De PVV is uitgesproken voor het uitsluiten van bepaalde groepen van deelname of rechten in Nederland, met name gericht op asielzoekers, mensen met een dubbele nationaliteit, en immigranten uit islamitische landen. Hun programma bevat concrete voorstellen voor een totale asielstop, het uitzetten van bepaalde groepen, het beëindigen van procedures en het intrekken van verblijfsrechten. De kern van hun visie is het beschermen van de Nederlandse identiteit en het stellen van Nederlanders op de eerste plaats, door wettelijke en beleidsmatige uitsluiting van specifieke groepen.
De PVV wil alle asielzoekers aan de grens weigeren, asielprocedures stoppen en opvanglocaties sluiten. Dit beleid is bedoeld om immigratie volledig te blokkeren en Nederland te reserveren voor Nederlanders, waarbij expliciet wordt gekozen voor uitsluiting van asielzoekers en immigranten uit islamitische landen.
“Totale asielstop: alle asielzoekers worden aan de grens geweigerd (artikel 72 VWEU)”
“Wij sluiten de grenzen. Wij sluiten azc’s. Wij voeren een totale asielstop in. We gaan immigratie uit islamitische landen stoppen.”
“Noodwet: behandelstop op asielaanvragen en geen procedures meer tegen afwijzen”
“Geen immigratie uit islamitische landen”
“Geen enkel azc er mee bij. We gaan azc’s sluiten: alle gemeentelijke besluiten tot de opening, verlenging of uitbreiding van azc’s worden ingetrokken.”
De PVV stelt voor om vreemdelingen en mensen met een dubbele nationaliteit die veroordeeld zijn voor een misdrijf, direct uit te zetten of hun Nederlanderschap af te nemen. Dit beleid is expliciet gericht op het uitsluiten van deze groepen uit de Nederlandse samenleving na strafbaar gedrag.
“Vreemdelingen (waaronder statushouders) worden na veroordeling voor één misdrijf – na het uitzitten van de straf en intrekking van de verblijfsstatus – direct uitgezet”
“Mensen met een dubbele nationaliteit die zijn veroordeeld voor één ernstig misdrijf, worden na het uitzitten van de straf gedenaturaliseerd en moeten Nederland verlaten”
“Statushouders die frauderen (zoals illegale onderverhuur), op vakantie gaan naar het land van herkomst of werk of een woning weigeren, raken direct hun verblijfsvergunning kwijt”
“Verbod dubbele nationaliteit: schrappen uitzonderingsgronden”
De PVV wil internationale verdragen opzeggen die het uitsluiten van bepaalde groepen verhinderen, zoals het VN-Vluchtelingenverdrag en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dit is bedoeld om juridische barrières voor uitsluiting te verwijderen.
“Opzeggen VN-Vluchtelingenverdrag, Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, Europees Verdrag inzake Nationaliteit en andere verdragen die ons dwarsbomen”
De PVV stelt voor om immigratie uit islamitische landen te stoppen en islamitische uitingen te verbieden, waarmee zij expliciet groepen op basis van religie uitsluiten van deelname aan de Nederlandse samenleving.
De VVD vindt dat organisaties die integratie, democratie of de rechtsstaat ondermijnen, uitgesloten moeten worden van subsidies, dialoog en zelfs verboden kunnen worden. De partij wil wettelijke mogelijkheden verruimen om organisaties met een radicale, antidemocratische of extremistische ideologie uit te sluiten van maatschappelijke participatie en financiering, en waar nodig te verbieden.
De VVD wil organisaties die radicalisering, antidemocratische of extremistische ideologieën verspreiden, expliciet kunnen verbieden en uitsluiten van subsidies en maatschappelijke dialoog. Dit geldt voor zowel religieuze als politieke stromingen die de integratie of de rechtsstaat ondermijnen. De partij ziet dit als noodzakelijk om de vrije samenleving en democratische waarden te beschermen.
“De VVD wil dat de overheid alle juridische ruimte benut, en waar nodig verruimt, om organisaties die een radicale, antidemocratische ideologie verspreiden te kunnen verbieden. Organisaties die terrorisme verheerlijken worden verboden.”
“Organisaties die integratie tegengaan zijn geen gesprekspartners meer in de maatschappelijke dialoog om integratiebeleid te maken.”
“Als dit het geval is wordt de subsidie ingetrokken. Organisaties die integratie tegengaan zijn geen gesprekspartners meer in de maatschappelijke dialoog om integratiebeleid te maken.”
“We sluiten de geldkraan voor intolerantie: We gaan met de stofkam door subsidieregelingen. We toetsen of organisaties de integratie van nieuwkomers belemmeren. Als dit het geval is wordt de subsidie ingetrokken.”
“We onderzoeken of vrouwenhaat kan worden aangemerkt als extremisme, zoals recent in het VK is gebeurd.”
“We passen artikel 2:20 van het Burgerlijk Wetboek aan. Zo wordt het naar Duits voorbeeld sneller mogelijk een vereniging of organisatie zoals Samidoun, de PFLP en andere antirechtsstatelijke, anti-LHBTIQ+ en antisemitische organisaties te ontbinden en verboden te verklaren.”
De VVD wil dat religieuze en maatschappelijke organisaties transparant zijn over hun financiering en stelt een maximum aan buitenlandse overheidsfinanciering. Organisaties die met hun financiering de rechtsstaat ondermijnen, worden uitgesloten van financiering en kunnen verboden worden.
“Religieuze organisaties mogen in de toekomst niet voor meer dan 50% financieel afhankelijk zijn van buitenlandse overheden.”
“Religieuze en maatschappelijke instellingen zoals moskeeën en weekendscholen moeten transparant zijn over hun financiering en deze moet worden stopgezet als blijkt dat daarmee onze rechtsstaat wordt ondermijnd. Als de ondermijning niet stopt wordt de organisatie op grond van artikel 2:20 Burgerlijk Wetboek verboden.”
50PLUS wil het recht op asiel en opvang in Nederland beperken door duidelijke criteria te stellen en procedures te versnellen, zodat mensen zonder recht op verblijf sneller kunnen worden uitgesloten. De partij pleit voor een streng migratiebeleid met een maximum aan instroom, uitsluiting van economische vluchtelingen en personen uit veilige landen, en het intrekken van opvangrechten na definitieve afwijzing. Hun visie is dat alleen mensen die daadwerkelijk recht hebben op asiel in Nederland mogen blijven, terwijl anderen worden uitgesloten en teruggestuurd.
50PLUS wil partijen (individuen) zonder recht op asiel expliciet uitsluiten van opvang en verblijf in Nederland. Dit betreft economische vluchtelingen, personen uit veilige landen, en asielzoekers die crimineel gedrag vertonen. Het doel is om het systeem te ontlasten en alleen bescherming te bieden aan wie daar wettelijk recht op heeft.
“Geen recht op asiel voor economische vluchtelingen of personen uit veilige landen.”
“Het beperken van de instroom tot een afgesproken maximum.”
“Overlastgevende asielzoekers met criminele activiteiten gaan naar aparte opvanglocaties en verspelen hun recht op asiel.”
“Mensen die geen recht op asiel hebben, worden teruggestuurd, met respect voor hun waardigheid.”
“Geen recht op opvang na definitieve afwijzing.”
Om uitsluiting van niet-rechthebbenden te versnellen, wil 50PLUS toelatingsprocedures stroomlijnen en het aantal beroepsmogelijkheden wettelijk beperken. Zo wordt sneller duidelijk wie mag blijven en wie wordt uitgesloten.
FVD stelt dat het huidige politieke systeem in Nederland wordt gedomineerd door een gesloten partijkartel dat afwijkende visies en nieuwe partijen systematisch buitensluit. Om dit te doorbreken, wil FVD onder meer bindende referenda invoeren, bestuurders rechtstreeks laten kiezen, partijpolitieke benoemingen stoppen en subsidies aan activistische organisaties beëindigen. Hun kernvisie is dat de macht terug moet naar de burger en dat het politieke speelveld open en transparant moet zijn, zodat uitsluiting van partijen en ideeën wordt tegengegaan.
FVD wil de macht van gevestigde partijen doorbreken door burgers direct invloed te geven via bindende referenda en het rechtstreeks kiezen van bestuurders. Dit moet voorkomen dat een kleine politieke elite andere partijen of ideeën kan uitsluiten van invloed.
“We voeren bindende referenda in naar Zwitsers model, zodat u direct zelf kunt beslissen over belangrijke kwesties. Burgemeesters en andere bestuurders worden niet langer benoemd door een kleine kring, maar rechtstreeks gekozen.”
“We laten burgemeesters en Commissarissen van de Koning direct door de bevolking kiezen, zodat bestuurders verantwoording afleggen aan de kiezer in plaats van aan politieke partijen.”
FVD stelt dat het partijkartel zichzelf in stand houdt door partijpolitieke benoemingen en een gesloten netwerk van subsidies en adviesraden. Door deze praktijken te stoppen, wil FVD uitsluiting van nieuwe partijen en ideeën tegengaan.
“We breken het partijkartel open, stoppen partijpolitieke benoemingen en zorgen dat nieuwe ideeën en talenten weer een kans krijgen.”
“In ons land vormen de gevestigde partijen een gesloten partijkartel. Een kleine groep bestuurders rouleert al decennia in dezelfde functies, schuift elkaar baantjes toe en schermt de macht af voor nieuw talent en frisse ideeën.”
FVD wil dat de overheid stopt met het subsidiëren van organisaties die volgens hen een uitgesproken politieke agenda hebben, omdat dit leidt tot uitsluiting van kritische of onafhankelijke initiatieven.
“We stoppen alle subsidies voor organisaties die proefprocessen voeren tegen de staat. Ook niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) krijgen geen subsidie meer.”
“Organisaties die nauwe banden hebben met de gevestigde politiek, ontvangen structureel financiering, terwijl kritische of onafhankelijke initiatieven geen kans maken.”
FVD vindt dat de publieke omroep te eenzijdig is en afwijkende geluiden uitsluit. Ze willen een pluriform medialandschap waarin alle meningen gehoord worden.
“De publieke media zijn in ons land teveel verstrengeld geraakt met de gevestigde politiek... Kritische of afwijkende geluiden worden nauwelijks gehoord, terwijl juist de publieke omroep — gefinancierd met belastinggeld — de taak heeft álle Nederlanders te vertegenwoordigen.”
D66 verwerpt het uitsluiten van mensen of groepen op basis van afkomst, geloof, huidskleur, seksuele oriëntatie, genderidentiteit of andere persoonlijke kenmerken. De partij pleit voor een inclusieve samenleving waarin gelijke behandeling en het doorbreken van alle vormen van discriminatie centraal staan, onder meer via een nieuwe brede Antidiscriminatiewet en actieve verplichtingen voor organisaties om uitsluiting te voorkomen.
D66 wil alle vormen van uitsluiting en discriminatie wettelijk aanpakken door een nieuwe, brede Antidiscriminatiewet in te voeren. Deze wet moet álle vormen van discriminatie bestrijken en organisaties verplichten actief uitsluiting te voorkomen. Het doel is een samenleving waarin niemand wordt buitengesloten, ongeacht achtergrond of identiteit.
“D66 wil daarom een nieuwe, brede Antidiscriminatiewet waar álle vormen van discriminatie onder vallen.”
“Deze Antidiscriminatiewet bevat ook actieve verplichtingen om discriminatie te voorkomen. Deze gelden zowel voor publieke als private organisaties – denk aan scholen, werkgevers, verhuurders en gemeentes.”
D66 stelt expliciet dat niemand mag worden uitgesloten op basis van afkomst, geloof, huidskleur, seksuele oriëntatie, genderidentiteit, beperking of andere persoonlijke kenmerken. Dit principe is leidend in het hele programma en vormt de basis voor hun beleid tegen uitsluiting.
“D66 wil alle vormen van uitsluiting, racisme en discriminatie doorbreken: of het nu gaat om afkomst of geloof (jodenhaat of moslimhaat), huidskleur (zoals anti-zwart of anti-Aziatisch racisme), leeftijd, armoede, beperking, neurodiversiteit (zoals ADHD of autisme), seksuele oriëntatie of genderidentiteit (queerhaat) of omdat iemand een vrouw is.”
“Emancipatie en inclusie zijn geen bijzaak; ze zijn het uitgangspunt voor alles wat we doen. Want wie we ook zijn, hoe we er ook uitzien, van wie we ook houden, wat we ook geloven: iedereen moet zichzelf kunnen zijn en dromen na kunnen jagen.”
D66 erkent dat sommige mensen om meerdere redenen tegelijk worden buitengesloten en wil daar specifiek beleid op voeren. Dit betekent dat het tegengaan van uitsluiting niet alleen per kenmerk gebeurt, maar ook voor mensen die op meerdere vlakken tegelijk worden geraakt.
De Partij voor de Dieren (PvdD) verzet zich principieel tegen het uitsluiten van partijen of groepen op basis van afkomst, religie, etniciteit of andere discriminerende gronden. Zij benadrukken het belang van een inclusieve samenleving waarin iedere vorm van discriminatie wordt afgewezen en grondrechten voor iedereen worden gewaarborgd. Uitsluiting op basis van identiteit wordt expliciet afgekeurd; de partij pleit juist voor gelijke behandeling en het bestrijden van institutionele discriminatie.
De PvdD vindt dat iedereen eerlijk en gelijkwaardig behandeld moet worden, ongeacht afkomst, religie, kleur of andere kenmerken. Uitsluiting van partijen of groepen op dergelijke gronden wordt afgewezen; discriminatie in welke vorm dan ook is volgens de partij verwerpelijk. Dit standpunt is fundamenteel voor hun visie op een rechtvaardige samenleving.
“De Partij voor de Dieren staat voor een samenleving waarin iedereen eerlijk en gelijkwaardig wordt behandeld. Een samenleving waarin het niet uitmaakt waar je wieg heeft gestaan, wat je achternaam is, welke kleur je hebt of welke godsdienst je aanhangt.”
“Bij discriminatie maken we geen onderscheid in de ernst ervan: elke vorm van discriminatie is verwerpelijk.”
“We verzetten ons tegen discriminatie, moslimhaat en antisemitisme. Kortom: een samenleving waarin ieders grondrechten worden gerespecteerd ongeacht de politieke windrichting.”
De partij erkent dat institutionele discriminatie structureel aanwezig is bij de overheid en in de samenleving. Zij pleit voor wettelijke kaders, onafhankelijk toezicht en het bestrijden van alle vormen van uitsluiting, ook door overheidsinstanties. Dit betekent dat uitsluiting van partijen of groepen door instituties actief moet worden tegengegaan.
“Patronen van institutionele discriminatie zijn helaas structureel aanwezig bij de overheid en bij de uitvoering van de taken van de overheid.”
“Discriminatie is zichtbaar en onzichtbaar verweven in onze instituten, in hoe we werken, hoe we onderwijs...”
“Er moeten wettelijke kaders komen waaraan het TOOI moet voldoen en er moet onafhankelijk toezicht komen zodat grondrechten van burgers gewaarborgd blijven.”
BVNL is uitgesproken voor het uitsluiten van bepaalde organisaties, partijen en groepen van overheidssteun, invloed en deelname aan het publieke domein. De partij wil subsidies en ANBI-status intrekken van activistische NGO’s, religieuze uitingen in de publieke ruimte verbieden, en deelname aan supranationale, ondemocratische organisaties door bewindspersonen verbieden. BVNL stelt deze maatregelen voor om de invloed van niet-democratische, activistische of buitenlandse partijen op het Nederlandse beleid en samenleving te minimaliseren.
BVNL wil dat NGO’s en activistische organisaties die tegen de Nederlandse staat procederen of mensenhandel faciliteren, worden uitgesloten van subsidie en hun ANBI-status verliezen. Dit is bedoeld om te voorkomen dat organisaties die volgens BVNL het nationale belang schaden, met publiek geld worden ondersteund.
“NGO’s en activistische clubs zoals Greenpeace, Milieu Defensie, Extinction Rebellion en organisaties die mensenhandel stimuleren en/of procederen tegen de Nederlandse Staat krijgen geen subsidie meer en verliezen hun ANBI status. Loterijen die dergelijke actiegroepen financieel ondersteunen verliezen hun vergunning.”
BVNL wil religieuze diensten en uitingen, zoals de azan, in de publieke ruimte verbieden en overheidsdiensten verbieden om iftars te organiseren. Dit standpunt is bedoeld om de scheiding tussen kerk en staat te waarborgen en religieuze invloed uit het publieke domein te weren.
BVNL wil dat ministers, staatssecretarissen en andere bestuurders geen lid mogen zijn van politieke, ondemocratische supranationale organisaties zoals het World Economic Forum (WEF), en dat Nederland geen geld meer geeft aan dergelijke organisaties. Dit is bedoeld om buitenlandse en niet-democratische invloed op het Nederlandse beleid uit te sluiten.
“Ministers, Staatssecretarissen en andere provinciale of lokale bestuurders mogen geen lid meer zijn van politieke, ondemocratische supranationale organisaties, zoals het World Economic Forum (WEF). Nederland geeft ook geen geld meer aan dit soort organisaties.”
BVNL wil salafisme en jihad in alle vormen in Nederland verbieden. Dit standpunt is bedoeld om extremistische ideologieën uit te sluiten van de Nederlandse samenleving.
“Salafisme en jihad - in alle vormen - moeten verboden worden in Nederland.”
DENK is uitgesproken tegen elke vorm van uitsluiting en discriminatie, en positioneert zichzelf als het schild tegen partijen die volgens hen aanzetten tot uitsluiting, met name extreemrechtse partijen. Ze pleiten voor het expliciet uitsluiten van partijen met fascistische of extreemrechtse ideeën uit de macht en willen dit juridisch en politiek verankeren, onder andere door antifascisme in de Grondwet op te nemen.
DENK stelt dat partijen met extreemrechtse of fascistische ideeën uitgesloten moeten worden van regeringsdeelname en invloed, omdat zij de rechten van minderheden en de democratische rechtsstaat bedreigen. Dit wordt als een fundamentele rode lijn gepresenteerd, waarbij DENK zichzelf als de enige consequente tegenkracht positioneert. Ze willen deze uitsluiting ook grondwettelijk vastleggen.
“Tijdens de komende verkiezingen moeten we er alles aan doen om DENK zo sterk mogelijk te maken. Want DENK is hét schild dat ons beschermt tegen de politiek van uitsluiting.”
“Op 29 oktober moeten we een rode lijn trekken tegen alle uitwassen van de huidige politiek: Nooit meer is nu!”
“De politieke partijen die deze regering mogelijk hebben gemaakt hebben een gevaarlijke weg geopend van de normalisatie van het fascistische gedachtegoed van Wilders.”
“Want het is alleen DENK dat zich vanaf het begin consequent heeft verzet tegen de extreemrechtse regering.”
“Antifascisme in de Grondwet. Nooit meer is nu: in de Grondwet wordt expliciet opgenomen dat Nederland het fascisme en extreemrechtse politiek afwijst en kiest voor een pluriforme rechtsstaat waarin iedereen gelijkwaardig is.”
GroenLinks-PvdA wil actief partijen en bedrijven uitsluiten van deelname aan overheidsopdrachten en aanbestedingen als zij zich schuldig maken aan discriminatie of seksisme. Daarnaast pleit de partij voor het weren van private equity uit het beheer van Verenigingen van Eigenaren (vve’s) om misbruik en excessieve winstbejag te voorkomen. Deze voorstellen zijn concreet gericht op het uitsluiten van ongewenste partijen uit specifieke maatschappelijke en economische processen.
GroenLinks-PvdA wil bedrijven en organisaties die zich schuldig maken aan (stage)discriminatie en seksisme uitsluiten van overheidsopdrachten en vergunningen. Dit moet bijdragen aan een veilig werkklimaat en gelijke kansen.
“Bedrijven en organisaties die zich schuldig maken aan (stage)discriminatie en seksisme krijgen stevige boetes en worden uitgesloten van overheidsopdrachten.”
“Vergunningen voor uitzendbureaus die discrimineren worden ingetrokken.”
De partij wil private equity weren uit het beheer van Verenigingen van Eigenaren (vve’s) om woningbezitters te beschermen tegen excessieve prijsverhogingen en winstbejag.
“We beschermen woningbezitters en weren private equity uit vve’s.”
Volt vindt dat politieke partijen aan democratische minimumeisen moeten voldoen en wil een einde maken aan eenmanspartijen zonder leden met stemrecht. Als uiterste redmiddel moet het mogelijk zijn om partijen te verbieden, maar Volt pleit voor een waarschuwende escalatieladder in plaats van een alles-of-niets partijverbod. Hun visie is gericht op het versterken van de democratie door interne partijdemocratie te eisen en zorgvuldig om te gaan met het uitsluiten van partijen.
Volt wil dat politieke partijen alleen mogen meedoen als ze intern democratisch zijn georganiseerd, bijvoorbeeld door verplichte leden en stemrecht voor leden. Dit voorkomt eenmanspartijen en waarborgt dat partijen daadwerkelijk representatief en open zijn. Het adresseren van dit probleem moet de democratie versterken en uitsluiting van niet-democratische partijen mogelijk maken.
“We versterken de Nederlandse democratie door in de Wet Politieke Partijen op te nemen dat politieke partijen intern aan democratische minimumeisen moeten voldoen. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid voor mensen om lid te worden van een politieke partij en stemrecht voor die leden.”
“We versterken de democratie door in de wet op te nemen dat politieke partijen aan democratische eisen moeten voldoen. Geen eenmanspartijen meer zonder leden met stemrecht.”
Volt vindt dat het mogelijk moet zijn om politieke partijen te verbieden, maar alleen als laatste optie. Ze zijn kritisch op het huidige voorstel van een partijverbod omdat het te absoluut is, en pleiten voor een stapsgewijze, waarschuwende aanpak (escalatieladder) om zorgvuldig met uitsluiting om te gaan.
“Als uiterste redmiddel moet het volgens Volt mogelijk zijn om politieke partijen te verbieden. Door alleen een partijverbod op te nemen in het wetsvoorstel Wet politieke partijen introduceert het kabinet een politiek kernwapen. Dat zal vanwege zijn alles-of-niets-aard nooit gebruikt worden. Volt wil daarom dat een waarschuwende escalatieladder in deze wet wordt opgenomen.”
BBB wil de invloed van politieke partijen op benoemingen binnen belangrijke instituties zoals de Raad van State verminderen door transparantere en meer parlementair gecontroleerde procedures. Ze pleiten voor het beperken van interne politieke kleuring en het vergroten van transparantie, zodat partijen minder directe invloed hebben op benoemingen.
BBB wil het benoemingsproces van leden en staatsraden van de Raad van State herzien om politieke invloed te beperken. Door aansluiting te zoeken bij de benoemingsprocedure van de Hoge Raad, wordt de rol van de Tweede Kamer vergroot en wordt de directe invloed van partijen op voordrachten verminderd. Dit moet leiden tot minder politieke kleuring en meer transparantie bij benoemingen.
“Om interne politieke kleuring te verminderen en transparantie te vergroten, herijken we dit proces. Om dat te doen, zoekt BBB aansluiting bij de benoemingsprocedure van de leden van de Hoge Raad.”
“De Hoge Raad stuurt een lijst van aanbeveling met zes kandidaten naar de voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal. De Tweede Kamer draagt vervolgens drie van deze zes kandidaten voor aan de regering.”
BIJ1 is uitgesproken tegen het uitsluiten van mensen of groepen op basis van afkomst, religie, gender, of andere identiteitskenmerken, en pleit juist voor radicale gelijkwaardigheid en inclusie. Het programma bevat geen voorstellen om politieke partijen uit te sluiten, maar wil wel organisaties en groepen verbieden die racistisch gedachtegoed verspreiden. Uitsluiting wordt afgewezen als middel voor sociale cohesie; verbinding en inclusie staan centraal.
BIJ1 wil organisaties die racistisch gedachtegoed verspreiden of uitwisselen verbieden en ontbinden, als onderdeel van hun strijd tegen racisme en discriminatie. Dit raakt aan het uitsluiten van partijen of groepen die zich schuldig maken aan racisme, maar is niet gericht op reguliere politieke partijen tenzij zij aan deze criteria voldoen.
“Ook verbieden en ontbinden we organisaties die racistisch gedachtegoed uitwisselen en verspreiden.”
De partij verwerpt het idee dat sociale cohesie ontstaat door het uitsluiten van groepen of mensen, en benadrukt dat verbinding en gezamenlijke verantwoordelijkheid de basis moeten zijn.
“sociale cohesie is geen eenrichtingsverkeer en ontstaat niet door uitsluiting, maar door verbinding – door de bereidheid van mensen met een verschillende achtergrond om elkaar te ontmoeten en samen te bouwen aan een rechtvaardige toekomst.”
Het CDA wil politieke partijen niet zomaar uitsluiten, maar stelt wel strengere eisen aan hun interne democratie en transparantie. Uitsluiting van partijen wordt niet expliciet genoemd, maar het CDA wil via een nieuwe wet op politieke partijen waarborgen dat alleen partijen met voldoende interne democratie kunnen meedoen. Daarnaast onderzoekt het CDA of een verhoogde kiesdrempel de democratie weerbaarder kan maken, wat indirect tot uitsluiting van kleine partijen kan leiden.
Het CDA vindt dat politieke partijen alleen mogen meedoen aan verkiezingen als ze voldoen aan eisen van interne democratie. Dit moet de betrokkenheid van burgers vergroten en de kwaliteit van het politieke proces waarborgen. Partijen die niet aan deze eis voldoen, kunnen worden uitgesloten van deelname.
“We willen een nieuwe wet op de politieke partijen. Interne partijdemocratie versterkt betrokkenheid van burgers en moedigt aan tot meedoen. Daarom wordt interne partijdemocratie een eis voor politieke partijen.”
Het CDA onderzoekt of het verhogen van de kiesdrempel kan bijdragen aan de weerbaarheid van de democratie. Dit zou kunnen betekenen dat kleine partijen moeilijker toegang krijgen tot het parlement, wat een vorm van uitsluiting is.
“We onderzoeken of een verhoogde kiesdrempel kan bijdragen aan de weerbaarheid van de democratie.”
De ChristenUnie is expliciet tegen het uitsluiten van partijen via een kiesdrempel of districtenstelsel, omdat zij vindt dat ook kleinere groepen politieke inbreng moeten kunnen hebben. De partij benadrukt het belang van een open democratie waarin minderheden ruimte krijgen en politieke partijen intern democratisch georganiseerd zijn.
De ChristenUnie verzet zich tegen het invoeren van een kiesdrempel of districtenstelsel, omdat dit het voor kleinere groepen moeilijker maakt om vertegenwoordigd te worden. Zij vinden dat de kracht van de samenleving afhangt van de ruimte die meerderheden aan minderheden geven.
“We voeren geen districtenstelsel of kiesdrempel in. In een districtenstelsel gaat het meer over poppetjes en minder over inhoud. Een kiesdrempel en districtenstelsel zorgen er bovendien voor dat het moeilijker wordt voor kleinere groepen in de samenleving om een eigen politieke inbreng te hebben. Wij geloven dat je de kracht van een samenleving kunt afmeten aan de ruimte die meerderheden geven aan minderheden.”
De ChristenUnie wil dat politieke partijen leden hebben en intern democratisch georganiseerd zijn, zodat burgers daadwerkelijk betrokken worden bij de politiek. Dit versterkt de legitimiteit van partijen, maar is geen uitsluitingsmechanisme op basis van politieke inhoud.
“Interne partijdemocratie wordt een eis voor politieke partijen. Politieke partijen moeten leden hebben.”
JA21 vindt dat belangenorganisaties alleen namens hun eigen, duidelijk omschreven achterban in rechte mogen optreden en niet langer in het ‘algemeen belang’. Zij willen de wet aanpassen zodat het procederen in het algemeen belang wordt uitgesloten. Dit betekent dat partijen die niet direct en concreet geraakt worden, geen rechtszaken meer kunnen starten namens bredere maatschappelijke belangen.
JA21 wil het mogelijk maken om partijen uit te sluiten van het voeren van rechtszaken als zij niet direct een concreet belang vertegenwoordigen. Dit moet voorkomen dat organisaties in het ‘algemeen belang’ procederen zonder directe betrokkenheid, waarmee volgens JA21 de machtenscheiding en het vertrouwen in de rechtspraak worden versterkt.
“Artikel 3:305a van het Burgerlijk Wetboek en artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht aanpassen: niet meer procederen in het ‘algemeen belang’.”
“Belangenorganisaties kunnen alleen in rechte opkomen voor concrete, particuliere groepsbelangen van hun specifieke achterban, en dan alleen als ze representatief zijn conform de door de Tweede Kamer aangenomen motie-Stoffer/Van der Plas/Eerdmans.”
De SP vindt dat politieke partijen transparant en integer moeten zijn, en wil voorkomen dat partijen door grote bedrijven of buitenlandse donoren worden beïnvloed. Daarom pleit de SP voor het uitsluiten van grote donaties van bedrijven en het verplicht stellen van transparantie over zakelijke belangen en nevenfuncties van politici. Zo wil de SP garanderen dat politieke invloed niet gekocht kan worden en dat partijen uitsluitend het publieke belang dienen.
De SP wil politieke partijen uitsluiten van grote donaties door bedrijven of buitenlandse geldstromen, om te voorkomen dat het grote geld politieke invloed koopt. Alleen natuurlijke personen mogen nog doneren, en sluiproutes in de wetgeving worden gesloten. Dit moet de integriteit van het politieke proces waarborgen.
“Grote donaties vanuit het bedrijfsleven stoppen we. Voortaan kunnen alleen natuurlijke personen doneren aan politieke partijen. De huidige wetgeving bevat te veel mazen en geitenpaadjes die het mogelijk maken om aanzienlijke geldbedragen te doneren aan politieke partijen, ook vanuit het buitenland. Deze sluiproutes moeten gedicht worden. Politieke invloed dien je niet te kopen.”
Om belangenverstrengeling te voorkomen en transparantie te vergroten, wil de SP een verplicht lobbyregister en een verbod op commerciële nevenfuncties voor Kamerleden. Politici moeten hun zakelijke belangen inzichtelijk maken, zodat duidelijk is dat zij alleen het publieke belang dienen.
“Door transparantie verplicht te stellen voorkomen we dat het grote geld politieke invloed koopt in ons land. Dat bereiken we onder andere door een verplicht lobbyregister en een verbod op draaideurfuncties. Bij aantreden moeten ministers en staatssecretarissen inzicht geven over hun zakelijke belangen. Voor Tweede Kamerleden komt er een verbod op commerciële nevenfuncties en moeten ook zij inzicht geven in hun zakelijke belangen. Zij dienen enkel het belang van de mensen.”
NSC vindt dat politieke partijen een essentiële rol spelen in de democratie, maar stelt dat er duidelijke minimumeisen moeten komen voor interne partijdemocratie, transparantie en integriteit. Uitsluiting van partijen wordt niet expliciet genoemd, maar NSC wil wel waarborgen dat partijen aan bepaalde democratische en integriteitsnormen voldoen. Het programma bevat geen concrete voorstellen om partijen uit te sluiten, maar pleit voor strengere eisen en toezicht.
NSC wil dat alle politieke partijen aan duidelijke eisen voor transparantie, integriteit en interne democratie voldoen, zodat inspraak en tegenspraak binnen partijen gewaarborgd zijn. Dit is bedoeld om de kwaliteit van de parlementaire democratie te versterken en misstanden te voorkomen, maar het programma noemt geen expliciete uitsluitingsmechanismen voor partijen.
“We steunen de Wet op de Politieke Partijen, die duidelijke eisen stelt aan transparantie en integriteit. Daarnaast moeten er ook minimumeisen komen voor interne partijdemocratie om voldoende inspraak en tegenspraak te organiseren.”
De SGP vindt dat het uitsluiten of verbieden van partijen alleen mogelijk moet zijn bij daadwerkelijke, ernstige bedreigingen van de democratische rechtsstaat, zoals het aanzetten tot gewelddadig omverwerpen. Uitsluiting op basis van opvattingen over bepaalde beginselen is volgens de SGP onwenselijk. De partij pleit voor een strikte en terughoudende benadering bij partijverboden.
De SGP stelt dat een partijverbod wegens opvattingen over bepaalde beginselen van de democratische rechtsstaat onwenselijk is. Alleen als er sprake is van daadwerkelijke, ernstige bedreigingen van de democratische rechtsstaat zelf, bijvoorbeeld het aanzetten tot gewelddadig omverwerpen, vindt de SGP een verbod toelaatbaar. Hiermee adresseert de partij het risico van politieke uitsluiting op basis van ideologie en benadrukt zij het belang van vrijheid van vereniging, tenzij de democratische orde direct in gevaar is.
“Een partijverbod wegens opvattingen over bepaalde beginselen van de democratische rechtsstaat is onwenselijk. Alleen bij daadwerkelijke, ernstige bedreigingen van de democratische rechtsstaat zelf, bijvoorbeeld het aanzetten tot gewelddadig omverwerpen, is een verbod toelaatbaar.”