D66 positioneert zichzelf als een sociaal-liberale partij met een sterke nadruk op gelijke kansen, sociale rechtvaardigheid, progressief sociaal beleid en een actieve rol van de overheid in het waarborgen van bestaanszekerheid. Hun programma bevat concrete centrum-linkse voorstellen zoals hogere lonen, meer sociale zekerheid, progressieve belastingmaatregelen, en stevige investeringen in onderwijs, klimaat en gelijke rechten. Tegelijkertijd benadrukt D66 individuele vrijheid, innovatie en Europese samenwerking, waarmee ze zich duidelijk onderscheiden van zowel klassiek-linkse als puur liberale partijen.
D66 kiest voor een actieve overheid die sociale zekerheid versterkt, ongelijkheid tegengaat en gelijke kansen bevordert. Dit centrum-linkse standpunt blijkt uit hun nadruk op hogere lonen, lagere belastingen voor werkenden, uitbreiding van sociale vangnetten en het aanpakken van discriminatie.
“Als je werkt, verdien je een goed en eerlijk loon. D66 zorgt daarom voor hogere lonen en lagere belastingen.”
“D66 wil alle vormen van uitsluiting, racisme en discriminatie doorbreken...”
“We geven meer financiële ondersteuning bij tegenslag of structureel onvoldoende inkomen.”
“We ondersteunen mensen met lage inkomens bij verduurzaming van hun woning. Denk aan subsidies, persoonlijk advies en energiecoaches.”
D66 stelt voor om fiscale voordelen voor hogere inkomens en vermogenden af te bouwen en de opbrengsten te gebruiken voor lagere inkomstenbelasting voor iedereen, wat een klassiek centrum-links herverdelingsbeleid is.
“We verkleinen de verschillen in fiscale voordelen tussen huurders en mensen met een koopwoning. Dit doen we onder andere via de afbouw van de hypotheekrenteaftrek... We steken de opbrengsten helemaal in lagere inkomstenbelasting voor iedereen.”
“D66 wil oneerlijke belastingvoordelen verminderen. Daarom evalueren we fiscale regelingen die niet doen wat of voor wie ze zijn bedoeld goed. We passen ze aan of schaffen ze eventueel af.”
D66 pleit voor extra investeringen in onderwijs, wetenschap, cultuur en publieke voorzieningen, wat kenmerkend is voor centrum-linkse partijen.
“D66 wil dat Nederland weer koploper wordt in onderzoek en innovatie. Daarom draaien we eerdere bezuinigingen terug én investeren we extra in de wetenschap.”
“We investeren in gelijke kansen op school. Daarom herstellen we het budget om onderwijsachterstanden aan te pakken.”
“D66 investeert in regio’s die extra aandacht verdienen. Dat doen we met name op het vlak van leefbaarheid, werkgelegenheid, bereikbaarheid en de toegang tot kunst en cultuur.”
D66 koppelt ambitieus klimaatbeleid aan sociale rechtvaardigheid door de kosten eerlijk te verdelen en kwetsbare groepen te ondersteunen, wat een centrum-linkse benadering is.
“De klimaatcrisis raakt ons allemaal, maar niet iedereen even hard. Daarom zorgt D66 voor een eerlijke verdeling van de kosten en de opbrengsten van de energietransitie.”
D66 profileert zich als uitgesproken progressief op het gebied van individuele vrijheden, zoals abortus, euthanasie, LHBTIQA+-rechten en gelijke behandeling, waarmee ze zich aan de linkerkant van het politieke spectrum positioneren.
D66 is voorstander van diepgaande Europese integratie en internationale samenwerking, wat aansluit bij progressief en centrum-links gedachtegoed.
BVNL positioneert zichzelf als economisch rechts, klassiek-liberaal en cultureel conservatief, en zet zich scherp af tegen partijen die zij als collectivistisch of links beschouwen, waaronder D66. Volgens BVNL vertegenwoordigt D66 een centrum-linkse, collectivistische koers die haaks staat op hun eigen visie van individuele vrijheid, een kleine overheid en nationale soevereiniteit. BVNL pleit voor minder overheidsbemoeienis, lagere belastingen, deregulering en het terugdraaien van wat zij zien als “woke-isme” en supranationale invloed.
BVNL ziet D66 als een partij die centrum-links is en een collectivistische, internationalistische koers voert, in tegenstelling tot hun eigen klassiek-liberale en economisch rechtse visie. Ze plaatsen D66 in het kamp van partijen die volgens hen verantwoordelijk zijn voor een te grote overheid, betutteling en het ondermijnen van Nederlandse soevereiniteit en tradities.
“Daarnaast waait er een gure collectivistische wind door Nederland en neemt het woke-isme steeds extremere vormen aan, waardoor Nederlandse tradities en normen en waarden worden bedreigd.”
“Maar na decennialang socialistisch beleid is ons mooie Nederland doodziek.”
“Belang Van NederLand is een klassiek liberale partij die vecht voor de vrijheid van het individu. Daarnaast is BVNL een economisch rechtse partij die de goede kanten van het kapitalisme omarmt: ambitie, succes en sociale barmhartigheid. BVNL is tot slot cultureel conservatief...”
“Wij kiezen voor Nederland, voor vrijheid, voor verantwoordelijkheid, en voor een toekomst waarin we niet geleid worden door angst of schuld, maar door trots en ambitie.”
BVNL verzet zich expliciet tegen de internationalistische koers van partijen als D66, die zij associëren met het overhevelen van macht naar de EU en andere supranationale organisaties. Dit wordt gezien als een centrum-linkse, globalistische benadering die haaks staat op hun eigen pleidooi voor nationale soevereiniteit.
BVNL positioneert zich fel tegen “woke-isme” en diversiteitsbeleid, wat zij typeren als kenmerken van centrum-linkse partijen zoals D66. Ze stellen dat deze ideologieën de Nederlandse cultuur en tradities ondermijnen.
“Er komt een einde aan al het woke- en diversiteitsbeleid. De overheid kiest voor kwaliteit ongeacht huidskleur, achtergrond of geaardheid of politieke affiliatie.”
“Woke-isme en ideologische indoctrinatie moet verdwijnen uit het hoger onderwijs, waar waarheidsvinding, kritisch nadenken, discussie en vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel moeten staan.”
Volt geeft geen direct antwoord op de vraag of D66 een centrum-linkse partij is, maar positioneert zichzelf als "kneiterprogressief" en vernieuwend, met nadruk op gelijkheid, inclusie en democratische vernieuwing. Volt onderscheidt zich door radicale voorstellen zoals een basisinkomen, het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd, en het versterken van burgerparticipatie. Hun visie is gericht op een open, eerlijke en inclusieve samenleving met structurele hervormingen die verder gaan dan de gevestigde partijen.
Volt presenteert zichzelf als een partij met uitgesproken progressieve en vernieuwende standpunten, waarmee het zich afzet tegen traditionele partijen en het politieke midden, waaronder D66. De partij kiest voor radicale hervormingen op het gebied van bestaanszekerheid, democratie en inclusie, en noemt zichzelf expliciet "kneiterprogressief".
“Kneiterprogressieve ideeën voorbij de waan van de dag. Onorthodoxe ideeën voor de vergroeners van morgen.”
“Doe iets nieuws. Dat is de filosofie van ons programma om iedereen in Nederland een mooie toekomst te geven.”
“Samen kwamen we met progressieve en nieuwe plannen voor de toekomst.”
Volt stelt concrete, vergaande maatregelen voor die verder gaan dan wat doorgaans als centrum-links wordt gezien, zoals een universeel basisinkomen en een permanente burgerberaad. Hiermee positioneert Volt zich links van het politieke midden en onderscheidt zich van partijen als D66.
“Er komt een maandelijks basisinkomen dat alle toeslagen vervangt.”
“We richten het allereerste, nationale, permanente burgerberaad ter wereld op.”
“De stem van jongeren vergroten we door de stemgerechtigde leeftijd te verlagen van achttien naar zestien jaar.”
Volt legt sterk de nadruk op inclusie, antidiscriminatie en gelijkwaardigheid, met voorstellen als een minister voor Discriminatiebestrijding en het wettelijk vastleggen van erkenning en herstel van het slavernijverleden. Dit progressieve profiel onderscheidt Volt van partijen die zich slechts centrum-links positioneren.
BIJ1 positioneert zich duidelijk links van D66 en beschouwt D66 niet als een echte centrumlinkse partij, maar als een partij die vasthoudt aan liberale, marktgerichte en westerse belangen. BIJ1 pleit voor radicale gelijkheid, dekolonisatie, en een fundamentele breuk met neoliberaal beleid, waar D66 volgens hen juist onderdeel van is. Hun programma benadrukt structurele veranderingen in economie, democratie en internationale samenwerking, en zet zich af tegen het liberale en imperialistische karakter van partijen als D66.
BIJ1 ziet D66 als een partij die vasthoudt aan liberale en imperialistische structuren, en niet als een echte centrumlinkse partij. Ze bekritiseren het liberale beleid van de EU, waar D66 zich mee identificeert, en pleiten voor een radicaal andere koers gericht op solidariteit, eerlijk delen en anti-imperialisme.
“Het liberale↗, imperialistische en racistische verlengstuk van de CEO’s en multinationals van deze wereld maken we tot een nieuwe unie die werkt voor mensen, dieren en de planeet. In plaats van een unie van winst, wordt de EU een unie van waarden.”
“We kaarten alle Europese wetten en regels aan die zorgen voor liberalisering en die de ruimte voor democratisch ingrijpen van de overheid in de economie beperkt. In samenwerking met andere radicaal linkse politieke partijen en sociale bewegingen in Europa.”
“Tientallen jaren lang zetten we buitenlandse hulp in als instrument van westers eigenbelang: om markten te openen, migratie te controleren en invloed veilig te stellen. BIJ1 stopt met dit neokoloniale model.”
BIJ1 verwerpt expliciet het neoliberale en marktgerichte beleid dat zij bij D66 en vergelijkbare partijen zien. Ze pleiten voor het terugdringen van marktwerking in essentiële sectoren en het centraal stellen van publieke waarden en democratische controle.
BIJ1 benadrukt dat echte centrumlinkse politiek radicale gelijkheid, dekolonisatie en antiracisme centraal stelt, in tegenstelling tot het beleid van D66 dat volgens hen te weinig breekt met koloniale en racistische structuren.
Het FVD-verkiezingsprogramma geeft geen direct antwoord op de vraag of D66 een centrum-linkse partij is, maar positioneert D66 impliciet als onderdeel van het "partijkartel" en de gevestigde politiek, die volgens FVD vasthoudt aan linkse, technocratische en globalistische beleidslijnen. FVD bekritiseert deze partijen vanwege hun gesloten bestuurscultuur, steun voor klimaat- en immigratiebeleid, en hun invloed op media en subsidiestructuren. De kern van hun visie is dat D66 samen met andere gevestigde partijen een ideologisch blok vormt dat vernieuwing en afwijkende meningen uitsluit.
FVD beschouwt D66 als een van de gevestigde partijen binnen een gesloten partijkartel dat volgens hen de macht verdeelt, vernieuwing tegenhoudt en vasthoudt aan een ideologisch beleid. Dit kartel wordt geassocieerd met linkse en technocratische beleidskeuzes, waaronder klimaatbeleid, EU-integratie en een grote rol voor de overheid.
“In ons land vormen de gevestigde partijen een gesloten partijkartel. Een kleine groep bestuurders rouleert al decennia in dezelfde functies, schuift elkaar baantjes toe en schermt de macht af voor nieuw talent en frisse ideeën.”
“Kritiek op het klimaatbeleid, het stikstofbeleid of de macht van de EU wordt stelselmatig weggezet als ‘extreem’ of ‘ongefundeerd’, terwijl het in werkelijkheid gaat om serieuze vragen die miljoenen Nederlanders bezighouden. Het kartel noemt dit ‘consensus’, maar in feite is het een schijnwerkelijkheid waarin tegendraadse visies worden buitengesloten.”
FVD verwijt de gevestigde partijen, waaronder D66, dat zij vasthouden aan ideologische dogma’s en een bestuurscultuur waarin afwijkende meningen worden genegeerd. Dit wordt gekoppeld aan een centrum-linkse oriëntatie, vooral op thema’s als klimaat, immigratie en Europese integratie.
“Hierdoor stagneert vernieuwing en draait Nederland zich steeds verder vast in ideologische dogma’s.”
“Dit partijkartel wordt bovendien in stand gehouden door een netwerk van subsidies, adviesraden en loterijen die jaarlijks miljarden euro’s rondpompen. Organisaties die nauwe banden hebben met de gevestigde politiek, ontvangen structureel financiering, terwijl kritische of onafhankelijke initiatieven geen kans maken.”
FVD stelt dat de publieke media en gesubsidieerde organisaties te veel verweven zijn met de gevestigde politiek, waaronder D66, en dat hierdoor centrum-linkse en progressieve standpunten domineren in het publieke debat.
“De publieke media zijn in ons land teveel verstrengeld geraakt met de gevestigde politiek. Ze zijn te weinig afspiegeling van het brede maatschappelijke debat en zijn onvoldoende kritisch op de macht.”
“Kritische of afwijkende geluiden worden nauwelijks gehoord, terwijl juist de publieke omroep — gefinancierd met belastinggeld — de taak heeft álle Nederlanders te vertegenwoordigen.”
De VVD positioneert zichzelf expliciet als centrum-rechts en zet zich af tegen partijen die zij als links of "vermeend rechts" beschouwen, waaronder D66. Volgens de VVD kiezen partijen als D66 structureel voor meer herverdeling, nivellering en regulering, wat volgens de VVD nadelig is voor werkenden en de middenklasse. De VVD waarschuwt dat een "linkse" koers, waar D66 toe wordt gerekend, leidt tot hogere lasten, meer regels en minder ruimte voor individuele vrijheid en economische groei.
De VVD plaatst D66 in het spectrum van partijen die zij als links of centrum-links beschouwen, vooral op het gebied van herverdeling, nivellering en regulering. De partij gebruikt D66 als voorbeeld van een koers die volgens hen leidt tot meer lasten en minder beloning voor werkenden, en zet daar haar eigen centrum-rechtse koers tegenover.
“De VVD hamert daar al lange tijd op, maar partijen van links tot vermeend rechts maken steevast andere afwegingen. Het gevolg: de lasten stijgen, hard werken levert te weinig op en steeds meer mensen kunnen geen eigen huis vinden.”
“Met deze verkiezingen staat Nederland op een tweesprong. Gaat Nederland linksaf, dan zullen werkende Nederlanders onvoldoende ruimte krijgen om zelf hun leven te leiden. Omdat ze verstikt worden door regels, of omdat die extra dienst draaien, toch niks oplevert.”
“Kiest Nederland voor verstandig centrum-rechts, dan gaat werken weer lonen en krijgen mensen die bijdragen meer ruimte, waardering en vooruitgang.”
De VVD presenteert haar eigen koers als het centrum-rechtse alternatief voor de "linkse" koers van partijen als D66. Ze benadrukt het belang van minder herverdeling, lagere lasten en meer ruimte voor werkenden, en zet zich daarmee expliciet af tegen het beleid van D66.
“Kiest Nederland voor verstandig centrum-rechts, dan gaat werken weer lonen en krijgen mensen die bijdragen meer ruimte, waardering en vooruitgang. De VVD perkt de Haagse herverdelingsmachine in. We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“De eerste keuze die we moeten maken is het afrekenen met het systeem waarin een groeiende overheid de middenklasse verstikt met belastingen en regels. Dit noemen wij de Haagse herverdelingsmachine.”
JA21 positioneert zichzelf als een conservatief-liberale partij en zet zich expliciet af tegen links beleid, waaronder dat van partijen als D66. Volgens JA21 heeft Nederland ondanks een rechtse stem vaak links beleid gekregen, en zij plaatsen D66 impliciet in het linkse spectrum. Hun belangrijkste kritiek is dat D66 en vergelijkbare partijen beleid voeren dat niet aansluit bij de wensen van de "rechtse meerderheid" in Nederland.
JA21 beschouwt D66 als onderdeel van het linkse politieke spectrum en verwijt hen (en soortgelijke partijen) dat zij links beleid uitvoeren ondanks een rechtse verkiezingsuitslag. Dit standpunt wordt gebruikt om hun eigen positie als alternatief voor links beleid te benadrukken.
De SP positioneert zichzelf als een uitgesproken linkse partij en zet zich af tegen partijen die volgens haar naar het politieke midden opschuiven voor de macht, waaronder D66. De SP beschouwt D66 niet als een centrum-linkse partij, maar als een partij die meedoet aan het afbouwen van sociale voorzieningen en het versterken van neoliberaal beleid. Volgens de SP zijn echte sociale keuzes alleen mogelijk door niet naar het midden te bewegen, zoals D66 volgens hen doet.
De SP stelt dat partijen als D66 niet werkelijk centrum-links zijn, omdat zij volgens de SP het politieke midden opzoeken uit machtsmotieven en daardoor afbreuk doen aan sociale politiek. De SP ziet D66 als onderdeel van een politieke stroming die niet kiest voor fundamenteel sociale alternatieven, maar voor compromissen die volgens de SP leiden tot afbraak van sociale voorzieningen.
“Dat vraagt om een politiek die de sociaalste keuzes maakt en niet naar het midden schuift voor de macht.”
De SP verwijt partijen als D66 dat zij, samen met andere partijen, verantwoordelijk zijn voor het afbouwen van de welvaartsstaat en het versterken van neoliberaal beleid, in plaats van het maken van sociale keuzes. Hiermee positioneert de SP D66 niet als centrum-links, maar als medeverantwoordelijk voor beleid dat volgens de SP asociaal is.
“Wordt het weer ieder voor zich en het recht van de sterksten met VVD en PVV? Wordt het weer de afbraakpolitiek van de VVD met spijt van de PvdA zoals in Rutte II? Wordt het weer asociaal? Óf maken we Nederland sociaal?”
Het PVV-verkiezingsprogramma benoemt D66 herhaaldelijk als onderdeel van het "links-liberale" blok en positioneert de partij daarmee als centrumlinks. De PVV verwijt D66 en vergelijkbare partijen beleid dat volgens hen heeft geleid tot massa-immigratie, klimaatmaatregelen en culturele veranderingen die zij als schadelijk voor Nederland zien. Concrete beleidsvoorstellen of diepgaande analyses over de precieze positionering van D66 ontbreken echter; de kwalificatie "centrumlinks" wordt vooral als politieke typering gebruikt.
De PVV ziet D66 als een centrumlinkse partij door haar te scharen onder het "links-liberale" beleid dat volgens de PVV verantwoordelijk is voor de huidige problemen in Nederland. Dit standpunt wordt vooral gebruikt om afstand te nemen van D66 en haar beleid, zonder diepgaande inhoudelijke analyse van D66 zelf.
“Tegen azc’s, tegen de massa-immigratie en islamisering, tegen overlast en criminaliteit – en tegen het decennialange links-liberale beleid dat de erbarmelijke staat van ons land heeft veroorzaakt.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma