Volt ziet kennis en vaardigheden van migranten als een waardevolle bijdrage aan de samenleving en wil deze optimaal benutten. Ze pleiten voor directe toegang tot werk en onderwijs voor migranten, erkenning van buitenlandse diploma’s, en begeleiding naar banen die aansluiten bij hun expertise. Concrete voorstellen zijn onder meer het afschaffen van belemmeringen voor arbeidsdeelname, het bieden van taalonderwijs, en het stimuleren van werk in tekortsectoren.
Volt wil dat migranten vanaf dag één kunnen meedoen in de samenleving door directe toegang tot werk, onderwijs en ondernemerschap. Dit moet achterstanden voorkomen en hun kennis en vaardigheden snel benutten, vooral in sectoren met tekorten.
“We lossen de achterstanden in de basisregistratie personen op en bieden toegankelijk taalonderwijs inclusief gebarentaal aan aan alle asielzoekers. zo kunnen vluchtelingen die wachten op een status vanaf dag één meedoen in de samenleving door middel van betaald werk, vrijwilligerswerk of andere activiteiten.”
“Op elke opvanglocatie worden ’meedoenbalies’ ingericht en wordt er goede begeleiding aangeboden, zodat migranten aan de slag kunnen in sectoren die aansluiten bij hun beroepskwalificaties en expertise.”
“Voor beroepen in tekortsectoren bouwen we extra stimulansen in, zoals om- en bijscholing.”
“We maken het gemakkelijker voor asielzoekers en statushouders om te werken of om betaalde beroepsopleidingen of ontwikkeltrajecten te volgen.”
“Onder het motto ‘recht op werk voor iedereen’, krijgen asielzoekers vanaf dag één een burgerservicenummer (BSN) en de mogelijkheid om te werken, en wordt de Tewerkstellingsvergunning afgeschaft.”
Volt wil dat diploma’s en kwalificaties van migranten sneller en eenvoudiger erkend worden, zodat hun kennis direct inzetbaar is op de Nederlandse en Europese arbeidsmarkt.
Volt wil migratie van kenniswerkers, afgestudeerden en ondernemers actief stimuleren, onder meer via visumregelingen en een Europese talent pool, om zo het kennispotentieel van migranten te benutten.
“We bieden meer mogelijkheden voor niet-Europese migranten om een (tijdelijk) visum te krijgen voor ons land of voor een andere Europese lidstaat. Dat helpt hen, het land van herkomst en ook onze economie en maatschappij. Denk aan visa voor recent afgestudeerden of startende ondernemers.”
“We bouwen een Europese job-tinder (Europese talent pool) zodat arbeidsmigranten van buiten de EU een goed overzicht hebben van de beschikbare banen in de EU. Dankzij een matchingsysteem worden werkgevers en werkzoekenden aan elkaar gekoppeld.”
Volt erkent dat migranten vaak niet weten wat hun rechten zijn en pleit voor begeleiding, informatievoorziening en bescherming tegen uitbuiting, zodat hun kennis en kunde niet wordt misbruikt.
“We starten bewustwordingscampagnes voor zowel arbeidsmigranten als werkgevers. Vanwege de taalbarrières en een gebrek aan goede informatie weten arbeidsmigranten niet altijd wat hun rechten zijn.”
“We geven arbeidsmigranten een plek aan tafel bij beleidsmakers. De belangen van arbeidsmigranten moeten worden vertegenwoordigd door de arbeidsmigranten zelf. Zo verhogen we de zichtbaarheid en verkleinen we de barrières.”
BVNL is zeer kritisch over immigratie en pleit voor een strikte beperking, waarbij het onderscheid tussen kennis- en andere migranten nauwelijks wordt gemaakt. Het programma bevat geen specifieke voorstellen om kennisimmigratie te bevorderen; in plaats daarvan richt BVNL zich op het beperken van alle vormen van migratie, het ontmoedigen van economische migranten en het afschaffen van regelingen die buitenlandse kenniswerkers bevoordelen.
BVNL ziet immigratie als een oorzaak van maatschappelijke problemen en wil deze zo veel mogelijk beperken, zonder onderscheid te maken tussen kennis- en andere migranten. Het programma noemt geen positieve stimulering van kennisimmigratie en schaft zelfs bestaande voordelen voor kenniswerkers af.
“BVNL wil een asielstop. Het absorptievermogen is bereikt en Nederland kan de eindeloze toestroom van asielzoekers niet meer aan.”
“De expatregeling afschaffen, deze leidt tot oneerlijke concurrentie voor Nederlanders op de arbeidsmarkt.”
“Minder buitenlandse studenten, waardoor Nederlandse studenten meer kans krijgen op een opleidingsplek of een studentenkamer.”
“Door een sterke beperking van het aantal buitenlandse studenten, krijgen Nederlandse studenten veel meer kans op een studentenwoning.”
BVNL wil sociale voorzieningen en rechten voor nieuwkomers, waaronder kennisimmigranten, sterk beperken. Dit moet voorkomen dat migranten zonder directe economische meerwaarde langdurig in Nederland verblijven.
“Nieuwkomers hebben pas na 10 jaar arbeidsverleden recht op een bijstandsuitkering.”
“Geen Nederlands willen leren spreken betekent geen bijstandsuitkering. Voor sociale voorzieningen wordt een minimaal niveau van beheersing van de Nederlandse taal vereist.”
“Huurtoeslag (huursubsidie) schaffen we af, maar zolang deze regeling bestaat is hij alleen beschikbaar voor Nederlanders, niet voor expats en buitenlandse studenten.”
BVNL wil dat migranten, inclusief kenniswerkers, geen voorrang of extra rechten krijgen op de woningmarkt.
“Geen voorrang meer voor een sociale woning voor statushouders.”
BVNL ziet buitenlandse studenten en kenniswerkers als concurrenten voor Nederlandse studenten en wil hun aantal beperken.
“Scholen en universiteiten zetten in op minder buitenlandse studenten die met Nederlandse studenten concurreren voor een opleidingsplek en studentenkamer.”
FVD wil immigratie beperken tot uitsluitend hoogopgeleide, economisch waardevolle migranten met specifieke kennis en vaardigheden waar Nederland behoefte aan heeft. Zij pleiten voor een streng gereguleerd GreenCard-systeem, waarbij alleen tijdelijk verblijf mogelijk is voor deze kenniswerkers, en permanente vestiging of naturalisatie wordt uitgesloten. Migratie van laagopgeleiden of mensen zonder relevante kennis wordt actief ontmoedigd en waar mogelijk teruggedraaid.
FVD stelt dat alleen hoogopgeleide, economisch waardevolle migranten met specifieke vaardigheden welkom zijn, en dan uitsluitend tijdelijk. Zij willen een GreenCard-model invoeren waarbij migranten hun nut voor Nederland periodiek moeten aantonen, en permanente vestiging wordt uitgesloten. Dit beleid is bedoeld om de economische meerwaarde van migratie te maximaliseren en de instroom van laagopgeleide migranten te stoppen.
“We introduceren een streng gereguleerd Green-Card-model voor tijdelijke werkvergunningen, zodat alleen economisch waardevolle migranten - die cultureel compatibel zijn - tijdelijk kunnen bijdragen zonder uitzicht op naturalisatie.”
“We schaffen de permanente verblijfsvergunning af. Mensen die een tijdelijke verblijfsvergunning verkrijgen moeten iedere vijf jaar hun nut en noodzaak voor de Nederlandse samenleving bewijzen (vergelijkbaar met het Amerikaanse GreenCard systeem), zodat we hier alleen migranten krijgen die iets komen brengen en niet alleen iets komen halen.”
“Wanneer je zegt: wij willen een volledige stop op immigratie uit Afrika en het Midden-Oosten en een aanzienlijke remigratie tot stand brengen van - zeg - 100.000 laagopgeleiden, maar tegelijkertijd willen we ruimte laten voor hoogopgeleide, Westerse migranten met specifieke vaardigheden waaraan wij behoefte hebben...”
“Een hoogopgeleide IT-er uit Toronto heeft een netto positief effect op onze welvaart, een analfabeet uit Nigeria een negatief effect. Cultuurverschillen doen ertoe.”
FVD wil de instroom van internationale studenten en arbeidsmigranten beperken, zodat Nederlandse studenten en werknemers voorrang krijgen en tekorten in de arbeidsmarkt worden opgelost door eigen opleiding en scholing, niet door migratie.
“We beperken het aantal internationale studenten en stoppen met actief werven, zodat Nederlandse studenten voorrang krijgen.”
“We leiden meer Nederlandse jongeren op tot vakmensen, zodat tekorten in bouw en techniek worden opgelost en geld in Nederland blijft.”
“Door jongeren op te leiden tot vakmensen, verminderen we bovendien onze afhankelijkheid van arbeidsmigratie en zorgen we dat lonen en belastingen in Nederland blijven.”
De SGP vindt dat migranten bij toelating en inburgering over voldoende kennis van de Nederlandse taal, geschiedenis, cultuur en rechtsstaat moeten beschikken. Er worden strenge eisen gesteld aan taalbeheersing en kennis van nationale symbolen, met een duidelijke nadruk op het belang van gedeelde waarden en het voorkomen van integratieproblemen. De partij wil dat deze kennisverplichtingen ook gelden voor tweede en derde generatie migranten en koppelt het niet voldoen aan deze eisen aan sancties zoals boetes of uitzetting.
De SGP stelt dat inburgering moet leiden tot een basale beheersing van de Nederlandse taal en kennis van historische gebeurtenissen, nationale symbolen, cultureel erfgoed en de rechtsstaat. Dit is bedoeld om integratie te bevorderen en de gedeelde basis van de samenleving te versterken. De partij wijst expliciet af dat migranten progressief-seculiere waarden als abortus of homohuwelijk moeten omarmen, maar verwacht wel onderschrijving van nationale ‘spelregels’.
“Inburgering dient in ieder geval te leiden tot een basale beheersing van de Nederlandse taal, maar ook tot kennis van historische gebeurtenissen, nationale symbolen (zoals ons volkslied en koningshuis), ons cultureel erfgoed en de manier waarop wij in een rechtsstaat samenleven. Het betekent geen omarming van progressief-seculiere waarden, zoals abortus of homohuwelijk.”
“Aan nieuwkomers mogen stevige eisen worden gesteld, zoals het onderschrijven van onze breed gedeelde, nationale ‘spelregels’ en het spreken van de Nederlandse taal.”
De SGP koppelt het verwerven van kennis aan een duidelijke verplichting: wie niet aan de inburgeringsplicht voldoet, wordt beboet of uitgezet. Ook voor tweede en derde generatie migranten met onvoldoende taalbeheersing geldt een taal- en inburgeringsplicht. Dit moet integratie afdwingen en bijdragen aan sociale samenhang.
“Bij inburgering staat de eigen verantwoordelijkheid voorop, ook financieel. Zij die niet aan de inburgeringsplicht willen voldoen, worden beboet, en als dat kan uitgezet.”
“Er komt onder andere een taal- en inburgeringsplicht voor mensen met een migratieachtergrond van de tweede en derde generatie, als ze nog onvoldoende Nederlands kunnen spreken.”
Bij toelating van migranten kijkt de SGP eerst naar Nederlanders en Nederlandstaligen in het buitenland, daarna naar mensen met zo min mogelijk culturele afstand tot Nederland. Dit selectiecriterium is bedoeld om integratieproblemen te minimaliseren en de kans op succesvolle inburgering te vergroten.
“Bij toelating van (arbeids)migranten wordt allereerst gekeken naar werving van Nederlanders en Nederlandstaligen in het buitenland, vervolgens naar mensen met zo min mogelijk culturele afstand tot de Nederlandse samenleving.”
De SGP wil de integratietoets uitbreiden met kennisvragen over het Jodendom, antisemitisme en de plaats van Israël, en verplicht nieuwkomers tot een bezoek aan het Nationaal Holocaustmuseum. Dit is bedoeld om antisemitisme te bestrijden en respect voor de Nederlandse geschiedenis te waarborgen.
“De SGP wil de integratietoets verbreden met vragen over het jodendom, antisemitisme en de plaats van Israël in de wereld.”
“De SGP wil dat nieuwkomers in het kader van hun inburgering worden verplicht om een bezoek te brengen aan het Nationaal Holocaustmuseum of één van de andere herinneringscentra.”
De SP wil het aantal kennis- en studiemigranten fors beperken om de druk op voorzieningen en integratieproblemen te verminderen. Kennisinstellingen worden verantwoordelijk gemaakt voor de taallessen van kennismigranten, en het studieaanbod moet deels verplicht in het Nederlands worden gegeven om integratie te bevorderen en afhankelijkheid van internationale studenten te verminderen.
De SP ziet de sterke toename van kennis- en studiemigratie als problematisch voor integratie en de houdbaarheid van voorzieningen. Ze willen het migratiesaldo fors verlagen en stellen dat, als het aantal vluchtelingen stijgt, het aantal kennis- en studiemigranten verder omlaag moet.
“Het overgrote deel hiervan ligt in de sterke toename van arbeids, kennis en studiemigratie. Dit zal dus flink omlaag moeten.”
“Mocht dit aantal toch onverwachts snel stijgen, dan zullen arbeids, kennis en studiemigratie verder omlaag moeten.”
“Daarmee kunnen we wél mensen helpen die écht bescherming nodig hebben, maar brengen we het aantal arbeids, kennis en studie migranten dat jaarlijks naar Nederland komt flink omlaag.”
Om integratie te bevorderen, legt de SP de verantwoordelijkheid voor taallessen bij de instellingen die kennismigranten naar Nederland halen. Iedereen moet naar taalniveau B1 toewerken.
“Bedrijven en kennisinstellingen dragen de zorg voor taallessen voor arbeids en kennismigranten die zij hier zelf naartoe halen. Iedereen moet toewerken naar taalniveau B1.”
De SP wil dat een deel van het hoger onderwijs verplicht in het Nederlands wordt aangeboden, om de instroom van studiemigranten te beperken en integratie te bevorderen.
De SP vindt dat universiteiten en hogescholen niet afhankelijk moeten zijn van inkomsten uit internationale studenten en wil hierin investeren.
“We moeten investeren in universiteiten en hogescholen zodat zij niet afhankelijk zijn van hun inkomsten uit het aantrekken van internationale studenten.”
50PLUS erkent het belang van gerichte kennis- en arbeidsmigratie, maar kiest voor een streng migratiebeleid met duidelijke voorwaarden. Uitzonderingen worden alleen gemaakt voor sectoren met grote tekorten, zoals de zorg, en er worden eisen gesteld aan taalbeheersing en verantwoordelijkheid van werkgevers en onderwijsinstellingen. Het doel is om de instroom van kennis- en arbeidsmigranten te beperken tot wat noodzakelijk is voor Nederland.
50PLUS wil de instroom van kennis- en arbeidsmigranten beperken en stelt strenge voorwaarden aan hun toelating. Alleen bij aantoonbare tekorten, zoals in de zorg, wordt een uitzondering gemaakt. Werkgevers en onderwijsinstellingen krijgen een grotere verantwoordelijkheid voor de kosten en huisvesting van deze migranten, en beheersing van de Nederlandse taal is verplicht voor naturalisatie.
“Gerichte arbeidsmigratie voor de zorg. Het personeelstekort in de zorg groeit naar 240.000 mensen in 2030. Zonder actie krijgen ouderen straks geen zorg meer. 50PLUS erkent dat dit vraagt om een uitzondering op ons strenge migratiebeleid.”
“Werkgevers worden, waar mogelijk, aangeslagen voor de werkelijke kosten van arbeidsmigranten.”
“Hoger en universitair onderwijs wordt in beginsel in het Nederlands aangeboden. Er kunnen bijzondere redenen zijn voor uitzonderingen.”
“Onderwijsinstellingen zijn medeverantwoordelijk dat buitenlandse studenten gehuisvest worden in de omgeving.”
“Voorwaarde om Nederlander te worden is dat men de Nederlandse taal beheerst.”
50PLUS wil voorkomen dat tijdelijke kennis- en arbeidsmigranten langdurig aanspraak maken op Nederlandse sociale voorzieningen. Daarom moeten opgebouwde AOW-rechten bij vertrek uit Nederland worden afgekocht, om administratieve lasten en kosten te beperken.
“Arbeidsmigranten en studenten die tijdelijk in Nederland wonen, bouwen tijdens hun verblijf hier AOW-rechten op. 50PLUS wil dat deze AOW-rechten worden afgekocht bij vertrek uit Nederland.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) erkent het belang van eerlijke behandeling en integratie van migranten, met nadruk op gelijke rechten, bescherming tegen uitbuiting en toegang tot kennis en ontwikkeling. Hun belangrijkste voorstellen zijn het waarborgen van gelijke arbeidsrechten voor arbeidsmigranten, het bieden van taalcursussen en onderwijs aan vluchtelingen, en het opnemen van de geschiedenis van arbeidsmigratie in het onderwijs. De kern van hun visie is dat migranten volwaardig moeten kunnen deelnemen aan de samenleving, met gelijke kansen op kennis, ontwikkeling en bescherming.
PvdD wil dat arbeidsmigranten dezelfde rechten en bescherming krijgen als andere werknemers, om uitbuiting en ongelijke behandeling tegen te gaan. Dit betreft onder andere gelijke beloning, fatsoenlijke huisvesting en het beëindigen van misstanden door strengere regulering van uitzendbureaus.
“Iedereen die in Nederland werkt – waar je ook vandaan komt – heeft recht op gelijke behandeling, goede huisvesting en bescherming tegen uitbuiting.”
“Gelijk loon en gelijke rechten voor gelijk werk wordt de norm.”
“Arbeidsmigranten krijgen betere bescherming tegen uitbuiting, waaronder het recht op een eigen slaapkamer en fatsoenlijke huisvesting.”
De partij vindt het essentieel dat migranten, vluchtelingen en hun kinderen toegang krijgen tot onderwijs, taalcursussen en begeleiding, zodat zij zich kunnen ontplooien en volwaardig kunnen meedoen in de maatschappij.
“Mensen die verblijven in een vluchtelingenopvang kunnen zich voortaan ontplooien en hebben recht op goede begeleiding, taalcursussen, zorg en onderwijs.”
“Jongeren die hier zijn opgegroeid en onderwijs hebben genoten verdienen gelijke toegang tot mbo, hbo en wo, ook na hun achttiende verjaardag.”
PvdD wil dat de geschiedenis van arbeidsmigratie en een globaal perspectief op migratie structureel onderdeel worden van het onderwijs, om kennis en begrip over migranten te vergroten.
“De koloniale geschiedenis en de geschiedenis van arbeidsmigratie naar Nederland gaan een vast onderdeel uitmaken van het onderwijs en lesmateriaal.”
BBB erkent het belang van arbeidsmigratie voor specifieke sectoren met tekorten, maar wil deze migratie streng selecteren op basis van vaardigheden en maatschappelijke meerwaarde. Voor kenniswerkers handhaaft BBB de bestaande fiscale regeling, omdat deze als effectief wordt gezien. De partij benadrukt dat zowel praktisch vakmanschap als academische kennis gewaardeerd moeten worden, maar stelt duidelijke grenzen aan migratie en wil vooral inzetten op circulaire, tijdelijke arbeidsmigratie.
BBB wil arbeidsmigratie alleen toestaan voor sectoren met structurele tekorten en waar vakmanschap of kennis aantoonbare economische en maatschappelijke meerwaarde heeft. De partij pleit voor tijdelijke, circulaire arbeidsmigratie, waarbij vakmensen na hun werkperiode terugkeren naar het land van herkomst. Dit beleid is bedoeld om de arbeidsmarkt te ondersteunen zonder de integratie en huisvesting te overbelasten.
“Circulaire arbeidsmigratie, waarbij vakmensen tijdelijk legaal in Nederland werken en daarna terugkeren, biedt kansen voor wederzijdse ontwikkeling. Dit vraagt om duidelijke selectiecriteria en samenwerking met werkgevers, gebaseerd op behoefte, vaardigheden en maatschappelijke impact.”
“Arbeidsmigratie moet gericht zijn op die beroepsgroepen waar structurele tekorten bestaan én waar de inzet van vakbekwame mensen bijdraagt aan duurzame economische ontwikkeling.”
“Gerichte en doelmatige arbeidsmigratie. Voor sommige sectoren, zoals de bouw, techniek, zorg en horeca, zijn arbeidsmigranten noodzakelijk. Binnenlandse arbeid en migratie binnen de EU volstaan daarvoor niet altijd. BBB wil daarom een zorgvuldig, selectief en circulair arbeidsmigratiebeleid van buiten de EU, gericht op vakmensen met aantoonbare economische en maatschappelijke meerwaarde; van verpleegkundigen tot elektriciens en van lassers tot gespecialiseerde koks.”
“Ambacht en praktisch vakmanschap verdienen net zoveel erkenning als academische kennis.”
BBB ondersteunt het behouden van de huidige fiscale regeling voor kenniswerkers, omdat deze als effectief wordt beschouwd. Hiermee wil de partij Nederland aantrekkelijk houden voor hoogopgeleide migranten die een duidelijke toegevoegde waarde leveren.
“Handhaving van de huidige fiscale regeling voor kenniswerkers. Deze regeling werkt goed en is als doeltreffend en doelmatig beoordeeld.”
BIJ1 erkent de waarde van migranten met kennis en vaardigheden, maar verzet zich tegen beleid dat migranten selecteert op basis van hun kennisniveau of economische waarde. Het programma pleit voor gelijke rechten en toegang tot voorzieningen voor alle migranten, ongeacht hun opleidingsniveau of achtergrond, en wil diploma’s uit niet-westerse landen erkennen.
BIJ1 vindt dat migratie niet alleen om economische waarde of kennis moet draaien, maar om mensenrechten en gelijkwaardigheid. Ze willen dat alle migranten, ongeacht hun kennis of opleidingsniveau, gelijke toegang krijgen tot werk, studie, basisvoorzieningen en rechten.
“Migratie is van alle tijden en draagt bij aan diversiteit, culturele verrijking, economische waarde en het verlichten van personeelstekorten in essentiële sectoren.”
“Iedereen krijgt gelijke toegang tot basisvoorzieningen, ongeacht verblijfsstatus. Mensen hebben recht op daklozenopvang, medische zorg, voedselbanken, passend werk en gratis taallessen tot C1-niveau.”
“Alle gevluchte mensen mogen tijdens hun procedure vanaf dag 1 onbeperkt werk zoeken en een studie beginnen. Ook ongedocumenteerde mensen mogen werken en studeren.”
BIJ1 wil dat kennis en kwalificaties van migranten uit niet-westerse landen erkend worden, zodat zij hun vaardigheden kunnen inzetten en niet onnodig worden uitgesloten van werk of studie.
“Ook erkennen we diploma’s uit niet-westerse landen.”
BIJ1 is tegen speciale belastingvoordelen of selectieve toelating voor migranten met veel kennis of hoge inkomens, en wil deze regelingen afschaffen om gelijkheid te bevorderen.
“De 30%-regeling wordt afgeschaft: buitenlandse werknemers met hoogbetaalde banen gaan net zoveel belasting betalen als ieder ander.”
D66 ziet kenniswerkers en vakkrachten als essentieel voor de Nederlandse economie en wil arbeidsmigratie vooral richten op deze groepen, met strenge voorwaarden voor werkgevers en aandacht voor integratie. De partij wil minder laagbetaalde arbeidsmigratie en meer gerichte toelating van kenniswerkers, waarbij fatsoenlijke huisvesting, arbeidsvoorwaarden en kennismaking met de Nederlandse taal en maatschappij centraal staan. D66 benadrukt dat arbeidsmigratie moet bijdragen aan innovatie en een groene toekomst, en dat uitbuiting van migranten actief wordt bestreden.
D66 wil arbeidsmigratie vooral inzetten voor sectoren waar vakkrachten en kenniswerkers nodig zijn, om innovatie en economische groei te stimuleren. De partij kiest bewust voor minder laagbetaalde arbeidsmigratie en stelt strenge eisen aan werkgevers, zodat arbeidsmigratie bijdraagt aan een groene en leefbare toekomst.
“We kiezen voor vakkrachten en kenniswerkers die ons vooruit helpen naar een groene en leefbare toekomst, bij bedrijven en sectoren waar innovatie en eerlijk werkgeverschap vooropstaan.”
“De overheid krijgt de regie: minder kwetsbare, laagbetaalde arbeidsmigratie, meer gerichte arbeidsmigratie voor de sectoren waar we mensen écht nodig hebben.”
D66 vindt het belangrijk dat kenniswerkers en andere arbeidsmigranten niet alleen werken, maar ook integreren in de Nederlandse samenleving. Daarom moeten zij kennismaken met de Nederlandse taal en maatschappij, en wordt er ingezet op verbetering van hun positie en bescherming tegen uitbuiting.
“We zorgen dat bedrijven en uitzendbureaus hun verantwoordelijkheid nemen voor huisvesting en dat arbeidsmigranten kennis maken met de Nederlandse taal en maatschappij.”
Om misstanden te voorkomen, stelt D66 strenge voorwaarden aan werkgevers die kenniswerkers en andere arbeidsmigranten inzetten. Werkgevers die niet zorgen voor fatsoenlijke huisvesting en arbeidsvoorwaarden kunnen hun vergunning kwijtraken.
“We stellen strenge voorwaarden aan werkgevers als die arbeidsmigranten inzetten. Als zij niet zorgen voor fatsoenlijke huisvesting en arbeidsvoorwaarden kunnen ze hun vergunning kwijtraken.”
D66 wil arbeidsmigratie gericht kunnen sturen en vindt daarom goede registratie en informatievoorziening over arbeidsmigranten belangrijk, zodat beleid effectief kan worden uitgevoerd.
“We kunnen arbeidsmigratie alleen gericht sturen als we er voldoende informatie over hebben. Daarom verbeteren we de registratie van arbeidsmigranten.”
De ChristenUnie erkent het belang van kennismigranten voor sectoren als de Zuidas en Brainport Eindhoven, maar stelt duidelijke voorwaarden aan hun komst. Ze willen migratie van kenniswerkers beperken tot wat economisch en maatschappelijk nodig is, met nadruk op integratie via taalbeheersing en het onderschrijven van Nederlandse waarden.
De ChristenUnie wil het aantal kennismigranten beperken tot sectoren waar zij aantoonbaar nodig zijn, om druk op voorzieningen te voorkomen en de maatschappelijke meerwaarde te waarborgen. Ze pleiten voor een landelijke afweging van welke studies en sectoren daadwerkelijk kennismigranten behoeven, en willen voorkomen dat Nederland een opleidingsplaats wordt voor iedere buitenlandse student of kenniswerker.
“Het gaat hier niet alleen om arbeid in sectoren als de logistiek of agrarische sector, maar ook om kennismigranten voor de Zuidas of Brainport Eindhoven.”
“Om (top)sectoren van internationaal talent te kunnen voorzien, maken we in lijn met de inzet van Universiteiten van Nederland (UNL) een landelijke afweging welke studies en bijpassende studiemigratie daarvoor verantwoord en nodig zijn.”
De ChristenUnie stelt dat ook kennismigranten moeten integreren in de Nederlandse samenleving. Dit betekent onder andere het leren van de Nederlandse taal en het onderschrijven van de participatieverklaring, zodat zij niet in een parallelle samenleving terechtkomen.
“In Europees verband gaan we hier het gesprek over aan en aan verblijfsvergunningen voor niet EU-arbeidsmigranten verbinden we voorwaarden aan integratie, zoals het leren van de Nederlandse taal.”
“Voor succesvolle integratie is beheersing van de Nederlandse taal en het onderschrijven van de participatieverklaring essentieel.”
DENK erkent het belang van de kennis, vaardigheden en potentie van migranten en wil deze zo snel mogelijk benutten door snelle toegang tot werk en betere inburgeringstrajecten. De partij pleit voor meer geld en begeleiding bij inburgering, en voor het versnellen van procedures zodat migranten hun kennis en talenten sneller kunnen inzetten in de samenleving.
DENK vindt dat vluchtelingen en statushouders zo snel mogelijk moeten kunnen werken, zodat hun kennis en vaardigheden direct bijdragen aan de samenleving en zij sneller kunnen integreren. Dit voorkomt verspilling van talent en bevordert economische zelfstandigheid.
“Vluchtelingen en statushouders horen zo snel mogelijk het recht te krijgen om te werken zodat ze hun eigen inkomen kunnen verdienen.”
Om te zorgen dat migranten hun kennis en potentieel optimaal kunnen inzetten, wil DENK investeren in kleinschalige, persoonlijke en taalrijke inburgeringstrajecten. Dit moet voorkomen dat nieuwkomers verdwalen in het systeem en hun kennis onbenut blijft.
“Meer geld voor inburgering. Gemeenten krijgen structureel meer middelen om kleinschalige, taalrijke en mensgerichte trajecten in te kopen.”
“DENK wil dat elke inburgeraar wordt ondersteund met een persoonlijke begeleider die meeloopt van dag één tot afronding van het traject.”
“Versnelde procedures, zonder afbraak van menswaardigheid. We investeren in de IND, het COA en gemeentelijke uitvoering om procedures te versnellen. Vluchtelingen krijgen zo snel mogelijk de noodzakelijke documenten en registraties om mee te kunnen doen, de achterstanden op dit gebied worden snel weggewerkt.”
NSC wil de instroom van kennismigranten (expats) sterk beperken tot alleen die specialisten die over kennis en expertise beschikken die in Nederland onvoldoende aanwezig is. Ze willen de fiscale voordelen voor kennismigranten versoberen en toelatingseisen aanscherpen, omdat de voordelen volgens NSC zijn doorgeschoten en de woningmarkt verstoren. Bedrijven moeten kennismigranten eerlijk belonen en hun komst moet aantoonbaar bijdragen aan innovatie in Nederland.
NSC vindt dat kennismigranten alleen moeten worden toegelaten als zij beschikken over kennis en expertise die in Nederland onvoldoende aanwezig is. Hiermee wil de partij voorkomen dat de regeling te ruim wordt toegepast en de woningmarkt verder onder druk komt te staan.
“De instroom van kennismigranten (expats) voor bedrijven wordt beperkt tot specialisten die kennis en expertise hebben die onvoldoende in Nederland aanwezig is.”
NSC stelt dat de fiscale voordelen voor kennismigranten te ver zijn doorgeschoten en wil deze versoberen. De partij vindt dat bedrijven zelf hun buitenlandse medewerkers passend moeten belonen en dat de huidige belastingkortingen oneerlijk zijn en de woningmarkt verstoren.
“We versoberen de regelingen die kennismigranten fiscaal bevoordelen en de woningmarkt verstoren.”
“Voor kennismigranten zijn de voordelen in het verleden doorgeschoten. We willen die gouden belastingregels versoberen en de toelatingseisen aanscherpen. De forse belastingkorting op een groot deel van hun inkomen moet eerlijker. Bedrijven moeten zelf hun buitenlandse medewerkers passend belonen, zij verdienen er immers aan.”
“Verdere versobering van de voordelen voor kennismigranten. Bedrijven moeten zelf kennismigranten eerlijk belonen en hun komst moet de innovatie in Nederland stimuleren.”
De VVD wil kennismigratie beperken tot buitenlands toptalent dat essentieel is voor de Nederlandse kenniseconomie, met strengere toelatingseisen en focus op sectoren met tekorten. Tegelijkertijd benadrukt de partij het belang van veiligheid rond kennisinstellingen en wil zij gevoelige kennis beschermen tegen ongewenste buitenlandse invloed. De VVD kiest dus voor een selectief en streng kennismigratiebeleid, gericht op economische meerwaarde en nationale veiligheid.
De VVD wil de huidige kennismigrantenregeling omvormen tot een strengere toptalentenregeling, uitsluitend gericht op buitenlands talent dat essentieel is voor de kenniseconomie en groeitechnologieën. Hiermee wil de partij misbruik tegengaan en alleen kennismigranten toelaten die daadwerkelijk bijdragen aan innovatie en economische groei, vooral in sectoren met arbeidsmarkttekorten.
“Kennismigrantenregeling wordt toptalentregeling: Om groei en innovatie te realiseren hebben we soms naast alle knappe koppen in Nederland ook toptalent uit het buitenland nodig. Daarom is de kennismigrantenregeling belangrijk. Tegelijkertijd komt het nog te vaak voor dat malafide bedrijven de regeling misbruiken. We bouwen de regeling daarom om tot een Toptalentenregeling, gericht op buitenlands talent dat essentieel is voor onze kennisintensieve economie en groeitechnologieën. We laten de 27%-regeling in stand en scherpen de toelatingseisen aan, bijvoorbeeld via een aanvullende opleidingseis. We hebben expliciet oog voor de positie van start- en scale-ups.”
“Kiezen voor het juiste internationaal talent: Internationaal talent is belangrijk voor onze kenniseconomie, zeker in sectoren met een arbeidsmarkttekort. Maar we kunnen het aantal internationale studenten niet ongericht laten groeien. Daarom moeten we dat beperken tot studenten, wetenschappers en kenniswerkers in vakgebieden waar we een tekort hebben en die we hard nodig hebben zoals technologie, bètawetenschappen, AI en wiskunde.”
“Internationale studenten niet ongericht laten groeien. Daarom moeten we dat beperken tot studenten, wetenschappers en kenniswerkers in vakgebieden waar we een tekort hebben en die we hard nodig hebben zoals technologie, bètawetenschappen, AI en wiskunde.”
De VVD maakt zich zorgen over de veiligheid van gevoelige kennis en wil voorkomen dat deze in verkeerde handen valt. Daarom pleit de partij voor screening van onderzoekers en internationale samenwerkingen, met bijzondere aandacht voor landen met verhoogd risico en transparantie over financiering.
“Onze kennis moet veilig zijn: Gevoelige kennis mag niet in verkeerde handen vallen. Universiteiten, kennisinstellingen, veiligheidsdiensten en de overheid moeten samenwerken om Nederland veilig te houden. We screenen waar nodig onderzoekers en internationale samenwerkingen zodat militaire of dual-use-kennis nooit in verkeerde handen valt. Hierbij ligt de nadruk op landen met een verhoogd risico. Onderzoekers die loyaal zijn aan onvrije regimes worden geweerd uit gevoelige kennisgebieden. Om h/eimelijke beïnvloeding tegen te gaan wordt de herkomst van onderzoeksfinanciering openbaar.”
JA21 staat positief tegenover hoogopgeleide kennismigranten die aantoonbare economische en maatschappelijke meerwaarde voor Nederland hebben, maar wil laaggeschoolde arbeidsmigratie beperken of uitsluiten. Het beleid richt zich op strenge selectie, regulering en het uitsluitend toelaten van kennismigranten waar de samenleving daadwerkelijk behoefte aan heeft.
JA21 maakt een duidelijk onderscheid tussen laag- en hoogopgeleide migranten en wil alleen kennismigranten toelaten die een aantoonbare bijdrage leveren aan Nederland. Dit beleid is bedoeld om de negatieve gevolgen van grootschalige, laaggeschoolde arbeidsmigratie te voorkomen en de arbeidsmarkt te versterken met talenten waar daadwerkelijk behoefte aan is.
“Voor gereguleerde arbeidsmigratie moet ruimte blijven, net als voor hoogopgeleide kennismigratie, maar de huidige aantallen leiden tot grote problemen in veel van onze steden.”
“Voor hoogopgeleide kennismigratie waar onze samenleving behoefte aan heeft, blijft uiteraard plaats in Nederland.”
“Hoogopgeleide kennismigranten met economische en maatschappelijke meerwaarde voor Nederland welkom heten.”
De PVV is uitgesproken tegen de komst van kennis- en studiemigranten naar Nederland. Zij willen het aantal buitenlandse studenten en studiemigranten maximaal beperken, bacheloropleidingen volledig in het Nederlands geven en stellen dat het onderwijs primair voor Nederlanders is bedoeld. De partij ziet kennis- en studiemigratie niet als verrijking, maar als een probleem dat moet worden ingeperkt.
De PVV wil het aantal kennis- en studiemigranten sterk terugdringen, omdat zij vinden dat het Nederlandse onderwijs in de eerste plaats voor Nederlanders is en buitenlandse studenten vaak na hun studie weer vertrekken. Dit standpunt richt zich op het beschermen van de Nederlandse taal en het beperken van de instroom van niet-Nederlandse studenten.
“De PVV wil een maximale inperking van studiemigratie naar ons land. Ons onderwijs is er voor de Nederlanders, niet voor buitenlandse studenten die na hun studie weer vertrekken. Bacheloropleidingen moeten weer volledig in het Nederlands worden gegeven.”
“Bacheloropleidingen volledig in het Nederlands”
“Maximale beperking van het aantal buitenlandse studenten”
GroenLinks-PvdA wil de kennismigrantenregeling aanscherpen zodat alleen echte kennismigranten buiten de EU worden toegelaten, en bouwt de belastingkorting voor deze groep (expatregeling) af. Het doel is misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen, terwijl noodzakelijke vakkrachten in belangrijke sectoren wel gefaciliteerd blijven. De partij kiest voor een striktere selectie en minder fiscale voordelen voor kennismigranten.
GroenLinks-PvdA wil voorkomen dat de kennismigrantenregeling wordt misbruikt door werkgevers die geen echte kennismigranten nodig hebben. Alleen werkgevers die aantoonbaar op zoek zijn naar hooggekwalificeerde arbeidskrachten van buiten de EU krijgen nog toegang tot deze regeling. Tegelijkertijd wordt de belastingkorting voor kennismigranten (expatregeling) afgebouwd om fiscale voordelen te beperken.
“We scherpen de kennismigrantenregeling voor arbeidsmigranten buiten de EU aan. Alleen werkgevers op zoek naar echte kennismigranten krijgen een vergunning. Zo gaan we misstanden en oneigenlijk gebruik tegen. De belastingkorting voor kennismigranten, de expatregeling, bouwen we af.”
Hoewel de partij kritisch is op het toelaten van kennismigranten, erkent zij dat in bepaalde sectoren (zoals bouw, zorg en energietransitie) arbeidsmigratie soms noodzakelijk is. In die gevallen worden werkgevers aangemoedigd gebruik te maken van bestaande mogelijkheden om vakkrachten tijdelijk in Nederland te laten werken.
“Noodzakelijke vakkrachten en kennismigranten faciliteren. Soms is arbeidsmigratie nodig om een personeelsvraag in belangrijke sectoren op te vullen, zoals de bouw, zorg en de energietransitie. Wij faciliteren dit waar nodig en moedigen deze werkgevers aan om gebruik te maken van de bestaande mogelijkheden om vakkrachten tijdelijk in Nederland te laten werken.”
Het CDA erkent het belang van kennismigranten voor de Nederlandse economie en samenleving, maar wil de instroom reguleren en misbruik van regelingen tegengaan. Ze stellen voor om misbruik van de kenniswerkersregeling streng aan te pakken en benadrukken de afhankelijkheid van kennismigranten voor bepaalde sectoren. De partij kiest voor een selectief toelatingsbeleid gericht op essentiële beroepen en het waarborgen van fatsoenlijke behandeling.
Het CDA ziet kennismigranten als noodzakelijk voor het draaiend houden van de economie en industrie, maar wil voorkomen dat de kenniswerkersregeling wordt misbruikt. Ze pleiten voor strenge handhaving en regulering, met aandacht voor de maatschappelijke impact en het belang van essentiële beroepen.
“Om onze economie en samenleving draaiende te houden kunnen we niet zonder bepaalde kennismigranten. Ook voor onze industrie en vakkrachten zijn we deels afhankelijk van mensen van buiten de EU. We pakken misbruik van de kenniswerkersregeling streng aan.”