D66 ziet kansengelijkheid als een fundamenteel uitgangspunt voor al haar beleid en wil structurele barrières voor gelijke kansen doorbreken. De partij zet concreet in op gelijke behandeling, bestrijding van discriminatie, hervorming van het toeslagenstelsel, investeringen in onderwijs en het verkleinen van sociaaleconomische verschillen. D66 koppelt kansengelijkheid aan maatregelen als gratis kinderopvang, hogere minimumlonen, gelijke beloning en het tegengaan van uitsluiting op basis van afkomst, gender of beperking.
D66 wil dat iedereen gelijke kansen krijgt, ongeacht afkomst, geloof, huidskleur, beperking, seksuele oriëntatie of genderidentiteit. De partij pakt discriminatie en racisme actief aan, zowel bij de overheid als in het bedrijfsleven, en stelt gelijke behandeling centraal in beleid en uitvoering.
“D66 wil alle vormen van uitsluiting, racisme en discriminatie doorbreken: of het nu gaat om afkomst of geloof (jodenhaat of moslimhaat), huidskleur (zoals anti-zwart of anti-Aziatisch racisme), leeftijd, armoede, beperking, neurodiversiteit (zoals ADHD of autisme), seksuele oriëntatie of genderidentiteit (queerhaat) of omdat iemand een vrouw is.”
“Voor alle overheidsorganen en bestuurslagen bevat de wet een gelijkebehandelingsplicht in beleid en voor de uitvoering daarvan.”
“Discriminatie en racisme bij vacatures en sollicitaties komt nog steeds voor. Maar bij procedures voor werving en selectie horen gelijke kansen het enige uitgangspunt te zijn. D66 wil dat bedrijven die discrimineren bestraft worden. De overheid geeft zelf het goede voorbeeld o.a. met ‘blinde’ sollicitaties.”
D66 wil het huidige toeslagenstelsel vervangen door een individueel basisbedrag, zodat inkomensondersteuning eerlijker, eenvoudiger en toegankelijker wordt. Dit moet armoede en onzekerheid verminderen en de kansengelijkheid vergroten, vooral voor mensen met een laag inkomen.
“Op de lange termijn vervangen we de toeslagen door een basisbedrag voor iedereen.”
“We maken kinderopvang op korte termijn bijna gratis en in de toekomst helemaal gratis. Het kindgebonden budget en de kinderbijslag voegen we samen. Zo gaan we van drie ingewikkelde regelingen naar één duidelijke bijdrage voor ouder en kind. Ook de zorgtoeslag schaffen we af. Het individuele basisbedrag zorgt ervoor dat het inkomen van mensen op peil blijft. Zo ontstaat eindelijk een systeem dat meer bestaanszekerheid biedt.”
D66 ziet onderwijs als dé sleutel tot kansengelijkheid en wil investeren in gelijke onderwijskansen, het halveren van laaggeletterdheid en het verkleinen van verschillen tussen scholen. De partij wil dat kinderen en jongeren meer tijd krijgen om hun talent te ontwikkelen en dat het onderwijs toegankelijk en inclusief is.
“In het Caribisch deel van het Koninkrijk investeren we in een groene economie, een thuis voor iedereen en onderwijs als de motor voor kansengelijkheid.”
“D66 doorbreekt dit. Dat doen we door te kiezen voor hoge verwachtingen, gelijke kansen en goede gebouwen om in te leren. Kinderen en jongeren krijgen meer tijd om hun talent te ontdekken, doordat we later selecteren en onderwijs op maat écht laten werken.”
“D66 wil het aantal laaggeletterde volwassenen in tien jaar halveren. Zo kunnen mensen zichzelf goed redden, krijgen ze meer zelfvertrouwen en kunnen ze beter meedoen.”
D66 wil eerlijke kansen op de arbeidsmarkt, gelijke beloning voor gelijk werk en het verkleinen van verschillen tussen werkenden. De partij pakt discriminatie bij werving en selectie aan, wil een wettelijke minimum stagevergoeding en meer ruimte voor zorgtaken.
“D66 staat voor eerlijke kansen op de werkvloer. Dat betekent: gelijke beloning voor gelijk werk. Maar óók ruimte voor zorgtaken en concrete verplichtingen voor bedrijven. D66 wil het ouderschapsverlof uitbreiden en een wettelijke minimum stagevergoeding voor iedereen.”
“D66 wil daarom de verschillen tussen deze groepen werkenden verkleinen en oneerlijke concurrentie voorkomen.”
D66 stelt kansengelijkheid centraal als toetssteen voor beleid en begroting, en wil dat de overheid actief stuurt op het verkleinen van ongelijkheid.
De Partij voor de Dieren (PvdD) ziet kansengelijkheid als een fundamenteel uitgangspunt voor een rechtvaardige samenleving en wil structurele ongelijkheid aanpakken via concrete maatregelen op het gebied van inkomen, werk, onderwijs en sociale zekerheid. De partij pleit voor gelijke beloning, het bestrijden van armoede (vooral onder kinderen), toegankelijke sociale zekerheid en onderwijs, en het wegnemen van belemmeringen voor mensen met een beperking. Hun visie is dat iedereen, ongeacht achtergrond of beperking, gelijke kansen en ondersteuning verdient om volwaardig mee te doen.
PvdD wil de loonkloof en ongelijkheid op de arbeidsmarkt aanpakken door gelijke beloning voor gelijk werk en het versterken van de positie van werknemers, inclusief uitzendkrachten en mensen met een beperking. Dit moet leiden tot eerlijke kansen op werk en inkomen voor iedereen.
“Gelijke functies verdienen gelijke beloning. We voeren een Wet Gelijke Beloning in waarmee de genderloonkloof verdwijnt. De bewijslast komt bij de werkgever te liggen. Bedrijven vanaf 100 werknemers moeten aantonen dat er geen loonkloof is.”
“Uitzendkrachten krijgen dezelfde arbeidsvoorwaarden als vaste werknemers en het uitzendbeding voor uitzendkrachten, waardoor bij ziekte het contract stopt, wordt verboden.”
“Mensen met een beperking krijgen recht op werk via sociale werkvoorzieningen met betekenisvol werk dicht bij huis, goede begeleiding en een volwaardig inkomen.”
De partij wil een sociale zekerheid die niet discrimineert, armoede structureel bestrijdt en autonomie bevordert. Dit betekent onder meer het afschaffen van belemmerende regels, het verhogen van uitkeringen en het toegankelijk maken van voorzieningen voor kwetsbare groepen.
“Sociale zekerheid moet simpel, rechtvaardig en menselijk zijn. Iedereen verdient een inkomen dat genoeg is om fatsoenlijk van te leven, zonder onnodige bureaucratie, wantrouwen of voorwaarden die de toegang belemmeren.”
“We maken uiteindelijk alle toeslagen overbodig. Ieder mens moet een voldoende hoog inkomen hebben om in de basisbehoeften te voorzien.”
“We halen het wantrouwen uit regels voor de sociale zekerheid. Mensen in hetzelfde huishouden hebben recht op dezelfde bijstandsuitkering als anderen, dus we schrappen de kostendelersnorm en partnertoets.”
“We bestrijden kinderarmoede radicaal. Geen kind gaat zonder ontbijt naar school. Iedere school krijgt toegang tot biologische, plantaardige schoolmaaltijden – gratis en toegankelijk voor alle kinderen.”
PvdD wil dat het onderwijs bijdraagt aan kansengelijkheid door het toegankelijk en inclusief te maken voor alle kinderen, ongeacht hun achtergrond of beperking. Extra ondersteuning en het tegengaan van uitsluiting zijn hierbij essentieel.
“De wildgroei aan bijlesbureaus roepen we een halt toe. Onderwijsondersteuning wordt voortaan via scholen georganiseerd en is toegankelijk en gratis voor alle middelbareschoolleerlingen.”
“Er wordt geld en expertise vrijgemaakt om onderwijsfaciliteiten écht toegankelijk en inclusief te maken.”
De partij erkent dat gelijke kansen soms ongelijk investeren vereist, vooral voor kwetsbare groepen zoals kinderen. Dit betekent gerichte investeringen in onderwijs, huisvesting, inkomen en leefomgeving.
“Als we dit willen veranderen, moeten we ongelijk durven investeren. We zetten vol in op de meest kwetsbare groepen, zoals kinderen, en investeren in onderwijs, in huisvesting, in inkomen en in een groene, veilige en gezonde leefomgeving.”
PvdD wil dat sancties en regels rechtvaardig uitpakken en niet leiden tot extra ongelijkheid. Daarom worden boetes inkomensafhankelijk en wordt discriminatie op de arbeidsmarkt en woningmarkt actief bestreden.
De VVD ziet kansengelijkheid vooral als het stimuleren van economische zelfstandigheid door werk, taalvaardigheid en het verminderen van bureaucratische belemmeringen. De partij wil dat iedereen, ongeacht achtergrond, actief meedoet op de arbeidsmarkt en dat werken altijd loont, met speciale aandacht voor vrouwen, statushouders en ondervertegenwoordigde groepen. Concrete voorstellen zijn onder meer het aanscherpen van taaleisen, het stimuleren van arbeidsparticipatie en het bevorderen van gelijke kansen voor vrouwen en mannen op de arbeidsmarkt.
De VVD beschouwt werk als de sleutel tot kansengelijkheid en integratie. Door het stimuleren van arbeidsparticipatie, het aanscherpen van taaleisen en het bieden van ondersteuning aan specifieke groepen zoals vrouwen en statushouders, wil de partij gelijke kansen op economische zelfstandigheid bevorderen. Dit beleid richt zich op het wegnemen van belemmeringen voor deelname aan de arbeidsmarkt en het tegengaan van afhankelijkheid van uitkeringen.
“De VVD wil dat vrouwen altijd zelfstandig met de gemeente kunnen spreken over werk, inkomen en schulden, zonder tussenkomst van man, familie of gemeenschap. Vaak wordt alleen de man van een statushoudergezin door de gemeente uitgenodigd om te solliciteren. Het moet landelijk de norm worden dat gemeenten vrouwen ook aan het werk helpen, als het gezin gebruik maakt van een uitkering.”
“Integreren doe je het beste op de werkvloer. Werk is het allerbelangrijkste instrument om integratie voor elkaar te krijgen en te voorkomen dat mensen afglijden in de criminaliteit of het fundamentalisme.”
“Statushouders aan het werk, niet aan de kant: Integreren is meedoen. De VVD wil dat elke statushouder direct bij het krijgen van huisvesting een leerwerkplek of startbaan krijgt aangeboden en accepteert, in plaats van direct een uitkering.”
“Geen Nederlands, geen bijstand: Het is cruciaal om de taaleis in de bijstand te behouden en deze aan te scherpen. We korten mensen op de uitkering die geen Nederlands spreken en dit niet willen leren.”
“Door het talent van ondervertegenwoordigde groepen in te zetten, vergroten we niet alleen kansen, maar ook de economische slagkracht van Nederland.”
“Dit geeft gezinnen meer regie over de balans tussen werk en zorg, vermindert regeldruk voor werkgevers en bevordert gelijke kansen voor vrouwen en mannen op de arbeidsmarkt.”
De VVD wil kansengelijkheid bevorderen door ervoor te zorgen dat werken financieel aantrekkelijker is dan het ontvangen van een uitkering. Door het beperken van stapeling van toeslagen, het invoeren van een uitkeringsplafond en het hervormen van lokale regelingen, wil de partij prikkels versterken om te gaan werken en zo gelijke kansen op economische vooruitgang creëren.
“Het mag niet meer gebeuren dat iemand door een stapeling van uitkeringen en toeslagen meer te besteden heeft dan iemand die hard werkt om rond te komen. We voeren een plafond in op de totale steun die één huishouden kan ontvangen.”
“We hervormen deze lokale nivelleringsmachine door meer landelijke voorwaarden te stellen en regelingen waar nodig in te perken of landelijk te organiseren, zodat we ook bureaucratie verminderen.”
“Wie werkt, moet kunnen groeien en vooruitkomen.”
De VVD wil kansengelijkheid vergroten door onderwijs en arbeidsmarkt beter op elkaar te laten aansluiten. Door het stimuleren van kansrijke opleidingen en het invoeren van een skills-paspoort, krijgen mensen zonder diploma ook de kans om hun talenten te laten zien en te benutten.
“We stimuleren hogescholen en universiteiten om op te leiden voor de arbeidsmarktbehoefte en laten een deel van de bekostiging afhangen van het baanperspectief van afgestudeerde studenten.”
“Daarnaast voeren we in samenwerking met de private sector een skills-paspoort in, waarmee mensen kunnen laten zien wat ze kunnen. Ook als ze geen diploma hebben. Zo zorgen we dat ieder talent een plek krijgt, de economie groeit en er ruimte komt voor starters op de arbeidsmarkt.”
BIJ1 ziet kansengelijkheid als het recht op gelijke uitkomsten voor iedereen, ongeacht achtergrond, inkomen of beperking. Ze pleiten voor structurele maatregelen in onderwijs, werk en sociale zekerheid om systematische ongelijkheid te doorbreken, zoals gratis onderwijs, gelijke lonen en toegankelijke voorzieningen. Hun visie is radicaal: niet alleen gelijke kansen, maar ook gelijke resultaten moeten worden gegarandeerd.
BIJ1 verwerpt het idee van alleen gelijke kansen en eist gelijke uitkomsten in het onderwijs, zodat afkomst of sociaaleconomische status geen invloed meer heeft op iemands ontwikkeling. Ze willen structurele investeringen en een inclusieve, veilige leeromgeving om bestaande ongelijkheid te doorbreken.
“Wij zetten niet in op gelijke kansen - wij eisen de kans op een gelijke uitkomst op voor iedereen. Wat je achtergrond ook is.”
“Het mag niet uitmaken wie je bent, waar je vandaan komt, of wat het inkomen of de achtergrond van je ouders is: ieder mens moet zich kunnen ontwikkelen, op jonge én latere leeftijd.”
BIJ1 wil structurele ongelijkheid op de arbeidsmarkt aanpakken door gelijke lonen, afschaffing van het jeugdloon, bescherming tegen discriminatie en gelijke rechten voor arbeidsmigranten en mensen met een handicap. Dit moet ervoor zorgen dat iedereen, ongeacht achtergrond of beperking, eerlijke kansen en uitkomsten krijgt op werk en inkomen.
“Het minimumloon verhogen we direct naar €19 per uur. Met een gelijke verhoging van de AOW (pensioen) en de bijstandsuitkering. Het minimumjeugdloon schaffen we af en trekken we gelijk met het minimumloon voor volwassenen.”
“De Inspectie SZW inspecteert proactief op discriminatie op de werkvloer. Bedrijven die zich schuldig maken aan discriminatie krijgen strengere sancties.”
“Arbeidsmigranten en ongedocumenteerde mensen verdienen dezelfde rechten als elke andere werknemer.”
“We werken aan toegankelijke werkplekken. Dit doen we door onder andere het recht op thuiswerk vast te leggen en meer (onafhankelijke) ondersteuning op de werkvloer.”
BIJ1 wil dat sociale voorzieningen, uitkeringen en basisrechten zoals wonen, zorg en onderwijs voor iedereen toegankelijk zijn, ongeacht inkomen, achtergrond of beperking. Ze pleiten voor het afschaffen van tegenprestaties en sancties in de bijstand en het gelijk trekken van regelingen in alle gemeenten.
“Regelingen die inkomens ondersteunen trekken we gelijk in alle gemeenten.”
“Tegenprestaties en sancties voor mensen in de bijstand schaffen we af.”
“Het recht op een huis, voeding, energie en gezondheidszorg herformuleren we verankerd in de Grondwet.”
“Gemeentebeleid dat mensen met een handicap raakt wordt landelijk vastgelegd. Zo kunnen mensen in elke gemeente aanspraak maken op dezelfde passende voorzieningen, onder dezelfde voorwaarden.”
BVNL ziet kansengelijkheid vooral als het wegnemen van belemmeringen voor arbeidsdeelname en het belonen van inzet, waarbij werken aantrekkelijker moet zijn dan een uitkering. De partij wil participatieongelijkheid op de arbeidsmarkt opheffen door financiële prikkels, hogere minimumlonen voor jongeren, en strengere eisen aan uitkeringsgerechtigden en nieuwkomers. BVNL gelooft niet in overheidssturing op uitkomsten, maar in het stimuleren van individuele verantwoordelijkheid en het verkleinen van afhankelijkheid van de staat.
BVNL richt zich op het vergroten van kansengelijkheid door het stimuleren van arbeidsdeelname, vooral onder groepen die nu niet participeren. De partij wil financiële prikkels inzetten, zoals het verhogen van het minimumjeugdloon en het verlagen van werkgeverslasten, en stelt strengere eisen aan uitkeringsgerechtigden en nieuwkomers. Het doel is dat werken altijd aantrekkelijker is dan een uitkering, zodat iedereen gelijke kansen krijgt om deel te nemen aan de samenleving via werk.
“De participatieongelijkheid moet worden opgeheven.”
“Het minimumjeugdloon gaat fors omhoog en stopt bij 18 jaar. Voor mensen die 18 jaar of ouder zijn geldt het gewone minimumloon.”
“Werken moet lonen en moet meer opleveren dan niets doen. Het verschil tussen een uitkering en werk moet daarom worden vergroot en de armoedeval moet worden opgeheven.”
“Mensen die wél kunnen, maar niet willen werken worden gekort op hun bijstandsuitkering en op toeslagen (zoals huur- en zorgtoeslag).”
“Nieuwkomers hebben pas na 10 jaar arbeidsverleden recht op een bijstandsuitkering.”
“Geen Nederlands willen leren spreken betekent geen bijstandsuitkering. Voor sociale voorzieningen wordt een minimaal niveau van beheersing van de Nederlandse taal vereist.”
BVNL ziet afhankelijkheid van de verzorgingsstaat als een belemmering voor kansengelijkheid en individuele waardigheid. De partij wil mensen stimuleren het beste uit zichzelf te halen door minder afhankelijkheid van uitkeringen en meer nadruk op eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid.
“De verzorgingsstaat is een hangmat geworden waarin mensen in slaap sukkelen en hun waardigheid verliezen, in plaats van dat mensen gestimuleerd worden het beste uit zichzelf te halen.”
“Afhankelijkheid van de Staat is geen zegen, maar een virtuele gevangenis.”
“De praktijk van het automatisch toekennen van uitkeringen aan jongeren met een handicap na hun opleiding dient te worden beëindigd. In plaats daarvan komen er arbeidsmarktgerichte programma’s die de individuele sterke punten benadrukken om zelfredzaamheid te bevorderen en afhankelijkheid te voorkomen.”
Volt ziet kansengelijkheid als een kernwaarde en wil deze bevorderen door structurele hervormingen in onderwijs, inkomen en discriminatiebestrijding. De partij stelt een basisinkomen voor, investeert in toegankelijk onderwijs en wil discriminatie actief bestrijden om gelijke kansen voor iedereen te waarborgen. Concrete maatregelen zijn onder andere het afschaffen van het toeslagenstelsel, gratis kinderopvang en een minister voor Discriminatiebestrijding.
Volt wil een basisinkomen invoeren om financiële ongelijkheid te verkleinen en iedereen een eerlijke start te geven, ongeacht achtergrond of inkomen. Dit moet het huidige complexe toeslagenstelsel vervangen en zorgen voor bestaanszekerheid, waardoor kansengelijkheid wordt bevorderd.
“Er komt een maandelijks basisinkomen dat alle toeslagen vervangt. Dit bestaat uit een vaste basisuitkering per huishouden. Boven op die basis wordt er per volwassene en per kind extra geld uitgekeerd. Ook alleenstaande ouders ontvangen extra geld boven op de basisuitkering.”
“Dat start met een basisinkomen. Dat geeft financiële rust en voorkomt schulden. Iedereen krijgt een basis waarmee je vooruit kan. Het zorgt voor goede startkansen voor jonge mensen en geeft iedereen de vrijheid om de juiste keuzes te maken in het leven.”
Volt ziet gelijke toegang tot onderwijs als essentieel voor kansengelijkheid. Door te investeren in gratis kinderopvang, toegankelijke scholen en het verkleinen van regionale verschillen, wil Volt dat ieder kind zich kan ontwikkelen, ongeacht afkomst of inkomen.
“Ieder kind moet dezelfde kansen krijgen om talenten te ontwikkelen, ongeacht achtergrond of inkomen. Ook studeren moet voor iedereen toegankelijk zijn.”
“Gelijke kansen beginnen in de klas. Ieder kind moet zich kunnen ontwikkelen, ongeacht inkomen, afkomst of woonplaats. Maar niet iedereen start met dezelfde kansen. Toegang tot onderwijs en kinderopvang verschilt nog te vaak per regio of gezinssituatie.”
“We willen dat het mogelijk wordt dat de kinderopvang voor alle kinderen, ongeacht de werksituatie van de ouders, gratis wordt voor drie dagen per week.”
Volt erkent dat discriminatie een directe bedreiging vormt voor kansengelijkheid en stelt daarom concrete maatregelen voor, zoals een minister voor Discriminatiebestrijding en strengere handhaving tegen racisme en uitsluiting.
“Iedereen verdient gelijke kansen, ongeacht je gender, achtergrond, waar je in gelooft of wie je liefhebt. Toch worden mensen nog steeds ongelijk behandeld. Daarom komt er een minister voor Discriminatiebestrijding, Inclusie en Gelijkwaardigheid.”
“We gaan discriminatie op de arbeidsmarkt aanpakken en voeren de Wet Toezicht gelijke kansen in bij werving en selectie. Werkgevers worden verplicht transparant te zijn over hun aannamebeleid.”
Volt wil gelijke rechten en kansen voor minderheden en inwoners van het Caribisch deel van Nederland, zodat iedereen volwaardig kan deelnemen aan de samenleving.
“Mensen van kleur, lhbtqia+’ers, migranten, vluchtelingen en andere minderheden verdienen bescherming en gelijke kansen. Iedereen heeft recht op een veilige en waardige plek in onze samenleving.”
“We zetten ons in voor een toekomst waarin alle delen van ons Koninkrijk gelijkwaardig en toekomstbestendig zijn. We houden daarbij rekening met de eigenheid van alle delen van ons Koninkrijk en we zorgen voor eerlijke, sociale rechten, een goede infrastructuur en een volledige politieke vertegenwoordiging voor alle delen van ons Koninkrijk.”
GroenLinks-PvdA ziet kansengelijkheid als een kernwaarde en wil deze bevorderen door ongelijk te investeren voor gelijke kansen, vooral in het onderwijs en het sociaal vangnet. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals extra ondersteuning in kwetsbare wijken, één landelijke doorstroomtoets, brede brugklassen, en automatische inkomensondersteuning. Hun visie is dat niemand door armoede of afkomst mag worden buitengesloten van ontwikkelingskansen.
GroenLinks-PvdA erkent dat niet alle kinderen gelijke kansen hebben en wil dit actief corrigeren door meer middelen te investeren waar de achterstanden het grootst zijn. Het onderwijs moet de grote gelijkmaker zijn, met specifieke aandacht voor kwetsbare wijken en het tegengaan van achterstanden.
“Niet alle kinderen hebben gelijke kansen. Onderwijs zou de grote gelijkmaker moeten zijn. Dat stimuleren we door ongelijk te investeren voor gelijke kansen en leraren te helpen die lesgeven in de meest kwetsbare wijken.”
“Bijles gericht op tegengaan achterstanden. Soms is bijles nodig voor wat extra steun in een bepaald vak of vaardigheid. Dit moet toegankelijk zijn voor ieder kind.”
Om kansengelijkheid te bevorderen, wil de partij het onderwijsstelsel eerlijker maken door één landelijke doorstroomtoets in te voeren en brede brugklassen te stimuleren. Zo krijgen alle kinderen, ongeacht achtergrond, dezelfde kansen op een passende schoolloopbaan.
“We kiezen voor één landelijke doorstroomtoets, zodat alle kinderen op dezelfde manier worden getoetst.”
“We werken toe naar een systeem waar kinderen op hun eigen tempo en niveau kunnen doorstromen, met brede brugklassen.”
De partij wil een sociaal vangnet dat niet alleen beschermt, maar ook kansen biedt om vooruit te komen. Ze pleiten voor automatische inkomensondersteuning, het schrappen van belemmerende verplichtingen, en begeleiding naar werk of ontwikkeling, zodat niemand door omstandigheden wordt buitengesloten van kansen.
“We bouwen aan een sociaal vangnet dat niet alleen beschermt, maar ook kansen biedt, zodat mensen vooruit durven kijken en opnieuw mee kunnen doen, zonder de angst alles kwijt te raken.”
“Naast hogere uitkeringen worden mensen actief gewezen op andere inkomensondersteuning waar zij recht op hebben, die zoveel mogelijk automatisch wordt uitgekeerd.”
Kansengelijkheid betekent volgens GroenLinks-PvdA ook gelijke kansen op een gezond leven, ongeacht inkomen of woonplaats. De partij wil gezondheidsverschillen actief verkleinen door preventie en het aanpakken van de oorzaken van ongezonde levensomstandigheden.
“Iedereen moet de kans hebben om gezond te leven. Dat mag niet afhangen van je inkomen of waar je woont. We verkleinen gezondheidsverschillen en zetten in op preventie voor meer gezonde jaren.”
“Hoe armer je bent, hoe minder gezonde jaren je hebt en hoe korter je leeft. [...] We gaan er alles aan doen om deze kloof te dichten.”
NSC ziet kansengelijkheid vooral als het waarborgen van bestaanszekerheid door een eerlijk inkomen, toegankelijke sociale zekerheid en het tegengaan van structurele ongelijkheid op de arbeidsmarkt. De partij wil het minimumloon verhogen, vaste contracten weer de norm maken, het toeslagenstelsel vereenvoudigen en de toegang tot werk en inkomen voor kwetsbare groepen verbeteren. Hun visie is dat iedereen, ongeacht achtergrond of positie, volwaardig moet kunnen meedoen aan de samenleving.
NSC wil de inkomenspositie van lage en middeninkomens verbeteren door het minimumloon te verhogen en uitkeringen daaraan te koppelen. Dit moet ervoor zorgen dat werken loont en dat mensen niet afhankelijk zijn van toeslagen, wat de kansengelijkheid vergroot.
“Het wettelijk minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen moeten toereikend zijn om de dagelijkse kosten te kunnen betalen. We verhogen het minimumloon stapsgewijs naar € 18 en koppelen dit aan de uitkeringen.”
“Wie werkt, moet een eerlijk loon verdienen en niet afhankelijk zijn van toeslagen.”
Door vaste contracten weer de standaard te maken en flexibele arbeid te beperken, wil NSC de tweedeling op de arbeidsmarkt tegengaan en iedereen gelijke kansen op zekerheid en bescherming bieden.
“Een vast contract moet de norm zijn. Een vast contract biedt zekerheid op werk en inkomen en een betere toegang tot sociale regelingen.”
“Normale dienstverbanden de norm worden. Uitzendarbeid is uitsluitend om ‘piekte en ziekte’ op te vangen en zelfstandigen krijgen duidelijkheid over de kaders waarbinnen zij kunnen ondernemen.”
NSC streeft naar een eenvoudiger en transparanter sociaal zekerheidsstelsel, zodat iedereen gelijke toegang heeft tot ondersteuning en niet wordt uitgesloten door complexe regels of lokale verschillen.
“We kiezen voor een sterk vereenvoudigd stelsel voor de sociale zekerheid. Ons nieuwe stelsel is gebouwd op vijf principes: zekerheid voor iedereen, eenvoud en transparantie, de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten, motiverend om bij te dragen en weerbare gezinnen.”
“Nu is er per gemeente nog een woud aan lokale regelingen, die ook nog eens per gemeente verschillen. Dat moet minder en eenvoudiger.”
NSC wil de arbeidsmarkt toegankelijker maken voor mensen met een beperking of afstand tot werk, door extra ondersteuning en het creëren van meer beschutte werkplekken.
“Er komt een nieuw aanvalsplan om arbeidsplaatsen te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt om zo hun talenten beter te benutten. Het moet voor werkgevers veel aantrekkelijker en eenvoudiger worden om mensen uit deze doelgroep in dienst te nemen (door omscholing, no riskpolis, loonkostensubsidie, jobcoaching).”
“Het aantal beschutte plaatsen in de sociale werkvoorziening wordt uitgebreid.”
De SP ziet kansengelijkheid als een kernwaarde en wil deze realiseren door actief discriminatie te bestrijden, gelijke beloning voor gelijk werk te garanderen en publieke voorzieningen toegankelijk te maken voor iedereen. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals het aanpakken van discriminatie op de arbeidsmarkt en woningmarkt, het afschaffen van het minimumjeugdloon, en het investeren in gelijke woonkansen in alle regio’s. Hun visie is dat sociale rechtvaardigheid en het verkleinen van ongelijkheid essentieel zijn voor een eerlijke samenleving waarin iedereen dezelfde kansen krijgt, ongeacht achtergrond.
De SP wil kansengelijkheid bevorderen door discriminatie op de arbeidsmarkt, woningmarkt, in het onderwijs en andere domeinen krachtig aan te pakken. Dit gebeurt via bewustwording, strengere inspecties en het sanctioneren van discriminerende bedrijven. Het doel is dat afkomst, geslacht of herkomst geen belemmering vormen voor gelijke kansen.
“We maken werk van de aanpak van alle vormen van discriminatie op de arbeidsmarkt, woningmarkt, onderwijs en andere plekken. Door bewustwording kunnen we een deel voorkomen en door sterkere inspecties met handhavingsbevoegdheden willen we overtredingen aanpakken.”
“We benoemen en veroordelen bedrijven die aantoonbaar discrimineren. Zij verliezen bovendien subsidies en komen niet meer in aanmerking voor overheidsopdrachten.”
“Elke regio verdient gelijke woonkansen. In iedere regio een gelijke kans op een woning. Iedereen in Nederland moet kunnen rekenen op goede voorzieningen en bereikbaarheid, waar je ook woont.”
De SP wil dat mensen met dezelfde functie en werkzaamheden, ongeacht leeftijd, geslacht of afkomst, hetzelfde loon ontvangen. Dit betekent het afschaffen van het minimumjeugdloon voor volwassenen, het verhogen van lonen voor jongeren, en het tegengaan van loonverschillen op basis van herkomst.
“Recht op gelijk loon voor gelijk werk. Dat betekent dat er een gelijke beloning voor het werk van mannen en vrouwen moet zijn. Maar het betekent ook dat mensen die niet in Nederland zijn geboren niet minder betaald mogen worden of onder slechtere arbeids en leefomstandigheden moeten werken.”
“Het minimumjeugdloon op de schop. Gelijk werk verdient gelijk loon, daarom schaffen we het minimumjeugdloon voor volwassenen vanaf 18 jaar af. De lonen voor jongeren stijgen naar verhouding mee per leeftijdsgroep, waardoor een vijftienjarige nooit minder dan driekwart van het minimumloon verdient.”
“Er moet geen onderscheid zijn tussen het loon van mensen met verschillende achtergronden die hetzelfde werk doen.”
De SP wil kansengelijkheid vergroten door basisvoorzieningen zoals openbaar vervoer, zorg en onderwijs voor iedereen toegankelijk en betaalbaar te maken. Dit moet voorkomen dat sociaaleconomische achtergrond bepaalt wie kan deelnemen aan de samenleving.
“Gratis openbaar vervoer. Openbaar vervoer wordt weer écht openbaar: collectief geregeld, toegankelijk voor iedereen en altijd dichtbij. Met vrij toegankelijk openbaar vervoer voorkomen we eenzaamheid, armoede, sociale uitsluiting, vergroten we baankansen en verlagen we de kosten voor ons allemaal.”
Om segregatie en tweedeling tegen te gaan, wil de SP gemengde scholen en buurten stimuleren. Dit moet voorkomen dat kansengelijkheid wordt ondermijnd door sociaaleconomische of etnische scheidslijnen.
“Bevorderen van gemengde scholen en buurten. We bestrijden de tweedeling en segregatie op school en in de buurt, bijvoorbeeld door woningen te bouwen in verschillende prijsklassen. In rijkere gemeenten en buurten wordt ook voldoende ruimte gemaakt voor de huisvesting van nieuwkomers.”
50PLUS richt zich op het bevorderen van kansengelijkheid voor ouderen, met name op de arbeidsmarkt en in het onderwijs, door leeftijdsdiscriminatie tegen te gaan en gelijke toegang tot scholing en werk te stimuleren. De partij pleit voor concrete maatregelen zoals financiële stimulansen voor werkgevers om ouderen aan te nemen, speciale scholingsprogramma’s voor oudere werknemers, en het voorkomen van leeftijdsdiscriminatie in belasting- en inkomensbeleid. Hun visie is dat ervaring en inzet van ouderen gewaardeerd moeten worden en dat iedereen, ongeacht leeftijd, eerlijke kansen verdient op werk, inkomen en ontwikkeling.
50PLUS ziet leeftijdsdiscriminatie als een belangrijk obstakel voor kansengelijkheid van ouderen en wil deze actief bestrijden. Door financiële prikkels voor werkgevers en scholingsprogramma’s voor oudere werknemers wil de partij de arbeidsmarktpositie van 50-plussers versterken en hun kansen vergroten.
“Leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt is onlogisch, oneconomisch en verwerpelijk.”
“Bedrijven worden financieel gestimuleerd om ouderen in dienst te nemen, bijvoorbeeld door belastingvoordelen of subsidies voor de aanpassing van werkplekken.”
“Speciale scholingsprogramma’s voor oudere werknemers om hun vaardigheden up-to-date te houden en kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.”
50PLUS wil dat ouderen niet langer financieel benadeeld worden vanwege hun leeftijd en streeft naar een belastingsysteem zonder leeftijdsdiscriminatie. Dit draagt bij aan kansengelijkheid door gelijke financiële behandeling te waarborgen.
De partij vindt dat ook ouderen gelijke kansen moeten krijgen om zich te blijven ontwikkelen, onder meer via een Nationaal Programma Leven Lang Leren en lokale leerpunten. Dit vergroot hun zelfredzaamheid en betrokkenheid in de samenleving.
“Een Nationaal Programma Leven Lang Leren, met betaalbare en laagdrempelige scholing, digitale vaardigheidstraining en culturele vorming voor ouderen.”
“Lokale leerpunten in bibliotheken, buurthuizen en seniorenverenigingen waar ouderen terecht kunnen om te oefenen met taal, rekenen en digitale toepassingen.”
Forum voor Democratie (FVD) verwerpt het idee van kansengelijkheid als sturend beleidsdoel en pleit in plaats daarvan voor individuele vrijheid, keuzevrijheid en het belonen van ambitie en talent. FVD is tegen beleid dat inkomens of vermogens kunstmatig gelijk wil trekken, diversiteitsbeleid, of nivellering in het onderwijs, en kiest voor differentiatie, meritocratie en het stimuleren van eigen verantwoordelijkheid.
FVD vindt dat kansengelijkheid niet bereikt moet worden door inkomens of vermogens gelijk te trekken, maar door het stimuleren van ondernemerschap en het belonen van inzet. Zij zien nivellering als schadelijk voor motivatie en economische groei.
“Belastingen dienen enkel om met een goed functionerende, slanke overheid specifieke publieke taken te financieren – niet om inkomens of vermogens kunstmatig gelijk te trekken.”
“Ondernemen, investeren en sparen moeten worden gestimuleerd in plaats van ontmoedigd. Dat is goed voor de economie, maar ook voor de sociale samenhang: burgers die de vruchten van hun eigen werk mogen plukken, voelen zich gezien en gerespecteerd.”
FVD verwerpt actief beleid gericht op het bevorderen van kansengelijkheid via diversiteitsbeleid, quota of verplichte trainingen. Zij stellen dat kwaliteit en geschiktheid leidend moeten zijn, niet groepskenmerken.
“We stoppen met quota, (semi-)verplichte trainingen en diversiteitsbeleid bij de overheid en (semi-)publieke instellingen, zodat kwaliteit en geschiktheid weer leidend worden.”
FVD is tegen het gelijktrekken van onderwijskansen via middenschool-experimenten of nivellering. In plaats daarvan willen zij differentiatie naar niveau behouden en meer ruimte geven aan talent en excellerende leerlingen.
“Socialistische middenschool-experimenten wijzen wij af, en categorale gymnasia worden beschermd.”
“We willen dan ook meer aandacht en ruimte voor talent en excellerende kinderen om hun eigen (versnelde of intensievere) leerpad te volgen.”
“We behouden differentiatie naar niveau, wijzen socialistische middenschool-experimenten af en beschermen categorale gymnasia, zodat kwaliteit en ambitie niet worden uitgevlakt.”
FVD benadrukt het belang van individuele keuzevrijheid en zelfredzaamheid boven het streven naar gelijke uitkomsten. Zij zien overheidsbeleid gericht op kansengelijkheid als betuttelend en beperkend.
“Voor ons is de mens in beginsel zelfredzaam. We zijn optimistisch ten aanzien van het vermogen van verreweg de meesten om iets van hun leven te maken, om op te komen voor hun eigen belangen en hun dromen te realiseren. Laat de mensen dus veel meer vrij, is ons devies.”
BBB benadrukt kansengelijkheid vooral als gelijke toegang tot basisvoorzieningen zoals onderwijs, zorg, vervoer en werk, ongeacht woonplaats of achtergrond. De partij wil bureaucratie verminderen, het belasting- en toeslagenstelsel vereenvoudigen en investeren in een arbeidsmarkt en innovatie die kansen biedt aan iedereen. Concrete voorstellen zijn onder meer het afschaffen van inkomensafhankelijke toeslagen, het waarderen van alle vormen van arbeid, en het bevorderen van gelijke kansen via innovatie.
BBB vindt dat iedereen, ongeacht regio of achtergrond, gelijke kansen moet hebben op onderwijs, zorg, vervoer en veiligheid. Kansengelijkheid wordt vooral gezien als het wegnemen van verschillen die ontstaan door postcode of opleidingsniveau, en het bieden van eerlijke toegang tot maatschappelijke voorzieningen.
“Of je nu in Groningen woont of in Gouda, op het platteland of drie hoog achter iedereen verdient dezelfde kansen. Gelijke toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, vervoer en veiligheid mag geen kwestie van postcode zijn.”
BBB stelt dat het huidige stelsel mensen belemmert in hun kansen door complexiteit en afhankelijkheid van toeslagen. Door het systeem te vereenvoudigen en inkomensafhankelijke toeslagen af te schaffen, wil BBB meer duidelijkheid en grip op inkomen bieden, wat volgens hen bijdraagt aan kansengelijkheid.
“Wij streven naar een stelsel zonder inkomensafhankelijke toeslagen. In plaats daarvan willen we werken met vaste, begrijpelijke bedragen en een hoge belastingvrije voet in plaats van heffingskortingen, zodat mensen zelf grip hebben op hun inkomen.”
BBB wil een arbeidsmarkt die brede participatie en waardering voor alle vormen van arbeid stimuleert, zodat iedereen de kans krijgt om mee te doen en bestaanszekerheid te bereiken. Dit moet leiden tot meer kansengelijkheid, ongeacht opleidingsniveau of type werk.
BBB ziet innovatie en digitalisering als middelen om kansengelijkheid te bevorderen, mits er actief gestuurd wordt op brede toegankelijkheid en gelijke kansen voor bedrijven, kennisinstellingen en burgers.
“Digitalisering en technologische innovatie bieden immense kansen voor economische groei, inclusie en het creëren van nieuwe banen. Om deze potentie volledig te benutten, is actieve sturing op brede toegankelijkheid en gelijke kansen essentieel.”
“Kansengelijkheid door innovatie. Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen krijgen voorrang bij aanbestedingen van de overheid.”
DENK ziet kansengelijkheid als een kernwaarde en richt zich op het bestrijden van structurele ongelijkheid, vooral op het gebied van onderwijs, arbeidsmarkt en het slavernijverleden. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals investeren in onderwijs, het aanpakken van stagediscriminatie, het dichten van de loonkloof en herstelbetalingen gericht op kansengelijkheid. DENK koppelt kansengelijkheid direct aan het uitbannen van discriminatie en het vergroten van gelijke kansen voor iedereen, ongeacht afkomst of achtergrond.
DENK beschouwt onderwijs als de belangrijkste motor voor kansengelijkheid en wil investeren in scholen, leraren en het tegengaan van vroege selectie. Hiermee wil de partij garanderen dat ieder kind gelijke kansen krijgt, ongeacht achtergrond of financiële situatie.
“DENK wil dat het Nederlandse onderwijs van de hoogste kwaliteit is, zodat iedere jongere zichzelf volop kan ontwikkelen. Door te investeren in onze scholen en onze leraren, willen wij dat het onderwijs een emancipatiemachine is die garandeert dat ieder kind gelijke kansen heeft.”
“DENK kiest voor onderwijs waarin kansengelijkheid, diversiteit en sociale veiligheid zijn verankerd.”
“Investeren in brede brugklassen om vroege selectie tegen te gaan.”
DENK wil kansengelijkheid op de arbeidsmarkt bevorderen door discriminatie en ongelijke beloning hard aan te pakken. De partij stelt wettelijke maatregelen voor om de loonkloof te dichten en stagediscriminatie te bestrijden.
“Wij willen dat de loonkloof wordt gedicht. Wij gaan wettelijk borgen dat het verschil in beloning tussen mannen en vrouwen, en tussen mensen met en zonder een migratieachtergrond, wordt opgeheven.”
“Stagediscriminatie keihard aanpakken, met mysteryguest onderzoeken, sancties voor bedrijven en naming & shaming bij bewezen discriminatie.”
DENK verbindt het vergroten van kansengelijkheid expliciet aan herstelmaatregelen voor het slavernijverleden. De partij wil een fonds voor herstelbetalingen dat specifiek is gericht op het vergroten van kansengelijkheid in de samenleving.
“In samenwerking met maatschappelijke organisaties stelt de overheid een fonds voor herstelbetalingen voor het slavernijverleden ter beschikking, gericht op het vergroten van de kansengelijkheid in de samenleving.”
De ChristenUnie ziet kansengelijkheid als het creëren van eerlijke kansen voor iedereen, vooral door het aanpakken van armoede, het vereenvoudigen van sociale zekerheid en het investeren in gelijke kansen in het onderwijs. Ze willen concrete belemmeringen zoals de kostendelersnorm afschaffen, het toeslagenstelsel vervangen en extra investeren in scholen met veel achterstanden. Hun visie is dat een rechtvaardige samenleving vraagt om structurele maatregelen die kwetsbare groepen daadwerkelijk vooruithelpen.
De ChristenUnie wil de kostendelersnorm in de Participatiewet afschaffen voor mensen die onderdak bieden aan anderen, omdat deze norm het delen van woonruimte en het zorgen voor elkaar financieel bestraft. Dit moet niet alleen solidariteit bevorderen, maar ook direct bijdragen aan het vergroten van kansen voor mensen in woonnood.
“We schaffen de kostendelersnorm in de Participatiewet af voor mensen die tijdelijk of structureel onderdak bieden aan iemand in nood of bereid zijn om hun woning te delen met iemand anders.”
“Maar wie dat doet, wordt nu financieel gestraft via de kostendelersnorm: hoe meer mensen in één huis wonen, hoe lager de uitkering per persoon. Dat is niet rechtvaardig.”
De partij pleit voor een eenvoudiger en menselijker sociaal zekerheidsstelsel, zodat kwetsbare mensen niet verdwalen in bureaucratie en inkomensonzekerheid. Door het toeslagenstelsel te vervangen en inkomensondersteuning te vereenvoudigen, wil de ChristenUnie de kansen voor mensen met lage inkomens vergroten.
“We willen een eenvoudiger systeem voor inkomen en toeslagen waarbij mensen van tevoren duidelijkheid hebben over hun inkomen. Daarom vervangen we de toeslagen door slimmere alternatieven.”
“Naar een sociale zekerheid gebaseerd op een realistisch mensbeeld, waarin niet wantrouwen, maar vertrouwen centraal staat.”
De ChristenUnie erkent dat kansengelijkheid begint bij het onderwijs en wil daarom gericht extra middelen inzetten voor scholen met veel achterstanden. Dit moet ervoor zorgen dat kinderen, ongeacht hun achtergrond, gelijke kansen krijgen om zich te ontwikkelen.
“Voor het creëren van gelijke kansen is het belangrijk om gericht te investeren. Via de bekostiging en het onderwijsachterstandenbeleid blijven we extra middelen vrijmaken voor scholen waar veel uitdagingen en achterstanden zijn.”
De SGP erkent verschillen tussen mensen en wijst het idee van absolute kansengelijkheid af, waarbij het gelijkheidsbeginsel niet als keurslijf mag dienen. Hun beleid richt zich op het waarborgen van een fatsoenlijk bestaansminimum en het beschermen van kwetsbare groepen, maar altijd met oog voor individuele verantwoordelijkheid en verschillen in situatie. Concrete voorstellen zijn gericht op het verbeteren van bestaanszekerheid en het tegengaan van armoede, zonder te streven naar volledige gelijkschakeling.
De SGP benadrukt dat mensen gelijkwaardig zijn, maar dat verschillen tussen mensen en situaties niet moeten worden weggepoetst. Het gelijkheidsbeginsel mag geen dogma zijn; de overheid moet publieke gerechtigheid nastreven in plaats van absolute kansengelijkheid. Dit betekent dat beleid rekening houdt met verschillen en niet iedereen gelijk behandelt als dat onrechtvaardig zou uitpakken.
“Een belangrijk uitgangspunt is de gelijkwaardigheid van ieder mens voor God, ongeacht achtergrond en overtuiging. Tegelijk is er oog voor de verscheidenheid onder mensen en voor fundamentele verschillen in situaties. Die poetsen we niet weg. Het gelijkheidsbeginsel mag geen keurslijf worden.”
“Eenzijdige fixatie op discriminatie en gelijke behandeling kan andere grondrechten onder druk zetten, zoals de vrijheid om zich als burgers te verenigen, zich uit te spreken en het geloof te belijden.”
De SGP wil kansengelijkheid niet forceren, maar wel zorgen voor een fatsoenlijk bestaansminimum en het tegengaan van kinderarmoede. Dit moet kwetsbare groepen beschermen en iedereen een eerlijke kans geven op een menswaardig bestaan, zonder dat dit leidt tot volledige gelijkschakeling.
De SGP wijst het gebruik van quota of positieve discriminatie af en kiest voor selectie op basis van geschiktheid, niet op basis van groepskenmerken. Dit standpunt is ingegeven door het streven naar rechtvaardigheid en het vermijden van kunstmatige gelijkheid.
“Voor het vervullen van topfuncties hanteert de overheid geen quota voor bepaalde doelgroepen. Ook in het bedrijfsleven wordt gewoon de beste kandidaat gekozen.”
Het CDA benadrukt het belang van kansengelijkheid door het verkleinen van sociaaleconomische verschillen, het tegengaan van discriminatie en het creëren van gelijkwaardige kansen op het gebied van werk, onderwijs en zorg. Concreet stelt het CDA voor om financiële kindregelingen te vereenvoudigen, sociaaleconomische verschillen in onderwijs en zorg te verkleinen, en de arbeidsmarkt toegankelijker te maken voor mensen met een afstand tot werk. Hun visie is dat iedereen, ongeacht achtergrond, recht heeft op gelijke kansen om mee te doen in de samenleving.
Het CDA erkent dat sociaaleconomische verschillen grote effecten hebben op kansen in onderwijs en zorg en wil deze actief verkleinen. Dit moet leiden tot een samenleving waarin iedereen, ongeacht afkomst of achtergrond, gelijke kansen krijgt.
“We maken werk van het verkleinen van sociaaleconomische verschillen die grote effecten hebben in de zorg en in het onderwijs.”
Door het samenvoegen en verhogen van kindregelingen wil het CDA gezinnen ondersteunen en zo de basis leggen voor gelijke kansen voor kinderen, ongeacht hun sociaaleconomische situatie.
“We vereenvoudigen en verhogen de financiële kindregelingen door de kinderbijslag en het kindgebondenbudget samen te voegen in één regeling met een hoger vast en een lager variabel deel.”
Het CDA wil de arbeidsmarkt zo inrichten dat iedereen, ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, gelijke kansen krijgt op werk en bestaanszekerheid. Dit betreft onder meer het afschaffen van tweedeling op de arbeidsmarkt en het bevorderen van toegang tot werk, huisvesting, zorg en onderwijs.
“In een fatsoenlijk land staan we geen tweedeling toe tussen mensen voor wie de arbeidsmarkt kansen en zekerheid biedt, en mensen die telkens aan het kortste eind trekken. Bestaanszekerheid gaat niet alleen over inkomen, maar ook over gelijkwaardige kansen, huisvesting, toegang tot zorg en onderwijs.”
Het CDA ziet het bestrijden van discriminatie als essentieel voor kansengelijkheid en wil hard optreden tegen elke vorm van uitsluiting, zodat iedereen gelijke kansen krijgt ongeacht afkomst, religie of andere kenmerken.
“We hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om uitsluiting tegen te gaan en discriminatie hard te bestrijden. Discriminatie ondermijnt niet alleen de waardigheid van mensen, maar ook de samenhang in onze samenleving.”
JA21 ziet kansengelijkheid vooral als het bieden van een activerend sociaal vangnet en het stimuleren van zelfstandigheid, waarbij werken altijd meer moet opleveren dan niet werken. De partij wil bureaucratie verminderen, uitkeringen koppelen aan een inspanningsverplichting, en werkgevers stimuleren om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt aan te nemen. Kansengelijkheid wordt niet expliciet als doel genoemd, maar is impliciet aanwezig in voorstellen om iedereen te activeren en afhankelijkheid van de overheid te verminderen.
JA21 vindt dat het sociale vangnet mensen moet activeren om weer zelfstandig te worden, in plaats van hen langdurig afhankelijk te houden. Dit moet kansengelijkheid bevorderen door iedereen te stimuleren om (weer) deel te nemen aan de arbeidsmarkt en zelfstandig in het eigen inkomen te voorzien.
JA21 wil werkgevers meer ruimte geven om mensen met een beperking of afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Dit draagt bij aan kansengelijkheid door ook kwetsbare groepen betere toegang tot werk te geven.
“Werkgevers meer ruimte geven om mensen met een beperking of afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen.”
De PVV stelt kansengelijkheid centraal als het recht van Nederlanders op gelijke toegang tot voorzieningen zoals woningen en banen, zonder positieve discriminatie op basis van afkomst, geslacht of herkomst. Hun belangrijkste voorstellen zijn het afschaffen van voorrang voor statushouders bij sociale huurwoningen en het benoemen en belonen van mensen in de (semi-)publieke sector uitsluitend op basis van inhoudelijke kwaliteiten. De kern van hun visie is dat gelijke kansen vooral gelden voor Nederlanders, waarbij maatregelen tegen positieve discriminatie en voorkeursbehandeling voor migranten centraal staan.
De PVV beschouwt het geven van voorrang aan statushouders bij sociale huurwoningen als een vorm van discriminatie tegenover Nederlanders. Door deze voorrang af te schaffen, wil de partij gelijke kansen op de woningmarkt herstellen voor Nederlandse woningzoekenden.
“Nooit meer voorrang op sociale huurwoningen voor statushouders – ook niet met urgentie”
“Sinds 2010 zijn er al zo’n 190.000 sociale huurwoningen mét voorrang aan statushouders weggegeven – zonder dat zij iets aan dit land hebben bijgedragen. Ondertussen staan de Nederlanders steeds langer op de wachtlijst: tien, vijftien, soms wel twintig jaar. Dit is pure discriminatie en onacceptabel.”
De PVV wil dat benoemingen en beloningen in de (semi-)publieke sector uitsluitend plaatsvinden op basis van inhoudelijke kwaliteiten, niet op basis van geslacht, huidskleur of herkomst. Hiermee verzet de partij zich tegen positieve discriminatie en quota, en beoogt zij gelijke kansen op basis van individuele geschiktheid.