GroenLinks-PvdA ziet investeren in kennis als essentieel voor de toekomst van Nederland en richt zich op forse investeringen in onderwijs, onderzoek, innovatie en een leven lang leren. De partij wil structureel meer geld naar wetenschappelijk onderzoek, innovatie en bij- en omscholing, met speciale aandacht voor samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven en het terugdraaien van eerdere bezuinigingen. Hun visie is dat deze investeringen de economie, het welzijn en de weerbaarheid van de samenleving versterken.
GroenLinks-PvdA wil structureel meer investeren in onderwijs en onderzoek, met als doel de Lissabon-doelstelling van 3% van het nationaal inkomen aan onderzoek en innovatie te halen. Ze keren bezuinigingen terug en benadrukken het belang van samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven.
“We draaien de onderwijsbezuinigingen van dit kabinet terug en investeren fors in onderzoek, wetenschap en innovatie.”
“We werken toe naar de Lissabon-doelstelling om 3 procent van ons nationaal inkomen aan onderzoek en innovatie te besteden.”
“De overheid gaat actief mee-investeren in baanbrekende innovaties: van fundamenteel en praktijkgericht onderzoek op universiteiten en hogescholen tot commerciële toepassing in innovatieve bedrijven.”
De partij wil dat iedereen zich een leven lang kan ontwikkelen, met een wettelijk leerrecht voor om- en bijscholing en een ontwikkelbudget voor alle werkenden. Dit moet de productiviteit verhogen en mensen weerbaar maken tegen arbeidsmarktkrapte en technologische veranderingen.
“Er komt een leerrecht voor iedere Nederlander voor om- en bijscholing.”
“In samenwerking met het bedrijfsleven zorgt de overheid voor een ontwikkelbudget. Zo kan het hele werkzame leven ingezet worden op het volgen van opleidingen en cursussen.”
“Iedereen moet zich een leven lang kunnen ontwikkelen, ongeacht leeftijd, achtergrond of inkomen.”
GroenLinks-PvdA zet in op investeringen in technologische innovatie, digitalisering en digitale vaardigheden, zowel via nationale als Europese initiatieven. Dit moet de strategische autonomie versterken en de aansluiting van Nederland bij de industrieën van de toekomst waarborgen.
“We gaan slimmer werken door te investeren in innovatie en digitalisering waar dat kan.”
“Wij zetten ons in voor forse EU-investeringen in fundamenteel onderzoek en technologieontwikkeling.”
“De Rijksoverheid investeert als grootste IT-afnemer van het land in Europese digitale diensten.”
De partij benadrukt dat investeringen in kennis, zoals onderwijs en onderzoek, structureel en toekomstgericht zijn en niet gelijkgesteld mogen worden aan gewone uitgaven. Ze willen deze investeringen mogelijk maken door hogere bijdragen van topinkomens en bedrijven.
“Investeringen in onderwijs maken ons op de lange termijn sterker. We maken ruimte voor de grote uitgaven door een eerlijke bijdrage te vragen aan de topinkomens, vermogenden en meest winstgevende bedrijven.”
“We investeren in de toekomst van onze samenleving en economie.”
De VVD ziet investeren in kennis als essentieel voor economische groei, innovatie en het versterken van het vestigingsklimaat. Ze willen fors meer publieke en private middelen inzetten voor onderzoek, innovatie en samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen, met speciale aandacht voor groeitechnologieën, kunstmatige intelligentie en het aantrekken van internationaal talent in tekortsectoren. Concrete voorstellen zijn onder meer het verhogen van R&D-investeringen, het versterken van kennisinstellingen, en het gericht stimuleren van innovatie via fiscale maatregelen en investeringsfondsen.
De VVD wil dat Nederland minimaal 3% van het bbp investeert in onderzoek en ontwikkeling, met een gezamenlijke inspanning van overheid en bedrijfsleven. Dit moet de innovatiekracht vergroten en Nederland technologisch leidend maken, onder meer door samenwerking met kennisinstellingen en het stimuleren van groeitechnologieën als AI en quantum.
“We spannen ons in om de investeringen in onderzoek en ontwikkeling in Nederland te laten stijgen naar minimaal 3% van de totale omvang van de economie. Met de logica dat ongeveer iedere euro die door de overheid wordt geïnvesteerd in innovatie leidt tot twee euro aan investeringen door de markt.”
“We versterken de samenwerking met universiteiten en kennisinstellingen zodat hun innovaties bijdragen aan duurzame economische groei.”
“We zetten ons in voor de bouw van een quantumcomputer in Nederland. Deze investeringen kunnen betaald worden uit de investeringsagenda voor nationale groei.”
De VVD ziet kennisinstellingen als groeimotoren en wil investeren in hun positie, met als doel Nederlandse universiteiten in de mondiale top te krijgen. Daarbij wordt ook gestuurd op het aantrekken van internationaal talent in sectoren met tekorten.
“We zorgen voor voldoende middelen en ruimte in regelgeving en stellen het tot doel dat in de toekomst tenminste één Nederlandse universiteit behoort bij de mondiale top-25 en tenminste drie andere bij de top-100.”
“Internationaal talent is belangrijk voor onze kenniseconomie, zeker in sectoren met een arbeidsmarkttekort. Maar we kunnen het aantal internationale studenten niet ongericht laten groeien. Daarom moeten we dat beperken tot studenten, wetenschappers en kenniswerkers in vakgebieden waar we een tekort hebben en die we hard nodig hebben zoals technologie, bètawetenschappen, AI en wiskunde.”
De VVD wil innovatie aantrekkelijker maken via fiscale maatregelen en het makkelijker maken om kennis uit instellingen te benutten voor ondernemerschap. Dit moet leiden tot meer start-ups, scale-ups en economische groei.
“We breiden de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk uit. Ondernemers die willen investeren in innovatie, kunnen dat zo doen tegen gunstige belastingvoorwaarden. We behouden de innovatiebox.”
“We ondersteunen daarvoor gericht start- en scale-ups. Bijvoorbeeld door regels over intellectueel eigendom vanuit kennisinstellingen aan te passen. Zo maken we het aantrekkelijker om met een goed idee vanuit een kennisinstelling een onderneming te starten.”
De VVD wil dat Nederland koploper wordt in kunstmatige intelligentie en andere groeitechnologieën, met gerichte investeringen, nationale AI-fabrieken en hubs, en ondersteuning voor het mkb.
“We zetten vol in op kunstmatige intelligentie.”
“Deze investeringsagenda moet bijdragen aan de komst van een ‘normale’ AI-fabriek in Groningen en een AI-gigafabriek in Nederland mogelijk maken. Verder zorgen we dat we met dit fonds een AI-hub krijgen.”
“We helpen het mkb volop de kansen van kunstmatige intelligentie te benutten. Door de inzet op kunstmatige intelligentie krijgt het hele land een impuls.”
De VVD vindt het belangrijk dat mensen zich blijven ontwikkelen, met prioriteit voor sectoren met tekorten. Onderwijsinstellingen moeten hun aanbod openstellen voor volwassenen en werkenden.
“Een leven lang ontwikkelen wordt de norm: Bij- en omscholing zijn essentieel voor persoonlijke ontwikkeling en economische groei. Publiek bekostigde instellingen worden verplicht om hun onderwijsaanbod beschikbaar te stellen aan volwassenen en werkenden. De prioriteit ligt bij tekortberoepen, mbo en mkb.”
Volt ziet investeren in kennis als essentieel voor een innovatieve, duurzame en concurrerende economie in Nederland en Europa. Ze willen structureel investeren in onderwijs, onderzoek en technologische innovatie, onder andere via een Nationale Investeringsbank, Europese fondsen en het stimuleren van samenwerking tussen kennisinstellingen en bedrijven. Hun beleid richt zich op het behouden van talent, het versterken van regionale en Europese kennisecosystemen en het waarborgen van langetermijnfinanciering voor onderzoek.
Volt pleit voor vaste, langetermijnfinanciering van fundamenteel, toegepast en praktijkgericht onderzoek om innovatie te stimuleren en Nederland aantrekkelijk te maken voor toptalent. Ze willen bezuinigingen op startersbeurzen terugdraaien en het budget verhogen, met speciale aandacht voor jonge onderzoekers.
“Volt zorgt voor vaste, langetermijnfinanciering van fundamenteel, toegepast en praktijkgericht onderzoek. Zo hebben onderzoekers en kennisinstellingen structurele zekerheid om risicovolle en innovatieve projecten op te zetten.”
“We draaien de bezuinigingen op startersbeurzen terug en verhogen gelijktijdig het budget. Deze middelen zullen voornamelijk terechtkomen bij jonge onderzoekers die gebruik maken van deze beurzen.”
Volt wil een krachtig Europees ecosysteem creëren (Silicon Europa) waar kennis, kapitaal en overheid samenkomen. Ze pleiten voor een Europees Tech Fund en gezamenlijke investeringen in strategische technologieën, met als doel talent te behouden en Europese autonomie te versterken.
“Wij bouwen één krachtige Europese industrie: een Silicon Europa. Een plek waar kennis, start-ups en investeerders samenkomen, gebouwd op Europese waarden.”
“Om de digitale en technologische autonomie van de EU te versterken richten we een Europees Tech Fund op dat risicodragend investeert in strategische innovaties, van AI en kwantumtechnologie tot cleantech en biotech.”
“We stimuleren innovatie door een Silicon Europa op te zetten. Dit wordt een ecosysteem waar kennis, kapitaal en overheid samenkomen om hightech producten en diensten te ontwikkelen.”
Volt investeert in regionale samenwerking tussen onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven, met speciale aandacht voor biotech- en lifesciences-ecosystemen. Ze willen publiek-private consortia ondersteunen en kennisuitwisseling bevorderen.
“We moeten meer investeren in de regionale samenwerking tussen onderwijs en het bedrijfsleven, om zo de regionale economie en leefbaarheid te bevorderen.”
“Volt investeert in sterke regionale biotech- en lifesciences-ecosystemen naar het voorbeeld van Boston. Daar werken universiteiten, ziekenhuizen, start-ups en bedrijven op korte afstand samen.”
Volt wil een Nationale Investeringsbank oprichten die publieke middelen inzet om innovatieve projecten, start-ups en kennisontwikkeling te financieren. Dit moet versnippering tegengaan en het makkelijker maken voor institutionele beleggers om te investeren in kennisintensieve sectoren.
“We richten een Nationale Investeringsbank (NIB) op met voldoende publieke middelen, toegang tot de kapitaalmarkt middels staatsgarantie en een breed mandaat om de Nederlandse investeringsopgave te kunnen realiseren.”
“Het opzetten van een NIB maakt het dus mogelijk om sleuteltechnologieën, duurzame innovatie en maatschappelijk verdienvermogen te financieren.”
Volt ziet investeren in onderwijs, met nadruk op digitale vaardigheden en aansluiting op toekomstige arbeidsmarktbehoeften, als fundament voor kennisontwikkeling en gelijke kansen.
“We investeren in kinderopvang, scholen en opleidingen die toegankelijk zijn voor iedereen. Onderwijs moet persoonlijke groei stimuleren, ongelijkheid verkleinen en de volgende generatie voorbereiden op een snel veranderende wereld.”
“We bouwen in Nederland een sterk ecosysteem waarin het kennisniveau van digitalisering, zowel in het bedrijfsleven als in het onderwijs, kan groeien. We investeren in IT-onderwijs in zowel het middelbaar als in het hoger onderwijs.”
BBB ziet investeren in kennis als essentieel voor economische groei, innovatie en regionale ontwikkeling. De partij wil gericht investeren in regionale kenniscentra, toegepast onderzoek, samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, en de oprichting van een Nationale Investeringsbank om innovatie en kennisontwikkeling te stimuleren. BBB legt nadruk op praktische toepasbaarheid, vakmanschap en het versterken van de koppeling tussen kennis, onderwijs en de samenleving.
BBB wil een Nationale Investeringsbank oprichten die risicodragend kapitaal beschikbaar stelt voor innovatieve bedrijven en projecten in sectoren als deeptech, agrotech en energietechniek. Hiermee wil de partij de kenniseconomie versterken, strategische autonomie vergroten en regionale economische groei stimuleren.
“We onderzoeken de oprichting van een Nationale Investeringsbank (NIB) in Nederland. Deze NIB krijgt een duidelijke taak in het beschikbaar stellen van risicodragend kapitaal voor innovatieve bedrijven in deeptech, agrotech, energietechniek en industriële toepassingen die bijdragen aan strategische autonomie en werkgelegenheid in de maakindustrie in Nederland.”
“De oprichting van een Nationale Investeringsbank onderzoeken die: Vermogen van de overheid koppelt aan landelijke en regionale projecten; Investeert in mkb, innovatie en infrastructuur;”
BBB wil de balans herstellen tussen fundamenteel en praktijkgericht onderzoek door te investeren in hogescholen, praktijkgerichte lectoraten en regionale kenniscentra. De partij vindt dat wetenschap moet bijdragen aan de samenleving en de kennispositie van Nederland, met meer samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven en regio.
“Daarom zet BBB in op versterking van hogescholen, praktijkgerichte lectoraten en regionale kenniscentra.”
“Onderwijs moet weer gaan over wat kinderen echt nodig hebben in hun hoofd, met hun handen en in hun hart.”
“Samenwerking onderwijs, bedrijfsleven en overheid. BBB is voorstander van het versterken van regionale samenwerking tussen bedrijven, onderwijsinstellingen en de gemeente om innovatieve kracht en hoogwaardige werkgelegenheid voor de jeugd in hun eigen regio, stad en dorp te behouden en te ontwikkelen.”
BBB investeert in kennis door te pleiten voor een dekkend aanbod van theoretische en praktische opleidingen in alle regio’s, met nadruk op vakmanschap en aansluiting op de arbeidsmarkt. Scholing en innovatie moeten aansluiten bij de behoeften van de regio en bijdragen aan economische veerkracht.
“In alle regio’s streven we naar een zoveel mogelijk dekkend aanbod van theoretische en praktische opleidingen, zodat jongeren en volwassenen passende kansen krijgen om zich te ontwikkelen. Dit bevordert de arbeidsmarktpositie en regionale economische veerkracht.”
“Scholing en innovatie moeten aansluiten bij de behoeften van de regio én de kracht van mensen.”
“Jongeren moeten weer kunnen kiezen voor 'maken met hoofd én handen' met toekomstperspectief.”
BBB wil dat Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen voorrang krijgen bij overheidsaanbestedingen en digitaliseringsprojecten, zodat investeringen in kennis en innovatie direct ten goede komen aan de Nederlandse economie en samenleving.
“Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen krijgen voorrang bij aanbestedingen van de overheid.”
“De overheid kiest als 'launching customer' actief voor innovatieve Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen bij digitaliseringsprojecten.”
Het CDA ziet investeren in kennis als essentieel voor het toekomstig verdienvermogen van Nederland en wil daarom fors inzetten op onderzoek, innovatie en een leven lang ontwikkelen. Ze stellen concrete doelen zoals het halen van de Lissabon-norm voor R&D-investeringen, het oprichten van een nationale investeringsbank, en het stimuleren van samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid. De partij legt nadruk op zowel fundamenteel als toegepast onderzoek, regionale kennisecosystemen en flexibele scholing gedurende het hele leven.
Het CDA wil dat Nederland voldoet aan de Lissabon-doelstelling van 3% van het bbp voor R&D, met een duidelijke rol voor zowel publieke als private investeringen. Ze zien onderzoek en innovatie als de motor voor toekomstig verdienvermogen en willen publieke investeringen inzetten om deze doelen te halen.
“Nederland moet voldoen aan de Lissabon-doelstelling om 3 procent van het bbp te investeren in onderzoek en innovatie (R&D), waarvan 1 procent door de overheid en 2 procent privaat. Daarvoor investeren we in wetenschappelijk en toegepast onderzoek”
“We doen publieke investeringen in innovatie en R&D (publiek en privaat), om de Lissabon-doelstelling van 3 procent te halen.”
Om investeringen in kennis, innovatie en technologie te stimuleren, wil het CDA Invest-NL, Invest International en delen van RVO samenvoegen tot een krachtige nationale investeringsbank. Deze bank moet publieke en private financiering aanjagen, met name in risicovolle vroege fases van technologische innovatie.
“We ontwikkelen Invest NL, Invest International en onderdelen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) door tot een Nationale Investeringsbank: één sterke overheidsinvesteringspartner, een brede nationale financierings- en ontwikkelingsinstelling”
“We vormen Invest-NL/Invest-International, en gedeeltes van RVO, om tot een Nationale Investeringsbank, met een flink kapitaal om private financiering aan te jagen.”
Het CDA wil regionale ecosystemen versterken door samenwerking tussen onderwijsinstellingen, bedrijven, overheden en ontwikkelingsmaatschappijen. Dit moet innovatie versnellen en kennis beter benutten voor economische groei en maatschappelijke opgaven.
“We stimuleren regionale ecosystemen, samenwerkingen tussen onderwijsinstellingen, grote bedrijven, beginnende start-ups, lokale overheden en de regionale ontwikkelingsmaatschappijen.”
“Met het hoger onderwijs sluiten we een Kennispact. Daar hoort bij dat er meer regie komt op samenwerking en specialisatie. Bekostiging van hogere onderwijsinstellingen wordt minder gericht op aantallen studenten. We kiezen voor hoger onderwijsinstellingen als onderdeel van regionale kennisecosystemen waarin ieder doet waar hij goed in is.”
Het CDA wil dat mensen zich hun hele leven kunnen blijven ontwikkelen, met flexibele leerrechten, microcredentials en een focus op vaardigheden in plaats van diploma’s. Dit moet de arbeidsmarkt wendbaarder maken en mensen beter voorbereiden op technologische veranderingen.
“Er komen leerrechten voor werkenden en werkzoekenden. Deze zijn bij alle erkende opleidingen te besteden. We willen meer flexibel en vraaggericht aanbod en wettelijke erkenning van deelopleidingen en duale trajecten op het hbo en wo.”
“We leggen de focus op kennis en vaardigheden van werkenden in plaats van diploma’s. Dat maakt het gemakkelijker om over te stappen naar een andere sector of beroepsgroep. We stimuleren het (Europese) skillspaspoort en microcredentials.”
Het CDA wil gericht investeren in sleuteltechnologieën zoals AI, quantum-computing, groene chemie en biotechnologie, en in grootschalige onderzoekfaciliteiten. Dit moet Nederland internationaal concurrerend houden en bijdragen aan maatschappelijke uitdagingen.
“We geven het Groeifonds een nieuwe impuls en investeren daarmee in nieuwe technologieën die nodig zijn voor de toekomst. Nederlandse toponderzoeksinstellingen brengen we actief in stelling en sluiten aan bij Europese technologieprogramma’s, zoals het Digital Europe Program.”
“We investeren in publieke kapitaalgoederen, die groeibevorderend zijn: bijvoorbeeld in het stroomnet, in de aanleg en het onderhoud van infrastructuur of in grootschalige onderzoekfaciliteiten.”
JA21 ziet investeren in kennis als essentieel voor het behoud van Nederland als kenniseconomie en het versterken van de welvaart. De partij wil extra investeren in de kwaliteit van leraren, het ongedaan maken van bezuinigingen op wetenschappelijk onderwijs, en meer investeren in onderzoek, innovatie en digitale vaardigheden. Daarbij pleit JA21 voor een financieringsmodel dat inzet op kwaliteit en maatschappelijke impact, en voor het stimuleren van strategische technologie en samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen.
JA21 vindt dat goed onderwijs de basis is voor brede welvaart en dat investeren in de kwaliteit van leraren en opleidingen noodzakelijk is om de onderwijskwaliteit te verbeteren. Dit moet bijdragen aan het afleveren van vakbekwame mensen en het behouden van Nederland als kenniseconomie.
JA21 wil de bezuiniging op het wetenschappelijk onderwijs terugdraaien en onderschrijft de ambitie om 3% van het BBP te investeren in research & development. Hiermee wil de partij de toppositie van Nederland als kenniseconomie behouden en innovatie stimuleren.
JA21 ziet digitalisering en technologische innovatie als cruciaal voor de toekomst van de arbeidsmarkt en economie. De partij wil investeren in digitale vaardigheden, strategische technologie en samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstituten om Nederland minder afhankelijk te maken van buitenlandse techbedrijven.
“Investeren in digitale vaardigheden. Onze arbeidsmarkt moet klaargestoomd worden voor de nieuwe digitale revolutie waar wij nu middenin zitten.”
“We investeren in strategische technologie en digitale veiligheid.”
“Versnipperd beleid en talloze loketten voor bedrijven die willen digitaliseren voorkomen met een nationale strategie waarin het bedrijfsleven gezamenlijk optrekt met de overheid en kennisinstituten.”
JA21 wil af van financiering op basis van studentenaantallen en pleit voor een model dat inzet op kwaliteit, relevantie en maatschappelijke impact. Dit moet zorgen voor meer stabiliteit en betere aansluiting op de behoeften van de samenleving en het bedrijfsleven.
“Een financieringsmodel op basis van kwaliteit, relevantie en maatschappelijke impact i.p.v. op basis van het aantal studenten;”
“Voorts dient de financiering te worden gebaseerd op kwaliteit en maatschappelijke impact. Het Rijk moet sturen door de bekostiging afhankelijk te maken van of voldaan wordt aan een maatschappelijke behoefte of vraag vanuit het bedrijfsleven.”
De Partij voor de Dieren wil structureel investeren in kennis door langdurige en publieke financiering van onderwijs en wetenschap, met nadruk op toegankelijkheid, onafhankelijkheid en maatschappelijke relevantie. Ze pleiten voor structurele investeringen in onderwijs, meer vaste aanstellingen voor personeel, en extra middelen voor onderzoek dat bijdraagt aan een groene en rechtvaardige samenleving. Hun visie is dat investeren in kennis essentieel is voor een duurzame, inclusieve en toekomstbestendige maatschappij.
De PvdD vindt dat structurele, langetermijninvesteringen in onderwijs noodzakelijk zijn om kansenongelijkheid te bestrijden en kwalitatief onderwijs te waarborgen. Ze willen af van tijdelijke subsidies en flexibele contracten, en pleiten voor meer vaste aanstellingen en middelen voor scholen.
“Investeringen in het onderwijs worden structureel, in plaats van tijdelijke en steeds wisselende subsidies. Hierdoor kunnen scholen zelf lange-termijnbeleid ontwikkelen dat kwalitatief en inclusief onderwijs ten goede komt.”
“De Partij voor de Dieren wil structureel in het onderwijs investeren en leraren beter belonen.”
“We investeren in meer handen in de klas, kleinere klassen, meer expertise op scholen en meer aandacht voor de leerling als individu.”
De partij wil dat wetenschappelijk onderzoek primair publiek gefinancierd wordt, met minder afhankelijkheid van bedrijven en competitie. Ze bepleiten extra investeringen in fundamenteel onderzoek dat maatschappelijke waarde heeft, en willen de onafhankelijkheid van de wetenschap beschermen.
“Wetenschappelijk onderzoek wordt publiek gefinancierd en moet dus toegankelijker worden. Daarom wordt de Open Access- en Open Science-beweging gesteund en gefinancierd.”
“De overheid investeert extra geld in onderzoek dat bijdraagt aan een groene, gezonde, sociale en rechtvaardige maatschappij. Zulk fundamenteel onderzoek wordt minder afhankelijk van tweede en derde geldstromen.”
“Om kwaliteit en onafhankelijkheid van wetenschappelijk onderzoek te vergroten wordt een groter deel hiervan gefinancierd via vaste (meerjarige) financiering. Het overheidsbudget voor het eerste en tweede geldstroom-onderzoek wordt daarom structureel verhoogd.”
De PvdD wil investeren in praktijkgericht onderwijs en vaardigheden die aansluiten op een duurzame arbeidsmarkt. Ze zien het behoud van ambachten en het ontwikkelen van diverse vaardigheden als essentieel voor de toekomst.
“We investeren in praktijkgericht middelbaar beroepsonderwijs waardoor er ook in de toekomst voldoende vakmensen zijn.”
“We investeren in reken- en taalvaardigheid en burgerschapsonderwijs.”
“Praktische en culturele vaardigheden worden volop aangeboden aan kinderen. Activiteiten als handarbeid, schoolzwemmen, bewegingsonderwijs, cultuurlessen (theater-, dans-, muziek- schilderles, etc.) en schooltuinen worden gefaciliteerd en daar komt extra geld voor beschikbaar.”
De SP ziet investeren in kennis als een publieke taak die essentieel is voor sociale vooruitgang, economische ontwikkeling en democratische vernieuwing. Ze willen fors investeren in gratis en toegankelijk onderwijs, onafhankelijk onderzoek en het versterken van vakopleidingen, waarbij marktwerking en commerciële belangen worden teruggedrongen. De kern van hun visie is dat kennis en leren rechten zijn voor iedereen en dat publieke investeringen in onderwijs en onderzoek de motor vormen voor een sterke, rechtvaardige samenleving.
De SP wil dat onderwijs op alle niveaus gratis wordt en dat studeren toegankelijk is zonder schulden, zodat iedereen kan leren en zich ontwikkelen. Dit moet bijdragen aan een welvarende, eerlijke samenleving waarin kennis niet wordt beperkt door financiële drempels.
“Onderwijs en wetenschap zijn geen kostenposten of marktproducten, maar investeringen in de toekomst van ons land.”
“Daarom maken we al ons onderwijs gratis en trekken we ons onderwijssysteem de 21ste eeuw in.”
“Iedereen moet een goede opleiding kunnen volgen, of je nu naar het mbo, hbo of de universiteit gaat. We beginnen met het schrappen van het lesgeld voor mbostudenten en maken daarna ook studeren op hogescholen en universiteiten gratis.”
De SP pleit voor structurele publieke investeringen in onafhankelijk, fundamenteel onderzoek, vrij van commerciële druk en marktsturing. Dit moet innovatie en maatschappelijke waarde centraal stellen, in plaats van directe economische winst.
“We investeren fors in fundamenteel en onafhankelijk onderzoek. Niet alles hoeft direct toepasbaar of rendabel te zijn. Wat telt is het vertrouwen in de maatschappelijke waarde van kennis.”
“Onderzoek moet vrij zijn van marktsturing, druk van opdrachtgevers en belangenverstrengeling. Daarom richten we een onafhankelijk fonds op waarin bedrijven geen zeggenschap hebben over de uitvoering of uitkomst van het onderzoek.”
De SP wil vakopleidingen versterken en omscholing stimuleren, zodat kennisontwikkeling en vakmanschap behouden blijven en werknemers zich kunnen aanpassen aan veranderingen op de arbeidsmarkt.
De SP ziet investeren in kennis, onderwijs en innovatie als de sleutel tot een sterke, toekomstbestendige economie, waarbij publieke investeringen de voorwaarden scheppen voor groei en ontwikkeling.
BIJ1 ziet investeren in kennis als een fundamentele voorwaarde voor gelijke kansen en een rechtvaardige samenleving. De partij wil fors investeren in gratis en toegankelijk onderwijs, het dekoloniseren van curricula, en het structureel erkennen en verspreiden van niet-westerse kennis. Daarnaast pleit BIJ1 voor structurele investeringen in cultuur, media en onderzoek naar het koloniale verleden, zodat kennisontwikkeling breed, inclusief en toekomstgericht wordt.
BIJ1 beschouwt gratis en toegankelijk onderwijs als een investering in de toekomst en een middel om ongelijkheid te bestrijden. Door het afschaffen van collegegeld, het verhogen van de basisbeurs en het terugdraaien van bezuinigingen, wil de partij drempels voor kennisverwerving wegnemen.
BIJ1 wil het onderwijs en kennisproductie structureel dekoloniseren door meer aandacht te besteden aan het koloniale verleden, niet-westerse kennis te erkennen en curricula aan te passen. Dit moet leiden tot een inclusiever kennislandschap en het tegengaan van racisme en eurocentrisme.
“We zetten ons actief in voor het dekoloniseren van het onderwijs door structureel meer aandacht te besteden aan de koloniale geschiedenis.”
“Dit gebeurt onder andere door curricula in het onderwijs te dekoloniseren, gedekoloniseerde lesmethodes en de waarde van niet-westerse kennis te erkennen.”
De partij wil structureel geld uittrekken voor onderzoek naar de effecten van kolonialisme en het verspreiden van deze kennis, met als doel bewustwording en het nemen van passende maatregelen binnen overheidsinstanties en het onderwijs.
“Structureel geld om de effecten van kolonialisme in de tijd van nu te onderzoeken, kennis hiervan te verspreiden en passende maatregelen in te voeren.”
BIJ1 ziet cultuur, media en kunst als essentiële dragers van kennis en maatschappelijke ontwikkeling. De partij wil fors investeren in deze sectoren, onder meer door het bindend maken van diversiteitscodes en het beschikbaar stellen van extra middelen voor ondervertegenwoordigde makers.
“We investeren fors in de Fair Practice Code en de Code Culturele Diversiteit en maken deze bindend. Er komen extra middelen voor kleinere instellingen, onafhankelijke makers en de NPO om deze codes in te voeren.”
“We zetten ons in voor inclusieve en betaalbare onderwijs-, kunst-, cultuur- en mediasectoren die onze diverse samenleving weerspiegelen en ruimte bieden aan alle perspectieven.”
D66 ziet investeren in kennis als essentieel voor gelijke kansen, economische groei en het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. Ze willen fors investeren in onderwijs, wetenschap en innovatie, met nadruk op structurele financiering voor scholen, universiteiten en onderzoek, en het stimuleren van technologische ontwikkeling. Hun visie is dat kennisontwikkeling en toegankelijk onderwijs de basis vormen voor een sterke, toekomstbestendige samenleving.
D66 wil structureel meer geld uittrekken voor onderwijs en wetenschap, omdat dit de basis is voor gelijke kansen en innovatie. Ze draaien eerdere bezuinigingen terug en investeren extra in scholen, universiteiten en onderzoeksinstellingen, met aandacht voor zowel fundamenteel als praktijkgericht onderzoek.
“Daarom draaien we eerdere bezuinigingen terug én investeren we fors meer. We zorgen dat wetenschappers vrij en veilig kunnen werken en brengen het onderzoek dichter bij de mensen.”
“D66 wil dat Nederland weer koploper wordt in onderzoek en innovatie. Daarom draaien we eerdere bezuinigingen terug én investeren we extra in de wetenschap. Een groot deel van dit geld gaat direct naar universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen.”
“We investeren in mbo’s, hogescholen en universiteiten, zodat we ook de toekomst aankunnen.”
D66 ziet innovatie als motor voor maatschappelijke vooruitgang en economische groei. Ze willen investeren in onderzoek en ontwikkeling (R&D), sleuteltechnologieën en innovatieve ondernemingen, onder andere door het realiseren van de Lissabon-norm en het opzetten van een Nationale Investeringsbank.
“We stimuleren onderzoek en ontwikkeling (R&D). We werken toe naar de Lissabon-overeenkomst van 3% van het bruto binnenlands product naar onderzoek en ontwikkeling.”
“De bank investeert in wat Nederland vooruithelpt: van verzwaring van het elektriciteitsnet tot warmtenetten in dorpen en steden, van circulaire productie tot herstel van bodem en water. Ook ondersteunt de bank de opschaling van bijvoorbeeld groene waterstof, digitale autonomie, duurzame defensiecapaciteit en technologische innovatie.”
“We investeren in innovatie die écht het verschil maakt voor de samenleving en op de lange termijn loont. Daarom richten we ons op een aantal duidelijke maatschappelijke missies, zoals voor een circulaire economie, digitale weerbaarheid en fysieke veiligheid.”
D66 wil investeren in de ontwikkeling van basisvaardigheden en het mogelijk maken dat iedereen zich een leven lang kan ontwikkelen. Dit begint bij jonge kinderen en loopt door tot bij- en omscholing tijdens de loopbaan.
“Daarom investeren we vanaf het allereerste begin: in je ontwikkeling, in kennis en basisvaardigheden, in onderwijs op maat dat bij je past én in de mensen die het onderwijs dragen. En dat stopt niet na school: we maken het mogelijk dat iedereen, ook later in je loopbaan, kan blijven leren.”
“Leven lang ontwikkelen vraagt een goede aansluiting tussen onderwijs en werk. Het vraagt daarnaast om méér leren op de werkvloer.”
FVD wil investeren in kennis vooral door het beroepsonderwijs en HBO te versterken, meer nadruk te leggen op praktische vaardigheden, samenwerking met bedrijven te stimuleren en het hoger onderwijs te richten op kwaliteit en Nederlandse studenten. Ze keren zich tegen massale instroom van internationale studenten en willen het Nederlands als voertaal herstellen, met als doel de aansluiting op de arbeidsmarkt en de Nederlandse kenniseconomie te verbeteren.
FVD vindt dat het onderwijssysteem te veel gericht is op algemene vaardigheden en de 'kenniseconomie', waardoor praktijkopleidingen zijn verwaterd. Ze willen investeren in kennis door het beroepsonderwijs opnieuw in te richten, meer samenwerking met bedrijven en leermeesters te stimuleren, en nieuwe technologieën zoals AI te integreren. Dit moet leiden tot meer vakmensen, minder arbeidsmigratie en een betere aansluiting op de arbeidsmarkt.
“We laten onderwijsprogramma’s mede invullen door ervaren vakmensen en regionale bedrijven, zodat opleidingen aansluiten op de arbeidsmarkt.”
“We integreren nieuwe technologie en AI in beroepsopleidingen, zodat vakmensen leren werken met moderne tools en hun positie op de arbeidsmarkt wordt versterkt.”
“We richten het (V)MBO in met specifieke vakgerichte leerwegen, zodat praktisch ingestelde leerlingen écht een vak leren en het aantal schooluitvallers daalt.”
FVD wil investeren in kennis in het hoger onderwijs door strengere toelatingseisen, het terugbrengen van het Nederlands als voertaal, het beperken van internationale studenten en het afschaffen van output-financiering. Ze willen dat universiteiten en hogescholen zich richten op kwaliteit en de Nederlandse kenniseconomie, met meer directe financiering vanuit het Rijk.
“We herstellen het Nederlands als hoofdtaal in het wetenschappelijk onderwijs, zodat studenten zich allereerst in hun eigen taal op hoog niveau leren uitdrukken.”
“We verhogen de toelatingseisen voor universiteiten en hogescholen, zodat alleen gemotiveerde en talentvolle studenten worden toegelaten.”
“We stoppen de beloning per diploma, zodat universiteiten en hogescholen weer op kwaliteit focussen - niet op kwantiteit.”
“We beperken het aantal internationale studenten en stoppen met actief werven, zodat Nederlandse studenten voorrang krijgen.”
“Het HBO speelt een onmisbare rol in de Nederlandse kenniseconomie. Het leidt studenten op die praktijkgericht onderzoek combineren met de toepassing van kennis in bedrijven, zorginstellingen en de creatieve sector.”
NSC ziet investeren in kennis als essentieel voor het behouden van Nederland als kennisland en het versterken van de economie. Ze willen structureel meer geld voor fundamenteel onderzoek, betere aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt, en investeren in technisch talent en levenslang leren. De partij legt nadruk op samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven, en op het stimuleren van innovatie in strategische sectoren.
NSC vindt dat Nederland alleen een kennisland kan blijven met substantiële investeringen in fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en het benutten van kennis voor economische en maatschappelijke waarde. Ze willen de financiering van universiteiten versterken en vasthouden aan ambitieuze R&D-doelen.
“Om de positie van Nederland als kennisland te behouden is een substantieel budget voor fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en kennisvalorisatie van belang. We steunen de versterking van de primaire geldstroom (‘sectorgelden’) voor universiteiten.”
“We houden vast aan het R&D-doel van 3% van de economie.”
NSC wil extra investeren in technisch talent, vooral in sectoren als AI, halfgeleiders en energietechnologie, en zorgen dat opleidingen beter aansluiten op de vraag van bedrijven. Dit moet via regionale afspraken en samenwerking met het bedrijfsleven.
“We investeren in technisch talent. Daarbij zetten we extra in op de instroom in mbo-, hbo- en wo-opleidingen voor strategische sectoren die echt om mensen staan te springen zoals de halfgeleiderindustrie, AI en energietechnologie. Dit gebeurt via regionale afspraken en gezamenlijke investeringen met onderwijsinstellingen en bedrijven.”
“We investeren in netaansluitingen en zorgen dat technische opleidingen beter aansluiten op de vraag van bedrijven.”
NSC wil dat alle werkenden een persoonlijk ontwikkelbudget krijgen om zich continu te kunnen bijscholen en omscholen. Dit moet een leercultuur stimuleren en de inzetbaarheid van werkenden vergroten.
“Alle werkenden krijgen daarom een persoonlijk ontwikkelbudget, dat hen in staat stelt om zich persoonlijk te blijven ontwikkelen.”
“Transitievergoedingen worden gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn, te weten de transitie van werk naar werk. Daarom moeten ze worden gestort in het persoonlijk ontwikkelbudget van werkenden.”
NSC wil innovatie stimuleren door samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid te versterken en door een Nationale Investeringsbank op te richten voor risicodragende investeringen in sleuteltechnologieën.
De SGP ziet investeren in kennis als essentieel voor een sterke economie en samenleving, met nadruk op praktijkgericht onderzoek, versterking van het beroepsonderwijs en technologische innovatie. De partij wil meer middelen voor regionale samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, stimuleert levenslang leren en zet in op technologische soevereiniteit, onder meer via investeringen in AI. Hun visie is pragmatisch: kennis moet direct bijdragen aan arbeidsmarkt, innovatie en nationale belangen.
De SGP wil extra investeren in praktijkgericht onderzoek door hogescholen in samenwerking met het regionale mkb, en de overheid moet een groter aandeel nemen in publiek-private samenwerkingen. Dit moet de regionale economie versterken en de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt verbeteren.
“Er komt meer geld voor praktijkgericht onderzoek door hogescholen in samenwerking met het regionale mkb. De overheid draagt voortaan 50% bij aan publiek-private samenwerking in plaats van 30%.”
“De financiering van praktijkgericht onderzoek wordt versterkt. Het praktijkgericht onderzoek krijgt een substantiëler aandeel in de verdeling van onderzoeksmiddelen.”
De SGP vindt het beroepsonderwijs cruciaal voor de economie en wil dat bedrijven en overheid meer investeren in samenwerking met het mbo en hbo. Leven lang leren wordt een wettelijke opdracht, en er komt een actieplan voor betere aansluiting op de arbeidsmarkt.
“Leven lang leren wordt opgenomen als wettelijke opdracht voor het mbo en hbo.”
“Bedrijven worden gestimuleerd en ondersteund om langjarige samenwerking aan te gaan met het beroepsonderwijs.”
“Overheid en bedrijfsleven zetten actief in op de werving van jongeren voor het middelbaar beroepsonderwijs.”
De SGP wil dat Nederland zelf investeert in nieuwe technologieën zoals kunstmatige intelligentie, om technologische afhankelijkheid van andere landen te voorkomen en de eigen economie te versterken.
“Nederland moet ook zelf investeren in kunstmatige intelligentie om te voorkomen dat China en de VS alle touwtjes in handen krijgen.”
“De SGP wil daarom investeren in regionale productiecapaciteit voor nieuwe technologieën zoals een AI-fabriek in Groningen, waarbij het Nederlands belang prevaleert boven Europees belang.”
De SGP stimuleert het delen van kennis tussen bedrijven, overheden en kennisinstellingen, ook internationaal, om innovatie te bevorderen en ontwikkelingslanden te ondersteunen.
“Nederland stimuleert het delen van kennis en expertise tussen Nederlandse en buitenlandse bedrijven, overheden en kennisinstellingen.”
50PLUS ziet investeren in kennis vooral als het bevorderen van basisvaardigheden, het stimuleren van een leven lang leren, en het vergroten van digitale vaardigheden, met bijzondere aandacht voor ouderen. De partij pleit voor betere samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, laagdrempelige scholing voor ouderen, en digitale vaardigheidstrainingen. Hun visie is dat blijvend leren essentieel is voor zelfstandigheid en betrokkenheid in de samenleving, vooral voor de oudere generatie.
50PLUS wil dat ouderen ook in de derde levensfase volop kansen hebben om zich te blijven ontwikkelen, onder meer via een Nationaal Programma Leven Lang Leren en lokale leerpunten. Dit moet bijdragen aan zelfstandigheid, zelfredzaamheid en maatschappelijke betrokkenheid van ouderen.
“Een Nationaal Programma Leven Lang Leren, met betaalbare en laagdrempelige scholing, digitale vaardigheidstraining en culturele vorming voor ouderen.”
“Lokale leerpunten in bibliotheken, buurthuizen en seniorenverenigingen waar ouderen terecht kunnen om te oefenen met taal, rekenen en digitale toepassingen.”
De partij benadrukt het belang van het aanleren van basisvaardigheden zoals rekenen en taal, en wil betere samenwerking tussen beroepsonderwijs, bedrijven en overheden om kennis en vaardigheden te versterken.
50PLUS investeert in kennis door digitale vaardigheden bij ouderen te stimuleren, onder meer via digitale cursussen en gemeentelijke verplichtingen tot digitale inclusie.
“Digitale cursussen voor ouderen om hun vaardigheden te verbeteren, met specifieke aandacht voor internetgebruik, online bankieren en sociale media door lokale gemeenschappen, bibliotheken en seniorenverenigingen.”
“Gemeenten krijgen de wettelijke taak om digitale inclusie van ouderen te waarborgen.”
De partij wil speciale scholingsprogramma’s voor oudere werknemers om hun vaardigheden up-to-date te houden en hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.
“Speciale scholingsprogramma’s voor oudere werknemers om hun vaardigheden up-to-date te houden en kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.”
De ChristenUnie ziet investeren in kennis als essentieel voor de toekomst van Nederland, met nadruk op innovatie, beroepsonderwijs en praktijkgericht onderzoek. Ze willen structureel meer publieke en private middelen inzetten voor wetenschap, onderzoek en samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Concrete voorstellen zijn onder meer het verhogen van investeringen in innovatie tot 3% van het nationaal inkomen, versterking van het beroepsonderwijs, en blijvende investeringen in praktijkgericht onderzoek.
De ChristenUnie wil dat Nederland structureel meer investeert in innovatie en onderzoek, zowel publiek als privaat, om toekomstige welvaart en een duurzame economie te waarborgen. Dit moet gebeuren via een nationale investeringsbank en betere samenwerking tussen wetenschap, kennisinstituten, opleidingen en bedrijven.
De partij benadrukt het belang van investeren in het beroepsonderwijs en het stimuleren van techniekonderwijs, mede vanwege het verlies van kennis door vergrijzing. Ze willen elke provincie voorzien van een techniekhavo en technasia, en bedrijven actief betrekken bij het onderwijs.
“We investeren volop in het beroepsonderwijs en geven ruimte aan jonge ondernemers. Dat is nodig, nu veel kennis met pensioen gaat. Elke provincie verdient een techniekhavo en technasia.”
“We zetten in op positieve beeldvorming en stimuleren jongeren om vol vertrouwen te kiezen voor het vmbo en het mbo. Er komt gericht beleid voor meer praktisch gericht onderwijs, bijvoorbeeld de techniekhavo.”
De ChristenUnie wil structureel investeren in praktijkgericht onderzoek op hogescholen en in ongebonden onderzoek op universiteiten, om innovatie en samenwerking binnen het hoger onderwijs te bevorderen.
“We investeren blijvend in praktijkgericht onderzoek op hogescholen en bevorderen de samenwerking binnen het hoger onderwijs door geschikte fondsen en subsidies. Bovendien investeren we in sectorplannen en in ongebonden onderzoek op de universiteiten.”
De partij vindt het belangrijk dat bedrijven, met name mkb, start-ups en scale-ups, beter toegang krijgen tot groeikapitaal en actief betrokken worden bij onderwijs en innovatie. Dit moet ondernemerschap en kennisoverdracht bevorderen.
“Bedrijven worden via samenwerkingen actief betrokken bij het onderwijs, zowel in het voortgezet als vervolgonderwijs.”
“We stimuleren ondernemerschap vanuit het hoger en wetenschappelijk onderwijs, bijvoorbeeld door het mogelijk maken van afspraken over het intellectueel eigendom van tijdens een studie ontwikkelde innovaties.”
DENK ziet investeren in kennis als essentieel voor gelijke kansen, economische kracht en een sterke kenniseconomie. De partij wil structureel meer geld naar onderwijs, met nadruk op kansengelijkheid, hogere kwaliteit en toegankelijkheid op alle niveaus. Concrete voorstellen zijn onder meer extra investeringen in scholen, leraren, het MBO, speciaal onderwijs en het hoger onderwijs.
DENK stelt dat alleen door structurele investeringen in onderwijs en leraren Nederland een kenniseconomie kan blijven en gelijke kansen kan bieden. De partij wil bezuinigingen terugdraaien, investeren in kansengelijkheid en de kwaliteit van het onderwijs verhogen.
“Door te investeren in onze scholen en onze leraren, willen wij dat het onderwijs een emancipatiemachine is die garandeert dat ieder kind gelijke kansen heeft. ... Alleen door onze investeringen in het onderwijs op peil te houden, kan Nederland de kenniseconomie blijven die wij nu zijn.”
“Het terugdraaien van de bezuinigingen. Hiermee komt er ruimte om weer in het onderwijs te investeren.”
“Extra investeringen in het hoger onderwijs, zodat wij studenten het beste onderwijs bieden en Nederland een sterke kenniseconomie blijft.”
DENK richt zich specifiek op het investeren in kansengelijkheid, met prioriteit voor scholen in kwetsbare wijken, het MBO en het speciaal onderwijs. Hiermee wil de partij achterstanden tegengaan en alle jongeren gelijke ontwikkelingskansen bieden.
“Investeren in het onderwijsachterstandenbeleid met prioriteit voor scholen in kwetsbare wijken.”
“Erkenning van het MBO door de investeringen hierin op peil te houden, betere doorstroomkansen en mbo studenten zo veel mogelijk dezelfde kansen als hbo’ers en wo’ers te bieden.”
“Investeringen in het speciaal onderwijs. Wij willen dat jongeren die bijzondere aandacht verdienen, begeleiding van de beste kwaliteit krijgen.”
DENK koppelt investeren in kennis expliciet aan het behouden van een sterke economie en hoogwaardige arbeidsmarkt. Investeringen in onderwijs worden gezien als noodzakelijk om de kenniseconomie te behouden.
“Alleen door onze investeringen in het onderwijs op peil te houden, kan Nederland de kenniseconomie blijven die wij nu zijn.”
De PVV ziet investeren in kennis vooral als het herstellen van basisvaardigheden in het onderwijs en het beperken van overhead, met een sterke nadruk op Nederlands vakmanschap en het weren van buitenlandse invloeden. Concrete voorstellen zijn het maximaliseren van onderwijsbudgetten voor de klas, het volledig Nederlandstalig maken van bacheloropleidingen, het beperken van buitenlandse studenten en het gericht opleiden van zorgpersoneel voor schaarse sectoren. Innovatie, wetenschap of brede investeringen in kennis worden nauwelijks genoemd; de focus ligt op terug naar de basis en nationale prioriteit.
De PVV wil dat het overgrote deel van het onderwijsbudget direct ten goede komt aan het primaire onderwijsproces, met een maximum aan overhead. Dit moet de kwaliteit van het onderwijs verbeteren door meer middelen beschikbaar te stellen voor leraren en leerlingen, in plaats van management en administratie.
“Maximaal 20% van de onderwijsbegroting naar overhead, minimaal 80% naar de klas”
De partij stelt dat investeren in kennis vooral betekent: terug naar basisvaardigheden (lezen, schrijven, rekenen) en het onderwijs volledig Nederlandstalig maken. Dit moet het niveau verhogen en de aansluiting op de Nederlandse arbeidsmarkt verbeteren.
De PVV ziet het beperken van buitenlandse studenten als een investering in kennis voor Nederlanders. Door studiemigratie maximaal in te perken en bacheloropleidingen in het Nederlands te geven, wil de partij de middelen en kansen richten op Nederlandse studenten.
“Maximale beperking van het aantal buitenlandse studenten”
“De PVV wil een maximale inperking van studiemigratie naar ons land. Ons onderwijs is er voor de Nederlanders, niet voor buitenlandse studenten die na hun studie weer vertrekken. Bacheloropleidingen moeten weer volledig in het Nederlands worden gegeven.”
In de zorg wil de PVV investeren in kennis door zorgverleners snel en vakkundig op te leiden, specifiek voor de plekken waar de tekorten het grootst zijn. Dit is een pragmatische, sectorgerichte benadering van kennisontwikkeling.
“Wij willen dat zorgverleners worden opgeleid om snel maar vakkundig en op plekken waar de schaarste het grootst is, ingezet te kunnen worden.”
BVNL ziet investeren in kennis vooral als het stimuleren van onderzoek, innovatie en digitale vaardigheden, met een sterke nadruk op technologische ontwikkeling en digitale weerbaarheid. De partij wil investeren in onderzoek en ontwikkeling, digitale educatie en cybersecurity, en pleit voor meer samenwerking tussen bedrijven, startups en academici. Concrete voorstellen richten zich op het vergroten van investeringen in onderzoek, het bevorderen van digitale vaardigheden en het stimuleren van innovatie in technologie en cybersecurity.
BVNL wil Nederland versterken als koploper op het gebied van technologie door te investeren in onderzoek en ontwikkeling, met speciale aandacht voor samenwerking tussen publieke en private partijen. Dit moet leiden tot een innovatievriendelijk klimaat waarin kennisontwikkeling centraal staat.
“Door investeringen in onderzoek en ontwikkeling te vergroten en samenwerking tussen publieke en private partijen te bevorderen, zullen we onze positie als voorloper op het gebied van technologie versterken.”
“BVNL zet zich in voor de stimulering van onderzoek en innovatie op het gebied van kunstmatige intelligentie en andere digitale technologieën zoals quantumtechnologie.”
De partij erkent het belang van digitale geletterdheid en wil investeren in educatieve programma’s voor jongeren, training voor werkenden en ondersteuning voor ouderen om de digitale kloof te verkleinen. Ook worden private initiatieven voor digitale scholing gestimuleerd.
BVNL wil investeren in onderzoek naar nieuwe technologieën en methodologieën op het gebied van cybersecurity, om zo de digitale veiligheid van Nederland te waarborgen en de weerbaarheid van burgers en bedrijven te vergroten.
“We gaan investeren in onderzoek naar nieuwe technologieën en methodologieën op het gebied van cybersecurity.”