JA21 positioneert zich als een conservatief-liberale partij die zich duidelijk afzet tegen de progressieve koers van D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren, vooral op thema’s als klimaat, landbouw, dierenwelzijn en natuur. De partij kiest voor pragmatische, economische en technologische oplossingen, is kritisch op Europese regelgeving en zet zich af tegen wat zij “symboolpolitiek” en “onrealistische” doelen noemen. JA21 wil minder strenge milieuregels, behoud van fossiele energie, vrijwillige in plaats van gedwongen verduurzaming, en bescherming van boerenbelangen.
JA21 verzet zich tegen de ambitieuze klimaat- en milieudoelen van partijen als D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren, en pleit voor een pragmatische, economische benadering waarbij betaalbaarheid en nationale zeggenschap centraal staan. De partij wil geen extra nationale klimaatheffingen, behoud van fossiele infrastructuur, en alleen verduurzamen als het economisch rendeert.
“Bovenop Europese regels introduceren we geen nationale klimaatheffingen of andere klimaatregelgeving.”
“Onze betrouwbare fossiele infrastructuur behouden: kolen- en aardgascentrales niet sluiten.”
“Duurzaamheid alleen ondersteunen als het rendeert.”
“Fossiele brandstoffen niet afschrijven zolang er geen volwaardige alternatieven zijn.”
JA21 kiest nadrukkelijk de kant van de landbouwsector en verzet zich tegen gedwongen uitkoop van boeren, in tegenstelling tot de meer ingrijpende landbouwtransities die D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren voorstaan. De partij wil technologische innovatie, vrijwillige regelingen en minder strenge stikstofnormen.
“JA21 kiest voor een andere koers waarin boeren, vissers en natuur niet tegenover elkaar, maar naast elkaar worden gezet. Wij staan voor toekomstbestendige sectoren en verzetten ons tegen symboolpolitiek en gedwongen uitkoop van boeren.”
“JA21 is en blijft fel gekant tegen de gedwongen uitkoop van agrariërs.”
“JA21 wil: Steun uitspreken voor het schrappen van de KDW en het invoeren van de rekenkundige ondergrens van 1 mol.”
JA21 is uitgesproken tegen het toelaten van de wolf in Nederland en hekelt de “romantiek” van wilde natuur, een duidelijk verschil met GroenLinks en Partij voor de Dieren. De partij stelt de veiligheid van mensen en dieren voorop en wil actief beheer en schadevergoeding.
“Wij geloven niet dat het op de lange termijn houdbaar is om wolven in onze samenleving te integreren.”
“Deze ruimtelijke realiteit maakt het onmogelijk om de wolf op een veilige en verantwoorde manier in te passen. Wij willen een punt zetten achter het wensdenken en bestuurlijke verstoppertje spelen.”
“Beheer van de wolf is noodzakelijk voor ons land en daarom kiest JA21 klip-en-klaar voor de bescherming van mensen en hun dieren.”
JA21 erkent dierenwelzijn als morele plicht, maar kiest voor pragmatische verbeteringen in plaats van radicale hervormingen zoals Partij voor de Dieren. De partij wil kortere transporten, betere controles, en ondersteuning van een dierwaardige veehouderij, maar blijft binnen het huidige landbouwsysteem.
“JA21 ziet dierenwelzijn als een morele plicht, niet als een bijkomstigheid.”
“JA21 ondersteunt de transitie naar een meer dierwaardige veehouderij en staat achter het Convenant Dierwaardige Veehouderij.”
“De versnelling van de dierwaardige veehouderij mogelijk maken door niet alleen ambitie te tonen, maar ook te zorgen voor extra financiële ondersteuning via de bijhorende maatregelpakketten.”
Forum voor Democratie (FVD) positioneert zich radicaal tegenover D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren op thema’s als natuur, landbouw, klimaat en dierenwelzijn. FVD verwerpt het stikstof- en klimaatbeleid, is tegen rewilding en de terugkeer van de wolf, en kiest voor maximale vrijheid voor boeren en jagers. De partij wil alle klimaatregels schrappen, landbouwregels versoepelen en dierenwelzijn vooral handhaven zonder boeren te belasten.
FVD wijst het stikstof- en klimaatbeleid van D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren resoluut af en wil alle bijbehorende regels schrappen. De partij ziet geen stikstofprobleem en vindt dat het huidige beleid boeren onterecht onder druk zet en de voedselproductie bedreigt.
“We willen stoppen met het klimaat- en stikstofbeleid, de boeren en de industrie weer de ruimte geven, en via hervatte gasboringen in Groningen weer betaalbare energie terugbrengen voor iedereen.”
“Het stikstofbeleid gaat volledig van tafel. Boeren moeten kunnen blijven boeren, vrij van onzinnige regels en (semi-)gedwongen onteigeningen.”
“We schaffen alle klimaatregels, zodat energie weer betaalbaar en betrouwbaar wordt.”
FVD verzet zich tegen rewildingprojecten en de bescherming van de wolf, in tegenstelling tot de natuurvisie van GroenLinks en Partij voor de Dieren. De partij vindt dat bescherming van vee altijd prioriteit heeft en dat de wolf mag worden afgeschoten bij overlast.
FVD wil maximale vrijheid voor boeren en jagers, en ziet de jacht als essentieel voor natuurbeheer en voedselvoorziening. Dit staat haaks op de visie van GroenLinks en Partij voor de Dieren, die juist inzetten op beperking van de jacht en transitie naar plantaardige landbouw.
FVD erkent het belang van dierenwelzijn, maar wil dit niet gebruiken om boeren of ondernemers extra te belasten. De partij wil vooral strenger optreden tegen mishandeling en misstanden in de fokkerij.
“Forum voor Democratie vindt dat dierenwelzijn serieus moet worden genomen, niet als middel om boeren of ondernemers te belasten, maar als vanzelfsprekend onderdeel van een humane samenleving.”
“We verhogen de maximale gevangenisstraf voor ernstige mishandeling of verwaarlozing van dieren van drie naar vijf jaar.”
FVD wil nationale autonomie op natuur- en landbouwbeleid en verwerpt Europese regels zoals de Green Deal en de EU-Natuurherstelwet, die juist door D66 en GroenLinks worden gesteund.
“We gooien de EU-Natuurherstelwet in de prullenbak, zodat boeren en vissers niet langer gebonden zijn aan onrealistische Brusselse regels.”
“We werken in Europees verband aan het afschaffen van de Green Deal die de boerenstand kortwiekt, zolang het bestaat wordt het in Nederland niet gehandhaaft.”
BIJ1 onderscheidt zich van D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren door haar radicaal linkse, antikapitalistische en dekoloniale benadering, met een sterke focus op dierenrechten, sociale rechtvaardigheid en inclusiviteit. De partij pleit voor het opnemen van dierenrechten in de grondwet, het sluiten van dierentuinen en dolfinaria, en het verbieden van hobbyjacht en bontfokkerijen. Daarnaast zet BIJ1 in op een toegankelijke samenleving voor mensen met een beperking en een fundamenteel andere benadering van landbouw, wonen en democratie.
BIJ1 gaat verder dan de meeste partijen door dierenrechten in de grondwet op te nemen, het sluiten van dierentuinen en dolfinaria te eisen, en het verbieden van hobbyjacht, bontfokkerijen en de import van bont. Dit is een radicaler dierenrechtenstandpunt dan bij D66, GroenLinks en zelfs Partij voor de Dieren.
“We nemen dierenrechten op in de grondwet. We verbieden dierenfokkerijen en handhaven op illegale verkoop en mishandeling van dieren.”
“We sluiten dolfinaria, en sluiten op termijn alle dierentuinen.”
“Hobbyjacht wordt verboden, en mishandeling van wilde dieren wordt gestraft volgens de richtlijnen voor strafvordering dierenmishandeling. We verbieden fokkerijen voor bont en de import van bont.”
BIJ1 kiest voor een directe, structurele aanpak van de stikstofcrisis, een landbouwbelasting voor banken en agro-industriële bedrijven, en een publieke investeringsbank voor ecologische transitie. Dit is scherper en systemischer dan de voorstellen van D66 en GroenLinks, en legt meer nadruk op het aanpakken van de macht van grote bedrijven.
“Het is onacceptabel dat de zittende politiek de aanpak van de stikstofcrisis blijft vertragen. We pleiten voor het direct openstellen van een sociaal verantwoorde uitkoopregeling en rechtvaardigheid voor getroffen boeren.”
“Het budget van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt ingezet voor de transitie naar een biologisch, agro-ecologische landbouw. Daarnaast komt er een landbouwbelasting voor de banken en agro-industriële bedrijven die jarenlang miljarden winst hebben gemaakt met de industriële landbouw.”
“Om boeren te bevrijden uit de wurggreep van de Rabobank komt er een publieke investeringsbank die investeringen in de ecologische transitie vergemakkelijkt.”
BIJ1 legt een sterke nadruk op toegankelijkheid voor mensen met een beperking, zowel in wonen als in vervoer en informatievoorziening. Dit gaat verder dan de standaard inclusieparagrafen van D66 en GroenLinks, met concrete verplichtingen en investeringen.
“Zo veel mogelijk bestaande- en nieuwbouwwoningen maken we geschikt voor mensen met een handicap. Het VN-verdrag Handicap is hierin het uitgangspunt.”
“We investeren in rolstoeltoegankelijke voertuigen, haltes en stations. Haltes en stations die niet goed toegankelijk zijn, verbouwen we. Deze sluiten we niet.”
“Informatie van de overheid wordt standaard toegankelijk gemaakt, in begrijpelijke taal en beschikbaar in braille.”
BIJ1 wil alle collegegeld afschaffen, studieschulden kwijtschelden en democratisering van bedrijven en onderwijsinstellingen afdwingen. Dit is veel radicaler dan de voorstellen van D66 en GroenLinks.
“We schaffen collegegeld af: al het onderwijs wordt gratis. Alle studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we volledig kwijt.”
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
DENK onderscheidt zich van D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren door een sterke focus op sociale rechtvaardigheid, bestrijding van discriminatie, en het beschermen van religieuze en culturele diversiteit. De partij kiest voor stevige investeringen in bestaanszekerheid, betaalbare woningen, en onderwijs, maar wijkt af op thema’s als religieus onderwijs, klimaatbeleid (minder vergaand dan GroenLinks/PvdD), en dierenrechten. DENK benadrukt betaalbaarheid en inclusiviteit boven strenge regulering of extra lasten voor burgers.
DENK maakt zich hard voor het behoud van religieus en bijzonder onderwijs, inclusief volledige bescherming van artikel 23 van de Grondwet. Dit onderscheidt DENK van met name D66 en GroenLinks, die kritisch zijn op religieus onderwijs en artikel 23 willen aanpassen. DENK wil geen extra belemmeringen voor nieuwe scholen en geen overheidscontrole op religieus onderwijs.
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
“Geen controle op religieus onderwijs. De wet toezicht op informeel onderwijs wordt zo snel mogelijk ingetrokken.”
Waar GroenLinks en Partij voor de Dieren kiezen voor stevige klimaatmaatregelen en lastenverzwaringen (zoals vleestaks), kiest DENK voor een rechtvaardig en betaalbaar klimaatbeleid zonder extra lasten voor burgers. DENK is tegen een vleestaks, extra heffingen op suiker of plastic, en wil kernenergie niet uitsluiten.
“Daarom komt er géén belasting op vlees, géén extra heffing op suiker en géén toeslag op plastic verpakkingen. Deze heffingen vergroten de ongelijkheid.”
“Kernenergie sluiten wij niet uit, omdat het schoner is dan andere energiebronnen. Veilige opslag van kernafval is een harde randvoorwaarde voor elke kernenergie optie.”
DENK wil het eigen risico volledig afschaffen en de zorgpremie verlagen, met name voor lage- en middeninkomens. Dit is een concreet verschil met D66 en GroenLinks, die het eigen risico willen verlagen of inkomensafhankelijk maken, maar niet volledig afschaffen.
In tegenstelling tot Partij voor de Dieren en GroenLinks, die pleiten voor stevige regulering en lasten op vlees, kiest DENK voor vrijwillige uitkoopregelingen in de landbouw en geen vleestaks.
DENK positioneert zich als de partij die consequent opkomt voor minderheden en religieuze vrijheid, en zich fel verzet tegen extreemrechts. Dit is een sterker en centraler thema dan bij D66, GroenLinks of Partij voor de Dieren.
De PVV zet zich nadrukkelijk af tegen de koers van partijen als D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren, met een sterke focus op nationale soevereiniteit, het afwijzen van streng klimaat- en natuurbeleid, en het beschermen van traditionele Nederlandse sectoren zoals boeren en vissers. De partij verzet zich tegen Europese regelgeving, verplichte verduurzaming en het beperken van de landbouw, en kiest voor harde maatregelen tegen dierenmishandeling zonder de landbouwsector te beperken. PVV positioneert zich als tegenpool van progressieve partijen die juist inzetten op duurzaamheid, dierenrechten en Europese samenwerking.
De PVV wijst klimaatmaatregelen en verplichte verduurzaming af, in tegenstelling tot D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren die juist sterk inzetten op klimaatbeleid en duurzaamheid. De partij wil geen nieuwe windturbines, zonneparken of verplichte warmtepompen, en wil kolen- en gascentrales openhouden.
De PVV kiest ervoor om boeren, tuinders en vissers te beschermen tegen in hun ogen te strenge natuur- en stikstofregels, waar D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren juist voorstander zijn van het beperken van de landbouw ten gunste van natuur en milieu.
De PVV wil streng optreden tegen dierenmishandeling, maar plaatst dierenrechten niet boven de belangen van boeren en vissers, in tegenstelling tot de Partij voor de Dieren. De partij is voor een verbod op ritueel slachten, maar niet voor het beperken van de veehouderij.
De PVV verzet zich tegen verdere Europese integratie en overdracht van bevoegdheden, terwijl D66, GroenLinks en vaak ook de Partij voor de Dieren juist voorstander zijn van Europese samenwerking op thema’s als klimaat, natuur en dierenwelzijn.
De SGP kiest duidelijk voor behoud en ondersteuning van de traditionele landbouw en veehouderij, met nadruk op voedselzekerheid, boerenbelangen en een gematigde, pragmatische verduurzaming. De partij verzet zich tegen strenge milieudoelen en een “reservaatbenadering” van natuur, en stelt het belang van boeren en economische haalbaarheid centraal. Dierenwelzijn wordt erkend, maar altijd in balans met economische belangen en zonder radicale ingrepen.
De SGP wil fiscale voordelen en steunregelingen voor boeren behouden, bedrijfsovername vergemakkelijken en voedselzekerheid als strategische prioriteit stellen. Ze zijn kritisch op Europese milieueisen en willen een gelijk speelveld voor Nederlandse boeren. Dit staat haaks op de veel strengere, meer ecologische koers van GroenLinks en Partij voor de Dieren.
“De SGP wil behoud van fiscale voordelen voor de land- en tuinbouw, zoals de landbouwvrijstelling, en van steunregelingen voor jonge boeren. Bedrijfsovername wordt gefaciliteerd door het verminderen van administratieve drempels en toegankelijke steunregelingen.”
“In het Europees landbouwbeleid blijft, als het aan de SGP ligt, voedselzekerheid een strategische prioriteit, inclusief voldoende budget hiervoor. Een ongelijk speelveld voor boeren bij inkomensondersteuning en milieueisen wordt zoveel mogelijk voorkomen.”
De SGP erkent de noodzaak tot verduurzaming, maar verzet zich tegen wettelijk vastgelegde, ambitieuze CO2-reductiedoelen zoals 55% in 2030. Ze willen geen “doorgeslagen maakbaarheidsdenken” en stellen economische haalbaarheid en leveringszekerheid voorop. Dit contrasteert sterk met de ambitieuze klimaatdoelen van D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren.
“De SGP wil het gebruik van milieubelastende brandstoffen in de komende drie decennia zo veel mogelijk afbouwen. Maar niet door ons wettelijk vast te pinnen op concrete doelen voor reductie van de CO2-uitstoot, zoals 55% in 2030. Daarvoor is de situatie te complex.”
“De SGP wil wegblijven bij doorgeslagen maakbaarheidsdenken, alsof de mens het klimaat regelt.”
Dierenwelzijn is voor de SGP belangrijk, maar altijd in balans met economische belangen. Ze willen het aantal proefdieren omlaag, alternatieven voor het doden van eendagshaantjes stimuleren en misstanden tegengaan, maar wijzen “onhaalbare en eenzijdig opgelegde eisen” af. Dit is veel minder vergaand dan de standpunten van Partij voor de Dieren.
“Het Convenant Dierwaardige Veehouderij speelt wat de SGP betreft een belangrijke rol bij de uitwerking van de regelgeving onder de Wet Dieren. Onhaalbare en eenzijdig opgelegde eisen worden voorkomen.”
“Dieren zijn geschapen door God, hebben een eigen intrinsieke waarde en verdienen daarom zorg en bescherming. Dat is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van dierhouders en de samenleving. De overheid zorgt er samen met de sector voor dat er geen plaats is voor misstanden en dierenwelzijn bevorderd wordt.”
“Het aantal proefdieren moet echt omlaag.”
De SGP ziet jacht als essentieel onderdeel van natuurbeheer en wil jagers meer ruimte geven, onder andere voor het bestrijden van predatoren. Dit is een duidelijk verschil met Partij voor de Dieren en GroenLinks, die jacht sterk willen beperken.
“Jacht hoort bij goed natuurbeheer. Het kan gebeuren dat populaties dieren te groot worden, waardoor honger en ziektes kunnen toeslaan, zoals bleek in de Oostvaardersplassen. Zorgvuldig beheer draagt ook bij aan het voorkomen van verkeersongelukken, van grote schade aan akkers en tuinen en van predatie van akker- en weidevogels.”
“Jagers krijgen meer ruimte voor de jacht op vossen en andere predatoren van weide- en akkervogels.”
De SGP verzet zich tegen het idee van natuur als reservaat en wil juist agrarisch natuurbeheer stimuleren, met meer ruimte voor boeren in natuurbeheer. Dit staat haaks op de ecocentrische benadering van GroenLinks en Partij voor de Dieren.
50PLUS richt zich primair op de belangen van ouderen en toekomstige ouderen, met nadruk op bestaanszekerheid, zorg, wonen en koopkracht. In tegenstelling tot D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren, kiest 50PLUS voor behoud van bestaande sociale voorzieningen, een gematigd klimaatbeleid zonder extra nationale lasten, en een streng migratiebeleid. De partij onderscheidt zich door haar focus op ouderen, behoud van AOW en pensioenen, en terughoudendheid op het gebied van klimaat- en natuurmaatregelen.
50PLUS stelt de belangen van ouderen centraal en wil bestaande sociale voorzieningen zoals AOW en pensioenen behouden en versterken. Dit is een duidelijk verschil met D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren, die breder inzetten op progressieve hervormingen en duurzaamheid. 50PLUS kiest voor zekerheid en stabiliteit voor ouderen, en minder voor ingrijpende veranderingen.
Waar D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren pleiten voor ambitieus klimaatbeleid en extra nationale maatregelen, kiest 50PLUS voor een gematigde koers zonder extra nationale lasten bovenop Europese afspraken. De partij is kritisch op "symboolpolitiek" en wil geen strengere regels dan buurlanden, en zet in op kernenergie en behoud van landbouw.
“Geen nationale CO2-heffingen en geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”
“Snelle voortgang met de bouw van 4 nieuwe kerncentrales.”
“Het weren van gevaarlijke dieren zoals de wolf uit ons dichtbevolkt land.”
“Een Nederlands landbouwbeleid dat niet strenger is dan dat van onze buurlanden.”
In tegenstelling tot D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren, die doorgaans een ruimhartiger migratiebeleid voeren, kiest 50PLUS voor strengere migratiebeperkingen en meer verantwoordelijkheid bij werkgevers en onderwijsinstellingen. De partij wil het aantal arbeids- en studiemigranten beperken en de lasten voor de verzorgingsstaat verminderen.
“50PLUS kiest voor een streng migratiebeleid dat onderscheid maakt tussen vormen van migratie en voorkomt dat systemen overbelast raken.”
“Bij arbeidsmigratie dient de verantwoordelijkheid mede bij de werkgevers gelegd te worden. Bij studiemigratie zijn de universiteiten en hogescholen medeverantwoordelijk.”
BVNL onderscheidt zich sterk van D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren door een klassiek-liberaal, economisch rechts en cultureel conservatief profiel, met nadruk op individuele vrijheid, een kleine overheid, afwijzing van klimaat- en stikstofbeleid, en behoud van Nederlandse tradities. Waar D66, GroenLinks en PvdD juist inzetten op meer overheidsregie, klimaatmaatregelen en progressief sociaal beleid, kiest BVNL voor deregulering, minder overheidsuitgaven, soevereiniteit en het schrappen van subsidies voor milieu- en klimaatorganisaties. BVNL verwerpt expliciet het klimaatbeleid, het stikstofbeleid en de invloed van activistische NGO’s, en zet zich af tegen ‘woke-isme’ en diversiteitsbeleid.
BVNL verwerpt het huidige klimaat- en stikstofbeleid volledig, in tegenstelling tot D66, GroenLinks en PvdD die juist voorstander zijn van stevige klimaatmaatregelen. BVNL ziet deze beleidsmaatregelen als bureaucratisch, ineffectief en schadelijk voor boeren, vissers en de economie.
“Het stikstofbeleid gaat per direct de prullenbak in, zodat boeren weer rustig kunnen boeren en vissers weer gewoon kunnen vissen.”
“Het klimaatfonds van € 35 miljard wordt ontmanteld.”
“De Europese Green Deal en het Klimaatakkoord zeggen we op, waaronder het verbod op de verkoop van nieuwe auto’s met verbrandingsmotoren.”
“BVNL wil dat het 'stikstofprobleem' van tafel gaat. Technisch gezien is er geen stikstofprobleem en we moeten stoppen met het lastigvallen van boeren, vissers en andere ondernemers op grond van een zelf gecreëerd bureaucratisch probleem.”
Waar D66, GroenLinks en PvdD vaak samenwerken met of steun geven aan milieu-NGO’s, wil BVNL deze organisaties juist financieel uitsluiten en hun invloed minimaliseren.
“NGO’s en activistische clubs zoals Greenpeace, Milieu Defensie, Extinction Rebellion en organisaties die mensenhandel stimuleren en/of procederen tegen de Nederlandse Staat krijgen geen subsidie meer en verliezen hun ANBI status.”
BVNL wil de overheid fors verkleinen, minder regels en bureaucratie, en lagere overheidsuitgaven, in tegenstelling tot de meer regulerende en investerende rol die D66, GroenLinks en PvdD voorstaan.
“BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
BVNL zet zich expliciet af tegen ‘woke-isme’, diversiteitsbeleid en genderneutraliteit, terwijl D66, GroenLinks en PvdD juist progressief zijn op deze thema’s.
BVNL wil minder macht voor de EU en andere supranationale organisaties, terwijl D66, GroenLinks en PvdD juist meer Europese samenwerking nastreven.
“BVNL wil dat Nederland weer soeverein wordt. We moeten stoppen met het overhevelen van zeggenschap naar ongekozen supranationale organen zoals de WHO, de EU, de VN en de NAVO.”
“Een bindend referendum over het EU-lidmaatschap. Economische samenwerking binnen een Europese Economische Gemeenschap (EEG) is prima en vrijhandel is een groot goed. Maar de overdracht van soevereiniteit naar de EU moet stoppen en we moeten de mogelijkheid krijgen tot opt-ins en opt-outs.”
De ChristenUnie onderscheidt zich van D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren door haar nadruk op rentmeesterschap, waarbij zorg voor mens, natuur en samenleving vanuit een christelijk-moreel perspectief centraal staat. De partij kiest voor een gebalanceerde, extensieve landbouw, ambitieuze natuur- en klimaatdoelen als morele opdracht, en een economie die niet draait om maximale groei maar om duurzaamheid en brede welvaart. Concrete voorstellen zijn onder meer het actief belonen van boeren voor natuur- en dierenwelzijn, het terugdringen van overconsumptie, en het structureel investeren in natuurherstel.
De ChristenUnie kiest voor een landbouw die minder intensief is, met meer aandacht voor natuur, dierenwelzijn en een eerlijk verdienmodel voor boeren. Dit onderscheidt zich van GroenLinks en Partij voor de Dieren door de nadruk op samenwerking met boeren en het zoeken naar balans, in plaats van een radicale krimp of omslag.
“De ChristenUnie streeft naar een gebalanceerde landbouwsector: extensiever en met meer oog voor de natuur. Krimp van de veestapel gaat daarbij gepaard met een passend hernieuwd verdienmodel voor de boer.”
“Boeren worden structureel beloond voor de extra prestaties op het gebied van milieu en dierenwelzijn.”
“We steunen jonge boeren en zij-instromers door bedrijfsovername makkelijker te maken, bijvoorbeeld met garantieregelingen.”
De ChristenUnie ziet duurzaamheid en natuurherstel als een morele en religieuze opdracht, niet alleen als technische of economische uitdaging. Dit onderscheidt zich van D66 (meer technocratisch) en GroenLinks/Partij voor de Dieren (meer seculier-activistisch).
“Duurzaamheid is voor de ChristenUnie een morele opdracht en verantwoordelijkheid. Het gaat niet alleen om cijfers, modellen of beleidsinstrumenten, maar om de vraag hoe we recht doen aan mens en natuur.”
“De zelfzucht van de mens moet daarom beheerst worden. De grenzen van de schepping zijn ónze grenzen. Dat vraagt om ambitieus natuur-, milieu-, en klimaatbeleid. De ChristenUnie kiest voor een koers van herstel.”
“Wij geloven dat een gezonde samenleving en een gezonde natuur bij elkaar horen.”
De ChristenUnie pleit voor een economie die niet gericht is op maximale groei of consumentisme, maar op duurzaamheid, vakmanschap en het floreren van mens en samenleving. Dit is een duidelijk andere insteek dan D66 (meer marktgericht) en sluit deels aan bij GroenLinks, maar met een religieus-morele ondertoon.
“Niet het maximaliseren van de kortetermijnwinsten, maar het duurzaam en langjarig floreren van ondernemingen en werknemers staat voorop.”
“We zetten in op de nieuwe economie via innovatie en nemen afscheid van het consumentisme dat de grenzen van de schepping niet respecteert. We willen een einde aan de overconsumptie.”
De ChristenUnie kiest voor een integrale aanpak van natuurherstel, met speciale aandacht voor biodiversiteit, robuuste natuurgebieden en het betrekken van boeren bij natuurbeheer. Dit is concreter dan D66 en minder radicaal dan Partij voor de Dieren.
“Daarom komt er een integrale aanpak voor natuurherstel, gericht op het tegengaan van versnippering, vermesting en verdroging.”
“Om soorten in stand te houden, maken we natuurgebieden robuuster en stiller. Het Natuurnetwerk Nederland wordt voltooid met speciale aandacht voor bosaanplant, kruidenrijk grasland, houtwallen en moerassen. Boeren krijgen hierbij een duidelijke rol, ondersteund met passende vergoedingen voor het beheer.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) kiest radicaal voor het welzijn van dieren, natuur en mensen, en plaatst deze boven economische groei en korte termijnbelangen. Hun programma onderscheidt zich door harde keuzes voor klimaat, biodiversiteit, dierenrechten en een fundamentele systeemverandering, met concrete voorstellen zoals het wettelijk vastleggen van 5% van het BBP voor klimaat- en natuurbeleid en het fors inkrimpen van de veestapel. PvdD is uitgesproken in het afwijzen van halfslachtige compromissen en benadrukt een ecocentrisch, rechtvaardig en solidair beleid.
PvdD kiest als enige partij expliciet voor het welzijn van dieren, natuur en mensen boven economische groei en welvaart, en stelt een leefbare aarde centraal in alle keuzes. Dit onderscheidt hen duidelijk van D66 en GroenLinks, die doorgaans meer balanceren tussen economie en duurzaamheid.
“De Partij voor de Dieren is de enige politieke partij die welzijn boven welvaart plaatst. Het zit diep in onze natuur om de belangen van het kwetsbare als beginpunt te nemen, en niet de belangen van de grootvervuilers, CEO’s en mensen met het meeste geld.”
“Daarom kiest de Partij voor de Dieren voor een radicaal ander uitgangspunt: een leefbare Aarde staat in al onze keuzes centraal, niet de kortetermijnbelangen van onze eigen soort. Ecocentraal in plaats van egocentraal.”
PvdD stelt harde, concrete doelen voorop, zoals het wettelijk vastleggen van 5% van het BBP voor klimaat- en natuurbeleid en het fors inkrimpen van de veestapel. Dit is veel verdergaand dan de voorstellen van D66 en GroenLinks.
PvdD is uniek in het centraal stellen van dierenrechten, het wettelijk verankeren van dierenrechten en het streven naar een samenleving waarin zo min mogelijk dieren worden gebruikt. Dit is een onderscheidend punt ten opzichte van D66 en GroenLinks.
PvdD verwerpt het huidige economische groeimodel en wil een radicale omslag naar een economie die welzijn en ecologische grenzen centraal stelt, in plaats van marktwerking en aandeelhouderswaarde.
PvdD wil een simpel, rechtvaardig en menselijk sociaal vangnet, zonder marktwerking en met het doel alle toeslagen uiteindelijk overbodig te maken. Dit is concreter en radicaler dan de meeste voorstellen van D66 en GroenLinks.
“Sociale zekerheid moet simpel, rechtvaardig en menselijk zijn. Iedereen verdient een inkomen dat genoeg is om fatsoenlijk van te leven, zonder onnodige bureaucratie, wantrouwen of voorwaarden die de toegang belemmeren.”
“We maken uiteindelijk alle toeslagen overbodig. Ieder mens moet een voldoende hoog inkomen hebben om in de basisbehoeften te voorzien.”
D66 kiest voor een toekomst waarin mens, natuur en economie in balans zijn, met nadruk op duurzaamheid, dierenwelzijn en een groene economie. Ze willen landbouw hervormen richting natuurinclusiviteit, dierenrechten grondwettelijk vastleggen, en stevige klimaatdoelen juridisch borgen. D66 onderscheidt zich door pragmatische samenwerking, Europese afstemming en het combineren van economische vooruitgang met ecologische grenzen.
D66 wil de stikstofuitstoot halveren in 2030 en klimaatdoelen juridisch vastleggen, om zo natuurherstel en bouw mogelijk te maken. Ze kiezen voor een structurele aanpak met duidelijke, niet-vrijblijvende doelen, en verbinden landbouwtransitie aan natuurherstel.
“D66 blijft gecommitteerd aan halvering van de stikstofuitstoot in 2030 en het halen van de waterkwaliteitsdoelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water in 2027.”
“D66 wil snelle vermindering van de stikstofuitstoot, op basis van een plan met duidelijke doelen, die niet vrijblijvend zijn en die juridisch vastliggen.”
“In 2030 is er 55% minder uitstoot van broeikasgassen, in lijn met de door minister Jetten ingevoerde Klimaatwet. In 2040 is dat 90% minder, overeenkomstig met de doelstelling van de EU, en in 2050 is Nederland klimaatneutraal. Dit leggen we vast in de Klimaatwet.”
D66 erkent dieren als voelende wezens en wil hun rechten vastleggen in de Grondwet. Ze willen dieronwaardige praktijken en dieronvriendelijk transport afschaffen, investeren in alternatieven voor dierproeven, en de bio-industrie uitfaseren.
“Om een dierwaardig bestaan voor alle dieren te waarborgen leggen we de rechtspositie van dieren vast in onze Grondwet.”
“De bio-industrie past niet in een voedselsysteem dat rekening houdt met dier, natuur en gezondheid. We schaffen dieronwaardige praktijken af en pakken dieronvriendelijk transport aan, zoals het gesleep met jonge kalveren.”
D66 wil landbouw en natuur niet langer tegenover elkaar zetten, maar juist verbinden. Ze stimuleren natuurinclusieve landbouw, ondersteunen boeren bij de omslag, en koppelen uitkoop aan duurzame gebiedsplannen.
“We verbinden landbouw en natuur met elkaar. We moedigen ideeën zoals voedselbossen of boslandbouw aan. Want deze ideeën dragen bij aan zowel de productie van voedsel als biodiversiteit.”
“D66 ziet uitkoop van boeren niet als doel op zich. Uitkoop is een instrument dat de omslag naar een natuurinclusieve en minder intensieve landbouw moet ondersteunen.”
D66 wil dat Nederland zich in de EU inzet voor gelijke, hoge duurzaamheids- en dierenwelzijnsstandaarden. Ze pleiten voor Europese afspraken over kringlooplandbouw, CO₂-beprijzing en importbeperkingen op niet-duurzame producten.
“D66 wil dat Nederland zich in de Europese Unie sterk maakt voor gelijke regels voor alle Europese boeren. Dat betekent: eerlijke handelsafspraken en steun voor boeren die vooroplopen in duurzaamheid.”
“We pleiten voor Europese afspraken over kringlooplandbouw, beprijzen van CO₂ en eisen aan dierenwelzijn. Import van goedkoop veevoer en dierlijke producten die leiden tot ontbossing of biodiversiteitsverlies elders op de wereld moet worden tegengegaan.”
De SP onderscheidt zich van D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren door een uitgesproken focus op sociale rechtvaardigheid, het bestrijden van ongelijkheid en het centraal stellen van de werkende klasse. Hun programma bevat concrete voorstellen voor betaalbare zorg (ook voor dieren), het afschaffen van de bio-industrie, en een rechtvaardige transitie naar duurzame landbouw, waarbij niet de boeren maar grote bedrijven en banken de kosten dragen. Dierenwelzijn krijgt een prominente plek, met harde maatregelen tegen dierenleed en het beëindigen van de bio-industrie.
De SP vindt dat zorg voor huisdieren geen luxe mag zijn en wil dierenartskosten reguleren, in tegenstelling tot partijen die vooral inzetten op dierenrechten of duurzaamheid. Dit is een concreet sociaal-economisch voorstel dat hen onderscheidt van D66 en GroenLinks, en een andere insteek biedt dan de Partij voor de Dieren.
“Wij voeren vaste, lage maximumtarieven in voor dierenartsbehandelingen. Net zoals dat nu al geldt voor tandartsen en taxi’s. Spoedzorg mag geen verdienmodel zijn. Ook pleiten we voor het verlagen van het btwtarief op dierenartszorg van 21 procent naar 9 procent.”
De SP kiest voor het volledig afschaffen van de bio-industrie en het wettelijk verplichten van dierenwelzijnsnormen, wat verder gaat dan de meeste andere partijen behalve de Partij voor de Dieren. Dit standpunt is concreet en onderscheidend, met nadruk op het beëindigen van productie ten koste van dieren, mensen en natuur.
“De bio-industrie wordt afgeschaft. Dieren krijgen ruimte voor natuurlijk gedrag, verminkingen worden verboden en boeren krijgen een eerlijk inkomen voor dierwaardige veehouderij. Geen productie meer ten koste van dieren, mensen en natuur.”
“Slachten zonder verdoving wordt verboden om onnodig lijden van dieren tegen te gaan, met respect voor dierenwelzijn als hoogste norm.”
“We stoppen met het doorfokken van gezelschaps en landbouwhuisdieren die geen volwaardig leven kunnen leiden. Dieren zijn geen handelswaar, maar levende wezens met recht op een dierwaardig bestaan.”
De SP wil de landbouw hervormen door minder dieren te houden, boeren te ondersteunen bij verduurzaming, en de kosten van de transitie te laten betalen door agroconcerns, supermarkten en banken. Dit is een scherp onderscheid met D66 en GroenLinks, die vaak meer inzetten op innovatie en technologische oplossingen, en met de Partij voor de Dieren, die vooral dierenrechten centraal stelt.
“Niet de individuele boer, maar de agroconcerns, supermarkten en banken die decennialang hebben verdiend aan schaalvergroting en overproductie, gaan meebetalen aan deze omslag.”
“De omschakeling naar een boerenlandbouw staat centraal: gezinsbedrijven in plaats van megastallen, gesloten kringlopen op regionale schaal, meer biodiversiteit in plaats van monoculturen.”
“De SP wil de stikstofuitstoot stevig terugdringen, maar niet over de rug van boeren. Geen schijnoplossingen zoals luchtwassers of technologische trucs die niet werken, maar een aanpak die het echte probleem aanpakt: de doorgeschoten intensieve veehouderij.”
De SP stelt dierenwelzijn centraal in beleid, met harde handhaving, strengere normen en het verbieden van winstbejag met dieren. Dit is een duidelijke prioriteit die hen dichter bij de Partij voor de Dieren brengt, maar met een bredere sociale insteek.
“Dieren zijn geen handelswaar, maar levende wezens met recht op een goed leven. Ze verdienen bescherming en respect, in plaats van uitbuiting voor winst. We bouwen aan een samenleving waarin dierenwelzijn voorop staat.”
“De capaciteit en bevoegdheden van de NVWA worden uitgebreid om dieren welzijnsregels effectief te handhaven, inclusief hogere boetes bij overtredingen.”
De VVD positioneert zich duidelijk als centrum-rechtse partij die inzet op individuele vrijheid, economische groei, minder regels en lasten voor werkenden, en pragmatisch klimaatbeleid. In vergelijking met D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren kiest de VVD voor minder nivellering, meer ruimte voor ondernemers en boeren, en een minder vergaande groene en sociale agenda. De partij benadrukt het belang van een sterke middenklasse, een functionerende woningmarkt, en realistische verduurzaming zonder de economie te schaden.
De VVD verzet zich tegen verdere herverdeling en nivellering, en wil de lasten voor de middenklasse verlagen. Dit onderscheidt zich van D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren, die doorgaans meer herverdeling en sociale voorzieningen voorstaan. De VVD ziet economische groei en het lonen van werk als kernoplossingen.
“We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“De middenklasse betaalt de rekening zodat de rest erop vooruitgaat, maar gaat er zelf veel minder op vooruit. Dat is niet alleen oneerlijk, het ondermijnt ook het draagvlak voor onze verzorgingsstaat.”
De VVD kiest voor een pragmatische aanpak van klimaat en verduurzaming, waarbij economische haalbaarheid en concurrentiekracht centraal staan. In tegenstelling tot GroenLinks en Partij voor de Dieren, die veel verdergaande groene ambities hebben, wil de VVD voorkomen dat klimaatbeleid ten koste gaat van banen of de industrie uit Nederland jaagt.
De VVD wil boeren en ondernemers meer vrijheid geven en knellende regelgeving verminderen, in tegenstelling tot GroenLinks en Partij voor de Dieren die juist strengere eisen stellen aan landbouw en dierenwelzijn. De VVD kiest voor economische continuïteit en innovatie, met minder prioriteit voor natuur boven economische belangen.
“Als liberalen willen we dat boeren, tuinders en vissers de vrijheid krijgen om te ondernemen. Knellende regelgeving en juridische onzekerheid leiden nu tot stilstand en dat is achteruitgang.”
“Regels, procedures en bezwaren zullen linksom of rechtsom moeten wijken. We gaan splitsen, optoppen, transformeren en vooral: bouwen, bouwen, bouwen. Een eigen woning voor iedereen is simpelweg belangrijker dan de aanwezigheid van een salamander of een hagedis.”
De VVD kiest voor stapsgewijze verbetering van dierenwelzijn op basis van wetenschappelijke inzichten, maar zonder de radicale koers van Partij voor de Dieren of de vergaande ambities van GroenLinks. De partij wil pilots en investeringen faciliteren, maar houdt rekening met economische haalbaarheid.
De VVD verschuift middelen van ontwikkelingssamenwerking naar defensie, in tegenstelling tot D66 en GroenLinks die traditioneel meer investeren in internationale solidariteit.
“De VVD gaat mee met de huidige geopolitieke realiteit door te investeren in defensie en minder uit te geven aan ontwikkelingssamenwerking.”
BBB onderscheidt zich duidelijk van D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren door haar sterke focus op het beschermen van de landbouw, het afwijzen van het halveren van de veestapel, en het kiezen voor ‘klimaatrealisme’ in plaats van ambitieuze klimaatdoelen. De partij verzet zich tegen extra dierenwelzijnsregels en wil het gebruik van dieren voor sport, zorg en educatie behouden. BBB kiest voor behoud van tradities, een pragmatische benadering van natuur en klimaat, en stelt het belang van boeren en het platteland centraal.
BBB verzet zich tegen het halveren van de veestapel en het gedwongen uitkopen van boeren, in tegenstelling tot de meer progressieve landbouw- en klimaatplannen van D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren. De partij ziet boeren als essentieel voor voedselzekerheid en het landschap, en wil hen juist ruimte geven om te verduurzamen.
“Veel politieke partijen willen de veestapel halveren en boeren gedwongen uitkopen. Hun boodschap aan boeren is: stop ermee, zoek ander werk. Maar je vraagt een boer niet om geen boer meer te zijn, net zomin als je een kip vraagt om geen ei meer te leggen.”
“Boeren moeten kunnen doen waar ze goed in zijn: zorgen voor voedsel, landschap en samenleving. Geef hen de ruimte om te doen waar zij al generaties lang goed in zijn.”
BBB kiest voor een pragmatische, haalbare en betaalbare aanpak van klimaatbeleid, en verzet zich tegen wat zij als ‘klimaatgekte’ en symbolische maatregelen ziet. Dit contrasteert met de ambitieuze klimaatdoelen van D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren.
BBB wil het gebruik van dieren voor gezelschap, zorg, sport en educatie niet verder beperken en verzet zich tegen extra verboden of strengere dierenwelzijnsregels, in tegenstelling tot de veel strengere dierenrechtenagenda van Partij voor de Dieren en in mindere mate GroenLinks en D66.
“Dieren spelen een waardevolle rol in ons dagelijks leven, voor gezelschap, zorg, sport en educatie. BBB kiest voor behoud van ruimte voor verantwoord dierengebruik, zonder onnodige verboden of beperkingen.”
“Aanvullende regels op het gebied van dierwaardigheid zijn wat ons betreft niet nodig.”
BBB wil vruchtbare landbouwgrond beschermen tegen gebruik voor industrie, windturbines of zonneparken zonder lokale steun, terwijl D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren juist meer ruimte willen voor duurzame energie en natuur.
“Wij verzetten ons tegen het opofferen van vruchtbare landbouwgrond voor industrie, windturbines of zonneparken zonder lokale steun.”
BBB stelt dat asielopvang alleen mag plaatsvinden waar voldoende draagvlak is bij de bevolking, een standpunt dat strenger is dan bij D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren.
“Asielopvang mag alleen plaatsvinden op locaties waar voldoende draagvlak is bij de bevolking, zodat de samenleving betrokken en ondersteund blijft.”
NSC positioneert zich als een partij die bestaanszekerheid, goed bestuur en een realistische, zorgzame samenleving centraal stelt, met nadruk op het herstellen van vertrouwen in de overheid en het bieden van concrete oplossingen voor gewone mensen. In vergelijking met D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren kiest NSC voor een gematigdere koers op duurzaamheid, landbouw en energie, met meer ruimte voor innovatie en minder strikte regulering. De partij legt minder nadruk op radicale vergroening of dierenrechten dan GroenLinks en Partij voor de Dieren, en is behoudender dan D66 op het gebied van bestuurlijke vernieuwing en kernenergie.
NSC kiest voor verduurzaming van de landbouw en veeteelt, maar met behoud van het verdienmodel voor boeren en ruimte voor innovatie, in tegenstelling tot de strengere en meer ingrijpende voorstellen van GroenLinks en Partij voor de Dieren.
“We willen jonge boeren die het bedrijf van hun ouders willen overnemen duidelijkheid en perspectief bieden. De basis is een goed verdienmodel. Dat begint ermee dat boeren en tuinders een eerlijke prijs ontvangen voor hun product. Daarom zijn langjarige afspraken nodig die financiële zekerheid bieden, met name voor agrarisch natuurbeheer en ‘groene en blauwe diensten’ die een bijdrage leveren aan waterbeheer, landschap, cultuurhistorie of recreatief medegebruik. We blijven ruimte bieden aan innovatie en ondernemerschap van boeren zelf. De overheid onthoudt zich van gedetailleerde voorschriften over de bedrijfsvoering, zoals ten aanzien van het voerbeleid en de oogstperiode.”
“In de veeteelt zetten we verdere stappen richting een toekomstbestendige landbouw, die meer in evenwicht is met de omgeving. De hoeveelheid vee moet beter afgestemd worden op de omgeving, meer moeten bijdragen aan biodiversiteit, landschap en dierenwelzijn en aan vermindering van risico’s voor de volksgezondheid. In het opkoopbeleid wordt de focus verlegd naar de intensieve veehouderij in de concentratiegebieden. Er komen geen nieuwe vergunningen voor megastallen.”
NSC is kritisch op grootschalige zonnevelden en windparken op land, en geeft de voorkeur aan kleinschalige, lokale energieopwekking en kernenergie als onderdeel van de energiemix. Dit onderscheidt NSC van GroenLinks en D66, die doorgaans meer inzetten op grootschalige duurzame energie.
“We zijn tegen de aanleg van zonnevelden op goede landbouwgronden en in natuurgebieden en tegen grote windparken op land. Zonnepanelen kunnen het best op daken en langs wegen en spoorlijnen worden opgesteld. Bij windturbines op land stellen we een heldere afstandsnorm. We steunen het vormen van lokale energiecoöperaties voor kleinschalige energieopwekking in wijken, dorpen en op bedrijventerreinen.”
“Kernenergie is onmisbaar als schone en betrouwbare bron in de energiemix van de toekomst. We steunen de ambitie om op termijn klimaatneutraal en energie-onafhankelijk te worden.”
In tegenstelling tot Partij voor de Dieren en GroenLinks, kiest NSC niet voor een radicale omslag naar biologische landbouw of een sterke prioritering van dierenrechten, maar voor EU-brede aanscherping van dierenwelzijnseisen en het stimuleren van verduurzaming binnen bestaande kaders.
“Nederland moet op EU-niveau streven naar een aanscherping van de eisen met betrekking tot dierenwelzijn, veilige stalinrichting, voorkomen van dierziekten en transport van dieren, zodat in de gehele EU een diervriendelijkere en duurzamere veehouderij ontstaat.”
“We bevorderen dat er in de keten afspraken worden gemaakt over een betere toegang van consumenten tot biologische en streekproducten. De voorwaarden waaraan boeren moeten voldoen om hun producten op eigen erf te verkopen moeten worden versoepeld.”
NSC benadrukt bestaanszekerheid, een betrouwbare overheid en het centraal stellen van gewone mensen, met een afkeer van zowel neoliberalisme als populisme. Dit is minder uitgesproken progressief dan GroenLinks en Partij voor de Dieren, en behoudender dan D66 op sommige punten.
“Nieuw Sociaal Contract kiest voor bestaanszekerheid voor gewone mensen, gezinnen en hardwerkende ondernemers. Zij moeten centraal staan in de beslissingen die de politiek neemt. De overheid moet mensen dienen, niet andersom.”
“We keren ons af van het neoliberalisme, waarin het eigenbelang centraal staat en de sterksten alles krijgen. En we zijn wars van populisme, wat gouden bergen belooft maar niets waarmaakt. We staan voor realistische politiek en een zorgzame samenleving met trotse burgers.”
Volt onderscheidt zich door een sterk Europees en toekomstgericht perspectief op natuur, dierenwelzijn en landbouw, met nadruk op wettelijke bescherming van natuur en dieren, en het centraal stellen van hun belangen. De partij pleit voor het opnemen van dierenwelzijn als staatsdoelstelling in de grondwet, het verbinden en uitbreiden van natuurgebieden, en het versneld voldoen aan Europese milieunormen. Volt kiest voor een integrale, op samenwerking gerichte aanpak met alle betrokken partijen, en wil dat Nederland vooroploopt in het strafbaar stellen van ecocide en het beschermen van unieke natuurgebieden.
Volt wil dierenwelzijn wettelijk verankeren en centraal stellen in beleid, wat verder gaat dan de meeste andere partijen. Dit betekent dat de overheid actief moet werken aan het beschermen en bevorderen van dierenwelzijn, en dat dierenbelangen zwaarder gaan wegen in toekomstige wetgeving.
“Net als in België neemt Nederland dierenwelzijn als staatsdoelstelling op in de grondwet. Er wordt hiermee vastgelegd dat de overheid actief moet werken aan het beschermen en bevorderen van dierenwelzijn. Dat geeft onder andere meer gewicht aan de belangen van dieren in toekomstige wetgeving, beleidsontwikkeling en in de rechtsspraak.”
Volt zet in op het uitbreiden, verbinden en wettelijk beschermen van natuurgebieden, met duidelijke Europese afspraken en het strafbaar stellen van ecocide. Dit is ambitieuzer dan veel andere partijen en legt nadruk op internationale samenwerking en juridische bescherming.
“We zetten in op uitbreiding en herstel van natuurgebieden en verbinden de natuur in Nederland en in de EU. Ook verminderen we de uitstoot van stikstof, waarbij we prioriteit geven aan kwetsbare natuurgebieden.”
“We willen dat Nederland voorop gaat lopen in het strafbaar stellen van ecocide en hebben als doel om dit Europees uit te rollen.”
“We willen dat er een wettelijke status en bescherming komt voor unieke en cruciale natuurgebieden, zoals de Waddenzee.”
Volt wil dat Nederland zo snel mogelijk voldoet aan bestaande Europese milieunormen (stikstof, water, natuur) en kiest voor een gestructureerd co-creatieproces waarbij alle betrokken partijen gelijkwaardig meedoen. Dit is een pragmatische, samenwerkingsgerichte benadering die verschilt van meer top-down of activistische benaderingen.
“Nederland moet zich zo snel mogelijk gaat houden aan bestaande Europese richtlijnen wat betreft stikstof- en nitraatemissies, de Vogel- en de Habitatrichtlijn, de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Natuurherstelwet.”
“Volt stelt voor om hiervoor een gestructureerd co-creatieproces in te zetten, waarin alle betrokken partijen, zoals veehouders, banken, veevoerbedrijven, zuivelcoöperaties, natuur- en milieuorganisaties, gezondheidszorg en verschillende overheden, gelijkwaardig deelnemen.”
Volt wil natuurgebieden verbinden, ruimte creëren voor wilde diersoorten zoals de wolf, en zet sterk in op preventie bij overlast door dieren. Dit is concreter en meer op coexistentie gericht dan bij veel andere partijen.
“We verbinden natuurgebieden in Nederland en over grenzen heen, zodat er voldoende ruimte komt voor wilde diersoorten zoals de wolf.”
“We streven naar robuuste ecosystemen die minder kwetsbaar zijn voor uitheemse soorten. Bij de aanpak van dieren die overlast veroorzaken en bij invasieve uitheemse soorten wordt er sterk ingezet op preventie.”
GroenLinks-PvdA kiest voor een brede, linkse koers gericht op solidariteit, een eerlijke economie en een groene toekomst. De partij wil scherpe klimaatactie, het stoppen van fossiele subsidies, strengere milieuregels en een eerlijke prijs voor boeren, met nadruk op samenwerking en sociale rechtvaardigheid. Hun kernvisie is dat vooruitgang alleen mogelijk is als iedereen meedoet en niemand wordt buitengesloten.
GroenLinks-PvdA wil zo snel mogelijk stoppen met subsidies op fossiele brandstoffen en bedrijven laten betalen voor hun vervuiling. Dit onderscheidt hen van D66 (meer geleidelijke aanpak) en sluit aan bij de radicalere koers van Partij voor de Dieren, maar met meer nadruk op samenwerking met bedrijven en Europa.
“We stoppen subsidies op fossiele brandstoffen en vervuilers gaan de prijs betalen voor hun uitstoot.”
“Wij kiezen voor bedrijven die toekomst hebben in Nederland... Daarom helpen we bedrijven die passen in de schone en eerlijke economie van de toekomst, samen met Europese bondgenoten.”
De partij pleit voor minder dieren per hectare, strenge regels voor bestrijdingsmiddelen en een eerlijke prijs voor boeren, met focus op gezondheid en natuurherstel. Dit is concreter dan D66 en minder radicaal dan Partij voor de Dieren, die volledige plantaardige landbouw nastreeft.
“Dat betekent minder dieren per hectare en strenge regels voor schadelijke bestrijdingsmiddelen. Dat beschermt de gezondheid van omwonenden en garandeert dat ons eten ook echt gezond is. Boeren krijgen een eerlijke prijs.”
GroenLinks-PvdA legt de verantwoordelijkheid voor woningisolatie bij verhuurders en ondersteunt huiseigenaren bij verduurzaming, met als doel lagere energierekeningen en een inclusieve energietransitie. Dit sociale accent is sterker dan bij D66 en minder activistisch dan bij Partij voor de Dieren.
De partij stelt solidariteit centraal in al haar voorstellen, met nadruk op het tegengaan van verdeeldheid en het versterken van de verzorgingsstaat. Dit is een ideologisch verschil met D66 (meer liberaal-individualistisch) en sluit deels aan bij Partij voor de Dieren, maar met meer focus op sociale rechtvaardigheid.
Het CDA positioneert zich als een partij die inzet op samenwerking tussen samenleving, overheid en markt, met nadruk op gemeenschapszin, verantwoordelijkheid en een pragmatische benadering van natuur, landbouw en klimaat. In tegenstelling tot D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren, kiest het CDA voor een balans tussen natuurversterking en ruimte voor boeren, verantwoord wildbeheer, en minder strikte natuurbescherming als deze woningbouw belemmert. De partij benadrukt het belang van fatsoen, vertrouwen en het beschermen van sociale structuren, met minder nadruk op radicale vergroening of individuele rechten.
Het CDA kiest voor het versterken van natuur en biodiversiteit, maar wil dit combineren met ruimte voor boeren en economische belangen. Dit onderscheidt zich van GroenLinks en Partij voor de Dieren, die doorgaans verdergaande natuurmaatregelen en minder ruimte voor intensieve landbouw willen.
“Voor boeren en vissers een eerlijke prijs voor het voedsel dat ze produceren, ruimte om te kunnen ondernemen, grond die betaalbaar is. Voor toekomstperspectief voor jonge boeren, zodat ze de transitie kunnen meemaken. De natuur moet worden versterkt, door investeringen in waterbeschikbaarheid en reductie van stikstofdepositie.”
“We willen een herverdeling van de oppervlakte van natuurgebieden. Het verruilen van natuur om robuustere natuurgebieden mogelijk te maken moet standaardpraktijk worden. We streven naar beter verbonden gebieden, waarbij de bestaande oppervlakte natuur wordt gewaarborgd, de leefruimte voor flora en fauna wordt vergroot en de biodiversiteit en ecosystemen minder kwetsbaar worden voor verstoring.”
Het CDA wil dat veelvoorkomende nationale diersoorten niet altijd strikt beschermd worden als dit woningbouw belemmert, wat een duidelijk verschil is met GroenLinks en Partij voor de Dieren, die doorgaans striktere natuurbescherming voorstaan.
“Het CDA vindt dat veelvoorkomende nationale diersoorten niet strikt getoetst hoeven te worden aan de criteria voor beschermde soorten, zodat woningbouw en infrastructuur niet onnodig worden belemmerd.”
Het CDA kiest voor actief wildbeheer, inclusief het beperken van de wolvenpopulatie, uit oogpunt van veiligheid voor mens en dier. Dit is een duidelijk onderscheid met Partij voor de Dieren, die juist bescherming van wilde dieren centraal stelt.
“Het CDA kiest voor structureel en verantwoord wildbeheer en wil daarvoor de wildlijst waar mogelijk verruimen. Wanneer faunaschade boven een redelijke grens uitkomt, wordt dit opgevangen met een schaderegeling.”
“De wolf is terug in ons land. Wij kiezen voor veiligheid van mens en dier en voor de bescherming van boeren en vee. We zetten in op actief beheer en beperking van de populatie.”
Het CDA benadrukt het belang van gemeenschap, saamhorigheid en gedeelde verantwoordelijkheid, in plaats van het individu of alleen de overheid. Dit is een andere insteek dan D66 (meer individueel-liberale benadering) en GroenLinks/Partij voor de Dieren (sterkere nadruk op systeemverandering en collectieve rechten).
“Het CDA kiest voor de samenleving. Zonder het ‘wij’ van de gemeenschap kan het ‘ik’ niet bestaan. Wij kiezen voor al die mensen die ons land mooier maken, die gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen voor hun buurt, school of natuur.”