De SGP is zeer kritisch over kennismigratie en wil deze sterk beperken. Kennismigratie wordt alleen toegestaan voor specifieke, cruciale vakkrachten die niet in Nederland of de EU te vinden zijn, onder strikte voorwaarden en met quota. De partij benadrukt dat arbeidsmigratie, inclusief kennismigratie, niet als structurele oplossing voor economische of demografische problemen mag dienen.
De SGP wil het aantal kennismigranten fors beperken en alleen toelaten als het om vakkrachten gaat die essentieel zijn voor de Nederlandse economie en niet in Nederland of de EU beschikbaar zijn. Kennismigratie mag niet leiden tot structurele afhankelijkheid van buitenlandse arbeidskrachten en moet onder strikte voorwaarden en quota plaatsvinden.
“Voor arbeidsmigratie van buiten de EU, en ook studiemigratie, gaan strikte voorwaarden en quota gelden om overbelasting en uitbuiting tegen te gaan.”
“Er worden gerichte keuzes gemaakt ten aanzien van specifieke vakkrachten die in Nederland niet te vinden en op te leiden zijn, maar wel cruciaal zijn voor onze toekomstige economie. Duur van het verblijf, belang van de sector en noodzaak spelen bij deze afweging een belangrijke rol.”
“Nederland is chronisch verslaafd aan arbeidsmigratie en dat is ongezond. Zeker als we mensen hierheen laten komen om onze rijkdom in stand te houden, terwijl zij beter mee kunnen werken aan de ontwikkeling van hun eigen land. Het aantal arbeidsmigranten moet daarom omlaag.”
De SGP verwerpt het idee dat kennismigratie een structurele oplossing is voor vergrijzing of arbeidsmarkttekorten. De partij pleit voor alternatieven zoals verhoging van het geboortecijfer en inzet op Nederlandse en EU-arbeidskrachten.
“Omdat migratie niet de oplossing is voor de vergrijzing wordt een rem op migratie gezet. Om niet nog verder te vergrijzen op de lange termijn moet het geboortecijfer echt omhoog.”
“Overkomst van arbeidsmigranten uit Afrikaanse en Aziatische landen is overbodig gelet op het aantal EU-werklozen.”
De SGP stelt zware eisen aan integratie voor kennismigranten en legt verantwoordelijkheid bij werkgevers voor huisvesting en taalverwerving. Uitbuiting wordt streng bestraft.
“Ondernemers worden verantwoordelijk gehouden voor werknemers die zij hierheen halen, onder meer ten aanzien van huisvesting of het leren van de taal.”
“Boetes voor uitbuiting van arbeidskrachten worden verhoogd en verkeerde fiscale prikkels die arbeidsmigratie stimuleren, verdwijnen.”
De SP wil het aantal kennismigranten fors terugdringen als onderdeel van een bredere beperking van arbeids-, kennis- en studiemigratie. Ze vinden dat de uit de hand gelopen groei van deze migratievormen de integratie, voorzieningen en leefbaarheid onder druk zet, en stellen daarom concrete plafonds en strengere eisen voor. Kennismigranten en hun werkgevers moeten bovendien zelf verantwoordelijkheid nemen voor integratie, zoals het leren van de Nederlandse taal.
De SP ziet de sterke toename van kennismigratie als problematisch voor de samenleving en wil het aantal fors beperken. Dit moet bijdragen aan een lager migratiesaldo, zodat voorzieningen beheersbaar blijven en integratie mogelijk is. De partij koppelt het beperken van kennismigratie direct aan het beschermen van de leefbaarheid en het draagvlak voor opvang van vluchtelingen.
“Het overgrote deel hiervan ligt in de sterke toename van arbeids, kennis en studiemigratie. Dit zal dus flink omlaag moeten.”
“Door de uit de hand gelopen groei van arbeids, kennis en studiemigratie structureel aan te pakken zorgen we ervoor dat migratie humaan en houdbaar wordt en bieden we ruimte aan de samenleving om goede integratie mogelijk te maken.”
“Om menswaardige opvang te bieden en tegelijkertijd grip te hebben op integratie binnen onze samenleving, streven we naar een migratiesaldo van 40 duizend per jaar.”
De SP vindt dat kennismigranten vanaf dag één Nederlands moeten leren en dat kennisinstellingen verantwoordelijk zijn voor het aanbieden van taallessen. Dit moet integratie bevorderen en voorkomen dat taalachterstanden ontstaan.
“Bedrijven en kennisinstellingen dragen de zorg voor taallessen voor arbeids en kennismigranten die zij hier zelf naartoe halen.”
“Iedereen die naar Nederland komt en hier komt wonen, ongeacht of je vluchteling, expat, arbeids, kennis of studiemigrant bent, [moet] vanaf dag één de taal leert.”
De SP wil dat een deel van het studieaanbod, vooral bacheloropleidingen, verplicht in het Nederlands wordt gegeven om de toestroom van internationale studenten (waaronder kennismigranten) te beperken en universiteiten minder afhankelijk te maken van deze groep.
50PLUS kiest voor een streng migratiebeleid dat ook geldt voor kennismigratie, oftewel arbeids- en studiemigratie. Ze willen het aantal kennismigranten beperken door toelatingseisen te verscherpen, het onderwijs vooral Nederlandstalig te maken en werkgevers en onderwijsinstellingen meer verantwoordelijk te maken voor de kosten en gevolgen. Alleen voor de zorgsector wordt een uitzondering gemaakt vanwege het personeelstekort.
50PLUS wil het aantal kennismigranten (arbeids- en studiemigranten) fors beperken om overbelasting van systemen te voorkomen. Ze leggen verantwoordelijkheid bij werkgevers en onderwijsinstellingen, willen toelatingsprocedures stroomlijnen en stellen eisen aan taal en huisvesting. Het doel is een "gezonde beperking" van de instroom.
“Dat zal leiden tot een gezonde beperking van het aantal arbeids- en studiemigranten.”
“Bij arbeidsmigratie dient de verantwoordelijkheid mede bij de werkgevers gelegd te worden. Bij studiemigratie zijn de universiteiten en hogescholen medeverantwoordelijk.”
“Werkgevers worden, waar mogelijk, aangeslagen voor de werkelijke kosten van arbeidsmigranten.”
“Hoger en universitair onderwijs wordt in beginsel in het Nederlands aangeboden. Er kunnen bijzondere redenen zijn voor uitzonderingen.”
“Onderwijsinstellingen zijn medeverantwoordelijk dat buitenlandse studenten gehuisvest worden in de omgeving.”
Vanwege het groeiende personeelstekort in de zorgsector erkent 50PLUS dat gerichte kennismigratie hier noodzakelijk is. Dit vormt een expliciete uitzondering op hun verder strenge migratiebeleid.
“Gerichte arbeidsmigratie voor de zorg. Het personeelstekort in de zorg groeit naar 240.000 mensen in 2030. Zonder actie krijgen ouderen straks geen zorg meer. 50PLUS erkent dat dit vraagt om een uitzondering op ons strenge migratiebeleid.”
NSC wil de instroom van kennismigranten (expats) beperken tot schaarse specialisten en de fiscale voordelen voor deze groep fors versoberen. Ze vinden dat de voordelen voor kennismigranten zijn doorgeschoten en willen toelatingseisen aanscherpen, zodat alleen kennis die onvoldoende in Nederland aanwezig is, nog wordt toegelaten. Bedrijven moeten kennismigranten eerlijk belonen en hun komst moet aantoonbaar bijdragen aan innovatie.
NSC wil alleen kennismigranten toelaten als hun kennis en expertise onvoldoende in Nederland aanwezig is. Dit moet voorkomen dat de Nederlandse arbeidsmarkt en woningmarkt onnodig worden belast en dat bedrijven niet langer standaard expats aantrekken voor functies die ook door Nederlanders vervuld kunnen worden.
“De instroom van kennismigranten (expats) voor bedrijven wordt beperkt tot specialisten die kennis en expertise hebben die onvoldoende in Nederland aanwezig is.”
NSC vindt dat de fiscale voordelen voor kennismigranten te ruimhartig zijn geweest en wil deze versoberen. Ook worden de toelatingseisen aangescherpt, zodat bedrijven zelf verantwoordelijk worden voor een eerlijke beloning en de komst van kennismigranten daadwerkelijk bijdraagt aan innovatie.
“We versoberen de regelingen die kennismigranten fiscaal bevoordelen en de woningmarkt verstoren.”
“Voor kennismigranten zijn de voordelen in het verleden doorgeschoten. We willen die gouden belastingregels versoberen en de toelatingseisen aanscherpen.”
“De forse belastingkorting op een groot deel van hun inkomen moet eerlijker. Bedrijven moeten zelf hun buitenlandse medewerkers passend belonen, zij verdienen er immers aan.”
“Verdere versobering van de voordelen voor kennismigranten. Bedrijven moeten zelf kennismigranten eerlijk belonen en hun komst moet de innovatie in Nederland stimuleren.”
NSC wil expliciet minder privileges voor kennismigranten en noemt dit als kernpunt in hun migratiebeleid. Dit is onderdeel van hun bredere streven naar een streng en realistisch migratiebeleid.
“Minder privileges voor kennismigranten (expats).”
BVNL is kritisch over kennismigratie en wil deze sterk beperken. De partij pleit voor het afschaffen van de expatregeling en het beperken van het aantal buitenlandse studenten, omdat zij vinden dat deze groepen oneerlijke concurrentie veroorzaken voor Nederlandse werknemers en studenten. BVNL ziet immigratie, inclusief kennismigratie, vooral als een oorzaak van problemen op de arbeidsmarkt en woningmarkt.
BVNL wil de expatregeling afschaffen omdat deze volgens hen leidt tot oneerlijke concurrentie voor Nederlandse werknemers. Ze zien de regeling als een onwenselijke stimulans voor kennismigratie die de positie van Nederlanders op de arbeidsmarkt onder druk zet.
“De expatregeling afschaffen, deze leidt tot oneerlijke concurrentie voor Nederlanders op de arbeidsmarkt.”
De partij wil het aantal buitenlandse studenten sterk beperken, omdat zij vinden dat deze studenten concurreren met Nederlandse studenten om opleidingsplekken en studentenwoningen. BVNL ziet de toestroom van buitenlandse studenten als een negatieve factor voor de toegankelijkheid van het hoger onderwijs voor Nederlanders.
“Scholen en universiteiten zetten in op minder buitenlandse studenten die met Nederlandse studenten concurreren voor een opleidingsplek en studentenkamer.”
“Door een sterke beperking van het aantal buitenlandse studenten, krijgen Nederlandse studenten veel meer kans op een studentenwoning.”
“Minder buitenlandse studenten, waardoor Nederlandse studenten meer kans krijgen op een opleidingsplek of een studentenkamer.”
BVNL wil sociale voorzieningen, zoals huurtoeslag, niet beschikbaar stellen aan expats en buitenlandse studenten. Dit past in hun bredere visie om immigratie en kennismigratie te ontmoedigen.
“Huurtoeslag (huursubsidie) schaffen we af, maar zolang deze regeling bestaat is hij alleen beschikbaar voor Nederlanders, niet voor expats en buitenlandse studenten.”
FVD is zeer kritisch over immigratie, maar maakt een uitzondering voor hoogopgeleide, Westerse kennismigranten met specifieke vaardigheden die economisch waardevol zijn. Ze willen een streng gereguleerd GreenCard-systeem invoeren, waarbij alleen tijdelijk verblijf mogelijk is voor deze groep, zonder uitzicht op naturalisatie. Kennismigratie wordt dus beperkt tot een selectieve, tijdelijke instroom van economisch en cultureel "compatibele" migranten.
FVD wil alleen hoogopgeleide, economisch waardevolle en cultureel compatibele kennismigranten tijdelijk toelaten via een GreenCard-model. Dit systeem is bedoeld om de negatieve effecten van brede immigratie te beperken, maar toch ruimte te bieden aan specifieke kennis en vaardigheden waar Nederland behoefte aan heeft. Naturalistatie blijft uitgesloten; kennismigratie is strikt tijdelijk en selectief.
“We introduceren een streng gereguleerd Green-Card-model voor tijdelijke werkvergunningen, zodat alleen economisch waardevolle migranten - die cultureel compatibel zijn - tijdelijk kunnen bijdragen zonder uitzicht op naturalisatie.”
“Met een naturalisatiestop van tien jaar en een GreenCard-systeem voor tijdelijke, waardevolle arbeidsmigranten.”
“We schaffen de permanente verblijfsvergunning af. Mensen die een tijdelijke verblijfsvergunning verkrijgen moeten iedere vijf jaar hun nut en noodzaak voor de Nederlandse samenleving bewijzen (vergelijkbaar met het Amerikaanse GreenCard systeem), zodat we hier alleen migranten krijgen die iets komen brengen en niet alleen iets komen halen.”
“Wanneer je zegt: wij willen een volledige stop op immigratie uit Afrika en het Midden-Oosten en een aanzienlijke remigratie tot stand brengen van - zeg - 100.000 laagopgeleiden, maar tegelijkertijd willen we ruimte laten voor hoogopgeleide, Westerse migranten met specifieke vaardigheden waaraan wij behoefte hebben...”
“Een hoogopgeleide IT-er uit Toronto heeft een netto positief effect op onze welvaart, een analfabeet uit Nigeria een negatief effect. Cultuurverschillen doen ertoe.”
D66 ziet kennismigratie als een waardevol instrument om tekorten aan vakkrachten en kenniswerkers in Nederland gericht aan te vullen, vooral in sectoren waar innovatie en duurzaamheid centraal staan. Ze willen arbeidsmigratie sturen door te kiezen voor hoogopgeleide kenniswerkers en strenge voorwaarden te stellen aan werkgevers, met nadruk op eerlijk werk en goede huisvesting. Tegelijkertijd wil D66 minder laagbetaalde, kwetsbare arbeidsmigratie en meer investeren in innovatie en arbeidsbesparende technologie.
D66 wil arbeidsmigratie vooral inzetten voor sectoren waar vakkrachten en kenniswerkers nodig zijn, om zo innovatie en een groene toekomst te stimuleren. Ze maken een duidelijke keuze voor kennismigratie boven laagbetaalde arbeidsmigratie, met de overheid in de regierol.
“En we kiezen voor vakkrachten en kenniswerkers die ons vooruit helpen naar een groene en leefbare toekomst, bij bedrijven en sectoren waar innovatie en eerlijk werkgeverschap vooropstaan. De overheid krijgt de regie: minder kwetsbare, laagbetaalde arbeidsmigratie, meer gerichte arbeidsmigratie voor de sectoren waar we mensen écht nodig hebben.”
D66 stelt strenge eisen aan werkgevers die kennismigranten inzetten, met nadruk op fatsoenlijke huisvesting en arbeidsvoorwaarden. Dit moet uitbuiting voorkomen en de positie van arbeidsmigranten verbeteren.
“We stellen strenge voorwaarden aan werkgevers als die arbeidsmigranten inzetten. Als zij niet zorgen voor fatsoenlijke huisvesting en arbeidsvoorwaarden kunnen ze hun vergunning kwijtraken.”
D66 wil de vraag naar laagbetaalde arbeid uit het buitenland verminderen door lonen te verhogen en te investeren in arbeidsbesparende technologie. Zo wordt kennismigratie aantrekkelijker en wordt de economie toekomstbestendiger.
“Minder vraag naar laagbetaalde arbeid uit het buitenland. We verhogen bijvoorbeeld de lonen, zodat werk naar waarde gewaardeerd wordt en concurrentie met andere werknemers eerlijker is. Hogere arbeidskosten maken het voor ondernemers bovendien aantrekkelijker te investeren in innovatie.”
“Slimmer werken door innovatie. We zetten sterk in op arbeidsbesparende technologie, zoals automatisering en robotisering.”
Volt ziet kennismigratie als een kans om tekorten op de arbeidsmarkt aan te pakken en innovatie te stimuleren, mits dit eerlijk en transparant gebeurt. Ze willen het voor niet-Europese talenten, zoals recent afgestudeerden en startende ondernemers, makkelijker maken om tijdelijk in Nederland of de EU te werken, en pleiten voor een Europees matchingsplatform en meer wederzijdse erkenning van diploma’s. Volt benadrukt dat de selectie van kennismigranten moet gebeuren op basis van schaarste aan vaardigheden, niet op salaris, en dat procedures duidelijk en toegankelijk moeten zijn.
Volt wil kennismigratie stimuleren door het makkelijker te maken voor niet-Europese talenten om tijdelijk in Nederland of de EU te werken, vooral als zij recent zijn afgestudeerd of als startende ondernemers. Dit moet bijdragen aan de economie en innovatie, en tegelijkertijd tekorten op de arbeidsmarkt aanpakken.
“We bieden meer mogelijkheden voor niet-Europese migranten om een (tijdelijk) visum te krijgen voor ons land of voor een andere Europese lidstaat. Dat helpt hen, het land van herkomst en ook onze economie en maatschappij. Denk aan visa voor recent afgestudeerden of startende ondernemers.”
Volt wil dat kennismigratiebeleid zich richt op de daadwerkelijke behoefte aan specifieke vaardigheden en ervaringen, in plaats van op inkomenseisen. Dit moet zorgen voor een eerlijker en effectiever systeem dat beter aansluit bij de tekorten op de arbeidsmarkt.
“Voor talent buiten de EU zal nog wel per lidstaat een unieke regeling aangeboden kunnen worden. Voor beide regelingen zal salaris bovendien niet langer de norm zijn voor toepasbaarheid, maar zal er specifiek gekeken worden naar de schaarste aan ervaringen en/of vaardigheden.”
Volt stelt voor om een Europees digitaal platform op te zetten waar kennismigranten en werkgevers elkaar kunnen vinden, met duidelijke informatie over procedures en rechten. Dit moet de transparantie en toegankelijkheid van kennismigratie vergroten.
“We bouwen een Europese job-tinder (Europese talent pool) zodat arbeidsmigranten van buiten de EU een goed overzicht hebben van de beschikbare banen in de EU. Dankzij een matchingsysteem worden werkgevers en werkzoekenden aan elkaar gekoppeld. Op deze job-tinder is informatie te vinden over de procedures die arbeidsmigranten moeten doorlopen om aan de slag te gaan.”
Volt wil dat diploma’s en kwalificaties uit niet-EU-landen sneller en eenvoudiger worden erkend, zodat kennismigranten direct kunnen bijdragen aan sectoren met tekorten.
“Waar mogelijk standaardiseren we ook de erkenning van diploma’s van buiten de EU.”
BBB noemt kennismigratie nauwelijks expliciet, maar erkent het belang van kenniswerkers via het arbeidsmigratiebeleid. De partij wil de bestaande fiscale regeling voor kenniswerkers handhaven en arbeidsmigratie beperken tot vakmensen met aantoonbare economische en maatschappelijke meerwaarde, waarbij ambachtelijk en praktisch vakmanschap gelijk wordt gesteld aan academische kennis.
BBB ziet de huidige fiscale regeling voor kenniswerkers als effectief en wil deze behouden. Hiermee erkent de partij het belang van kennismigratie voor de Nederlandse economie, maar zonder uitbreiding of versoepeling van het beleid.
“Handhaving van de huidige fiscale regeling voor kenniswerkers. Deze regeling werkt goed en is als doeltreffend en doelmatig beoordeeld.”
BBB wil arbeidsmigratie, inclusief kennismigratie, beperken tot sectoren met structurele tekorten en alleen als de inzet van vakbekwame mensen bijdraagt aan duurzame economische ontwikkeling. Praktisch vakmanschap wordt even belangrijk gevonden als academische kennis.
De ChristenUnie erkent het belang van kennismigratie voor sectoren als de Zuidas en Brainport Eindhoven, maar plaatst deze binnen het bredere kader van gecontroleerde migratie en een ‘economie van genoeg’. Ze willen kennismigratie niet stimuleren om economische redenen alleen, maar koppelen het aan eisen rond integratie, welzijn en het voorkomen van negatieve maatschappelijke effecten.
De ChristenUnie ziet kennismigratie als onderdeel van arbeidsmigratie, maar benadrukt dat het geen doel op zich mag zijn en dat de baten niet alleen bij bedrijven mogen liggen. Ze willen dat kennismigratie bijdraagt aan welzijn en kwaliteit van leven, en niet leidt tot maatschappelijke lasten.
“Het gaat hier niet alleen om arbeid in sectoren als de logistiek of agrarische sector, maar ook om kennismigranten voor de Zuidas of Brainport Eindhoven. De ChristenUnie staat voor een ‘economie van genoeg’ waar welvaart hand in hand gaat met welzijn en de kwaliteit van leven. Lasten worden niet afgewenteld op de samenleving, terwijl de lusten alleen bij bedrijven liggen.”
De partij wil dat ook kennismigranten moeten integreren, onder meer door het leren van de Nederlandse taal en het onderschrijven van Nederlandse waarden. Dit moet voorkomen dat zij in een parallelle samenleving terechtkomen.
“En aan verblijfsvergunningen voor niet EU-arbeidsmigranten verbinden we voorwaarden aan integratie, zoals het leren van de Nederlandse taal.”
“Het gevaar dreigt dat EU-arbeidsmigranten in een parallel circuit blijven leven, met kans op herhaling van de migratiegolven uit de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw. Via werkgevers en gemeenten zetten we in op taalonderwijs voor deze groep vanuit de overtuiging dat een goede taalbeheersing noodzakelijk is voor een succesvolle integratie.”
JA21 erkent dat er in Nederland ruimte moet blijven voor hoogopgeleide kennismigratie, mits deze migranten een duidelijke economische en maatschappelijke meerwaarde hebben voor de samenleving. Tegelijkertijd wil de partij het totale migratiebeleid sterk inperken en reguleren, met een nadruk op het beperken van laaggeschoolde arbeidsmigratie en het selectief toelaten van kennismigranten waar behoefte aan is.
JA21 maakt expliciet onderscheid tussen laaggeschoolde arbeidsmigratie en hoogopgeleide kennismigratie. De partij wil kennismigratie alleen toestaan als deze aantoonbare economische en maatschappelijke meerwaarde heeft voor Nederland, en ziet hierin een uitzondering op het verder restrictieve migratiebeleid. Dit standpunt adresseert het probleem van ongecontroleerde migratie en de druk op de arbeidsmarkt, terwijl het erkent dat bepaalde sectoren kunnen profiteren van specifieke kennis en vaardigheden.
“Voor hoogopgeleide kennismigratie waar onze samenleving behoefte aan heeft, blijft uiteraard plaats in Nederland.”
“Hoogopgeleide kennismigranten met economische en maatschappelijke meerwaarde voor Nederland welkom heten.”
“Voor gereguleerde arbeidsmigratie moet ruimte blijven, net als voor hoogopgeleide kennismigratie, maar de huidige aantallen leiden tot grote problemen in veel van onze steden.”
De Partij voor de Dieren is kritisch over kennismigratie en het aantrekken van buitenlandse werknemers via fiscale voordelen. Zij willen de expatregeling en andere fiscale voordelen voor buitenlandse werknemers afschaffen, omdat deze volgens hen vooral bedrijven bevoordelen en bijdragen aan een ongelijke arbeidsmarkt. De partij pleit voor gelijke rechten en beloning voor alle werknemers, ongeacht afkomst.
De PvdD wil een einde maken aan het beleid waarbij bedrijven buitenlandse werknemers aantrekken met fiscale voordelen, zoals de expatregeling. Dit wordt gezien als oneerlijk en als een stimulans voor het binnenhalen van goedkope arbeidskrachten, wat de positie van Nederlandse en buitenlandse werknemers ondermijnt. Het voorstel richt zich direct op het beperken van kennismigratie die wordt aangetrokken door financiële prikkels.
“De expatregeling en andere fiscale voordelen waarmee bedrijven buitenlandse werknemers aantrekken, schaffen we af.”
De partij benadrukt dat alle werknemers, inclusief kennismigranten, recht hebben op gelijke behandeling, loon en bescherming tegen uitbuiting. Dit standpunt adresseert het risico dat kennismigratie leidt tot tweederangs arbeidskrachten en uitbuiting, en pleit voor een gelijk speelveld.
De VVD ziet kennismigratie als belangrijk voor innovatie en economische groei, maar wil deze strenger en selectiever maken. De partij stelt voor de huidige kennismigrantenregeling om te vormen tot een Toptalentenregeling met aangescherpte toelatingseisen, gericht op het aantrekken van essentieel buitenlands talent voor de Nederlandse kenniseconomie. Tegelijkertijd wil de VVD misbruik van de regeling tegengaan en de instroom beperken tot migranten waar de samenleving daadwerkelijk van profiteert.
De VVD wil de huidige kennismigrantenregeling vervangen door een Toptalentenregeling die zich richt op het aantrekken van buitenlands toptalent dat essentieel is voor de kenniseconomie en groeitechnologieën. Dit moet misbruik tegengaan en de toelatingseisen worden aangescherpt, bijvoorbeeld met een aanvullende opleidingseis. De regeling blijft expliciet oog houden voor de positie van start- en scale-ups.
“Kennismigrantenregeling wordt toptalentregeling: Om groei en innovatie te realiseren hebben we soms naast alle knappe koppen in Nederland ook toptalent uit het buitenland nodig. Daarom is de kennismigrantenregeling belangrijk. Tegelijkertijd komt het nog te vaak voor dat malafide bedrijven de regeling misbruiken. We bouwen de regeling daarom om tot een Toptalentenregeling, gericht op buitenlands talent dat essentieel is voor onze kennisintensieve economie en groeitechnologieën. We laten de 27%-regeling in stand en scherpen de toelatingseisen aan, bijvoorbeeld via een aanvullende opleidingseis. We hebben expliciet oog voor de positie van start- en scale-ups.”
De VVD erkent het belang van goed georganiseerde kennismigratie voor innovatie, maar wil strenger selecteren en alleen kennismigranten toelaten die daadwerkelijk bijdragen aan de samenleving. De partij wil excessen en misbruik tegengaan en benadrukt dat Nederland niet meer automatisch beter wordt van alle vormen van arbeids- en kennismigratie.
“Arbeidsmigratie is essentieel om de hoogwaardige Nederlandse economie in stand te houden en levert ons veel welvaart en groei op. Goed georganiseerde kennismigratie kan bijdragen als we Nederland innovatief willen houden.”
“Hoewel arbeids- en kennismigratie nog steeds belangrijke motoren van de Nederlandse economie zijn, is de tijd voorbij dat Nederland hier alleen maar beter van wordt. Daarom moeten de excessen van arbeidsmigratie worden aangepakt.”
GroenLinks-PvdA wil de kennismigrantenregeling aanscherpen zodat alleen werkgevers die daadwerkelijk op zoek zijn naar echte kennismigranten een vergunning krijgen. Tegelijkertijd wordt de belastingkorting voor kennismigranten (expatregeling) afgebouwd om oneigenlijk gebruik en misstanden tegen te gaan. De partij ziet kennismigratie als noodzakelijk voor specifieke vakkrachten, maar wil misbruik en fiscale voordelen beperken.
GroenLinks-PvdA wil voorkomen dat de kennismigrantenregeling wordt misbruikt door werkgevers die geen echte kennismigranten nodig hebben. Alleen werkgevers met een aantoonbare behoefte aan hooggekwalificeerde arbeidskrachten mogen nog gebruikmaken van deze regeling. Dit moet misstanden en oneigenlijk gebruik tegengaan.
“We scherpen de kennismigrantenregeling voor arbeidsmigranten buiten de EU aan. Alleen werkgevers op zoek naar echte kennismigranten krijgen een vergunning. Zo gaan we misstanden en oneigenlijk gebruik tegen.”
De partij wil de fiscale voordelen voor kennismigranten afbouwen, omdat deze als onrechtvaardig worden gezien en kunnen leiden tot oneigenlijk gebruik van de regeling.
“De belastingkorting voor kennismigranten, de expatregeling, bouwen we af.”
De PVV is zeer kritisch over kennismigratie en wil deze maximaal inperken. Het partijprogramma stelt dat het Nederlandse onderwijs en de arbeidsmarkt in de eerste plaats voor Nederlanders moeten zijn, en dat buitenlandse studenten en kennismigranten zo veel mogelijk geweerd moeten worden. Concrete voorstellen zijn het beperken van studiemigratie en het terugsturen van buitenlandse studenten en medewerkers bij wangedrag.
De PVV wil het aantal buitenlandse studenten en daarmee de instroom van potentiële kennismigranten sterk beperken. Het uitgangspunt is dat het onderwijs primair voor Nederlanders is, en dat buitenlandse studenten na hun studie vaak weer vertrekken zonder bij te dragen aan Nederland.
“De PVV wil een maximale inperking van studiemigratie naar ons land. Ons onderwijs is er voor de Nederlanders, niet voor buitenlandse studenten die na hun studie weer vertrekken.”
De PVV stelt voor om buitenlandse studenten, docenten, bestuurders en directieleden die betrokken zijn bij gewelddadige demonstraties of dit gedogen, zonder pardon terug te sturen naar hun thuisland. Dit voorstel raakt direct aan kennismigratie, omdat het verblijf van deze groep afhankelijk wordt gemaakt van hun gedrag.
“Buitenlandse studenten, docenten, bestuurders en directieleden die meedoen of dit gedogen, gaan zonder pardon terug naar hun thuisland.”
BIJ1 heeft geen specifiek beleid voor kennismigratie, maar pleit voor het afschaffen van privileges voor hoogopgeleide buitenlandse werknemers en het gelijk behandelen van alle arbeidsmigranten. Hun belangrijkste voorstel is het afschaffen van de 30%-regeling, zodat buitenlandse werknemers met hoogbetaalde banen net zoveel belasting betalen als ieder ander.
BIJ1 wil de fiscale voordelen voor kennismigranten afschaffen om gelijke behandeling te waarborgen en speciale privileges voor hoogbetaalde buitenlandse werknemers te beëindigen. Hiermee adresseert de partij het probleem van ongelijke belastingdruk tussen Nederlandse en buitenlandse werknemers in kennisintensieve sectoren.
“De 30%-regeling wordt afgeschaft: buitenlandse werknemers met hoogbetaalde banen gaan net zoveel belasting betalen als ieder ander.”
Het CDA erkent het belang van kennismigranten voor de Nederlandse economie en samenleving, maar wil misbruik van de kenniswerkersregeling streng aanpakken. Ze zijn voor een gereguleerde instroom van kennismigranten, met aandacht voor het voorkomen van misstanden en het waarborgen van fatsoenlijke behandeling.
Het CDA ziet kennismigranten als noodzakelijk voor bepaalde sectoren, maar wil voorkomen dat de regeling wordt misbruikt. Ze leggen nadruk op het belang van een eerlijke en gecontroleerde instroom, waarbij misstanden actief worden bestreden.
“Om onze economie en samenleving draaiende te houden kunnen we niet zonder bepaalde kennismigranten. Ook voor onze industrie en vakkrachten zijn we deels afhankelijk van mensen van buiten de EU. We pakken misbruik van de kenniswerkersregeling streng aan.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma