D66 onderscheidt zich van Volt door een sterk nationale focus op gelijke kansen, klimaatbeleid en sociale zekerheid, met nadruk op pragmatische, haalbare stappen en behoud van nationale regie. D66 kiest voor concrete maatregelen zoals het verhogen van de basisbeurs, halvering van de stikstofuitstoot in 2030, en het versneld afbouwen van fossiele subsidies, terwijl Volt doorgaans verdergaande Europese integratie en radicalere systeemveranderingen voorstaat. De kern van D66’s visie is het combineren van sociale vooruitgang met realistische, stapsgewijze hervormingen binnen bestaande structuren.
D66 wil jongeren meer tijd geven om hun talenten te ontdekken door later te selecteren in het onderwijs en onderwijs op maat mogelijk te maken. Dit verschilt van Volt, dat pleit voor volledige afschaffing van vroege selectie en een Europees onderwijssysteem. D66 kiest voor verbetering binnen het huidige systeem met nationale regie.
“Kinderen en jongeren krijgen meer tijd om hun talent te ontdekken, doordat we later selecteren en onderwijs op maat écht laten werken.”
D66 committeert zich aan het halveren van de stikstofuitstoot in 2030 en het halen van de waterkwaliteitsdoelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water in 2027. Dit is concreter en ambitieuzer dan Volt, dat vooral inzet op Europese kaders en minder op nationale deadlines.
“D66 blijft gecommitteerd aan halvering van de stikstofuitstoot in 2030 en het halen van de waterkwaliteitsdoelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water in 2027.”
D66 wil sneller dan nu fossiele subsidies afbouwen en een vlaktaks invoeren voor energiebelasting, waarmee ze een nationale versnelling van de energietransitie nastreven. Volt pleit voor Europese afstemming en een Europees CO2-prijsmechanisme, terwijl D66 inzet op directe nationale maatregelen.
D66 kiest voor verhoging van de basisbeurs en het vastzetten van de rente op studieschulden, met specifieke aandacht voor mbo’ers. Volt wil het leenstelsel volledig afschaffen en pleit voor een Europees recht op gratis onderwijs, terwijl D66 inzet op nationale verbeteringen.
D66 wil het toeslagenstelsel vervangen door een individueel basisbedrag, gericht op eenvoud en bestaanszekerheid. Volt pleit voor een Europees basisinkomen, terwijl D66 kiest voor een nationale, uitvoerbare hervorming.
“Daarom gaat het toeslagenstelsel drastisch op de schop en komt er een individueel basisbedrag voor terug.”
D66 wil dat de rijksoverheid samen met regio’s de regie neemt over ruimtelijke ordening, met het principe ‘water en bodem sturend’. Volt wil meer Europese coördinatie en minder nationale versnippering, terwijl D66 juist nationale regie benadrukt.
De VVD positioneert zich als een partij die werkenden en de middenklasse centraal stelt, met een sterke nadruk op het laten lonen van werken en het beperken van herverdeling via belastingen en toeslagen. In tegenstelling tot Volt en D66, die beide meer inzetten op nivellering, sociale gelijkheid en Europese integratie, kiest de VVD expliciet voor minder nivellering, lagere lasten voor werkenden en behoud van nationale bevoegdheden. De VVD wil minder herverdeling, meer financiële prikkels voor werken, en is kritisch op verdere Europese integratie.
De VVD vindt dat werkenden altijd meer moeten profiteren dan niet-werkenden, en wil dit wettelijk vastleggen. Dit onderscheidt zich van Volt en D66, die meer inzetten op sociale gelijkheid en nivellering.
“We leggen in een Koopkrachtwet vast dat werkenden er ieder jaar in koopkracht méér op vooruit moeten gaan dan niet-werkenden.”
“De VVD perkt de Haagse herverdelingsmachine in. We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
De VVD is expliciet tegen verdere nivellering en wil de lasten voor de middenklasse verlagen, terwijl Volt en D66 juist meer herverdeling en nivellering nastreven.
“De VVD staat voor sterke publieke voorzieningen... Maar van elke belastingcent gaat steeds meer naar de zorg, uitkeringen en regelingen voor mensen die niet of weinig werken. Dit terwijl werkenden er te weinig op vooruitgaan. De middenklasse betaalt de rekening zodat de rest erop vooruitgaat, maar gaat er zelf veel minder op vooruit. Dat is niet alleen oneerlijk, het ondermijnt ook het draagvlak voor onze verzorgingsstaat.”
“We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
De VVD is kritisch op verdere overdracht van nationale bevoegdheden aan de EU en verzet zich tegen een federale Europese Unie, terwijl Volt en D66 juist voorstander zijn van meer Europese integratie en bevoegdheden op EU-niveau.
“Wij verzetten ons tegen een sluipende overdracht van nationale bevoegdheden en een federale glijbaan. Nationale bevoegdheden blijven leidend.”
“De VVD staat open voor een EU met meerdere snelheden, waarin coalities van gelijkgezinde landen... samen verder kunnen integreren op terreinen als defensie, veiligheid, innovatie of samen hardere afspraken kunnen maken op migratie.”
De VVD kiest ervoor om minder geld aan ontwikkelingssamenwerking te besteden en meer aan defensie, terwijl D66 en Volt doorgaans juist pleiten voor het versterken van internationale solidariteit.
“De VVD gaat mee met de huidige geopolitieke realiteit door te investeren in defensie en minder uit te geven aan ontwikkelingssamenwerking.”
De VVD is tegen referenda en wil een beperkte kiesdrempel, terwijl D66 en Volt juist voorstander zijn van meer directe democratie en burgerparticipatie.
Het DENK-programma bevat geen expliciete vergelijking tussen Volt en D66, maar biedt wel aanknopingspunten om verschillen te duiden. DENK benadrukt vooral het belang van sociale gelijkheid, bescherming van minderheden, en behoud van nationale soevereiniteit binnen Europese samenwerking. Concrete voorstellen richten zich op het versterken van bestaanszekerheid, het bestrijden van discriminatie, en het behouden van religieus en bijzonder onderwijs.
DENK onderscheidt zich door het expliciet verdedigen van het recht op religieus en bijzonder onderwijs, zonder extra belemmeringen voor nieuwe scholen. Dit contrasteert met Volt, dat artikel 23 wil moderniseren en religieuze invloed in het onderwijs wil beperken, en met D66, dat kritisch is op bijzonder onderwijs en meer nadruk legt op gelijke kansen en minder segregatie.
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
DENK is pragmatisch voor Europese samenwerking, maar hecht sterk aan nationale soevereiniteit en parlementaire zeggenschap. Dit verschilt van Volt, dat pleit voor een federale EU en meer macht naar Europa, en van D66, dat doorgaans pro-Europees is maar minder ver gaat dan Volt.
“Wij hechten aan het borgen van inspraak van ons nationale parlement bij EU regelgeving en hechten aan het behouden van onze soevereine zeggenschap over hoe ons land wordt bestuurd.”
“Wij zijn voor een hervorming van de EU waarbij het democratische gehalte van de EU wordt vergroot en er op het gebied van de rechtsstaat strenger gehandhaafd wordt op de vraag of landen binnen de EU zich gedragen conform de afspraken.”
DENK positioneert zich als de partij die het meest ambitieus is in het bestrijden van discriminatie en racisme, met concrete doelen en institutionele voorstellen. Dit is een sterker geprofileerd punt dan bij D66 en Volt, die beide ook tegen discriminatie zijn, maar minder vergaande en expliciete maatregelen voorstellen.
“Een discriminatiedeadline. Het wettelijke doel wordt dat in 2030 de ervaren discriminatie in de samenleving 0% is.”
“Antifascisme in de Grondwet. Nooit meer is nu: in de Grondwet wordt expliciet opgenomen dat Nederland het fascisme en extreemrechtse politiek afwijst en kiest voor een pluriforme rechtsstaat waarin iedereen gelijkwaardig is.”
DENK legt sterk de nadruk op het verhogen van het minimumloon, het verlagen van lasten voor lage en middeninkomens, en het aanpakken van armoede. Dit is doorgaans ambitieuzer en directer dan de voorstellen van D66 en Volt, die wel sociaal zijn maar minder vergaande herverdelingsmaatregelen voorstellen.
BIJ1 benadrukt dat het verschil tussen Volt en D66 vooral ligt in hun fundamentele visie op macht, democratie en sociale rechtvaardigheid. Waar Volt en D66 beiden progressief zijn, kiest BIJ1 radicaal voor bindende burgerinspraak, volledige democratisering van bedrijven en onderwijs, en het afschaffen van marktwerking in essentiële sectoren. Hun voorstellen zijn concreet gericht op het vergroten van directe invloed van burgers en werknemers, en het doorbreken van neoliberale structuren.
BIJ1 wil dat burgers via landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief meebeslissen over nieuwe wetten en regels, met een centrale en bindende rol bij grote politieke vraagstukken. Dit gaat verder dan de consultatieve of adviserende burgerfora die Volt en D66 voorstellen, en legt de macht direct bij de bevolking.
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
BIJ1 pleit voor verplichte werknemersraden in alle grote bedrijven, met gekozen vertegenwoordigers die niet alleen adviesrecht, maar ook vetorecht hebben over belangrijke besluiten. Dit is veel radicaler dan de medezeggenschap die Volt en D66 voorstaan, en geeft werknemers directe macht over bedrijfsvoering.
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
BIJ1 wil essentiële sectoren als zorg, openbaar vervoer en woningcorporaties volledig in publieke handen brengen, zonder winstoogmerk of marktwerking. Dit onderscheidt zich van Volt en D66, die marktwerking willen beperken of reguleren, maar niet volledig afschaffen.
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd.”
“Vervolgens werken wij aan concurrentie in het ov afschaffen door ov-bedrijven volledig te nationaliseren: de NS fuseert met alle andere personenvervoerders op het spoor en ProRail samen tot één overheidsdienst die verantwoordelijk is voor het hele Nederlandse spoornetwerk.”
“Woningcorporaties komen weer volledig onder controle van de overheid en maken we democratisch. Bewonerscommissies krijgen een vooraanstaande, bindende rol in het maken van de regels.”
BIJ1 wil al het onderwijs gratis maken en alle studieschulden van de ‘pechgeneratie’ volledig kwijtschelden. Dit gaat verder dan de plannen van Volt en D66, die vooral inzetten op het verlagen van collegegeld of het hervormen van het leenstelsel.
“We schaffen collegegeld af: al het onderwijs wordt gratis. Alle studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we volledig kwijt.”
BIJ1 wil dat universiteiten en hogescholen bestuurd worden door democratisch verkozen raden van medewerkers en studenten, met verplichte diversiteitsquota. Dit is veel ingrijpender dan de voorstellen van Volt en D66 voor meer inspraak of diversiteit.
“Dat gebeurt via democratisch verkozen raden van medewerkers en studenten, op centraal en facultair niveau. Elke instelling krijgt een diversiteitscommissie en er komen diversiteitsquota in alle onderwijs- en bestuurslagen in het theoretisch en wetenschappelijk onderwijs.”
Het NSC-verkiezingsprogramma bevat geen expliciete vergelijking tussen Volt en D66, maar benadrukt wel de noodzaak van een duidelijke keuze en onderscheid in politieke standpunten. NSC pleit voor meer regionale vertegenwoordiging, minder technocratie, en een grotere focus op de menselijke maat in beleid. Concrete voorstellen zijn onder andere het invoeren van een regionaal kiesstelsel en het beperken van de invloed van modellen en algoritmen in de besluitvorming.
NSC wil de band tussen kiezer en Kamerlid versterken door een regionaal kiesstelsel, wat een duidelijke breuk is met het huidige landelijke systeem dat D66 en Volt steunen. Dit voorstel adresseert het probleem van onvoldoende regionale vertegenwoordiging en het gevoel dat landelijke partijen te veel vanuit de Randstad opereren.
“We willen de band tussen kiezer en Kamerlid versterken door een regionaal kiesstelsel in te voeren met meervoudige kiesdistricten.”
“De overgebleven zetels worden zo toegewezen dat er sprake blijft van evenredige vertegenwoordiging. De zorgen en belangen van mensen uit alle delen van het gehele land worden zo beter gehoord in het parlement.”
NSC uit stevige kritiek op het technocratische karakter van beleid, waarbij modellen en abstracte cijfers leidend zijn. Dit contrasteert met de meer technocratische en op data gebaseerde benadering die vaak aan D66 en Volt wordt toegeschreven. NSC wil beleid dat meer aansluit bij de zorgen van burgers en minder afhankelijk is van modellen.
NSC wil een verplichte wetenschappelijke standaard en transparantie voor het gebruik van modellen en algoritmen door de overheid, inclusief periodieke toetsing en verplichte registratie. Dit is een concreet voorstel dat verder gaat dan de huidige praktijk en legt de nadruk op het voorkomen van discriminatie en onterechte profilering.
“We willen daarom een verplichte wetenschappelijke standaard voor het gebruik van modellen en algoritmen door de overheid. Deze standaarden moeten openbaar en navolgbaar zijn.”
“Algoritmische risicoprofilering moet periodiek onderworpen worden aan een kritische kwalitatieve en kwantitatieve toets om te voorkomen dat mensen gediscrimineerd worden of ten onrechte als fraudeur worden aangemerkt. Vastlegging in het algoritmeregister wordt verplicht.”
Volt onderscheidt zich van D66 door te pleiten voor fundamentele hervormingen van het politieke systeem, zoals het uitbreiden van de Tweede Kamer, het invoeren van parlementaire groepen, het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd naar 16 jaar, en het afschaffen van dubbelfuncties in de politiek. Volt is kritisch op bestaande instituties en wil meer directe burgerinvloed, maar wijst een bindend correctief referendum af. Hun voorstellen zijn gericht op het versterken van de democratie, het vergroten van representatie en het vernieuwen van politieke processen, waar D66 doorgaans kiest voor meer incrementele hervormingen.
Volt wil de Tweede Kamer fors uitbreiden om de representatie te verbeteren, een voorstel dat D66 niet in haar programma heeft staan. Dit is een structurele wijziging van het parlementaire systeem.
“We breiden de Tweede Kamer uit van 150 naar 250 zetels. Onze Tweede Kamer is namelijk te klein,”
Volt wil de stemgerechtigde leeftijd verlagen naar 16 jaar en een Derde Kamer (jongerenberaad) invoeren, wat verder gaat dan D66, die doorgaans 18 jaar als ondergrens hanteert.
“Daarom verlagen we de leeftijd dat je mag stemmen naar zestien jaar. We voeren een Derde Kamer in: een jongerenberaad dat wetten beoordeelt en de politiek adviseert.”
Volt wil een verbod op het stapelen van politieke functies, terwijl D66 hier geen expliciet standpunt over inneemt.
“Er komt een verbod op dubbelfuncties in de politiek. Op dit moment is het mogelijk om tegelijkertijd gemeenteraadslid, Provinciale Statenlid én Tweede Kamerlid te zijn. Volt vindt dat dit verboden moet worden.”
Volt stelt voor om parlementaire groepen in te voeren naar voorbeeld van het Europees Parlement, wat een andere benadering is dan het huidige Nederlandse systeem dat D66 niet wil veranderen.
“Daarom pleiten we voor de invoering van parlementaire groepen, naar voorbeeld van het Europees Parlement: samenwerkingsverbanden van fracties die samen ten minste vijf zetels vertegenwoordigen.”
Volt is expliciet tegen een bindend correctief referendum, terwijl D66 hier juist voorstander van is.
“Volt is tegen een bindend correctief referendum, waarmee nieuwe wetten achteraf kunnen worden teruggedraaid.”
Volt wil een pilot met digitaal stemmen voor Nederlanders in het buitenland, een concreet voorstel dat D66 niet zo expliciet benoemt.
“Daarom pleit Volt voor een kleinschalige pilot met digitaal stemmen voor een gecontroleerde groep Nederlanders in het buitenland.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma