D66 noemt het jeugdstrafrecht niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar kiest voor een preventieve en herstelgerichte benadering van jeugdcriminaliteit. De partij wil voorkomen dat jongeren in het strafrecht terechtkomen door te investeren in preventie, samenwerking tussen school, zorg en politie, en door alternatieven te bieden voor korte celstraffen. D66 pleit voor een systeem waarin jongeren sneller duidelijkheid krijgen over hun zaak en waar de nadruk ligt op terugkeer in de samenleving.
D66 vindt dat korte celstraffen vaak meer kwaad dan goed doen, ook voor jongeren, en wil daarom alternatieven zoals langere taakstraffen of elektronische detentie mogelijk maken. Dit moet bijdragen aan een betere terugkeer in de samenleving en het aanpakken van het cellentekort.
“D66 kiest voor slimmer straffen. Korte celstraffen – driekwart van de detenties duurt korter dan drie maanden – maken vaak meer kapot dan de straf rechtvaardigt. Daarom bieden we rechters de mogelijkheid om te kiezen voor langere taakstraffen of elektronische detentie. Dat is beter voor een goede terugkeer in de samenleving en we pakken het cellentekort aan, zodat zwaardere criminelen hun straf volledig uitzitten.”
D66 legt de nadruk op preventie en samenwerking tussen verschillende partijen om te voorkomen dat jongeren in het strafrecht terechtkomen. De partij wil investeren in de sociale basis, opvoedondersteuning en samenwerking tussen school, zorg en politie.
D66 vindt dat het te lang duurt voordat er duidelijkheid is voor slachtoffers en daders, en wil daarom de doorlooptijden in het strafproces drastisch verminderen. Dit geldt ook voor jongeren die met het strafrecht in aanraking komen.
“Tussen een aangifte bij de politie en uitspraak door de rechter zit te veel tijd. Daarom verminderen we doorlooptijden drastisch, zodat slachtoffers sneller duidelijkheid krijgen en daders sneller hun straf.”
GroenLinks-PvdA noemt het jeugdstrafrecht niet expliciet, maar hun visie op jeugd en straf is gericht op preventie, het voorkomen van criminaliteit onder jongeren en het beperken van vrijheidsbeperkende maatregelen. De partij zet in op het versterken van preventieve jeugdaanpak, het afbouwen van gesloten jeugdzorg en het centraal stellen van het gezin, met nadruk op hulp en begeleiding in plaats van repressie.
GroenLinks-PvdA wil voorkomen dat jongeren in het jeugdstrafrecht terechtkomen door te investeren in preventie, jongerenwerk en het vroeg signaleren van ronseling door criminelen. De focus ligt op het versterken van positieve alternatieven en het ondersteunen van professionals om jeugdcriminaliteit te voorkomen.
“We investeren in de preventieve aanpak van jeugdcriminaliteit door jongerenwerk te versterken en professionals beter toe te rusten om ronseling en uitbuiting vroegtijdig te signaleren.”
“Daarbij versterken we de positieve ervaringen met ‘Preventie met gezag’.”
De partij wil het aantal vrijheidsbeperkende maatregelen voor jongeren minimaliseren en de gesloten jeugdzorg verder afbouwen. Dit betekent minder snel overgaan tot opsluiting en meer inzetten op alternatieven die aansluiten bij de behoeften van jongeren.
“Generieke vrijheidsbeperkende maatregelen willen we zo min mogelijk. We zetten de afbouw van gesloten jeugdzorg voort en bouwen kleinschalige, open alternatieven die aansluiten bij de behoefte van kinderen die tijdelijk niet thuis kunnen wonen.”
GroenLinks-PvdA vindt dat jongeren meer inspraak moeten krijgen in hun behandeling en recht moeten hebben op een vertrouwenspersoon, zodat hun belangen beter worden behartigd binnen het jeugdzorg- en beschermingssysteem.
“Jongeren krijgen meer zeggenschap over hun behandeling en krijgen recht op een vertrouwenspersoon.”
JA21 pleit voor een hardere en meer repressieve aanpak van jeugdcriminaliteit, met nadruk op samenwerking tussen jeugdgevangenissen en defensie om normen, waarden en discipline bij te brengen. Hun visie op het jeugdstrafrecht is gericht op strengere straffen, preventie van ronselen van jongeren door georganiseerde misdaad, en het versterken van normbesef bij jeugdigen.
JA21 wil dat jeugdgevangenissen nauwer gaan samenwerken met defensie om jongeren in detentie normen, waarden en discipline bij te brengen. Dit moet bijdragen aan het voorkomen van recidive en het versterken van het normbesef bij jeugdige delinquenten.
“Samenwerking stimuleren tussen jeugdgevangenissen en defensie door het bijbrengen van normen, waarden en discipline.”
De partij signaleert dat jongeren, vooral in grote steden, steeds vaker worden geronseld door de georganiseerde misdaad. JA21 wil repressieve én preventieve maatregelen om te voorkomen dat kinderen het criminele pad op gaan.
“Ze maakt gezinnen kapot, ronselt kinderen op straat om hen in te zetten als dealers of uithalers, en ruïneert onze winkelstraten van binnenuit.”
“De aanpak van georganiseerde misdaad vraagt om goede samenwerking van overheidsinstanties zoals justitie, jeugdzorg en onderwijs. Maar óók om harde repressieve en preventieve acties: ... tot aan preventie om te voorkomen dat jonge kinderen worden geronseld.”
JA21 wil dat ook jeugdige plegers van ernstige gewelds- en zedendelicten altijd een onvoorwaardelijke gevangenisstraf krijgen, waarmee ze afwijken van het huidige jeugdstrafrecht dat meer ruimte biedt voor alternatieve straffen.
“Altijd een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor plegers van ernstige gewelds- en zedendelicten. Dit geldt ook voor agressie tegen politie, brandweer en hulpverleners.”
BIJ1 pleit voor een radicaal andere benadering van jeugdcriminaliteit, waarbij sociale investeringen en het aanpakken van maatschappelijke oorzaken centraal staan in plaats van repressie en hardere straffen. Het programma benadrukt dat harder straffen niet werkt, zeker niet bij jongeren, en stelt voor om te investeren in collectieve voorzieningen en herstelrecht bij kleine vergrijpen. De partij ziet het jeugdstrafrecht vooral als een sociaal-maatschappelijk vraagstuk, niet als een kwestie van bestraffing.
BIJ1 stelt dat armoede, sociale onzekerheid en maatschappelijke achterstelling belangrijke oorzaken zijn van jeugdcriminaliteit en dat het huidige systeem van harder straffen niet effectief is. In plaats daarvan wil de partij investeren in sociale voorzieningen en preventie, en herstelrecht toepassen bij kleine vergrijpen door jongeren.
“We erkennen de rol die armoede, sociale onzekerheid en maatschappelijke achterstelling spelen in de kansen op een criminele toekomst. Harder straffen is geen succesvolle aanpak om criminaliteit te verminderen, zeker niet onder zulke maatschappelijke omstandigheden.”
“Daarom zijn sociale investeringen hard nodig om te voorkomen dat mensen (vooral jongeren) zich genoodzaakt voelen de criminaliteit in te gaan. Ook onderzoeken we de mogelijkheden om herstelrecht toe te passen bij kleine vergrijpen.”
BIJ1 wil de rol van politie en repressieve handhaving in het jeugdbeleid sterk terugdringen en vervangen door hulpverlening en collectieve voorzieningen, zodat jongeren niet onnodig in aanraking komen met het strafrecht.
“Er wordt geïnvesteerd in hulp voor mensen met onbegrepen gedrag: de politie heeft daarin geen rol.”
BVNL benoemt het probleem van crimineel gedrag onder jongeren, maar doet geen concrete voorstellen voor hervorming of aanpassing van het jeugdstrafrecht zelf. De partij legt de nadruk op het verantwoordelijk stellen van jongeren en hun ouders voor overlast en criminaliteit, en op het hard aanpakken van wapengeweld onder jongeren. Specifieke hervormingen van het jeugdstrafrecht, zoals leeftijdsgrenzen, strafmaat of rechtsgang, worden niet genoemd.
BVNL vindt dat overlastgevende en criminele jongeren, samen met hun ouders, direct verantwoordelijk moeten worden gehouden voor hun gedrag. De partij richt zich op het verhalen van schade en handhavingskosten op de daders en hun gezinnen, waarmee zij een strengere aanpak van jeugdcriminaliteit bepleit zonder het jeugdstrafrecht als zodanig te benoemen of te hervormen.
BVNL signaleert het probleem van toegenomen messenbezit onder jongeren en pleit voor een harde aanpak hiervan. Dit standpunt richt zich op het bestrijden van wapengeweld binnen de doelgroep jongeren, maar zonder specifieke voorstellen voor het jeugdstrafrecht.
“Wapenbezit bij criminelen, waaronder het toegenomen messenbezit onder jongeren wordt keihard aangepakt.”
De Partij voor de Dieren noemt het jeugdstrafrecht niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen die direct het jeugdstrafrecht hervormen of benoemen. Wel pleit de partij in algemene zin voor een strafrecht dat gericht is op herstel en preventie, met nadruk op het voorkomen van criminaliteit bij jongeren door kansenongelijkheid aan te pakken en korte gevangenisstraffen te ontmoedigen.
De PvdD wil het strafrecht, ook voor jongeren, meer richten op herstel en preventie in plaats van bestraffing. Ze pleiten voor het voorkomen van criminaliteit door te investeren in kansen voor jongeren en het uitbreiden van niet-vrijheidsbenemende straffen. Hoewel het jeugdstrafrecht niet expliciet wordt genoemd, zijn deze voorstellen relevant voor jongeren die met het strafrecht in aanraking komen.
“Het voorkomen van criminaliteit wordt een prioriteit. Er wordt daarom geïnvesteerd in kansengelijkheid en aandacht voor de oorzaken van criminaliteit. Lokale overheden krijgen meer budget voor gerichte ondersteuning aan ouders met kinderen die dreigen af te glijden, bij voorkeur door professionals in wie de jongeren in kwestie zich kunnen herkennen.”
“We hervormen het strafrecht met het oog op herstel en preventie. Korte gevangenisstraffen worden ontmoedigd, omdat ze leiden tot meer recidive. Rechters motiveren voortaan expliciet wanneer ze toch zo’n straf opleggen. Niet-vrijheidsbenemende straffen zoals taakstraffen en elektronische detentie worden uitgebreid en beter benut.”
De VVD wil het jeugdstrafrecht aanzienlijk strenger maken door maximale straffen te verhogen en rechters meer ruimte te geven om het volwassenenstrafrecht toe te passen op jongeren die ernstige misdrijven plegen. Daarnaast pleit de partij voor het omzetten van jeugd-tbs naar volwassenen-tbs als jongeren blijvend een risico vormen. De VVD ziet strengere straffen en meer maatwerk als noodzakelijk om zware jeugdcriminaliteit effectiever te bestrijden.
De VVD wil het jeugdstrafrecht aanscherpen door de maximale straffen te verhogen en rechters meer mogelijkheden te geven om het volwassenenstrafrecht toe te passen op 16- en 17-jarigen bij zeer ernstige gewelds- of zedenmisdrijven. Hiermee wil de partij voorkomen dat jongeren die zware delicten plegen te licht worden bestraft en de samenleving onvoldoende wordt beschermd.
“Stevige aanpassingen van het jeugdstrafrecht: De maximale straffen gaan omhoog en rechters krijgen meer ruimte om het volwassenenstrafrecht toe te passen op zestien- en zeventienjarigen die zeer ernstige gewelds- of zedenmisdrijven plegen.”
De VVD vindt dat jeugd-tbs moet worden omgezet naar volwassenen-tbs als jongeren na hun jeugd nog steeds een gevaar vormen voor zichzelf of de samenleving. Dit moet voorkomen dat ernstige risico’s onbehandeld blijven zodra de jeugdmaatregel afloopt.
“Jeugd-tbs moet worden omgezet naar volwassenen-tbs als jongeren nog steeds risico’s voor zichzelf en de samenleving vormen.”
NSC benoemt het jeugdstrafrecht niet expliciet, maar hun visie op jongeren en criminaliteit richt zich op preventie, persoonsgerichte aanpak en toekomstperspectief voor jongeren die met criminaliteit in aanraking komen. Ze pleiten voor een netwerkgerichte, preventieve benadering en willen jongeren die strafbare feiten plegen snel weer perspectief bieden, met nadruk op resocialisatie boven bestraffing. Concrete voorstellen over het jeugdstrafrecht als systeem ontbreken, maar de partij kiest duidelijk voor een sociaal-preventieve benadering.
NSC ziet dat jongeren steeds jonger in aanraking komen met criminaliteit en wil dit tegengaan door een persoonsgerichte, preventieve aanpak waarbij het netwerk rond de jongere centraal staat. De partij benadrukt het belang van toekomstperspectief en resocialisatie voor jongeren die al in de criminaliteit zijn beland, in plaats van een louter repressieve benadering.
“Jongeren komen steeds vaker en jonger in aanraking met criminelen. Ze zwichten voor de verleiding van snel geld en plegen daardoor strafbare feiten. Er is een persoonsgerichte, preventieve aanpak nodig met aandacht voor de rol van het hele netwerk rondom de jongere: ouders, scholen, sportverenigingen, politie en bv jongerenwerkers. Het betrekken van ervaringsdeskundigen (zoals ex-gedetineerden) moet worden ingezet voor preventie. Jongeren die wel in de criminaliteit zijn beland, moeten we toekomstperspectief bieden om snel weer op het rechte pad te komen.”
De PVV wil het jeugdstrafrecht fors inperken door bij ernstige zeden- en geweldsdelicten vanaf 14 jaar altijd het volwassenstrafrecht toe te passen. Hiermee beoogt de partij strengere straffen voor minderjarigen die zware misdrijven plegen, vanuit de overtuiging dat het huidige jeugdstrafrecht te mild is voor deze categorie daders.
De PVV vindt dat het huidige jeugdstrafrecht te licht is voor jongeren die ernstige zeden- of geweldsmisdrijven plegen. Door het volwassenstrafrecht vanaf 14 jaar toe te passen bij deze delicten, wil de partij voorkomen dat jonge daders wegkomen met relatief milde straffen en zo de veiligheid vergroten.
“Vanaf 14 jaar altijd volwassenstrafrecht toepassen bij zeden- en geweldsdelicten”
De SP noemt het jeugdstrafrecht niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar benadrukt wel dat jeugdige delinquenten vooral geholpen moeten worden om hun leven op de rails te krijgen. De partij wil dat jeugdgevangenissen gericht zijn op re-integratie en het bieden van perspectief, met nadruk op onderwijs en toekomstkansen voor jongeren. Concrete voorstellen over het jeugdstrafrecht zelf ontbreken.
De SP vindt dat jeugdgevangenissen jongeren moeten helpen om de criminele wereld achter zich te laten, door hen toekomstperspectief te bieden en onderwijs op maat mogelijk te maken. Het doel is recidive te voorkomen en jongeren weer een plek in de maatschappij te geven, in plaats van alleen te straffen.
“De jeugdgevangenis moet jongeren helpen de criminele wereld achter zich te laten. Door perspectief op de toekomst te creëren helpen we hen daarbij. Zo moeten alle jongeren een opleiding kunnen volgen die past bij hun niveau en interesses.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma