JA21 ziet kennis als essentieel voor de ontwikkeling van individuen en de Nederlandse samenleving, met nadruk op onderwijs, innovatie en het beschermen van een vrije, niet-geïndoctrineerde leeromgeving. Ze willen investeren in kennisinstellingen, de kwaliteit van leraren verhogen, en kennis centraal stellen in sectoren als landbouw en technologie. Hun beleid richt zich op het waarborgen van kennisoverdracht, het tegengaan van activisme in het onderwijs, en het stimuleren van innovatie en samenwerking met kennisinstellingen.
JA21 vindt dat kennisoverdracht centraal moet staan in het onderwijs en dat universiteiten en hogescholen vrij moeten zijn van activisme en ideologische druk. Dit moet een veilige omgeving waarborgen waarin studenten zich breed kunnen ontwikkelen zonder beïnvloeding door docenten of actiegroepen.
“Het universitaire en HBO onderwijs moet een plek zijn waar kennis wordt opgedaan, waar geleerd wordt na te denken en waar de student zich breed kan ontwikkelen. Daar past geen beïnvloeding bij door activisme of intimidatie onder invloed van ideologische stromingen.”
“De docent moet zijn persoonlijke of maatschappelijke overtuigingen niet aan zijn studenten opdringen.”
JA21 wil de positie van Nederland als kenniseconomie behouden door te investeren in kennisinstellingen, het financieringsmodel te hervormen en de nadruk te leggen op kwaliteit, maatschappelijke impact en aansluiting bij de arbeidsmarkt, in plaats van studentenaantallen.
“Voor ons land als kenniseconomie is het van absoluut belang dat we deze toppositie weten te behouden. De bezuiniging op het wetenschappelijk onderwijs van €500 miljoen moet wat JA21 betreft dan ook ongedaan worden gemaakt.”
“JA21 pleit ervoor een groter deel van het budget als vaste voet toe te kennen onafhankelijk van de studentenaantallen, dit zorgt voor stabiliteit ook voor de onderwijsinstellingen in met name de regio’s die nu mede afhankelijk zijn van buitenlandse studentenaantallen.”
“Voorts dient de financiering te worden gebaseerd op kwaliteit en maatschappelijke impact.”
JA21 benadrukt het belang van kennis en innovatie voor de Nederlandse economie, met name in sectoren als landbouw en technologie. Samenwerking met kennisinstellingen en het stimuleren van technologische ontwikkeling zijn volgens hen cruciaal voor internationale concurrentiepositie en voedselzekerheid.
“Dankzij technologische efficiëntie, korte ketens en sterke samenwerking tussen boeren en kennisinstellingen, weet Nederland bovengemiddelde hoge opbrengsten per hectare en per dier te realiseren.”
“De combinatie van kennis, innovatie en schaal levert Nederland een toonaangevende positie op in de wereldwijde voedselproductie.”
“Versnipperd beleid en talloze loketten voor bedrijven die willen digitaliseren voorkomen met een nationale strategie waarin het bedrijfsleven gezamenlijk optrekt met de overheid en kennisinstituten.”
JA21 vindt dat diepgaande vakinhoudelijke kennis en didactische vaardigheden van docenten essentieel zijn voor goed onderwijs. Ze willen extra investeren in opleidingen die de kwaliteit van leraren verbeteren en stellen hoge eisen aan kennisoverdracht.
JA21 ziet kennis als fundament voor burgerschap en deelname aan de samenleving. Onderwijs moet mensen toerusten met kennis en vaardigheden die nodig zijn om te participeren en bij te dragen aan de Nederlandse samenleving.
“Het onderwijs moet zorgen voor mensen die onze veiligheid waarborgen, voor de kennis en vaardigheden die nodig zijn om in dit land te participeren (burgerschap) en voor voldoende expertise in de verschillende economische sectoren.”
De SP ziet kennis als een publiek goed dat toegankelijk moet zijn voor iedereen en essentieel is voor sociale vooruitgang, democratie en gelijke kansen. Ze pleiten voor gratis en publiek gefinancierd onderwijs, investeren in onafhankelijk onderzoek, en willen dat kennis en kunde binnen de publieke sector blijven in plaats van bij commerciële partijen. De partij benadrukt het belang van open toegang tot kennis, het tegengaan van marktwerking in onderwijs en wetenschap, en het versterken van publieke kennisinfrastructuur.
De SP wil dat onderwijs en onderzoek volledig publiek gefinancierd en toegankelijk zijn, zodat kennis niet wordt beperkt door financiële drempels of commerciële belangen. Dit moet bijdragen aan een sterke, rechtvaardige en democratische samenleving waarin iedereen kan leren en kennis delen.
“Onderwijs en wetenschap zijn geen kostenposten of marktproducten, maar investeringen in de toekomst van ons land. Zij zorgen voor sociale vooruitgang, economische ontwikkeling en democratische vernieuwing. Daarom zetten wij de kennismaatschappij centraal. Niet om winst te maken, maar om onze samenleving sterker, slimmer en rechtvaardiger te maken.”
“We investeren fors in fundamenteel en onafhankelijk onderzoek. Niet alles hoeft direct toepasbaar of rendabel te zijn. Wat telt is het vertrouwen in de maatschappelijke waarde van kennis.”
“Onderzoek moet vrij zijn van marktsturing, druk van opdrachtgevers en belangenverstrengeling. Daarom richten we een onafhankelijk fonds op waarin bedrijven geen zeggenschap hebben over de uitvoering of uitkomst van het onderzoek.”
“Van mbo tot universiteit, van techniek tot filosofie: leren is een recht en kennis is van ons allemaal.”
“De SP wil dat leermiddelen betaalbaar en herbruikbaar zijn en zet in op open en vrij toegankelijke (digitale) materialen. Zo blijft kennis publiek en houden scholen de regie over hun eigen onderwijs.”
De SP wil dat de overheid en publieke sector hun eigen kennis en expertise opbouwen en behouden, in plaats van afhankelijk te zijn van dure externe consultants. Dit moet leiden tot beter beleid, meer continuïteit en lagere kosten.
“Overheden investeren in de eigen kennis en kunde van medewerkers waardoor het beleid beter wordt. Ook specialistische kennis moet de overheid gewoon in huis hebben. De afhankelijkheid van allerlei dure consultants en adviseurs stopt...”
“Wij willen dat mensen die voor de publieke dienst werken dit in dienst doen van het publiek. Door werknemers in vaste dienst te nemen bij publieke organisaties bouwen deze meer kennis en ervaring op om effectief de problemen van Nederland op te lossen.”
De SP vindt dat kennis en kunde zoveel mogelijk openbaar moeten zijn en niet in handen van private bedrijven mogen komen. Dit bevordert samenwerking, transparantie en democratische controle.
“Daarvoor is onder meer belangrijk dat zoveel mogelijk kennis en kunde openbaar is en niet in de handen komt van privébedrijven.”
De SP beschouwt kennis als een middel tot emancipatie, democratische participatie en het bestrijden van ongelijkheid. Ze willen dat iedereen toegang heeft tot basiskennis en dat kennis wordt ingezet om discriminatie en kansenongelijkheid tegen te gaan.
“Kennis is macht. Het belang van actief deelnemen aan democratie, zeggenschap en samenwerking moet voor iedereen in onze samenleving bekend zijn.”
“Discriminatie voorkomen door gedeelde kennis. Kennis en begrip over het verleden helpt mee in het bestrijden van alle vormen van discriminatie in het heden.”
“We werken hieraan door mensen elkaar te laten ontmoeten, kennis te vergroten en in te grijpen wanneer discriminatie zich voordoet.”
Volt ziet kennis als een essentiële motor voor innovatie, economische groei en maatschappelijke vooruitgang. Ze willen investeren in digitale vaardigheden, onderwijsvernieuwing en het versterken van de kenniseconomie, met speciale aandacht voor digitale autonomie, AI, en Europese samenwerking. Concrete voorstellen zijn onder meer het verhogen van het kennisniveau rond digitalisering, het opzetten van kenniscentra, en het stimuleren van kennisdeling tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid.
Volt wil het kennisniveau op het gebied van digitalisering en technologische innovatie verhogen in zowel onderwijs als bedrijfsleven, om zo de internationale concurrentiekracht en digitale autonomie van Nederland en Europa te versterken. Ze zien kennisdeling en samenwerking als cruciaal om talent te behouden en een sterke kenniseconomie te bouwen.
“We bouwen in Nederland een sterk ecosysteem waarin het kennisniveau van digitalisering, zowel in het bedrijfsleven als in het onderwijs, kan groeien. We investeren in IT-onderwijs in zowel het middelbaar als in het hoger onderwijs. Nederland moet aantrekkelijk blijven voor high-end kennisbedrijven met ASML als voorbeeld.”
“Om de Nederlandse kenniseconomie en internationale concurrentiekracht te versterken, moet het onderwijs blijven vernieuwen.”
“Wij bouwen één krachtige Europese industrie: een Silicon Europa. Een plek waar kennis, start-ups en investeerders samenkomen, gebouwd op Europese waarden. Kennisinstellingen krijgen de ruimte om te doen waar zij goed in zijn: vernieuwen.”
“We investeren dit geld in de basis van onze kenniseconomie, het menselijk kapitaal van ons land.”
Volt wil het kennisniveau rond digitale autonomie en AI binnen overheid en private sector verhogen, zodat Nederland en de EU minder afhankelijk worden van externe partijen en beter kunnen inspelen op technologische ontwikkelingen.
“Nederland moet net als alle EU-lidstaten zelfstandig in staat zijn de impact van afhankelijkheden in de IT-levenssfeer op waarde in te schatten en te begrijpen. Daarvoor moeten we het beoogde kennisniveau op het gebied van digitale autonomie verhogen binnen de overheid en de private sector.”
“Als onderdeel van de strategie voor digitale autonomie worden de meest geavanceerde, transparante en betrouwbare AI-modellen ontwikkeld... Hiermee creëren we een ecosysteem gericht op Europese samenwerking, kennisdeling en duurzame innovatie.”
Volt pleit voor het opzetten van kenniscentra, bijvoorbeeld op het gebied van kernenergie, om onderzoek, opleiding en kennisdeling op Europees niveau te bevorderen.
“Daarbij zetten we ons in voor een groot Europees kernenergie-kenniscentrum.”
Volt vindt dat kennis van zorgresultaten essentieel is voor verbetering van de zorg en het maken van bewuste keuzes door patiënten en artsen. Ze willen kennisdeling stimuleren, maar waarschuwen voor extra administratieve lasten.
“Kennis van de resultaten van zorg is essentieel om zorg te verbeteren, van elkaar te leren en om patiënten met hun arts in staat te stellen de beste keuzes te maken.”
Volt wil dat gemeenten meer middelen, kennis en zeggenschap krijgen om maatschappelijke uitdagingen effectief aan te pakken, en investeert in competentieontwikkeling binnen gemeenten.
“Inwoners, gemeenten en regio’s spelen een grote rol bij het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen. Zij krijgen nu te weinig middelen, kennis en zeggenschap hiervoor.”
“Volt investeert in de noodzakelijke competentieontwikkeling binnen gemeenten opdat gemeenten op basis van gelijkwaardigheid met bewonersinitiatieven kunnen samenwerken.”
NSC ziet kennis als essentieel voor goed bestuur, maatschappelijke vooruitgang en economische kracht. Ze pleiten voor versterking van kennis in politiek, onderwijs en wetenschap, met nadruk op fundamentele vaardigheden, levenslang leren en het behouden van Nederland als kennisland. Concrete voorstellen zijn onder meer het centraal stellen van kennis in de Kamer, investeren in basisvaardigheden in het onderwijs, en structurele financiering van wetenschappelijk onderzoek.
NSC vindt dat politieke besluitvorming alleen effectief kan zijn als deze gebaseerd is op kennis en inhoud. Ze willen dat de Kamer meer gebruikmaakt van experts, denktanks en praktijkervaring, en pleiten voor uitbreiding van de ondersteuning van de Kamer. Dit moet leiden tot beter doordachte wetgeving en minder politieke ophef.
NSC maakt zich zorgen over het dalende niveau van basisvaardigheden en kennis in het onderwijs. Ze willen het niveau van lezen, rekenen en schrijven drastisch verhogen en stellen dat goed kunnen lezen essentieel is om kennis te verwerven. Lerarenopleidingen moeten basisvaardigheden en kennis weer centraal stellen.
NSC wil de positie van Nederland als kennisland behouden door te investeren in fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en kennisvalorisatie. Ze steunen structurele financiering voor universiteiten en samenwerking met het bedrijfsleven op strategische kennisgebieden.
“Om de positie van Nederland als kennisland te behouden is een substantieel budget voor fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en kennisvalorisatie van belang.”
“Samen met de inzet van het bedrijfsleven op het gebied van R&D versterken we onze toppositie in Europa op kennisgebieden als fotonica, quantumtechnologie, kunstmatige intelligentie, klimaat- en medische technologie.”
NSC vindt dat werkenden hun vakkennis moeten blijven bijhouden en vaardigheden moeten verbeteren. Ze willen een persoonlijk ontwikkelbudget voor alle werkenden en een leercultuur binnen bedrijven stimuleren.
De PVV ziet kennisoverdracht vooral als het aanleren van basisvaardigheden zoals lezen, schrijven, rekenen en vaderlandse geschiedenis, en verzet zich tegen onderwijsvernieuwingen en onderwerpen als gender, klimaat en "woke-indoctrinatie". De partij wil onderwijs terugbrengen naar structuur, discipline en politieke neutraliteit, met een sterke nadruk op het Nederlands als voertaal en het beperken van buitenlandse invloeden. Concrete voorstellen zijn het herstel van basisvaardigheden, het volledig Nederlandstalig maken van bacheloropleidingen, en het verbieden van islamitisch onderwijs.
De PVV wil af van onderwijsvernieuwingen en pleit voor een terugkeer naar traditioneel, gestructureerd onderwijs waarin kennisoverdracht van basisvaardigheden centraal staat. Dit wordt gezien als noodzakelijk om het niveau van kennis en geletterdheid te herstellen en te beschermen tegen wat zij zien als ideologische indoctrinatie.
“Wij willen geen onderwijsvernieuwingen meer. Wij willen terug naar het gestructureerde onderwijs van weleer – met leraren die duidelijk uitleggen, begeleiden en controleren. Geen onderwijs over gender, klimaat of andere linkse indoctrinatie, maar terug naar de basisvaardigheden: rekenen, taal, geschiedenis.”
“Herstel van basisvaardigheden: leer kinderen lezen, schrijven en rekenen”
De partij benadrukt het belang van kennis van de Nederlandse geschiedenis en het gebruik van de Nederlandse taal als kern van de nationale identiteit en kennisoverdracht. Dit moet bijdragen aan trots op het land en het tegengaan van vervreemding.
“Op elke basisschool en middelbare school moet weer les worden gegeven in vaderlandse geschiedenis. Onze kinderen moeten weten wie ze zijn, waar ze vandaan komen en waarom zij trots mogen zijn op Nederland.”
“Op school en op het schoolplein wordt alleen Nederlands gesproken.”
“Bacheloropleidingen volledig in het Nederlands”
De PVV wil dat kennisoverdracht op school politiek neutraal is en vrij van onderwerpen die zij als ideologisch of indoctrinerend beschouwen, zoals gender, klimaat en "woke"-thema's. Opvoeding en meningsvorming zijn volgens de partij aan de ouders.
“Structuur, rust en discipline worden in de klas weer de norm – met politiek neutrale leraren. Alles wat niet met basisvaardigheden te maken heeft, zoals politiek, is opvoeding en dus aan de ouders. Leraren moeten kinderen bijbrengen hóé ze moeten denken, maar niet wát ze moeten denken en vinden.”
“Geen klimaat- of woke-indoctrinatie op school”
De partij wil de instroom van buitenlandse studenten beperken en islamitisch onderwijs verbieden, omdat zij vinden dat het Nederlandse onderwijs en kennisoverdracht primair voor Nederlanders moet zijn en niet ondermijnd mag worden door buitenlandse of religieuze invloeden.
BBB ziet kennis als een fundament voor de samenleving en economie, waarbij overdracht van kennis en vaardigheden centraal staat in het onderwijs. De partij wil meer nadruk op basisvaardigheden, praktijkgericht onderwijs, versterking van regionale kenniscentra en een betere balans tussen fundamenteel en toegepast onderzoek. BBB pleit voor minder bureaucratie en meer waardering voor vakmanschap, zodat kennis direct bijdraagt aan maatschappelijke en economische vraagstukken.
BBB vindt dat het onderwijs zich weer moet richten op lezen, schrijven, rekenen en andere essentiële kennis, met minder aandacht voor randzaken en ideologische thema’s. Dit moet de kwaliteit van het onderwijs verhogen en de aansluiting op de arbeidsmarkt verbeteren.
“BBB wil dat scholen zich weer richten op wat écht telt: lezen, schrijven, rekenen en andere essentiële kennis.”
“Kernvakken horen weer het volle gewicht te krijgen. Dat zijn de vakken die er eerst en vooral toe doen.”
De partij benadrukt dat het onderwijs primair gericht moet zijn op het overdragen van kennis en vaardigheden, met meer waardering voor vakmensen en praktisch opgeleiden.
“Overdracht van kennis en vaardigheden is de basistaak voor onderwijsinstellingen.”
“Praktisch opgeleiden verdienen extra waardering in taal en beleid.”
BBB wil de verbinding tussen wetenschap, praktijk en regio versterken door regionale kenniscentra, praktijkgerichte lectoraten en samenwerking met het bedrijfsleven te stimuleren. Dit moet de maatschappelijke relevantie van kennis vergroten.
“Daarom zet BBB in op versterking van hogescholen, praktijkgerichte lectoraten en regionale kenniscentra.”
“Wetenschap moet bijdragen aan de samenleving, aan onze kennispositie én aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken.”
De partij vindt dat wetenschappers en docenten minder tijd moeten besteden aan administratieve lasten, zodat zij zich kunnen richten op hun kerntaak: kennisoverdracht en -ontwikkeling.
“Wetenschappers moeten minder tijd kwijt zijn aan het schrijven van aanvragen en meer tijd kunnen besteden aan hun vak.”
“Onderwijspersoneel staat dagelijks voor de klas en weet wat er speelt. Toch wordt hun vakkennis te vaak overvleugeld door papierwerk, protocollen, controle of ideologische invulling.”
De VVD ziet kennis als een strategisch bezit dat essentieel is voor innovatie, economische groei en nationale veiligheid. De partij wil gevoelige kennis beschermen tegen ongewenste buitenlandse invloed, investeert in kennisinfrastructuur en zet in op het aantrekken van internationaal talent in tekortsectoren. Tegelijkertijd benadrukt de VVD het belang van een sterke koppeling tussen kennisinstellingen en de arbeidsmarkt.
De VVD beschouwt het beschermen van gevoelige kennis als cruciaal voor de nationale veiligheid, vooral tegen landen met verhoogd risico. Universiteiten, kennisinstellingen en de overheid moeten samenwerken om te voorkomen dat militaire of dual-use-kennis in verkeerde handen valt, onder meer door screening en transparantie over financiering.
“Onze kennis moet veilig zijn: Gevoelige kennis mag niet in verkeerde handen vallen. Universiteiten, kennisinstellingen, veiligheidsdiensten en de overheid moeten samenwerken om Nederland veilig te houden. We screenen waar nodig onderzoekers en internationale samenwerkingen zodat militaire of dual-use-kennis nooit in verkeerde handen valt. Hierbij ligt de nadruk op landen met een verhoogd risico.”
“Onderzoekers die loyaal zijn aan onvrije regimes worden geweerd uit gevoelige kennisgebieden. Om heimelijke beïnvloeding tegen te gaan wordt de herkomst van onderzoeksfinanciering openbaar.”
De VVD wil de kennisinfrastructuur versterken als motor voor economische groei en innovatie. Daarbij wordt gestreefd naar internationale topuniversiteiten en blijvende investeringen in kennis, ook op de lange termijn.
“De versterking van onze kennisinfrastructuur wordt vanzelfsprekend ook na 2030 doorgezet richting 2050.”
“Kennisinstellingen zijn een groeimagneet voor de economie: We zorgen voor voldoende middelen en ruimte in regelgeving en stellen het tot doel dat in de toekomst tenminste één Nederlandse universiteit behoort bij de mondiale top-25 en tenminste drie andere bij de top-100.”
De VVD wil alleen internationaal talent aantrekken in sectoren waar een tekort is, met een focus op technologie en bètawetenschappen. Dit moet bijdragen aan de kenniseconomie en het oplossen van arbeidsmarkttekorten, zonder ongerichte groei van internationale studenten.
“We kunnen het aantal internationale studenten niet ongericht laten groeien. Daarom moeten we dat beperken tot studenten, wetenschappers en kenniswerkers in vakgebieden waar we een tekort hebben en die we hard nodig hebben zoals technologie, bètawetenschappen, AI en wiskunde.”
“Kiezen voor het juiste internationaal talent: Internationaal talent is belangrijk voor onze kenniseconomie, zeker in sectoren met een arbeidsmarkttekort.”
De VVD ziet kennis en kunde van mbo, hbo en universiteiten als essentieel voor innovatie en economische ontwikkeling. Er wordt ingezet op een sterke koppeling tussen onderwijs, kennis en de arbeidsmarkt.
BVNL vindt kennisontwikkeling essentieel voor een sterke samenleving en economie, met nadruk op basisvaardigheden in het onderwijs en digitale vaardigheden voor iedereen. Ze willen het onderwijs depolitiseren, inzetten op kritisch denken en investeren in digitale geletterdheid en innovatie. Concrete voorstellen zijn onder meer het verbeteren van basisvaardigheden, het stimuleren van onderzoek en innovatie, en het bevorderen van digitale vaardigheden via educatie en private initiatieven.
BVNL wil het onderwijs terugbrengen naar de kern door meer aandacht te geven aan basisvaardigheden en het stimuleren van kritisch denken, zonder ideologische beïnvloeding. Ze zien kennis als fundament voor persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling en willen het onderwijs depolitiseren.
“Het onderwijs moet weer terug naar de basis. Meer aandacht voor basisvaardigheden zoals rekenen, lezen en schrijven, vermindering van de taalachterstand, meer aandacht voor vakken als aardrijkskunde, geschiedenis, en biologie en minder tijd voor ideologisch gedreven curriculum.”
“We gaan leerlingen en studenten weer leren hoe ze moeten denken en niet wat ze moeten denken.”
“Het hele onderwijs, van basisschool tot en met universiteit, wordt gevrijwaard van politiek-ideologische vorming van welke stroming of richting dan ook.”
BVNL erkent het belang van kennis op het gebied van digitale technologie en wil investeren in digitale vaardigheden voor alle burgers, evenals in onderzoek en innovatie. Dit is nodig om de digitale kloof te overbruggen en Nederland technologisch vooruitstrevend te houden.
“We willen ervoor zorgen dat elke burger de kans krijgt om volledig deel te nemen aan de digitale samenleving. Dit betekent dat we actief programma's en initiatieven zullen bevorderen om digitale vaardigheden te ontwikkelen en toegang tot technologie te vergroten.”
“We zullen investeren in educatieve programma's voor jongeren, training voor werkenden en ondersteuning bieden aan ouderen om de digitale kloof te overbruggen.”
“Private initiatieven voor cybersecuritytrainingen en digitale scholing om digitale geletterdheid verhogen.”
“BVNL zet zich in voor de stimulering van onderzoek en innovatie op het gebied van kunstmatige intelligentie en andere digitale technologieën zoals quantumtechnologie.”
De ChristenUnie ziet kennis als essentieel voor persoonlijke ontwikkeling, maatschappelijke participatie en innovatie, maar benadrukt dat onderwijs meer is dan alleen kennisoverdracht. Ze pleiten voor goed onderwijs met een stevige basis in kennis en vaardigheden, het versterken van kennisdeling tussen scholen, en het benutten van Nederlandse kennis internationaal, bijvoorbeeld op het gebied van klimaatadaptatie.
De ChristenUnie vindt dat onderwijs een stevige basis in kennis (lezen, schrijven, rekenen, digitale geletterdheid) moet bieden, maar ook gericht moet zijn op brede persoonsvorming. Ze willen dat scholen rust en ruimte krijgen om deze taak te vervullen en dat kennisdeling tussen scholen wordt gestimuleerd.
“Onderwijs is meer dan het overdragen van kennis. Het vormt kinderen en jongeren tot wie ze zijn, hoe ze in het leven staan en hoe ze bijdragen aan de maatschappij.”
“Lezen, schrijven en rekenen vormen samen met burgerschap en digitale geletterdheid de basis waarop kinderen zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige en betrokken volwassenen.”
“Nederlandse kinderen kunnen steeds slechter rekenen en schrijven. Deze trend is zorgelijk en moet gekeerd. Basisvaardigheden dienen gedurende de hele schoolcarrière onderhouden te worden.”
“Scholen waarvan kinderen goed presteren delen hun lessen met andere scholen.”
De partij erkent het belang van kennisoverdracht en -toegang via culturele instellingen, met name bibliotheken, voor kansengelijkheid en het bestrijden van laaggeletterdheid.
“Bibliotheken en muziekscholen spelen een belangrijke rol in de overdracht en kennis van cultuur.”
De ChristenUnie wil Nederlandse kennis internationaal inzetten, vooral op het gebied van klimaatadaptatie, om andere landen te helpen zich voor te bereiden op klimaatverandering.
“Specifieke kennis van Nederlandse bedrijven kan voor sommige landen cruciaal zijn om zich voor te bereiden op het veranderende klimaat.”
De partij erkent dat internationale studenten bijdragen aan kennisuitwisseling en economische groei, maar wil het aantal studiemigranten beperken om de druk op voorzieningen te verminderen.
“Studiemigratie draagt door uitwisseling van kennis en culturen bij aan de (economische) groei van Nederland en wederzijds begrip tussen culturen.”
D66 ziet kennis als een essentiële bouwsteen voor gelijke kansen, innovatie en een sterke samenleving. Ze willen investeren in breed toegankelijke kennis via onderwijs, wetenschap en open technologie, en beschermen Nederlandse kennis tegen geopolitieke risico’s. Concreet zet D66 in op versterking van basisvaardigheden, blijvend leren, vrije wetenschap en het delen van kennis via open source.
D66 wil dat iedereen, ongeacht achtergrond, toegang heeft tot goed onderwijs en de kans krijgt om kennis en vaardigheden te ontwikkelen. Ze leggen nadruk op het belang van basisvaardigheden en investeren in onderwijsinstellingen en leraren om dit mogelijk te maken.
“Daarom investeren we vanaf het allereerste begin: in je ontwikkeling, in kennis en basisvaardigheden, in onderwijs op maat dat bij je past én in de mensen die het onderwijs dragen.”
“Onderwijs moet voor ieder kind passend zijn. Dat vraagt om genoeg leraren, ondersteuners, kennis en ruimte.”
D66 beschouwt vrije en toegankelijke wetenschap als cruciaal voor innovatie en maatschappelijke vooruitgang. Ze willen wetenschappers beschermen, internationale kennisuitwisseling stimuleren en Nederlandse kennis en technologie beschermen tegen misbruik.
D66 ziet open source als een sleutel om kennis breed toegankelijk te houden en innovatie te versnellen. Door samenwerking en het delen van kennis te stimuleren, willen ze maatschappelijke vooruitgang bevorderen.
“Open source speelt hierin een sleutelrol: het vergroot samenwerking, versnelt innovatie en zorgt dat kennis breed toegankelijk blijft voor de samenleving.”
D66 wil dat Nederland en Europa zelf kennis opbouwen op strategische gebieden zoals AI, om onafhankelijk te blijven en maatschappelijke waarden te waarborgen.
“We bouwen daarom onze eigen kennis en kracht op het gebied van AI op, op basis van Europese waarden en standaarden.”
D66 vindt dat nieuwe wetenschappelijke kennis direct moet leiden tot betere bescherming van mens en milieu, bijvoorbeeld door strengere normen bij gezondheidsrisico’s.
“Nieuwe kennis over bijvoorbeeld geluid, trillingen en schadelijke stoffen moet ook leiden tot scherpere normen als de gezondheid van mensen in gevaar is.”
GroenLinks-PvdA ziet kennis als een essentiële bouwsteen voor een eerlijke, inclusieve en innovatieve samenleving. De partij wil kennis breed toegankelijk maken via investeringen in onderwijs, cultuur, digitale vaardigheden en een leven lang leren. Concreet pleiten ze voor een leerrecht voor om- en bijscholing, eerlijke spreiding van kennis, en het actief betrekken van alle groepen bij kennisontwikkeling en -deling.
GroenLinks-PvdA vindt het noodzakelijk dat iedereen zich gedurende het hele leven kan blijven ontwikkelen, mede vanwege technologische veranderingen en arbeidsmarktkrapte. Ze willen een leerrecht voor om- en bijscholing, ondersteund door een ontwikkelbudget en samenwerking met het bedrijfsleven.
“Er komt een leerrecht voor iedere Nederlander voor om- en bijscholing. Ook vaardigheden die buiten het directe beroep liggen komen daarvoor in aanmerking.”
“In samenwerking met het bedrijfsleven zorgt de overheid voor een ontwikkelbudget. Zo kan het hele werkzame leven ingezet worden op het volgen van opleidingen en cursussen.”
“Iedereen moet zich een leven lang kunnen ontwikkelen, ongeacht leeftijd, achtergrond of inkomen. Er komt een leerrecht voor werkenden voor om- en bijscholing.”
De partij benadrukt het belang van een eerlijke spreiding van kennis, macht en vermogen, en wil kennisdeling stimuleren tussen overheden en binnen de samenleving om ongelijkheid te verminderen.
GroenLinks-PvdA wil dat iedereen kan meekomen in de digitale samenleving door structureel te investeren in digitale vaardigheden en mediawijsheid in het onderwijs.
“Mediawijsheid en digitale geletterdheid worden een vast onderdeel van het onderwijscurriculum.”
De partij vindt het belangrijk dat alle groepen in de samenleving actief kennismaken met kunst en cultuur, en investeert daarom in cultuureducatie en -participatie.
“Musea, podia en andere cultuurinstellingen worden in staat gesteld om actief en gericht specifieke groepen te laten kennismaken met kunst en cultuur, zoals jongeren, ouderen en nieuwkomers.”
FVD vindt dat het Nederlandse onderwijs te veel is gericht op algemene vaardigheden en de ‘kenniseconomie’, waardoor praktijkgerichte kennis en vakmanschap zijn ondergewaardeerd. Ze willen de nadruk weer leggen op kennisoverdracht, excellentie en praktijkgerichte opleidingen, met strengere toelatingseisen en meer waardering voor vakonderwijs. Hun beleid richt zich op het herstellen van kennis als fundament van onderwijs en het versterken van de aansluiting tussen kennis en arbeidsmarkt.
FVD stelt dat de nadruk in het onderwijs te veel is verschoven van kennisoverdracht naar sociale projecten, wat volgens hen de kwaliteit heeft uitgehold. Ze willen terug naar een systeem waarin kennis, kwaliteit en ambitie centraal staan, met kleinere klassen en meer professionele ruimte voor leraren.
FVD bekritiseert de focus op de ‘kenniseconomie’ en het theoretisch onderwijs, en pleit voor een herwaardering van vakkennis en praktijkgerichte opleidingen. Ze willen het beroepsonderwijs opnieuw inrichten met praktische leerwegen, ambachtstitels en nauwe samenwerking met bedrijven.
“Het huidige onderwijssysteem richt zich dus te veel op algemene vaardigheden en de zogenoemde ‘kenniseconomie’, waardoor praktijkopleidingen zijn verwaterd en het aanzien van vakmanschap ten onrechte is gedaald.”
“Daarom wil FVD het beroepsonderwijs opnieuw inrichten met duidelijke praktische leerwegen, meer rol voor meester/gezel formules en nauwe samenwerking met bedrijven.”
FVD vindt dat universiteiten zijn uitgehold door massalisering en output-financiering, en wil dat deze weer centra van uitmuntendheid worden waar kennis en kwaliteit vooropstaan. Ze pleiten voor strengere toelatingseisen, het terugbrengen van Nederlands als voertaal, en het stoppen van output-financiering.
“Forum voor Democratie wil dat universiteiten weer centra van uitmuntendheid worden, waar kwaliteit en kennis voorop staan en waar studenten worden uitgedaagd om het hoogste niveau te bereiken.”
“Het HBO speelt een onmisbare rol in de Nederlandse kenniseconomie. Het leidt studenten op die praktijkgericht onderzoek combineren met de toepassing van kennis in bedrijven, zorginstellingen en de creatieve sector.”
50PLUS ziet kennis en vaardigheden als essentieel voor zowel ouderen als de samenleving als geheel, met nadruk op levenslang leren en het benutten van de ervaring van ouderen. De partij pleit voor toegankelijke scholing, digitale vaardigheidstraining en lokale leerpunten voor ouderen, en benadrukt het belang van samenwerking tussen onderwijs, bedrijven en overheden om kennisoverdracht te bevorderen.
50PLUS vindt dat ouderen ook in de derde levensfase volop kansen moeten hebben om zich te blijven ontwikkelen, met speciale aandacht voor digitale vaardigheden en laagdrempelige scholing. Dit moet bijdragen aan zelfstandigheid, zelfredzaamheid en betrokkenheid van ouderen in de samenleving.
“Een Nationaal Programma Leven Lang Leren, met betaalbare en laagdrempelige scholing, digitale vaardigheidstraining en culturele vorming voor ouderen.”
“Lokale leerpunten in bibliotheken, buurthuizen en seniorenverenigingen waar ouderen terecht kunnen om te oefenen met taal, rekenen en digitale toepassingen.”
Om kennis en vaardigheden beter te laten aansluiten op de arbeidsmarkt en maatschappelijke behoeften, wil 50PLUS de samenwerking tussen beroepsonderwijs, bedrijven en overheden verbeteren.
“Betere samenwerking tussen beroepsonderwijs, bedrijven en overheden.”
50PLUS benadrukt het belang van de kennis en ervaring van ouderen voor toekomstige generaties en het maatschappelijk debat.
“Bescherming van het milieu als generatieproject: rentmeesterschap voor degenen die na ons komen, met inzet van ervaring en betrokkenheid op landelijk én op gemeentelijk niveau.”
“50-plussers zijn, net als jongeren, vakmensen, doorzetters, kennisdragers en in hun vrije tijd daarnaast ook mantelzorgers en vrijwilligers.”
Het CDA ziet kennis als een essentiële motor voor innovatie, economische groei en maatschappelijke ontwikkeling. De partij wil investeren in regionale kennisecosystemen, meer nadruk leggen op vaardigheden in plaats van diploma’s, en kennis inzetten voor maatschappelijke uitdagingen zoals klimaatadaptatie. Concrete voorstellen zijn onder meer het sluiten van een Kennispact met het hoger onderwijs, het stimuleren van kennisprogramma’s rond klimaat en het bevorderen van leven lang ontwikkelen.
Het CDA wil dat kennisinstellingen, bedrijven en overheden regionaal samenwerken om innovatie te stimuleren en talent te behouden. Door specialisatie en samenwerking moet Nederland internationaal concurrerend blijven en regionale verschillen benutten.
“Met het hoger onderwijs sluiten we een Kennispact. Daar hoort bij dat er meer regie komt op samenwerking en specialisatie. Bekostiging van hogere onderwijsinstellingen wordt minder gericht op aantallen studenten. We kiezen voor hoger onderwijsinstellingen als onderdeel van regionale kennisecosystemen waarin ieder doet waar hij goed in is.”
“We stimuleren regionale ecosystemen, samenwerkingen tussen onderwijsinstellingen, grote bedrijven, beginnende start-ups, lokale overheden en de regionale ontwikkelingsmaatschappijen.”
Het CDA wil de arbeidsmarkt toegankelijker maken door te focussen op kennis en vaardigheden in plaats van alleen diploma’s. Dit moet overstappen tussen sectoren vergemakkelijken en de positie van werkenden versterken.
“We leggen de focus op kennis en vaardigheden van werkenden in plaats van diploma’s. Dat maakt het gemakkelijker om over te stappen naar een andere sector of beroepsgroep.”
Kennis wordt volgens het CDA ingezet om grote maatschappelijke uitdagingen zoals verzilting en droogte aan te pakken. Door kennisprogramma’s en innovatie te stimuleren, wil de partij Nederland internationaal toonaangevend maken op het gebied van klimaatadaptatie.
“We stimuleren kennisprogramma’s op verzilting en verdroging door boeren en waterschappen te laten samenwerken met wetenschap, bedrijven en overheid.”
“Met deze kennis is Nederland toonaangevend voor de rest van Europa en de wereld. We investeren in de kennisinstituten die hiermee bezig zijn.”
De Partij voor de Dieren ziet kennis als een publiek goed dat breed toegankelijk, divers en onafhankelijk moet zijn. Ze pleiten voor het stimuleren van kritisch denken, het publiek beschikbaar maken van wetenschappelijke kennis, en het actief betrekken van burgers bij besluitvorming door kennisdeling. Investeringen in onderwijs, open wetenschap en het tegengaan van commerciële en politieke beïnvloeding zijn centrale pijlers.
PvdD vindt dat wetenschappelijke kennis die met publiek geld is ontwikkeld, vrij toegankelijk moet zijn voor iedereen. Dit bevordert transparantie, publieke controle en brede verspreiding van kennis, en voorkomt dat kennis achter betaalmuren verdwijnt of door commerciële belangen wordt gestuurd.
“Wetenschappelijk onderzoek wordt publiek gefinancierd en moet dus toegankelijker worden. Daarom wordt de Open Access- en Open Science-beweging gesteund en gefinancierd. Ook wetenschappelijke artikelen en rapporten die (deels) met publiek geld zijn gefinancierd, zijn gratis en zonder belemmeringen in te zien.”
“Onderzoek is niet alleen waardevol als er sensationele bevindingen worden gedaan of als voorspellingen worden bevestigd. Het gaat om de verwerving van kennis en daarbij is het ontkrachten of niet aantonen van verwachte uitkomsten eveneens belangrijk.”
De partij wil dat onderwijs zich nadrukkelijk richt op het ontwikkelen van kritisch denken, digitale vaardigheden en mediawijsheid. Dit is essentieel om leerlingen te wapenen tegen desinformatie en hen te leren omgaan met de overvloed aan (digitale) informatie.
“Kritisch denken, digitale vaardigheden (inclusief de ethische aspecten van AI en digitale weerbaarheid) en mediawijsheid krijgen een grotere rol in het curriculum. Zo leren leerlingen onder andere nepnieuws herkennen en kritisch omgaan met informatie.”
PvdD benadrukt het belang van kennisdeling tussen burgers en politiek. Door burgerparticipatie structureel te verankeren, wil de partij dat kennis, zorgen en ideeën van inwoners daadwerkelijk invloed krijgen op beleid en besluitvorming.
“Burgerparticipatie is een manier om systematisch kennis te nemen van de zorgen, waarden en ideeën van inwoners en deze een structurele plaats te geven in besluitvorming.”
De partij wil dat commerciële belangen geen leidende rol spelen bij de ontwikkeling van leermethoden en kennisoverdracht. De kwaliteit en wetenschappelijke basis moeten altijd voorop staan.
“Commerciële belangen zijn niet meer leidend in het ontwikkelen van leermethodes. De kwaliteit van onderwijs en de wetenschappelijke basis waarop de leermethode stoelt worden leidend.”
De SGP ziet kennisoverdracht als een essentieel onderdeel van onderwijs, burgerschap en integratie. Zij benadrukt het belang van kennis van de Nederlandse taal, geschiedenis, cultuur en rechtsstaat, vooral voor nieuwkomers en jongeren. Concrete voorstellen zijn onder meer het versterken van kennis in het inburgeringstraject en het onderwijs, met nadruk op nationale identiteit en culturele waarden.
De SGP vindt dat inburgering niet alleen taalvaardigheid moet omvatten, maar ook kennis van de Nederlandse geschiedenis, nationale symbolen, cultureel erfgoed en de rechtsstaat. Dit moet bijdragen aan integratie en het behoud van de Nederlandse identiteit.
“Inburgering dient in ieder geval te leiden tot een basale beheersing van de Nederlandse taal, maar ook tot kennis van historische gebeurtenissen, nationale symbolen (zoals ons volkslied en koningshuis), ons cultureel erfgoed en de manier waarop wij in een rechtsstaat samenleven.”
“Het spreken van de Nederlandse taal wordt bevorderd, zeker in de publieke ruimte. Er komt onder andere een taal- en inburgeringsplicht voor mensen met een migratieachtergrond van de tweede en derde generatie, als ze nog onvoldoende Nederlands kunnen spreken.”
De SGP beschouwt kennisoverdracht als een kerntaak van het onderwijs, noodzakelijk voor het innemen van een plek in de samenleving. Vrijheid van onderwijs en aansluiting op vervolgonderwijs en arbeidsmarkt zijn hierbij belangrijk.
“Onderwijs vormt kinderen en jongeren en brengt hen kennis bij om zo hun plaats in de samenleving in te nemen.”
De SGP stimuleert het delen van kennis en expertise tussen Nederlandse en buitenlandse bedrijven, overheden en kennisinstellingen, vooral binnen de watersector en ontwikkelingssamenwerking.
“Nederland stimuleert het delen van kennis en expertise tussen Nederlandse en buitenlandse bedrijven, overheden en kennisinstellingen.”
BIJ1 ziet kennis als een fundamenteel recht en pleit voor gelijke toegang tot kennis, ontwikkeling en expressie voor iedereen, ongeacht achtergrond. Ze willen het onderwijs dekoloniseren, niet-westerse kennis erkennen, en ervaringskennis structureel inzetten in zorg en onderwijs. Concreet stelt BIJ1 voor om curricula te hervormen, structureel aandacht te besteden aan koloniale geschiedenis, en inclusie en diversiteit in kennisoverdracht te waarborgen.
BIJ1 beschouwt gelijke toegang tot kennis als een basisvoorwaarde voor een rechtvaardige samenleving. Ze willen dat iedereen, ongeacht afkomst of inkomen, zich kan ontwikkelen en toegang heeft tot kennis, cultuur en media. Dit moet leiden tot gelijke uitkomsten en het doorbreken van structurele ongelijkheid.
“BIJ1 staat voor een samenleving waarin gelijke toegang tot kennis, ontwikkeling en expressie voor iedereen een zekerheid is.”
BIJ1 wil het onderwijs dekoloniseren door structureel aandacht te besteden aan de koloniale geschiedenis en de waarde van niet-westerse kennis te erkennen. Dit is bedoeld om het eurocentrisme en racisme in het onderwijs te bestrijden en een inclusiever kennislandschap te creëren.
“We slopen de infrastructuur die het koloniale gedachtegoed en het witte superioriteitsdenken voortzet in de maatschappij en de wetten en regels van de Nederlandse staat. Dit gebeurt onder andere door curricula in het onderwijs te dekoloniseren, gedekoloniseerde lesmethodes en de waarde van niet-westerse kennis te erkennen.”
BIJ1 wil ervaringskennis structureel inzetten als waardevolle bron in zorg en het sociaal domein. Dit moet leiden tot meer inclusieve en effectieve dienstverlening, waarbij kennis uit ervaring wordt erkend en benut.
“De inzet van ervaringskennis wordt een vast onderdeel van het curriculum in alle opleidingen binnen zorg en sociaal domein.”
DENK ziet kennis als essentieel voor gelijke kansen en het waarborgen van Nederland als kenniseconomie. De partij pleit voor structurele investeringen in onderwijs en hoger onderwijs om de kwaliteit te waarborgen en zo de kenniseconomie te behouden.
DENK benadrukt dat investeren in onderwijs noodzakelijk is om gelijke kansen te creëren en Nederland als kenniseconomie te behouden. Door te investeren in scholen, leraren en het onderwijsstelsel wil DENK de basis leggen voor een samenleving waarin iedereen zich optimaal kan ontwikkelen en Nederland economisch sterk blijft.