50PLUS richt zich primair op de belangen van ouderen en vergelijkt haar plannen kritisch met andere partijen, waarbij ze pleit voor concrete, onderscheidende maatregelen op het gebied van inkomen, wonen, zorg, migratie en economie. Hun voorstellen zijn vaak gericht op het beschermen van verworven rechten (zoals AOW en pensioenen), het tegengaan van leeftijdsdiscriminatie, en het waarborgen van betaalbare en toegankelijke voorzieningen voor ouderen. In vergelijking met VVD, D66, CDA en JA21 positioneert 50PLUS zich als de partij die expliciet kiest voor ouderenbelangen en structurele correcties op beleid dat volgens hen te veel gericht is op symboolpolitiek of lastenverzwaring.
50PLUS onderscheidt zich door een harde lijn te trekken rond het behoud en de verbetering van de AOW en pensioenen, in tegenstelling tot andere partijen die volgens hen minder expliciet deze rechten beschermen. Dit is een kernpunt waarmee ze zich afzetten tegen partijen als VVD, D66, CDA en JA21, die niet dezelfde garanties bieden.
50PLUS verzet zich tegen nationale koppen op Europese regelgeving, met name op het gebied van klimaat en economie. Ze stellen dat andere partijen (zoals D66 en VVD) te vaak kiezen voor extra nationale regels, wat volgens 50PLUS de concurrentiepositie van Nederland schaadt.
In tegenstelling tot partijen als D66 en VVD, die volgens 50PLUS een minder restrictief migratiebeleid voeren, kiest 50PLUS voor strenge beperking van migratie, duidelijke verantwoordelijkheden voor werkgevers en onderwijsinstellingen, en het afkopen van AOW-rechten bij vertrek.
“50PLUS kiest voor een streng migratiebeleid dat onderscheid maakt tussen vormen van migratie en voorkomt dat systemen overbelast raken.”
“Arbeidsmigranten en studenten die tijdelijk in Nederland wonen, bouwen tijdens hun verblijf hier AOW-rechten op. 50PLUS wil dat deze AOW-rechten worden afgekocht bij vertrek uit Nederland.”
“Bij arbeidsmigratie dient de verantwoordelijkheid mede bij de werkgevers gelegd te worden. Bij studiemigratie zijn de universiteiten en hogescholen medeverantwoordelijk.”
Waar andere partijen vooral inzetten op algemene woningbouw, legt 50PLUS de nadruk op bouwen voor ouderen en het bevorderen van doorstroming, zodat ook jongeren profiteren van een betere woningmarkt.
“Meer bouwen voor 50-plussers.”
“Bouwen voor oud is de komende jaren de oplossing voor woningnood onder jongeren.”
“Als ouderen kunnen doorstromen naar geschikte, levensbestendige en betaalbare huisvesting op de juiste locaties, dan kan de bestaande woningvoorraad efficiënter worden benut.”
50PLUS bekritiseert de neiging van andere partijen tot symboolpolitiek, vooral op het gebied van klimaat en energie, en pleit voor beleid dat daadwerkelijk effectief is en de welvaart beschermt.
50PLUS wil een einde maken aan leeftijdsdiscriminatie in het belastingstelsel, iets waar andere partijen volgens hen te weinig aandacht aan besteden.
In tegenstelling tot partijen die volgens 50PLUS te veel uitgeven zonder resultaat, pleiten zij voor een breed consolidatiepakket en het opsporen van verspilling en fraude.
“Een topteam ambtenaren en ondernemers onderzoekt alle overheidsuitgaven van alle ministeries op effectiviteit met als doel ten minste 10 miljard euro aan fraude, verspilling en ondoelmatigheden op te sporen aan de uitgavenkant van de collectieve sector.”
“Besparing van, per saldo, 5 miljard op fraude, verspilling en ondoelmatigheden binnen het woud van belastingfaciliteiten.”
DENK vergelijkt zichzelf expliciet met andere partijen en positioneert zich als tegenpool van VVD, D66, CDA en JA21, die volgens DENK verantwoordelijk zijn voor het mogelijk maken van een extreemrechtse regering. DENK benadrukt haar unieke inzet tegen discriminatie, armoede en uitsluiting, en stelt dat alleen DENK consequent opkomt voor gelijke rechten en bestaanszekerheid. Concrete voorstellen zijn onder meer het verhogen van het minimumloon, het bouwen van meer betaalbare woningen en het bestrijden van discriminatie.
DENK stelt dat VVD, D66, CDA en JA21 de opkomst van extreemrechts mogelijk hebben gemaakt en zich onvoldoende inzetten tegen discriminatie en uitsluiting. DENK positioneert zichzelf als de enige partij die vanaf het begin consequent oppositie voert tegen deze ontwikkeling en pleit voor een duidelijke breuk met het beleid van deze partijen.
“Discriminatie is met de komst van het extreemrechtse kabinet Schoof doorgedrongen tot in de regering zelf. De politieke partijen die deze regering mogelijk hebben gemaakt hebben een gevaarlijke weg geopend van de normalisatie van het fascistische gedachtegoed van Wilders.”
“Want het is alleen DENK dat zich vanaf het begin consequent heeft verzet tegen de extreemrechtse regering.”
“DENK is dé verzekeringspolis voor de bescherming van jouw rechten. De bestrijding van discriminatie en de strijd tegen extreemrechts is waarom wij zijn opgericht.”
DENK stelt dat het beleid van VVD, D66, CDA en JA21 heeft geleid tot grotere ongelijkheid en bestaansonzekerheid. DENK kiest voor verhoging van het minimumloon, verlaging van de BTW en meer investeringen in armoedebestrijding, in tegenstelling tot de genoemde partijen.
“DENK wil dat het vergroten van de bestaanszekerheid en het bestrijden van armoede een topprioriteit wordt van de nieuwe regering. De verschillen tussen arm en rijk moeten worden verkleind.”
“Wij willen een eerlijk loon voor alle Nederlanders. Daarom zijn wij voor een verhoging van het minimumloon naar 18 euro per uur.”
“Wij willen dat de prijzen van boodschappen omlaag gaan. Dit doen wij door het nemen van prijsmaatregelen en het verlagen van de BTW.”
DENK bekritiseert het woningbeleid van VVD, D66, CDA en JA21 en stelt dat hun beleid heeft geleid tot een woningcrisis. DENK wil jaarlijks 100.000 woningen bouwen, een Rijkswoningbouwfonds oprichten en procedures versnellen.
“DENK wil dat de overheid alles op alles zet om het tekort aan woningen zo snel mogelijk op te lossen. Dit willen wij doen door: Wij willen sneller en meer bouwen. Het doel is om jaarlijks 100.000 woningen te bouwen.”
“Er komt een Rijkswoningbouwfonds waarin we meer geld reserveren om de bouw van betaalbare woningen te stimuleren.”
“De wachtlijsten voor sociale huurwoningen zijn asociaal lang. Nederlanders krijgen geen eerlijke start van hun leven. Het tekort aan woningen is misschien wel de grootste uitdaging van Nederlanders in het dagelijkse leven.”
DENK stelt dat andere partijen discriminatie onvoldoende bestrijden en pleit voor het meest ambitieuze maatregelenpakket ooit, inclusief een discriminatiedeadline en opname van antifascisme in de Grondwet.
“DENK wil het meest ambitieuze maatregelenpakket ooit om te zorgen voor de gelijke kansen van iedereen. Wij strijden tegen alle vormen van discriminatie en racisme...”
“Antifascisme in de Grondwet. Nooit meer is nu: in de Grondwet wordt expliciet opgenomen dat Nederland het fascisme en extreemrechtse politiek afwijst en kiest voor een pluriforme rechtsstaat waarin iedereen gelijkwaardig is.”
DENK wil meer democratische controle en transparantie, zoals een gekozen burgemeester, een Constitutioneel Hof en uitbreiding van de Tweede Kamer, waarmee het zich onderscheidt van de gevestigde partijen.
D66 onderscheidt zich door te kiezen voor ambitieuze, integrale oplossingen op het gebied van wonen, klimaat, democratie en Europa, waarbij samenwerking en gelijke kansen centraal staan. De partij wil onder andere tien nieuwe steden bouwen, de woningmarkt hervormen, klimaatdoelen versnellen en de democratie versterken door meer burgerparticipatie. D66 legt nadruk op duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid en een sterke Europese samenwerking, waarmee ze zich inhoudelijk duidelijk positioneert ten opzichte van VVD, CDA en JA21.
D66 kiest voor een grootschalige aanpak van het woningtekort door de bouw van tien nieuwe steden, vooral bij bestaande steden en ov-knooppunten, met aandacht voor voorzieningen en gemeenschapsvorming. Dit is een onderscheidend en concreet voorstel dat verder gaat dan de gebruikelijke woningbouwplannen van andere partijen.
“D66 wil tien nieuwe steden bouwen, vooral bij bestaande steden of kernen en bij grote ov-knooppunten. Dit doen we met respect voor de natuur. En met oog voor architectonische en stedenbouwkundige kwaliteit.”
“Wat als we weer durven dromen op de schaal van de Deltawerken of de Flevopolder? We creëren nieuw land tussen Amsterdam en Flevoland, als eerste stad van de tien.”
D66 wil de woningmarkt eerlijker maken door het belastingvoordeel van woningbezit af te bouwen, beleggers zwaarder te belasten en wettelijk vast te leggen dat bij nieuwbouw minstens 30% sociale huur komt. Dit beleid verschilt van partijen als VVD en JA21, die doorgaans minder ingrijpen in de woningmarkt.
“We bouwen het belastingvoordeel van woningbezit af en gaan beleggers meer belasten. Huurders krijgen meer bescherming en zeggenschap over verduurzaming.”
“We leggen wettelijk vast dat bij nieuwbouw in elke gemeente minstens 30% sociale huur komt, zodat gemeenschappen in wijken gemengd blijven.”
“We verkleinen de verschillen in fiscale voordelen tussen huurders en mensen met een koopwoning. Dit doen we onder andere via de afbouw van de hypotheekrenteaftrek, verlaging van het btw-tarief op nieuwbouw en aanscherping van het eigenwoningforfait voor de duurste huizen.”
D66 wil sneller en verder gaan dan de huidige klimaatdoelen, met 55% minder uitstoot in 2030, 90% in 2040 en klimaatneutraliteit in 2050, vastgelegd in de Klimaatwet. De partij kiest voor brede welvaart als uitgangspunt voor beleid, waarbij ook gezondheid en schone lucht meetellen, en investeert fors in groene energie en infrastructuur.
“In 2030 is er 55% minder uitstoot van broeikasgassen, in lijn met de door minister Jetten ingevoerde Klimaatwet. In 2040 is dat 90% minder, overeenkomstig met de doelstelling van de EU, en in 2050 is Nederland klimaatneutraal. Dit leggen we vast in de Klimaatwet.”
“We kiezen voor welvaart in de breedste zin, zoals ook je gezondheid en schone lucht meetellen en niet alleen economisch gewin.”
D66 wil de democratie vernieuwen door burgers continu meer invloed te geven, transparantie te vergroten en corruptie en belangenverstrengeling tegen te gaan. Dit participatieve en transparante model onderscheidt zich van partijen die meer vasthouden aan representatieve democratie.
“D66 wil mensen méér invloed geven op de beslissingen die hen aangaan. Niet iedere vier jaar, maar continu.”
“Transparantie is essentieel om te weten hoe we worden vertegenwoordigd en of participatie werkt. Corruptie of belangenverstrengeling zijn ook in Nederland een risico. Openheid moet daarom de norm.”
D66 pleit voor een krachtiger en meer geïntegreerd Europa, met gezamenlijke investeringen in publieke goederen, een verdubbeling van de Europese begroting en meer uniforme regelgeving. Dit Europese federalisme onderscheidt zich duidelijk van de meer eurosceptische of behoudende benadering van VVD, CDA en vooral JA21.
“D66 wil vaker één gezamenlijke Europese regel die overal geldt: de verordening.”
“D66 wil jaarlijks €750 tot €800 miljard euro extra aan Europese investeringen. Dat financieren we met gezamenlijke leningen.”
“Met een Europese begroting die twee keer zo groot is, kunnen we samen écht een veranderende wereld aan.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) kiest voor een radicaal andere koers dan VVD, D66, CDA en JA21, door welzijn, natuur en dierenwelzijn centraal te stellen in plaats van economische groei. Hun programma legt de nadruk op structurele systeemverandering, met concrete voorstellen zoals het stoppen van de bouw van megadatacentra, het bouwen van woningen alleen op klimaatbestendige locaties, en het fors inkrimpen van de veestapel. PvdD onderscheidt zich door een integrale visie op wonen, natuur, energie en economie, waarbij brede welvaart en ecologische grenzen leidend zijn.
PvdD wijkt fundamenteel af van VVD, D66, CDA en JA21 door welzijn en ecologische grenzen centraal te stellen, in plaats van economische groei als uitgangspunt te nemen. Dit betekent dat beleid niet langer wordt beoordeeld op basis van het BBP, maar op brede welvaart en duurzaamheid.
“De Partij voor de Dieren is de enige politieke partij die welzijn boven welvaart plaatst. Het zit diep in ónze natuur om de belangen van het kwetsbare als beginpunt te nemen, en niet de belangen van de grootvervuilers, CEO’s en mensen met het meeste geld.”
“In plaats van het Bruto Binnenlands Product (BBP) maken we de Monitor Brede Welvaart leidend in beleid. De overheid stopt met rapporteren van economische groei.”
PvdD stelt strikte voorwaarden aan woningbouw, in tegenstelling tot partijen die vooral inzetten op versnelling van de bouw. Zij willen bouwen vermijden in risicogebieden en kiezen voor kwaliteit en duurzaamheid boven kwantiteit.
“Woningen bouwen we alleen op klimaatbestendige locaties. Laaggelegen polders onder zeeniveau zijn dat niet, zoals Rijnenburg nabij Utrecht.”
“De geschiedenis laat zien dat tijdelijke maatregelen – zoals versnelde bouw zonder kwaliteitsborging of integrale visie – woningtekorten niet structureel verhelpen.”
Waar andere partijen economische groei en digitalisering vaak vooropstellen, kiest PvdD voor een stop op de bouw van megadatacentra en distributiecentra om het landschap en energievoorziening te beschermen.
PvdD wil de veestapel fors inkrimpen en landbouwgrond teruggeven aan natuur en woningbouw, als structurele oplossing voor de stikstof- en biodiversiteitscrisis. Dit staat haaks op het beleid van VVD, CDA en JA21, die de landbouwsector grotendeels willen behouden.
“Omdat we veel minder veevoer hoeven te verbouwen, komt er enorm veel landbouwgrond vrij: bijna de helft van Nederland. Die grond kunnen we deels teruggeven aan de natuur, gebruiken om voedsel op te verbouwen voor mensen én om de woningen te bouwen die we zo hard nodig hebben.”
“Door het aantal dieren fors in te krimpen en met maatregelen voor de industrie, de luchtvaart en het verkeer, lossen we de stikstofcrisis wél op.”
PvdD verzet zich tegen het behandelen van woningen als beleggingsobjecten en wil minimaal 40% sociale huur bij nieuwbouw, in tegenstelling tot partijen die marktwerking centraal stellen.
PvdD kiest ervoor om huishoudens en publieke voorzieningen prioriteit te geven bij energieverdeling, en wil het energiegebruik halveren ten opzichte van 1990. Dit contrasteert met partijen die vooral inzetten op uitbreiding van het aanbod.
“Huishoudens krijgen voorrang. Plannen voor megadatacenters worden niet goedgekeurd, want ze gaan ten koste van stroom voor huishoudens en publieke voorzieningen zoals scholen.”
“In 2030 gebruikt Nederland 50% minder energie ten opzichte van 1990. Er komt een Nationaal Plan Energiebesparing.”
De VVD zet zich af tegen nivellering en kiest voor lagere lasten voor werkenden, minder regeldruk en een kleinere overheid die zich richt op kerntaken als veiligheid, economie en woningbouw. Hun beleid is gericht op het stimuleren van economische groei, het belonen van werk, het beperken van overheidsuitgaven en het centraal stellen van de werkende middenklasse. Concrete voorstellen zijn onder meer het verlagen van belastingen voor werkenden, het bouwen van meer woningen met minder regels, en het investeren in defensie in plaats van sociale zekerheid.
De VVD wil dat werken meer loont dan niet-werken en dat de lasten voor de middenklasse omlaag gaan. Ze verzetten zich tegen verdere nivellering en willen een simpeler belastingstelsel waarin werkenden altijd op één staan. Dit onderscheidt hen van partijen die nivellering of hogere lasten voor werkenden voorstaan.
“We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“We leggen in een Koopkrachtwet vast dat werkenden er ieder jaar in koopkracht méér op vooruit moeten gaan dan niet-werkenden.”
“Om werken meer te laten lonen willen we af van de doorgeslagen nivellering via toeslagen, aftrekposten en heffingskortingen.”
De VVD wil een kleinere, effectievere overheid die zich richt op kerntaken en minder regeldruk oplegt aan burgers en ondernemers. Dit betekent minder bureaucratie, het schrappen van onnodige regels en het verplichten van departementen om wet- en regelgeving te versimpelen.
“Met een deltaplan ‘ontregelen’ willen we de overheid doelmatiger en effectiever maken, beleid en uitvoering dichter bij elkaar brengen, minder regeldruk en af van doorgeslagen bureaucratie.”
“Met de Wet op regeldruk- en complexiteitsvermindering verplichten we alle departementen om per kabinetsperiode aantoonbaar wet- en regelgeving te schrappen of te versimpelen.”
De VVD wil de woningmarkt vlot trekken door meer woningen te bouwen, regels te schrappen en centrale regie te nemen. Ze stellen dat het belang van een eigen woning voor iedereen zwaarder weegt dan het behoud van bestaande regels of procedures.
“We gaan splitsen, optoppen, transformeren en vooral: bouwen, bouwen, bouwen. Een eigen woning voor iedereen is simpelweg belangrijker dan de aanwezigheid van een salamander of een hagedis.”
“We gaan flink schrappen in bouwregels en nemen maatregelen die de betaalbaarheid van koop- én huurhuizen vergroten. De rem op bouwen, transformeren en herbestemmen moet eraf. Dat vraagt om centrale regie.”
De VVD kiest ervoor om overheidsuitgaven te beperken in plaats van belastingen te verhogen. Investeringen gaan vooral naar veiligheid en defensie, terwijl er wordt bezuinigd op sociale zekerheid en zorg.
“Om dat te kunnen betalen, kiest de VVD voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen. Zo leggen we de rekening niet bij hardwerkende Nederlanders of ondernemers neer, maar bij de overheid zelf.”
“De VVD kiest voor investeren in onze veiligheid, van je eigen straat tot op mondiaal niveau. Dat betekent wel dat we keuzes zullen moeten maken in de zorg en de sociale zekerheid, zoals een kleiner basispakket, meer eigen bijdragen, een efficiënter zorgstelsel en een veel meer activerende sociale zekerheid.”
De VVD wil Europese samenwerking vooral inzetten voor veiligheid en economie, maar verzet zich tegen verdere overdracht van nationale bevoegdheden en een federale EU. Ze staan open voor een EU met meerdere snelheden en willen geen strengere nationale koppen bovenop EU-beleid.
“Wij verzetten ons tegen een sluipende overdracht van nationale bevoegdheden en een federale glijbaan.”
“De VVD staat open voor een EU met meerdere snelheden, waarin coalities van gelijkgezinde landen, zoals Nederland, Duitsland, Frankrijk en Scandinavische staten, samen verder kunnen integreren op terreinen als defensie, veiligheid, innovatie of samen hardere afspraken kunnen maken op migratie.”
“Dit betekent ook geen strengere nationale koppen bovenop EU-beleid.”
BVNL vindt dat de plannen van VVD, D66, CDA en JA21 onvoldoende zijn omdat deze partijen volgens BVNL vasthouden aan een te grote overheid, teveel macht bij de staat en supranationale organisaties, en te weinig ruimte voor individuele vrijheid en economische groei. BVNL pleit voor een kleinere overheid, forse verlaging van overheidsuitgaven, meer nationale soevereiniteit, een vlaktaks, het afschaffen van subsidies en klimaatbeleid, en het teruggeven van macht aan burgers en lokale gemeenschappen. Hun visie is klassiek-liberaal, economisch rechts en cultureel conservatief, met een sterke nadruk op individuele vrijheid en minder bemoeienis van de overheid.
BVNL onderscheidt zich van VVD, D66, CDA en JA21 door te pleiten voor een veel kleinere overheid, het schrappen van subsidies en adviesorganen, en het fors verminderen van overheidsuitgaven. Zij vinden dat de andere partijen te weinig doen aan bureaucratie en overheidsbemoeienis.
“BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
In tegenstelling tot VVD, D66 en CDA, die volgens BVNL te veel macht aan de EU en andere supranationale organisaties geven, wil BVNL dat Nederland weer soeverein wordt en zelf kan beslissen over beleid.
“BVNL wil dat Nederland weer soeverein wordt. We moeten stoppen met het overhevelen van zeggenschap naar ongekozen supranationale organen zoals de WHO, de EU, de VN en de NAVO.”
“De EU moet worden omgevormd tot een confederatie van samenwerkende landen, zoals de Europese Economische Gemeenschap (EEG) oorspronkelijk bedoeld was.”
BVNL kiest voor een radicaal eenvoudiger belastingstelsel met een vlaktaks, in tegenstelling tot de meer complexe systemen van VVD, D66, CDA en JA21.
“BVNL wil een vlaktaks invoeren van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000,-. Tegelijkertijd worden alle andere belastingen en toeslagen afgeschaft.”
BVNL verwerpt het klimaat- en stikstofbeleid waar VVD, D66 en CDA (deels) aan vasthouden, en wil deze per direct beëindigen.
BVNL vindt dat de macht te veel bij de staat ligt en wil deze teruggeven aan burgers en lagere overheden, in tegenstelling tot de centralistische benadering van de andere partijen.
BVNL wil directe democratie via een bindend referendum, iets waar de andere partijen niet of minder ver in gaan.
BIJ1 onderscheidt zich sterk van VVD, D66, CDA en JA21 door radicaal te kiezen voor vergaande democratisering van economie en samenleving, het nationaliseren van essentiële sectoren, en het centraal stellen van sociale rechtvaardigheid. Hun voorstellen zijn veel ingrijpender en collectiever dan de plannen van de genoemde partijen, met nadruk op gratis basisvoorzieningen, het afschaffen van marktwerking, en het vergroten van directe inspraak van burgers en werknemers. BIJ1 positioneert zich als alternatief voor het neoliberale beleid van VVD, D66, CDA en JA21.
BIJ1 wil werknemers directe macht geven over belangrijke bedrijfsbeslissingen, wat veel verder gaat dan de medezeggenschap die andere partijen voorstellen. Dit is een fundamenteel verschil met VVD, D66, CDA en JA21, die de zeggenschap bij aandeelhouders en directies laten.
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
Waar VVD, D66, CDA en JA21 marktwerking en private partijen een centrale rol geven, pleit BIJ1 voor volledige nationalisatie van zorg, openbaar vervoer en woningbouw, met gratis of betaalbare toegang voor iedereen.
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd.”
“Vervolgens werken wij aan concurrentie in het ov afschaffen door ov-bedrijven volledig te nationaliseren: de NS fuseert met alle andere personenvervoerders op het spoor en ProRail samen tot één overheidsdienst die verantwoordelijk is voor het hele Nederlandse spoornetwerk.”
“Een Nationaal Bouwbedrijf bouwt woningen voor mensen, niet voor winst. Zo zetten wij de projectontwikkelaars die weigeren om betaalbaar te bouwen, omdat ze alleen verdienen aan te dure koopwoningen, buitenspel.”
BIJ1 wil basisvoorzieningen als onderwijs en openbaar vervoer gratis maken en studieschulden kwijtschelden, in tegenstelling tot de andere partijen die (deels) vasthouden aan eigen bijdragen en marktwerking.
BIJ1 wil burgers bindende inspraak geven bij grote politieke besluiten, terwijl VVD, D66, CDA en JA21 vooral kiezen voor representatieve democratie en beperkte burgerparticipatie.
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
BIJ1 kiest voor maximale huurregulering, boetes en onteigening bij leegstand, en het terugpakken van grond van speculanten. Dit staat haaks op het beleid van VVD, D66, CDA en JA21, die marktwerking en eigendomsrechten centraal stellen.
“We zorgen dat huisjesmelkers niet méér huur aan jou kunnen rekenen dan eerlijk is, met bindende maximumprijzen voor elke woning. Te hoge huren maken we lager. Ook in de vrije sector, met terugwerkende kracht.”
“Wie een woning onnodig leeg laat staan, betaalt een boete van 2,8% van de WOZ-waarde per maand (100% van de waarde in 3 jaar). Na 3 jaar onteigenen (terugpakken) we de woning en wijzen die toe aan mensen om te wonen.”
“Kostbare bouw- en landbouwgrond hoort niet in handen van speculanten zoals ASR, die 46.000 hectare oppotten en dat gebruiken om de overheid te chanteren. Deze grond pakken we terug en gebruiken we voor de bouw van sociale woningen.”
De PVV beschouwt zichzelf als fundamenteel afwijkend van partijen als VVD, D66, CDA en JA21, en stelt dat hun beleid decennialang heeft geleid tot problemen als massa-immigratie, hoge lasten en verlies van nationale soevereiniteit. De PVV pleit voor een radicale koerswijziging met een totale asielstop, het schrappen van klimaatmaatregelen, verlaging van lasten voor burgers, en het terughalen van bevoegdheden uit Brussel. Hun visie is sterk nationalistisch, anti-EU, en gericht op het direct opzeggen van internationale verdragen en het beëindigen van wat zij zien als "links-liberale" politiek.
De PVV positioneert zichzelf expliciet tegenover VVD, D66, CDA en JA21, die zij verantwoordelijk houden voor het huidige beleid en de problemen in Nederland. De partij wijst hun aanpak af en kiest voor een eigen, harde lijn op immigratie, soevereiniteit en lastenverlichting.
“Het is het directe gevolg van decennialang wanbeleid, waarbij anti-Nederlandse keuzes zijn gemaakt.”
“Wij zijn er helemaal klaar mee. Klaar met overlastgevende asielzoekers, klaar met criminele niet-westerse allochtonen, klaar met vreemdelingen die van onze verzorgingsstaat profiteren – en klaar met de continue tegenwerking van politici die te laf zijn om voor de Nederlanders op te komen.”
“Want Nederland moet ophouden om telkens het braafste jongetje van de EU-klas te zijn.”
De PVV onderscheidt zich door te pleiten voor een totale asielstop en het opzeggen van internationale verdragen, waar andere partijen zoals VVD, D66, CDA en JA21 (in verschillende mate) vasthouden aan internationale verplichtingen en samenwerking.
De PVV verwerpt klimaatbeleid en kiest voor directe lastenverlichting, in tegenstelling tot partijen als D66 en VVD die klimaatmaatregelen steunen.
De PVV wil bevoegdheden en geld terughalen uit Brussel, terwijl VVD, D66 en CDA in verschillende mate Europese samenwerking steunen.
De PVV wil radicaal snijden in uitgaven aan ontwikkelingshulp en de EU, waar andere partijen deze uitgaven (deels) verdedigen.
“De PVV stopt ook met ontwikkelingshulp. Elk jaar maken we vele miljarden over naar Afrika. Ook willen we miljarden minder afdragen aan de Europese Unie.”
JA21 onderscheidt zich van VVD, D66 en CDA door te pleiten voor een kleinere, efficiëntere overheid, strenge beperking van migratie, meer nationale soevereiniteit (minder EU-invloed), en het herstellen van zeggenschap voor burgers via referenda. Hun kernvoorstellen zijn het fors beperken van migratie, het terugdringen van bureaucratie, het schrappen van Europese regels die Nederland beperken, en het centraal stellen van Nederlandse normen en waarden. JA21 positioneert zich als alternatief voor het beleid van de afgelopen kabinetten, dat zij als te links, bureaucratisch en internationaal gericht beschouwen.
JA21 wil migratie fors beperken en stelt dat migratie de belangrijkste oorzaak is van druk op de woningmarkt, verzorgingsstaat en nationale identiteit. Zij willen scherpe grenzen stellen, integratie afdwingen en internationale verdragen herzien, in tegenstelling tot VVD, D66 en CDA die minder vergaande maatregelen voorstellen.
“Migratie moet sterk beperkt worden, en migranten die Nederland wel opneemt moeten integreren. JA21 wil dus scherpe grenzen stellen aan migratie, hiermee ruimte creëren op de woningmarkt, de Nederlandse cultuur beschermen, en wil integratie afdwingen.”
“JA21 herziet de knellende internationale verdragen en legt de soevereiniteit over onze grenzen weer waar hij hoort: bij ons Nederlandse parlement.”
JA21 wil de invloed van de EU fors terugdringen en nationale soevereiniteit herstellen, waar D66 juist meer Europese samenwerking wil en VVD/CDA gematigder zijn. JA21 verzet zich tegen Brusselse regelgeving en pleit voor deregulering.
JA21 wil een kleinere overheid, minder bureaucratie en meer directe invloed van burgers via referenda, in tegenstelling tot de meer technocratische of centralistische benadering van VVD, D66 en CDA.
“De minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie krijgt duidelijke taken: in de eerste plaats het terugdringen van de sluipende groei van de bureaucratie en het stoppen van de steeds snellere groei binnen ministeries en andere overheidsinstanties.”
“JA21 wil invloed teruggeven aan de Nederlandse burger. Dat betekent dat burgers meer zeggenschap krijgen over grensbeleid, de totstandkoming van nieuwe wetten, en de manier waarop met (belasting)geld wordt omgegaan.”
JA21 stelt Nederlandse normen en waarden centraal en verzet zich tegen diversiteitsbeleid, institutioneel racismebeleid en religieuze invloed in de publieke ruimte, waar D66 en deels CDA juist meer nadruk leggen op inclusiviteit.
“Een einde aan de doorgeslagen en geldverslindende diversiteits- en inclusietrainingen bij de overheid.”
“Handhaving van de strikte scheiding tussen kerk en staat. Dus geen religieuze bijeenkomsten in de openbare ruimte en geen overheidsdienaren bij religieus gerelateerde bijeenkomsten.”
Het CDA pleit voor een fatsoenlijk en samenhangend Nederland, met nadruk op verantwoordelijkheid, vertrouwen en minder regels. Hun belangrijkste voorstellen richten zich op het versterken van de samenleving, het vereenvoudigen van regelgeving, investeren in regio’s en infrastructuur, en het beheersbaar maken van migratie. De kern van hun visie is dat de overheid niet alles kan oplossen, maar wat zij doet, moet goed en eerlijk zijn, met oog voor de gemeenschap en toekomstbestendige economie.
Het CDA wil landelijke basisregelingen en minder verschillen tussen gemeenten, zodat waar je woont niet bepalend is voor je kansen. Dit moet leiden tot meer gelijkheid en eenvoud in het sociale stelsel.
“We willen daarom in overleg met gemeenten komen tot vereenvoudiging en een basisniveau van gemeentelijke regelingen, met mogelijkheden voor maatwerk.”
Het CDA kiest voor investeringen in regio’s, infrastructuur en economische clusters om brede welvaart en woningbouw mogelijk te maken. Dit moet Nederland toekomstbestendig en bereikbaar houden.
“We investeren in leefbare steden en in de regio en zorgen voor goede bereikbaarheid met auto en trein. Zo maken we grootschalige woningbouw overal in Nederland mogelijk.”
“We investeren in de basis op orde. Veel bruggen, tunnels, viaducten, sluizen en spoorwegen naderen het einde van hun technische levensduur. Onderhoud, vervanging en renovatie daarvan is van groot belang om Nederland in beweging te houden.”
Het CDA wil de verantwoordingsdruk en regeldruk verminderen, en meer vertrouwen geven aan burgers, verenigingen en lokale initiatieven. Dit moet de beroepseer herstellen en de samenleving veerkrachtiger maken.
“We stoppen met de gedachte dat meer regels altijd leiden tot het maken van minder fouten. Onevenredige verantwoordingsdruk zorgt voor maatschappelijke schade, tast de beroepseer van mensen aan en dooft het plezier van vrijwilligers uit.”
Het CDA streeft naar beheersbare migratie via Europese samenwerking, migratieovereenkomsten en strengere asielprocedures. Dit moet de druk op Nederland verminderen en mensenrechten borgen.
“We sluiten vanuit de Europese Unie met zoveel mogelijk landen aan de Europese buitengrenzen migratieovereenkomsten af, gericht op het aanpakken van de onderliggende oorzaken van migratie, grensbewaking, het bestrijden van illegale mensensmokkel en het meewerken aan terugkeer van afgewezen asielzoekers.”
“We zijn voorstander van de maatregelen uit de Asielnoodmaatregelenwet waarin we kiezen voor tijdelijke asielvergunningen, gezinshereniging terugbrengen tot het kerngezin, de voornemenprocedure bij de IND afschaffen, uitbreiding van de ongewenstverklaring en de maatregelen die het stapelen van asielverzoeken onmogelijk maakt.”
Het CDA wil een toekomstgerichte economie door te investeren in innovatie, onderzoek en leven lang ontwikkelen. Ondernemerschap en regionale kracht staan centraal voor een welvarend Nederland.
“We willen ruimte geven aan innovatiekracht en ondernemerszin. Daarom investeren we in onderzoek, stimuleren we innovatie en versterken we onze regio’s. We investeren in mensen via leven lang ontwikkelen.”
GroenLinks-PvdA benadrukt dat hun visie en plannen fundamenteel verschillen van die van VVD, D66, CDA en JA21, omdat zij solidariteit en samenwerking centraal stellen in plaats van marktwerking en winst. Hun belangrijkste voorstellen richten zich op het herstellen van de verzorgingsstaat, het bouwen van meer sociale woningen, en het aanpakken van ongelijkheid. De kern van hun visie is dat vooruitgang voor iedereen alleen mogelijk is als de samenleving samenwerkt en niet kiest voor verdeeldheid of marktdenken.
GroenLinks-PvdA positioneert zich expliciet tegenover partijen als VVD, D66, CDA en JA21 door te stellen dat deze partijen kiezen voor marktwerking, terwijl zij juist kiezen voor solidariteit en publieke regie. Ze bekritiseren het beleid van voorgaande kabinetten, waarin marktwerking centraal stond, en presenteren hun eigen koers als een breuk daarmee.
“Opeenvolgende kabinetten kozen voor marktwerking in plaats van solidariteit. Als je de samenleving inricht als markt, komen niet mensen maar de winst centraal te staan.”
“De huidige toestand van ons land is geen natuurverschijnsel. Het is het gevolg van politieke keuzes.”
“Wij vinden dat het anders moet. Wij doorbreken de stilstand. Samen vooruit. Het moet anders. Samen staan we sterk genoeg en kunnen we alle uitdagingen aan. Maar dan moet het roer wel om in Nederland. Solidariteit is het antwoord.”
GroenLinks-PvdA stelt dat hun plannen gericht zijn op het bouwen aan een Nieuwe Verzorgingsstaat, waarin publieke belangen en collectieve voorzieningen weer centraal staan. Dit is een duidelijke tegenstelling met het beleid van partijen die volgens hen de verzorgingsstaat hebben uitgehold.
GroenLinks-PvdA noemt als concreet verschil dat zij fors willen investeren in sociale woningbouw en de regie hierover publiek willen maken, in tegenstelling tot partijen die meer aan de markt overlaten.
BBB vindt dat het vergelijken van plannen tussen partijen als VVD, D66, CDA en JA21 alleen zinvol is als er transparantie, financiële onderbouwing en uitvoerbaarheid centraal staan. Ze benadrukken het belang van CPB-doorrekeningen, maar zijn kritisch op de beperkingen van deze modellen en pleiten voor beleid dat verder kijkt dan alleen cijfers, met oog voor maatschappelijke meerwaarde en regionale verschillen.
BBB stelt dat het vergelijken van partijprogramma’s alleen waardevol is als plannen transparant, financieel onderbouwd en door het CPB doorgerekend zijn. Tegelijkertijd waarschuwen ze dat CPB-modellen tekortschieten op het gebied van uitvoerbaarheid en maatschappelijke effecten, waardoor een puur cijfermatige vergelijking tussen partijen als VVD, D66, CDA en JA21 beperkt is.
“Wij geloven in de kracht van cijfers, transparantie en financiële onderbouwing. Tegelijkertijd erkennen we dat de CPBmodellen op onderdelen tekortschieten: ze zijn vaak te abstract, houden onvoldoende rekening met uitvoerbaarheid en missen het zicht op bredere maatschappelijke opbrengsten.”
“De doorrekening van verkiezingsprogramma’s door het CPB is waardevol, maar niet zaligmakend. Het CPB werkt met gestileerde modellen die lang niet alle effecten in beeld brengen.”
“Juist in een tijd waarin sommige partijen de rekenmeesters willen negeren of blind bezuinigen, kiest BBB voor verantwoordelijkheid.”
BBB vindt dat het vergelijken van partijplannen niet alleen over begrotingscijfers moet gaan, maar vooral over de maatschappelijke meerwaarde en brede welvaart die plannen opleveren. Ze pleiten voor een financieel beleid dat niet alleen gericht is op efficiëntie, maar op welzijn en kansen voor iedereen.
“De financiële koers van Nederland moet weer gericht zijn op brede welvaart en op welzijn, niet op spreadsheet-efficiëntie alleen.”
“Financieel beleid is in onze visie geen doel op zich, maar een middel om mensen kansen en zekerheid te geven, overal in Nederland.”
BBB benadrukt dat beleid niet overal hetzelfde werkt en dat landelijke partijplannen (zoals van VVD, D66, CDA en JA21) vaak te uniform zijn. Vergelijkingen tussen partijen moeten rekening houden met regionale verschillen en maatwerk.
“Wat in de ene provincie werkt, kan in een andere provincie juist contraproductief zijn en andersom. Door uit te gaan van de kracht van een stad, dorp, streek of provincie, erken je ook de kracht van de mensen die er wonen en werken. Een algemeen beleid, bedacht vanuit Haagse torens, doet daar geen recht aan.”
FVD stelt dat het vergelijken van de plannen van VVD, D66, CDA en JA21 weinig zinvol is omdat deze partijen volgens FVD samen een "kartel" vormen met grotendeels vergelijkbare, gevestigde beleidskaders. FVD positioneert zichzelf als radicaal afwijkend, met voorstellen voor fundamentele koerswijzigingen op thema’s als immigratie, klimaat, democratie en soevereiniteit. Volgens FVD zijn de verschillen tussen de genoemde partijen minimaal vergeleken met hun eigen alternatieven, die zij als de enige echte breuk met het huidige beleid presenteren.
FVD betoogt dat VVD, D66, CDA en JA21 in de kern nauwelijks van elkaar verschillen en samen een gesloten machtsblok vormen dat vernieuwing tegenhoudt. Hierdoor is het volgens FVD niet zinvol hun plannen inhoudelijk te vergelijken, omdat ze dezelfde beleidsrichting vertegenwoordigen.
“In ons land vormen de gevestigde partijen een gesloten partijkartel. Een kleine groep bestuurders rouleert al decennia in dezelfde functies, schuift elkaar baantjes toe en schermt de macht af voor nieuw talent en frisse ideeën.”
“Kritiek op het klimaatbeleid, het stikstofbeleid of de macht van de EU wordt stelselmatig weggezet als ‘extreem’ of ‘ongefundeerd’, terwijl het in werkelijkheid gaat om serieuze vragen die miljoenen Nederlanders bezighouden. Het kartel noemt dit ‘consensus’, maar in feite is het een schijnwerkelijkheid waarin tegendraadse visies worden buitengesloten.”
FVD stelt dat hun eigen voorstellen – zoals het volledig stoppen met klimaat- en stikstofbeleid, het heropenen van het Groninger gasveld, en het invoeren van bindende referenda – radicaal afwijken van de koers van de genoemde partijen. Zij presenteren zichzelf als het enige echte alternatief.
“Wanneer je stopt met de massale, en alsmaar voortgaande, immigratie uit Afrika en het Midden-Oosten; Wanneer je stopt met de uiterst kostbare en volstrekt zinloze klimaat- en stikstofplannen; Wanneer je het Groninger gasveld weer openstelt, de overheidsbureacratie terugdringt en niet langer meegaat in een wezenloze proxy-oorlog tegen Rusland; Dan hou je jaarlijks ten minste tientallen miljarden over.”
“Wij kiezen ervoor, te investeren in gewone, ouderwetse publieke taken: veiligheid, woningbouw, infrastructuur, onderwijs, zorg en voorzieningen voor de oude dag. En ook dat met mate. Want we willen belastingverlaging en verkleining van de overheid.”
FVD stelt dat het vergelijken van partijprogramma’s binnen het huidige beleidskader (zoals door het CPB gebeurt) zinloos is, omdat dit fundamentele koerswijzigingen uitsluit en alleen kleine variaties binnen hetzelfde systeem mogelijk maakt.
“Met de huidige doorrekeningssystematiek is echter iets grondig mis. Want het Centraal Planbureau wil enkel voorstellen in overweging nemen die binnen de huidige beleidskaders vallen.”
“Deze inkadering maakt het onmogelijk om een visie voor de lange termijn aan het CPB voor te leggen.”
Volt vindt dat het vergelijken van plannen tussen partijen als VVD, D66, CDA en JA21 essentieel is voor een gezonde democratie, maar benadrukt dat traditionele partijen vaak vasthouden aan oude patronen en onvoldoende vernieuwen. Volt pleit voor meer transparantie, samenwerking over partijgrenzen heen en het ontwikkelen van nieuwe modellen voor regeringsvorming, zodat kiezers daadwerkelijk inzicht krijgen in de verschillen en overeenkomsten tussen partijplannen. Hun visie is gericht op het doorbreken van de politieke status quo en het stimuleren van inhoudelijke, lange termijn debatten.
Volt stelt dat het huidige politieke systeem onvoldoende ruimte biedt voor een eerlijke en inhoudelijke vergelijking van partijplannen, omdat traditionele partijen vasthouden aan gevestigde belangen en korte termijn denken. Volt wil daarom het debat en de samenwerking tussen partijen vernieuwen, zodat kiezers beter kunnen beoordelen wat de verschillen zijn tussen bijvoorbeeld VVD, D66, CDA en JA21.
“Zo bevorderen we samenwerking over partijgrenzen heen, terwijl we onze politieke diversiteit behouden.”
“We gaan minder debatteren over de politieke ‘waan van de dag’ (de Haagse realiteit) en meer over de grote uitdagingen die voor ons liggen. Volt wil vaker visiedebatten houden over waar we op de lange termijn naartoe moeten. Zo voorkomen we een nieuwe stikstof- of woningcrisis.”
“We pleiten voor het invoeren van een parlementaire wetsverkenning. Hiermee krijgt de Tweede Kamer bij het ontwikkelen van nieuwe wetgeving al vroeg de gelegenheid om de beoogde wetgeving op hoofdlijnen te (laten) onderzoeken en adviezen van uitvoeringsorganisaties en de samenleving te verzamelen.”
Volt vindt dat het huidige systeem van coalitievorming en regeringsvorming het vergelijken van partijplannen bemoeilijkt en samenwerking in de weg staat. Ze pleiten voor een breed onderzoek naar een nieuw regeringsmodel dat machtsspel vermindert en verantwoordelijkheid eerlijk verdeelt, zodat verschillen tussen partijplannen transparanter worden.
“Volt pleit ervoor dat er tijdens de volgende regeerperiode een breed en goed onderbouwd onderzoek komt naar een nieuw regeringsmodel. Dit model moet strategisch machtsspel verminderen, samenwerking versterken, politieke versnippering bestuurbaar maken, verantwoordelijkheid eerlijk verdelen en burgers actief betrekken als de politiek vastloopt.”
“Mogelijke onderdelen van het model zijn: het vormen van parlementaire groepen na de verkiezingen; het automatisch verdelen van regeringsverantwoordelijkheid op basis van zetelaantallen van groepen, waarbij de grootste groep de premier levert; het loslaten van coalitievorming; het maken van beleid op basis van wisselende meerderheden per onderwerp.”
Volt stelt dat politieke partijen transparanter en democratischer moeten worden ingericht, zodat kiezers beter kunnen vergelijken en beoordelen wat partijen als VVD, D66, CDA en JA21 daadwerkelijk voorstellen en hoe ze intern functioneren.
“We versterken de Nederlandse democratie door in de Wet Politieke Partijen op te nemen dat politieke partijen intern aan democratische minimumeisen moeten voldoen. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid voor mensen om lid te worden van een politieke partij en stemrecht voor die leden.”
NSC benadrukt het belang van een open, inhoudelijk debat en een transparante, minder dichtgetimmerde coalitievorming, waarbij ruimte blijft voor parlementair debat en tegenmacht. Ze pleiten voor een duidelijke vergelijking van plannen tussen partijen als VVD, D66, CDA en JA21, door te kiezen voor hoofdlijnen in coalitieakkoorden en het versterken van de rol van het parlement. Hun visie is dat politieke keuzes helder en toetsbaar moeten zijn, met ruimte voor verschillende benaderingen en aanpassing aan veranderende omstandigheden.
NSC vindt dat coalitieakkoorden zich moeten beperken tot hoofdlijnen en financiële kaders, zodat verschillende partijplannen (zoals die van VVD, D66, CDA en JA21) beter naast elkaar gelegd en vergeleken kunnen worden. Dit voorkomt dichtgetimmerde afspraken en maakt het mogelijk om in te spelen op veranderende omstandigheden en verschillen in visie.
“Coalitieakkoorden moeten zich beperken tot hoofdlijnen van beleid en financiële kaders. Ze leggen niet precies vast hoe de doelen bereikt worden. Er moet ruimte zijn voor debat en om in te spelen op veranderende omstandigheden; geen dichtgetimmerde afspraken dus.”
NSC stelt dat een open debat en diepgaande inhoudelijke behandeling in het parlement essentieel zijn om plannen van verschillende partijen daadwerkelijk te kunnen vergelijken en beoordelen. Dit versterkt de democratische controle en zorgt ervoor dat de beste ideeën, ongeacht partij, naar voren komen.
“Goed bestuur begint met een andere politieke cultuur in de Kamer. Al jaren ontbreekt het aan voldoende inhoud en diepgaand debat in de Kamer. Daardoor blijft de aanpak van grote, maatschappelijke problemen uit.”
“Alleen met kennis en inhoud kan de politiek problemen oplossen. De Kamer moet daarom meer...”
Door wetten in detail en per artikel te behandelen, wordt het mogelijk om verschillen en overeenkomsten tussen partijvoorstellen (zoals van VVD, D66, CDA en JA21) scherp te analyseren en te vergelijken. Dit voorkomt dat kleine verschillen grote gevolgen hebben en vergroot de transparantie.
“Belangrijke wetten moeten in detail behandeld worden en per artikel. Een kleine fout in een wetsartikel heeft immers grote gevolgen. Kennis hebben over de gevolgen van wetten is daarom essentieel.”
De SP stelt dat de plannen van VVD, D66, CDA en JA21 niet vergelijkbaar zijn met hun eigen visie, omdat deze partijen volgens de SP kiezen voor beleid dat ongelijkheid vergroot en sociale voorzieningen afbreekt. De SP benadrukt hun eigen "supersociale" koers, gericht op het eerlijk verdelen van welvaart, het versterken van publieke voorzieningen en het tegengaan van tweedeling, in tegenstelling tot de meer marktgerichte en minder sociale benadering van de genoemde partijen.
De SP bekritiseert VVD, D66, CDA en JA21 als partijen die kiezen voor beleid dat leidt tot meer ongelijkheid en het afbreken van sociale voorzieningen. Volgens de SP zijn hun eigen alternatieven fundamenteel anders en veel socialer, waardoor een vergelijking vooral de verschillen in sociale visie en prioriteiten blootlegt.
“Als het gaat om problemen van gewone mensen oplossen, dan hebben de rechtse ruziemakers PVV, VVD, NSC en BBB de afgelopen jaren niets voor elkaar gekregen. Beloften zoals het afschaffen van het eigen risico, het verlagen van de huren en onze zorg, onderwijs en sociale zekerheid. Partijen die anders beweren, houden de mensen in het land voor de gek.”
“De keuzes voor de komende verkiezingen zijn simpel. Wordt het weer ieder voorzich en het recht van de sterksten met VVD en PVV? Wordt het weer de afbraakpolitiek van de VVD met spijt van de PvdA zoals in Rutte II? Wordt het weer asociaal? Óf maken we Nederland sociaal?”
De SP positioneert zichzelf expliciet als alternatief voor het beleid van VVD, D66, CDA en JA21, door te kiezen voor grote sociale veranderingen in plaats van compromissen of het "midden". Ze stellen dat hun programma niet vergelijkbaar is met de plannen van deze partijen, omdat zij fundamenteel andere keuzes maken.
“Onze alternatieven vragen niet om een onsje meer of minder sociaal. De problemen in ons land zijn dermate groot, dat dit om grote veranderingen vraagt. Wij gaan voor SUPERSOCIAAL.”
“Dat vraagt om een politiek die de sociaalste keuzes maakt en niet naar het midden schuift voor de macht.”
De ChristenUnie benadrukt het belang van een inhoudelijke vergelijking van partijprogramma’s, waarbij transparantie, degelijkheid en brede welvaart centraal staan. Ze pleiten voor onafhankelijke doorrekeningen van partijplannen door het CPB, zodat kiezers de gevolgen van de voorstellen van VVD, D66, CDA en JA21 objectief kunnen vergelijken. De ChristenUnie vindt dat beleid niet alleen op economische groei, maar ook op brede welvaartsindicatoren moet worden beoordeeld.
De ChristenUnie vindt het essentieel dat de plannen van verschillende partijen, zoals VVD, D66, CDA en JA21, transparant en objectief worden vergeleken door onafhankelijke experts. Dit stelt kiezers in staat om de gevolgen van de verschillende partijprogramma’s op zaken als staatsschuld, belastingdruk en armoede te beoordelen, en niet alleen te kijken naar economische groei.
“De ChristenUnie staat voor transparante en verstandige politiek. Daarom laten we onze keuzes in kaart brengen door de onafhankelijke experts van het CPB. In deze doorrekening is gedetailleerd te zien wat de gevolgen zijn van ons programma voor zaken als de staatsschuld, belastingdruk, armoedecijfers en klimaatindicatoren.”
“De ChristenUnie wil dat bredewelvaartsindicatoren een prominentere rol spelen in het begrotingsproces en de politieke besluitvorming. BBP-groei als heilige graal ontneemt het zicht op wat echt telt voor mensen en wordt daarom minder leidend.”
De SGP geeft in haar verkiezingsprogramma geen direct antwoord op de vraag of en hoe de plannen van VVD, D66, CDA en JA21 met elkaar vergeleken kunnen worden. Wel benadrukt de SGP het belang van transparantie en objectieve doorrekening van partijplannen, en verwijst zij naar de CPB-publicatie ‘Keuzes in Kaart’ als instrument om partijprogramma’s onderling te vergelijken. Concrete beleidsvoorstellen over het vergelijken van andere partijplannen ontbreken.
De SGP vindt het belangrijk dat de financiële gevolgen van partijplannen transparant en objectief worden doorgerekend, zodat kiezers een eerlijke vergelijking kunnen maken tussen verschillende partijen. De partij verwijst expliciet naar de CPB-doorrekening als het instrument om de plannen van onder andere VVD, D66, CDA en JA21 te vergelijken.
“Onze voorstellen die financiële gevolgen hebben, doorgerekend door het Centraal Planbureau. De resultaten hiervan vindt u in de publicatie ‘Keuzes in Kaart 2027-2030’. Deze publicatie verschijnt op 10 oktober 2025.”
“Veel keuzes in dit verkiezingsprogramma hebben gevolgen voor de staatsschuld, voor de koopkracht, voor de werkgelegenheid en voor andere zaken. Om dit goed in beeld te krijgen, worden onze voorstellen die financiële gevolgen hebben, doorgerekend door het Centraal Planbureau.”