De SP ziet integratie als een gezamenlijke verantwoordelijkheid en plicht voor nieuwkomers en de samenleving, met nadruk op het leren van de Nederlandse taal en het delen van normen en waarden. De partij wil dat de overheid weer de regie neemt over integratie, segregatie tegengaat via gemengde scholen en buurten, en eerlijke verdeling van opvang en kansen garandeert. Concrete voorstellen zijn onder meer verplichte taallessen vanaf dag één, het bestrijden van segregatie, en het centraal stellen van gedeelde waarden.
De SP vindt het essentieel dat alle migranten vanaf dag één Nederlands leren, omdat taal de basis is voor integratie en deelname aan de samenleving. De verantwoordelijkheid voor taallessen ligt bij de overheid voor vluchtelingen en bij bedrijven/kennisinstellingen voor arbeids- en kennismigranten. Het huidige systeem van zelfredzaamheid wordt als onrealistisch gezien.
“De overheid, bedrijven en onderwijsinstellingen moeten ervoor zorgen dat mensen die hier komen wonen vanaf dag één Nederlands leren.”
“Iedereen moet toewerken naar taalniveau B1.”
“Het overlaten van deze verantwoordelijkheid aan particuliere instellingen heeft geleid tot hoge kosten en slechte resultaten.”
De SP wil dat integratie weer een kerntaak van de overheid wordt, omdat uitbesteding aan particuliere instellingen heeft geleid tot slechte resultaten en hoge kosten. Zelfredzaamheid van nieuwkomers wordt als onrealistisch beschouwd, zeker bij taalachterstanden.
Naast taal legt de SP nadruk op het bijbrengen van Nederlandse vrijheden, grondwettelijke rechten en plichten aan nieuwkomers. Specifiek beleid is nodig voor mensen met een grote afstand tot de samenleving, om problemen als taalachterstand, werkloosheid en eergerelateerd geweld aan te pakken.
“Naast taal moet er bij de inburgering aandacht zijn voor de vrijheden en de grondwettelijke rechten en plichten die we in ons land kennen.”
“Specifiek beleid komt er voor mensen met een grote afstand tot onze samenleving, zodat problemen als taal en werkloosheid, maar ook eergerelateerd geweld en genitale verminking, beter kunnen worden aangepakt.”
De SP wil dat alle gemeenten, ook de rijkste, bijdragen aan de opvang van vluchtelingen en nieuwkomers, om segregatie en spanningen in arme buurten te voorkomen. Ook moeten gemengde buurten en scholen actief worden bevorderd.
“Alle gemeenten dragen bij aan de opvang, dus ook de rijkste. De opvang van vluchtelingen moet eerlijk verdeeld worden over gemeenten.”
“We bestrijden de tweedeling en segregatie op school en in de buurt, bijvoorbeeld door woningen te bouwen in verschillende prijsklassen. In rijkere gemeenten en buurten wordt ook voldoende ruimte gemaakt voor de huisvesting van nieuwkomers.”
De SP wil dat vluchtelingen sneller mogen werken en vrijwilligerswerk doen, omdat dit integratie bevordert en bijdraagt aan taalverwerving en financiële zelfstandigheid.
“We verruimen dus de mogelijkheden om actief te blijven via betaald werk of vrijwilligerswerk. Daardoor leer je ook de taal en kunnen mensen met betaald werk zo ook financieel bijdragen aan de opvang.”
De SP ziet segregatie op basis van klasse en etniciteit als een groot probleem voor integratie en wil gemengde scholen en buurten stimuleren.
“Nederlandse scholen behoren tot de meest gesegregeerde scholen in de wereld. Zowel op klasse als op etniciteit groeien kinderen op in verschillende en ongelijke werelden.”
“We bestrijden de tweedeling en segregatie op school en in de buurt, bijvoorbeeld door woningen te bouwen in verschillende prijsklassen.”
JA21 stelt dat integratie in Nederland ernstig tekortschiet en pleit voor een streng en verplichtend integratiebeleid waarbij nieuwkomers zich volledig moeten aanpassen aan de Nederlandse cultuur, normen en waarden. De partij wil strengere eisen voor naturalisatie, inburgering en gezinsmigratie, en stelt remigratie voor bij mislukte integratie. De Nederlandse cultuur en Westerse waarden dienen volgens JA21 altijd te prevaleren boven andere culturele invloeden.
JA21 vindt dat het huidige integratiebeleid heeft gefaald en wil dat nieuwkomers pas na langere tijd en onder strengere voorwaarden Nederlander kunnen worden. De partij benadrukt dat beheersing van de taal en kennis van het land niet volstaat: volledige acceptatie van Nederlandse wetten, normen en waarden is vereist.
“De eisen voor naturalisatie aanscherpen: pas na minstens tien jaar rechtmatig verblijf.”
“De eisen voor het inburgeringsexamen dienen daarom aangescherpt te worden met een nadrukkelijke focus op het integratiepotentieel. Enkel beheersing van de Nederlandse taal en basiskennis over ons land zijn niet voldoende. Wie Nederlander wil worden, moet bereid zijn onze wetten, normen, waarden en cultuur te omarmen.”
“De taaleis in de bijstand aanscherpen en strikt handhaven.”
JA21 stelt dat als integratie niet slaagt, remigratie actief moet worden bevorderd. Dit betekent dat mensen die niet integreren, gestimuleerd of geholpen moeten worden om terug te keren naar hun land van herkomst.
“Bevorderen van remigratie bij mislukte integratie: (her)invoering van remigratie-uitkeringen.”
De partij vindt dat de Nederlandse cultuur leidend moet zijn en dat er geen concessies mogen worden gedaan aan andere culturen, met name waar deze botsen met Westerse waarden. Integratie betekent volgens JA21 volledige aanpassing aan deze dominante cultuur.
“De Nederlandse cultuur moet de leidende cultuur in onze samenleving zijn en blijven. De multiculturele samenleving, voor zover hij ooit heeft bestaan, functioneert zeer moeizaam. Waar culturen botsen, in de praktijk vaak onze vrije Westerse cultuur en de islamitische cultuur, dan prevaleert de Westerse en is er geen ruimte voor concessies.”
“Wie van buiten komt, dient zich aan te passen en in onze samenleving te integreren. Een glashelder uitgangspunt, dat echter decennialang verwaarloosd is.”
JA21 wil gezinsmigratie beperken tot migranten die daadwerkelijk bijdragen aan Nederland en stelt strengere eisen aan het overkomen van huwelijkspartners, waaronder inkomenseisen en leeftijdsgrenzen. Dit wordt gezien als een manier om integratie te bevorderen en het ontstaan van parallelle samenlevingen tegen te gaan.
“Het aantal huwelijkspartners dat een persoon gedurende zijn leven kan laten overkomen beperken tot maximaal één.”
“De inkomenseis waaraan de ontvangende partner in Nederland moet voldoen ophogen naar een modaal inkomen.”
“Verhoging van de leeftijdsgrens naar 25 jaar voor beide partners.”
JA21 stelt dat discriminatie integratie niet mag belemmeren, maar maakt expliciet onderscheid tussen kritiek op religie en discriminatie. Kritiek op de islamitische cultuur wordt gelegitimeerd vanuit het perspectief van integratie en het beschermen van Westerse waarden.
“Wanneer discriminatie het proces van integratie belemmert, dient daartegen opgetreden te worden. JA21 wil geen samenleving waarin mensen louter op grond van hun afkomst of achtergrond worden gehinderd om het beste uit zichzelf te halen en maximaal bij te dragen aan onze maatschappij. Maar met één mythe moet krachtig worden afgerekend: Nederland is geen racistisch land.”
“De islamitische cultuur kent nu eenmaal schadelijke opvattingen over vrouwen, homoseksuelen en joden. Dit moet open en bloot kunnen worden besproken.”
De SGP vindt dat integratie vooral de verantwoordelijkheid is van nieuwkomers, die zich moeten aanpassen aan de Nederlandse taal, cultuur en christelijke waarden. De partij stelt strenge eisen aan inburgering, naturalisatie en deelname aan de samenleving, met nadruk op taalbeheersing, kennis van de Nederlandse geschiedenis en het onderschrijven van nationale en christelijke normen. Integratie wordt gezien als voorwaarde voor blijvend verblijf, waarbij niet voldoen aan de eisen kan leiden tot boetes of uitzetting.
De SGP benadrukt dat nieuwkomers zich actief moeten aanpassen door Nederlands te leren, de cultuur te omarmen en verantwoordelijkheid te nemen voor hun integratie. De partij wil de naturalisatietermijn verlengen, de taaleis verhogen en ook tweede en derde generatie migranten verplichten tot taal- en inburgering als hun Nederlands onvoldoende is. Integratie wordt gekoppeld aan kennis van nationale symbolen, geschiedenis en het afwijzen van progressief-seculiere waarden.
“Bij inburgering staat de eigen verantwoordelijkheid voorop, ook financieel. Zij die niet aan de inburgeringsplicht willen voldoen, worden beboet, en als dat kan uitgezet.”
“De termijn voor naturalisatie wordt verlengd naar tien jaar en de taaleis gaat omhoog naar B1-niveau.”
“Er komt onder andere een taal- en inburgeringsplicht voor mensen met een migratieachtergrond van de tweede en derde generatie, als ze nog onvoldoende Nederlands kunnen spreken.”
“Inburgering dient in ieder geval te leiden tot een basale beheersing van de Nederlandse taal, maar ook tot kennis van historische gebeurtenissen, nationale symbolen (zoals ons volkslied en koningshuis), ons cultureel erfgoed en de manier waarop wij in een rechtsstaat samenleven. Het betekent geen omarming van progressief-seculiere waarden, zoals abortus of homohuwelijk.”
De SGP koppelt integratie expliciet aan het recht op verblijf en naturalisatie. Wie niet integreert of zich schuldig maakt aan antisemitisme, kan het verblijfsrecht verliezen. Burgerschap wordt pas toegekend na expliciete afstand van antisemitische ideeën en het onderschrijven van de bescherming van Joods leven.
“De SGP wil in de wet vastleggen dat aspirant-burgers expliciet afstand doen van antisemitische ideeën (inclusief ontkenning van Israëls bestaansrecht) als voorwaarde voor naturalisatie.”
“Inburgeraars worden, net als in Duitsland, verplicht te ondertekenen het Joodse leven te beschermen. Houden nieuwkomers zich hier niet aan, dan kan dat gevolgen hebben voor hun verblijfsstatus.”
“Antisemitisme wordt zwaar meegewogen als weigerings- of intrekkingsgrond in de asiel- en inburgeringsprocedure, bij de aanvraag van een tijdelijke en permanente verblijfsvergunning en in de naturalisatieprocedure.”
De SGP wil bij toelating van migranten en asielzoekers nadrukkelijk cultuur en religie laten meewegen om integratieproblemen te voorkomen. Er wordt prioriteit gegeven aan mensen met zo min mogelijk culturele afstand tot Nederland.
“Bij toelating van (arbeids)migranten wordt allereerst gekeken naar werving van Nederlanders en Nederlandstaligen in het buitenland, vervolgens naar mensen met zo min mogelijk culturele afstand tot de Nederlandse samenleving.”
“Het moet mogelijk worden culturele en religieuze achtergrond mee te laten wegen bij asielaanvragen, om integratieproblemen zoveel mogelijk te voorkomen.”
Hoewel de SGP spreekt over een gemeenschappelijk fundament en het belang van gemeenschap, ligt de nadruk sterk op de plicht van nieuwkomers om zich aan te passen aan de bestaande (christelijke) normen en waarden.
“Van nieuwkomers mag verwacht worden dat ze zich aanpassen en zo snel mogelijk Nederlands leren en spreken. Daarnaast is meedoen dé sleutel tot een succesvolle integratie.”
“Aan nieuwkomers mogen stevige eisen worden gesteld, zoals het onderschrijven van onze breed gedeelde, nationale ‘spelregels’ en het spreken van de Nederlandse taal.”
De VVD ziet integratie als een plicht en stelt duidelijke eisen aan nieuwkomers: meedoen aan de samenleving, de Nederlandse taal spreken en de Nederlandse waarden onderschrijven. Werk wordt gezien als het belangrijkste middel tot integratie, en wie niet wil meedoen of onze waarden afwijst, wordt uitgesloten van volwaardig burgerschap. De partij wil strengere eisen voor naturalisatie, het tegengaan van organisaties die integratie belemmeren, en het actief bevorderen van deelname aan werk en taalonderwijs.
De VVD beschouwt werk als het belangrijkste instrument voor succesvolle integratie en wil dat statushouders direct aan het werk gaan in plaats van een uitkering te ontvangen. Dit moet voorkomen dat mensen in de bijstand blijven en bevordert deelname aan de samenleving.
“Integreren doe je het beste op de werkvloer. Werk is het allerbelangrijkste instrument om integratie voor elkaar te krijgen en te voorkomen dat mensen afglijden in de criminaliteit of het fundamentalisme.”
“De VVD wil dat elke statushouder direct bij het krijgen van huisvesting een leerwerkplek of startbaan krijgt aangeboden en accepteert, in plaats van direct een uitkering.”
Het beheersen van de Nederlandse taal wordt als cruciaal gezien voor integratie. De VVD wil de taaleisen voor naturalisatie verhogen en koppelt het recht op bijstand aan het spreken van Nederlands.
“De Nederlandse taal spreken is cruciaal om vol mee te doen in onze samenleving. Daarom moet iedereen die Nederlander wil worden dat kunnen.”
“Het is onacceptabel dat migranten die onvoldoende Nederlands spreken Nederlander mogen worden. Daarom willen wij de taaleis voor naturalisatie verhogen naar het basisniveau voor de werkvloer.”
“Het is cruciaal om de taaleis in de bijstand te behouden”
Integratie wordt door de VVD als een verplichting gezien, niet als een vrijblijvende keuze. Wie onze waarden afwijst of niet wil meedoen, hoort er niet bij.
De VVD wil het verkrijgen van het Nederlanderschap moeilijker maken en stelt strengere eisen aan het onderschrijven van Nederlandse waarden en cultuur.
“Statushouders die op azc’s verblijven komen pas in aanmerking voor andere vormen van huisvesting op het moment dat zij zowel in woord als in daad achter de Nederlandse cultuur en waarden staan.”
“Eisen voor naturalisatie flink aanscherpen: Het verkrijgen van het Nederlanderschap is een enorme gunst. Door het Nederlanderschap krijgt een migrant namelijk – voor altijd – onder meer allerlei rechten en toegang tot voorzieningen. Daar mag behoorlijk wat tegenover staan,”
De VVD wil dat organisaties die integratie tegenwerken geen subsidie meer krijgen en uitgesloten worden van het maatschappelijk debat over integratiebeleid.
“We toetsen of organisaties de integratie van nieuwkomers belemmeren. Als dit het geval is wordt de subsidie ingetrokken. Organisaties die integratie tegengaan zijn geen gesprekspartners meer in de maatschappelijke dialoog om integratiebeleid te maken.”
Om taalachterstanden en integratieproblemen vroeg te voorkomen, wil de VVD voorschoolse educatie verplicht stellen voor kinderen van inburgerende ouders.
“Voorschoolse educatie biedt een belangrijke kans om vroeg taalvaardigheid te ontwikkelen en om kennis te maken met de Nederlandse waarden en normen. Om taalachterstanden te voorkomen en een succesvolle start op de basisschool te maken, verplichten we dit voor kinderen van inburgerende ouders.”
Volt ziet integratie als een wederkerig proces waarbij nieuwkomers vanaf dag één actief kunnen deelnemen aan de samenleving, met nadruk op gelijke kansen, taalonderwijs en het benutten van talenten. De partij pleit voor directe toegang tot werk, onderwijs en begeleiding, en investeert in inclusieve voorzieningen zoals taalcursussen en ‘meedoenbalies’ op opvanglocaties. Volt wil zo de zelfstandigheid en bijdrage van nieuwkomers vergroten en discriminatie tegengaan.
Volt vindt dat integratie begint met het direct mogelijk maken van deelname aan werk en onderwijs voor asielzoekers, statushouders en ongedocumenteerden. Dit moet hun zelfstandigheid vergroten en hun bijdrage aan de samenleving versnellen, terwijl het personeelstekorten helpt oplossen.
“We maken het gemakkelijker voor asielzoekers en statushouders om te werken of om betaalde beroepsopleidingen of ontwikkeltrajecten te volgen.”
“Onder het motto ‘recht op werk voor iedereen’, krijgen asielzoekers vanaf dag één een burgerservicenummer (BSN) en de mogelijkheid om te werken, en wordt de Tewerkstellingsvergunning afgeschaft. Ook ongedocumenteerden en derdelanders met een visum kunnen een BSN krijgen, werken en belasting betalen.”
“Ongedocumenteerde jongeren die in Nederland het basis- en/of middelbaar onderwijs hebben gevolgd, moeten toegang krijgen tot hoger onderwijs zodra ze achttien jaar worden.”
Volt ziet taal als sleutel tot integratie en wil daarom vanaf het begin toegankelijk taalonderwijs bieden, evenals begeleiding op opvanglocaties zodat nieuwkomers snel kunnen meedoen in de samenleving.
“We investeren in taalcursussen en faciliteren deze beter. Zo verbeteren we de arbeidsomstandigheden op de werkvloer.”
“We lossen de achterstanden in de basisregistratie personen op en bieden toegankelijk taalonderwijs inclusief gebarentaal aan aan alle asielzoekers. zo kunnen vluchtelingen die wachten op een status vanaf dag één meedoen in de samenleving door middel van betaald werk, vrijwilligerswerk of andere activiteiten.”
“Op elke opvanglocatie worden ’meedoenbalies’ ingericht en wordt er goede begeleiding aangeboden, zodat migranten aan de slag kunnen in sectoren die aansluiten bij hun beroepskwalificaties en expertise.”
Volt benadrukt dat integratie niet alleen de verantwoordelijkheid is van nieuwkomers, maar van de hele samenleving. Investeren in wat mensen verbindt, zoals kunst, cultuur en inclusie, is essentieel om polarisatie en uitsluiting tegen te gaan.
“Samenleven betekent investeren. In elkaar en in een samenleving waarin iedereen zich thuis voelt, ongeacht wie je bent of waar je vandaan komt.”
“Wij geloven dat alle nieuwkomers het recht toekomt om op een zinvolle manier deel te nemen aan de samenleving. Nederland kan hun vaardigheden, talenten, ervaringen en ideeën inzetten en hen zo in staat stellen een onafhankelijk leven op te bouwen en een bijdrage te leveren aan onze samenleving.”
“Discriminatie, racisme en uitsluiting accepteren we niet. Niet op straat, niet op school, niet op het werk en ook niet online. We blijven dit bestrijden.”
Volt wil dat integratiebeleid rekening houdt met persoonlijke omstandigheden van migranten, zoals sociale netwerken en taalvaardigheid, en pleit voor Europese samenwerking en solidariteit om integratiekansen te vergroten.
“Mensen moeten zelf kunnen kiezen in welk land binnen de EU zij hervestigd worden, waarbij er rekening gehouden wordt met betekenisvolle banden met Europese landen en behoeften, zoals bestaande sociale netwerken, taalvaardigheid of medische conditie. Zo worden ook integratiemogelijkheden vergroot.”
“Volt zet zich in voor een humane en gemeenschappelijke Europese aanpak van migratie, gebaseerd op solidariteit tussen de lidstaten en een gezamenlijke aanpak voor het beheer van de Europese buitengrenzen.”
Het CDA ziet integratie als een wederkerige opdracht waarbij nieuwkomers zich actief moeten inspannen om Nederlands te leren, te werken en de democratische waarden te omarmen, terwijl de samenleving eerlijke kansen moet bieden. De partij legt sterk de nadruk op taalverwerving, snelle toegang tot werk en verplichte inburgering, met duidelijke verantwoordelijkheden voor gemeenten en werkgevers. Integratie wordt vooral gezien als participatie via taal, werk en onderwijs, ondersteund door strikte eisen en resultaatsafspraken.
Het CDA stelt verplichte inburgering en taalverwerving centraal, met duidelijke consequenties bij niet-naleving. Gemeenten en werkgevers krijgen een grote rol in het faciliteren en afdwingen van deze processen. Het doel is dat nieuwkomers snel zelfstandig kunnen meedoen in de samenleving.
“Voor alle statushouders is het inburgeringsonderwijs verplicht, in het uiterste geval op straffe van verlies van hun status.”
“Inburgeringsplichtigen spreken en schrijven binnen maximaal drie jaar de Nederlandse taal.”
“Arbeidsmigranten die hier langdurig verblijven, volgen een verplicht taaltraject dat is toegespitst op werk en deelnemen in de samenleving. De werkgever is hiervoor verantwoordelijk.”
“Kinderen van statushouders volgen verplichte voor- en vroegschoolse educatie, zodat ze snel meedoen op school.”
Het CDA ziet werk als de snelste weg naar integratie en taalbeheersing. Daarom moeten kansrijke asielzoekers en statushouders snel aan het werk kunnen, bij voorkeur via leer-werktrajecten die taal en vakopleiding combineren.
“Alle kansrijke asielzoekers moeten na één maand toegang tot de arbeidsmarkt krijgen. Dat kan ook via leer-werktrajecten waarbij taallessen worden gecombineerd met een vakopleiding en werkervaring.”
“Werk is de snelste manier om de taal te leren. Asielzoekers en statushouders gaan sneller aan het werk.”
Gemeenten worden expliciet verantwoordelijk gehouden voor het slagen van de inburgering, met duidelijke resultaatafspraken en verplichte transparante rapportage over de voortgang.
“Gemeenten worden gehouden aan hun plicht om zorg te dragen voor de inburgering van nieuwkomers. Er worden duidelijke resultaatafspraken gemaakt. Gemeenten moeten transparant rapporteren over de voortgang.”
Integratie is volgens het CDA een wederkerige opdracht: nieuwkomers moeten zich inspannen om te integreren, terwijl de samenleving eerlijke kansen en ondersteuning biedt. Ook wordt samenwerking met maatschappelijke organisaties gestimuleerd.
“Integratie is een wederkerige opdracht. Aan nieuwkomers is het de taak – zoals aan alle inwoners van Nederland – om vorm en inhoud te geven aan het democratisch burgerschap. ... Van de samenleving mag worden verwacht dat ze nieuwkomers eerlijke kansen geeft in het onderwijs, op een baan, en dat ze waar nodig nieuwkomers een extra zetje geeft.”
“We versterken de samenwerking met migrantenorganisaties, kerken en moskeeën zodat zij mede de verantwoordelijkheid dragen voor een succesvolle integratie van nieuwkomers.”
BVNL vindt dat integratie van nieuwkomers essentieel is om de Nederlandse normen, waarden en identiteit te behouden. De partij stelt harde eisen aan taalbeheersing, participatie en het overnemen van de Nederlandse cultuur, en koppelt rechten zoals uitkeringen en burgerschap aan succesvolle integratie. Wie zich niet aanpast of niet bijdraagt, verliest rechten of wordt uitgezet.
BVNL stelt dat nieuwkomers zich volledig moeten aanpassen aan de Nederlandse samenleving, waarbij het behoud van de Nederlandse identiteit en gedeelde waarden centraal staat. Integratie wordt gezien als een voorwaarde voor toegang tot rechten en voorzieningen; taalbeheersing, participatie en het onderschrijven van de Nederlandse cultuur zijn verplicht. Het niet voldoen aan deze eisen leidt tot het verlies van verblijfsrechten of uitkeringen.
“Integratie van nieuwkomers moet voorop staan. Onze vrije normen en waarden moeten koste wat kost behouden blijven. Een sterke, harmonieuze samenleving heeft immers gedeelde waarden als basis.”
“De Nederlandse identiteit, cultuur, burgerschap en daarbij horende kernwaarden moeten worden doorgegeven in het onderwijs.”
“Immigranten die al in Nederland zijn passen zich aan. Dat betekent dat zij de Nederlandse taal leren en bijdragen aan de samenleving. Iedereen die kan werken, werkt. De Nederlandse taal leren is een vereiste voor een woning of een uitkering.”
“Geen Nederlands willen leren spreken betekent geen bijstandsuitkering. Voor sociale voorzieningen wordt een minimaal niveau van beheersing van de Nederlandse taal vereist.”
“Het aanvragen van een Nederlands paspoort kan pas na 10 jaar, in plaats van na 5 jaar.”
“Versoberde uitkering bij werkloosheid voor immigranten tijdens de eerste 5 jaar in Nederland.”
“Immigranten die binnen 5 jaar na toekenning van hun verblijfsvergunning veroordeeld worden voor een misdrijf, verliezen hun verblijfsvergunning.”
“Immigranten die zich blijvend willen vestigen in Nederland, en kunnen werken maar dit weigeren, en die niet financieel redzaam zijn, worden Nederland uitgezet en verliezen elk zicht op het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit.”
De ChristenUnie ziet integratie als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheid, samenleving en nieuwkomers, waarbij nadruk ligt op het leren van de Nederlandse taal, het onderschrijven van kernwaarden en actieve participatie. Integratie wordt niet alleen als een economische kwestie gezien, maar vooral als het aanvaarden van de Nederlandse samenleving en haar waarden, met concrete eisen aan taalbeheersing en participatie voor alle nieuwkomers, inclusief arbeidsmigranten en gezinsmigranten. De partij wil integratie bevorderen door snelle start van taal- en inburgeringstrajecten, het verbinden van verblijfsvergunningen aan integratievoorwaarden, en het aanscherpen van naturalisatie-eisen.
De ChristenUnie stelt dat succesvolle integratie alleen mogelijk is als nieuwkomers de Nederlandse taal leren, participeren via werk of vrijwilligerswerk, en de Nederlandse kernwaarden onderschrijven. Dit geldt voor alle groepen nieuwkomers, inclusief arbeidsmigranten en gezinsmigranten. De partij benadrukt dat integratie meer is dan economische bijdrage; het draait om het aanvaarden van de samenleving en haar grondwettelijke en christelijke wortels.
“Integratie draait niet alleen om economische bijdrage, maar vooral om het aanvaarden van de Nederlandse samenleving, inclusief onze taal, grondwettelijke bepalingen (o.a. vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid, respect voor minderheden), geschiedenis, en christelijke wortels van ons land. Het beheersen van de Nederlandse taal, ook door arbeidsmigranten, is daarbij essentieel.”
“Voor succesvolle integratie is beheersing van de Nederlandse taal en het onderschrijven van de participatieverklaring essentieel. Integratie vraagt van mensen dat ze niet alleen fysiek, maar ook mentaal verhuizen. Niet alleen onze taal leren, maar ook onze waarden leren kennen en respecteren.”
“Wie de keuze maakt om in Nederland te wonen en te blijven, wie burger wil zijn van dit land, draagt zijn of haar steentje bij om aan dit land te bouwen.”
De ChristenUnie wil dat ook arbeidsmigranten en gezinsmigranten verplicht worden tot integratie, met nadruk op taalonderwijs en het voorkomen van parallelle samenlevingen. Voor niet-EU arbeidsmigranten worden verblijfsvergunningen gekoppeld aan integratievoorwaarden, en voor gezinshereniging geldt een plicht tot inpassing in de samenleving.
“Aan verblijfsvergunningen voor niet EU-arbeidsmigranten verbinden we voorwaarden aan integratie, zoals het leren van de Nederlandse taal.”
“Het gevaar dreigt dat EU-arbeidsmigranten in een parallel circuit blijven leven, met kans op herhaling van de migratiegolven uit de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw. Via werkgevers en gemeenten zetten we in op taalonderwijs voor deze groep vanuit de overtuiging dat een goede taalbeheersing noodzakelijk is voor een succesvolle integratie.”
“De herenigde gezinsleden moeten zich inpassen in de Nederlandse samenleving en Nederland mag hier eisen aan stellen. Dit geldt voor zowel vluchtelingen en arbeidsmigranten als expats.”
De partij pleit voor een snelle start van taal- en inburgeringstrajecten, gecombineerd met werk of vrijwilligerswerk, om integratie en binding met de lokale gemeenschap te versnellen.
“Taal- en inburgeringstrajecten worden gecombineerd met een betaalde baan of vrijwilligerswerk en kunnen zo snel mogelijk starten na aankomst in Nederland (bijvoorbeeld via de Meedoenbalies op COA locaties). Dit zorgt voor een nuttige daginvulling, versnelt de integratie en zorgt voor binding met de lokale gemeenschap.”
De ChristenUnie wil de eisen voor naturalisatie aanscherpen, waarbij het spreken van Nederlands en het onderschrijven van de grondwettelijke waarden als randvoorwaarde gelden.
“Het spreken van het Nederlands en het onderschrijven van de waarden zoals vastgelegd in de grondwet is daarvoor randvoorwaarde. Daar schort het nog weleens aan. Daarom kijken we kritisch naar de bestaande eisen en scherpen we deze waar nodig aan.”
BBB koppelt integratie direct aan het respecteren van Nederlandse waarden, taal en wetten, en stelt strenge eisen aan nieuwkomers. De partij wil integratie afdwingen via verplichte taal- en inburgeringscursussen, snelle participatie in werk of opleiding, en het ontmoedigen van parallelle gemeenschappen. Falende integratie wordt gezien als een risico voor radicalisering en sociale problemen.
BBB vindt dat integratie begint bij het accepteren van Nederlandse normen, waarden en taal. Migranten moeten verplicht de Nederlandse taal leren en de cultuur respecteren, om zo de vorming van parallelle samenlevingen en radicalisering te voorkomen.
“Samenleven in Nederland begint bij het respecteren van onze waarden, normen, wetten en omgangsvormen. Dat veronderstelt erkenning van de Nederlandse cultuur en identiteit, die in elke regio een eigen invulling kent.”
“We gaan veel strenger toezien op het beheersen van de Nederlandse taal. Migranten dienen een verplichte taalcursus te volgen en minimaal B1niveau te behalen.”
BBB wil dat asielzoekers pas naar Nederland mogen komen als zij een inburgeringscursus succesvol hebben afgerond, die direct na voorlopige goedkeuring van hun aanvraag start. Dit moet integratie versnellen en bureaucratie verminderen.
“Zodra de asielaanvraag, die buiten de EUgrenzen wordt gedaan, voorlopig is goedgekeurd, start de asielzoeker met een inburgeringscursus. Pas als die is behaald, wordt de aanvraag definitief goedgekeurd en mag de migrant naar Nederland komen.”
Nieuwkomers moeten binnen een jaar actief deelnemen aan de samenleving via werk, opleiding of vrijwilligerswerk. Wie weigert, wordt gekort op uitkeringen en toeslagen.
“Binnen een jaar volgt iemand een opleiding, doet vrijwilligerswerk of heeft een betaalde baan. Wie dat weigert, wordt gekort op uitkeringen en toeslagen.”
Om integratie te bevorderen, wil BBB dat de overheid stopt met communicatie in talen als Arabisch of Turks, zodat migranten sneller Nederlands leren.
“Geen Arabische of Turkse folders van de overheid meer door de brievenbus. Want anders leren deze migranten al helemaal geen Nederlands. We stoppen met overheidscommunicatie in andere talen dan het Nederlands, Fries, Engels of streektalen.”
BBB wil schadelijke praktijken zoals eergerelateerd geweld en vrouwenbesnijdenis specifiek aanpakken binnen het inburgerings- en integratietraject.
“Hier willen we een speciale aanpak in zowel het inburgerings en integratietraject als in het strafrecht.”
BBB ziet vrijwillige terugkeer naar het land van herkomst als een oplossing voor massaimmigratie en falende integratie, en wil remigratie actief stimuleren.
“Terugkeer naar het land van herkomst kan bijdragen aan oplossingen m.b.t. massaimmigratie en falende integratie. Op remigratie heeft te lang een taboe gerust. Stimuleren van terugkeer hoort te worden opgenomen in het beleid.”
NSC wil integratie versterken door nieuwkomers te verplichten de Nederlandse taal te beheersen, westerse waarden te omarmen en direct te participeren via werk of scholing. De partij stelt strengere taaleisen, koppelt inburgering aan werk en benadrukt het belang van sociale samenhang en gedeelde identiteit. Concrete maatregelen zijn onder meer een hogere taaleis, directe werkplicht voor statushouders en het normeren van de Nederlandse taal in het publieke domein.
NSC vindt beheersing van de Nederlandse taal essentieel voor integratie en wil de taaleis voor nieuwkomers verhogen naar B1-niveau. Dit moet bijdragen aan succesvolle inburgering en het omarmen van de principes van de democratische rechtsstaat.
Werk wordt gezien als cruciaal voor integratie. Statushouders moeten direct na inschrijving bij de gemeente aan het werk of deelnemen aan een verplicht participatietraject, waarbij werken en inburgeren gecombineerd kunnen worden.
“Statushouders krijgen bij inschrijving in de gemeente direct een baan of verplicht participatietraject aangeboden zodat ze kunnen meedoen in de samenleving, zelfredzaam worden en integreren.”
“We willen de verplichtingen tot werk en scholing flink aanscherpen en samen met werkgevers het aantal startbanen voor statushouders fors uitbreiden. Inburgering op de werkplek moet het uitgangspunt zijn.”
Integratie betekent volgens NSC ook het actief omarmen van Nederlandse waarden, rechten en plichten, ongeacht herkomst. Sociale samenhang en het gevoel onderdeel te zijn van de gemeenschap staan centraal.
NSC is kritisch op het verdwijnen van de Nederlandse taal in het dagelijks leven en wil maatregelen nemen om het Nederlands weer gangbaar te maken op straat, werkvloer en in het onderwijs.
“We zijn daarom kritisch op ontwikkelingen waarbij de Nederlandse taal naar de achtergrond verdwijnt. Daarom komen we met maatregelen om het Nederlands op straat, op de werkvloer, in de klas en collegezaal weer gangbaar te maken.”
De PVV beschouwt integratie primair als een probleem van onvoldoende aanpassing door migranten, en stelt harde eisen aan verblijfsrechten en sociale voorzieningen. Hun belangrijkste voorstellen zijn het beperken van naturalisatie, het verbieden van dubbele nationaliteit, het uitsluiten van niet-Nederlandstaligen van bijstand, en het actief bevorderen van remigratie. De kern van hun visie is dat integratie vooral eenzijdig is: wie zich niet volledig aanpast of de taal niet spreekt, verliest rechten of moet vertrekken.
De PVV wil dat integratie pas na langdurig legaal verblijf mogelijk is, en koppelt verblijfsrechten direct aan gedrag en taalbeheersing. Dit moet voorkomen dat mensen zonder volledige aanpassing Nederlander worden of aanspraak maken op sociale voorzieningen.
De partij ziet remigratie als oplossing voor integratieproblemen en wil vertrek actief faciliteren, zonder financiële beloning. Dit beleid is gericht op het verminderen van de aanwezigheid van mensen die zich volgens de PVV onvoldoende integreren.
“Bevorderen remigratie”
“De PVV stelt een vrijwillige remigratieregeling in. Wie dit land wil verlaten, krijgt die kans. Geen vertrekpremie, geen beloning, geen douceurtje – maar een vliegticket (enkele reis), bagagehulp en snelle administratieve afhandeling. Voorwaarde is dat men afstand doet van het Nederlanderschap, voorgoed vertrekt en niet meer terugkomt.”
De PVV koppelt integratie aan strikte naleving van de wet en directe consequenties bij overtredingen. Wie zich niet aan de regels houdt, verliest verblijfsrechten of wordt uitgezet, waarmee de partij integratie vooral als eenzijdige verplichting ziet.
“Statushouders die frauderen (zoals illegale onderverhuur), op vakantie gaan naar het land van herkomst of werk of een woning weigeren, raken direct hun verblijfsvergunning kwijt”
“Vreemdelingen (waaronder statushouders) worden na veroordeling voor één misdrijf – na het uitzitten van de straf en intrekking van de verblijfsstatus – direct uitgezet”
FVD stelt dat integratie van migranten in Nederland grotendeels is mislukt en pleit daarom voor een restrictief immigratiebeleid, waarbij de nadruk ligt op het stoppen van instroom en het actief stimuleren van remigratie van mensen die niet integreren. De partij wil geen permanente verblijfsvergunningen meer verstrekken, sociale voorzieningen beperken voor nieuwkomers en remigratie financieel en praktisch aantrekkelijk maken.
FVD vindt dat veel migranten niet integreren en wil daarom alleen tijdelijke verblijfsvergunningen verstrekken, waarbij migranten periodiek hun bijdrage aan de samenleving moeten aantonen. Dit moet voorkomen dat mensen die niet integreren permanent in Nederland blijven.
“We schaffen de permanente verblijfsvergunning af. Mensen die een tijdelijke verblijfsvergunning verkrijgen moeten iedere vijf jaar hun nut en noodzaak voor de Nederlandse samenleving bewijzen (vergelijkbaar met het Amerikaanse GreenCard systeem), zodat we hier alleen migranten krijgen die iets komen brengen en niet alleen iets komen halen.”
“We introduceren een streng gereguleerd GreenCard-model voor tijdelijke werkvergunningen, zodat alleen economisch waardevolle migranten - die cultureel compatibel zijn - tijdelijk kunnen bijdragen zonder uitzicht op naturalisatie.”
Omdat volgens FVD veel migranten niet integreren en in parallelle gemeenschappen blijven leven, wil de partij remigratie actief bevorderen met financiële beurzen en begeleiding. Dit moet de druk op sociale voorzieningen en de samenleving verminderen.
“Er zijn miljoenen mensen naar Nederland gekomen die vaak niet of nauwelijks integreren. Zij leven in eigen gemeenschappen, spreken de taal slecht en voelen zich weinig verbonden met onze samenleving.”
“Wij willen mensen die hier niet aarden actief ondersteunen bij hun terugkeer. Met een remigratiebeurs maken we de terugkeer financieel aantrekkelijk, en met remigratiecoaches zorgen we voor begeleiding bij het vinden van werk, huisvesting en voorzieningen in het thuisland.”
“We bieden migranten en hun kinderen en kleinkinderen remigratiebeurzen en begeleiding door coaches aan, zodat terugkeer naar hun landen van herkomst haalbaar en aantrekkelijk wordt.”
FVD wil dat immigranten pas na tien jaar arbeid aanspraak kunnen maken op sociale voorzieningen, om te voorkomen dat mensen die niet integreren of bijdragen toch profiteren van het Nederlandse systeem.
“We laten immigranten pas aanspraak maken op toeslagen en uitkeringen na tien jaar arbeid in Nederland, zodat Nederland niet meer aantrekkelijk is voor gelukszoekers.”
GroenLinks-PvdA wil integratie van nieuwkomers versnellen door directe deelname aan de samenleving, snelle toegang tot taalonderwijs en werk, en het bevorderen van contact met lokale bewoners. Ze pleiten voor structurele maatregelen zoals plaatsing van asielzoekers in de gemeente van bestemming, het schrappen van tewerkstellingsvergunningen en blijvende taallessen, met als doel zowel integratie als draagvlak in de samenleving te versterken.
GroenLinks-PvdA vindt dat integratie begint tijdens de asielprocedure, met snelle toegang tot taalonderwijs en deelname aan de samenleving. Dit moet voorkomen dat asielzoekers geïsoleerd raken en versnelt hun zelfredzaamheid. De partij wil dat asielzoekers direct in de gemeente van bestemming worden geplaatst en investeert in dagbesteding en contact met lokale bewoners.
“Mensen moeten al tijdens hun asielprocedure kunnen deelnemen aan de Nederlandse samenleving. Het huidige asielstelsel maakt dit onmogelijk door asielzoekers continu te laten verhuizen. We plaatsen asielzoekers daarom alvast in een azc in de gemeente waar ze, na inwilliging van hun asielverzoek, als statushouders zullen wonen. We investeren in zinvolle dagbesteding en zelfontplooiing door snellere toegang tot taalonderwijs. We stimuleren daarnaast dat nieuwkomers en lokale bewoners elkaars achtergrond en gewoonten leren kennen.”
De partij wil dat asielzoekers sneller aan het werk kunnen, zonder belemmerende vergunningen, om integratie te bevorderen en arbeidsmarktkrapte te verlichten. Werk wordt gezien als essentieel voor integratie en zelfredzaamheid.
“Asielzoekers die meer dan zes maanden in de procedure zitten, moeten aan het werk kunnen. Als het perspectief op inwilliging eerder duidelijk is, mogen mensen binnen een maand volledig aan het werk. We schrappen de noodzaak voor een tewerkstellingsvergunning, net als bij Oekraïense vluchtelingen, en brengen werkgevers met asielzoekers en vluchtelingen in contact. Zo faciliteren we de integratie van nieuwkomers én verlichten we de krapte op de arbeidsmarkt.”
GroenLinks-PvdA vindt het belangrijk dat statushouders altijd toegang houden tot taallessen, ook als ze formeel zijn vrijgesteld. Dit moet voorkomen dat mensen zonder voldoende taalvaardigheid buiten de boot vallen en bevordert hun integratie op lange termijn.
“Wij willen dat taallessen ook na ontheffing worden aangeboden.”
De partij wil succesvolle ervaringen met de opvang en integratie van Oekraïense vluchtelingen toepassen op andere groepen, om integratie structureel te verbeteren.
“We passen de goede ervaringen uit de opvang van Oekraïense vluchtelingen toe op de opvang en integratie van andere vluchtelingen.”
GroenLinks-PvdA erkent de belangrijke rol van vrijwilligers bij de integratie van vluchtelingen en wil hun inzet waarderen en ondersteunen.
“We waarderen vrijwilligers die een onmisbaar steentje bijdragen aan de integratie van vluchtelingen in onze samenleving.”
D66 ziet integratie als een tweezijdig proces waarbij zowel nieuwkomers als de ontvangende samenleving zich moeten inspannen. De partij wil dat nieuwkomers vanaf het begin kunnen meedoen, met snelle toegang tot werk en samenleving, en pleit voor een integratiebeleid dat verder gaat dan alleen taallessen. D66 streeft naar eerlijke, menselijke opvang en snelle duidelijkheid voor nieuwkomers, zodat zij niet onnodig buitengesloten blijven.
D66 benadrukt dat integratie niet alleen de verantwoordelijkheid is van nieuwkomers, maar ook van de ontvangende samenleving. Het beleid moet verder gaan dan alleen taallessen en vraagt actieve inzet van beide partijen om nieuwkomers snel te laten deelnemen aan de samenleving. Dit voorkomt langdurige uitsluiting en benut de potentie van nieuwkomers.
“Daarom kiest D66 voor integratiebeleid dat meer is dan eenrichtingsverkeer of een taalcursus. We vragen inzet van de nieuwkomers en van de ontvangende samenleving.”
“Nieuwkomers die in Nederland verblijven, moeten vanaf het begin kunnen meedoen. Dat geldt zeker voor kansrijke asielzoekers en voor mensen die een status hebben gekregen. Maar momenteel moeten veel nieuwkomers jarenlang wachten om te kunnen deelnemen aan onze samenleving. Het is onmenselijk om mensen te laten wegkwijnen in een azc.”
D66 wil dat nieuwkomers direct kunnen meedoen, met snelle procedures en toegang tot werk, om langdurige afhankelijkheid en uitsluiting te voorkomen. Dit is zowel menselijk als economisch verstandig, gezien de vraag naar arbeidskrachten.
DENK ziet integratie vooral als een wederzijds proces waarbij nieuwkomers actief ondersteund worden om volwaardig deel te nemen aan de samenleving, met nadruk op begeleiding, taal en het tegengaan van uitsluiting. De partij pleit voor meer geld en persoonlijke begeleiding bij inburgering, snelle procedures en het bestrijden van discriminatie, zodat nieuwkomers sneller en gelijkwaardiger kunnen meedoen. Hun visie is inclusief en mensgericht, met focus op het wegnemen van structurele barrières.
DENK wil dat nieuwkomers niet verdwalen in het systeem en pleit voor meer middelen, persoonlijke begeleiding en mensgerichte trajecten om integratie te bevorderen. Het doel is dat inburgeraars sneller en effectiever kunnen deelnemen aan de samenleving, met minder bureaucratische drempels.
DENK vindt dat lange wachttijden en bureaucratie integratie belemmeren. Door te investeren in uitvoeringsinstanties moeten vluchtelingen sneller de benodigde documenten krijgen, zodat ze direct kunnen meedoen in de samenleving.
“Versnelde procedures, zonder afbraak van menswaardigheid. We investeren in de IND, het COA en gemeentelijke uitvoering om procedures te versnellen. Vluchtelingen krijgen zo snel mogelijk de noodzakelijke documenten en registraties om mee te kunnen doen, de achterstanden op dit gebied worden snel weggewerkt.”
DENK ziet economische zelfstandigheid als essentieel voor integratie. Vluchtelingen en statushouders moeten daarom zo snel mogelijk mogen werken, zodat ze hun eigen inkomen kunnen verdienen en sneller onderdeel worden van de samenleving.
“Vluchtelingen en statushouders horen zo snel mogelijk het recht te krijgen om te werken zodat ze hun eigen inkomen kunnen verdienen.”
De Partij voor de Dieren wil investeren in de opvang en integratie van vluchtelingen, met nadruk op snelle en volledige deelname aan de maatschappij en het bevorderen van acceptatie onder de Nederlandse bevolking. Ze pleiten voor humane opvang, goede begeleiding, taalcursussen en het tegengaan van discriminatie, zodat nieuwkomers daadwerkelijk kunnen meedoen. Hun visie is inclusief, gericht op mensenrechten en het waarborgen van gelijke kansen voor alle migranten.
De PvdD vindt dat vluchtelingen na het verkrijgen van een verblijfsvergunning snel en volledig moeten kunnen deelnemen aan de samenleving. Ze willen investeren in zowel de opvang als de integratie van vluchtelingen, en tegelijkertijd werken aan acceptatie onder de Nederlandse bevolking. Dit moet leiden tot meer begrip, minder discriminatie en een rechtvaardige, inclusieve samenleving.
“De Partij voor de Dieren wil investeren in de opvang en integratie van vluchtelingen in Nederland én investeren in de acceptatie van nieuwkomers onder de Nederlandse bevolking. Opvang moet zorgvuldig plaatsvinden. Wanneer mensen elkaar eenmaal kennen, zijn we vaak begripvol en behulpzaam ten opzichte van opgevangen vluchtelingen. De Partij voor de Dieren wil daarom humane opvang met goede begeleiding en snel duidelijkheid over de status van een asielaanvraag. Zodra mensen een verblijfsvergunning krijgen, moeten ze snel en volledig mee kunnen doen in de maatschappij.”
Om integratie te bevorderen, moeten mensen in vluchtelingenopvang zich kunnen ontplooien en recht hebben op begeleiding, taalcursussen, zorg en onderwijs. Dit voorkomt uitzichtloosheid en versnelt hun deelname aan de samenleving.
“Mensen die verblijven in een vluchtelingenopvang kunnen zich voortaan ontplooien en hebben recht op goede begeleiding, taalcursussen, zorg en onderwijs.”
De PvdD wil dat Nederland actief discriminatie op het gebied van werk, huisvesting en gezondheidszorg aanpakt en xenofobie jegens migranten bestrijdt. Dit is essentieel voor een succesvolle integratie en een samenleving waarin iedereen gelijke kansen krijgt.
“Nederland zorgt ervoor dat de rechten van migranten worden gewaarborgd, pakt discriminatie op het gebied van werk, huisvesting en gezondheidszorg aan en gaat xenofobie jegens migranten tegen.”
50PLUS koppelt integratie direct aan migratie en burgerschap, met nadruk op het beheersen van migratiestromen en het stellen van duidelijke eisen aan nieuwkomers. De partij wil dat nieuwe Nederlanders de taal beheersen en benadrukt plichten naast rechten. Concrete voorstellen zijn onder meer het verplicht beheersen van de Nederlandse taal voor naturalisatie en het beperken van de instroom van migranten.
50PLUS stelt als voorwaarde voor het verkrijgen van het Nederlanderschap dat men de Nederlandse taal beheerst. Hiermee wil de partij integratie afdwingen en voorkomen dat nieuwkomers onvoldoende participeren in de samenleving.
“Voorwaarde om Nederlander te worden is dat men de Nederlandse taal beheerst.”
De partij benadrukt dat integratie niet alleen rechten, maar ook plichten met zich meebrengt voor nieuwkomers. Dit standpunt onderstreept het belang van actieve participatie en verantwoordelijkheid in de samenleving.
“Nieuwe Nederlanders hebben behalve rechten ook plichten.”
BIJ1 verwerpt het klassieke integratiebeleid waarin aanpassing vooral van nieuwkomers wordt verwacht, en pleit voor een samenleving waarin wederzijdse aanpassing, gelijkwaardigheid en inclusie centraal staan. Ze willen de inburgeringstoets afschaffen en benadrukken dat sociale cohesie ontstaat door verbinding en niet door uitsluiting. Hun visie op integratie is radicaal inclusief: iedereen, ongeacht achtergrond, moet volledig kunnen deelnemen aan de samenleving zonder assimilatie-eisen.
BIJ1 stelt dat integratie niet alleen de verantwoordelijkheid is van nieuwkomers, maar een gezamenlijke inspanning van de hele samenleving. Ze verzetten zich tegen het denken in termen van ‘wij’ en ‘zij’ en willen sociale cohesie bereiken door verbinding en gelijkwaardigheid, niet door uitsluiting of aanpassingsdwang.
“De aanpassing mag niet enkel van ‘de ander’ worden verwacht; sociale cohesie is geen eenrichtingsverkeer en ontstaat niet door uitsluiting, maar door verbinding – door de bereidheid van mensen met een verschillende achtergrond om elkaar te ontmoeten en samen te bouwen aan een rechtvaardige toekomst.”
BIJ1 wil de inburgeringstoets volledig afschaffen, waarmee ze afstand nemen van verplichte integratie-eisen voor nieuwkomers. Dit past in hun bredere visie dat deelname aan de samenleving niet afhankelijk mag zijn van assimilatie of het afleggen van toetsen.
“De inburgeringstoets wordt afgeschaft.”