JA21 ziet "islamisering" als een bedreiging voor de Nederlandse cultuur en wil de invloed van de islamitische cultuur en instellingen beperken. De partij stelt voor om islamitisch onderwijs en moskeeën strenger te reguleren, buitenlandse financiering te verbieden, en de Nederlandse waarden en cultuur leidend te maken zonder concessies aan islamitische opvattingen. Concrete maatregelen zijn onder meer verscherpt toezicht op islamitisch onderwijs, een boerkaverbod, en het verbieden van buitenlandse financiering van moskeeën.
JA21 beschouwt de groei van islamitische scholen en instellingen als een oorzaak van segregatie en parallelle samenlevingen. De partij wil streng toezicht op islamitisch onderwijs, een debat over het grondwettelijk recht op bijzonder (islamitisch) onderwijs, en het verbieden van buitenlandse financiering van moskeeën. Dit alles om te voorkomen dat islamitische waarden de Nederlandse cultuur ondermijnen.
“Verscherpt toezicht op islamitisch onderwijs.”
“Versterkte gebedsoproepen verbieden via initiatiefwetsvoorstel Eerdmans/Stoffer.”
“Een algeheel boerkaverbod.”
“De bron van radicalisering wegnemen: verbieden van buitenlandse financiering van moskeeën, sluiten van instellingen waar wordt aangezet tot geweld waaronder bijvoorbeeld bepaalde moskeeën en informele islamitische onderwijsinstellingen.”
“Streng toezicht op informele islamitische onderwijsinstellingen”
“JA21 vindt de sterke groei van het aantal islamitische basis- en middelbare scholen een onwenselijke ontwikkeling, want dat draagt bij aan segregatie en aan het ontstaan van parallelle samenlevingen.”
“JA21 staat open voor een debat of in het huidige tijdsgewricht artikel 23 van de Grondwet met betrekking tot islamitisch onderwijs nog gehandhaafd kan blijven.”
JA21 stelt dat de Nederlandse, vrije Westerse cultuur altijd moet prevaleren boven de islamitische cultuur. Er is volgens de partij geen ruimte voor concessies aan islamitische opvattingen die haaks staan op Nederlandse waarden, met name waar het gaat om vrouwenrechten, homorechten en antisemitisme.
“Waar culturen botsen, in de praktijk vaak onze vrije Westerse cultuur en de islamitische cultuur, dan prevaleert de Westerse en is er geen ruimte voor concessies.”
“De islamitische cultuur kent nu eenmaal schadelijke opvattingen over vrouwen, homoseksuelen en joden. Dit moet open en bloot kunnen worden geagendeerd zonder risico op bedreigingen of andere inbreuken op de persoonlijke veiligheid.”
JA21 wil naturalisatie kunnen weigeren bij een vermoeden van een ideologie die haaks staat op de Nederlandse manier van leven, met het oog op het tegengaan van parallelle samenlevingen en islamisering.
“Meer juridische ruimte creëren om naturalisatie af te wijzen bij een gegrond vermoeden van een ideologie die haaks staat op onze manier van leven of het streven naar een parallelle samenleving, vergelijkbaar met afwijzingen op grond van 1F (oorlogsmisdaden en misdaden tegen de vrede of menselijkheid).”
JA21 wil religieuze uitingen, waaronder islamitische symbolen zoals hoofddoekjes, weren bij politie en andere overheidsdienaren, en religieuze bijeenkomsten uit de openbare ruimte houden.
“Geen hoofddoekjes of andere religieuze uitingen bij politie, boa’s en andere overheidsdienaren die een publieke functie bekleden.”
“Handhaving van de strikte scheiding tussen kerk en staat. Dus geen religieuze bijeenkomsten in de openbare ruimte en geen overheidsdienaren bij religieus gerelateerde bijeenkomsten.”
BVNL verzet zich expliciet tegen islamisering in Nederland en pleit voor een strikte scheiding tussen religie en staat. De partij wil religieuze uitingen in de publieke ruimte beperken, buitenlandse invloed op islamitische instellingen verbieden, en stelt harde eisen aan integratie en het tegengaan van radicale stromingen binnen de islam.
BVNL wil religieuze uitingen, waaronder islamitische, uit de publieke ruimte weren om de seculiere staat te waarborgen. Dit betreft onder meer het verbieden van religieuze diensten, de azan, en religieuze symbolen in overheidsgebouwen.
“Geen religieuze diensten en geen azan in de publieke ruimte.”
“De staat is seculier. Dat betekent dat, zoals in Frankrijk, in overheidsgebouwen geen hoofddoeken of anderszins zijn toegestaan.”
“Overheidsdiensten organiseren geen iftars.”
“Ambtenaren in functie bezoeken geen religieuze diensten anders dan voor de handhaving van de orde.”
“De politie is neutraal in haar uitingen, daarom kunnen agenten bijvoorbeeld geen hoofddoek, tulband of keppel dragen.”
De partij wil salafisme, jihadisme en haatzaaien door imams verbieden en optreden tegen buitenlandse financiering van moskeeën en islamitische scholen, om radicalisering en buitenlandse invloed te voorkomen.
BVNL stelt dat immigranten zich moeten aanpassen aan de Nederlandse cultuur en taal, en koppelt rechten aan integratie. Dit wordt gepresenteerd als bescherming tegen het verdwijnen van de Nederlandse identiteit door onder andere islamisering.
“De Nederlandse identiteit, cultuur, burgerschap en daarbij horende kernwaarden moeten worden doorgegeven in het onderwijs.”
“Immigranten die al in Nederland zijn passen zich aan. Dat betekent dat zij de Nederlandse taal leren en bijdragen aan de samenleving.”
“Om de afbraak van Nederland te stoppen moeten we onmiddellijk stoppen met het toelaten van asielzoekers en kansarme migranten en niet accepteren dat onze eigen cultuur verdwijnt ten faveure van culturen en moralen die niet de onze zijn en die onze manier leven en onze waarden bedreigen.”
De VVD ziet "islamisering" als een bedreiging voor de Nederlandse rechtsstaat, vrijheden en integratie, en wil daarom streng optreden tegen invloeden van orthodoxe islam en buitenlandse financiering van islamitische instellingen. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals het beperken van nieuwe islamitische scholen, het verbieden van sharia-invloeden, het strenger controleren van buitenlandse financiering van moskeeën, en het weren van haatpredikers. De kern van hun visie is dat religieuze uitingen en organisaties nooit de Nederlandse waarden, gelijkheid en vrijheid mogen ondermijnen.
De VVD wil de groei van nieuwe islamitische en andere orthodoxe scholen tegengaan, omdat deze volgens hen segregatie en vervreemding bevorderen. Gemeenten krijgen meer zeggenschap en de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen wordt geschrapt.
“Met de komst van de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen is er in ons land een flink aantal bijzondere, en met name Islamitische scholen, bijgekomen. Dit gebeurt regelmatig in weerwil van de wens van een gemeenteraad of burgemeester. Zij maken zich vaak zorgen over segregatie en vervreemding tussen groepen inwoners met de komst van weer een islamitische school.”
“Daarom schrappen we de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen en geven we de gemeenteraad instemmingsrecht bij het oprichten van nieuwe bekostigde scholen.”
De VVD stelt expliciet dat er geen plaats is voor nieuwkomers die shariawetgeving aanhangen en wil dit vastleggen in de participatieverklaring. Orthodoxe religieuze wetten mogen geen leidend uitgangspunt zijn in Nederland.
“Voor nieuwkomers die de shariawetgeving aanhangen is geen plek in Nederland: Wij willen dat nieuwkomers expliciet verklaren dat zij de Nederlandse rechtsstaat en de bijbehorende mensenrechten respecteren. Orthodoxe religieuze wetten, zoals de Sharia, mogen daarbij geen leidend uitgangspunt zijn. Daarom moet dit worden opgenomen in de participatieverklaring.”
De VVD wil voorkomen dat buitenlandse regimes invloed uitoefenen via financiering van moskeeën en religieuze organisaties. Er komt een maximum aan buitenlandse financiering en transparantie wordt verplicht.
“Religieuze organisaties mogen in de toekomst niet voor meer dan 50% financieel afhankelijk zijn van buitenlandse overheden. Zo zorgen we ervoor dat politieke boodschappen van buitenlandse regimes niet kunnen worden doorgedrukt bij religieuze organisaties in Nederland. Zoals nu qua financiering bijvoorbeeld wel het geval is bij de 146 vanuit Turkije bekostigde Diyanet-moskeeën.”
“Religieuze en maatschappelijke instellingen zoals moskeeën en weekendscholen moeten transparant zijn over hun financiering en deze moet worden stopgezet als blijkt dat daarmee onze rechtsstaat wordt ondermijnd.”
De VVD wil haatimams en andere haatpredikers weren en stelt strengere eisen aan buitenlandse geestelijken, inclusief een geaccrediteerde imamopleiding in Nederland.
“Haatimams en andere haatpredikers zijn in Nederland niet welkom. Deze groep wordt uit Nederland geweerd door een zwarte lijst, en wij zetten ons in voor een EU-lijst.”
“Er worden niet automatisch meer tewerkstellingsvergunningen verleend aan buitenlandse geestelijken. Er moet eerst worden aangetoond dat er in Nederland of de EU geen geschikte kandidaten zijn. Om dit juridisch mogelijk te maken komt er een door de overheid geaccrediteerde imamopleiding in Nederland, om imams op te leiden die beter aansluiten bij de geloofsbeleving in de Nederlandse context.”
De VVD wil gebedsoproepen in de openbare ruimte beperken als deze de openbare orde verstoren of integratie tegenwerken.
“Versterkte vocale gebedsoproepen in de openbare ruimte worden in beginsel niet meer toegestaan en verboden.”
“We willen regelen dat gebedsoproepen kunnen worden verboden als deze de openbare orde verstoren, integratie tegenwerken of niet kunnen rekenen op draagvlak in de omgeving.”
De VVD wil subsidies intrekken van organisaties die integratie belemmeren en deze uitsluiten van maatschappelijke dialoog.
“We toetsen of organisaties de integratie van nieuwkomers belemmeren. Als dit het geval is wordt de subsidie ingetrokken. Organisaties die integratie tegengaan zijn geen gesprekspartners meer in de maatschappelijke dialoog om integratiebeleid te maken.”
Het CDA benoemt "islamisering" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar adresseert gerelateerde thema’s als integratie, religieuze invloed en extremisme. De partij zet in op het tegengaan van parallelle samenlevingen, transparantie rond buitenlandse financiering van religieuze instellingen, en het bestrijden van islamitisch extremisme, terwijl ze tegelijkertijd discriminatie van moslims afwijst. Concrete voorstellen richten zich op transparantie, integratieplicht en het weren van extremistische invloeden.
Het CDA wil voorkomen dat buitenlandse invloeden, waaronder mogelijk islamitische, via financiering grip krijgen op Nederlandse religieuze instellingen. Transparantie en een verbod op financiering uit onvrije landen moeten misbruik en ongewenste beïnvloeding tegengaan.
“We introduceren een wettelijke meldplicht voor buitenlandse giften aan stichtingen en religieuze instellingen, met verplichte publicatie van donateurs, bedragen en bestedingsdoelen.”
“We stellen een verbod in op buitenlandse financiering van maatschappelijke of religieuze instellingen uit landen die op de Freedom House-lijst als onvrij staan, tenzij volledige transparantie en toetsing vooraf plaatsvinden.”
Het CDA wil voorkomen dat er parallelle samenlevingen ontstaan en treedt op tegen islamitisch extremisme. Dit gebeurt door het bestrijden van uitingen die de rechtsstaat ondermijnen en het weren van haatpredikers.
“We bestrijden uitingsvormen van een parallelle samenleving, zoals religieuze huwelijken zonder voorafgaand burgerlijk huwelijk. Haatpredikers zijn niet welkom in Nederland.”
“Samenleving en rechtsstaat moeten weerbaar zijn tegen excessen zoals rechts- en linksextremisme, ultraconservatisme, jihadistisch terrorisme en islamitisch extremisme...”
Het CDA ziet succesvolle integratie als essentieel om segregatie en het ontstaan van parallelle gemeenschappen te voorkomen. Taal en actieve deelname aan de samenleving zijn verplicht voor statushouders en arbeidsmigranten.
“Statushouders moeten verplicht inburgeren, anders verliezen ze hun status. Kinderen van statushouders volgen verplichte voor- en vroegschoolse educatie, zodat ze snel meedoen op school. Arbeidsmigranten die hier langer blijven, volgen een taaltraject.”
“Elke statushouder is verplicht in te burgeren en actief mee te doen in de samenleving. Dat kan via taallessen, vrijwilligerswerk en betaald werk.”
Het CDA keert zich expliciet tegen discriminatie van moslims en benadrukt het belang van gelijke behandeling ongeacht religie.
“We treden hard op tegen elke vorm van discriminatie en stereotypering, onder meer van moslims.”
DENK verwerpt het idee van "islamisering" als probleem en richt zich juist op het bestrijden van moslimhaat en het waarborgen van gelijke rechten voor moslims. Hun belangrijkste voorstellen zijn het intrekken van wetten die als islamofoob worden gezien, het wettelijk beschermen van religieuze uitingen (zoals de gebedsoproep en heilige boeken), en het expliciet beschermen van religieuze vrijheden voor moslims. DENK positioneert zich als verdediger van religieuze gelijkwaardigheid en bestrijdt actief discriminatie tegen moslims.
DENK stelt dat bestaande wetten en beleidsmaatregelen moslims onterecht beperken en discrimineren. Zij willen deze wetten direct intrekken om gelijke behandeling te waarborgen en moslimhaat tegen te gaan. Dit standpunt adresseert het idee dat "islamisering" bestreden moet worden met restricties; DENK draait dit om en wil juist bescherming en gelijkwaardigheid.
“Islamofobe pestwetten worden per direct ingetrokken. Dit geldt bijvoorbeeld voor de wet die informeel onderwijs onder toezicht stelt, het niqaabverbod en de wet toezicht op maatschappelijke organisaties.”
DENK wil dat islamitische religieuze uitingen, zoals de gebedsoproep en het bezit van heilige boeken, wettelijk worden beschermd. Dit is een reactie op pogingen om islamitische zichtbaarheid te beperken onder het mom van "islamisering". DENK ziet deze bescherming als essentieel voor religieuze gelijkwaardigheid.
“Het vernietigen, verbranden of verscheuren van de Bijbel, Thora, Koran, Veda’s of welke heilige geschriften dan ook, wordt strafbaar gesteld.”
“Betere bescherming van de gebedsoproep. Net zoals kerken hun klokken mogen luiden, wordt ook het recht op de islamitische gebedsoproep explicieter beschermd.”
DENK wil dat de overheid actief wordt doorgelicht op discriminatie van moslims, om structurele achterstelling en wantrouwen tegen te gaan. Dit standpunt is een direct weerwoord op het idee dat "islamisering" een probleem is; DENK ziet juist anti-islambeleid als het probleem.
“De overheid wordt doorgelicht op moslimhaat. Het veiligheidsbeleid en de fraudebestrijding worden doorgelicht op moslimdiscriminatie.”
DENK eist erkenning en excuses van de Nederlandse regering voor eerder anti-moslimbeleid, zoals spionage bij moskeeën en discriminerende wetgeving. Hiermee positioneert DENK zich als partij die niet alleen huidige discriminatie wil stoppen, maar ook het verleden wil rechtzetten.
“Voor de illegale spionage bij moskeeën, het plaatsen van moslims op lijsten en de discriminerende uitwerking van wetten en regels biedt de Nederlandse regering excuses aan.”
DENK ziet moslimhaat als een groot maatschappelijk probleem en wil een krachtige, structurele aanpak, inclusief een Nationaal Coördinator tegen Moslimhaat en beveiliging van islamitische instellingen. Dit is een direct tegengeluid tegen het frame van "islamisering" als bedreiging.
“Nationaal Coördinator tegen Moslimhaat. Deze coördinator krijgt doorzettingsmacht en budget om de aanpak tegen moslimdiscriminatie op te voeren.”
“Beveiliging van moskeeën en islamitische instellingen. De uitingen van geweld en dreiging tegen islamitische instellingen vragen om een daadkrachtige aanpak. De overheid maakt daarom budget vrij voor de veiligheid van islamitische instellingen.”
De PVV beschouwt islamisering als een existentiële bedreiging voor de Nederlandse samenleving en wil deze actief tegengaan. Hun belangrijkste voorstellen zijn een verbod op islamitisch onderwijs, het stoppen van immigratie uit islamitische landen, en het verbieden van islamitische uitingen in het publieke domein. De partij koppelt islamisering direct aan het verlies van Nederlandse waarden, vrijheid en veiligheid.
De PVV stelt dat islamitisch onderwijs bijdraagt aan islamisering en het verspreiden van sharia-ideeën, wat volgens hen onverenigbaar is met de Nederlandse democratische rechtsstaat. Daarom willen ze islamitisch onderwijs volledig verbieden en stellen ze dat het geen bescherming verdient onder de Grondwet.
De partij ziet immigratie uit islamitische landen als een directe oorzaak van islamisering en wil deze volledig stoppen om de Nederlandse identiteit en veiligheid te beschermen.
“Geen immigratie uit islamitische landen”
De PVV wil islamitische symbolen en uitingen uit het publieke leven weren, waaronder hoofddoekjes, gebedsoproepen en Arabische teksten, om de zichtbaarheid van islamisering te beperken.
De PVV positioneert islamisering als de grootste bedreiging voor de Nederlandse vrijheid en samenleving, en gebruikt dit als rechtvaardiging voor hun beleid.
“De PVV is opgericht om Nederland te beschermen tegen de islamisering. De islam is zonder uitzondering de grootste existentiële bedreiging voor onze vrijheid.”
FVD ziet "islamisering" als onderdeel van een bredere zorg over immigratie uit niet-westerse landen en het behoud van de Nederlandse cultuur en identiteit. Hun belangrijkste voorstellen zijn het drastisch beperken van immigratie, het stimuleren van remigratie, en het beschermen van de Nederlandse cultuur tegen invloeden die zij als onverenigbaar beschouwen. De partij koppelt islamisering direct aan immigratie en pleit voor een streng migratiebeleid om de Nederlandse samenleving te beschermen.
FVD stelt dat immigratie uit niet-westerse landen, waaronder islamitische landen, leidt tot verlies van Nederlandse identiteit en sociale cohesie. Zij willen immigratie fors beperken om "islamisering" en andere culturele veranderingen tegen te gaan.
“Met name migratie uit niet-westerse landen legt een onevenredig grote druk op de samenleving. De berekende kosten per niet-Westerse migrant bedragen tussen de 400.000 en 600.000 euro. Dit toont aan dat het huidige beleid onhoudbaar is – zowel sociaal als economisch. Het is tijd om het roer radicaal om te gooien: Nederland moet weer baas in eigen huis worden, met een migratiebeleid dat gericht is op bescherming van onze cultuur, welvaart en veiligheid.”
“Onze cultuur en identiteit moeten we behouden en versterken. Daarom stoppen we met asielopvang in Nederland, investeren we in opvang in de regio en stellen illegaal verblijf strafbaar.”
FVD wil niet alleen de instroom beperken, maar ook de remigratie van bestaande groepen die volgens hen niet integreren, stimuleren. Dit wordt gepresenteerd als een maatregel tegen blijvende culturele en sociale spanningen, waaronder islamisering.
“Er zijn miljoenen mensen naar Nederland gekomen die vaak niet of nauwelijks integreren. Zij leven in eigen gemeenschappen, spreken de taal slecht en voelen zich weinig verbonden met onze samenleving. Dat zorgt voor blijvende druk op scholen, zorg, huisvesting en sociale zekerheid.”
“We bieden migranten en hun kinderen en kleinkinderen remigratiebeurzen en begeleiding door coaches aan, zodat terugkeer naar hun landen van herkomst haalbaar en aantrekkelijk wordt.”
FVD koppelt het tegengaan van islamisering aan het actief beschermen en versterken van de Nederlandse cultuur en tradities, en het beperken van culturele invloeden die zij als onverenigbaar zien.
“Nederland weer van ons. Forum voor Democratie wil dat Nederlanders zich weer thuis voelen in eigen land. Onze cultuur en identiteit moeten we behouden en versterken.”
“Nederland moet weer baas in eigen huis worden, met een migratiebeleid dat gericht is op bescherming van onze cultuur, welvaart en veiligheid.”
De Partij voor de Dieren benoemt "islamisering" niet als probleem, maar richt zich expliciet op het bestrijden van moslimdiscriminatie en het waarborgen van gelijke rechten voor moslims. Hun belangrijkste voorstellen zijn het erkennen en aanpakken van institutionele moslimdiscriminatie, het terugdraaien van het boerkaverbod, en het gelijk behandelen van islamitische instellingen qua beveiliging. De kern van hun visie is dat iedereen, ongeacht religie, gelijkwaardig moet worden behandeld en beschermd tegen discriminatie.
De PvdD erkent dat moslims in Nederland structureel worden gediscrimineerd en wil dit expliciet benoemen en bestrijden in beleid. Ze zien discriminatie van moslims als een bedreiging voor de rechtsstaat en pleiten voor een landelijke aanpak, inclusief een onafhankelijk meldpunt en gelijke beveiliging van islamitische instellingen.
“Institutionele moslimdiscriminatie wordt erkend, zoals ook wordt aanbevolen in het Nationaal onderzoek moslimdiscriminatie. Moslimdiscriminatie wordt expliciet benoemd in landelijk beleid, zoals we dit doen voor antisemitisme.”
“Er komt een landelijke aanpak moslimdiscriminatie. De Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme wordt structureel geborgd en krijgt het juiste mandaat en de juiste middelen om ook specifiek hierin een effectieve rol op te pakken.”
“Er komt een onafhankelijk meldpunt voor anonieme meldingen van moslimhaat, er komt ondersteuning en registratie, en onderzoek naar drempels voor aangifte om meldingsbereidheid te vergroten.”
“Moskeeën en islamitische ontmoetingscentra krijgen dezelfde beveiliging als andere religieuze instellingen, om de veiligheid van moslimgemeenschappen te waarborgen.”
De partij wil dat moslims dezelfde rechten hebben als andere religieuze groepen, waaronder het recht op religieuze uitingen en bescherming tegen discriminatie. Dit omvat het terugdraaien van het boerkaverbod en het toestaan van religieuze symbolen bij handhavers.
BIJ1 verwerpt het idee van "islamisering" als probleem en richt zich juist op het bestrijden van moslimhaat en het waarborgen van gelijke rechten voor moslims. De partij wil discriminerende wetten en verboden, zoals het niqab-verbod en het hoofddoekverbod voor rechters en politie, direct opheffen en pleit voor een daadkrachtige aanpak van moslimhaat.
BIJ1 ziet het verbod op gezichtsbedekkende kleding en het hoofddoekverbod als discriminerende maatregelen die bijdragen aan moslimhaat en uitsluiting. Door deze verboden direct op te heffen, wil de partij de vrijheid van religieuze expressie voor moslims herstellen en stigmatisering tegengaan.
“Het gedeeltelijke verbod op gezichtsbedekkende kleding (in de volksmond “niqab-verbod”) heffen we direct op. Ook het verbod op een hoofddoek dragen voor rechters, griffiers en bij de politie heffen we op.”
“Onnodige, repressieve verplichtingen en verboden, zoals de verplichting een ID te kunnen tonen en het verbod op gezichtsbedekkende kleding, worden afgeschaft.”
BIJ1 erkent dat moslimhaat door rechtse politici is genormaliseerd en wil dit actief bestrijden. De partij wil wetten en regels die moslims onterecht aan onveiligheid koppelen intrekken en pleit voor juridische definities van moslimhaat, zodat discriminatie beter aangepakt kan worden.
“Er komt een daadkrachtige aanpak tegen moslimhaat, dat rechtse politici na een jarenlange haatcampagne tegen moslims inmiddels normaliseerden. Wetten en regels die moslims onterecht koppelen aan onveiligheid trekken we in.”
“We stellen juridische definities op van racisme, anti-Zwart racisme, antisemitisme, anti-Aziatisch racisme, moslimhaat en haat tegen Roma en Sinti-volken.”
BIJ1 benadrukt het belang van gelijke rechten voor moslims en het bestrijden van islamofobie als onderdeel van hun bredere antiracistische en dekoloniale visie. Moslims worden expliciet genoemd als groep die bescherming verdient tegen discriminatie.
“moslims (zonder islamofobie)”
De SGP ziet islamisering als een bedreiging voor de christelijke cultuur en traditie van Nederland en pleit voor het beperken van de zichtbaarheid en invloed van de islam in de publieke ruimte. De partij wil onder andere het gebruik van versterkte gebedsoproepen verbieden, kritisch zijn op islamitische scholen, en eisen stellen aan integratie en asielbeleid om islamisering tegen te gaan. De SGP benadrukt het belang van het christelijk fundament en wil dat de overheid alert is op de risico’s van islamisering voor integratie en radicalisering.
De SGP wil de zichtbaarheid van de islam in de publieke ruimte beperken, omdat zij dit als strijdig ziet met de christelijke traditie en als risico voor integratie. Het verbod op versterkte gebedsoproepen is een concreet voorstel om islamisering tegen te gaan.
De SGP uit zorgen over de groei van islamitische scholen en vindt dat de overheid niet blind mag zijn voor de risico’s hiervan voor integratie en mogelijke radicalisering. Ze pleit voor een kritische houding ten opzichte van het faciliteren van islamitisch onderwijs.
“Met een beroep op het gelijkheidsbeginsel wordt de groei van het aantal islamitische scholen verder gefaciliteerd. De overheid mag de ogen echter niet sluiten voor de risico’s die kunnen ontstaan voor integratie en radicalisering.”
De SGP wil dat islamitische landen meer verantwoordelijkheid nemen voor het opvangen van moslims uit omliggende landen, om zo de instroom en de invloed van de islam in Nederland te beperken.
“De inzet is erop gericht om te zorgen dat islamitische landen meer verantwoordelijkheid nemen voor het opvangen van moslims uit de hun omringende landen.”
De SGP ziet een risico in radicalisering binnen islamitische bewegingen en vindt dat de overheid hier alert op moet zijn, mede in het kader van islamisering.
“De overheid moet alert zijn op radicalisering in zowel de seculier-liberale als de islamitische beweging.”
BBB ziet "islamisering" vooral als een probleem van extremistische invloeden, parallelle gemeenschappen en buitenlandse inmenging, met name via islamitische scholen, moskeeën en schadelijke praktijken tegen vrouwen. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals een verbod op nieuwe islamitische scholen, het tegengaan van buitenlandse financiering, het verbieden van versterkte gebedsoproepen en het weren van haatpredikers. BBB koppelt deze voorstellen aan het beschermen van Nederlandse waarden, vrouwenrechten en het tegengaan van radicalisering.
BBB wil een stop op nieuwe islamitische scholen en verregaande maatregelen tegen buitenlandse inmenging, omdat zij deze zien als bronnen van gebrekkige integratie, radicalisering en anti-westerse opvattingen. Dit wordt expliciet gekoppeld aan het voorkomen van "islamisering" en het beschermen van de Nederlandse samenleving tegen ongewenste invloeden.
“Met het oog op de grote problemen bij islamitische scholen vanwege gebrekkige integratie, buitenlandse invloeden, onderwijskwaliteit, radicalisering en anti westerse opvattingen moet er een stop komen op nieuwe islamitische scholen.”
“Daarom willen we verregaande maatregelen tegen ongewenste buitenlandse beïnvloeding en inmenging, bijvoorbeeld via Koranscholen of moskeeën.”
BBB stelt voor om versterkte gebedsoproepen en groepsgebeden in de openbare ruimte te verbieden, en haatpredikers uit het buitenland te weren. Dit wordt gepresenteerd als een maatregel om de openbare orde te beschermen en radicalisering tegen te gaan.
“We willen versterkte gebedsoproepen en groepsbidden in de openbare ruimte verbieden. Haatpredikers uit het buitenland ontzeggen we de toegang tot ons land.”
De partij benoemt specifiek eergerelateerd geweld, vrouwenbesnijdenis en uithuwelijking als schadelijke praktijken die toenemen door extremistisch islamitische invloeden. BBB wil deze aanpakken via het inburgerings- en integratietraject en het strafrecht, met het oog op de bescherming van vrouwenrechten.
“De invloeden vanuit de extremistisch islamitische hoek nemen toe tegen vrouwen in ons land. Eergerelateerd geweld, vrouwenbesnijdenis en uithuwelijking nemen al jaren toe. Hier willen we een speciale aanpak in zowel het inburgerings en integratietraject als in het strafrecht.”
GroenLinks-PvdA benoemt het begrip "islamisering" niet expliciet en neemt er geen standpunt tegen in. In plaats daarvan richt het programma zich op het bestrijden van discriminatie tegen moslims en het bevorderen van gelijke behandeling, met concrete voorstellen om moslimhaat tegen te gaan en moskeeën te beveiligen. De partij ziet diversiteit als een verrijking en verwerpt uitsluiting op basis van religie.
GroenLinks-PvdA erkent dat moslims in Nederland te maken hebben met discriminatie en wil dit actief bestrijden. De partij ziet het beschermen van moslims tegen haat en uitsluiting als essentieel voor een vrije en rechtvaardige samenleving, en neemt maatregelen om moslimhaat tegen te gaan, onder meer door beveiliging van moskeeën en bewustwording via onderwijs.
“Op veel plekken hebben moslims te maken met discriminatie. Op al deze plekken pakken we dit aan. Met strenge controles voorkomen we bijvoorbeeld discriminatie door banken en financiële instellingen. Daarnaast werken we aan de bewustwording van moslimhaat via voorlichting op scholen.”
“Met meer politiecapaciteit beveiligen we Joodse instellingen en moskeeën.”
“Het aantal antisemitische incidenten neemt toe en moslims ervaren discriminatie op alle vlakken van hun leven.”
De partij wil uitsluiting op basis van religie tegengaan, onder andere in het onderwijs. Dit betekent dat scholen niet langer leerlingen of leraren mogen weigeren vanwege hun geloof, waarmee GroenLinks-PvdA zich expliciet uitspreekt tegen institutionele discriminatie van moslims.
“Het wordt voor scholen verboden om kinderen of leraren te weigeren op basis van hun geloof of achtergrond.”
NSC benoemt "islamisering" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar adresseert indirect zorgen over culturele en religieuze spanningen door te pleiten voor het beschermen van Nederlandse waarden, het tegengaan van buitenlandse beïnvloeding en het stellen van grenzen aan fundamentalistische stromingen. De partij wil transparantie in religieuze financiering en benadrukt het belang van integratie, taalbeheersing en het omarmen van de Nederlandse rechtsstaat.
NSC wil voorkomen dat fundamentalistische stromingen en buitenlandse regimes invloed uitoefenen op Nederlandse burgers, met name waar dit de vrijheden en mensenrechten aantast. Dit standpunt adresseert zorgen over religieuze radicalisering en indirect over "islamisering", door te pleiten voor transparantie en het beschermen van Nederlandse waarden.
“We trekken een duidelijke grens ten aanzien van fundamentalistische stromingen die de vrijheden en mensenrechten aantasten. En aan beïnvloeding door buitenlandse regimes. Nederlanders met een migratieachtergrond moeten worden beschermd tegen ongewenste bemoeienis door de regering van hun land van herkomst. Religieuze instellingen worden verplicht om transparant te zijn over hoe ze worden gefinancierd. En we accepteren geen praktijken die haaks staan op onze waarden en vrijheden,”
NSC benadrukt het belang van het beschermen van de Nederlandse identiteit, geworteld in christendom en humanisme, en het actief bevorderen van integratie en taalbeheersing. Dit standpunt is bedoeld om sociale samenhang te waarborgen en culturele spanningen te verminderen, wat indirect raakt aan het debat over "islamisering".
“Erkennen dat de Nederlandse identiteit is gevormd door onze geschiedenis geworteld in het christendom en humanisme met de daarbij behorende waarden en normen, cultuur, tradities en gemeenschappen.”
“Het moet voor nieuwkomers en Nederlanders duidelijk zijn wat het betekent om Nederlands staatsburger te zijn: waarden omarmen, de taal spreken, rechten én plichten kennen. We staan pal voor westerse waarden zoals vrijheid, democratie, gelijkheid en (religieuze) tolerantie.”
NSC stelt dat migratie uit landen met sterk afwijkende culturen invloed heeft op de sociale samenhang en pleit daarom voor een selectief migratiebeleid. Dit standpunt adresseert impliciet zorgen over "islamisering" door te wijzen op de impact van culturele verschillen op de samenleving.
“Migratie uit landen met een cultuur die sterk verschilt van onze cultuur in Nederland heeft onmiskenbaar invloed op de sociale samenhang in onze samenleving.”
De SP benoemt het begrip "islamisering" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en voert geen beleid dat specifiek gericht is op het tegengaan of bevorderen van islamisering. In plaats daarvan richt de partij zich op het bevorderen van inclusieve, openbare scholen en het tegengaan van segregatie op basis van religie, afkomst of levensbeschouwing. De kern van hun visie is dat iedereen, ongeacht religie of achtergrond, samenleeft en gelijke kansen krijgt binnen een gedeelde, seculiere samenleving.
De SP wil geen scholen die kinderen scheiden op basis van godsdienst of levensbeschouwing en kiest voor openbare en inclusieve scholen. Dit beleid is gericht op het tegengaan van segregatie, waaronder ook religieuze segregatie, en het bevorderen van samenleven en wederzijds begrip. Hiermee adresseert de partij impliciet zorgen over religieuze zuilen, maar zonder specifiek te verwijzen naar "islamisering".
“Scholen zijn dé plek waar kinderen samen opgroeien, van elkaar leren en een gezamenlijke toekomst opbouwen. De samenleving is niet meer verzuild. Leerlingen scheiden op basis van godsdienst of levensbeschouwing is daarom achterhaald en ongewenst.”
“Wij kiezen dan ook voor openbare en inclusieve scholen, waar afkomst, geloof of levensovertuiging geen drempel vormen.”
De SP verwerpt discriminatie op basis van religie en benadrukt het belang van gelijke behandeling voor iedereen, ongeacht achtergrond of geloof. Dit standpunt is algemeen en niet specifiek gericht op islam of islamisering, maar onderstreept het seculiere en inclusieve karakter van hun beleid.
“We gaan tweedeling tegen en accepteren geen enkele vorm van discriminatie, door niemand. Discriminatie bestrijden we altijd en overal, op basis van klasse, kleur, gender, religie, seksuele voorkeur, leeftijd, woonplaats, beperking of wat ook.”
“De overheid behandelt mensen gelijk. Discriminatie op grond van op basis van klasse, kleur, gender, religie, seksuele voorkeur, leeftijd, beperking of wat dan ook pakken wij hard aan.”
De ChristenUnie benoemt "islamisering" niet expliciet als probleem, maar maakt zich wel zorgen over ongewenste buitenlandse (met name islamitische) beïnvloeding van moskeeën en islamitisch onderwijs in Nederland. Hun belangrijkste concrete voorstel is het aan banden leggen van geldstromen uit onvrije islamitische landen en het verbieden van organisaties die dergelijke invloed uitoefenen. De partij benadrukt daarnaast het belang van integratie op basis van Nederlandse waarden, maar koppelt dit niet direct aan "islamisering".
De ChristenUnie wil voorkomen dat bepaalde islamitische landen via financiële steun invloed uitoefenen op Nederlandse moskeeën en informeel islamonderwijs. Dit wordt gezien als een bedreiging voor de Nederlandse rechtsstaat en samenleving. De partij stelt voor om deze geldstromen te beperken, organisaties die ongewenste invloed uitoefenen te verbieden, en landen die onvrijheid of terrorisme subsidiëren te sanctioneren.
“Uit het onderzoek blijkt dat bepaalde islamitische landen met geldstromen invloed uitoefenen in onder meer moskeeën en informeel islamonderwijs. Om dit tegen te gaan leggen we geldstromen uit onvrije landen aan banden. We streven er naar organisaties die dergelijke invloed uitoefenen te verbieden.”
“Landen die onvrijheid of terrorisme subsidiëren worden gesanctioneerd. Hierin telt de dreigingsappreciatie van de NCTV zwaar mee.”
Hoewel niet direct gekoppeld aan "islamisering", benadrukt de ChristenUnie het belang van integratie waarbij nieuwkomers de Nederlandse taal, grondwettelijke bepalingen en de christelijke wortels van het land accepteren. Dit standpunt adresseert bredere integratievraagstukken en niet specifiek islamisering.
“Integratie draait niet alleen om economische bijdrage, maar vooral om het aanvaarden van de Nederlandse samenleving, inclusief onze taal, grondwettelijke bepalingen (o.a. vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid, respect voor minderheden), geschiedenis, en christelijke wortels van ons land.”
D66 noemt het begrip "islamisering" niet in haar verkiezingsprogramma en adresseert het onderwerp uitsluitend indirect, door zich uit te spreken tegen discriminatie op basis van geloof en door bescherming te bieden aan moslims tegen haat en geweld. Het programma bevat geen concrete beleidsvoorstellen die specifiek gericht zijn op "islamisering" als maatschappelijk fenomeen, maar benadrukt gelijke behandeling en het tegengaan van moslimhaat.
D66 verwerpt discriminatie op basis van geloof, waaronder moslimhaat, en zet zich in voor gelijke behandeling van alle burgers, ongeacht religie. De partij wil haat en geweld tegen moslims tegengaan en investeert in bescherming van moskeeën. Dit standpunt adresseert zorgen over "islamisering" door te benadrukken dat iedereen vrij moet zijn zijn of haar geloof te belijden zonder angst voor discriminatie of geweld.
“D66 wil alle vormen van uitsluiting, racisme en discriminatie doorbreken: of het nu gaat om afkomst of geloof (jodenhaat of moslimhaat)...”
“Haat en geweld tegen mensen vanwege hun geloof, afkomst, seksuele oriëntatie of genderidentiteit neemt toe. Dat moet stoppen. We investeren in gespecialiseerde rechercheurs, betere training bij de politie en diversiteitsnetwerken, zoals Roze in Blauw, het Joods Politienetwerk en het Landelijk Caribisch Netwerk. We nemen extra beveiligingsmaatregelen waar dat nodig is, zoals bij moskeeën en synagogen.”
Volt benoemt "islamisering" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en ziet het niet als een probleem. In plaats daarvan richt Volt zich op het bestrijden van discriminatie op basis van religie, inclusief de islam, en het bevorderen van inclusie en gelijke behandeling voor iedereen, ongeacht geloof. Hun belangrijkste voorstellen zijn het tegengaan van religieuze discriminatie, het beschermen van religieuze uitingen (zoals het dragen van een hoofddoek), en het stoppen met de financiering van religieus onderwijs om segregatie te voorkomen.
Volt verwerpt het idee van "islamisering" als maatschappelijk probleem en kiest ervoor om discriminatie op basis van religie, waaronder de islam, actief te bestrijden. Ze zijn tegen verboden op religieuze uitingen en pleiten voor gelijke behandeling van alle religies in het publieke domein.
“We pakken discriminatie op basis van religie aan. Volt is om die reden tegen het verbod op het dragen van een hoofddoek of andere religieuze uitingen voor politieagenten en andere mensen die bij de overheid werken.”
Volt wil segregatie op basis van religie tegengaan door te stoppen met het bekostigen van religieus onderwijs. Dit voorstel is niet specifiek gericht op de islam, maar op alle religies, met als doel kinderen van verschillende achtergronden samen te brengen.
“We houden op met het financieren van religieus onderwijs. Voor een open samenleving is het nodig dat kinderen uit alle geloofsovertuigingen elkaar al op school kunnen leren kennen. Door te stoppen met het bekostigen van scholen die één of meerdere geloofsovertuigingen uitdragen, zullen kinderen met verschillende wereldbeschouwingen elkaar eerder ontmoeten en van elkaar leren.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma