50PLUS richt zich primair op de belangen van ouderen en onderscheidt zich van D66 en GroenLinks/PvdA door een sterke focus op behoud en verbetering van AOW, pensioenen en ouderenzorg, met behoud van koopkracht en minder leeftijdsdiscriminatie. Waar D66 en GroenLinks/PvdA inzetten op brede sociale en groene hervormingen, kiest 50PLUS voor concrete maatregelen die direct de positie van 50-plussers versterken, zoals een dertiende maand voor AOW’ers, afschaffing van erfbelasting en een streng migratiebeleid. De partij is kritisch op nationale klimaatmaatregelen en pleit voor Europese afstemming, en wil meer directe democratie en minder bureaucratie.
50PLUS maakt zich hard voor het behouden en verbeteren van de AOW en pensioenen, met specifieke maatregelen voor koopkracht en inspraak van ouderen. Dit onderscheidt zich van D66 en GroenLinks/PvdA, die meer inzetten op bredere sociale zekerheid en minder op leeftijdsspecifieke maatregelen.
“Handen af van de AOW.”
“De AOW-uitkering is er voor iedereen en blijft gekoppeld aan het wettelijk minimumloon.”
“Dertiende maand voor AOW’ers.”
“Koopkrachtverbetering voor iedereen wordt alsnog in de nieuwe pensioenwet opgenomen.”
“Inspraak van deelnemers en gepensioneerden voor de overgang naar het nieuwe stelsel wordt goed geregeld.”
In tegenstelling tot D66 en GroenLinks/PvdA, die migratie meer als kans en humanitair vraagstuk benaderen, kiest 50PLUS voor een restrictief migratiebeleid met nadruk op beperking en Europese samenwerking.
“50PLUS kiest voor een streng migratiebeleid dat onderscheid maakt tussen vormen van migratie en voorkomt dat systemen overbelast raken.”
“We willen een gemeenschappelijk Europees asielbeleid waarbij de buitengrenzen worden versterkt en opvang in de regio de regel wordt.”
“Bij arbeidsmigratie dient de verantwoordelijkheid mede bij de werkgevers gelegd te worden. Bij studiemigratie zijn de universiteiten en hogescholen medeverantwoordelijk. Dat zal leiden tot een gezonde beperking van het aantal arbeids- en studiemigranten.”
Waar D66 en GroenLinks/PvdA vooroplopen in nationaal klimaatbeleid, is 50PLUS kritisch op nationale koppen en pleit voor Europese afstemming en het vermijden van extra nationale lasten.
“Dezelfde regels voor iedereen binnen Europa. Dus geen nationale CO2-heffingen en geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”
“Stoppen met actieve industriepolitiek op nationaal en op Europees niveau,”
“Klimaatbeleid is een peperduur speeltje voor politici die graag over het klimaat praten.”
50PLUS wil meer directe inspraak van burgers en een forse vermindering van bureaucratie, terwijl D66 en GroenLinks/PvdA meer inzetten op representatieve democratie en institutionele hervormingen.
50PLUS legt een unieke nadruk op ouderenzorg en bescherming van ouderen tegen hitte, wat bij D66 en GroenLinks/PvdA minder prominent en minder specifiek is uitgewerkt.
“We pleiten daarom voor het versterken van de eerstelijnszorg, betere ondersteuning van mantelzorgers en structurele investeringen in ouderenzorg en verpleeghuizen.”
“50PLUS wil: Een Nationaal Hitteplan waarbij elke gemeente binnen 3 jaar een plan heeft voor bescherming van ouderen tijdens hittegolven.”
“Subsidie van 2.000 euro voor airconditioning voor 75-plussers met hart-, long- of andere chronische aandoeningen.”
D66 zet sterk in op gelijke kansen, duurzaamheid, een stevige democratische rechtsstaat en Europese samenwerking. De partij kiest voor concrete maatregelen zoals een brede antidiscriminatiewet, ambitieuze klimaatdoelen, meer sociale woningbouw en een eerlijker belastingstelsel. Hun visie is pragmatisch, toekomstgericht en gericht op het versterken van individuele vrijheid en collectieve vooruitgang.
D66 wil alle vormen van discriminatie wettelijk aanpakken en heeft expliciet aandacht voor mensen die op meerdere gronden tegelijk worden buitengesloten. Dit onderscheidt zich door de nadruk op een brede, actieve aanpak en intersectionaliteit.
“D66 wil alle vormen van uitsluiting, racisme en discriminatie doorbreken: of het nu gaat om afkomst of geloof (jodenhaat of moslimhaat), huidskleur (zoals anti-zwart of anti-Aziatisch racisme), leeftijd, opleidingsniveau, armoede, beperking, neurodiversiteit (zoals ADHD of autisme), seksuele oriëntatie of genderidentiteit (queerhaat) of omdat iemand een vrouw is.”
“We hebben daarbij in het bijzonder oog voor situaties waarin mensen om meerdere redenen tegelijk worden buitengesloten (intersectionaliteit), bijvoorbeeld omdat ze én van kleur én queer zijn. Want niemand is vrij totdat we allemaal vrij zijn.”
“D66 wil daarom een nieuwe, brede Antidiscriminatiewet waar álle vormen van discriminatie onder vallen.”
D66 kiest voor snelle en vergaande verduurzaming, met concrete doelen voor 2030, 2040 en 2050, en wil Nederland klimaatneutraal maken. De partij legt nadruk op het versnellen van de energietransitie, het versterken van het elektriciteitsnet en lokale energie-initiatieven.
“D66 brengt Nederland terug op koers voor de klimaatdoelen van 2030, 2040 en 2050. In 2030 is er 55% minder uitstoot van broeikasgassen, in lijn met de door minister Jetten ingevoerde Klimaatwet. In 2040 is dat 90% minder, overeenkomstig met de doelstelling van de EU, en in 2050 is Nederland klimaatneutraal.”
“We verzwaren het elektriciteitsnet, leiden technisch talent op en geven ruimte aan dorpen, buurten en coöperaties om zelf energie op te wekken.”
“Inwoners krijgen een aandeel in lokale energieprojecten. Bewoners kunnen delen in de opbrengst van energie en krijgen daar zeggenschap over via coöperaties of participatiefondsen.”
D66 wil het aandeel sociale huur in nieuwbouw wettelijk vastleggen en kiest voor actieve regie op de woningmarkt, inclusief het bouwen van nieuwe steden en het afbouwen van belastingvoordelen voor woningbezit.
“We leggen wettelijk vast dat bij nieuwbouw in elke gemeente minstens 30% sociale huur komt, zodat gemeenschappen in wijken gemengd blijven.”
“D66 wil tien nieuwe steden bouwen, vooral bij bestaande steden of kernen en bij grote ov-knooppunten.”
“We bouwen het belastingvoordeel van woningbezit af en gaan beleggers meer belasten. Huurders krijgen meer bescherming en zeggenschap over verduurzaming.”
D66 wil fiscale voordelen voor vermogenden en woningbezitters afbouwen en de opbrengsten gebruiken voor lagere inkomstenbelasting voor iedereen.
“We verkleinen de verschillen in fiscale voordelen tussen huurders en mensen met een koopwoning. Dit doen we onder andere via de afbouw van de hypotheekrenteaftrek, verlaging van het btw-tarief op nieuwbouw en aanscherping van het eigenwoningforfait voor de duurste huizen.”
“D66 wil oneerlijke belastingvoordelen verminderen. Daarom evalueren we fiscale regelingen die niet doen wat of voor wie ze zijn bedoeld goed. We passen ze aan of schaffen ze eventueel af.”
D66 legt nadruk op het versterken van de rechtsstaat, meer burgerparticipatie en transparantie, en het beschermen van grondrechten.
D66 kiest voor een krachtig, besluitvaardig Europa met meer gezamenlijke investeringen en een grotere Europese begroting.
“D66 wil vaker één gezamenlijke Europese regel die overal geldt: de verordening.”
“D66 wil jaarlijks €750 tot €800 miljard euro extra aan Europese investeringen. Dat financieren we met gezamenlijke leningen.”
“Met een Europese begroting die twee keer zo groot is, kunnen we samen écht een veranderende wereld aan.”
De PVV zet zich scherp af tegen het beleid van D66 en GroenLinks/PvdA, met een nadruk op nationale soevereiniteit, het stopzetten van klimaatmaatregelen, een totale asielstop en het afschaffen van progressieve culturele en sociale initiatieven. Waar D66 en GroenLinks/PvdA juist inzetten op internationale samenwerking, inclusiviteit, klimaatbeleid en sociale gelijkheid, kiest de PVV voor het terugdraaien van deze ontwikkelingen en het centraal stellen van de Nederlandse identiteit en belangen. De PVV wil onder meer een einde aan klimaatbeleid, een asielstop, minder macht voor de EU, en het schrappen van excuses voor het slavernijverleden.
De PVV verzet zich fel tegen verdere Europese integratie en het overhevelen van bevoegdheden naar Brussel, in tegenstelling tot D66 en GroenLinks/PvdA die juist meer Europese samenwerking nastreven. De PVV wil bevoegdheden terughalen en nationale vetorechten inzetten.
“De PVV kiest voor een soeverein Nederland. Dat betekent: baas in eigen land, baas over eigen geld, eigen grenzen en eigen regels.”
“Wij willen sterke bilaterale en economische banden met andere landen; samenwerken is prima. Waar wij fel tegen zijn, is een geopolitieke Europese Unie, een Europese superstaat.”
“Niet nóg meer bevoegdheden en miljarden overhevelen naar Brussel, maar juist terughalen. Onze vetorechten behouden we, herstellen we in ere én zetten we in.”
De PVV wijst klimaatmaatregelen en energietransitie af, waar D66 en GroenLinks/PvdA juist voorop lopen in klimaatambities en verduurzaming. De PVV wil geen nieuwe windturbines, geen verplichte warmtepompen en zet in op kernenergie en fossiele brandstoffen.
“Geen miljardenverspilling aan klimaatbeleid, maar een betaalbare energierekening.”
“Geen verplichte warmtepomp, niet verplicht van het gas af. Onze moderne, schone kolen- en gascentrales openhouden. Nieuwe kerncentrales bijbouwen, ook kleine modulaire reactoren; inzet op thorium.”
“Geen enkele nieuwe windturbine er meer bij; geen nieuwe zonneparken.”
De PVV pleit voor een volledige asielstop en het sluiten van grenzen, terwijl D66 en GroenLinks/PvdA juist inzetten op humane opvang en internationale solidariteit. De PVV wil asielzoekers terugsturen en opt-outs op Europees asielbeleid.
“Nederland is Nederland niet meer. We hebben te veel vreemdelingen, te veel asielzoekers, te veel islam en veel te veel azc’s. Het opengrenzenbeleid maakt ons land helemaal kapot.”
“We sluiten onze grenzen voor alle asielzoekers en sturen Oekraïense mannen terug naar Oekraïne.”
“In Brussel zullen we door het inzetten van veto’s of het weigeren van de te hoge Nederlandse bijdrage aan de EU-begroting een opt-out op asiel en immigratie afdwingen.”
De PVV verzet zich tegen progressieve culturele veranderingen, zoals excuses voor het slavernijverleden, diversiteitsbeleid en het vieren van multiculturele identiteit, terwijl D66 en GroenLinks/PvdA deze juist omarmen.
“Handen af van onze geschiedenis, cultuur, identiteit, tradities en feesten; linkse haat tegen helden uit onze geschiedenis stoppen.”
“Excuses voor het slavernijverleden en de politionele acties intrekken.”
“Ontslag voor de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme.”
“We voeren een algeheel boerkaverbod in. Verbod op de islamitische gebedsoproep.”
De PVV wil de financiering van de NPO volledig stoppen en ontwikkelingshulp afschaffen, terwijl D66 en GroenLinks/PvdA deze juist willen behouden of versterken.
FVD positioneert zich radicaal tegenover D66 en GroenLinks/PvdA door te pleiten voor het volledig afschaffen van klimaat- en stikstofbeleid, het stoppen van massale immigratie, en het terugdraaien van Europese en internationale invloed op nationaal beleid. Waar D66 en GroenLinks/PvdA juist inzetten op vergroening, sociale gelijkheid en internationale samenwerking, kiest FVD voor nationale soevereiniteit, deregulering en een kleinere overheid. De kern van hun visie is het herstellen van nationale controle, individuele vrijheid en het afwijzen van wat zij zien als technocratische en ideologisch gedreven beleidskaders.
FVD verwerpt het klimaat- en stikstofbeleid volledig, in tegenstelling tot D66 en GroenLinks/PvdA die juist voorstander zijn van ambitieuze klimaatmaatregelen en natuurherstel. FVD ziet deze beleidsmaatregelen als kostbaar, ineffectief en schadelijk voor economie en boeren.
“We willen stoppen met het klimaat- en stikstofbeleid, de boeren en de industrie weer de ruimte geven, en via hervatte gasboringen in Groningen weer betaalbare energie terugbrengen voor iedereen.”
“Wij willen stoppen het geld dat Nederlanders verdienen daaraan uit te geven. Wij kiezen ervoor, te investeren in gewone, ouderwetse publieke taken: veiligheid, woningbouw, infrastructuur, onderwijs, zorg en voorzieningen voor de oude dag.”
“Het stikstofbeleid gaat volledig van tafel. Boeren moeten kunnen blijven boeren, vrij van onzinnige regels en (semi-)gedwongen onteigeningen.”
“We schrappen alle klimaatregels, beëindigen het aardgasverbod en heropenen moderne kolen- en gascentrales.”
FVD wil dat nationale wetgeving altijd boven internationale afspraken staat, terwijl D66 en GroenLinks/PvdA juist internationale samenwerking en verdragen als essentieel zien voor het oplossen van grensoverschrijdende problemen.
“We schrappen de artikelen 93 en 94 van onze Grondwet zodat de Nederlandse wet altijd boven internationale verdragen en afspraken komt te staan.”
“We schrappen de artikelen 93 en 94 van de Grondwet, en zetten daarmee het monistisch stelsel om in een dualistisch stelsel, zoals in Duitsland en de Verenigde Staten.”
FVD pleit voor een volledige stop op immigratie uit Afrika en het Midden-Oosten en wil remigratie van laagopgeleide migranten, terwijl D66 en GroenLinks/PvdA juist inzetten op humane opvang, integratie en internationale solidariteit.
FVD wil bindende referenda en direct gekozen burgemeesters invoeren, in tegenstelling tot D66 en GroenLinks/PvdA die wel voor democratische vernieuwing zijn, maar minder ver gaan in directe democratie.
“We voeren bindende referenda in naar Zwitsers model, zodat burgers direct zélf kunnen beslissen over belangrijke kwesties. Burgemeesters en andere publieke functionarissen worden niet langer aangesteld, maar rechtstreeks gekozen door de bevolking.”
“We voeren bindende referenda in, zodat burgers zich rechtstreeks kunnen uitspreken over belangrijke politieke besluiten.”
FVD wil een kleinere overheid, lagere belastingen en minder regels, terwijl D66 en GroenLinks/PvdA juist investeren in publieke voorzieningen en sociale zekerheid.
“We willen stoppen met de excessieve uitdijing van het overheidsapparaat, de wirwar van regeltjes, heffingen en toeslagen, loskomen van de Europese regelzucht en een samenleving creëren waarin zelfredzaamheid, vrijheid en dynamiek weer centraal staan.”
“De Rijksoverheidsuitgaven moeten verplicht ieder jaar 3% krimpen, zodat de overheid niet groter maar kleiner wordt.”
“We voeren een vlaktaks in op het inkomen in Box-1, zodat meer verdienen niet wordt afgestraft en altijd volstrekt transparant is hoeveel inkomstenbelasting moet worden betaald.”
BVNL onderscheidt zich sterk van D66 en GroenLinks/PvdA door te pleiten voor een veel kleinere overheid, het afschaffen van klimaatbeleid en het terugdraaien van Europese integratie, terwijl D66 en GroenLinks/PvdA juist kiezen voor een actieve overheid, ambitieuze klimaatmaatregelen en verdere Europese samenwerking. BVNL wil individuele vrijheid centraal stellen, minder regels en belastingen, en verwerpt het huidige stikstof- en klimaatbeleid, waar D66 en GroenLinks/PvdA juist voorstander zijn van regulering en collectieve oplossingen. De kern van BVNL’s visie is klassiek-liberaal, economisch rechts en cultureel conservatief, in scherp contrast met het progressieve, sociaal-democratische en groene profiel van D66 en GroenLinks/PvdA.
BVNL wil de overheid fors verkleinen, minder ambtenaren en minder bureaucratie, terwijl D66 en GroenLinks/PvdA juist een actieve overheid voorstaan. Dit verschil is fundamenteel en raakt vrijwel alle beleidsterreinen.
“BVNL wil een kleinere overheid, minder ambtenaren en minder bureaucratie. De overheid wordt veel te groot, er zijn te veel ambtenaren, er is teveel controledrang en de bureaucratie neemt onevenredig toe. BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
“Dit doen we door een groot deel van de macht weg te halen bij de Staat en weer terug te leggen bij de mensen. Bureaucraten mogen niet de inrichting van Nederland bepalen, dat kunnen de mensen heel goed zelf.”
Waar D66 en GroenLinks/PvdA voor ambitieuze klimaatdoelen en strenge stikstofmaatregelen kiezen, wil BVNL deze juist volledig afschaffen en zet in op kernenergie en gas.
“Het stikstofbeleid gaat per direct de prullenbak in, zodat boeren weer rustig kunnen boeren en vissers weer gewoon kunnen vissen.”
“Stoppen met zinloos klimaatbeleid en waar nodig inzetten op adaptatie.”
“De Europese Green Deal en het Klimaatakkoord zeggen we op, waaronder het Klimaatakkoord van Parijs.”
“Nederland moet streven naar energiesoevereiniteit waardoor we als land minder afhankelijk worden van energie uit het buitenland en de energierekening omlaaggaat. Daarvoor moeten we vrij worden gelaten om kerncentrales te bouwen en doorgaan met het veilig produceren van aardgas uit beschikbare Nederlandse gasvelden.”
BVNL wil minder macht naar de EU, opt-outs, en zelfs een bindend referendum over EU-lidmaatschap, terwijl D66 en GroenLinks/PvdA juist voor verdere Europese samenwerking zijn.
“BVNL wil dat Nederland weer soeverein wordt. We moeten stoppen met het overhevelen van zeggenschap naar ongekozen supranationale organen zoals de WHO, de EU, de VN en de NAVO. De EU moet worden omgevormd tot een confederatie van samenwerkende landen, zoals de Europese Economische Gemeenschap (EEG) oorspronkelijk bedoeld was.”
“Een bindend referendum over het EU-lidmaatschap. Economische samenwerking binnen een Europese Economische Gemeenschap (EEG) is prima en vrij-”
BVNL wil een vlaktaks van 25% en het afschaffen van vrijwel alle andere belastingen en toeslagen, terwijl D66 en GroenLinks/PvdA kiezen voor progressieve belastingen en inkomensherverdeling.
“BVNL wil een vlaktaks invoeren van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000,-. Tegelijkertijd worden alle andere belastingen en toeslagen afgeschaft.”
BVNL wil directe democratie via bindende referenda, in tegenstelling tot D66 en GroenLinks/PvdA die hier veel terughoudender in zijn.
“BVNL wil een bindend referendum invoeren. Democratie moet weer terug naar de inwoners van Nederland. Over specifieke onderwerpen moet het volk zich buiten de verkiezingen kunnen uitspreken.”
BVNL is cultureel conservatief (behoud van tradities, tegen woke-isme), maar medisch-ethisch progressief (vrijheid over eigen lichaam), terwijl D66 en GroenLinks/PvdA progressief zijn op beide vlakken.
“Daarnaast waait er een gure collectivistische wind door Nederland en neemt het woke-isme steeds extremere vormen aan, waardoor Nederlandse tradities en normen en waarden worden bedreigd.”
“BVNL is tot slot cultureel conservatief: wij willen ons mooie Nederland en de daarbij behorende unieke Nederlandse tradities en cultuur intact houden, maar wel medisch-ethisch progressief: iedereen mag zelf bepalen hoe en met wie hij/zij het leven vormgeeft en beslist zelf over de eigen levensovertuiging en het eigen lichaam.”
DENK benadrukt in haar programma het belang van radicale gelijkwaardigheid, bestrijding van discriminatie, en het beschermen van religieuze en culturele diversiteit, met concrete voorstellen voor onderwijs, armoedebestrijding en internationale solidariteit. In vergelijking met D66 en GroenLinks/PvdA valt DENK op door haar uitgesproken standpunten over religieus onderwijs, antidiscriminatie, en internationale kwesties zoals Palestina. De partij kiest voor stevige, soms unieke maatregelen die haar onderscheiden van de meer seculiere en progressief-liberale benadering van D66 en de sociaal-progressieve koers van GroenLinks/PvdA.
DENK verdedigt zonder compromis het recht op religieus en bijzonder onderwijs (artikel 23), waar D66 en GroenLinks/PvdA juist pleiten voor modernisering of beperking van artikel 23 om segregatie tegen te gaan. Dit is een fundamenteel verschil in visie op de rol van religie in het onderwijs.
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
Waar D66 en GroenLinks/PvdA inzetten op brede antidiscriminatie, kiest DENK voor een expliciet radicale en activistische benadering, met specifieke aandacht voor moslimhaat en een discriminatiedeadline.
DENK neemt een uitgesproken standpunt in door te pleiten voor de zwaarst mogelijke sancties tegen Israël en een volledige academische boycot, waar D66 en GroenLinks/PvdA doorgaans kiezen voor diplomatieke druk en steun aan een tweestatenoplossing.
DENK stelt een hoger minimumloon voor dan D66 en GroenLinks/PvdA, die beide een verhoging willen maar doorgaans lager inzetten.
“Wij willen een eerlijk loon voor alle Nederlanders. Daarom zijn wij voor een verhoging van het minimumloon naar 18 euro per uur.”
DENK wil het eigen risico volledig afschaffen, een standpunt dat GroenLinks/PvdA deelt, maar D66 niet (die kiest voor verlaging of inkomensafhankelijk maken).
“Het volledig afschaffen van het eigen risico in de zorg.”
DENK pleit voor directe democratische vernieuwingen, zoals een direct gekozen burgemeester en kiesrecht vanaf 16 jaar, wat aansluit bij GroenLinks/PvdA en D66, maar DENK koppelt dit aan uitbreiding van de Kamer en constitutioneel hof.
DENK onderschrijft de klimaatdoelen, maar legt sterk de nadruk op betaalbaarheid en sociale rechtvaardigheid, waar GroenLinks/PvdA doorgaans ambitieuzer zijn en D66 meer technocratisch.
JA21 onderscheidt zich scherp van D66 en GroenLinks/PvdA door te kiezen voor een kleinere overheid, strenge migratiebeperking, behoud van nationale soevereiniteit en een pragmatische benadering van klimaat en energie. Waar D66 en GroenLinks/PvdA vaak inzetten op Europese samenwerking, sociale gelijkheid en ambitieuze klimaatdoelen, legt JA21 de nadruk op nationale zeggenschap, economische vrijheid en het beperken van regulering en migratie. De partij verwerpt ideologisch gedreven beleid en kiest voor concrete, rendabele oplossingen die het Nederlandse belang vooropstellen.
JA21 kiest voor een restrictief migratiebeleid, in tegenstelling tot D66 en GroenLinks/PvdA die migratie meer als verrijking en humanitaire plicht zien. JA21 wil nationale controle over grenzen, strenge selectie van migranten en het beperken van gezinshereniging.
“Wij kiezen voor de toekomst, de cultuur en de welvaart van ons land, niet voor Nederland als opvangplek voor de hele wereld. Oude internationale verdragen zijn niet langer opgewassen tegen huidige migratievraagstukken in de totaal veranderde wereld van nu. JA21 herziet de knellende internationale verdragen en legt de soevereiniteit over onze grenzen weer waar hij hoort: bij ons Nederlandse parlement.”
“Een beleid ontwikkelen om de bevolkingsgroei van Nederland te beperken. Dat betekent onder meer het juridisch verankeren van migratie plafonds en scherpe selectie van arbeidsmigratanten en gezinshereniging.”
“Het aantal huwelijkspartners dat een persoon gedurende zijn leven kan laten overkomen beperken tot maximaal één.”
JA21 verzet zich tegen verdere Europese integratie en overdracht van bevoegdheden, terwijl D66 en GroenLinks/PvdA juist pleiten voor meer Europese samenwerking op thema’s als klimaat, migratie en economie.
“JA21 wil invloed teruggeven aan de Nederlandse burger. Dat betekent dat burgers meer zeggenschap krijgen over grensbeleid, de totstandkoming van nieuwe wetten, en de manier waarop met (belasting)geld wordt omgegaan. Nederlanders zijn vrij om hun eigen regels te bepalen en hun eigen keuzes te maken. JA21 wil dus meer referenda, minder EU, meer economische vrijheid en meer invloed op ons grensbeleid.”
“De Europese Unie moet zich leren beperken. De EU moet terug naar haar kerntaken waarmee we onze soevereiniteit behouden en economische groei kunnen veiligstellen.”
JA21 kiest voor kernenergie en aanpassing aan het klimaat, en verwerpt nationale klimaatheffingen en onrendabele duurzaamheid. D66 en GroenLinks/PvdA zetten juist sterk in op hernieuwbare energie, CO2-reductie en ambitieuze klimaatdoelen.
JA21 wil een kleinere overheid, decentralisatie en minder bureaucratie, terwijl D66 en GroenLinks/PvdA vaker kiezen voor een actieve, sturende overheid en centrale regie op grote maatschappelijke vraagstukken.
“Onze plannen stellen alle Nederlanders in staat de schouders eronder te zetten op een manier die hen past. Daarvoor moet het vertrouwen tussen overheid en politiek hersteld worden: mensen moeten zelf zeggenschap krijgen, in plaats van een steeds verder uitdijende, inefficiënte overheid die bepaalt wat goed voor hen is.”
“Een faciliterende overheid die zoveel mogelijk ruimte en vrijheid geeft aan werknemers, ondernemers en gemeenschappen.”
JA21 verwerpt actief diversiteits- en inclusiebeleid, in tegenstelling tot D66 en GroenLinks/PvdA die dit juist als speerpunt zien.
Het NSC-verkiezingsprogramma benadrukt het belang van een realistische, zorgzame samenleving met een betrouwbare overheid, waarbij bestaanszekerheid, goed bestuur en het herstel van vertrouwen centraal staan. NSC onderscheidt zich door concrete voorstellen zoals het versterken van de menselijke maat in bestuur, het beperken van schaalvergroting, en het kritisch benaderen van digitalisering en migratie. Hun visie is gericht op praktische oplossingen voor gewone mensen, met nadruk op transparantie, regionale vertegenwoordiging en het tegengaan van doorgeschoten beleid.
NSC legt sterk de nadruk op het herstellen van de menselijke maat in bestuur en het versterken van de band tussen kiezer en Kamerlid via regionale vertegenwoordiging. Dit onderscheidt zich van de vaak centralistische en technocratische benadering van D66 en GroenLinks/PvdA.
“We willen de band tussen kiezer en Kamerlid versterken door een regionaal kiesstelsel in te voeren met meervoudige kiesdistricten.”
“Gemeentelijke en provinciale herindeling kunnen alleen plaatsvinden als hiervoor draagvlak bestaat bij de bevolking; schaalvergroting leidt niet per definitie tot beter bestuur en gaat in de praktijk vaak ten koste van de menselijke maat.”
NSC is terughoudend met digitalisering (zoals digitaal stemmen) en internationalisering (zoals Engelstalig onderwijs en migratie), waar D66 en GroenLinks/PvdA doorgaans juist voorstander zijn van verdere digitalisering en internationalisering.
“Hoewel digitaal stemmen tijdens verkiezingen makkelijk lijkt, is het niet voldoende te beveiligen zonder het stemgeheim aan te tasten. ... Daarom blijven we in Nederland fysiek stemmen.”
“Opleidingen worden voortaan in beginsel weer aangeboden in de Nederlandse taal. Gerichte uitzonderingen zijn mogelijk in de masterfase en voor bepaalde tekortenstudies.”
“Verdere versobering van de voordelen voor kennismigranten. Bedrijven moeten zelf kennismigranten eerlijk belonen en hun komst moet de innovatie in Nederland stimuleren.”
NSC pleit voor meer transparantie in de politiek, open debat en het beperken van dichtgetimmerde coalitieakkoorden, in tegenstelling tot de meer consensusgerichte en akkoordpolitiek van D66 en GroenLinks/PvdA.
“Coalitieakkoorden moeten zich beperken tot hoofdlijnen van beleid en financiële kaders. ... Er moet ruimte zijn voor debat en om in te spelen op veranderende omstandigheden; geen dichtgetimmerde afspraken dus.”
“Goed bestuur begint met een andere politieke cultuur in de Kamer. Al jaren ontbreekt het aan voldoende inhoud en diepgaand debat in de Kamer.”
NSC uit expliciet kritiek op doorgeschoten inclusiviteit in het onderwijs en op centralisatie, waar D66 en GroenLinks/PvdA juist vaak inclusiviteit en centralisatie (bijvoorbeeld in klimaat- en onderwijsbeleid) bepleiten.
“We keren ons tegen het doorgeschoten streven naar inclusiviteit, waarbij alle leerlingen met speciale onderwijsbehoeften in het regulier onderwijs worden geplaatst.”
“Het speciaal onderwijs voor leerlingen die specialistische of intensieve begeleiding nodig hebben, moet in een aantal regio’s meer plekken krijgen.”
NSC kiest voor strengere migratie- en asielmaatregelen, met nadruk op opvang in de regio en beperking van studiemigratie, wat contrasteert met het meer open migratiebeleid van D66 en GroenLinks/PvdA.
De Partij voor de Dieren (PvdD) onderscheidt zich van D66 en GroenLinks/PvdA door een radicaal ecocentrisch perspectief: welzijn van mens, dier en natuur staat centraal, boven economische groei. De partij pleit voor een fundamentele systeemverandering richting duurzaamheid, strenge dierenrechten, en een rechtvaardige samenleving binnen de grenzen van de planeet. Concrete voorstellen zijn onder meer het stoppen van fossiele subsidies, het verankeren van natuur in de Grondwet, en het beëindigen van uitbuiting van mens en dier.
PvdD plaatst het welzijn van mens, dier en natuur expliciet boven economische groei en welvaart, wat hen onderscheidt van D66 en GroenLinks/PvdA die doorgaans economische groei en duurzaamheid proberen te combineren. Dit fundamentele uitgangspunt leidt tot strengere en meer vergaande voorstellen op het gebied van klimaat, natuur en dierenrechten.
“De Partij voor de Dieren is de enige politieke partij die welzijn boven welvaart plaatst. Het zit diep in”
“Een rechtvaardige samenleving binnen de grenzen van de planeet. Een land waar iedereen een plek heeft om te wonen, te werken en zichzelf te zijn, zonder dat we de Aarde, dieren of andere mensen uitbuiten.”
PvdD is uitgesproken in het direct beëindigen van fossiele subsidies en het stoppen van nieuwe fossiele infrastructuur, waar D66 en GroenLinks/PvdA doorgaans kiezen voor een gefaseerde afbouw. Dit standpunt is concreet en onderscheidend.
“We stoppen direct met nieuwe concessies voor gas- en olievelden, schaffen investeringssubsidies af en stoppen met uitbreiding van fossiele infrastructuur, zoals LNG-terminals, in lijn met het Fossiele Brandstof Non-Proliferatieverdrag.”
“Dezelfde grote vervuilers profiteren van belastingvoordelen en fossiele subsidies, terwijl huishoudens en het mkb relatief veel betalen. ... De Partij voor de Dieren kiest voor een structurele verlaging van de energierekening door verspilling te stoppen, fossiele subsidies versneld af te bouwen...”
PvdD stelt dierenrechten centraal en wil dierproeven en uitbuiting van dieren beëindigen, een thema dat bij D66 en GroenLinks/PvdA minder prominent en minder vergaand is.
“Het gebruik van dieren in het middelbaar en hoger onderwijs, in snijpractica, bij demonstraties en bij proeven moet worden beëindigd.”
“Behoeften en wensen van dieren voorop”
De partij wil natuur en biodiversiteit stevig verankeren in wetgeving en beleid, met concrete maatregelen zoals het stoppen van natuurvernietiging en het realiseren van dubbele compensatie bij onvermijdelijke opoffering van natuur. Dit gaat verder dan de meeste voorstellen van D66 en GroenLinks/PvdA.
“Activiteiten en projecten die ten koste gaan van bestaande natuur mogen alleen doorgaan als ze aantoonbaar bijdragen aan biodiversiteits- en klimaatdoelen op de lange termijn. Als opoffering van natuur onvermijdelijk is, wordt vooraf en in de directe omgeving een dubbele hoeveelheid natuur gerealiseerd.”
“De natuur verankerd in de Grondwet”
PvdD wil het economische systeem fundamenteel veranderen door het BBP te vervangen door de Monitor Brede Welvaart als leidraad voor beleid, in tegenstelling tot D66 en GroenLinks/PvdA die doorgaans inzetten op vergroening van het bestaande systeem.
“In plaats van het Bruto Binnenlands Product (BBP) maken we de Monitor Brede Welvaart leidend in beleid. De overheid stopt met rapporteren van economische groei.”
PvdD koppelt nationale keuzes expliciet aan mondiale verantwoordelijkheid, met nadruk op klimaatrechtvaardigheid, het koloniale verleden en structurele herverdeling. Dit is scherper en explicieter dan bij D66 en GroenLinks/PvdA.
“We moeten onze eigen rol in verschillende conflicten onder ogen zien, en handelen vanuit solidariteit en internationaal recht.”
“Nederland betaalt in het kader van klimaatrechtvaardigheid een eerlijk deel aan klimaatfinanciering, boven op het ontwikkelingsbudget. We voeren daarnaast een schade- en herstelheffing in voor fossiele bedrijven.”
BIJ1 onderscheidt zich duidelijk van D66 en GroenLinks/PvdA door haar radicale, antikapitalistische en dekoloniale benadering van beleid, met een sterke nadruk op collectieve rechten, democratisering en inclusie. Waar D66 en GroenLinks/PvdA vaak kiezen voor hervormingen binnen het bestaande systeem, pleit BIJ1 voor structurele veranderingen zoals nationalisatie, bindende burgerinspraak en het volledig afschaffen van marktwerking in essentiële sectoren. De partij zet in op radicale gelijkheid, directe democratie en het centraal stellen van mensenrechten boven economische belangen.
BIJ1 wil essentiële sectoren zoals zorg en huisvesting volledig onttrekken aan de markt en onder democratische controle brengen, in tegenstelling tot D66 en GroenLinks/PvdA die marktwerking deels behouden of slechts willen beperken. Dit adresseren ze als oplossing voor ongelijkheid en winstbejag in publieke diensten.
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd.”
“Woningcorporaties komen weer volledig onder controle van de overheid en maken we democratisch. Bewonerscommissies krijgen een vooraanstaande, bindende rol in het maken van de regels.”
BIJ1 pleit voor directe, bindende burgerinspraak bij wetgeving en grote politieke vraagstukken, wat verder gaat dan de participatie- en inspraakmodellen van D66 en GroenLinks/PvdA. Dit is bedoeld om de macht van burgers structureel te vergroten.
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
Waar D66 en GroenLinks/PvdA racisme bestrijden binnen bestaande structuren, maakt BIJ1 dekolonisatie en antiracisme tot uitgangspunt van al het beleid, inclusief internationale betrekkingen en onderwijs.
“We willen de Europese Unie (EU) drastisch veranderen. Het liberale, imperialistische en racistische verlengstuk van de CEO’s en multinationals van deze wereld maken we tot een nieuwe unie die werkt voor mensen, dieren en de planeet.”
“Het ministerie van Defensie blijft weg uit de scholen. Wervingscampagnes gericht op jongeren stoppen we.”
BIJ1 stelt voor om basisvoorzieningen als onderwijs en openbaar vervoer volledig gratis te maken, in tegenstelling tot de meer stapsgewijze of inkomensafhankelijke benaderingen van D66 en GroenLinks/PvdA.
BIJ1 kiest voor onteigening en strenge regulering van bedrijven die maatschappelijke schade veroorzaken, een veel radicalere benadering dan de reguleringsvoorstellen van D66 en GroenLinks/PvdA.
“Vervuilende en fossiele bedrijven die sluiten worden onteigend. Hun kapitaal, machines en infrastructuur worden ingezet voor publieke doelen.”
BIJ1 verwerpt het huidige NAVO/EU-beleid en pleit voor internationale samenwerking op basis van gelijkwaardigheid en anti-imperialisme, waar D66 en GroenLinks/PvdA juist inzetten op hervorming van deze instituties.
“We willen de Europese Unie (EU) drastisch veranderen... In plaats van een unie van winst, wordt de EU een unie van waarden.”
“Nederland investeert in een internationaal netwerk van solidaire landen voor noodhulp, rampenopvang en civiele vredesinterventies, buiten NAVO en EU om — onder democratische controle, zonder militair mandaat.”
Het CDA-verkiezingsprogramma benadrukt het belang van een fatsoenlijk, samenbindend Nederland met oog voor regionale gelijkheid, betaalbaarheid, en een sterke economie. De partij kiest voor vereenvoudiging van regelgeving, investeringen in verduurzaming en innovatie, en het versterken van sociale voorzieningen, met nadruk op maatwerk en samenwerking tussen overheid, burgers en bedrijven. In vergelijking met D66 en GroenLinks/PvdA ligt de nadruk bij het CDA meer op regionale spreiding, behoud van traditionele waarden, en een pragmatische benadering van verduurzaming en sociale zekerheid.
Het CDA wil dat de toegang tot sociale voorzieningen en gemeentelijke regelingen niet afhankelijk is van waar iemand woont, en streeft naar landelijke basisnormen met ruimte voor lokaal maatwerk. Dit onderscheidt zich van D66 en GroenLinks/PvdA, die doorgaans meer nadruk leggen op landelijke gelijkheid zonder expliciet te kiezen voor lokaal maatwerk.
“We willen daarom in overleg met gemeenten komen tot vereenvoudiging en een basisniveau van gemeentelijke regelingen, met mogelijkheden voor maatwerk.”
Het CDA kiest voor verduurzaming van woningen en energievoorziening, maar benadrukt het belang van draagvlak, lokale initiatieven en het beperken van overlast. Dit verschilt van GroenLinks/PvdA, die doorgaans sneller en ambitieuzer willen verduurzamen, en van D66, die innovatie en marktwerking sterker benadrukken.
“Windmolens op land moeten zorgvuldig, met oog voor het beperken van overlast voor omwonenden en met respect voor het landschap, worden ingepast.”
“We ondersteunen energiecoöperaties en bewonersinitiatieven met landelijke regelingen en gerichte begeleiding, vooral bij energiebesparing. Gemeenten spelen hierbij een actieve rol als aanjager.”
“Gemeenten maken verplicht een verduurzamingsplan per wijk.”
Het CDA legt de nadruk op het versterken van regionale economieën, innovatie en samenwerking tussen bedrijven, onderwijs en overheid. Dit is een nuanceverschil met D66 (meer focus op kenniseconomie en internationalisering) en GroenLinks/PvdA (meer focus op sociale rechtvaardigheid en duurzaamheid).
“We investeren in leefbare steden en in de regio en zorgen voor goede bereikbaarheid met auto en trein. Zo maken we grootschalige woningbouw overal in Nederland mogelijk.”
“We willen ruimte geven aan innovatiekracht en ondernemerszin. Daarom investeren we in onderzoek, stimuleren we innovatie en versterken we onze regio’s.”
Het CDA wil het toeslagenstelsel vereenvoudigen en de kostendelersnorm afschaffen, zodat samenwonen niet wordt bestraft. Dit is vergelijkbaar met voorstellen van GroenLinks/PvdA, maar het CDA legt meer nadruk op uitvoerbaarheid en voorspelbaarheid.
Het CDA is terughoudend op ethische thema’s als euthanasie en de Wet Voltooid Leven, in tegenstelling tot D66 (voorstander van meer individuele keuzevrijheid) en GroenLinks/PvdA (progressiever op dit vlak).
“We zijn geen voorstander van de Wet Voltooid Leven.”
Het CDA spreekt zich expliciet uit tegen discriminatie op diverse gronden, wat overeenkomt met de standpunten van D66 en GroenLinks/PvdA, maar zonder de nadruk op specifieke minderheden of quota.
“We treden hard op tegen elke vorm van discriminatie en stereotypering, onder meer van moslims. We zetten in op een stevige aanpak van discriminatie, zoals leeftijdsdiscriminatie van ouderen, migrantenkinderen die geen stageplaats kunnen krijgen, of discriminatie op basis van gender, religie, seksuele geaardheid of achternaam.”
De ChristenUnie benadrukt het belang van een sterke, sociale samenleving waarin gemeenschappen centraal staan, met nadruk op rechtvaardigheid, solidariteit en rentmeesterschap. In vergelijking met D66 en GroenLinks/PvdA legt de ChristenUnie meer nadruk op christelijke waarden, subsidiariteit binnen de EU, en het beschermen van kwetsbaren via structurele investeringen in leefbaarheid, armoedebestrijding en een eenvoudiger belastingstelsel. Hun visie is gericht op het bouwen aan gemeenschappen, het versterken van de democratische rechtsstaat en het realiseren van brede welvaart, met concrete voorstellen voor woningbouw, armoedebestrijding en hervorming van het toeslagenstelsel.
De ChristenUnie onderscheidt zich door het centraal stellen van gemeenschappen, vrijwilligerswerk en sociale samenhang, waar D66 en GroenLinks/PvdA doorgaans meer nadruk leggen op individuele rechten en progressieve sociale hervormingen.
De ChristenUnie kiest voor structurele armoedebestrijding en een sociaal minimum gebaseerd op het advies van de Commissie Sociaal Minimum, met periodieke toetsing en het terugdringen van niet-gebruik van regelingen. Dit is concreter en meer gericht op structurele zekerheid dan de vaak bredere, progressieve inkomenspolitiek van D66 en GroenLinks/PvdA.
“Het aantal mensen en kinderen dat in armoede leeft moet sterk omlaag. Voor een beter armoedebeleid is het advies van de Commissie Sociaal Minimum de leidraad.”
“Het sociaal minimum moet voldoende zijn om van rond te kunnen komen. Periodiek wordt getoetst of het sociaal minimum nog voldoende is.”
De ChristenUnie stelt een radicaal eenvoudiger belastingstelsel voor, met afschaffing van het huidige toeslagenstelsel en invoering van een verzilverbare belastingkorting, wat verschilt van de meer incrementele hervormingsvoorstellen van D66 en GroenLinks/PvdA.
“We willen misstanden als het kinderopvangtoeslagschandaal voorkomen en zorgen voor een eenvoudiger systeem. Daarom vervangen we de toeslagen door slimmere alternatieven.”
“In plaats van toeslagen krijgt iedere Nederlander maandelijks een korting op de te betalen inkomstenbelasting.”
De ChristenUnie benadrukt het belang van subsidiariteit en duidelijke grenzen aan EU-uitbreiding, met behoud van nationale soevereiniteit en het staken van toetredingsonderhandelingen met Turkije. Dit contrasteert met de doorgaans pro-Europese integratiekoers van D66 en GroenLinks/PvdA.
De ChristenUnie kiest voor investeringen die zich terugverdienen en benadrukt het belang van brede welvaartsindicatoren boven louter BBP-groei, met een afwijzing van consumptieve uitgaven op schuld. Dit is een meer behoudende benadering dan de vaak expansievere investeringsagenda’s van GroenLinks/PvdA en D66.
“We kiezen voor gerichte en slimme keuzes die zorgen voor een bloeiend land, maar tegelijkertijd ook voor houdbare overheidsfinanciën.”
“De ChristenUnie wil dat bredewelvaartsindicatoren een prominentere rol spelen in het begrotingsproces en de politieke besluitvorming. BBP-groei als heilige graal ontneemt het zicht op wat echt telt voor mensen en wordt daarom minder leidend.”
Het VVD-programma benadrukt een duidelijke centrum-rechtse koers gericht op het belonen van werkenden, het beperken van herverdeling en nivellering, en het kiezen voor pragmatisch klimaat- en economisch beleid. In tegenstelling tot D66 en GroenLinks/PvdA, die meer inzetten op herverdeling, sociale zekerheid en ambitieuze klimaatmaatregelen, kiest de VVD voor lastenverlichting voor de middenklasse, minder overheidsuitgaven en een kleinere verzorgingsstaat. De kern van hun visie is het versterken van vrijheid, veiligheid en economische groei door liberale keuzes en minder regulering.
De VVD verzet zich tegen verdere herverdeling en nivellering, en wil juist de lasten voor de middenklasse verlagen. Dit contrasteert met D66 en GroenLinks/PvdA, die meer inzetten op inkomensnivellering en sociale zekerheid.
“De VVD perkt de Haagse herverdelingsmachine in. We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“We leggen in een Koopkrachtwet vast dat werkenden er ieder jaar in koopkracht méér op vooruit moeten gaan dan niet-werkenden.”
De VVD kiest voor een pragmatische aanpak van klimaatbeleid, gericht op haalbaarheid en betaalbaarheid, en verzet zich tegen het wegjagen van industrie. Dit verschilt van de meer ambitieuze en normerende klimaatplannen van D66 en GroenLinks/PvdA.
De VVD wil bezuinigen op sociale zekerheid en zorg, onder andere door een kleiner basispakket en meer eigen bijdragen, terwijl D66 en GroenLinks/PvdA juist inzetten op versterking van het sociale vangnet.
“Dat betekent wel dat we keuzes zullen moeten maken in de zorg en de sociale zekerheid, zoals een kleiner basispakket, meer eigen bijdragen, een efficiënter zorgstelsel en een veel meer activerende sociale zekerheid.”
“We willen dat overheidsuitgaven niet harder groeien dan de economie.”
De VVD is tegenstander van referenda en een constitutioneel hof, in tegenstelling tot D66 en GroenLinks/PvdA die meer directe democratie en constitutionele toetsing steunen.
De VVD wil centrale regie op woningbouw en minder regels, met focus op betaalbaarheid voor middeninkomens, terwijl GroenLinks/PvdA en D66 meer nadruk leggen op sociale huur en regulering.
Het BBB-verkiezingsprogramma benadrukt een pragmatische, regionale en nuchtere koers, waarbij beleid haalbaar, betaalbaar en gedragen moet zijn. In tegenstelling tot D66 en GroenLinks/PvdA, die sterk inzetten op ambitieuze klimaatdoelen, Europese samenwerking en progressief sociaal beleid, kiest BBB voor behoud van landbouw, regionale zeggenschap en terughoudendheid in migratie en klimaatmaatregelen. De kern van hun visie is: beleid moet aansluiten bij de praktijk, met oog voor draagvlak en regionale verschillen.
BBB verzet zich expliciet tegen het halveren van de veestapel en het gedwongen uitkopen van boeren, terwijl D66 en GroenLinks/PvdA juist forse krimp van de veestapel en transitie naar duurzame landbouw voorstaan. BBB ziet boeren als essentieel voor voedselzekerheid en het landschap.
“Veel politieke partijen willen de veestapel halveren en boeren gedwongen uitkopen. Hun boodschap aan boeren is: stop ermee, zoek ander werk. Maar je vraagt een boer niet om geen boer meer te zijn, net zomin als je een kip vraagt om geen ei meer te leggen.”
BBB pleit voor meer invloed van inwoners op hun leefomgeving en beleid dat aansluit bij regionale behoeften, terwijl D66 en GroenLinks/PvdA vaker kiezen voor landelijke, centrale sturing en Europese afstemming.
“Invloed op de eigen leefomgeving. Inwoners dienen meer zeggenschap te krijgen over hun eigen leefomgeving. Mensen weten zelf het beste wat daar speelt en waar behoefte aan is.”
“Het economisch beleid van de rijksoverheid richt zich nog te vaak op de Randstad en een paar grote kennisclusters. Daardoor blijven andere delen van Nederland met name grensregio’s en plattelandsgebieden achter, terwijl daar volop economische kansen liggen.”
BBB erkent klimaatverandering, maar wil alleen maatregelen die haalbaar, betaalbaar en effectief zijn, en verzet zich tegen ideologisch of symbolisch klimaatbeleid. D66 en GroenLinks/PvdA kiezen juist voor snelle, ambitieuze CO₂-reductie en energietransitie.
“Klimaatbeleid moet geen religie worden, maar een nuchtere beleidsopgave waarin haalbaarheid, draagvlak en de balans met andere publieke doelen voorop staan.”
“Niet omdat we de wereld willen redden met symbolische maatregelen, maar omdat we onze leefomgeving, economie en voedselzekerheid willen beschermen. Nuchter. Haalbaar. Eerlijk.”
BBB wil migratie beperken en asielopvang alleen waar lokaal draagvlak is, in tegenstelling tot D66 en GroenLinks/PvdA die ruimhartiger zijn in opvang en integratie.
“Asielopvang mag alleen plaatsvinden op locaties waar voldoende draagvlak is bij de bevolking, zodat de samenleving betrokken en ondersteund blijft.”
“De grootschalige immigratie naar Nederland is al ruim vijftig jaar onderwerp van debat... Terwijl de instroom van migranten vrijwel onverminderd doorgaat, wordt onze verzorgingsstaat stap voor stap uitgehold.”
BBB benadrukt dat beleid niet alleen op CPB-doorrekeningen moet worden gebaseerd, maar vooral op uitvoerbaarheid en maatschappelijke opbrengsten. D66 en GroenLinks/PvdA hechten doorgaans meer waarde aan CPB-doorrekeningen en evidence-based beleid.
“Wij geloven in de kracht van cijfers, transparantie en financiële onderbouwing. Tegelijkertijd erkennen we dat de CPBmodellen op onderdelen tekortschieten: ze zijn vaak te abstract, houden onvoldoende rekening met uitvoerbaarheid en missen het zicht op bredere maatschappelijke opbrengsten.”
“Het CPB werkt met gestileerde modellen die lang niet alle effecten in beeld brengen... De impact op uitvoerbaarheid, vertrouwen, gezondheid of regionale ontwikkeling verdwijnt daarmee uit beeld.”
Volt onderscheidt zich door te pleiten voor radicale democratische vernieuwing, een sterk Europees perspectief en ambitieuze klimaatdoelen, waarmee het zich op enkele punten duidelijk onderscheidt van D66 en GroenLinks/PvdA. De partij wil onder meer de Tweede Kamer fors uitbreiden, de stemgerechtigde leeftijd verlagen naar 16 jaar, en een Derde Kamer voor jongeren invoeren. Volt kiest voor centrale regie op ruimtelijke ordening, een harde klimaatwet voor 2040, en een sterk vergroenend belastingstelsel.
Volt wil de Tweede Kamer fors uitbreiden om de democratische vertegenwoordiging te versterken, een voorstel dat verder gaat dan de plannen van D66 en GroenLinks/PvdA.
“We breiden de Tweede Kamer uit van 150 naar 250 zetels. Onze Tweede Kamer is namelijk te klein,”
Volt pleit voor het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd naar 16 jaar, waarmee het zich onderscheidt van D66 en GroenLinks/PvdA, die doorgaans 18 jaar aanhouden.
“De stem van jongeren vergroten we door de stemgerechtigde leeftijd te verlagen van achttien naar zestien jaar.”
Volt introduceert een uniek voorstel voor een Derde Kamer, een permanent jongerenberaad dat wetten beoordeelt en de politiek adviseert, wat niet voorkomt in de programma’s van D66 of GroenLinks/PvdA.
“We voeren een Derde Kamer in: een jongerenberaad dat wetten beoordeelt en de politiek adviseert.”
“De Derde Kamer krijgt een permanent raadgevend jongerenberaad. Dat is een orgaan, bestaande uit een groep jongeren tussen de 15 en 20 jaar, dat op aanvraag van de Tweede Kamer en/of de Eerste Kamer haar mening geeft over politieke voorstellen”
Volt kiest expliciet voor centrale regie op ruimtelijke ordening via het ministerie van VRO, wat verder gaat dan de decentrale benadering van D66 en GroenLinks/PvdA.
“We moeten centraal regie voeren op de ruimtelijke ordening en deze integraal bekijken. Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) moet de keuzes voor de toekomst maken, zodat provincies en gemeenten meer duidelijkheid krijgen.”
Volt stelt een ambitieuzer klimaatdoel dan D66 en GroenLinks/PvdA door wettelijk vast te leggen dat Nederland en de EU in 2040 klimaatneutraal zijn.
“We kiezen daarom voor een helder en ambitieus klimaatbeleid. We leggen wettelijk vast dat we in 2040 klimaatneutraal zijn. Geen vage beloften, maar duidelijke afspraken. In Nederland en in de EU.”
Volt wil een uniform btw-tarief voor alle goederen en diensten en het afschaffen van uitzonderingen, wat verder gaat dan de voorstellen van D66 en GroenLinks/PvdA.
“Daarom komt er een uniform vast btw-tarief voor alle goederen en diensten. Alle uitzonderingen, inclusief het 0%-tarief en lage btw-tarief, schaffen we”
Volt pleit voor een verplicht en onafhankelijk lobbyregister naar Iers model en wil het lobbyverbod voor politieke topfuncties verder aanscherpen.
“We voeren een verplicht lobbyregister in, naar Iers model.”
“We scherpen het lobbyverbod voor politieke topfuncties verder aan.”
GroenLinks-PvdA zet in op solidariteit, het versterken van de verzorgingsstaat en een groene toekomst, met nadruk op collectieve oplossingen en het tegengaan van marktwerking. Hun programma bevat concrete voorstellen zoals het stoppen van fossiele subsidies, investeren in publieke voorzieningen en het versterken van gelijke rechten. De kern van hun visie is dat vooruitgang voor iedereen alleen mogelijk is door samenwerking en het centraal stellen van mensen boven winst.
GroenLinks-PvdA kiest expliciet voor solidariteit als uitgangspunt, in tegenstelling tot marktwerking en individualisme. Dit onderscheidt hen van partijen als D66, die doorgaans meer nadruk leggen op individuele vrijheid en marktmechanismen.
De partij wil fors investeren in publieke voorzieningen, onderwijs, zorg en sociale zekerheid, en benadrukt het belang van gelijke kansen voor iedereen. Dit staat vaak in contrast met D66, die innovatie en hervormingen binnen bestaande structuren meer centraal zet.
“Wij kiezen ervoor om de komende jaren te investeren in onze publieke voorzieningen, economie, infrastructuur en veiligheid.”
“We blijven strijden voor gelijke rechten. Want ook in Nederland staan die onder druk.”
GroenLinks-PvdA is uitgesproken in het beëindigen van fossiele subsidies en het laten betalen van vervuilers, met een sterke focus op collectieve verduurzaming. D66 deelt de ambitie voor klimaatbeleid, maar GroenLinks-PvdA is radicaler in het afbouwen van fossiele steun.
De partij wil de democratische rechtsstaat versterken, onder meer door jongeren meer te betrekken en de onafhankelijkheid van instituties te waarborgen. Dit kan verschillen van D66, die vooral bestuurlijke vernieuwing en transparantie benadrukt.
“We willen jongeren veel meer dan nu betrekken bij de politieke besluitvorming. We verlagen de kiesgerechtigde leeftijd naar 16 jaar...”
“We versterken onze democratische dijken, beschermen onze onafhankelijke instituties en garanderen toegang tot het recht voor iedereen.”
De SP positioneert zich als de meest sociale partij en zet zich af tegen het beleid van zowel D66 als GroenLinks/PvdA, die volgens de SP te veel naar het midden opschuiven en onvoldoende kiezen voor fundamentele sociale verandering. De SP pleit voor radicale herverdeling van welvaart, het afschaffen van marktwerking in publieke sectoren, en het herstellen van publieke zeggenschap over essentiële voorzieningen. Hun kernvisie draait om solidariteit, het bestrijden van ongelijkheid en het centraal stellen van de werkende klasse.
De SP kiest voor een veel verdergaande herverdeling van inkomens en vermogen dan D66 en GroenLinks/PvdA, met concrete voorstellen zoals het fors verlagen van de inkomstenbelasting voor werkenden, het verhogen van het minimumloon, en het zwaarder belasten van grote erfenissen. Dit onderscheidt de SP van partijen die volgens hen slechts "een onsje meer of minder sociaal" willen zijn.
“We verlagen de inkomstenbelasting fors zodat je meer overhoudt van het geld dat jij verdient. Ook verlagen we de btw op basisproducten. Door het minimumloon te verhogen en het minimumjeugdloon af te schaffen zorgen we ervoor dat iedereen die werkt een inkomen krijgt waar je goed van kunt leven.”
“Tachtig procent van de erfenissen voor kinderen zijn kleiner dan honderdduizend euro, wij willen dat je dit bedrag belastingvrij kunt doorgeven aan je kinderen... dat gaan we zwaarder belasten zodat enorme ongelijkheid niet meer van generatie op generatie wordt overgedragen.”
De SP wil de marktwerking in zorg, energie en andere publieke sectoren volledig terugdraaien, waar D66 en GroenLinks/PvdA doorgaans kiezen voor regulering of gemengde modellen. De SP pleit voor nationalisatie en publieke zeggenschap als harde voorwaarde voor betaalbaarheid en solidariteit.
“De SP nationaliseert de energievoorzieningen en maakt ze daarmee weer betaalbaar én duurzaam, met publieke zeggenschap en solidariteit als uitgangspunt.”
“De EU is van een Europees vredesproject verworden tot een neoliberaal instrument van het bedrijfsleven. De SP wil af van een Europa dat werkt voor het kapitaal en naar een sociale unie.”
De SP onderscheidt zich door het pleidooi voor gratis en universele toegang tot basisvoorzieningen als openbaar vervoer, schoolmaaltijden en kinderopvang, waar D66 en GroenLinks/PvdA vaak kiezen voor inkomensafhankelijke regelingen of gedeeltelijke subsidies.
“We zorgen voor een gratis, gezond ontbijt én lunch op alle basisscholen.”
“We maken ons hard voor openbaar vervoer dat niemand uitsluit door de omvang van hun portemonnee. De reis naar werk, familie en zorg is belangrijk... Daarom moet het openbaar vervoer zo snel mogelijk vrije toegang bieden.”
“Met gratis kinderopvang is er altijd mogelijkheid om werk en kinderen te combineren...”
De SP keert zich expliciet tegen de militarisering van Nederland en de EU, en tegen het overhevelen van zeggenschap naar Europese instituties, waar D66 en GroenLinks/PvdA juist vaak voorstander zijn van Europese samenwerking en defensie-uitgaven.
“Dit leidt nu al en zal nog meer leiden tot bezuinigingen op onze zorg, onderwijs en sociale zekerheid. Partijen die anders beweren, houden de mensen in het land voor de gek.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma