FVD wil klassieke muziek een centrale plek geven in het onderwijs en cultuurbeleid, als onderdeel van het versterken van nationale en Europese culturele identiteit. Ze pleiten voor meer aandacht voor klassieke muziek in het curriculum en voor het richten van cultuur- en kunstsubsidies op kwaliteit en erfgoed, niet op diversiteit of ideologie.
FVD vindt dat jongeren hun culturele wortels en tradities beter moeten leren kennen, en ziet klassieke muziek als essentieel onderdeel van Europese cultuurvorming. Ze willen daarom expliciet meer aandacht voor klassieke muziek in het onderwijs, zodat jongeren vertrouwd raken met deze traditie.
“meer aandacht in het onderwijs voor Europese cultuur, klassieke muziek, schilderkunst, monumenten en filosofie.”
“We geven meer aandacht aan de Nederlandse cultuur (en onze Europese cultuurfamilie), aan klassieke muziek, Europese schilderkunst en filosofie, zodat jongeren hun wortels en tradities beter leren kennen.”
FVD wil dat subsidies in de cultuursector niet langer worden toegekend op basis van diversiteit of ideologie, maar op basis van kwaliteit en het behoud van erfgoed. Klassieke muziek wordt hierbij expliciet genoemd als onderdeel van het te behouden en uit te dragen culturele erfgoed.
“Het subsidiebeleid in de cultuursector dient gericht te zijn op kwaliteit, niet op diversiteit of ideologie.”
“Subsidies moeten gericht zijn op het conserveren en restaureren van erfgoed en het uitdragen van onze cultuur, niet op modieuze of ideologische projecten.”
“onze cultuursector krijgt een extra impuls door verlaging van de BTW en herwaardering van erfgoed, (klassieke) muziek en kunst.”
GroenLinks-PvdA noemt klassieke muziek niet expliciet in het verkiezingsprogramma, maar benoemt wel het belang van symfonische orkesten als onderdeel van het cultureel erfgoed. Het beleid richt zich op het waarborgen van het voortbestaan van Nederlandse topinstellingen in de culturele sector, waaronder symfonische orkesten, en op het bevorderen van brede cultuureducatie en -participatie, waaronder muziekonderwijs. Concrete voorstellen zijn het garanderen van structurele financiering voor topinstellingen en het stimuleren van muziekscholen en talentontwikkeling.
GroenLinks-PvdA ziet symfonische orkesten als essentieel cultureel erfgoed en wil hun voortbestaan waarborgen via investeringen en structurele financiering. Dit standpunt adresseert het risico dat klassieke muziek en orkesten onder druk komen te staan door bezuinigingen of gebrek aan steun, en benadrukt het belang van deze instellingen voor toekomstige generaties.
“Wij garanderen het voortbestaan van Nederlandse topinstellingen in de culturele sector, waaronder de symfonische orkesten.”
De partij wil dat jongeren laagdrempelig in aanraking kunnen komen met muziek, onder andere door heroprichting van muziekscholen en meer cultuuronderwijs op scholen. Dit moet bijdragen aan talentontwikkeling en de toegankelijkheid van muziek, waaronder klassieke muziek, voor een breed publiek.
“Wij bevorderen samenhangende lokale talentroutes, zodat jongeren de weg naar het professionele podium (muziek, dans, theater, beeldende kunst) kunnen bewandelen. Om te voorzien in lokale cultuureducatie en -participatie bevorderen we de heroprichting van publiek gesubsidieerde muziekscholen en centra voor kunstzinnige vorming.”
“We zorgen ervoor dat kinderen via de Rijke Schooldag in contact komen met cultuur, zoals theater, dansvoorstellingen en concerten.”
Het verkiezingsprogramma van de SP noemt "klassieke muziek" niet expliciet en bevat geen concrete of onderscheidende beleidsvoorstellen die specifiek gericht zijn op klassieke muziek. Het cultuurbeleid van de SP richt zich algemeen op het toegankelijk maken van kunst en cultuur voor iedereen, het ondersteunen van kunstenaars en muzikanten, en het steunen van zowel vernieuwende als traditionele kunstvormen, maar zonder specifieke aandacht voor klassieke muziek als genre.
Het SP-programma bevat geen concrete, expliciete standpunten of beleidsmaatregelen die specifiek betrekking hebben op klassieke muziek. Alle relevante fragmenten spreken in algemene termen over kunst, cultuur, muzikanten en traditionele kunstvormen, zonder klassieke muziek te benoemen of te onderscheiden van andere genres.
D66 noemt "klassieke muziek" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en heeft geen specifiek beleid of concrete voorstellen die direct op klassieke muziek gericht zijn. Het programma benadrukt wel het belang van muziekonderwijs, muziekscholen en brede culturele toegankelijkheid, maar zonder onderscheid te maken tussen klassieke muziek en andere muziekgenres. Kiezers die specifiek op zoek zijn naar standpunten over klassieke muziek vinden bij D66 geen uitgesproken visie of concrete maatregelen.
D66 wil muziekonderwijs terugbrengen in de samenleving door meer aandacht te geven aan muziek op school, het aantal muziekscholen te vergroten en creatieve centra te stimuleren. Dit standpunt is breed geformuleerd en maakt geen onderscheid tussen klassieke muziek en andere muziekstijlen, maar impliceert wel een algemene stimulans voor muziekeducatie.
“D66 wil muziekonderwijs terug in de samenleving. Met meer aandacht voor muziek op school, meer muziekscholen, kunsthuizen en creatieve centra.”
De Partij voor de Dieren noemt klassieke muziek niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar pleit voor een evenredige verdeling van steun en podiumruimte voor álle muziekstijlen, inclusief klassieke muziek. Hun belangrijkste voorstel is dat verschillende muziekstijlen, naast popmuziek, gelijke kansen en ondersteuning moeten krijgen binnen het cultuurbeleid en bij subsidieverdeling. De partij benadrukt het belang van een divers en toegankelijk cultureel aanbod voor iedereen.
De PvdD vindt dat niet alleen popmuziek, maar ook andere muziekstijlen – waaronder klassieke muziek – recht hebben op steun en een plek op podia. Dit moet zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging binnen culturele instellingen en subsidieorganen, zodat klassieke muziek niet wordt achtergesteld. Het beleid richt zich op het bevorderen van diversiteit in het muzieklandschap en het verbeteren van de inkomenspositie van muzikanten uit alle genres.
“Naast popmuziek verdienen ook andere muziekstijlen steun. Tussen de verschillende muziekstijlen hoort een evenredige verdeling te zijn. Dat betekent onder meer een goed podiumpbeleid, ruimte voor alle muziekstijlen binnen de Raad van Cultuur en het Fonds Podiumkunsten en aandacht voor de inkomenspositie van muzikanten.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma