De ChristenUnie ziet kinderen als de toekomst en benadrukt het belang van een liefdevolle, stabiele en veilige omgeving waarin zij kunnen opgroeien. De partij wil gezinnen financieel ondersteunen, de pedagogische basis versterken, passend onderwijs voor ieder kind realiseren en kinderarmoede structureel terugdringen. Concrete voorstellen zijn onder meer het eenvoudiger en betaalbaarder maken van kinderopvang, het centraal stellen van de behoeften van het kind in onderwijs en zorg, en het bestrijden van kinderarmoede.
De ChristenUnie wil dat gezinnen meer financiële en sociale ruimte krijgen om kinderen op te voeden, zodat kinderen in een stabiele en liefdevolle omgeving kunnen opgroeien. Dit moet zorgen voor minder stress, betere ontwikkelingskansen en minder afhankelijkheid van jeugdhulp.
“Dat ouders zich financieel gedwongen voelen om beide fulltime te werken om het gezin te kunnen onderhouden, is niet goed. Ons uitgewerkte belastingstelsel... geeft financieel ruimte aan gezinnen.”
“Het krijgen van een kind is een groot geschenk. Een familie is de eerste basis waar gezorgd wordt voor jong en oud.”
“Het aantal mensen en kinderen dat in armoede leeft moet sterk omlaag.”
De partij wil kinderopvang eenvoudiger, betaalbaarder en non-profit maken, zodat ouders zelf kunnen kiezen hoe zij werk en zorg combineren en kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen.
“Door hervorming van de kinderopvangtoeslag, maken de het kinderopvangstelsel eenvoudiger en betaalbaar.”
“Alle kinderopvangorganisaties worden daarom non-profit. Dit betekent ook een einde van private equity partijen in de kinderopvang.”
“Kinderopvang is meer dan een arbeidsmarktinstrument. Samen met voorschoolse educatie en peuteropvang vormt het een plek waar kinderen zich ontwikkelen.”
De ChristenUnie wil dat elk kind, ongeacht achtergrond of beperking, recht heeft op goed en passend onderwijs. De behoeften van het kind staan centraal, met aandacht voor brede ontwikkeling en samenwerking tussen ouders, scholen en zorg.
“Ieder kind, ongeacht thuissituatie, achtergrond of leerproblemen, heeft recht op goed onderwijs dat bijdraagt aan een brede ontwikkeling, met ondersteuning die aansluit bij zijn of haar mogelijkheden. De behoefte van het kind staat centraal.”
“We blijven stappen zetten richting inclusiever onderwijs, waarbij alle kinderen zoveel mogelijk naar dezelfde school gaan.”
“Er wordt gekeken naar wat een kind nodig heeft om tot leren te komen en niet naar labels en indicaties.”
De partij wil minder nadruk op individuele jeugdhulp en meer op het versterken van de pedagogische basis in gezin, school en buurt. Problemen moeten bij de bron worden aangepakt, zodat minder kinderen afhankelijk worden van jeugdzorg.
“De ChristenUnie wil bouwen aan liefdevolle omgevingen waarin meer kinderen gezond en veilig opgroeien, zodat zorg van buitenaf minder vaak nodig is.”
“We versterken de pedagogische basis van ouders, school en buurt en lossen we de daadwerkelijke problemen (armoede, schulden, relatieproblemen) op, in plaats van kinderen de boodschap te geven dat het aan hen ligt.”
“Zo halen we zorg erbij in de eigen omgeving van het kind, in plaats van dat we kinderen verwijzen naar individuele zorgtrajecten buiten de school.”
De ChristenUnie wil kinderarmoede structureel terugdringen door het sociaal minimum te verhogen en verschillen in armoederegelingen te verkleinen, zodat alle kinderen een eerlijke kans krijgen.
GroenLinks-PvdA vindt dat elk kind recht heeft op een eerlijke en kansrijke start, ongeacht achtergrond of omstandigheden. De partij wil gratis publieke kinderopvang, vroegschoolse educatie, kleinere klassen, inclusiever onderwijs en toegankelijke jeugdzorg zonder financiële drempels. Hun visie is gericht op het vergroten van kansengelijkheid en het waarborgen van welzijn en ontwikkeling voor alle kinderen.
GroenLinks-PvdA wil kinderopvang, voorschoolse educatie en buitenschoolse opvang gratis en publiek maken, zodat alle kinderen gelijke ontwikkelingskansen krijgen. Dit moet kansengelijkheid bevorderen en ouders ontzorgen.
“De kinderopvang, de voorschool, peuterspeelzaal en de buitenschoolse opvang worden een publieke voorziening, en dus gratis voor alle kinderen. De kinderopvangtoeslag verdwijnt.”
“Kansengelijkheid begint met een goede start, daarom maken we kinderopvang gratis voor alle kinderen.”
De partij wil de leerplichtige leeftijd verlagen naar vier jaar, zodat kinderen eerder profiteren van formeel onderwijs en sociale interactie.
“We verlagen de leerplichtige leeftijd naar vier jaar zodat kinderen eerder starten met formeel onderwijs.”
GroenLinks-PvdA streeft naar inclusief onderwijs, waarbij kinderen met en zonder beperking samen naar school gaan, met voldoende ondersteuning en ruimte voor tussenvormen.
“Wij streven naar inclusief onderwijs waarbij kinderen met en zonder beperking samen naar school gaan. Scholen ontvangen hiervoor voldoende ondersteuning. Speciaal onderwijs blijft bestaan, maar we maken ruimte voor meer tussenvormen.”
De partij wil kleinere klassen, extra ondersteuning op scholen met veel achterstanden, brugfunctionarissen en toegankelijke bijles om elk kind de aandacht te geven die het verdient.
“We werken toe naar kleine klassen, te beginnen bij scholen waar veel leerlingen een leerachterstand hebben, en voor beginnende docenten. Zo krijgen zij de rust en ruimte om het vak onder de knie te krijgen en krijgt elk kind de aandacht die het verdient.”
“Op scholen komen medewerkers (brugfunctionarissen) die de speciale taak hebben om in het belang van het kind de verbinding te leggen tussen ouders, school, jeugdzorg en armoedebestrijding.”
“Dit moet toegankelijk zijn voor ieder kind. Scholen krijgen de ruimte om dit zelf te organiseren met (vak)docenten of met maatschappelijke organisaties zonder winstoogmerk.”
GroenLinks-PvdA wil dat kinderen die jeugdzorg nodig hebben, deze zonder financiële drempels krijgen, en dat de overgang naar volwassenenzorg soepeler verloopt.
“Kinderen die hulp nodig hebben, moeten die hulp gewoon krijgen. Dat mag niet afhankelijk zijn van het inkomen van ouders. Die kosten betalen we samen. We zetten een streep door het kabinetsplan een eigen bijdrage in te voeren.”
“Daarom versoepelen we de leeftijdsgrens van 18 jaar, zodat jongeren nog tot minstens 21 jaar gebruik kunnen maken van jeugdhulp die ze al hebben, als ze dat zelf willen.”
De partij wil investeren in gezonde voeding, schone lucht, goede huisvesting en mentale gezondheid, zodat elk kind een eerlijke start en een veilig opgroeiklimaat heeft.
“We verkleinen gezondheidsverschillen door te investeren in schone lucht, gezonde voeding op school, goede huisvesting en toegankelijke zorg in elke wijk.”
“Kinderen moeten kansrijk opgroeien in de eigen wijk met voldoende basisvoorzieningen in de buurt. Zo zorgen we dat alle kinderen de kans hebben op een goed leven.”
“We starten een landelijk actieplan mentale gezondheid voor jongeren om de mentale problematiek onder jongeren terug te dringen.”
De SP vindt dat elk kind recht heeft op gelijke kansen, een veilige en gezonde jeugd, en brede ondersteuning vanuit de samenleving. De partij pleit voor gratis en gezond eten op school, gratis kinderopvang, het afschaffen van de ouderbijdrage, toegankelijke sport en cultuur, en investeringen in veilige speelbuurten en passend onderwijs. De kern van hun visie is dat kinderen niet afhankelijk mogen zijn van de portemonnee of situatie van hun ouders, maar collectief ondersteund moeten worden voor een eerlijke start.
De SP wil dat elk kind op de basisschool gratis ontbijt en lunch krijgt, zodat geen enkel kind honger hoeft te lijden en iedereen gelijke kansen heeft om te leren en zich te ontwikkelen. Dit is bedoeld om gezondheidsverschillen te verkleinen en kansenongelijkheid tegen te gaan.
“Gezond eten voor elk kind. Ieder kind verdient de kans om de dag goed te beginnen én goed door te komen. ... zorgen we voor een gratis, gezond ontbijt én lunch op alle basisscholen. Zo krijgt elk kind de energie om te leren, spelen en groeien. Ongeacht wat er thuis op tafel staat.”
De SP ziet kinderopvang, sport, cultuur en schoolactiviteiten als publieke voorzieningen en wil gratis kinderopvang invoeren. Dit moet ouders ontlasten en kinderen brede ontwikkelingskansen bieden, ongeacht hun achtergrond.
“We investeren in kinderopvang, sport, cultuur en schoolactiviteiten als publieke voorzieningen. ... Met gratis kinderopvang is er altijd mogelijkheid om werk en kinderen te combineren...”
Om uitsluiting te voorkomen en gelijke kansen te waarborgen, wil de SP de vrijwillige ouderbijdrage volledig afschaffen. Scholen krijgen hiervoor extra geld zodat alle kinderen kunnen meedoen aan activiteiten.
“Ouderbijdrage afgeschaft. Elk kind verdient gelijke kansen. Daarom schaffen we de vrijwillige ouderbijdrage volledig af. Scholen krijgen hiervoor een eerlijk bedrag van de overheid om activiteiten voor alle kinderen te organiseren, zonder uitsluiting.”
De SP wil het speciaal onderwijs versterken, grote klassen verkleinen en meer begeleiding bieden. Het kind moet weer centraal staan, zodat ieder kind de hulp krijgt die het nodig heeft, ongeacht achtergrond of beperking.
“Wij zetten het kind weer centraal. Het speciaal onderwijs blijft toegankelijk en wordt versterkt met kleinere klassen, voldoende begeleiding en ruimte voor nieuwe scholen.”
“Geen scholen die kinderen scheiden. Scholen zijn dé plek waar kinderen samen opgroeien, van elkaar leren en een gezamenlijke toekomst opbouwen.”
De SP wil dat sport en cultuur voor alle kinderen bereikbaar zijn, ongeacht het inkomen van hun ouders. Er komt een sportpas voor kinderen en jongeren tot 23 jaar en extra investeringen in cultuuronderwijs.
“Er komt in iedere gemeente een sportpas voor kinderen en jongeren tot 23 jaar, zodat niemand hoeft af te haken vanwege geld.”
“Cultuureducatie voor ieder kind. Kunst en cultuur horen bij de vorming van elk kind. Daarom investeren we in cultuuronderwijs op school, met vakdocenten en samenwerking met culturele instellingen, zodat ieder kind zijn creatieve talenten kan ontwikkelen, ongeacht de portemonnee van de ouders.”
De SP wil dat elke buurt een plek is waar kinderen veilig kunnen spelen, sporten en samenkomen, ook voor kinderen met een beperking. Dit draagt bij aan hun gezondheid, sociale ontwikkeling en plezier.
“Buurten waar kinderen kunnen spelen. Kinderen moeten kunnen buitenspelen voor hun gezondheid, hun sociale ontwikkeling en hun plezier. ... Ook kinderen met een handicap beperking moeten mee kunnen doen.”
De SP accepteert niet dat kinderen in armoede opgroeien en wil sociale grondrechten afdwingbaar maken, zodat elk kind bestaanszekerheid heeft.
“Géén kind en volwassene meer in armoede. We accepteren als samenleving niet dat er mensen in armoede moeten leven door politieke keuzes.”
De SP wil directe en ruime compensatie voor kinderen die slachtoffer zijn van het toeslagenschandaal, inclusief kwijtschelding van studieschulden.
“De DUOschulden van de kinderen moeten worden kwijtgescholden. De misstanden rondom uithuisplaatsingen moeten tot op de bodem worden uitgezocht en hier moet een oplossing voor komen.”
De SP wil dat ouders na de geboorte van een kind samen 12 maanden ouderschapsverlof krijgen, waarvan de eerste drie maanden volledig doorbetaald.
“Na het krijgen van een kind worden de eerste drie maanden volledig doorbetaald en krijgen ouders gezamenlijk 12 maanden ouderschapsverlof. Dit kunnen ze naar eigen inzicht verdelen met gedeeltelijke doorbetaling, met 100% van het minimumloon als ondergrens.”
D66 zet het belang van het kind centraal door te investeren in gelijke kansen, passend onderwijs en een fundamentele hervorming van de jeugdzorg. Ze willen het systeem rondom het kind verbeteren, niet het kind zelf veranderen, en streven naar bijna gratis kinderopvang en een sterke sociale basis voor kinderen. De partij legt nadruk op preventie, inclusiviteit en het recht van elk kind op ontwikkeling en onderwijs, ongeacht achtergrond of omstandigheden.
D66 vindt dat kinderen te snel gelabeld worden en dat het jeugdzorgsysteem moet veranderen in plaats van het kind. Ze willen de focus verleggen naar het versterken van gezinnen, buurten en scholen, zodat problemen vroeg worden aangepakt en jeugdzorg alleen wordt ingezet als het echt nodig is.
“Kinderen en jongeren krijgen te snel een stempel of een label. Daardoor groeit de vraag naar hulp. ... D66 kiest voor een andere koers: weg van de bestrijding van symptomen, naar een brede aanpak voor het hele, diepere probleem. Want niet het kind, maar het systeem moet veranderen.”
“We versterken gezinnen, buurten en scholen, zodat zij hulp kunnen bieden voordat jeugdzorg nodig is. We kijken naar wat de omgeving van het kind nodig heeft en bieden stabiliteit, bestaanszekerheid, begeleiding, onderwijsondersteuning en vertrouwen. Pas daarna komt aanvullende zorg in beeld.”
“We versterken de sociale basis in wijken en dorpen door te investeren in toegankelijke opvoedondersteuning, ouder-kindcentra en andere buurtinitiatieven.”
D66 wil dat elk kind gelijke kansen krijgt vanaf de kinderopvang tot en met het voortgezet onderwijs. Ze investeren in bijna gratis kinderopvang, passend onderwijs voor ieder kind, en het aanpakken van onderwijsachterstanden, zodat afkomst of omstandigheden geen belemmering vormen.
“We geloven in het talent van ieder kind en iedere jongere. Onderwijs moet kinderen helpen om dat talent te ontdekken en te gebruiken, zodat ze vrijer zijn en volop deel kunnen nemen aan de samenleving.”
“Op weg naar deze publieke voorziening maken we de kinderopvang bijna gratis. Elk kind krijgt toegang tot vijf dagen opvang per week. Dat geldt ook voor kinderen van wie één ouder werkt.”
“D66 wil dat kinderen zoveel mogelijk samen naar school kunnen gaan. Onderwijs moet voor ieder kind passend zijn. Dat vraagt om genoeg leraren, ondersteuners, kennis en ruimte.”
“We investeren in gelijke kansen op school. Daarom herstellen we het budget om onderwijsachterstanden aan te pakken.”
D66 wil gezondheidsdoelen wettelijk vastleggen, waaronder het terugdringen van overgewicht bij kinderen, en investeert in preventie om gezondheidsproblemen bij kinderen te voorkomen.
“We leggen doelen voor gezondheid vast in de wet, zoals over grote achterstanden in gezondheid of over overgewicht bij kinderen.”
D66 vindt dat alle kinderen recht hebben op onderwijs en ontwikkeling, ook als ze niet vijf dagen per week naar school kunnen. Ze willen flexibele leeroplossingen en brede ontwikkelingsmogelijkheden via samenwerking tussen scholen en buurtorganisaties.
“In Nederland krijgen veel kinderen en jongeren geen onderwijs. Zij zitten thuis. Dat is voor D66 onacceptabel. Wij vinden dat alle kinderen en jongeren leerrecht hebben. Als je niet vijf dagen in de week naar school kunt, vinden we andere mogelijkheden, zoals een flexibele tussenvorm tussen thuis en op school zijn.”
“We moedigen scholen aan om samen te werken met sportclubs, muziekverenigingen en andere organisaties in de buurt. Op zo’n brede buurtschool krijgen kinderen ook na schooltijd de kans om zich te ontwikkelen.”
De SGP ziet kinderen als een geschenk van God en benadrukt het belang van een veilige, stabiele gezinsomgeving met opvoeding door biologische ouders. De partij wil het gezin financieel en pedagogisch ondersteunen, pleit voor het beperken van medicalisering van jeugdhulp, en stelt concrete maatregelen voor zoals een nieuwe kinderbijdrage en een zwemlesbonus. De SGP verzet zich tegen commerciële of niet-medische ingrepen bij kinderen en wil het belang van het kind altijd centraal stellen.
De SGP vindt dat het krijgen van kinderen geen recht is, maar een geschenk, en dat kinderen zoveel mogelijk bij hun biologische ouders moeten opgroeien. Draagmoederschap en adoptie mogen nooit het belang van het kind ondergeschikt maken aan de wensen van volwassenen.
“Het krijgen van kinderen is geen recht, maar een geschenk van God. Ieder kind verdient zoveel als mogelijk een veilige plek in het gezin bij zijn of haar biologische vader en moeder.”
“Draagmoederschap mag nooit het belang van het kind ondergeschikt maken aan wensen van volwassenen. Het krijgen van kinderen mag nooit een commercieel project zijn.”
“Het uitgangspunt van de SGP blijft: we laten kinderen zoveel mogelijk opgroeien bij hun eigen biologische ouders. De overheid dient dit uitgangspunt actief te beschermen.”
De SGP wil gezinnen financieel ondersteunen via een nieuwe kinderbijdrage die bestaande regelingen vervangt, en stelt een zwemlesbonus voor elk kind voor. Hiermee wil de partij kinderarmoede verminderen en deelname aan zwemlessen voor alle kinderen mogelijk maken.
“De kinderbijslag, het kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag gaan hierin op, Zonder terugvorderingen en met maximale keuzevrijheid voor gezinnen. Het faciliteren en financieren van de kinderopvang is namelijk geen overheidstaak. De nieuwe kinderbijdrage zorgt voor een stevige daling van kinderarmoede.”
“Daarom maken we geld vrij om ieder kind de mogelijkheid te geven om gratis deze lessen te volgen: de zwemlesbonus van 1.000 euro voor elk kind van vier jaar oud.”
De SGP maakt zich zorgen over het hoge gebruik van jeugdhulp en wil dat de overheid inzet op normaliseren van gedrag en het voorkomen van problemen, in plaats van medicaliseren en problematiseren.
“De SGP vindt het belangrijk dat de overheid bijdraagt aan het normaliseren in plaats van medicaliseren en het problematiseren van gedrag. Ook het voorkomen van problemen krijgt meer aandacht.”
De SGP wil hormoonbehandelingen bij kinderen zonder aantoonbare medische noodzaak verbieden, vanwege het onomkeerbare karakter en de twijfel over wetenschappelijke onderbouwing.
De SGP erkent dat soms ingrijpen nodig is bij onveilige thuissituaties en wil langdurige pleegzorg versterken, met betere ondersteuning voor pleegouders en focus op terugkeer naar het gezin als dat kan.
“De inzet is zoveel mogelijk gericht op terugkeer naar het gezin, tenzij duidelijk blijkt dat dit in strijd is met het belang van het kind.”
“Nu de mogelijkheden voor interlandelijke adoptie zijn afgenomen, is het des te belangrijker om meer aandacht te vragen voor langdurige pleegzorg, vanwege het tekort aan pleegouders. De ondersteuning van pleegouders moet beter.”
FVD wil dat kinderen centraal staan in het onderwijs en de jeugdzorg, met meer aandacht voor hun individuele behoeften en bescherming tegen ideologische beïnvloeding. Ze pleiten voor kleinere klassen, terugkeer naar speciaal onderwijs, en een verbod op transgender-propaganda en medische ingrepen bij minderjarigen. Het programma benadrukt het belang van een veilige, welvarende toekomst voor kinderen en kleinkinderen.
FVD vindt dat het onderwijs en de jeugdzorg zich moeten richten op de behoeften van het kind, met meer maatwerk en minder bureaucratie. Ze willen kleinere klassen, terugkeer naar speciaal onderwijs, en hervorming van de jeugdzorg waarbij het belang van het kind voorop staat.
“We hervormen de jeugdzorg door (perverse) financiële prikkels rondom uithuisplaatsingen aan te pakken. Daarnaast beperken we de invloed van de verzekeraars en de farmaceutische industrie.”
“Jeugdzorg wordt hervormd met het kind centraal.”
“We zetten in op herinvoering van het leerlinggebonden budget (‘het rugzakje’), zodat kinderen die speciale zorg nodig hebben weer goed worden ondersteund.”
“Ook willen we de werkdruk drastisch verlagen door bureaucratie te schrappen en passend onderwijs grotendeels te vervangen door speciaal onderwijs, zodat ieder kind de aandacht krijgt die het nodig heeft.”
FVD beschouwt transgender-ideologie als schadelijk voor kinderen en wil deze uit scholen en media weren. Ze pleiten voor een wettelijk verbod op transgender-propaganda en op medische behandelingen zoals hormoontherapie en geslachtsoperaties bij minderjarigen, om kinderen te beschermen tegen onomkeerbare beslissingen.
“Scholen en jeugdtv-programma’s dragen ideologische boodschappen uit die kinderen verwarren en ouders verontrusten. Vooral transgender-ideologie wordt gepusht: jongeren worden aangemoedigd te twijfelen aan hun geslacht, met als gevolg dat zelfs kinderen op jonge leeftijd al hormoonremmers of onomkeerbare operaties ondergaan.”
“Wij willen paal en perk stellen aan deze ideologische indoctrinatie. Dat betekent een wettelijk verbod op transgender-propaganda in scholen en media, maar ook een verbod op hormoonbehandelingen en geslachtsoperaties bij minderjarigen.”
“We verbieden geslachtsveranderingsoperaties, hormoontherapie en puberteitsremmers bij minderjarigen, zodat kinderen worden beschermd tegen onomkeerbare beslissingen.”
FVD benadrukt het belang van een veilige en welvarende toekomst voor de volgende generaties. Dit wordt als algemene motivatie genoemd voor hun beleid, maar zonder concrete maatregelen in deze context.
De Partij voor de Dieren (PvdD) zet zich in voor gelijke kansen en een gezonde leefomgeving voor alle kinderen, met bijzondere aandacht voor het bestrijden van kinderarmoede, inclusief en kindgericht onderwijs, en het beschermen van kinderen tegen schadelijke invloeden. Hun belangrijkste voorstellen zijn gratis gezonde schoolmaaltijden, een gelijke start via gratis voorschoolse voorzieningen, en het recht op een gezonde leefomgeving.
PvdD wil dat elk kind gelijke kansen krijgt, ongeacht achtergrond of beperking. Ze pleiten voor gratis voorschoolse voorzieningen, kindgericht onderwijs, en extra ondersteuning voor kinderen met speciale behoeften. Het doel is om onderwijsachterstanden te verkleinen en persoonlijke ontwikkeling centraal te stellen.
“De Partij voor de Dieren wil dat ieder kind een gelijke start krijgt. Er komt één gratis publieke voorschoolse voorziening voor alle kinderen, ook voor kinderen van niet-werkende ouders.”
“Leren is een recht. Kinderen krijgen leerrecht om zich op een school te ontwikkelen, inclusief het recht op maatwerk. Dat wil ook zeggen dat er (meer) scholingsmogelijkheden komen voor bijvoorbeeld zeer hoogbegaafde kinderen of kinderen met een lichamelijke, zintuiglijke of psychische beperking.”
“We stimuleren de omslag van de onderwijssystemen waarin alle leerlingen hetzelfde tempo volgen, naar kindgericht onderwijs waarin persoonlijke ontwikkeling en eigen tempo vooropstaan.”
De partij wil kinderarmoede radicaal bestrijden en ervoor zorgen dat geen enkel kind zonder ontbijt naar school gaat. Ze pleiten voor gratis, biologische en plantaardige schoolmaaltijden voor alle kinderen.
“We bestrijden kinderarmoede radicaal. Geen kind gaat zonder ontbijt naar school. Iedere school krijgt toegang tot biologische, plantaardige schoolmaaltijden – gratis en toegankelijk voor alle kinderen.”
“We verminderen kansenongelijkheid door alle leerlingen toegang te geven tot gezonde voeding.”
PvdD benadrukt het recht van kinderen op een gezonde leefomgeving, met speciale aandacht voor het beperken van blootstelling aan schadelijke stoffen zoals lood en PFAS. Ze willen gevoelige locaties zoals speelplaatsen en volkstuinen saneren waar nodig.
“We volgen het advies van de GGD en het RIVM om blootstelling hiervan aan jonge kinderen te beperken, ook bij loodgehalten onder de oude norm. Speelplaatsen, volkstuinen en andere gevoelige locaties worden in kaart gebracht en waar nodig gesaneerd. Kinderen hebben recht op een gezonde leefomgeving – boven én onder de grond.”
De partij wil kinderen beschermen tegen ongewenste beïnvloeding door commerciële en dieronvriendelijke sectoren, onder andere door het onderwijs vrij te houden van deze invloeden.
“We stoppen de huidige onwenselijke beïnvloeding van kinderen door dieronvriendelijke, vervuilende en ontwrichtende sectoren.”
PvdD erkent dat kinderen in armoede vaker chronisch ziek zijn en meer stress ervaren, en wil daarom armoedebestrijding en preventie van chronische stress bij kinderen prioriteren.
“Ook pakken we armoedebestrijding actief op, want mensen en met name kinderen in armoede zijn vaker chronisch ziek en hebben vaker last van chronische stress.”
De partij wil meer pleeggezinnen en betere verbinding tussen kinderen, ouderen en voorzieningen in de wijk stimuleren.
“Voor veel kinderen is geen pleeggezin, waardoor ze vaak (tijdelijk) in een gezinshuis opgroeien.”
De VVD vindt dat elk kind recht heeft op passend onderwijs en een gezonde, veilige start. Ze willen dat verlofregelingen jonge ouders ondersteunen, dat kinderen veilig naar de kinderopvang kunnen, en dat jeugdzorg beschikbaar is voor gezinnen die het nodig hebben. De nadruk ligt op individuele kansen, ondersteuning waar nodig, en het voorkomen van onnodige labels of bemoeienis.
De VVD wil dat onderwijs aansluit bij de vaardigheden en behoeften van ieder kind, inclusief kinderen met bijzondere talenten of extra ondersteuningsbehoefte. Ze pleiten voor verbetering van het speciaal onderwijs, het wegnemen van barrières in het reguliere onderwijs, en extra aandacht voor hoogbegaafde kinderen.
“We zetten ons in voor passend onderwijs dat aansluit bij de vaardigheden van elk individueel kind. Ook kinderen met bijzondere talenten of behoeften verdienen een passende plek. Of het nu gaat om topsporters, hoogbegaafde leerlingen of kinderen die extra ondersteuning nodig hebben – het onderwijs moet hen uitdagen én ondersteunen.”
“Hoogbegaafdheid vraagt namelijk vaak om een andere manier van onderwijs, omdat hoogbegaafde kinderen graag zelfstandig werken en nieuwsgierig zijn. Er moet altijd een plusklas dichtbij zijn en elke regio biedt voltijds hoogbegaafdheidsonderwijs aan.”
De VVD wil dat verlofregelingen jonge ouders ondersteunen om tijd met hun kinderen door te brengen, maar ook werkbaar blijven voor werkgevers. Ze streven naar eenvoudiger en transparanter verlofstelsel zodat gezinnen meer regie krijgen over de balans tussen werk en zorg.
“Jonge ouders moeten de ruimte hebben om tijd door te brengen met hun kinderen.”
“We willen het verlofstelsel eenvoudiger en transparanter maken. Bestaande verloven worden in een overzichtelijk en samenhangend kader geplaatst, zodat werknemers beter weten waar ze recht op hebben en dit ook daadwerkelijk kunnen benutten.”
De VVD wil dat meer ouders hun kinderen laten vaccineren om de veiligheid op de kinderopvang te waarborgen. Ze benadrukken het belang van een gezonde leefomgeving waarin kinderen gezond kunnen opgroeien.
De VVD vindt dat goede jeugdzorg beschikbaar moet zijn voor gezinnen die het nodig hebben, met prioriteit voor jongeren met ernstige problemen. Ze willen voorkomen dat kinderen onnodig een etiket krijgen en vinden dat ouders bij lichtere problematiek eerst aan zet zijn.
“Goede jeugdzorg moet beschikbaar zijn voor alle gezinnen die dit nodig hebben. Dit geldt ook voor de jeugdpsychiatrie.”
“We voorkomen dat kinderen onnodig een etiket opgeplakt krijgen en zorgen dat jongeren met ernstige problemen als eerste passend worden geholpen. Bij lichtere problematiek is het de verwachting dat ouders als eerste aan zet zijn.”
De VVD wil dat kinderen die via draagmoederschap zijn geboren altijd recht hebben op afstammingsinformatie zodra ze de wettelijke leeftijdsgrens bereiken, ongeacht de wijze van verwekking.
“Alle kinderen krijgen recht op afstammingsinformatie wanneer ze de wettelijke leeftijdsgrens hebben bereikt. Dit recht hebben zij ongeacht hoe en door wie zij zijn verwekt.”
De PVV benadrukt het belang van basisvaardigheden, structuur en veiligheid voor kinderen in het onderwijs. Hun belangrijkste voorstellen zijn het terugdringen van woke- en genderonderwijs, het herinvoeren van schoolzwemmen, het hard aanpakken van pesten en het verbeteren van basisvaardigheden zoals taal en rekenen. De kern van hun visie is dat kinderen beschermd moeten worden tegen ideologische beïnvloeding en dat het onderwijs zich moet richten op kennis, discipline en Nederlandse identiteit.
De PVV wil af van onderwijsvernieuwingen en ideologische thema’s zoals gender en klimaat in het basisonderwijs. Ze willen terug naar gestructureerd onderwijs met nadruk op rekenen, taal en geschiedenis, omdat veel kinderen de basisschool verlaten als functioneel analfabeet. Dit moet de basis leggen voor een succesvolle toekomst voor kinderen.
“Eén op de drie kinderen verlaat de basisschool als functioneel analfabeet. Zij zullen de rest van hun leven de grootste moeite hebben om zich te redden. Dat is een schande van de eerste orde voor een ontwikkeld land als Nederland.”
“Wij willen geen onderwijsvernieuwingen meer. Wij willen terug naar het gestructureerde onderwijs van weleer – met leraren die duidelijk uitleggen, begeleiden en controleren. Geen onderwijs over gender, klimaat of andere linkse indoctrinatie, maar terug naar de basisvaardigheden: rekenen, taal, geschiedenis.”
De PVV is fel tegen wat zij zien als seksuele en gender-indoctrinatie in het onderwijs, zoals de Week van de Lentekriebels. Zij willen dat scholen politiek neutraal zijn en dat opvoeding over deze onderwerpen aan ouders wordt overgelaten.
“De Week van de Lentekriebels – symbool van seksuele woke-indoctrinatie – schaffen we af in het basisonderwijs.”
“Alles wat niet met basisvaardigheden te maken heeft, zoals politiek, is opvoeding en dus aan de ouders. Leraren moeten kinderen bijbrengen hóé ze moeten denken, maar niet wát ze moeten denken en vinden.”
“We stoppen met gesubsidieerd wokebeleid en schrappen de hokjesdenkende genderpropaganda op scholen. In het onderwijs hoort links-liberale seksuele indoctrinatie niet thuis.”
De PVV wil schoolzwemmen opnieuw verplicht stellen, omdat zij vinden dat kunnen zwemmen van levensbelang is voor kinderen in Nederland.
“Nederland is een waterland. Kunnen zwemmen is van levensbelang. Daarom wil de PVV schoolzwemmen herinvoeren.”
De PVV vindt dat pesten een kind blijvend kan beschadigen en wil daarom dat pesters streng worden aangepakt, zodat het slachtoffer niet de dupe wordt.
“Onderwijs moet veilig zijn. Pesten kan een kind voor altijd beschadigen. Pesters moeten daarom hard worden aangepakt: niet het slachtoffer moet van school, maar de pester.”
De PVV wil dat kinderen op school leren over de Nederlandse geschiedenis en identiteit, zodat zij weten wie ze zijn en trots kunnen zijn op Nederland.
“Op elke basisschool en middelbare school moet weer les worden gegeven in vaderlandse geschiedenis. Onze kinderen moeten weten wie ze zijn, waar ze vandaan komen en waarom zij trots mogen zijn op Nederland.”
Het CDA ziet het welzijn en de bescherming van kinderen als fundament voor een sterke samenleving en pleit voor vereenvoudiging en verhoging van kindregelingen, betere verlofregelingen voor ouders, en bescherming van kinderen tegen schadelijke invloeden. De partij wil gelijke kansen voor alle kinderen, minder bureaucratie voor gezinnen, en extra aandacht voor kwetsbare kinderen, zoals jonge mantelzorgers en slachtoffers van het toeslagenschandaal.
Het CDA wil financiële regelingen voor kinderen eenvoudiger en royaler maken, zodat gezinnen minder administratieve lasten ervaren en kinderen meer zekerheid krijgen. Dit moet bijdragen aan een goede start en gelijke kansen voor alle kinderen.
“We vereenvoudigen en verhogen de financiële kindregelingen door de kinderbijslag en het kindgebondenbudget samen te voegen in één regeling met een hoger vast en een lager variabel deel. Ook worden alle kindregelingen door één instantie automatisch uitgekeerd.”
Het CDA wil dat ouders in het eerste jaar van hun kind meer en eenvoudiger betaald verlof krijgen, zodat beide ouders tijd kunnen besteden aan de zorg voor hun kind, ongeacht hun inkomen.
“Er komt één ruimere regeling voor betaald verlof voor beide ouders in het eerste jaar van hun kind.”
“Er komt naast zwangerschaps- en bevallingsverlof één regeling voor betaald verlof voor beide partners in het eerste jaar van het kind. Ook voor lagere inkomens moet deze regeling aantrekkelijk zijn.”
Het CDA wil kinderen beschermen tegen commerciële en digitale risico’s, zoals kindermarketing en te vroege toegang tot social media.
“We beschermen onze kinderen tegen kindermarketing en voeren een verplichte leeftijdscheck in voor social media.”
Het CDA erkent dat sommige kinderen extra steun nodig hebben, zoals jonge mantelzorgers of kinderen die slachtoffer zijn van het toeslagenschandaal, en wil voor hen maatwerk en emotioneel herstel bieden.
“Voor jonge mantelzorgers zetten we in op maatwerk en flexibiliteit in het onderwijs en respijtzorg zodat deze kinderen weer normaal kind kunnen zijn.”
“Ouders en kinderen moeten zich gehoord en gezien voelen zodat zij ook echt een nieuwe start kunnen maken. Dat doen we door ouders en kinderen maar één keer hun verhaal te laten doen en met alle betrokken instanties samen een hersteloplossing te vinden voor de specifieke situatie van de betreffende ouders en kinderen.”
Het CDA wil dat kinderen met een achterstandspositie extra steun krijgen in het onderwijs, zodat hun kansen worden vergroot.
“Met de onderwijskansenregeling krijgen deze kinderen in het voortgezet onderwijs een extra steun in de rug.”
DENK vindt dat ieder kind gelijke kansen moet krijgen en dat hun welzijn beschermd moet worden, zowel op school als in de zorg. De partij wil investeren in kwalitatief hoogwaardig onderwijs, gratis sport voor kinderen uit arme gezinnen, en bescherming tegen schadelijke online content. DENK benadrukt de rol van ouders in de opvoeding en wil hun inspraak vergroten bij gevoelige onderwerpen op school.
DENK ziet onderwijs als de sleutel tot gelijke kansen en wil dat elk kind zich optimaal kan ontwikkelen, ongeacht achtergrond. Investeringen in scholen, leraren en speciaal onderwijs moeten ervoor zorgen dat geen enkel kind achterblijft.
“DENK wil dat het Nederlandse onderwijs van de hoogste kwaliteit is, zodat iedere jongere zichzelf volop kan ontwikkelen. Door te investeren in onze scholen en onze leraren, willen wij dat het onderwijs een emancipatiemachine is die garandeert dat ieder kind gelijke kansen heeft.”
“Investeringen in het speciaal onderwijs. Wij willen dat jongeren die bijzondere aandacht verdienen, begeleiding van de beste kwaliteit krijgen.”
Om gezondheid en participatie te bevorderen, wil DENK dat gemeenten budget krijgen zodat kinderen uit gezinnen in armoede gratis kunnen sporten.
“Gemeenten krijgen budget om kinderen uit gezinnen in armoede gratis te kunnen laten sporten.”
DENK wil kinderen beschermen tegen schadelijke invloeden van social media en internet door een leeftijdsgrens en meer aandacht voor verantwoord gebruik.
“Wij nemen maatregelen om de schadelijke effecten van social mediagebruik op kinderen tegen te gaan. Dat betekent dat wij voor een leeftijdsgrens zijn van 15 jaar, waarbij voor kinderen schadelijke content onder die leeftijd wordt afgeschermd.”
DENK vindt dat ouders meer zeggenschap moeten hebben over de seksuele opvoeding van hun kind op school, vooral als het gaat om geseksualiseerd materiaal.
“Dit betekent dat ouders die niet willen dat hun kind blootgesteld wordt aan geseksualiseerd materiaal en dit nadrukkelijk zelf met hun kind willen bespreken, hiertoe de mogelijkheid krijgen en ook beter worden betrokken bij de besluitvorming.”
DENK wil dat ouders meer verlofmogelijkheden krijgen bij de geboorte van een kind, zodat zij beter kunnen zorgen voor hun pasgeborene.
“Wij willen meer verlofmogelijkheden voor mensen bij belangrijke en ingrijpende levensgebeurtenissen. Hierbij denken wij aan een verruiming van de verlofmogelijkheden bij overlijden en de geboorte van een kind.”
DENK spreekt zich uit tegen geweld tegen kinderen in conflictgebieden, met name in het kader van het Israëlisch-Palestijns conflict.
“Tienduizenden Palestijnen zijn door 'Israël' vermoord, waaronder heel veel kinderen.”
Volt wil gelijke ontwikkelkansen voor ieder kind, ongeacht achtergrond of inkomen, en pleit voor gratis kinderopvang en passend onderwijs vanaf jonge leeftijd. De partij zet in op ontwikkelplekken voor kinderen vanaf twee jaar, gratis kinderopvang voor drie dagen per week, en onderwijs dat het kind centraal stelt. Hun visie is gericht op het verkleinen van ongelijkheid en het stimuleren van persoonlijke groei vanaf de vroegste levensfase.
Volt wil dat kinderopvang, voorscholen en onderwijs samengaan in ontwikkelplekken voor kinderen vanaf twee jaar, minimaal drie dagen per week, en streeft naar gratis kinderopvang voor alle kinderen, ongeacht de werksituatie van de ouders. Dit moet de ontwikkelingskansen vergroten en ongelijkheid verminderen.
“We willen dat onderwijs, voorscholen en kinderopvang samengaan in ontwikkelplekken voor kinderen vanaf twee jaar voor minimaal drie dagen in de week. Op deze plekken is er gedurende de dag voor alle kinderen (ongeacht of hun ouders werken) aandacht voor de ontwikkeling van sociale, emotionele en intellectuele vaardigheden, sport, spel, creativiteit, persoonlijke leerbehoeften en een gezonde leefstijl.”
“We willen dat het mogelijk wordt dat de kinderopvang voor alle kinderen, ongeacht de werksituatie van de ouders, gratis wordt voor drie dagen per week.”
Volt pleit voor passend primair en middelbaar onderwijs waarbij de ontplooiing van karakter, talent en mentale capaciteit van elk kind het uitgangspunt is. Het onderwijs moet persoonlijke groei stimuleren en gelijke kansen bieden, ongeacht inkomen, afkomst of woonplaats.
“Volt wil passend onderwijs voor ieder individu, waarbij de ontplooiing van karakter, talent en mentale capaciteit van elk kind het uitgangspunt moet zijn. Het kind komt centraal te staan in ons...”
“Gelijke kansen beginnen in de klas. Ieder kind moet zich kunnen ontwikkelen, ongeacht inkomen, afkomst of woonplaats.”
Volt benadrukt het belang van een veilige hechting en stabiele leefomgeving voor kinderen, met extra begeleiding en zorg waar nodig, vooral voor kinderen in kwetsbare posities.
“Kinderen die veilig zijn gehecht hebben een grotere kans op een stabiel, gezond en gelukkig leven. Volt stimuleert een veilige hechting, met extra begeleiding en zorg voor een stabiele leefomgeving.”
Volt verbindt het belang van een gezonde leefomgeving direct aan het welzijn van kinderen en toekomstige generaties, door te streven naar een veilig, schoon en gezond land.
“We maken ons land klaar voor de toekomst en geven een veilig, schoon en gezond land door aan onze kinderen.”
Volt noemt expliciet het belang van veiligheid en (psychisch) welzijn voor kwetsbare kinderen, onder andere in het kader van huisvesting en opvang.
“De veiligheid en het (psychische) welzijn van kwetsbare mensen, zoals kinderen, gezinnen, lhbtqia+’ers en mensen...”
BIJ1 benadrukt het recht van kinderen op bescherming, kansen en zelfbeschikking, met bijzondere aandacht voor adoptie, onderwijs en kinderrechten. Ze pleiten voor transparantie rond adoptie, het recht van geadopteerde kinderen op afstammingsinformatie, en directe toepassing van het Kinderrechtenverdrag in de Nederlandse wet. Toegankelijk onderwijs en culturele participatie voor ieder kind zijn eveneens speerpunten.
BIJ1 vindt dat kinderen die geadopteerd zijn recht hebben op volledige informatie over hun afkomst en dat adoptie alleen vrijwillig mag plaatsvinden als pleegzorg geen betere optie is. Dit standpunt adresseert het belang van transparantie en het welzijn van het kind in adoptieprocedures.
“Mensen die in het verleden als kind zijn geadopteerd, hebben het recht om de feiten van hun afstamming te weten en worden hierin waar mogelijk gesteund door de overheid.”
“Ook moet het 100% zeker zijn dat het gaat om een vrijwillige adoptie waarbij pleegzorg niet een betere optie is.”
BIJ1 wil dat alle kinderen toegang hebben tot betaalbare en toegankelijke onderwijs- en cultuurvoorzieningen, zodat elk kind gelijke kansen krijgt om zich te ontwikkelen. Dit standpunt richt zich op het wegnemen van financiële en sociale barrières voor kinderen.
“Ook participatie in de vrije tijd is toegankelijk en betaalbaar voor ieder kind.”
BIJ1 pleit ervoor dat het Kinderrechtenverdrag rechtstreeks van kracht wordt in Nederland, zodat kinderrechten juridisch afdwingbaar zijn en kinderen beter beschermd worden. Dit versterkt de positie van kinderen in de samenleving en waarborgt hun rechten.
“Alle mensenrechtenverdragen↗, zoals het Kinderrechtenverdrag, het Vrouwenrechtenverdrag en het VN-verdrag inzake rechten van personen met een handicap, krijgen rechtstreekse werking in het Nederlandse recht.”
BIJ1 onderstreept het belang van onderwijs als middel om kinderen kansen te bieden, waarmee ze hun toekomst kunnen vormgeven. Dit benadrukt het recht op gelijke kansen voor alle kinderen, ongeacht achtergrond.
“Onderwijs dat onze kinderen kansen geeft.”
NSC benadrukt het belang van bescherming en gelijke kansen voor kinderen, met speciale aandacht voor kwetsbare groepen. De partij zet in op concrete maatregelen zoals het garanderen van schoolontbijt voor kwetsbare kinderen, het verbeteren van leerlingenvervoer, en het tegengaan van selectie op geslacht of andere kenmerken bij IVF. Medische ethiek rond het begin van het leven wordt met grote zorgvuldigheid benaderd.
NSC wil dat elk kwetsbaar kind de dag gezond kan beginnen met een schoolontbijt, om leerprestaties en sociale interactie te bevorderen. Dit voorstel richt zich op het bestrijden van ongelijkheid en het ondersteunen van kinderen uit minder draagkrachtige gezinnen.
“We zetten ons in om een dagelijks schoolontbijt structureel mogelijk te maken voor kwetsbare kinderen, zodat ieder kind de dag gezond en vol energie kan starten. Een goede maaltijd in de ochtend bevordert de leerprestaties van kinderen. Bovendien stimuleert het goede eetgewoonten en sociale interactie tussen kinderen”
NSC vindt dat het vervoer van kwetsbare kinderen gegarandeerd moet zijn en niet mag lijden onder gemeentelijke tekorten. Dit standpunt adresseert de noodzaak van toegankelijk onderwijs voor alle kinderen, ongeacht hun situatie.
“Het vervoer van kwetsbare kinderen moet gegarandeerd zijn en mag niet lijden onder de tekortkomingen van gemeentelijke aanbestedingen.”
NSC is principieel tegen het selecteren van het geslacht of andere kenmerken van een kind via IVF en tegen kiembaanmodificatie. Dit standpunt is geworteld in ethische bezwaren tegen het aanpassen van erfelijk materiaal en het creëren van embryo’s voor onderzoek.
“We willen een uitgebreider verbod op het bemiddelen van diensten voor niet-medische inzet van IVF om het geslacht en andere kenmerken van een kind te kunnen selecteren.”
“We zijn principieel tegen aanpassingen van het menselijk erfelijke materiaal waarbij deze aanpassingen ook worden doorgegeven aan volgende generaties (de zogeheten kiembaanmodificatie).”
NSC wil dat scholen met het grootste aandeel kwetsbare kinderen de meeste middelen krijgen, om beperkingen in onderwijsaanbod en -tijd te vermijden. Dit moet kansenongelijkheid tegengaan.
“Scholen met het grootste aandeel kwetsbare kinderen krijgen de meeste middelen om beperkingen in onderwijsaanbod en -tijd te vermijden.”
BBB ziet het belang van het kind vooral in het kader van zorg en ontwikkeling, met nadruk op het centraal stellen van het belang van het kind bij besluiten in de jeugdzorg en het onderwijs. De partij pleit voor het voorkomen van etikettering en benadrukt talentontwikkeling, en stelt een tijdelijke stop voor op medische transitie bij minderjarigen tot richtlijnen zijn herzien.
BBB vindt dat bij besluiten over zorg en GGZ het belang van het kind altijd vanaf het begin moet worden meegenomen, niet pas als het misgaat. Dit standpunt richt zich op het voorkomen van schrijnende situaties zoals in de toeslagenaffaire en het verbeteren van jeugdzorg.
“Besluiten met betrekking tot zorg en GGZ moeten altijd nadrukkelijk van meet af aan het belang van het kind meenemen, niet pas wanneer zaken uit de hand lopen.”
BBB wil een tijdelijke stop op medische transitie voor kinderen en jongeren met genderdysforie, in afwachting van een herziening van de behandelrichtlijnen. De partij noemt internationale kritiek op het Dutch Protocol als aanleiding voor deze terughoudendheid.
“Om deze reden willen wij een stop op medische transitie voor minderjarigen, tot de richtlijnen zorgvuldig herzien zijn.”
BBB benadrukt dat kinderen meer zijn dan het label dat de maatschappij hen opplakt, en dat ieder kind unieke talenten heeft die bijdragen aan de samenleving. Dit standpunt is gericht tegen overmatige etikettering en vóór een positieve benadering van talentontwikkeling.
“Kinderen moet geleerd worden dat zij meer zijn dan ‘het label dat de maatschappij hen opplakt’. Iedereen heeft talenten en draagt bij aan deze maatschappij.”
50PLUS noemt kinderen en hun belangen slechts zijdelings in het verkiezingsprogramma, vooral in relatie tot het belang van toekomstige generaties en het onderwijs. Het enige concrete beleidsvoorstel dat direct op kinderen betrekking heeft, is de zorg over hun basisvaardigheden in taal en rekenen. Verder wordt het belang van het welzijn van kinderen en kleinkinderen genoemd als onderdeel van de bredere visie op generaties.
50PLUS signaleert dat kinderen steeds meer moeite hebben met basisvaardigheden zoals taal en rekenen, en koppelt dit aan de noodzaak van beter onderwijs. Dit standpunt adresseert het probleem van afnemende onderwijskwaliteit voor kinderen, maar bevat geen uitgewerkte maatregelen specifiek voor kinderen.
“Kinderen hebben steeds meer moeite met de basisvaardigheden taal en rekenen.”
Het programma benadrukt het belang van het welzijn van kinderen en kleinkinderen als onderdeel van de bredere inzet voor toekomstige generaties, maar zonder concrete beleidsmaatregelen specifiek gericht op kinderen.
“50PLUS wil bereiken dat jij je geen onnodige zorgen hoeven maken over de toekomst van jouw ouders, over je eigen toekomst als senior en over de toekomst van jouw eigen kinderen en kleinkinderen.”
JA21 vindt dat kinderen in Nederland moeten opgroeien met basisvaardigheden, veiligheid en gedeelde Nederlandse normen en waarden. Hun belangrijkste concrete voorstel is het verplicht stellen van schoolzwemmen zodat ieder kind leert zwemmen; daarnaast willen ze dat het onderwijs jonge mensen vormt tot weerbare burgers, zonder ideologische indoctrinatie.
JA21 wil dat elk kind in Nederland leert zwemmen om de zwemveiligheid te waarborgen. Dit wordt gezien als een essentiële basisvaardigheid en een verantwoordelijkheid van het onderwijs.
“Ook wil JA21 schoolzwemmen verplicht stellen, zodat ieder kind in Nederland leert zwemmen en daarmee de zwemveiligheid geborgd wordt.”
JA21 vindt dat het onderwijs jonge mensen moet vormen tot weerbare burgers met kennis van Nederlandse normen en waarden, maar verzet zich tegen verplichte ideologische opvoeding over onderwerpen als seksualiteit en religie.
“Het onderwijs moet jonge mensen vormen tot weerbare burgers die stevig in hun schoenen staan. Tegelijkertijd moet de school niet een ideologisch opvoedingsinstituut zijn met verplichte indoctrinatie over seksualiteit, religie en normen en waarden.”
BVNL benadrukt individuele vrijheid en ouderlijke verantwoordelijkheid bij keuzes rond kinderen, met een expliciet verbod op geslachtstransities voor minderjarigen. Concrete beleidsvoorstellen over kinderen zijn schaars; het programma focust vooral op het beperken van overheidsbemoeienis en het beschermen van kinderen tegen ingrijpende medische beslissingen.
BVNL stelt dat minderjarigen geen geslachtstransities mogen ondergaan, uitgaande van het principe dat ingrijpende medische keuzes pas op volwassen leeftijd thuishoren. Dit standpunt is onderdeel van een bredere visie waarin individuele autonomie en ouderlijke verantwoordelijkheid centraal staan, en de overheid zich terughoudend opstelt in persoonlijke en medische kwesties rond kinderen.
“Geen geslachtstransities voor minderjarigen.”