De VVD wil het aantrekken en behouden van kenniswerkers beperken tot sectoren waar een tekort is, zoals technologie, bètawetenschappen, AI en wiskunde, om zo de Nederlandse kenniseconomie te versterken. Ze stellen strengere eisen aan internationale kenniswerkers en bouwen de kennismigrantenregeling om tot een Toptalentenregeling, gericht op essentieel buitenlands talent. Tegelijkertijd benadrukt de VVD het belang van kennisveiligheid om te voorkomen dat gevoelige kennis in verkeerde handen valt.
De VVD wil alleen internationale kenniswerkers toelaten in sectoren met een aantoonbaar tekort, om ongerichte groei te voorkomen en de aansluiting met de arbeidsmarkt te verbeteren. Dit moet bijdragen aan economische groei en het behouden van talent dat Nederland nodig heeft.
“We kunnen het aantal internationale studenten niet ongericht laten groeien. Daarom moeten we dat beperken tot studenten, wetenschappers en kenniswerkers in vakgebieden waar we een tekort hebben en die we hard nodig hebben zoals technologie, bètawetenschappen, AI en wiskunde.”
“Om het talent aan te trekken dat we nodig hebben, stellen we een Internationale Talentstrategie op.”
“Wel blijft er ruimte voor internationaal talent in regio’s waar dat van cruciaal belang is voor regionale economie.”
“Door een nauwe samenwerking met het bedrijfsleven te stimuleren en de aansluiting op de arbeidsmarkt te verbeteren, willen we internationaal talent in Nederland houden.”
De VVD wil de huidige kennismigrantenregeling omvormen tot een strengere Toptalentenregeling, gericht op het aantrekken van buitenlands toptalent dat essentieel is voor de kenniseconomie en groeitechnologieën. Hiermee willen ze misbruik tegengaan en de toelatingseisen aanscherpen.
“Kennismigrantenregeling wordt toptalentregeling: Om groei en innovatie te realiseren hebben we soms naast alle knappe koppen in Nederland ook toptalent uit het buitenland nodig. Daarom is de kennismigrantenregeling belangrijk. Tegelijkertijd komt het nog te vaak voor dat malafide bedrijven de regeling misbruiken. We bouwen de regeling daarom om tot een Toptalentenregeling, gericht op buitenlands talent dat essentieel is voor onze kennisintensieve economie en groeitechnologieën.”
“We laten de 27%-regeling in stand en scherpen de toelatingseisen aan, bijvoorbeeld via een aanvullende opleidingseis. We hebben expliciet oog voor de positie van start- en scale-ups.”
De VVD vindt het cruciaal dat gevoelige kennis niet in verkeerde handen valt, vooral bij internationale kenniswerkers en samenwerkingen. Ze willen daarom strenge screening en transparantie over financiering, met speciale aandacht voor landen met verhoogd risico.
“Onze kennis moet veilig zijn: Gevoelige kennis mag niet in verkeerde handen vallen. Universiteiten, kennisinstellingen, veiligheidsdiensten en de overheid moeten samenwerken om Nederland veilig te houden. We screenen waar nodig onderzoekers en internationale samenwerkingen zodat militaire of dual-use-kennis nooit in verkeerde handen valt. Hierbij ligt de nadruk op landen met een verhoogd risico.”
“Onderzoekers die loyaal zijn aan onvrije regimes worden geweerd uit gevoelige kennisgebieden. Om h/eimelijke beïnvloeding tegen te gaan wordt de herkomst van onderzoeksfinanciering openbaar.”
BVNL noemt "kenniswerkers" niet expliciet, maar hun programma bevat enkele relevante standpunten voor deze groep, vooral rond innovatie, onderzoek en het aantrekken van talent. De partij wil een innovatievriendelijk klimaat creëren door te investeren in onderzoek en samenwerking tussen bedrijven, startups en academici, en is kritisch op de instroom van buitenlandse studenten en expats.
BVNL wil Nederland aantrekkelijk maken voor kenniswerkers door te investeren in onderzoek en ontwikkeling, en samenwerking tussen publieke en private partijen te stimuleren. Dit moet leiden tot een sterk innovatieklimaat waarin bedrijven, startups en academici kunnen floreren.
“BVNL zet zich in voor de stimulering van onderzoek en innovatie op het gebied van kunstmatige intelligentie en andere digitale technologieën zoals quantumtechnologie. We willen een innovatievriendelijk klimaat creëren waarin bedrijven, startups en academici kunnen gedijen.”
“Door investeringen in onderzoek en ontwikkeling te vergroten en samenwerking tussen publieke en private partijen te bevorderen, zullen we onze positie als voorloper op het gebied van technologie versterken.”
BVNL is kritisch op regelingen en instroom die volgens hen tot oneerlijke concurrentie of verdringing van Nederlandse kenniswerkers leiden. Ze willen de expatregeling afschaffen en het aantal buitenlandse studenten beperken.
BVNL wil minder overheidsbemoeienis en meer vrijheid voor werkenden, waaronder kenniswerkers, om hun arbeidsrelatie te kiezen en minder belemmeringen te ervaren.
JA21 erkent het belang van hoogopgeleide kenniswerkers voor de Nederlandse economie en wil kennismigratie alleen toestaan waar deze daadwerkelijk economische en maatschappelijke meerwaarde heeft. Tegelijkertijd pleit de partij voor het beperken van laaggeschoolde arbeidsmigratie en het reguleren van internationale studentenstromen, met behoud van ruimte voor kenniswerkers die bijdragen aan de kenniseconomie.
JA21 maakt een duidelijk onderscheid tussen laag- en hoogopgeleide migranten en wil kennismigratie uitsluitend toestaan als deze aantoonbare meerwaarde heeft voor Nederland. Dit beleid is bedoeld om de arbeidsmarkt te beschermen en de negatieve gevolgen van ongerichte migratie te beperken, terwijl de deur open blijft voor kenniswerkers die bijdragen aan innovatie en economische groei.
“Voor hoogopgeleide kennismigratie waar onze samenleving behoefte aan heeft, blijft uiteraard plaats in Nederland.”
“Hoogopgeleide kennismigranten met economische en maatschappelijke meerwaarde voor Nederland welkom heten.”
“Voor gereguleerde arbeidsmigratie moet ruimte blijven, net als voor hoogopgeleide kennismigratie, maar de huidige aantallen leiden tot grote problemen in veel van onze steden.”
JA21 is kritisch op het huidige financieringsmodel van het hoger onderwijs, dat volgens de partij te veel gericht is op het aantrekken van internationale studenten en 'pretstudies' die weinig bijdragen aan de Nederlandse economie. De partij wil dat het hoger onderwijs zich meer richt op opleidingen die aansluiten bij de behoeften van de kenniseconomie en de arbeidsmarkt.
“Het financieringsmodel zorgt er ook voor dat het werven van internationale studenten een verdienmodel is geworden. Dat gaat ten koste van Nederlandse studenten, bijvoorbeeld door de enorme druk op de woning- en kamermarkt.”
“Deze zogenaamde ‘pretstudies’ vinden nauwelijks aansluiting op de beroepspraktijk in een Nederlandse economische sector.”
“Nederland staat wereldwijd bekend om de hoge kwaliteit van haar hoger onderwijs. Voor ons land als kenniseconomie is het van absoluut belang dat we deze toppositie weten te behouden.”
De ChristenUnie erkent het belang van kenniswerkers (kennis- en studiemigranten) voor de economie, maar wil de instroom van deze groep beperken en meer nadruk leggen op integratie en het beheersen van de Nederlandse taal. Ze zijn kritisch op belastingvoordelen voor expats en willen deze afschaffen, en stellen dat het opleiden van Nederlandse studenten de kerntaak van universiteiten moet blijven.
De ChristenUnie vindt dat de groei van het aantal internationale kenniswerkers en studenten te veel druk legt op voorzieningen en dat de instroom moet worden beperkt. Ze willen belastingvoordelen voor expats afschaffen en stellen dat universiteiten zich primair op Nederlandse studenten moeten richten.
De partij benadrukt dat kenniswerkers, net als andere migranten, moeten integreren en de Nederlandse taal moeten leren. Dit wordt gezien als essentieel voor succesvolle participatie in de samenleving.
De ChristenUnie ziet arbeidsmigratie, inclusief die van kenniswerkers, niet als een eenvoudige of structurele oplossing voor tekorten op de arbeidsmarkt. Ze pleiten voor een bredere, gezamenlijke aanpak van arbeidsmarktvraagstukken.
“Arbeidsmigratie is daarbij geen eenvoudig antwoord voor de oplossing van onze structurele tekorten.”
FVD is kritisch over de huidige focus op de ‘kenniseconomie’ en wil het onderwijs minder richten op algemene kenniswerkers en meer op praktijkgericht vakmanschap. Ze pleiten voor het beperken van hoogopgeleide arbeidsmigratie tot alleen strikt noodzakelijke kenniswerkers en willen het HBO hervormen tot meer gespecialiseerde beroepsopleidingen die aansluiten op de arbeidsmarkt.
FVD vindt dat het onderwijssysteem te veel gericht is op algemene vaardigheden en de ‘kenniseconomie’, waardoor praktijkopleidingen en vakmanschap zijn ondergewaardeerd. Ze willen deze trend keren door beroepsonderwijs te versterken en jongeren minder te sturen richting theoretische kenniswerkersfuncties.
“Het huidige onderwijssysteem richt zich dus te veel op algemene vaardigheden en de zogenoemde ‘kenniseconomie’, waardoor praktijkopleidingen zijn verwaterd en het aanzien van vakmanschap ten onrechte is gedaald.”
FVD erkent het belang van het HBO voor de kenniseconomie, maar wil dat het HBO zich specialiseert in praktijkgericht onderzoek en directe aansluiting op de arbeidsmarkt, in plaats van een brede, algemene kenniswerker-opleiding of opstap naar de universiteit te zijn.
“Het HBO speelt een onmisbare rol in de Nederlandse kenniseconomie. Het leidt studenten op die praktijkgericht onderzoek combineren met de toepassing van kennis in bedrijven, zorginstellingen en de creatieve sector.”
“Forum voor Democratie wil dat hogescholen weer echte beroepsopleidingen worden, waar kwaliteit en specialisatie vooropstaan.”
FVD wil alleen hoogopgeleide, economisch waardevolle en cultureel compatibele migranten toelaten via een streng gereguleerd GreenCard-systeem, en benadrukt dat alleen kenniswerkers met specifieke, noodzakelijke vaardigheden welkom zijn.
“We introduceren een streng gereguleerd Green-Card-model voor tijdelijke werkvergunningen, zodat alleen economisch waardevolle migranten - die cultureel compatibel zijn - tijdelijk kunnen bijdragen zonder uitzicht op naturalisatie.”
“We willen ruimte laten voor hoogopgeleide, Westerse migranten met specifieke vaardigheden waaraan wij behoefte hebben”
50PLUS heeft geen expliciet beleid gericht op het aantrekken of behouden van internationale kenniswerkers. Hun standpunt is dat hoger en universitair onderwijs in principe in het Nederlands moet worden aangeboden, met slechts beperkte uitzonderingen, en dat arbeidsmigratie vooral gericht moet zijn op sectoren met tekorten zoals de zorg. De partij kiest voor een streng migratiebeleid dat arbeids- en studiemigratie wil beperken, wat de instroom van internationale kenniswerkers indirect ontmoedigt.
50PLUS wil dat hoger en universitair onderwijs in beginsel in het Nederlands wordt aangeboden, waardoor de toegankelijkheid voor internationale kenniswerkers en studenten wordt beperkt. Uitzonderingen zijn alleen mogelijk bij bijzondere redenen, waarmee de partij de instroom van buitenlandse kenniswerkers via het onderwijs verder wil beperken.
“Hoger en universitair onderwijs wordt in beginsel in het Nederlands aangeboden. Er kunnen bijzondere redenen zijn voor uitzonderingen.”
De partij pleit voor een streng migratiebeleid en wil arbeidsmigratie beperken tot sectoren met aantoonbare tekorten, zoals de zorg. Dit betekent dat kenniswerkers buiten deze sectoren niet als prioriteit worden gezien voor toelating tot Nederland.
“Gerichte arbeidsmigratie voor de zorg. Het personeelstekort in de zorg groeit naar 240.000 mensen in 2030. Zonder actie krijgen ouderen straks geen zorg meer. 50PLUS erkent dat dit vraagt om een uitzondering op ons strenge migratiebeleid.”
“Dat zal leiden tot een gezonde beperking van het aantal arbeids- en studiemigranten.”
50PLUS wil dat werkgevers waar mogelijk worden aangeslagen voor de werkelijke kosten van arbeidsmigranten, waarmee het voor bedrijven minder aantrekkelijk wordt om internationale kenniswerkers aan te trekken.
“Werkgevers worden, waar mogelijk, aangeslagen voor de werkelijke kosten van arbeidsmigranten.”
GroenLinks-PvdA wil het aantrekken van echte kennismigranten (kenniswerkers van buiten de EU) beperken tot gevallen waar zij daadwerkelijk nodig zijn, en misbruik van de kennismigrantenregeling tegengaan. Tegelijkertijd wordt de expatregeling (belastingkorting voor kennismigranten) afgebouwd en wordt innovatie en kennisdeling binnen Nederland gestimuleerd, zodat minder afhankelijkheid van externe kennis ontstaat.
GroenLinks-PvdA wil voorkomen dat de kennismigrantenregeling wordt misbruikt voor goedkope arbeid en wil deze alleen inzetten voor echte kenniswerkers. De expatregeling, die belastingvoordelen biedt aan kennismigranten, wordt afgebouwd om oneerlijke concurrentie en fiscale voordelen te beperken. Dit beleid is bedoeld om de instroom van kennismigranten te beperken tot sectoren waar zij echt nodig zijn en om misstanden en oneigenlijk gebruik tegen te gaan.
“We scherpen de kennismigrantenregeling voor arbeidsmigranten buiten de EU aan. Alleen werkgevers op zoek naar echte kennismigranten krijgen een vergunning. Zo gaan we misstanden en oneigenlijk gebruik tegen. De belastingkorting voor kennismigranten, de expatregeling, bouwen we af.”
De partij wil dat overheden en bedrijven minder afhankelijk worden van externe consultants en detacheringsbureaus voor kennis en expertise. Door kennisdeling tussen overheden te stimuleren, wordt de afhankelijkheid van externe kenniswerkers verminderd en blijft kennis binnen de organisatie.
“We stimuleren het delen van kennis en expertise tussen gemeenten en provincies, zodat ook lokale overheden minder afhankelijk worden van detacheringsbureaus.”
“De overheid is te vaak afhankelijk van dure consultants bij het uitvoeren van kerntaken. Het Rijk gaat zich houden aan het maximum van 10% externe inhuur.”
GroenLinks-PvdA erkent dat zzp’ers een waardevolle aanvulling kunnen zijn wanneer er bijzondere kennis nodig is die niet tot de reguliere werkzaamheden behoort. Dit beperkt de inzet van zelfstandige kenniswerkers tot situaties waarin hun expertise echt noodzakelijk is.
“Zzp’er: voor werk dat geen onderdeel is van de organisatie, werk dat niet behoort tot de reguliere werkzaamheden van een organisatie, of werk dat wel behoort tot de reguliere bedrijfsactiviteiten maar waarvoor bijzondere kennis nodig is kunnen zzp’ers een waardevolle aanvulling zijn.”
De SGP benoemt kenniswerkers niet expliciet, maar hun visie op hoger onderwijs, arbeidsmigratie en de positie van hoogopgeleiden raakt indirect aan het thema. De partij wil het academisch onderwijs meer richten op de arbeidsmarkt, de instroom van buitenlandse studenten en kenniswerkers beperken, en de Nederlandse taal als voertaal versterken. Kenniswerkers uit het buitenland worden alleen toegelaten als zij cruciaal zijn voor de economie en niet in Nederland op te leiden zijn.
De SGP wil de instroom van buitenlandse kenniswerkers en studenten beperken tot gevallen waarin zij essentieel zijn voor de economie en niet in Nederland op te leiden zijn. Dit moet overbelasting van voorzieningen en uitbuiting voorkomen, en de nadruk leggen op het benutten van eigen talent.
“Er worden gerichte keuzes gemaakt ten aanzien van specifieke vakkrachten die in Nederland niet te vinden en op te leiden zijn, maar wel cruciaal zijn voor onze toekomstige economie. Duur van het verblijf, belang van de sector en noodzaak spelen bij deze afweging een belangrijke rol.”
“Voor arbeidsmigratie van buiten de EU, en ook studiemigratie, gaan strikte voorwaarden en quota gelden om overbelasting en uitbuiting tegen te gaan.”
De SGP wil het gebruik van de Nederlandse taal in het hoger onderwijs versterken, met name in de bachelorfase, en het aantal Engelstalige opleidingen kritisch terugdringen. Dit beleid is bedoeld om de toegankelijkheid voor Nederlandse studenten te vergroten en de afhankelijkheid van buitenlandse kenniswerkers te verminderen.
“De Nederlandse taal wordt versterkt als voertaal in het hoger onderwijs, zeker in de bacheloropleiding. De gezamenlijke inzet van instellingen om hun Engelstalige opleidingen kritisch door te lichten en waar gepast om te zetten in Nederlandse opleidingen wordt verder versterkt door bestuurlijke afspraken met de minister.”
De SGP wil dat de academische bacheloropleiding meer als relevante eindopleiding voor de arbeidsmarkt wordt gepositioneerd, zodat kenniswerkers sneller inzetbaar zijn en minder afhankelijk worden van een masteropleiding.
“De academische bacheloropleiding wordt steeds meer als relevante eindopleiding voor de arbeidsmarkt gepositioneerd.”
De SP is kritisch over de omvang en gevolgen van kenniswerkersmigratie en wil deze instroom fors beperken. Ze pleiten voor strengere taaleisen, meer verantwoordelijkheid voor werkgevers en kennisinstellingen, en het verplicht aanbieden van taallessen aan kenniswerkers. De partij ziet het reguleren van kenniswerkersmigratie als noodzakelijk voor integratie, sociale cohesie en het voorkomen van braindrain in herkomstlanden.
De SP vindt dat de groei van kenniswerkersmigratie (samen met arbeids- en studiemigratie) uit de hand is gelopen en structureel moet worden teruggedrongen. Ze zien deze migratie als een bedreiging voor de houdbaarheid van het migratiebeleid en de integratie in de samenleving.
“Door de uit de hand gelopen groei van arbeids, kennis en studiemigratie structureel aan te pakken zorgen we ervoor dat migratie humaan en houdbaar wordt en bieden we ruimte aan de samenleving om goede integratie mogelijk te maken.”
De SP wil dat kenniswerkers vanaf dag één verplicht de Nederlandse taal leren en dat kennisinstellingen verantwoordelijk worden voor het aanbieden van taallessen. Dit moet integratie bevorderen en taalachterstanden voorkomen.
“Iedereen die naar Nederland komt en hier komt wonen, ongeacht of je vluchteling, expat, arbeids, kennis of studiemigrant bent, vanaf dag één de taal leert.”
“Bedrijven en kennisinstellingen dragen de zorg voor taallessen voor arbeids en kennismigranten die zij hier zelf naartoe halen.”
De SP wijst op de negatieve gevolgen van het aantrekken van kenniswerkers uit het buitenland, zoals het ontwrichten van samenlevingen en het veroorzaken van braindrain in herkomstlanden. Ze willen dat Nederland zich inzet voor het tegengaan van deze praktijken.
“In de landen van herkomst leidt arbeidsmigratie tot ontworteling van gemeenschappen en een braindrain.”
DENK noemt "kenniswerkers" niet expliciet, maar benadrukt het belang van een sterke kenniseconomie en hoogwaardige arbeidsmarkt, mogelijk gemaakt door investeringen in onderwijs en gelijke kansen. Hun concrete voorstellen richten zich op het verbeteren van het onderwijs, het toegankelijk maken van vervolgonderwijs en het waarborgen van een inclusieve arbeidsmarkt, zodat Nederland aantrekkelijk blijft voor kenniswerkers en talentontwikkeling.
DENK ziet investeren in onderwijs als essentieel om Nederland een kenniseconomie te laten blijven en zo een hoogwaardige arbeidsmarkt te behouden. Dit is direct relevant voor kenniswerkers, omdat het de basis legt voor hun ontwikkeling, positie en aantrekkelijkheid van Nederland als werkland.
“Alleen door onze investeringen in het onderwijs op peil te houden, kan Nederland de kenniseconomie blijven die wij nu zijn.”
DENK wil financiële drempels voor vervolgonderwijs wegnemen en inzet op gelijke kansen, zodat iedereen – inclusief toekomstige kenniswerkers – zich optimaal kan ontwikkelen en bijdragen aan de kenniseconomie.
“We zetten in op cultuursensitief onderwijs, stagegaranties en het toegankelijk maken van vervolgonderwijs zonder financiële drempels.”
Hoewel niet direct gericht op kenniswerkers, raakt het afschaffen van de expatregeling de internationale kenniswerker die nu profiteert van deze fiscale faciliteit. DENK wil deze regeling afschaffen als onderdeel van eerlijker belastingbeleid.
“We verhogen de belasting op banken en schaffen ondoelmatige belastingvoordelen af, zoals de expat regeling.”
NSC wil de instroom van kennismigranten (kenniswerkers) beperken tot schaarse specialisten en versobert de fiscale voordelen voor deze groep. Het programma benadrukt dat bedrijven alleen kennismigranten mogen aantrekken als hun kennis onvoldoende in Nederland aanwezig is, en dat hun komst daadwerkelijk moet bijdragen aan innovatie.
NSC vindt dat de voordelen voor kennismigranten zijn doorgeschoten en wil toelating en fiscale voordelen beperken tot specialisten die echt nodig zijn. Dit moet voorkomen dat de woningmarkt wordt verstoord en dat bedrijven te makkelijk buitenlandse kenniswerkers aantrekken terwijl er in Nederland voldoende potentieel is.
“De instroom van kennismigranten (expats) voor bedrijven wordt beperkt tot specialisten die kennis en expertise hebben die onvoldoende in Nederland aanwezig is. We versoberen de regelingen die kennismigranten fiscaal bevoordelen en de woningmarkt verstoren.”
“Voor kennismigranten zijn de voordelen in het verleden doorgeschoten. We willen die gouden belastingregels versoberen en de toelatingseisen aanscherpen.”
“Verdere versobering van de voordelen voor kennismigranten. Bedrijven moeten zelf kennismigranten eerlijk belonen en hun komst moet de innovatie in Nederland stimuleren.”
Volt erkent het belang van kenniswerkers voor de Nederlandse economie en pleit voor het aantrekken van buitenlands talent, het versoepelen van visumprocedures en het gelijktrekken van expatregelingen binnen de EU. De partij wil dat schaarste aan vaardigheden, en niet alleen salaris, bepalend wordt voor toegang tot regelingen voor kenniswerkers, en streeft naar een eerlijk speelveld en minder concurrentie tussen EU-lidstaten om talent.
Volt wil talent uit het buitenland aantrekken door visumprocedures te versoepelen en kenniswerkers voorrang te geven bij aanvragen. Dit moet de Nederlandse en Europese economie versterken en inspelen op de schaarste aan specifieke vaardigheden.
“Volt pleit ervoor talent uit het buitenland aan te trekken en deze mensen voorrang te geven bij visumaanvragen. Dit moet op Europees niveau worden gecoördineerd.”
“We bieden meer mogelijkheden voor niet-Europese migranten om een (tijdelijk) visum te krijgen voor ons land of voor een andere Europese lidstaat. Dat helpt hen, het land van herkomst en ook onze economie en maatschappij. Denk aan visa voor recent afgestudeerden of startende ondernemers.”
Volt wil de expatregeling binnen de EU harmoniseren om onderlinge concurrentie om kenniswerkers te verminderen. Voor kenniswerkers van buiten de EU moet de toegang gebaseerd zijn op schaarste aan vaardigheden in plaats van salaris.
“Volt zet in op het gelijktrekken van de expatregeling tussen EU-lidstaten, zodat we niet langer onderling concurreren om talent. Voor talent buiten de EU zal nog wel per lidstaat een unieke regeling aangeboden kunnen worden. Voor beide regelingen zal salaris bovendien niet langer de norm zijn voor toepasbaarheid, maar zal er specifiek gekeken worden naar de schaarste aan ervaringen en/of vaardigheden.”
D66 wil arbeidsmigratie vooral richten op vakkrachten en kenniswerkers die bijdragen aan innovatie en een duurzame toekomst. Ze pleiten voor gerichte toelating van kenniswerkers in sectoren waar deze echt nodig zijn, met strenge voorwaarden voor werkgevers en een focus op eerlijk werkgeverschap en goede arbeidsvoorwaarden.
D66 kiest expliciet voor het aantrekken van kenniswerkers en vakkrachten die Nederland vooruithelpen, vooral in innovatieve en duurzame sectoren. Dit beleid is bedoeld om personeelstekorten op te vangen en de economie te versterken, terwijl uitbuiting en druk op voorzieningen worden beperkt.
“En we kiezen voor vakkrachten en kenniswerkers die ons vooruit helpen naar een groene en leefbare toekomst, bij bedrijven en sectoren waar innovatie en eerlijk werkgeverschap vooropstaan.”
“De overheid krijgt de regie: minder kwetsbare, laagbetaalde arbeidsmigratie, meer gerichte arbeidsmigratie voor de sectoren waar we mensen écht nodig hebben.”
Het PVV-verkiezingsprogramma bevat geen expliciet beleid of concrete voorstellen gericht op kenniswerkers. Er wordt niet gesproken over het aantrekken, behouden of faciliteren van kenniswerkers, noch over hun rol in de economie of samenleving. De partij richt zich vooral op beperking van studiemigratie en het terugdringen van internationale studenten, wat indirect relevant kan zijn voor kenniswerkers, maar niet als zodanig wordt benoemd of uitgewerkt.
De PVV wil het aantal buitenlandse studenten sterk beperken en bacheloropleidingen weer volledig in het Nederlands geven. Dit standpunt is vooral gericht op het beschermen van het Nederlandse onderwijs voor Nederlanders en het beperken van de instroom van buitenlandse kenniswerkers via het onderwijs.
“De PVV wil een maximale inperking van studiemigratie naar ons land. Ons onderwijs is er voor de Nederlanders, niet voor buitenlandse studenten die na hun studie weer vertrekken. Bacheloropleidingen moeten weer volledig in het Nederlands worden gegeven.”
De PVV wil de expatregeling afschaffen, waarmee zij zich uitspreekt tegen fiscale voordelen voor buitenlandse kenniswerkers. Dit raakt direct aan het aantrekken en behouden van internationale kenniswerkers, maar wordt uitsluitend vanuit een kostenbesparend perspectief genoemd.
“Verder stoppen we met de NPO, met de oneerlijke expatregeling en met de export van uitkeringen...”
BBB erkent het belang van kenniswerkers voor de Nederlandse economie en wil de huidige fiscale regeling voor deze groep behouden, omdat deze als effectief en doelmatig wordt gezien. Verder richt BBB zich vooral op arbeidsmigratie voor vakmensen en praktisch geschoolden, waarbij kenniswerkers impliciet worden genoemd, maar niet centraal staan in het beleid. Concrete beleidsvoorstellen voor kenniswerkers beperken zich tot het handhaven van bestaande fiscale voordelen.
BBB wil de bestaande fiscale regeling voor kenniswerkers handhaven, omdat deze volgens hen goed werkt en effectief is bevonden. Hiermee wil de partij Nederland aantrekkelijk houden voor internationale kenniswerkers, zonder verdere uitbreiding of versobering van het beleid.
“Handhaving van de huidige fiscale regeling voor kenniswerkers. Deze regeling werkt goed en is als doeltreffend en doelmatig beoordeeld.”
Het CDA erkent het belang van kenniswerkers en kennismigranten voor de Nederlandse economie en samenleving, maar wil tegelijkertijd streng optreden tegen misbruik van de kenniswerkersregeling. Het CDA koppelt de instroom van kennismigranten aan economische noodzaak en benadrukt handhaving en regulering om misstanden te voorkomen.
Het CDA ziet kennismigranten als deels noodzakelijk voor industrie en economie, maar wil misbruik van de kenniswerkersregeling streng aanpakken. De partij adresseert hiermee zorgen over oneigenlijk gebruik en de balans tussen economische behoefte en sociale rechtvaardigheid.
“Om onze economie en samenleving draaiende te houden kunnen we niet zonder bepaalde kennismigranten. Ook voor onze industrie en vakkrachten zijn we deels afhankelijk van mensen van buiten de EU. We pakken misbruik van de kenniswerkersregeling streng aan.”
De Partij voor de Dieren noemt "kenniswerkers" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en heeft geen specifiek beleid voor deze groep. Wel pleit de partij voor het afschaffen van fiscale voordelen voor buitenlandse werknemers, waaronder expats, wat direct relevant is voor kenniswerkers uit het buitenland. Verder zijn er geen concrete, onderscheidende standpunten of beleidsmaatregelen die specifiek op kenniswerkers gericht zijn.
De PvdD wil fiscale voordelen waarmee bedrijven buitenlandse kenniswerkers aantrekken, zoals de expatregeling, afschaffen. Dit is bedoeld om gelijke behandeling te bevorderen en het gebruik van buitenlandse arbeidskrachten als kostenbesparende maatregel te ontmoedigen.
“De expatregeling en andere fiscale voordelen waarmee bedrijven buitenlandse werknemers aantrekken, schaffen we af.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma