedrijven, en wil de agrarische sector behouden als hoeksteen van de economie.
“We verzetten ons tegen gedwongen onteigening en ook tegen ‘vrijwillige’ uitkoop met belastinggeld; behoud van de agrarische sector staat voorop.”
“We gaan nooit over tot gedwongen onteigening van boeren en ook niet tot ‘vrijwillige’ uitkoop met belastinggeld, zodat de agrarische sector in Nederland behouden blijft.”
FVD wil dat Nederlandse boeren niet zwaarder worden gereguleerd dan hun buitenlandse collega’s en dat reeds goedgekeurde gewasbeschermingsmiddelen beschikbaar blijven, zodat ze eerlijk kunnen concurreren.
“We zorgen dat Nederlandse boeren niet zwaarder gereguleerd worden dan collega’s in buurlanden. Wanneer buitenlandse producten met bepaalde gewasbeschermingsmiddelen worden toegelaten op onze markt, moeten Nederlandse boeren die middelen ook kunnen gebruiken.”
“Gewasbeschermingsmiddelen (GBM) die reeds zijn goedgekeurd, blijven goedgekeurd, zodat Nederlandse boeren competitief blijven.”
FVD wil innovatie in de landbouw stimuleren, onder andere via subsidies voor precisielandbouw, en het eenvoudiger maken om agrarische bedrijven over te dragen aan de volgende generatie.
FVD wil dat Nederland zoveel mogelijk zelfvoorzienend wordt in voedselproductie en voedselautonomie tot nationaal speerpunt maken.
“We maken voedselautonomie tot nationaal speerpunt: Nederland moet zoveel mogelijk zelf in staat zijn de eigen bevolking te voeden.”
FVD wil de landbouwkalender afschaffen, energiebelastingkorting herstellen en flexibele arbeidsinzet mogelijk maken om boeren meer ruimte te geven.
“We geven boeren de vrijheid om zelf te bepalen wanneer zij zaaien en oogsten.”
“We verlagen de lasten voor tuinders en de agrarische sector door terugbrengen van de energiebelastingkorting.”
“We maken het mogelijk om tijdens oogstperiodes flexibel arbeidskrachten in te zetten, zodat boeren niet vastlopen op starre regels.”
De SGP pleit voor een toekomstbestendige landbouwsector met een duurzaam verdienmodel voor boeren, waarbij voedselzekerheid, eerlijke concurrentie en verduurzaming centraal staan. Ze willen boeren ondersteunen met fiscale voordelen, investeringsfondsen en minder regeldruk, en zijn kritisch op Europese en nationale regelgeving die de sector belemmert. De partij zet in op kringlooplandbouw, innovatie, en een evenwichtige balans tussen landbouw en natuur.
De SGP vindt dat boeren een eerlijk en duurzaam inkomen moeten kunnen verdienen, met behoud van fiscale voordelen en steunregelingen. Ze willen bedrijfsovername vergemakkelijken en investeren in verduurzaming, zodat boeren kunnen blijven bestaan en innoveren.
“De winstbelasting voor landbouwbedrijven gaat beter aansluiten op de landbouwpraktijk, bijvoorbeeld door te rekenen met het voortschrijdend gemiddelde over enkele jaren. Er komt een fiscale investeringsreserve voor investeringen in stalvernieuwing voor milieu en dierenwelzijn.”
“De SGP wil behoud van fiscale voordelen voor de land- en tuinbouw, zoals de landbouwvrijstelling, en van steunregelingen voor jonge boeren.”
“Het Investeringsfonds Duurzame Landbouw dat ondernemers middels investeringssteun, omschakelvergoedingen en garantstellingen helpt bij verduurzaming wordt versterkt.”
De SGP wil dat Nederlandse boeren niet op achterstand worden gezet door internationale handelsakkoorden of oneerlijke concurrentie. Ze pleiten voor het weren of belasten van voedsel dat niet aan Europese standaarden voldoet en willen het mededingingsbeleid aanpassen om boeren meer onderhandelingsmacht te geven.
“Handelsakkoorden mogen onze boeren niet op achterstand zetten. Import van voedsel dat niet volgens de Europese maatlat voor voedselveiligheid, dierenwelzijn en milieu geproduceerd is, wordt belast en zoveel mogelijk geweerd, waarbij de opbrengst zoveel mogelijk wordt geïnvesteerd in verduurzaming van de landbouw.”
“Het mededingingsbeleid wordt zo aangepast dat de duizenden agrarische ondernemers eenvoudiger een vuist kunnen maken tegenover het handjevol inkooporganisaties van supermarktketens.”
De SGP is kritisch op de hoge regeldruk en pleit voor eenvoudiger, doelgerichter beleid dat innovatie en bedrijfsontwikkeling mogelijk maakt. Ze willen experimenten en praktijkonderzoek stimuleren en boeren meer keuzevrijheid geven in hoe ze aan milieudoelen voldoen.
“De land- en tuinbouw is de sector met de hoogste regeldruk. De SGP wil werkbaar beleid, toekomstperspectief voor de duizenden agrarische gezinsbedrijven en meer doelvoorschriften in plaats van een stapeling middelvoorschriften.”
“Door vereenvoudiging van vergunningverlening met ruimte voor innovatieve technieken blijft bedrijfsontwikkeling mogelijk.”
“Het is hoog tijd dat er snel experimenteerruimte en stimuleringsregelingen voor doelsturing komen. Dit kan uiteindelijk uitmonden in een minder vrijblijvende vorm van doelsturing, mits de boer voldoende ruimte krijgt om hier invulling aan te geven.”
De SGP ziet kringlooplandbouw als essentieel voor het verminderen van milieubelasting en het sluiten van grondstofkringlopen. Ze willen inzetten op minder kunstmest, beter bodembeheer en het stimuleren van ecosysteemdiensten.
“Kringlopen is werken voor boer en milieu... Dat betekent werken aan minder grondstoffengebruik, minder verliezen naar het milieu en beter gebruik van reststromen, zonder onszelf te verliezen in niet reëel wensdenken.”
“Waar mogelijk wordt kunstmest vervangen door dierlijke mest. De Nitraatrichtlijn moet daarom herzien worden, inclusief het afschaffen van de eendimensionale 170 kilogram norm voor dierlijke mest.”
“Het Rijk ondersteunt het ontwikkelen en op de markt zetten van ecosysteemdiensten als CO2-vastlegging in de bodem, waterbuffering en extra biodiversiteit.”
De SGP wil een evenwichtige benadering van natuur en landbouw, met ruimte voor agrarisch natuurbeheer en maatwerk in regelgeving. Ze zijn kritisch op generieke Europese natuurregels en willen meer aansluiten bij de Nederlandse praktijk.
“De zwart-wit interpretatie van de Habitatrichtlijn en de zwart-wit beoordeling van de berekende stikstofdepositie wringt met de dynamiek van landbouw en natuur. De SGP zoekt een evenwichtige aanpak om de natuur goed te beheren, Nederland van het slot te halen en landbouwbedrijven perspectief te geven.”
“De SGP wil uitbreiding van agrarisch natuurbeheer en voldoende middelen hiervoor. Dat betekent ook: meer langetermijncontracten, volwaardige vergoedingen en minder controledruk.”
“De Europese Natuurherstelverordening kan potentieel grote gevolgen hebben voor onder meer de landbouw. Zolang deze verordening niet ingetrokken worden, wil de SGP de wet zo invoeren of aanpassen dat die zoveel mogelijk aansluit op de Nederlandse praktijk.”
BIJ1 wil de landbouw in Nederland radicaal hervormen naar een biologisch, agro-ecologisch en diervriendelijk systeem, met een sterke nadruk op het afbouwen van de bio-industrie en het halveren van de veestapel. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals het uitfaseren van kunstmest en pesticiden, het ondersteunen van boeren bij de transitie, het nationaliseren van landbouwgrond, en het verbreken van banden tussen universiteiten en de agro-industrie. Hun visie draait om klimaatrechtvaardigheid, biodiversiteit, en het herstellen van rechtvaardigheid voor boeren die door eerder beleid in de problemen zijn gekomen.
BIJ1 pleit voor een volledige omschakeling van de landbouw naar biologische en agro-ecologische methoden binnen tien jaar, met financiële en structurele ondersteuning voor boeren. Dit moet bijdragen aan natuurherstel, klimaatdoelen en een eerlijker voedselsysteem.
“Nederland beweegt in 10 jaar naar een biologisch, agro-ecologisch landbouwsysteem. In deze transitieperiode krijgen boeren vanuit de overheid een gegarandeerd boeren-inkomen.”
“Het budget van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt ingezet voor de transitie naar een biologisch, agro-ecologische landbouw.”
“Daarnaast moet de overheid sterk investeren in diervriendelijkere landbouw en nieuwe initiatieven daartoe ondersteunen. Regeneratieve landbouw (zoals voedselbossen), en in het bijzonder agrarische bedrijven die hiernaar overstappen, ondersteunen we (financieel).”
De partij wil de veestapel drastisch verkleinen en de bio-industrie volledig afbouwen, met verplichte weidegang en uitloop voor dieren. Dit wordt gezien als noodzakelijk voor het oplossen van de stikstofcrisis, het verbeteren van dierenwelzijn en het herstellen van biodiversiteit.
“De bio-industrie moet afgebouwd worden en uiteindelijk verdwijnen. De hoeveelheid vee gaat omlaag, de hoeveelheid boeren omhoog. In 2030 hebben we 50% minder vee, in 2035 is dit 75%.”
“Er is een drastische reductie van de veestapel nodig: deze moet met grote snelheid minstens gehalveerd.”
“De bio-industrie willen we afbouwen en uiteindelijk zien verdwijnen. Dit moet deels gebeuren door het uitkopen, sluiten en onteigenen van grote intensieve veehouders (megastallen).”
BIJ1 wil het gebruik van kunstmest en chemische pesticiden volledig uitfaseren en afschaffen, en de macht van banken en agro-industriële bedrijven in de landbouw breken. Dit moet leiden tot een duurzamer en eerlijker landbouwsysteem.
“Om natuur, klimaat en grondstoffen te sparen, worden kunstmest en chemische pesticiden uitgefaseerd en vanaf 2030 afgeschaft.”
“Daarnaast komt er een landbouwbelasting voor de banken en agro-industriële bedrijven die jarenlang miljarden winst hebben gemaakt met de industriële landbouw.”
“Om boeren te bevrijden uit de wurggreep van de Rabobank komt er een publieke investeringsbank die investeringen in de ecologische transitie vergemakkelijkt.”
De partij wil dat landbouwgrond niet langer in handen is van speculanten, maar via een Nationale Grondbank wordt ingezet voor duurzame landbouw en sociale doelen.
“Bij bedrijfsbeëindiging krijgt een Nationale Grondbank het 1e recht op koop van grond en van dieren- en emissierechten. Deze kunnen vervolgens aan biologische, agro-ecologische boeren verpacht worden.”
“Kostbare bouw- en landbouwgrond hoort niet in handen van speculanten zoals ASR, die 46.000 hectare oppotten en dat gebruiken om de overheid te chanteren. Deze grond pakken we terug en gebruiken we voor de bouw van sociale woningen.”
BIJ1 wil alle banden tussen universiteiten en de agro-industrie verbreken en het landbouwonderwijs volledig richten op biologische en agro-ecologische landbouw.
“Alle banden tussen de Wageningen Universiteit & Research (WUR) en de agro-industrie worden verbreken we. De WUR vormen we om van een universiteit en onderzoeksinstituut in dienst van agro-multinationals naar een publieke instelling die transparant onderzoek doet naar het biologische, agro-ecologische voedselsysteem van nu en de toekomst. Ook hbo en mbo landbouwopleidingen gaan zich volledig richten op het onderwijzen van biologische, agro-ecologische landbouw.”
BVNL wil de Nederlandse landbouwsector beschermen en versterken door het schrappen van beperkende regelgeving, het afschaffen van het huidige stikstofbeleid en het behouden van landbouwgrond voor voedselproductie. De partij pleit voor meer autonomie ten opzichte van EU-regels, het stimuleren van boereninkomens en het versoepelen van mest- en gewasbeschermingsregels. BVNL ziet boeren als essentieel voor voedselzekerheid en verzet zich tegen uitkoop, onteigening en het opofferen van landbouwgrond voor natuur of energie.
BVNL beschouwt het stikstofbeleid als bureaucratisch en schadelijk voor de landbouw en wil het per direct beëindigen. De partij verwerpt modellen en normen zonder wetenschappelijke basis en wil boeren maximale vrijheid geven in hun bedrijfsvoering.
“Het stikstofbeleid gaat per direct de prullenbak in, zodat boeren weer rustig kunnen boeren en vissers weer gewoon kunnen vissen.”
“Het Aeriusmodel mag niet meer worden gebruikt en er wordt slechts gewerkt met gemeten waarden.”
“De Kritische Depositie Waarde (KDW) gaat uit de wet. KDW’s zijn slechts indicatoren, terwijl er geen wetenschappelijke basis voor is.”
“Er worden geen boeren meer uitgekocht. Ook niet zogenaamd vrijwillig door de overheid. Er is geen enkele reden om met belastinggeld landbouwgrond te kopen om vervolgens terug te geven aan de natuur.”
BVNL wil landbouwgrond beschermen tegen onteigening, ontpoldering en gebruik voor andere doeleinden zoals natuur of energie. Voedselsoevereiniteit en het verdienmodel van boeren staan centraal.
BVNL wil minder bemoeienis van de EU op landbouwgebied en is bereid het vetorecht in te zetten om nationale belangen te beschermen.
“Voor zover nodig zullen we de EU melden dat we voortaan weer onze eigen koers varen op het gebied van landbouw en visserij. Desnoods zetten we ons vetorecht in.”
De partij pleit voor ruimere mestnormen, behoud van landbouwvrijstelling en het gebruik van goedgekeurde gewasbeschermingsmiddelen om de productie en bodemkwaliteit te waarborgen.
“De landbouwvrijstelling blijft bestaan. Boeren kopen grond met geld waar ze al belasting over betaald hebben. BVNL is tegen dubbel belasten.”
“Er komt meer ruimte voor het uitrijden van dierlijke mest.”
“Gewasbeschermingsmiddelen (GBM), die goedgekeurd zijn, blijven voorlopig goedgekeurd. Naast mechanische onkruidbestrijding zijn gewasbeschermingsmiddelen noodzakelijk om hoge opbrengsten te realiseren.”
BVNL is tegen het opofferen van landbouwgrond voor energieopwekking en wil deze grond behouden voor voedselproductie.
“Wij zijn tegen windmolens op land en zee, of het opofferen van bouwgrond of landbouwgrond ten behoeve van zonne-akkers.”
Het CDA wil een toekomstbestendige landbouwsector waarin boeren een eerlijke prijs krijgen, ruimte hebben om te ondernemen en bijdragen aan natuur, klimaat en voedselzekerheid. Ze pleiten voor langjarige, voorspelbare doelsturing, innovatie, regionale grondbanken en meer samenwerking in de keten. De partij zet in op maatwerk, ondersteuning van jonge boeren, verduurzaming en het versterken van het verdienvermogen van boeren, met oog voor natuur en leefomgeving.
Het CDA vindt dat boeren een eerlijke prijs moeten krijgen voor hun producten en dat jonge boeren toekomstperspectief moeten hebben. Ze willen dat de overheid langjarig commitment geeft voor gezonde bedrijven en dat gronden van stoppende boeren naar jonge boeren kunnen gaan.
“Voor boeren en vissers een eerlijke prijs voor het voedsel dat ze produceren, ruimte om te kunnen ondernemen, grond die betaalbaar is. Voor toekomstperspectief voor jonge boeren, zodat ze de transitie kunnen meemaken.”
“Het Rijk geeft langjarig commitment om fatsoenlijke bedrijfsvoering en gezonde bedrijven mogelijk te maken. Ook milieugebruiksruimte wordt vastgesteld voor de lange termijn.”
“Gronden en bedrijfslocaties van boeren zonder bedrijfsopvolgers moeten met behulp van regie en stimulerende regelingen vanuit de overheid, worden verschoven naar de (jonge) boeren die door willen. Hierbij hoort langjarig structuurbeleid.”
Het CDA wil de landbouwsector verduurzamen door innovatie, circulaire landbouw en het stimuleren van biologische en geïntegreerde gewasbescherming. Ze willen minder afhankelijkheid van chemische middelen en meer ruimte voor natuurlijke alternatieven.
“We zetten in op de mogelijkheden van circulaire landbouw waarin de toepassing van organische reststof makkelijker wordt gemaakt. CO₂-intensieve kunstmest wordt daarmee vervangen door natuurlijke varianten zoals Renure.”
“Er komt meer ruimte voor geïntegreerde gewasbescherming en goed geteste biologische beschermingsmiddelen worden sneller toegelaten.”
Het CDA wil af van middelvoorschriften en kiest voor langjarige, voorspelbare doelsturing met heldere normen. Ze pleiten voor regionale grondbanken en maatwerk per gebied, zodat beleid aansluit bij lokale omstandigheden.
“In de wet- en regelgeving stappen we over naar langjarige, voorspelbare doelsturing in plaats van middelsturing. De overheid stelt alleen heldere en meetbare normen en investeert in handhaving daarvan.”
“Om grondmobiliteit te creëren komen er regionale grondbanken onder de regie van regionale landinrichtingscommissies om zo herinrichting van landbouw en natuur te creëren.”
“Elk gebied is uniek en verdient een eigen aanpak, beleid en maatregelen, die werkelijk bijdragen aan betere natuur en uitvoerbaar zijn op het boerenerf.”
Het CDA wil dat ketenpartijen zoals supermarkten, verwerkers en banken hun verantwoordelijkheid nemen om boeren te ondersteunen bij de transitie naar duurzame landbouw, ook financieel.
“Ook ketenpartijen – zoals supermarkten, verwerkers en banken – moeten hun verantwoordelijkheid nemen en boeren helpen bij de transitie naar duurzame landbouw, ook financieel.”
Het CDA wil innovatie op het boerenerf stimuleren en de vergunningverlening versnellen, zodat nieuwe technieken en verduurzaming sneller kunnen worden toegepast.
“Innovatie begint op het eigen boerenerf. We passen de vergunningsverlening aan zodat nieuwe innovaties snel kunnen worden uitgerold.”
“Om het vergunningenbeleid te versnellen en te verbeteren wil het CDA een Innovatie- en versterkingswet. De nieuwe wet stelt voor dat de gemiddelde doorlooptijd minimaal wordt gehalveerd.”
Het CDA wil binnen het Europese landbouwbeleid (GLB) meer ruimte voor nationaal maatwerk, aandacht voor jonge boeren en innovatiegelden voor verduurzaming.
“We willen focus op het behoud van maatwerk voor lidstaten. We willen daarin aandacht voor overnames door jonge boeren, de Europese voedselstrategie en innovatiegelden om de landbouw verder te verduurzamen.”
D66 wil de landbouw fundamenteel hervormen richting een natuurinclusief, duurzaam en toekomstbestendig model, waarbij boeren een eerlijke beloning krijgen voor hun bijdrage aan natuur en landschap. De partij zet in op het herstellen van biodiversiteit, het halveren van de stikstofuitstoot, het stimuleren van kringlooplandbouw en het verminderen van de veestapel, met duidelijke doelen per gebied en financiële ondersteuning voor boeren die verduurzamen.
D66 pleit voor een landbouw die natuur en biodiversiteit herstelt, met minder intensieve productie en meer ruimte voor duurzame verdienmodellen voor boeren. De partij ziet uitkoop van boeren als instrument, niet als doel, en wil boeren ondersteunen bij de omslag naar natuurinclusieve landbouw, met duidelijke doelen per gebied.
“We kiezen voor landbouw die de bodem en het landschap herstelt, bijdraagt aan voedselzekerheid, ons waterbeheer en biodiversiteit sterker maakt en dierenwelzijn serieus neemt.”
“D66 ziet uitkoop van boeren niet als doel op zich. Uitkoop is een instrument dat de omslag naar een natuurinclusieve en minder intensieve landbouw moet ondersteunen. We willen boeren helpen die omslag te maken. Niet met willekeurige opkoop. Wel met een nieuw voorstel dat uitkoop nadrukkelijk verbindt aan doelen per gebied en aan duurzame plannen voor de toekomst van de sector.”
“Boeren krijgen een eerlijke beloning voor hun bijdrage aan de natuur en het landschap. We versterken hun verdienmodellen. Korte ketens tussen boeren en consumenten, reële grondprijzen en samenwerking in de regio maken dat mogelijk. Krimp van de veestapel is een logisch gevolg van al deze opgaven.”
D66 blijft vasthouden aan scherpe milieudoelen, zoals het halveren van de stikstofuitstoot in 2030 en het halen van waterkwaliteitsdoelstellingen, om zo landbouw en natuur te laten samengaan en het stikstofslot op te heffen.
“D66 blijft gecommitteerd aan halvering van de stikstofuitstoot in 2030 en het halen van de waterkwaliteitsdoelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water in 2027.”
“D66 wil snelle vermindering van de stikstofuitstoot, op basis van een plan met duidelijke doelen, die niet vrijblijvend zijn en die juridisch vastliggen.”
“Het idee dat we landbouw en natuur tegen elkaar zouden moeten afwegen, heeft voor beide grote negatieve gevolgen gehad. De natuur is slechter geworden en de landbouwsector is het perspectief op de toekomst verloren. En dat terwijl beide elkaar kunnen versterken. D66 wil naar een model waarbij een gezonde natuur bijdraagt aan een gezonde landbouw, en andersom.”
D66 wil dat Nederland zich in de EU inzet voor gelijke regels voor alle boeren, eerlijke handelsafspraken en het tegengaan van import van producten die leiden tot ontbossing of biodiversiteitsverlies.
“De Nederlandse landbouw is onderdeel van een internationale markt. D66 wil dat Nederland zich in de Europese Unie sterk maakt voor gelijke regels voor alle Europese boeren. Dat betekent: eerlijke handelsafspraken en steun voor boeren die vooroplopen in duurzaamheid.”
“We pleiten voor Europese afspraken over kringlooplandbouw, beprijzen van CO₂ en eisen aan dierenwelzijn. Import van goedkoop veevoer en dierlijke producten die leiden tot ontbossing of biodiversiteitsverlies elders op de wereld moet worden tegengegaan.”
D66 wil de overgang van dierlijke naar plantaardige en innovatieve eiwitten versnellen, met overheidssteun voor voedselinnovaties zoals kweekvlees en fermentatie, om zo landbouw duurzamer te maken.
“D66 zet daarom vol in op een overgang van dierlijke naar natuurlijke eiwitten, die de natuur én de economie vooruithelpt.”
“De overheid moet deze voedselinnovaties helpen versnellen. Denk aan snellere toelating, gerichte investeringen en Europese samenwerking. Zo wordt onze voedselsector gezond voor mens en planeet, én goed voor de economie.”
D66 wil dat landelijke doelen regionaal worden uitgewerkt, met gebiedsplanning waarin stikstofreductie, biodiversiteit, waterbeheer en landbouwperspectief samenkomen, en samenwerking tussen boeren, overheid en maatschappelijke organisaties.
“De omslag naar een duurzame landbouw lukt alleen als boeren, maatschappelijke organisaties en overheid écht samen optrekken. Landelijk beleid wordt regionaal uitgewerkt, passend bij de lokale situatie.”
“Gebiedsplanning is belangrijk. Elk plan combineert in ieder geval doelen voor stikstofreductie, biodiversiteit en natuurherstel, waterbeheer én perspectief voor de landbouw.”
NSC ziet landbouw als een blijvende, belangrijke sector voor voedselproductie, maar wil deze verduurzamen en meer in balans brengen met natuur, milieu en volksgezondheid. Ze pleiten voor een grondgebonden, circulaire landbouw, minder intensieve veehouderij, een beter verdienmodel voor boeren en meer ruimte voor innovatie, met nadruk op minder dieren, natuurherstel en een eerlijkere prijs voor producten. Concrete voorstellen zijn onder andere het beschermen van landbouwgrond, het stimuleren van plantaardige teelten, het beperken van megastallen en het aanpassen van stikstofbeleid.
NSC wil de landbouwsector toekomstbestendig maken door te kiezen voor meer grondgebonden en circulaire bedrijfsvoering, met minder intensieve veehouderij en meer aandacht voor biodiversiteit, dierenwelzijn en natuurherstel. Dit moet bijdragen aan het verminderen van milieudruk en het creëren van een duurzaam verdienmodel voor boeren.
“De hoeveelheid vee moet beter afgestemd worden op de milieugebruiksruimte en de beschikbare grond in Nederland. We kiezen voor een meer grondgebonden melkveehouderij die op regionaal niveau zo veel mogelijk circulair is en de drager is van ons weidelandschap.”
“Voor intensieve varkens-, geiten-, kalver- en kippenhouderij zal minder ruimte zijn, vanwege de grootschalige import van veevoer en afvoer van mest. Ook deze sectoren zullen meer grondgebonden en circulair moeten worden, meer moeten bijdragen aan biodiversiteit, landschap en dierenwelzijn en aan vermindering van risico’s voor de volksgezondheid.”
“Verder willen we landbouwgrond bestemmen voor maatschappelijke landbouw, met minder dieren en meer ruimte voor natuurherstel. Boeren ontvangen hiervoor een vaste vergoeding.”
NSC wil geschikte gronden aanwijzen als agrarische hoofdstructuur om landbouwgrond te beschermen en innovatieve gezinsbedrijven ruimte te geven om duurzaam te produceren voor de nationale en internationale markt. Dit moet de voedselzekerheid waarborgen en de kennispositie van Nederland versterken.
“Voor de akkerbouw en veeteelt wijzen we daarom geschikte gronden aan als agrarische hoofdstructuur. In dit gebied wordt landbouwgrond beschermd en krijgen innovatieve gezinsbedrijven ruimte om duurzaam te produceren voor de nationale en internationale markt.”
Om de negatieve impact van intensieve veehouderij te beperken, wil NSC geen nieuwe vergunningen voor megastallen en het opkoopbeleid richten op intensieve veehouderij in concentratiegebieden.
NSC vindt dat boeren een goed verdienmodel moeten hebben, met een eerlijke prijs voor hun producten en langjarige afspraken voor financiële zekerheid, vooral bij agrarisch natuurbeheer en groene/blauwe diensten.
“De basis is een goed verdienmodel. Dat begint ermee dat boeren en tuinders een eerlijke prijs ontvangen voor hun product. Daarom zijn langjarige afspraken nodig die financiële zekerheid bieden, met name voor agrarisch natuurbeheer en ‘groene en blauwe diensten’ die een bijdrage leveren aan waterbeheer, landschap, cultuurhistorie of recreatief medegebruik.”
NSC wil de akkerbouw en tuinbouw verder verduurzamen door duurzaam bodemgebruik, minder pesticiden, en het stimuleren van plantaardige eiwitten en vezelgewassen als nieuwe verdienmodellen.
“In de akkerbouw is duurzaam bodemgebruik leidend. We steunen de sector bij innovaties om met minder water, energie, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen een goede productie te halen. Ook stimuleren we de teelt en toepassing van plantaardig eiwit en vezelgewassen in eigen land.”
“De sierteelt moet de komende jaren stevige stappen zetten op het terugdringen van pesticidengebruik en deze vervangen door middelen die vriendelijker zijn voor insecten en minder risico voor de volksgezondheid opleveren.”
NSC wil het stikstofbeleid hervormen door te sturen op daadwerkelijke uitstootreductie (niet alleen modelmatig), onderscheid te maken tussen ammoniak en stikstofoxiden, en boeren meer vrijheid te geven in hoe ze aan doelen voldoen.
“We vervangen de normen voor stikstofdepositie in de wet door reductiedoelen voor stikstofuitstoot, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen uitstoot van ammoniak (NH3) en stikstofoxiden (NOx). Deze uitstoot wordt gemeten en beperkt bij de bron.”
“Boeren krijgen meer ruimte om te bepalen hoe zij de uitstootnormen halen, op basis van doelsturing.”
“De uitstoot van stikstof moet significant zijn teruggedrongen in 2035. Alle sectoren – industrie, verkeer, zee- en luchtvaart en landbouw – dragen bij aan die doelstelling en nemen maatregelen. De keuze voor een meer grondgebonden landbouw zal een groot effect hebben op het terugdringen van uitstoot in deze sector.”
De Partij voor de Dieren wil de landbouw radicaal hervormen naar een volledig plantaardige, biologische en natuurinclusieve sector, waarbij dierenwelzijn, biodiversiteit en klimaat centraal staan. Ze pleiten voor het afbouwen van de veehouderij, het verbieden van landbouwgif, het stimuleren van plantaardige teelten en het herstellen van landbouwgrond tot natuur. Hun visie is dat landbouw niet langer een bron van vervuiling en dierenleed mag zijn, maar juist moet bijdragen aan ecologisch herstel en gezonde voeding.
De PvdD ziet de huidige veehouderij als onhoudbaar voor dieren, milieu en klimaat, en wil deze sector met minstens 75% krimpen binnen twee jaar. De vrijgekomen landbouwgrond wordt ingezet voor natuurherstel, plantaardige teelten en duurzame bouwmaterialen. Boeren worden geholpen bij de omschakeling naar plantaardige, biologische productie.
“Het totale aantal dieren dat in de Nederlandse veehouderij wordt gefokt en gedood krimpt met minstens 75% in de komende twee jaar.”
“Wanneer we de landbouwgrond die nu gebruikt wordt om dieren vet te mesten of uit te melken, gebruiken om voedsel te telen voor mensen, kunnen we iedereen voeden én houden we grond over om terug te geven aan de natuur, maar ook voor woningbouw.”
“Door boeren te helpen overschakelen naar plantaardige landbouw komt er veel grond vrij die we veel beter kunnen verdelen. Verreweg het grootste deel daarvan zetten we om naar natuur zodat de biodiversiteit kan herstellen.”
De partij wil een volledig verbod op landbouwgif en kunstmest, en stimuleert biologische, regeneratieve en agro-ecologische landbouwmethoden. Dit moet de biodiversiteit herstellen, de bodem gezond maken en de volksgezondheid beschermen.
“Er komt een verbod op landbouwgif. De land- en tuinbouw worden dus gifvrij.”
“Het injecteren van mest wordt verboden, evenals het gebruik van kunstmest. De huidige bemesting gaan we verregaand vervangen door compost en groenbemesters.”
“Biodiverse, natuurinclusieve, biologische en regeneratieve land- en tuinbouw worden de norm, zoals strokenteelt, permacultuur, agrobosbouw (de combinatie van landbouw en bosbouw op hetzelfde perceel) en andere agro-ecologische systemen.”
De PvdD wil landbouwgrond die vrijkomt door krimp van de veehouderij inzetten voor natuurherstel en de productie van duurzame bouwmaterialen, mits dit niet tot natuurdegradatie leidt.
“Een deel van de landbouwgrond wordt omgevormd tot natuur. Eigenaars worden gecompenseerd voor de verandering en bestemming van de grond.”
“Wanneer het aantal dieren in de veehouderij krimpt, komt er landbouwgrond vrij voor onder meer natuur, maar ook voor bio-based productie, zoals de teelt van vlas, hennep, stro, lisdodde, olifantsgras en hout (productiebossen). We stellen daarbij als voorwaarde dat bio-based productie niet tot natuurdegradatie leidt.”
De partij wil dat boeren een eerlijke prijs krijgen voor hun producten en dat vervuilende landbouwpraktijken worden belast. Subsidies worden gericht op biologische, plantaardige productie en daarna afgeschaft.
“Het de-vervuiler-betaalt-principe gaat ook voor de landbouw gelden. Er komt een heffing op de uitstoot van stikstofverbindingen en broeikasgas.”
“Boeren en tuinders krijgen de mogelijkheid om zich samen sterk te maken voor een eerlijke inkoopprijs voor hun product. Ook komt er een eerlijke-prijs-bewijs: tussenhandelaren, supermarkten en andere retailers moeten aantonen dat zij een faire inkoopprijs betalen aan de boer.”
De PvdD wil dat Nederland stopt met het exporteren en stimuleren van industriële landbouwsystemen, landbouwgif en veehouderijmodellen in het buitenland.
“Nederland stopt per direct met het stimuleren en exporteren van systemen en producten voor industriële landbouw zoals slachterijen, megastallen en landbouwgif.”
“De export van veehouderijsystemen die in Nederland zelf niet zijn toegestaan wordt in ieder geval per direct verboden. Ook landbouwgif en andere chemicaliën die hier verboden zijn, mogen niet meer worden geëxporteerd.”
De SP kiest voor een landbouw die in balans is met natuur, klimaat en het platteland, met nadruk op kleinere, gezinsbedrijven en regionale kringlopen. Ze willen minder dieren per hectare, afbouw van kunstmest en landbouwgif, en eerlijke prijzen voor boeren. Grote agroconcerns en banken moeten meebetalen aan de transitie, terwijl jonge en duurzame boeren juist worden ondersteund.
De SP wil de intensieve veehouderij terugdringen door het aantal dieren per hectare te beperken, kunstmest en landbouwgif af te bouwen, en technologische schijnoplossingen te stoppen. Dit moet zorgen voor gezondere bodems, meer biodiversiteit en een toekomstbestendige landbouw.
“We kiezen voor duidelijke en eerlijke grenzen aan het aantal dieren per hectare. De maximumgrens gaat omlaag, van twee naar 1,5 grootveeeenheid per hectare. Kunstmest en landbouwgif worden afgebouwd, mestvergisting en andere mislukte technologische trucs worden gestopt.”
“Grondgebonden landbouw met oog voor klimaat en bodem. We schakelen om naar landbouw die werkt mét de natuur. Minder kunstmest, minder gif, minder dieren per hectare.”
“Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen wordt zo snel mogelijk afgebouwd. Glyfosaat wordt verboden.”
De SP wil dat boeren een eerlijke prijs krijgen voor hun producten en dat subsidies en steun vooral naar duurzame, gezinsbedrijven gaan. Grote ketenpartijen en banken moeten meebetalen aan de omslag, terwijl jonge en startende boeren toegang tot grond krijgen.
“Eerlijke voedselprijzen zorgen ervoor dat boeren kunnen leven van hun werk.”
“Landbouwsubsidies worden volledig ingezet voor omschakeling naar duurzame en biologische landbouw. Omschakelaars krijgen de eerste jaren financiële steun.”
“Er komt een Publiek Landfonds dat landbouwgrond opkoopt en beschikbaar stelt aan jonge en startende boeren die willen werken aan een circulaire en duurzame landbouw.”
De SP wil af van grootschalige exportgerichte landbouw en de import van veevoer, kunstmest en biobrandstof. In plaats daarvan moet de landbouw gericht zijn op Nederland en buurlanden, met sterke regionale ketens en gesloten kringlopen.
“We kiezen voor kleinere, duurzame bedrijven in plaats van grootschalige export en bioindustrie.”
“We stoppen met de grootschalige import van veevoer, kunstmest en biobrandstof. Zo voorkomen we tropische ontbossing en versterken we juist wereldwijd de lokale voedselproductie.”
“In plaats daarvan bevorderen we regionale kringlopen, met minder mest, minder kunstmest en minder import van veevoer.”
De SP wil dat de overheid actief ingrijpt op de grondmarkt en de macht van supermarkten en banken in de voedselketen beperkt. Grond moet in handen blijven van boeren en gemeenschappen, niet van speculanten of grote investeerders.
“De overheid grijpt actief in op de grondmarkt, zodat gronden beschikbaar blijven voor boeren die duurzaam en in balans met hun omgeving willen werken.”
“Speculatie op landbouwgrond door banken, pensioenfondsen en buitenlandse investeerders wordt verboden. Dit zogenoemde land grabbing maken we een einde aan, zodat grond in handen blijft van boeren en gemeenschappen.”
“De Autoriteit Consument en Markt (ACM) krijgt extra bevoegdheden om de inkoopmacht van supermarkten te begrenzen en minimumprijsafspraken te bekrachtigen zodat boeren een kostendekkende, eerlijke prijs ontvangen.”
De PVV wil de Nederlandse landbouwsector ruim baan geven door Europese en nationale milieuregels sterk te versoepelen, het aantal Natura 2000-gebieden te verminderen en boeren te beschermen tegen gedwongen uitkoop. De partij stelt dat voedselzekerheid en het belang van de boer voorop moeten staan, en ziet stikstofregels als het grootste probleem voor de sector. Concrete voorstellen zijn onder meer het legaliseren van PAS-melders, het schrappen van kritische depositiewaarden en het invoeren van een keurmerk voor Nederlandse landbouwproducten.
De PVV vindt dat de landbouwsector onnodig wordt belemmerd door strenge stikstof- en natuurbeschermingsregels, opgelegd door zowel de EU als Nederland zelf. De partij wil deze regels versoepelen, het aantal Natura 2000-gebieden verminderen en de kritische depositiewaarden uit de wet halen, zodat boeren meer ruimte krijgen om te produceren.
“Landbouw, woningbouw en wegenbouw zitten klem, omdat Nederland veel te veel Natura 2000-gebieden heeft aangewezen én zichzelf veel te strenge stikstofdoelen heeft opgelegd.”
“Wij zijn er helemaal klaar mee. Nederland behoort tot de grootste nettobetalers van de EU! Dus wat ons betreft slaan we in Brussel met de vuist op tafel en eisen we versoepeling van de regels – van de Vogel- en de Habitatrichtlijn tot en met de verplichte emissiereductie. Ook willen we het aantal gebieden met een Natura 2000-status verminderen – of gebieden verkleinen.”
“Kritische depositiewaarden uit de wet”
“Rekenkundige ondergrens voor stikstof ophogen”
De PVV is fel tegenstander van het gedwongen uitkopen of onteigenen van boeren en wil dat boeren de zekerheid krijgen dat hun bedrijf kan blijven bestaan. Dit standpunt is een reactie op overheidsmaatregelen die boeren zouden kunnen dwingen hun bedrijf te beëindigen vanwege milieudoelen.
De partij wil dat boeren die onder het Programma Aanpak Stikstof (PAS) vallen en nu in onzekerheid verkeren, onmiddellijk worden gelegaliseerd. Dit moet de onzekerheid en stilstand voor deze groep boeren wegnemen.
De PVV stelt dat de nationale voedselvoorziening op één moet staan en wil de positie van Nederlandse boeren versterken door een vrijwillig keurmerk voor producten van eigen bodem te introduceren. Hiermee wil de partij de concurrentiepositie van Nederlandse landbouwproducten verbeteren en de consument stimuleren om lokaal te kopen.
“Laat boeren en tuinders doen waar zij goed in zijn; zet onze nationale voedselvoorziening op 1!”
“Voor Nederlandse producten introduceren we het vrijwillige keurmerk Promotie van Vaderlands Voedsel (PVV).”
“Boerderijwinkels – met melktap, kaasautomaat etc. – zijn goed voor de boer én stimuleren de consument om mooie, gezonde lokale producten te kopen. De PVV wil vrije verkoop voor boerderijwinkels – vrijgesteld van onnodige regeldruk, registraties en btw-heffingen.”
De ChristenUnie wil de landbouw extensiever, duurzamer en meer in balans brengen met natuur en omgeving, met een sterke focus op kringlooplandbouw en het belonen van boeren voor natuur- en landschapsbeheer. Ze pleiten voor minder veevoerimport, minder chemische middelen, meer grondgebondenheid en bedrijfsspecifieke doelsturing in plaats van generieke regels. Boeren krijgen een centrale rol als landschapsbeheerders, met passende vergoedingen en ondersteuning bij verduurzaming.
De ChristenUnie wil af van intensieve landbouw en streeft naar een sector die in balans is met natuur en omgeving, met minder import van veevoer en een gesloten kringloopsysteem. Dit moet leiden tot minder milieudruk, meer biodiversiteit en een eerlijker verdienmodel voor boeren.
“De ChristenUnie streeft naar een gebalanceerde landbouwsector: extensiever en met meer oog voor de natuur. Krimp van de veestapel gaat daarbij gepaard met een passend hernieuwd verdienmodel voor de boer.”
“Om deze te dempen, streven we voor alle diersectoren naar een beter sluitend kringloopsysteem van mest, gewas, voer, voedsel en restproducten. Dat houdt ook in dat we veel minder veevoer uit bijvoorbeeld Zuid-Amerika gaan importeren.”
Boeren worden gezien als beheerders van het landschap en moeten structureel beloond worden voor hun bijdrage aan natuur, biodiversiteit en dierenwelzijn. De partij wil extra middelen uittrekken voor agrarisch natuurbeheer en langjarige vergoedingen.
“Hier zetten we vol op in en trekken we extra middelen voor uit zodat natuur- en landschapsbeheer door boeren wordt uitgebreid en boeren een passende langjarige vergoeding ontvangen voor hun werk.”
“Boeren worden structureel beloond voor de extra prestaties op het gebied van milieu en dierenwelzijn.”
De ChristenUnie wil af van generieke middelvoorschriften en pleit voor doelsturing op bedrijfsniveau, waarbij boeren meer ruimte krijgen om zelf invulling te geven aan verduurzaming binnen gestelde normen. Dit moet innovatie en vakmanschap stimuleren.
“Er komt daarom zoveel mogelijk doelsturing in plaats van middelvoorschriften. Om de boer in zijn kracht te zetten, worden abstracte, landelijke doelen bedrijfsspecifiek gemaakt.”
“In plaats van bijvoorbeeld kalenderlandbouw... krijgt de boer zelf de ruimte om keuzes te maken die passen binnen de gestelde emissienormen.”
De partij wil een wettelijke norm voor de verhouding tussen productie en grond, zodat de melkveesector en andere dierlijke sectoren in balans komen met hun omgeving. Dit moet mestoverschotten tegengaan en samenwerking tussen sectoren bevorderen.
De ChristenUnie wil het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen fors terugdringen, met duidelijke reductiedoelen en snellere toelating van groene alternatieven. Er komt een gericht verbod op glyfosaat voor grasland.
GroenLinks-PvdA wil de landbouw in Nederland grondig hervormen door de veestapel te verkleinen, over te stappen op grondgebonden en biologische landbouw, en het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen sterk te beperken. De partij kiest voor een landbouw die de natuur respecteert, boeren eerlijk beloont voor natuurbeheer, en de productie afstemt op wat het land aankan. Exportgerichte, intensieve veehouderij wordt afgebouwd, terwijl duurzame, regionale en biologische landbouw wordt gestimuleerd.
GroenLinks-PvdA wil de veestapel fors verkleinen, vooral in exportgerichte sectoren, en de landbouw grondgebonden maken. Dit betekent dat het aantal dieren wordt afgestemd op de hoeveelheid lokaal geproduceerd veevoer en mestafzet, om zo de druk op natuur, klimaat en omgeving te verminderen.
“Wij kiezen voor een grondgebonden landbouw, waarbij het aantal landbouwdieren wordt aangepast aan de hoeveelheid veevoer die in de directe omgeving kan worden geproduceerd, en de hoeveelheid mest die daar kan worden uitgereden. Dat leidt onvermijdelijk tot een krimp van de veestapel. Sectoren die voor het overgrote deel produceren voor de export, moeten als eerste krimpen.”
“De jarenlange focus op schaalvergroting en intensivering heeft de natuur en boeren uitgeput. Het aantal boeren neemt af terwijl het aantal megastallen stijgt. Industriële landbouw is slecht voor ons klimaat, onze natuur, ons landschap, dierenwelzijn en onze gezondheid.”
De partij wil het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in de landbouw sterk beperken en biologische landbouw fors uitbreiden. Dit moet de gezondheid van mens en natuur beschermen en boeren helpen omschakelen naar duurzame productiemethoden.
“Voedsel van het land moet gezond zijn. Daarom komt er een verbod op chemische bestrijdingsmiddelen die schadelijk kunnen zijn. We verbieden per direct glyfosaat, PFAS-houdende bestrijdingsmiddelen en het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen bij lelieteelt.”
“Wij zetten daarom stevig in op uitbreiding van de biologische landbouw. We helpen boeren bij het omschakelen en geven hen een eerlijke vergoeding voor het beheren van ons landschap.”
Boeren moeten een eerlijke vergoeding krijgen voor hun rol als landschapsbeheerder. Overheden sluiten langjarige contracten af met boeren voor natuurbeheer, en Europese landbouwsubsidies worden ingezet om goede omgang met de natuur te belonen.
“Boeren krijgen een eerlijke vergoeding voor het landschapsbeheer, bijvoorbeeld als ze werken met teeltvrije zones, kruidenrijk grasland, natuurvriendelijke oevers, water- en CO₂-opslag, weidevogelbeheer of landschapselementen.”
“Overheden gaan daarom langjarige contracten aan met boeren en in Europa strijden we voor hoge milieunormen en voor Europese landbouwsubsidies die goede omgang met de natuur belonen.”
De partij wil de pachtregels hervormen zodat duurzame, langjarige pacht de norm wordt en jonge boeren meer perspectief krijgen. De overheid moet de regie nemen over de inzet van landbouwgrond voor het maatschappelijk belang.
“Met een nieuwe pachtwet keren we het tij. Langjarige, duurzame pacht wordt de standaard. We introduceren loopbaanpacht die jonge agrarische ondernemers perspectief geeft.”
“Grond is duur en schaars in Nederland. Daarom moet de overheid regie voeren om die grond in te zetten voor het grootste maatschappelijke belang.”
De landbouwproductie wordt afgestemd op wat het land aankan, met minder dieren per hectare en een focus op circulaire, regionale ketens. Exportgerichte productie wordt ontmoedigd.
“We kiezen voor circulaire landbouw, waarbij we landbouw aanpassen op wat het land aankan. Dat betekent minder dieren per hectare en strenge regels voor schadelijke bestrijdingsmiddelen.”
“Een groot deel van het geproduceerde eten exporteren we naar het buitenland, terwijl wij met de vervuiling blijven zitten.”
JA21 staat pal achter de Nederlandse landbouwsector en verzet zich tegen gedwongen uitkoop van boeren, onrealistische Europese normen en symboolpolitiek. De partij pleit voor een voorspelbaar, langetermijn landbouwbeleid gericht op technologische innovatie, voedselzekerheid en regionale maatwerkaanpak, waarbij boeren ruimte krijgen om te investeren en vrijwillige regelingen worden gestimuleerd.
JA21 verzet zich fel tegen het gedwongen uitkopen van boeren en pleit voor pragmatische, werkbare oplossingen die boeren perspectief bieden. De partij ziet het huidige beleid als kostbaar en ineffectief voor natuurherstel en wil alternatieven die rechtszekerheid en economische ruimte bieden.
JA21 wil een stabiel landbouwbeleid dat boeren zekerheid biedt en ruimte geeft voor technologische innovatie. De partij benadrukt het belang van voedselzekerheid, investeringsruimte voor boeren en het versnellen van toelating van nieuwe gewasbeschermingsmiddelen.
JA21 pleit voor regionale maatwerkaanpak, agrarisch natuurbeheer en vrijwillige extensivering- en beëindigingsregelingen nabij Natura2000-gebieden, in plaats van generieke, landelijke maatregelen.
“Het fundament van eventuele nieuwe plannen dient gericht te zijn op regionale maatwerkaanpak, agrarisch natuurbeheer, haalbare natuurdoelen en de herijking van Natura2000-gebieden.”
“Wij kiezen voor een bredere inzet van technologische innovaties, fiscale regelingen die bijdragen aan een solide voedselproducerende sector, gecombineerd met vrijwillige extensivering- en beëindigingsregelingen nabij Natura2000-gebieden.”
JA21 wil biologische landbouw stimuleren als onderdeel van een toekomstbestendige sector.
“Biologische landbouw stimuleren.”
JA21 ziet landbouw en natuur als elkaar versterkende partners en benadrukt de bijdrage van boeren aan biodiversiteit en landschapskwaliteit.
“Landbouw en natuur zijn hiermee geen tegenpolen, maar elkaar versterkende partners in een buitengewoon kostenefficiënt systeem.”
De VVD wil de landbouwsector toekomstbestendig maken door boeren meer ondernemerschap en duidelijkheid te geven, met minder knellende regels en meer doelsturing op bedrijfsniveau. De partij zet in op innovatie, verduurzaming en behoud van de internationale koppositie van de Nederlandse landbouw, met concrete voorstellen zoals afrekenbare doelen, sectorale emissieplafonds en ruimte voor technologische vernieuwing. Tegelijkertijd wil de VVD de agrarische sector laten bijdragen aan milieudoelen, maar met oog voor werkbaarheid en economische kracht.
De VVD wil af van generieke, beperkende regels en kiest voor doelsturing op bedrijfsniveau, waarbij boeren zelf bepalen hoe ze aan milieudoelen voldoen. Dit moet ondernemerschap stimuleren en de effectiviteit van milieubeleid vergroten.
“We gaan de handen ineenslaan met het bedrijfsleven om over te gaan op afrekenbare doelen en metingen op bedrijfsniveau. Doelen op het gebied van bodemvruchtbaarheid en waterkwaliteit worden het uitgangspunt van ons bemestingsbeleid, waarbij voor waterkwaliteit ook gekeken wordt naar de vervuilingsbron. Op het moment dat doelsturing aantoonbaar tot resultaat leidt, schaffen we middelvoorschriften af.”
“De boer aan het roer: Op basis van een nationaal stikstofemissieplafond krijgen landbouwbedrijven een reductiedoelstelling met afrekenbare normen per hectare of per dier. Agrarische ondernemers worden dan niet meer afgerekend op modelmatig berekende neerslag, maar kunnen hun emissies monitoren en krijgen de ruimte om te voldoen aan een heldere doelstelling op een manier die past bij hun bedrijf.”
De VVD wil sectorale emissieplafonds invoeren en innovatie belonen, zodat de landbouwsector op een werkbare manier kan verduurzamen zonder economische schade. Innovatie en technologische vooruitgang zijn volgens de VVD essentieel voor het behoud van de internationale koppositie.
“We gaan per sector sturen op emissies zodat alle sectoren evenredig bijdragen, bijvoorbeeld met elektrificatie, technische innovatie of extensivering.”
“We gaan bezien hoe we vrijwillige en extra emissiereducties kunnen belonen. Bij vergunningverlening is het principe van de Beste Beschikbare Technieken (BBT) leidend.”
“We kijken met optimisme naar ontwikkelingen zoals precisiefermentatie, kweekvlees en nieuwe genomische technieken zoals CRISPR-Cas. Maar de rigide toelatingsprocedures in de EU zorgen voor deze novel foods voor enorme belemmeringen. De overheid moet er alles aan doen om dit te stroomlijnen, bijvoorbeeld door aan te dringen op een speciale procedure voor start-ups.”
De VVD wil toewerken naar een grondgebonden melkveehouderij en productierechten voor andere diersoorten, om kringlopen te sluiten en milieudruk te verminderen.
“We gaan binnen een werkbare periode toewerken naar een balans met voldoende grasland. Waarbij bedrijven op eigen grond of in samenwerkingsverband met akkerbouwers hun ruwvoer telen en mest afzetten, met ruimte voor kunstmestvervangers. De omvang van de melkveehouderij wordt de maatstaf voor de kalverhouderij. Ook voor andere diersoorten komen productierechten.”
De VVD benadrukt het belang van de Nederlandse landbouw als wereldspeler en exporteur van kennis, producten en innovatie, en wil deze positie behouden en versterken.
“Vanwege onze vruchtbare grond en dankzij onze boeren, ondernemers, bedrijven en kennisinstellingen zoals de Wageningen Universiteit hebben wij een internationale voortrekkersrol als het gaat om efficiënte en technologisch geavanceerde voedselproductie. Het belang daarvan mogen we niet onderschatten, zeker niet in een tijd van inflatie en geopolitieke onrust.”
“De agri-producten, kennis en innovatiekracht van onze agrarische sector zijn een belangrijk exportproduct, zeker met het oog op de groeiende wereldbevolking.”
50PLUS is trots op de Nederlandse landbouwsector en wil een goed toekomstperspectief voor jonge boeren, waarbij innovatie, voedselzekerheid en natuurherstel centraal staan. Ze pleiten voor een landbouwbeleid dat niet strenger is dan in buurlanden en benadrukken het belang van een gelijk speelveld binnen Europa. Concrete voorstellen richten zich op het ondersteunen van boeren die vernieuwen en het voorkomen van extra nationale regels bovenop Europese afspraken.
50PLUS waardeert de Nederlandse boerenstand en ziet de landbouw als een belangrijke exportsector. Ze willen jonge ondernemers in de agrarische sector een goed toekomstperspectief bieden, met aandacht voor innovatie, voedselzekerheid en natuurherstel.
“50PLUS is trots op de Nederlandse boerenstand en de geweldige sectoren die zij hebben opgebouwd. Onze hele samenleving profiteert mee van deze exportsector. Onze agrariërs hebben de hele wereld laten zien hoe je maximale productie haalt uit een minimale hoeveelheid grond. Wij willen bijdragen aan een goed perspectief voor de jonge ondernemers in de agrarische sector in Nederland.”
“We kiezen voor: • Boeren die vernieuwen en bijdragen aan voedselzekerheid en natuurherstel.”
50PLUS wil dat het Nederlandse landbouwbeleid niet verder gaat dan de regels die in omliggende landen gelden, om de concurrentiepositie van Nederlandse boeren te beschermen.
“Een Nederlands landbouwbeleid dat niet strenger is dan dat van onze buurlanden.”
De partij pleit voor gelijke regels binnen Europa en verzet zich tegen aanvullende nationale regelgeving die verder gaat dan Europese afspraken, om een gelijk speelveld te waarborgen.
“Dezelfde regels voor iedereen binnen Europa. Dus geen nationale CO2-heffingen en geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”
DENK erkent het belang van natuurbehoud en ziet het verminderen van stikstofuitstoot als essentieel voor de landbouwsector. De partij wil inzetten op vrijwillige uitkoopregelingen voor boeren, innovatie in de landbouw stimuleren en strengere regels voor dierenwelzijn en het gebruik van schadelijke stoffen invoeren.
DENK wil de stikstofuitstoot terugdringen om natuur en leefomgeving te beschermen. De partij kiest primair voor vrijwillige uitkoopregelingen voor boeren, maar sluit gedwongen uitkoop als uiterste middel niet uit. Dit beleid is gericht op het halen van milieudoelen en het verbeteren van de balans tussen landbouw en natuur.
“Handhaving van de doelen om de stikstofuitstoot te verminderen. Wij gaan inzetten op vrijwillige uitkoopregelingen in de landbouw, waarbij als ultimum remedium gedwongen uitkoop niet door ons wordt uitgesloten.”
DENK wil vergroening van de landbouw stimuleren door bewezen en effectieve innovaties te ondersteunen. Daarnaast pleit de partij voor strengere regels en meer investeringen in dierwaardigere bedrijven, evenals een sneller verbod op schadelijke stoffen en bestrijdingsmiddelen.