De Partij voor de Dieren (PvdD) beschouwt de Kaderrichtlijn Water (KRW) als essentieel voor schoon en gezond water in Nederland en vindt dat Nederland de KRW-doelen onverkort moet halen. De partij pleit voor strengere handhaving, het stoppen van schadelijke lozingen en investeringen in waterkwaliteit, met concrete maatregelen zoals het verbeteren van afvalwaterzuivering en het beschermen van waternatuur.
De PvdD vindt dat Nederland de KRW-doelen volledig moet halen om schoon water te garanderen voor mens, dier en natuur. De partij wijst op de huidige slechte staat van het water en wil strengere regels en handhaving om vervuiling tegen te gaan, met nadruk op het stoppen van lozingen van schadelijke stoffen.
“Nederland haalt de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) niet. De waterkwaliteit is slecht en dat is een groot risico voor onze drinkwatervoorziening, natuur en landbouw. Nederland moet de KRW-doelen onverkort halen.”
“Er komt een verbod op het lozen van schadelijke stoffen, zoals PFAS, medicijnresten en microplastics, in het oppervlaktewater.”
“De overheid investeert in het versneld verbeteren van de waterkwaliteit, onder andere door het aanpakken van riooloverstorten en het verbeteren van afvalwaterzuivering.”
De partij koppelt de KRW aan bredere natuurdoelen en wil investeren in waternatuur, herstel van ecosystemen en bescherming tegen vervuiling, met speciale aandacht voor kwetsbare gebieden zoals de eilanden.
“Schoon water vormt de basis van ons drinkwater, onze voedselvoorziening én van dieren en planten. Maar de natuur in Nederland is ziek door vervuild water en het niet halen van de KRW-doelen.”
“Het Rijk investeert in de snelle aanleg van goede afvalwaterzuiveringen op de eilanden, zodat die gelijkwaardig zijn aan Europese en Nederlandse standaarden, om rampzalige gevolgen voor het koraal tegen te gaan.”
BIJ1 koppelt het begrip "KRW" (Kaderrichtlijn Water) niet expliciet aan concrete beleidsvoorstellen in hun verkiezingsprogramma, maar hun visie op klimaatrechtvaardigheid en de mondiale verdeling van milieulasten raakt aan de principes van de KRW. Hun belangrijkste voorstellen richten zich op het eerlijk verdelen van de kosten van klimaatbeleid en het bestrijden van klimaatracisme, waarbij de grootste vervuilers en westerse landen meer verantwoordelijkheid moeten nemen.
BIJ1 vindt dat de kosten van klimaatmaatregelen niet langer op gewone burgers mogen worden afgewenteld, maar gedragen moeten worden door de grootste vervuilers. Dit sluit aan bij het KRW-principe van de vervuiler betaalt en het eerlijk verdelen van milieulasten.
“Alle benodigde klimaatmaatregelen worden voortaan getoetst op klimaatrechtvaardigheid. Dat betekent dat de kosten van klimaatbeleid worden gedragen door de grootste vervuilers.”
“71% van alle uitstoot wereldwijd sinds 1988 is afkomstig van slechts 100 bedrijven. Maar in de praktijk worden klimaatmaatregelen afgewenteld op gewone burgers, terwijl deze vervuilende kapitalisten juist buiten schot blijven.”
BIJ1 benoemt klimaatracisme als het fenomeen waarbij westerse landen hun verantwoordelijkheid voor de mondiale milieuschade ontlopen, wat leidt tot oneerlijke verdeling van milieulasten. Ze pleiten voor meer aandacht en actie tegen deze ongelijkheid, wat indirect raakt aan de internationale solidariteitsdoelen van de KRW.
“Die gevolgen kunnen worden voorkomen, als westerse landen hun verantwoordelijkheid zouden nemen voor de crisis die zij zelf veroorzaakt hebben. Het feit dat dit niet gebeurt, omdat de gevolgen minder voelbaar zijn in de westerse wereld, noemen we klimaatracisme.”
“Voor klimaatrechtvaardigheid strijden, gaat voor ons dan ook altijd gepaard met het bestrijden van klimaatracisme.”
BBB wil dat de Kaderrichtlijn Water (KRW) in Nederland op dezelfde manier wordt toegepast als in buurlanden, met uitvoerbare en haalbare normen. Ze pleiten voor een praktische benadering waarbij ecologische kwaliteit centraal staat en gebieden met goede waterkwaliteit niet langer als kwetsbaar worden aangemerkt. Daarnaast uit BBB zorgen over verzilting als gevolg van KRW-maatregelen rond vismigratie.
BBB vindt dat de KRW in Nederland niet strenger moet worden toegepast dan in buurlanden en dat normen uitvoerbaar en haalbaar moeten zijn. Ze willen af van een papieren werkelijkheid en meer focus op daadwerkelijke ecologische kwaliteit, zoals planten- en visstand. Waar de waterkwaliteit op orde is, moeten gebieden niet langer als kwetsbaar worden aangemerkt.
“De Kaderrichtlijn Water (KRW) moet in Nederland gelijk aan de buurlanden worden toegepast, met uitvoerbare en haalbare normen. Waar de waterkwaliteit op orde is, worden gebieden niet langer als kwetsbaar gebied aangemerkt.”
“Waterkwaliteit meten aan ecologie. Een goede waterkwaliteit meten wij af aan een goede plantengroei, goede visstand en dus een goede ecologie. Cijfers op papier ontleend aan de modellenwerkelijkheid zijn niet leidend.”
BBB uit zorgen dat KRW-maatregelen gericht op vismigratie kunnen leiden tot verzilting van zoetwaterbuffers, met negatieve gevolgen voor landbouw en natuur. Ze pleiten voor meer aandacht voor het vasthouden van zoet water en het voorkomen van verzilting door KRW-gerelateerde maatregelen.
“Aandacht is ook nodig voor verzilting door maatregelen in het kader van de KRW met betrekking tot vismigratie. Een voorbeeld hiervan is het Lauwersmeer, dat een zoetwaterbuffer kan zijn maar door natuurbeleid (vismigratie) wordt verzilt, met gevolgen voor de pootaardappelteelt en voor de natuur.”
JA21 vindt de huidige KRW-doelen (Kaderrichtlijn Water) onrealistisch en onhaalbaar voor Nederland vanwege de strenge, theoretische normen die niet passen bij de Nederlandse situatie. Ze willen dat Nederland de juridische ruimte benut om deze doelen aan te passen of uit te stellen, en pleiten voor een herijking van de KRW-normen op EU-niveau zodat deze beter aansluiten bij dichtbevolkte landen als Nederland.
JA21 stelt dat veel KRW-doelen niet haalbaar zijn in Nederland door de strenge, theoretische eisen en pleit ervoor om de juridische ruimte te gebruiken om doelen aan te passen of uit te stellen waar nodig. Ze vinden dat de huidige eisen niet realistisch zijn voor een dichtbevolkt en landbouwintensief land als Nederland.
“Dat Nederland gebruikmaakt van de juridische ruimte in de KRW om doelen aan te passen of uit te stellen waar deze aantoonbaar onhaalbaar zijn.”
“Ondanks al deze maatregelen haalt Nederland, net als meer dan de helft van alle EU-waterlichamen, de KRW-doelen niet omdat veel doelen zijn gebaseerd op theoretische referentiesituaties die in een dichtbevolkt, verstedelijkt en landbouwintensief land als Nederland praktisch onhaalbaar zijn.”
JA21 wil dat de KRW-normen op Europees niveau worden herzien, zodat ze beter aansluiten bij de ruimtelijke realiteit van dichtbevolkte lidstaten zoals Nederland. Ze vinden dat de huidige normen onvoldoende rekening houden met de specifieke omstandigheden van landen als Nederland.
“Een herijking van de KRW-normen op EU-niveau, zodat deze beter aansluiten bij de ruimtelijke realiteit van dichtbevolkte lidstaten als Nederland.”
Het CDA erkent de Kaderrichtlijn Water (KRW) als richtinggevend voor het waterkwaliteitsbeleid, maar wil de doelstellingen gebiedsgericht en uitvoerbaar invullen. Ze pleiten voor een praktische aanpak waarbij verbetering van waterkwaliteit centraal staat, met aandacht voor innovatie, bronaanpak en handhaving.
Het CDA onderschrijft het belang van de KRW voor de verbetering van de waterkwaliteit, maar wil voorkomen dat de doelen te rigide worden toegepast. Ze kiezen voor een gebiedsgerichte en uitvoerbare invulling, zodat maatregelen aansluiten bij de lokale situatie en haalbaar zijn voor betrokken partijen.
“We willen verbetering van de waterkwaliteit, waarin de Kaderrichtlijn Water richtinggevend is, maar de doelstellingen wel gebiedsgericht en uitvoerbaar worden ingevuld.”
Het CDA wil watervervuiling bij de bron aanpakken en vergunningen voor lozingen actualiseren en strikt handhaven, in lijn met de KRW-doelstellingen. Hiermee willen ze voorkomen dat vervuiling het behalen van de KRW-doelen in de weg staat.
“Het CDA pakt watervervuiling aan bij de bron. Vergunningen voor lozingen worden geactualiseerd en strikt gehandhaafd.”
D66 beschouwt het halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) in 2027 als een harde norm en wil de kwaliteit van het oppervlaktewater verbeteren door vervuiling bij de bron aan te pakken. Ze stellen concrete maatregelen voor zoals het verminderen van lozingen door industrie, minder mest en bestrijdingsmiddelen, en betere waterzuivering, met als doel schoon en betaalbaar drinkwater te waarborgen.
D66 stelt dat de deadline van 2027 om aan de Kaderrichtlijn Water te voldoen niet onderhandelbaar is. Ze willen de waterkwaliteit verbeteren door vervuiling bij de bron aan te pakken, onder andere door strengere eisen aan industrie, landbouw en waterzuivering. Dit is essentieel om de ecologische gezondheid van het water te herstellen en te voldoen aan Europese verplichtingen.
“De deadline van 2027 om te voldoen aan de Kaderrichtlijn Water is voor ons een harde norm. We pakken de vervuiling aan bij de bron. Dat betekent: minder lozingen door de industrie, minder mest en minder schadelijke bestrijdingsmiddelen. Ook verbeteren we de waterzuivering, zodat minder medicijnresten in het watersysteem terechtkomen.”
D66 koppelt de KRW-doelen aan het beschermen van drinkwaterbronnen en het maken van ruimtelijke keuzes die schoon grond- en oppervlaktewater veiligstellen. Dit is nodig om de beschikbaarheid van schoon drinkwater voor de toekomst te garanderen.
“Dat begint bij maatregelen om de bronnen van ons drinkwater te beschermen. En bij ruimtelijke keuzes die schoon grondwater en oppervlaktewater veiligstellen.”
FVD verwerpt de Kaderrichtlijn Water (KRW) en andere Europese milieuregels als onnodig en schadelijk voor de Nederlandse economie, landbouw en industrie. Zij willen de KRW en vergelijkbare regelgeving schrappen, zodat Nederland weer zelfstandig kan beslissen over waterkwaliteit en ruimtelijke ordening, met als doel economische groei en behoud van nationale soevereiniteit.
FVD ziet de KRW en vergelijkbare Europese milieuwetgeving als belemmerend voor economische ontwikkeling, landbouw en industrie. Volgens FVD moeten deze regels worden afgeschaft om nationale beleidsvrijheid te herstellen en de Nederlandse economie te beschermen tegen onnodige lasten en beperkingen.
“We schaffen de Kaderrichtlijn Water (KRW), Natura 2000 en andere Europese milieuregels af, zodat Nederland weer zelf kan beslissen over waterkwaliteit, natuur en ruimtelijke ordening.”
“De haven van Rotterdam wordt vrijgesteld van het Europese CO2-emissiehandelssysteem (ETS) en stikstofregels, zodat de haven onbeperkt kan uitbreiden en floreren.”
De PVV noemt de KRW (Kaderrichtlijn Water) niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar adresseert waterveiligheid en rivierbeheer als onderdeel van klimaatadaptatie. De partij wil stoppen met klimaatmitigatie en stelt voor om bestaande programma’s als "Ruimte voor de Rivier" en het "Hoogwaterbeschermingsprogramma" te actualiseren, in plaats van te investeren in CO2-reductie of klimaatsubsidies.
De PVV kiest voor klimaatadaptatie boven klimaatmitigatie en wil bestaande waterveiligheidsprogramma’s actualiseren. Hiermee richt de partij zich op praktische bescherming tegen overstromingen, in plaats van het behalen van klimaatdoelen of het voldoen aan internationale klimaatafspraken. Dit standpunt raakt aan de KRW voor zover het waterbeheer en rivierveiligheid betreft, maar zonder expliciete verwijzing naar de KRW-doelstellingen voor waterkwaliteit.
“Geen klimaatmitigatie, maar klimaatadaptatie: actualisering van het programma Ruimte voor de Rivier en het Hoogwaterbeschermingsprogramma”
“We actualiseren het programma Ruimte voor de Rivier en het Hoogwaterbeschermingsprogramma; dat zet meer zoden aan de dijk dan een beetje CO2-reductie.”
De SGP noemt de Kaderrichtlijn Water (KRW) niet expliciet in haar verkiezingsprogramma. Wel zijn er enkele concrete voorstellen rondom waterkwaliteit, waterschappen en gerelateerde thema’s, maar een expliciet, uitgewerkt standpunt over de KRW ontbreekt. De partij richt zich vooral op het verbeteren van waterkwaliteit en het versterken van de rol van waterschappen.
De ChristenUnie vindt dat Nederland uiterlijk in 2027 moet voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en stelt vast dat dit nu nog niet het geval is. Ze pleiten voor een snelle, geïntegreerde aanpak waarbij de KRW-doelen bindend worden opgenomen in wet- en regelgeving, met gevolgen voor onder meer mest, gewasbescherming en de inrichting van waterlopen.
De ChristenUnie erkent dat Nederland achterloopt op de KRW-doelen en wil deze versneld en integraal realiseren. Ze willen de KRW-normen expliciet en bindend maken in wetgeving en besluitvorming, zodat de chemische en ecologische waterkwaliteit verbetert en vergunningverlening niet in gevaar komt.
“In 2027 moeten we voldoen aan de Europese kaderrichtlijn water (KRW). Op dit moment voldoet Nederland er nog niet aan. Dat heeft niet alleen consequenties voor de chemische en ecologische kwaliteit van het water en wat daarin leeft, maar ook voor de vergunningverlening. Er komt een snelle en geïntegreerde aanpak om de KRW-doelen te halen. Dit werkt door in het beleid voor mest, gewasbescherming en geneesmiddelen en de inrichting van de waterlopen. De KRW-doelen en bijbehorende normen worden expliciet en bindend opgenomen in wet- en regelgeving en in besluitvorming op alle relevante beleidsterreinen.”
De SP vindt dat de kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater tot de slechtste van Europa behoort en wil daarom strengere handhaving van bestaande normen en strengere regulering van afvalwaterlozingen. Ze pleiten voor voldoende financiering van waterschappen, een toxiciteitsbelasting en progressieve tarieven voor industriële grootverbruikers om watervervuiling en verspilling tegen te gaan.
De SP stelt dat de slechte kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater dringend verbetering vereist. Ze willen bestaande normen streng handhaven, afvalwaterlozingen strenger reguleren, een toxiciteitsbelasting invoeren en zorgen voor voldoende financiering van waterschappen. Daarnaast willen ze een progressief tarief voor industriële grootverbruikers om zuiniger en eerlijker met water om te gaan.
“De kwaliteit van Nederlandse oppervlaktewater behoort tot de slechtste van Europa. Daarom worden de bestaande normen streng gehandhaafd, het lozen van afvalwater wordt streng gereguleerd en er komt een toxiciteitsbelasting om vervuiling verder terug te dringen. Waterschappen krijgen voldoende financiering voor de uitvoering van hun wettelijke taken en voor het versterken en verhogen van de dijken ter voorbereiding op de zeespiegelstijging. Omdat drinkwater schaarser wordt, komt er een progressief tarief voor industriële grootverbruikers. Zo wordt zuiniger en eerlijker met water omgegaan en blijft er voldoende beschikbaar voor mens en natuur.”
De VVD noemt de KRW (Kaderrichtlijn Water) niet expliciet in haar verkiezingsprogramma. Wel benoemt de partij het belang van schoon water en circulaire economie, waarbij het terugwinnen van schoon water uit afvalwater wordt genoemd. Concrete beleidsvoorstellen over de implementatie of aanpassing van de KRW ontbreken; de focus ligt vooral op innovatie en het verminderen van regels.
De VVD wil inzetten op circulariteit en noemt het terugwinnen van schoon water uit afvalwater als onderdeel van de circulaire economie. Dit raakt aan de doelen van de KRW, maar wordt niet expliciet als zodanig benoemd of uitgewerkt.
“Ook gaan we kritische grondstoffen terugwinnen uit afvalstromen en schoon water uit afvalwater.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma