De SP erkent dat inflatie de koopkracht van mensen onder druk zet en wil dit tegengaan door lonen, uitkeringen en het sociaal minimum fors te verhogen en prijzen van basisproducten te reguleren. Hun belangrijkste voorstellen zijn het direct verhogen van het minimumloon, het automatisch laten meestijgen van uitkeringen, het bevriezen of verlagen van huren, en het invoeren van maximumprijzen voor essentiële goederen. Zo wil de SP voorkomen dat mensen door inflatie in de knel komen en de lasten eerlijker verdelen.
De SP wil dat het minimumloon en daaraan gekoppelde uitkeringen automatisch meestijgen, zodat de koopkracht van werkenden en uitkeringsgerechtigden beschermd blijft tegen inflatie. Dit voorkomt dat mensen door prijsstijgingen in armoede raken.
“Het wettelijk minimumloon moet omhoog. Een verhoging van het minimumloon leidt ook tot de verhoging van alle salarissen boven het minimumloon.”
“Er komt een wettelijke ondergrens van 60 procent van het mediane loon van voltijds werkenden. Alle gekoppelde uitkeringen stijgen mee.”
“De uitkeringen stijgen mee. Uitkeringen die gekoppeld zijn aan het minimumloon, zoals WIA, Wajong, bijstand en AOW stijgen mee met de verhoging van het minimumloon.”
Om te voorkomen dat bedrijven misbruik maken van inflatie om prijzen te verhogen, wil de SP maximumprijzen instellen voor essentiële goederen zoals voedsel, energie en medicijnen. Dit moet de directe impact van inflatie op de dagelijkse uitgaven van mensen beperken.
“Te lang hebben bedrijven van de inflatie misbruik gemaakt om enorme prijsverhogingen door te voeren en gigantische winsten te maken. Daarom moeten we de prijzen van basisproducten, zoals gezond eten, medicijnen, energie en internet, gaan controleren, reguleren en blokkeren.”
“We gaan de prijzen van basisproducten, zoals gezond eten, medicijnen, energie en internet, controleren, reguleren en blokkeren.”
De SP wil de woonlasten onder controle houden door huren te bevriezen en automatische huurverlaging door te voeren voor slecht geïsoleerde woningen. Dit voorkomt dat huurders door inflatie en stijgende woonlasten in financiële problemen komen.
De SP wil de inkomstenbelasting verlagen met de opbrengsten uit het afbouwen van de hypotheekrenteaftrek, zodat mensen netto meer overhouden en de koopkracht wordt versterkt, ook als prijzen stijgen.
“De opbrengsten híervan steken we bovendien in het verlagen van de inkomstenbelasting.”
BIJ1 ziet inflatiecorrectie als een structureel probleem dat vraagt om directe ingrepen in prijzen en inkomens, vooral voor essentiële goederen en lage inkomens. De partij wil prijsplafonds op basisbehoeften, hogere lonen en uitkeringen, en zware belasting op overwinsten om de koopkracht te beschermen tegen prijsstijgingen. Hun visie is dat de overheid actief moet ingrijpen om te voorkomen dat burgers de dupe worden van stijgende kosten door marktwerking en graaiflatie.
BIJ1 wil inflatie bij basisbehoeften direct tegengaan door wettelijke prijsplafonds en maximale winstmarges op te leggen, zodat bedrijven geen misbruik kunnen maken van schaarste of marktmacht. Dit moet voorkomen dat burgers geconfronteerd worden met onbetaalbare prijzen voor voedsel, energie en andere eerste levensbehoeften.
“Daarom introduceren we een prijsplafond voor alle essentiële goederen. Het brood op onze plank is geen middel om prijzen op te drijven.”
“We stoppen graaiflatie (torenhoge winsten maken op levensmiddelen) door bedrijven te verplichten transparant te zijn over hun kostenstructuur en kiezen van prijzen. Onredelijke winsten van bedrijven gaan we zwaar belasten. Er komen wettelijke maximummarges op alle levensmiddelen voor bedrijven in de hele keten.”
“Alles kan gewoon goedkoper door bedrijven aan te pakken die cashen op jouw eerste levensbehoeften. Levensmiddelen als groente, fruit en gezondheidsproducten, maar ook kraanwater en energie worden steeds duurder door bedrijven die expres de prijzen verhogen (‘graaiflatie’). Daar maken we een einde aan met maximumprijzen en maximale winstmarges.”
Om de koopkracht structureel te beschermen tegen inflatie, koppelt BIJ1 het minimumloon en uitkeringen aan het mediaan inkomen, zodat deze automatisch meestijgen met de algemene loonontwikkeling. Dit voorkomt dat lage inkomens achterblijven bij prijsstijgingen.
“Het minimumloon verhogen we direct naar €19 per uur. Met een gelijke verhoging van de AOW (pensioen) en de bijstandsuitkering. We koppelen het minimumloon aan 60% van het mediaan inkomen, zodat het structureel meestijgt met andere lonen.”
BIJ1 wil de koopkracht van burgers versterken door de inkomstenbelasting te verlagen, zodat mensen direct meer geld overhouden om stijgende prijzen op te vangen.
“We verlagen de inkomstenbelasting. Zodat mensen direct meer geld overhouden.”
D66 noemt inflatiecorrectie niet expliciet, maar zet in op het op peil houden van inkomens door verhoging van het minimumloon, bijstand en een individueel basisbedrag ter vervanging van toeslagen. Hiermee wil D66 bestaanszekerheid bieden en voorkomen dat mensen door prijsstijgingen (inflatie) in de problemen komen. Concrete voorstellen zijn het verhogen van het minimumloon en bijstand, en het invoeren van een individueel basisbedrag.
D66 wil inkomens beschermen tegen koopkrachtverlies door inflatie door het minimumloon en de daaraan gekoppelde bijstand te verhogen. Dit vermindert de afhankelijkheid van toeslagen en zorgt ervoor dat mensen beter kunnen rondkomen ondanks prijsstijgingen.
“Door de verhoging van het minimumloon en van de bijstand die daaraan gekoppeld is, zullen minder mensen afhankelijk zijn van toeslagen. Zo komt de basis weer op orde.”
“Werken moet lonen en de bijstand moet genoeg zijn om jezelf te kunnen redden en een fijn leven te leiden. We verhogen het minimumloon en het minimumjeugdloon. De bijstand stijgt in verhouding mee.”
D66 wil het toeslagenstelsel vervangen door een individueel basisbedrag, zodat het inkomen van mensen op peil blijft en zij beter beschermd zijn tegen de gevolgen van inflatie. Dit basisbedrag moet zorgen voor meer bestaanszekerheid en eenvoud in het systeem.
“Daarom gaat het toeslagenstelsel drastisch op de schop en komt er een individueel basisbedrag voor terug.”
“Het individuele basisbedrag zorgt ervoor dat het inkomen van mensen op peil blijft. Zo ontstaat eindelijk een systeem dat meer bestaanszekerheid biedt.”
“Op de lange termijn vervangen we de toeslagen door een basisbedrag voor iedereen”
NSC erkent dat inflatie de koopkracht van burgers, vooral gepensioneerden en huurders, aantast en wil daarom wettelijke waarborgen en maximale prijsstijgingen invoeren. De partij stelt voor om aanvullende pensioenen beter te laten meestijgen met de inflatie en huurverhogingen te maximeren op inflatieniveau, zodat de lasten voor burgers beheersbaar blijven.
NSC vindt dat het nieuwe pensioenstelsel meer moet sturen op koopkracht, omdat inflatie het pensioen van ouderen uitholt. Zij willen wettelijke maatregelen zodat aanvullende pensioenen beter worden geïndexeerd en gepensioneerden hun koopkracht behouden.
“Inflatierisico is één van de grootste risico’s voor gepensioneerden. Het nieuwe pensioenstelsel moet meer sturen op koopkracht. Hiervoor verkennen meerdere opties, waaronder het inzetten van solidariteitsreserve. Wetgeving voor een betere sturing op koopkracht wordt zo spoedig mogelijk gemaakt.”
“De afgelopen 20 jaar is zijn koopkracht met maar liefst 22% gedaald doordat zijn pensioen niet voldoende is verhoogd om de inflatie (prijsstijgingen) bij te kunnen houden.”
Om huurders te beschermen tegen te hoge woonlasten door inflatie, wil NSC huurverhogingen in de sociale sector maximeren op inflatie en in de midden- en vrije sector op inflatie plus 1%. Zo wordt voorkomen dat huren sneller stijgen dan de algemene prijsontwikkeling.
“Om huren betaalbaar te houden, worden huurverhogingen in de sociale sector gemaximeerd op inflatie. Voor midden-huur en de vrije sector geldt een maximum van inflatie plus 1%. Zo kunnen we buitensporige huurstijgingen voorkomen en beschermen we huurders tegen hoge woonlasten.”
NSC wil wettelijke bescherming voor erfpachters zodat de erfpachtcanon niet harder stijgt dan de inflatie, om onverwachte lastenstijgingen te voorkomen.
“Bij gebrek hieraan zijn aanpassingen van de canon gemaximeerd op de indexatie met inflatie van het oorspronkelijke canonbedrag.”
In sectoren met gebrekkige concurrentie wil NSC maximumprijzen invoeren, die periodiek worden herzien zodat ze meebewegen met marktontwikkelingen en inflatie.
“We voeren maximumprijzen in voor sectoren waar gebrekkige concurrentie leidt tot buitensporige prijsstijgingen... Deze maximumprijzen worden periodiek herzien, zodat ze meebewegen met marktontwikkelingen en inflatie.”
GroenLinks-PvdA wil inkomens en uitkeringen structureel verhogen zodat deze gelijke tred houden met de stijgende kosten van levensonderhoud, en pleit voor wettelijke begrenzing van prijsstijgingen bij huren. De partij ziet inflatiecorrectie als een noodzakelijke bescherming voor lage en middeninkomens, met bijzondere aandacht voor het minimumloon, uitkeringen en betaalbaarheid van vaste lasten. Concreet wordt ingezet op het behouden van de koppeling van uitkeringen aan het minimumloon, het fors verhogen van het minimumloon, en het wettelijk maximeren van huurstijgingen in tijden van hoge inflatie.
GroenLinks-PvdA wil dat uitkeringen en het minimumloon automatisch meestijgen met de kosten van levensonderhoud, zodat mensen niet achterblijven bij prijsstijgingen. Dit moet vooral kwetsbare groepen beschermen tegen koopkrachtverlies door inflatie.
Om te voorkomen dat huren sneller stijgen dan inkomens, stelt GroenLinks-PvdA voor om in tijden van hoge inflatie een wettelijke bovengrens aan huurstijgingen in te voeren. Zo wil de partij huurders beschermen tegen koopkrachtverlies door inflatie.
“In tijden van hoge inflatie mogen de huren dan niet te hard stijgen. Om explosieve huurstijgingen te voorkomen, komt er een wettelijke bovengrens aan de toegestane huurstijging.”
De partij vindt dat lonen structureel sneller moeten stijgen dan vaste lasten zoals huur, zodat werkenden hun koopkracht behouden ondanks inflatie. Dit is onderdeel van een bredere strategie om het dagelijks leven betaalbaar te houden.
“We beperken de stijging van de huur, en zorgen dat de lonen harder stijgen dan de huren.”
De PVV erkent de hoge inflatie in Nederland en wil de koopkracht van burgers beschermen door lasten te verlagen en prijzen van basisbehoeften te drukken. Hun belangrijkste voorstellen zijn het schrappen van btw op boodschappen, het instellen van maximumprijzen op essentiële producten, het verlagen van de btw op energie en het verlagen van sociale huren. De kern van hun visie is dat de overheid actief moet ingrijpen om de kosten voor burgers te verlagen en zo de gevolgen van inflatie direct te compenseren.
De PVV wil de btw op boodschappen volledig afschaffen om de stijgende prijzen van levensmiddelen direct te compenseren en zo de koopkracht van burgers te beschermen. Dit is een directe maatregel tegen de gevolgen van inflatie op dagelijkse uitgaven.
“De PVV wil daarom de btw op boodschappen helemaal schrappen, waardoor de boodschappenkar bijna 10% goedkoper kan worden.”
Om de prijsstijgingen van cruciale producten te beperken, stelt de PVV voor om maximumprijzen in te voeren op essentiële basisproducten. Dit moet voorkomen dat inflatie deze producten onbetaalbaar maakt voor burgers.
“Ook willen we op een aantal essentiële basisproducten maximumprijzen instellen. Dit regelen we via de Prijzenwet.”
De PVV wil de btw op energie fors verlagen om de stijgende energiekosten, mede veroorzaakt door inflatie, te compenseren. Energie wordt gezien als een basisvoorziening die betaalbaar moet blijven.
“Daarom verlagen we de btw op energie van 21 naar 9%.”
Om de woonlasten te verlagen en zo de koopkracht te beschermen tegen inflatie, wil de PVV de sociale huren met 10% verlagen. Dit moet direct verlichting bieden aan huurders die geraakt worden door prijsstijgingen.
“De PVV gaat de sociale huren volgend jaar met 10% verlagen.”
BBB koppelt inflatiecorrectie expliciet aan het handhaven van de indexatie van de Nederlandse korting op de EU-afdracht en aan het behoud van de koppeling tussen AOW en het wettelijk minimumloon. Verder wordt koopkrachtbehoud bij pensioenen als uitgangspunt genoemd, maar concrete voorstellen voor brede inflatiecorrectie op inkomens of belastingen ontbreken.
BBB wil dat de korting die Nederland krijgt op de EU-afdracht niet alleen behouden blijft, maar ook wordt geïndexeerd om deze tegen inflatie te beschermen. Dit voorkomt dat de korting door inflatie minder waard wordt en waarborgt zo de financiële positie van Nederland binnen de EU.
“de korting voor Nederland op de afdracht van 1,9 miljard euro moet worden gehandhaafd en geïndexeerd.”
BBB stelt dat de AOW-uitkering niet zwaarder belast mag worden en dat de koppeling aan het wettelijk minimumloon gehandhaafd blijft. Dit is een impliciete vorm van inflatiecorrectie, omdat het minimumloon doorgaans wordt aangepast aan inflatie.
“de AOWuitkeringen worden niet zwaarder belast dan nu het geval is en we handhaven de koppeling aan het wettelijk minimumloon.”
BBB wil dat het behoud van koopkracht weer het uitgangspunt wordt bij aanvullende pensioenen. Dit betekent dat pensioenen mee moeten kunnen groeien met de inflatie, zodat gepensioneerden hun koopkracht behouden.
“De koopkracht van aanvullende pensioenen via de werkgever wordt weer het uitgangspunt, niet een sluitpost.”
BVNL benoemt inflatie als een groot probleem, vooral voor jongeren en werkenden, maar doet geen concrete voorstellen voor automatische inflatiecorrectie van lonen, uitkeringen of belastingschijven. In plaats daarvan zet BVNL in op permanente belasting- en accijnsverlagingen om de koopkracht te verbeteren en noemt het incidenteel een eenmalige loonsverhoging voor lagere loonschalen. Structurele inflatiecorrectie als beleidsinstrument ontbreekt in het programma.
BVNL ziet het verlagen van belastingen en accijnzen als het belangrijkste middel om de koopkracht te beschermen tegen inflatie. Dit wordt gepresenteerd als alternatief voor automatische inflatiecorrectie van inkomens of uitkeringen.
“BVNL wil permanente belasting- en accijnsverlagingen om de koopkracht te verbeteren.”
In plaats van structurele inflatiecorrectie stelt BVNL een eenmalige loonsverhoging voor specifieke groepen voor, als reactie op gestegen kosten.
“Alle zorgmedewerkers, die zich in de lagere loonschalen bevinden, krijgen een eenmalige extra loonsverhoging van 10%.”
BVNL erkent dat inflatie jongeren hard treft, maar doet geen voorstel voor automatische inflatiecorrectie van lonen, uitkeringen of belastingschijven.
“Studenten en starters op de arbeidsmarkt en woningmarkt vormen misschien wel de groep die het meeste last heeft van inflatie. Alles wordt duurder: wonen, boodschappen, energie en dat biertje in de kroeg.”
DENK vindt het belangrijk dat inkomens, uitkeringen en sociale voorzieningen automatisch meestijgen met de inflatie om de koopkracht te beschermen. Ze willen wettelijk borgen dat uitkeringen en het minimumloon voldoende stijgen met de prijzen, zodat mensen niet achterblijven bij stijgende kosten van levensonderhoud.
DENK wil dat uitkeringen en het minimumloon automatisch worden aangepast aan de inflatie, zodat de koopkracht van mensen behouden blijft. Dit voorkomt dat mensen met een laag inkomen of uitkering door prijsstijgingen in de problemen komen en waarborgt bestaanszekerheid.
“Uitkeringen en bijstandsuitkeringen zullen voldoende stijgen met de prijzen om de koopkracht van mensen op peil te houden. De koppeling met het minimumloon blijft bestaan.”
“Wij staan voor een stevig sociaal stelsel. Werkloosheidsuitkeringen en bijstandsuitkeringen zullen voldoende stijgen met de prijzen om de koopkracht van mensen op peil te houden. De koppeling met het minimumloon blijft bestaan.”
DENK wil dat huren niet harder stijgen dan de inkomens van mensen, zodat woonlasten niet extra drukken bij inflatie. De overheid krijgt de bevoegdheid om dit te bewaken, zodat huurders beschermd zijn tegen koopkrachtverlies door inflatie.
“Op de langere termijn mogen de huren niet harder stijgen dan het inkomen van mensen, zodat huurstijgingen niet drukken op de portemonnee. De overheid krijgt de bevoegdheden om dit te bewaken.”
FVD wil inflatie structureel tegengaan door lastenverlichting, het indexeren van pensioenen op inflatie en het terugdraaien van beleid dat volgens hen tot hoge inflatie leidt, zoals het eurobeleid en klimaatmaatregelen. Hun belangrijkste concrete voorstellen zijn het structureel indexeren van pensioenen op inflatie en het verlaten van de euro om weer zelfstandig monetair beleid te kunnen voeren. Zo wil FVD de koopkracht van burgers beschermen tegen waardevermindering van geld.
FVD stelt voor om pensioenen structureel te koppelen aan de inflatie, met terugwerkende kracht tot 2015, zodat ouderen hun koopkracht behouden ondanks geldontwaarding. Dit is een directe maatregel om de gevolgen van inflatie voor gepensioneerden te corrigeren.
“We indexeren pensioenen structureel op inflatie, met terugwerkende kracht tot 2015, zodat ouderen hun koopkracht behouden.”
FVD ziet de euro als oorzaak van hoge inflatie en pleit voor een terugkeer naar een eigen munt, zodat Nederland weer zelfstandig monetair beleid kan voeren dat gericht is op het beschermen van koopkracht en het beheersen van inflatie.
“De rente, inflatie en geldhoeveelheid worden ofwel afgestemd op de belangen van de machtigste landen, ofwel op de zwakste schakels in de Unie. Het Nederlands belang wordt daarbij structureel genegeerd. De gevolgen zijn duidelijk: onze pensioenen staan onder druk, de inflatie is hoog en de koopkracht stagneert.”
“Nederland moet terugkeren naar een eigen, stabiele munt, zodat we weer monetair beleid kunnen voeren dat goed is voor onze eigen conjunctuurcyclus, spaartegoeden, handelsbalans en koopkracht.”
De VVD wil inflatie vooral tegengaan door overheidsuitgaven te beperken en lasten voor werkenden te verlagen, zodat de koopkracht van werkenden beschermd blijft. Ze pleiten voor automatische inflatiecorrectie bij bepaalde vergoedingen, maar willen uitkeringen voortaan alleen met de inflatie laten meestijgen en niet langer met de loonontwikkeling. De kern van hun visie is dat werken altijd meer moet lonen dan niet-werken, ook in tijden van hoge inflatie.
De VVD ziet hoge overheidsuitgaven als aanjager van inflatie en wil daarom dat de overheid in tijden van hoge inflatie minder uitgeeft. Het geld dat zo vrijkomt, moet via lagere belastingen terug naar werkenden, zodat inflatie wordt afgeremd en niet aangewakkerd.
“De VVD wil dat de overheid in tijden van hoge inflatie maatregelen neemt om zelf minder geld uit te geven en zo inflatie af te remmen. Het geld dat zo beschikbaar komt, wordt waar mogelijk via lagere belastingen teruggegeven aan werkenden. Zo ontstaat er een automatisme waarbij inflatie gedempt in plaats van aangewakkerd wordt.”
De VVD wil dat de belastingvrije reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer jaarlijks wordt aangepast aan de inflatie, zodat werken niet duurder wordt door stijgende kosten.
“Op termijn willen we dat de reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer jaarlijks wordt aangepast aan de stijgende kosten.”
De VVD wil de automatische koppeling van uitkeringen aan de loonontwikkeling loslaten. In plaats daarvan moeten uitkeringen (behalve AOW en arbeidsongeschiktheidsregelingen) alleen meestijgen met de inflatie, zodat werkenden er relatief meer op vooruitgaan.
“Voortaan stijgen de uitkeringen, behalve de AOW en regelingen voor arbeidsongeschikten, mee met de inflatie in plaats van met de lonen.”
De ChristenUnie ziet het tegengaan van inflatie als een belangrijk uitgangspunt voor haar financieel beleid. Zij wil voorkomen dat overheidsuitgaven de inflatie verder aanjagen en kiest daarom voor investeringen die de economie op lange termijn versterken, in plaats van kortetermijnuitgaven of financiële cadeautjes. Concrete inflatiecorrectie op inkomens, uitkeringen of belastingen wordt niet genoemd; de partij richt zich vooral op het beperken van inflatie door verantwoord begrotingsbeleid.
De ChristenUnie stelt dat overheidsuitgaven in een oververhitte economie de inflatie kunnen aanjagen. Daarom wil de partij geen extra consumptieve uitgaven financieren met geleend geld, maar juist investeren in zaken die de economie structureel versterken. Dit standpunt adresseert het probleem van overheidsbeleid als potentiële bron van inflatie en kiest voor een terughoudende, structurele benadering in plaats van kortetermijnmaatregelen.
“Een overheid die veel consumptieve uitgaven doet in een oververhitte economie, jaagt de inflatie aan. De ChristenUnie kiest er daarom niet voor om met geleend geld onnodige financiële cadeautjes uit te delen. Liever investeren we in zaken die zich op termijn terugverdienen of de economie weerbaarder en duurzamer maken (zoals infrastructuur, OV en stroomnetten).”
De ChristenUnie wil de stijging van huren beperken door deze niet langer te koppelen aan loonstijgingen, maar aan de gemiddelde prijsontwikkeling over meerdere jaren. Dit voorstel is een indirecte vorm van inflatiecorrectie, bedoeld om huurders te beschermen tegen te snelle prijsstijgingen in tijden van hoge inflatie.
“De huren moeten minder hard stijgen dan in voorgaande jaren, door ze niet meer te koppelen aan loonstijgingen maar aan de gemiddelde prijsontwikkeling over meerdere jaren.”
JA21 benoemt inflatiecorrectie niet expliciet als beleidsinstrument, maar pleit voor het verlagen van de collectieve lastendruk en het structureel beperken van overheidsuitgaven om de koopkracht te beschermen. De partij kiest voor lastenverlichting in plaats van automatische lastenverhogingen bij tegenvallers, en stelt dat structurele uitgaven alleen bij structurele dekking horen. Inflatiecorrectie als automatische aanpassing van belastingen of uitkeringen wordt niet concreet genoemd of uitgewerkt.
JA21 verzet zich tegen het automatisch verhogen van lasten (zoals belastingen) bij financiële tegenvallers, wat in de praktijk vaak als een vorm van inflatiecorrectie wordt toegepast. In plaats daarvan wil de partij uitgaven versoberen of temporiseren, zodat de koopkracht van burgers niet verder onder druk komt te staan door hogere lasten.
“Dat tegenvallers niet automatisch lastenverhoging betekenen. Begrotingsdiscipline staat voorop. De eerste stap is het versoberen of temporiseren van niet-kernuitgaven.”
JA21 wil voorkomen dat uitgaven (waaronder mogelijke inflatiecorrecties) zonder structurele dekking plaatsvinden. Dit betekent dat de partij terughoudend is met automatische aanpassingen van uitgaven of belastingen aan de inflatie, tenzij daar structurele middelen tegenover staan.
“Structurele uitgaven alleen bij structurele dekking. Begroten doen we op basis van gezond verstand en met een sterk besef dat je een euro maar een keer kan uitgeven.”
De SGP vindt dat belastingheffing en inkomensbeleid rekening moeten houden met inflatie, zodat de koopkracht van burgers en spaarders beschermd blijft. Ze willen met name bij de belasting op vermogen (box 3) en bij de jaarlijkse huurverhoging expliciet inflatiecorrectie toepassen. De partij pleit voor een rechtvaardige benadering waarbij lasten eerlijk verdeeld worden en inflatie niet leidt tot onevenredige lastenverzwaring.
De SGP wil dat de belasting op vermogen gebaseerd wordt op het daadwerkelijk behaalde rendement, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met inflatie. Dit voorkomt dat spaarders en beleggers onevenredig worden belast in tijden van hoge inflatie en lage rente.
“De belasting op vermogen (box 3) wordt gebaseerd op het daadwerkelijk behaalde rendement. Door de lage rente is de huidige belastingdruk namelijk veel te hoog in relatie tot de opbrengst van bijvoorbeeld spaargeld en onroerend goed. We belasten het rendement als dat liquide is en houden zo veel mogelijk rekening met de inflatie.”
De SGP vindt het redelijk dat verhuurders de huur jaarlijks laten stijgen, maar benadrukt dat dit met oog voor de portemonnee van de huurder moet gebeuren. Ze willen voorkomen dat inflatie leidt tot onvoorspelbare of buitensporige huurverhogingen.
“Met het oog op bijvoorbeeld verduurzaming en andere stijgende lasten is het redelijk dat verhuurders de huur jaarlijks laten stijgen. Daarbij moeten de verhuurders wél rekening houden met de portemonnee van de huurders. Niemand zit echter te wachten op jojobeleid als het”
50PLUS pleit voor volledige wettelijke inflatiecorrectie in de inkomstenbelasting, zodat belastingtarieven en schijven jaarlijks worden aangepast aan de inflatie. Hiermee wil de partij voorkomen dat vooral gepensioneerden en ouderen door inflatie ongemerkt meer belasting gaan betalen en hun koopkracht verliezen. Het standpunt is concreet en gericht op structurele bescherming van het besteedbaar inkomen.
50PLUS wil dat de wettelijke inflatiecorrectie volledig wordt toegepast in de inkomstenbelasting. Dit voorkomt dat mensen, met name ouderen, door inflatie ongemerkt in hogere belastingschijven terechtkomen en zo koopkracht verliezen. Het voorstel is bedoeld om rechtvaardigheid te waarborgen en leeftijdsdiscriminatie via het belastingstelsel tegen te gaan.
“Volledige toepassing van de wettelijke inflatiecorrectie in de inkomstenbelasting.”
Het CDA kiest voor inflatievolgend huurbeleid in de sociale huursector, zodat huurders en verhuurders langdurige zekerheid hebben over woonlasten. Verder worden er geen expliciete voorstellen gedaan voor algemene inflatiecorrectie op inkomens, uitkeringen of belastingen; het beleid richt zich primair op het koppelen van sociale huren aan de inflatie.
Het CDA wil dat de huren in de sociale huursector meestijgen met de inflatie, om zo voorspelbaarheid en betaalbaarheid voor huurders en verhuurders te waarborgen. Dit wordt gepresenteerd als een manier om woonlasten stabiel te houden ondanks prijsstijgingen in de economie.
“Voor sociale huur kiezen we voor inflatievolgend huurbeleid. Huurders en verhuurders hebben zo voor een lange termijn zekerheid over hun woonlasten.”
De Partij voor de Dieren koppelt inflatiecorrectie direct aan het verhogen van het minimumloon en uitkeringen, zodat deze automatisch meestijgen met de mediane lonen. Hiermee wil de partij voorkomen dat de koopkracht van mensen met een laag inkomen achterblijft bij stijgende prijzen, en zo inkomenszekerheid bieden in tijden van inflatie.
PvdD stelt voor het minimumloon te verhogen en voortaan automatisch te laten meestijgen met de mediane lonen, met een ondergrens van 60% van het mediane inkomen. Ook uitkeringen zoals AOW, WIA, Wajong en bijstand stijgen mee. Dit is hun belangrijkste en meest concrete maatregel om inkomens te beschermen tegen inflatie, zodat de laagste inkomens niet in koopkracht achteruitgaan.
“Het minimumloon gaat omhoog naar 18 euro per uur. Het beweegt voortaan automatisch mee met de mediane lonen, met als ondergrens 60% van het mediane inkomen. Uitkeringen zoals de AOW, WIA, Wajong en bijstand stijgen mee.”
Volt noemt inflatiecorrectie expliciet alleen in het kader van de verhoging van de basisbeurs voor studenten. Het programma bevat geen bredere of structurele voorstellen voor automatische inflatiecorrectie van uitkeringen, minimumloon, belastingschijven of andere inkomensafhankelijke regelingen. Volt beperkt inflatiecorrectie dus tot een specifieke maatregel voor studenten, zonder een algemene visie op inflatiecorrectie voor andere groepen.
Volt wil de basisbeurs voor studenten verhogen volgens het voorstel van het SER Jongerenplatform, inclusief inflatiecorrectie. Dit moet voorkomen dat de waarde van de beurs achterblijft bij de stijgende kosten van levensonderhoud, zolang het basisinkomen nog niet is ingevoerd.
“Zolang de plannen voor een basisinkomen nog niet zijn ingevoerd, verhogen we de basisbeurs conform het voorstel van het SER Jongerenplatform, inclusief inflatiecorrectie.”