NSC ziet inflatie als een groot risico voor de koopkracht van burgers, vooral gepensioneerden en huurders, en wil deze actief beperken via concrete wetgeving en marktregulering. De partij stelt voor om pensioenen en huren beter te laten meestijgen met inflatie, maximumprijzen in te voeren bij marktfalen, en de toezichthouder ACM meer macht te geven om buitensporige prijsstijgingen tegen te gaan. Hun visie is gericht op het beschermen van bestaanszekerheid door structurele maatregelen tegen de gevolgen van inflatie.
NSC beschouwt inflatie als een van de grootste bedreigingen voor de koopkracht van gepensioneerden. Ze willen dat het nieuwe pensioenstelsel en de AOW beter meestijgen met inflatie, zodat ouderen niet jaarlijks koopkracht verliezen.
“Inflatierisico is één van de grootste risico’s voor gepensioneerden. Het nieuwe pensioenstelsel moet meer sturen op koopkracht. Hiervoor verkennen meerdere opties, waaronder het inzetten van solidariteitsreserve. Wetgeving voor een betere sturing op koopkracht wordt zo spoedig mogelijk gemaakt.”
“De afgelopen 20 jaar is zijn koopkracht met maar liefst 22% gedaald doordat zijn pensioen niet voldoende is verhoogd om de inflatie (prijsstijgingen) bij te kunnen houden.”
Om huurders te beschermen tegen te hoge woonlasten door inflatie, wil NSC huurverhogingen in de sociale sector maximeren op inflatie en in de vrije sector op inflatie plus 1%.
“Om huren betaalbaar te houden, worden huurverhogingen in de sociale sector gemaximeerd op inflatie. Voor midden-huur en de vrije sector geldt een maximum van inflatie plus 1%. Zo kunnen we buitensporige huurstijgingen voorkomen en beschermen we huurders tegen hoge woonlasten.”
NSC wil in sectoren waar gebrekkige concurrentie leidt tot buitensporige prijsstijgingen (en dus inflatie) maximumprijzen invoeren en de ACM meer bevoegdheden geven om in te grijpen.
“We voeren maximumprijzen in voor sectoren waar gebrekkige concurrentie leidt tot buitensporige prijsstijgingen en waar de ACM niet effectief kan ingrijpen.”
“De toezichthouder (ACM) moet actiever en effectiever kunnen optreden. Ook overnames die nu onder de radar blijven, zoals grote bedrijven die kleine concurrenten opslokken, moeten beoordeeld kunnen worden.”
Om onvoorspelbare woonlasten te voorkomen, wil NSC dat aanpassingen van de erfpachtcanon maximaal met inflatie worden geïndexeerd.
“Erfpacht dient tenminste te voldoen aan de NHG-criteria (Nationale Hypotheek Garantie). Bij gebrek hieraan zijn aanpassingen van de canon gemaximeerd op de indexatie met inflatie van het oorspronkelijke canonbedrag.”
BVNL ziet inflatie vooral als een probleem dat de koopkracht van burgers en met name jongeren aantast, doordat alles duurder wordt. Hun belangrijkste voorstellen zijn het structureel verlagen van belastingen en accijnzen, en het verhogen van lonen voor lagere inkomensgroepen, om zo de gevolgen van inflatie te verzachten en de koopkracht te versterken. BVNL richt zich op het verminderen van de belastingdruk en het vergroten van het besteedbaar inkomen als antwoord op inflatie.
BVNL stelt dat hoge belastingen en accijnzen de koopkracht onder druk zetten, vooral tijdens periodes van inflatie. Door deze structureel te verlagen, wil de partij burgers meer financiële ruimte geven en zo de negatieve effecten van inflatie opvangen. Dit wordt gezien als een directe manier om de stijgende kosten van levensonderhoud te compenseren.
BVNL erkent dat jongeren, studenten en starters het meest geraakt worden door inflatie, omdat hun kosten voor wonen, boodschappen en energie stijgen. De partij noemt specifiek deze groep als slachtoffer van de huidige inflatie en koppelt dit aan de noodzaak om hun financiële positie te verbeteren.
“Studenten en starters op de arbeidsmarkt en woningmarkt vormen misschien wel de groep die het meeste last heeft van inflatie. Alles wordt duurder: wonen, boodschappen, energie en dat biertje in de kroeg.”
Om de gevolgen van inflatie voor mensen met lagere inkomens te verzachten, pleit BVNL voor een substantiële loonsverhoging in bepaalde sectoren. Dit moet ervoor zorgen dat de koopkracht van deze groepen op peil blijft ondanks prijsstijgingen.
“Alle zorgmedewerkers, die zich in de lagere loonschalen bevinden, krijgen een eenmalige extra loonsverhoging van 10%.”
BVNL maakt onderscheid tussen monetaire inflatie en 'diplomawaardevermindering' (inflatie van diploma’s). Ze willen het onderwijsniveau niet verder verlagen, om zo de waarde van diploma’s te beschermen.
“BVNL wil de kwaliteit van het onderwijs verbeteren en geen inflatie van diploma’s. Daarom moeten we stoppen het onderwijsniveau naar beneden bij te stellen.”
D66 erkent de impact van inflatie op de bestaanszekerheid en wil deze tegengaan door structurele inkomensverhoging en het vereenvoudigen van inkomensondersteuning. Hun belangrijkste voorstellen zijn het verhogen van het minimumloon en de bijstand, het vervangen van het toeslagenstelsel door een individueel basisbedrag, en het verlagen van vaste lasten zoals de elektriciteitsrekening. Zo wil D66 zorgen dat mensen voldoende inkomen houden om de stijgende kosten van levensonderhoud op te vangen.
D66 ziet het verhogen van het minimumloon en de daaraan gekoppelde bijstand als een directe manier om de negatieve effecten van inflatie op de koopkracht te beperken. Door structureel hogere inkomens zijn mensen minder afhankelijk van toeslagen en beter bestand tegen prijsstijgingen.
D66 wil het complexe toeslagenstelsel afschaffen en vervangen door een eenvoudig, individueel basisbedrag. Dit moet inkomenszekerheid bieden en voorkomen dat mensen door inflatie en administratieve onzekerheid in de problemen komen.
Om de directe druk van inflatie op huishoudens te verlichten, wil D66 vaste lasten zoals de elektriciteitsrekening verlagen. Dit geeft mensen meer financiële ruimte bij stijgende prijzen.
“We verlagen de elektriciteitsrekening van huishoudens. Zo houden mensen meer geld over en worden ze aangemoedigd minder gas te gebruiken.”
DENK erkent dat inflatie en stijgende prijzen de koopkracht en bestaanszekerheid van veel Nederlanders onder druk zetten. Hun belangrijkste voorstellen zijn het automatisch verhogen van uitkeringen en het minimumloon met de prijzen, het verlagen van BTW en andere lasten op basisbehoeften, en het bevriezen van huren als deze te veel op de koopkracht drukken. Zo wil DENK voorkomen dat inflatie leidt tot armoede en ongelijkheid.
DENK wil dat uitkeringen en het minimumloon automatisch meestijgen met de prijzen om de koopkracht te beschermen tegen inflatie. Dit moet voorkomen dat mensen door prijsstijgingen in armoede raken.
“Werkloosheids uitkeringen en bijstandsuitkeringen zullen voldoende stijgen met de prijzen om de koopkracht van mensen op peil te houden. De koppeling met het minimumloon blijft bestaan.”
“Het bestaans minimum wordt beter afgestemd op wat mensen werkelijk nodig hebben om rond te komen en de bijstandsuitkering in combinatie met toeslagen gaat hier aan voldoen.”
Om de directe gevolgen van inflatie op boodschappen en levensonderhoud te beperken, wil DENK de BTW en prijzen van basisbehoeften verlagen via prijsmaatregelen.
“Wij willen dat de prijzen van boodschappen omlaag gaan. Dit doen wij door het nemen van prijsmaatregelen en het verlagen van de BTW.”
DENK stelt voor om huren te bevriezen als huurstijgingen te veel drukken op de koopkracht, zodat inflatie niet leidt tot onbetaalbare woonlasten.
FVD ziet inflatie vooral als gevolg van overheidsbeleid dat de kosten voor burgers en bedrijven opdrijft, zoals hoge belastingen, klimaatmaatregelen en energieprijzen. Hun belangrijkste voorstellen om inflatie te bestrijden zijn het structureel verlagen van belastingen (zoals BTW, accijnzen en energiebelasting), lastenverlichting, en het indexeren van pensioenen aan inflatie. De kern van hun visie is dat een kleinere overheid en lagere lasten de koopkracht beschermen en het leven betaalbaar houden.
FVD stelt dat hoge belastingen en overheidsuitgaven de prijzen opdrijven en zo inflatie veroorzaken. Door het verlagen van BTW, accijnzen, energiebelasting en het invoeren van een belastingvrije voet, willen ze de kosten voor burgers en bedrijven direct verlagen en zo de inflatiedruk verminderen.
“We verlagen het hoge BTW-tarief naar 19% en het lage BTW-tarief naar 6%, zodat het leven weer goedkoper wordt en horeca, winkeliers en aanbieders van diensten een directe economische impuls ontvangen.”
“We verlagen de accijns op brandstoffen met ten minste 50%, zodat de benzineprijzen naar beneden kunnen en autorijden goedkoper wordt.”
“We verlagen de energiebelastingen naar het niveau van voor het tijdperk Rutte (de belasting op elektriciteit van €0,12 naar €0,11 per kWh; en de belasting op gas van €0,70 naar € 0,17 per m³), zodat de energierekening weer omlaag kan.”
“We voeren een belastingvrije voet in van €30.000,- voor alle werkenden en gepensioneerden”
FVD erkent dat inflatie de koopkracht van ouderen aantast en wil daarom pensioenen structureel laten meestijgen met de inflatie, met terugwerkende kracht.
“We indexeren pensioenen structureel op inflatie, met terugwerkende kracht tot 2015, zodat ouderen hun koopkracht behouden.”
De PVV wijt de hoge inflatie in Nederland aan verkeerd overheidsbeleid en wil de koopkracht van burgers versterken door lastenverlichting en prijsmaatregelen. Hun belangrijkste voorstellen zijn het verlagen van de btw op boodschappen en energie, het instellen van maximumprijzen op essentiële basisproducten, en het verlagen van sociale huren. De partij positioneert zich als verdediger van de portemonnee van de Nederlander en wil de overheid minder geld laten uitgeven aan internationale doelen.
De PVV ziet de hoge prijzen van boodschappen en energie als een direct gevolg van inflatie en wil deze verlagen door de btw te schrappen of te verlagen. Dit moet de koopkracht van burgers direct verbeteren en de inflatiedruk op basisbehoeften verminderen.
Om de gevolgen van inflatie op de dagelijkse kosten te beperken, wil de PVV maximumprijzen instellen voor essentiële basisproducten. Dit moet voorkomen dat producenten en supermarkten de prijzen verder verhogen en zo de inflatie aanwakkeren.
“Ook willen we op een aantal essentiële basisproducten maximumprijzen instellen. Dit regelen we via de Prijzenwet. Producenten en supermarkten dienen zich hieraan te committeren en de overheid zal daarop toezien.”
De PVV koppelt de stijgende huren aan de inflatie en wil deze trend keren door een directe verlaging van de sociale huren. Dit moet de woonlasten verlichten en de koopkracht van huurders beschermen tegen inflatie.
“De PVV gaat de sociale huren volgend jaar met 10% verlagen.”
De partij stelt dat hoge inflatie mede wordt veroorzaakt door overheidsuitgaven aan internationale doelen, ten koste van de koopkracht van Nederlanders. Door deze uitgaven te beperken, wil de PVV meer financiële ruimte creëren voor lastenverlichting in eigen land.
“Miljarden worden verspild aan zaken waar de Nederlander niets aan heeft en ook helemaal niet om heeft gevraagd. Alleen al dit jaar besteden we € 9 miljard aan de opvang van asielzoekers en Oekraïners. Ook sturen we elk jaar € 7 miljard naar Afrika en doneren we € 10 miljard aan Brussel.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) erkent de impact van inflatie op de betaalbaarheid van het dagelijks leven, vooral voor kwetsbare groepen. Hun belangrijkste voorstellen richten zich op het verhogen van inkomens (zoals het minimumloon en uitkeringen), het bevriezen van huren, en het verlagen van vaste lasten om zo de gevolgen van inflatie te dempen. De kern van hun visie is dat structurele inkomensverhoging en het beperken van prijsstijgingen essentieel zijn om bestaanszekerheid te waarborgen in tijden van hoge inflatie.
PvdD wil het minimumloon en uitkeringen fors verhogen en deze automatisch laten meestijgen met de mediane lonen, zodat de koopkracht van mensen beschermd blijft tegen inflatie. Dit moet voorkomen dat mensen door prijsstijgingen in de problemen komen.
“Het minimumloon gaat omhoog naar 18 euro per uur. Het beweegt voortaan automatisch mee met de mediane lonen, met als ondergrens 60% van het mediane inkomen. Uitkeringen zoals de AOW, WIA, Wajong en bijstand stijgen mee.”
Om te voorkomen dat inflatie leidt tot onbetaalbare woonlasten, stelt PvdD voor om de huren voor vijf jaar te bevriezen en het woningwaarderingsstelsel (WWS) dwingend te maken, zodat excessieve huurprijzen worden tegengegaan.
PvdD wil vaste lasten verlagen en meer grip geven op uitgaven, zodat huishoudens minder last hebben van prijsstijgingen door inflatie. Dit doen ze onder andere door vaste lasten op dezelfde dag te laten afschrijven en energiearmoede tegen te gaan.
“In lijn met advies van Nibud gaan we ervoor zorgen dat zoveel mogelijk vaste lasten op dezelfde dag worden afgeschreven om meer grip te hebben op uitgaven.”
“We beschermen kwetsbare huishoudens tegen energiearmoede. Afsluiting van gas en stroom bij betalingsachterstanden wordt verboden.”
De SGP erkent de impact van inflatie op koopkracht en streeft naar beleid dat hier rekening mee houdt, met name bij belastingen en inkomensbeleid. Ze willen dat belastingheffing en sociale regelingen worden aangepast aan inflatie, zodat de lasten eerlijk blijven en de koopkracht beschermd wordt, vooral voor kwetsbare groepen.
De SGP vindt dat belastingheffing eerlijk en rechtvaardig moet zijn, waarbij expliciet rekening wordt gehouden met inflatie, zodat belastingdruk niet onevenredig stijgt door geldontwaarding. Dit geldt met name voor de belasting op vermogen (box 3), waar het rendement alleen wordt belast als het liquide is en zoveel mogelijk wordt gecorrigeerd voor inflatie.
“De belasting op vermogen (box 3) wordt gebaseerd op het daadwerkelijk behaalde rendement. Door de lage rente is de huidige belastingdruk namelijk veel te hoog in relatie tot de opbrengst van bijvoorbeeld spaargeld en onroerend goed. We belasten het rendement als dat liquide is en houden zo veel mogelijk rekening met de inflatie.”
“houden zo veel mogelijk rekening met de inflatie.”
De SGP wil dat de koopkracht van kwetsbare groepen beschermd wordt tegen de gevolgen van inflatie, zoals stijgende prijzen voor boodschappen en energie. Ze pleiten voor eerlijke prijzen in de keten, verlaging van loonkosten en energieprijzen, en een sociaal tarief voor energie.
“De boodschappenprijzen hakken er in menig gezinsportemonnee flink in. De SGP wil dat de hele keten zijn verantwoordelijkheid neemt en zorgdraagt voor eerlijke prijzen die niet veel hoger zijn dan in buurlanden.”
“De energiebelasting voor kleinverbruikers mag een prikkel zijn om zuinig aan te doen, maar moet huishoudens niet klemzetten. Er komt een sociaal tarief, een maximum energieprijs, voor kwetsbare huishoudens.”
De SGP wil het bestaansminimum periodiek herijken om ervoor te zorgen dat het meegroeit met de kosten van levensonderhoud, die door inflatie kunnen stijgen. Dit moet bijdragen aan het verminderen van kinderarmoede en het waarborgen van een fatsoenlijk bestaansminimum.
“We maken werk van een fatsoenlijk bestaansminimum met een vierjaarlijkse herijking en een daling van kinderarmoede.”
BIJ1 ziet inflatie, en met name prijsstijgingen van basisbehoeften, als een gevolg van winstgedreven bedrijven en marktmacht. Hun belangrijkste voorstellen zijn het invoeren van prijsplafonds op essentiële goederen, het zwaar belasten van onredelijke bedrijfswinsten (graaiflatie), en het instellen van wettelijke maximummarges op levensmiddelen. De kern van hun visie is dat basisvoorzieningen niet aan marktwerking mogen worden overgelaten, maar collectief en eerlijk moeten worden geregeld om burgers te beschermen tegen inflatie.
BIJ1 wil prijsstijgingen van basisbehoeften tegengaan door wettelijke prijsplafonds en maximummarges in te voeren. Hiermee willen ze voorkomen dat bedrijven inflatie misbruiken om hun winsten te verhogen, zodat iedereen toegang houdt tot betaalbare levensmiddelen en andere essentiële goederen.
Om bedrijven te ontmoedigen om inflatie aan te grijpen voor buitensporige winst, stelt BIJ1 voor om onredelijke winsten zwaar te belasten en transparantie te eisen over prijsstelling en kostenstructuur. Dit moet graaiflatie tegengaan en bedrijven dwingen eerlijker te prijzen.
“We stoppen graaiflatie (torenhoge winsten maken op levensmiddelen) door bedrijven te verplichten transparant te zijn over hun kostenstructuur en kiezen van prijzen. Onredelijke winsten van bedrijven gaan we zwaar belasten.”
“Er wordt een substantiële windfall tax ingesteld, zodat bedrijven belasting betalen over stijgende inkomsten door iets waarvoor zij niet verantwoordelijk zijn.”
De VVD ziet inflatie als een groot probleem voor de middenklasse en wil deze actief beperken door overheidsuitgaven te verminderen in tijden van hoge inflatie, in plaats van extra geld uit te geven. De partij stelt voor om het geld dat zo vrijkomt via lagere belastingen terug te geven aan werkenden, zodat inflatie wordt gedempt en werken meer loont.
De VVD vindt dat de overheid in tijden van hoge inflatie haar eigen uitgaven moet beperken om zo de inflatie af te remmen. Dit voorkomt dat overheidsbeleid de inflatie verder aanwakkert en beschermt vooral de koopkracht van de middenklasse, die volgens de VVD het hardst wordt geraakt.
“De VVD wil dat de overheid in tijden van hoge inflatie maatregelen neemt om zelf minder geld uit te geven en zo inflatie af te remmen. Het geld dat zo beschikbaar komt, wordt waar mogelijk via lagere belastingen teruggegeven aan werkenden. Zo ontstaat er een automatisme waarbij inflatie gedempt in plaats van aangewakkerd wordt.”
De VVD wil dat uitkeringen (behalve AOW en regelingen voor arbeidsongeschikten) voortaan meestijgen met de inflatie in plaats van met de lonen. Hiermee wil de partij voorkomen dat uitkeringsgerechtigden er relatief meer op vooruitgaan dan werkenden, en zo het verschil tussen werken en een uitkering herstellen.
“Voortaan stijgen de uitkeringen, behalve de AOW en regelingen voor arbeidsongeschikten, mee met de inflatie in plaats van met de lonen.”
De VVD wil dat de belastingvrije reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer jaarlijks wordt aangepast aan de inflatie, zodat werken niet duurder wordt door stijgende kosten.
50PLUS ziet inflatie als een serieus probleem dat vooral door overheidsuitgaven en monetair beleid wordt aangewakkerd. Hun belangrijkste voorstellen zijn het voeren van een zuinig uitgavenbeleid om de inflatie te beteugelen en het volledig toepassen van inflatiecorrectie in de inkomstenbelasting, zodat koopkrachtverlies wordt beperkt. De partij koppelt haar visie aan bescherming van gepensioneerden en het voorkomen dat Nederland wordt meegezogen in bredere Europese schuldenproblematiek.
50PLUS stelt dat een te ruim overheidsbeleid de inflatie aanwakkert en wil daarom de uitgaven beperken. Dit moet de ECB helpen om de inflatie sneller onder controle te krijgen en voorkomt dat Nederland door beleid van andere eurolanden in de problemen komt.
“Een zuiniger uitgavenbeleid om de ECB te helpen de inflatie zo snel mogelijk onder controle te krijgen.”
“Het monetaire beleid van de ECB wordt genormaliseerd om te voorkomen dat Nederland met zijn lage staatsschuld wordt meegezogen in een pijnlijke schuldsanering van zwakkere eurolanden.”
Om koopkrachtverlies door inflatie te voorkomen, wil 50PLUS dat de wettelijke inflatiecorrectie volledig wordt toegepast in de inkomstenbelasting. Dit beschermt vooral gepensioneerden en mensen met een vast inkomen tegen de negatieve effecten van inflatie.
“Volledige toepassing van de wettelijke inflatiecorrectie in de inkomstenbelasting.”
De ChristenUnie ziet het tegengaan van inflatie als een belangrijke verantwoordelijkheid van de overheid en pleit voor terughoudendheid met consumptieve overheidsuitgaven, vooral in een oververhitte economie. De partij wil geen extra schulden maken voor tijdelijke financiële cadeautjes, maar kiest voor investeringen die de economie op lange termijn sterker en duurzamer maken. Hun kernvisie is dat solide overheidsfinanciën en gerichte investeringen noodzakelijk zijn om inflatie te beteugelen en brede welvaart te bevorderen.
De ChristenUnie stelt dat overheidsuitgaven in een oververhitte economie de inflatie aanjagen en wil daarom geen extra schulden maken voor kortetermijnmaatregelen. In plaats daarvan kiezen ze voor investeringen die op termijn renderen en de economie structureel versterken. Dit standpunt adresseert direct het risico dat overheidsbeleid zelf inflatie kan verergeren.
“Een overheid die veel consumptieve uitgaven doet in een oververhitte economie, jaagt de inflatie aan. De ChristenUnie kiest er daarom niet voor om met geleend geld onnodige financiële cadeautjes uit te delen. Liever investeren we in zaken die zich op termijn terugverdienen of de economie weerbaarder en duurzamer maken (zoals infrastructuur, OV en stroomnetten).”
De partij benadrukt het belang van een beheersbaar begrotingstekort en het volgen van Europese begrotingsregels om inflatie te voorkomen. Door te kiezen voor houdbare overheidsfinanciën en transparantie in het begrotingsproces, wil de ChristenUnie bijdragen aan prijsstabiliteit en economische zekerheid.
“De ChristenUnie onderstreept het Stabiliteits- en Groeipact, en de bijbehorende richtlijnen voor begrotingstekorten en de overheidsschuld. Liever koersen we op een lager (structureel) tekort.”
“In tegenstelling tot het huidige kabinet gaan we geen consumptieve uitgaven financieren met meer schuld, maar stoppen we juist geld in investeringen die zich terugverdienen, zoals woningbouw, infrastructuur en energienetten.”
Volt erkent de impact van inflatie op de koopkracht en wil deze compenseren door structurele aanpassingen in het sociale stelsel, zoals het verhogen van de basisbeurs met inflatiecorrectie en het invoeren van een basisinkomen. Hun beleid richt zich op het waarborgen van bestaanszekerheid en het beschermen van kwetsbare groepen tegen de gevolgen van prijsstijgingen.
Volt wil de gevolgen van inflatie voor studenten beperken door de basisbeurs jaarlijks te verhogen met een inflatiecorrectie. Hiermee beogen ze de toegankelijkheid van het onderwijs te waarborgen ondanks stijgende kosten van levensonderhoud.
“Zolang de plannen voor een basisinkomen nog niet zijn ingevoerd, verhogen we de basisbeurs conform het voorstel van het SER Jongerenplatform, inclusief inflatiecorrectie.”
Volt ziet het basisinkomen als een fundamentele maatregel om bestaanszekerheid te bieden en de negatieve effecten van inflatie op huishoudens structureel op te vangen. Door toeslagen en andere regelingen te vervangen door een vast basisinkomen, willen ze inkomenszekerheid bieden, ongeacht prijsstijgingen.
“Er komt een maandelijks basisinkomen dat alle toeslagen vervangt. Dit bestaat uit een vaste basisuitkering per huishouden. Boven op die basis wordt er per volwassene en per kind extra geld uitgekeerd.”
“Het sociaal minimum moet omhoog, zodat het voldoende is om bestaanszekerheid te garanderen. Dat moet in ieder geval hoog genoeg zijn om de eigen bijdrage in de zorg te kunnen betalen, je huis te verwarmen, je energierekening te betalen en een laptop en smartphone te betalen.”
GroenLinks-PvdA erkent dat inflatie en prijsstijgingen het dagelijks leven duurder maken, vooral voor mensen met lage inkomens. Hun belangrijkste voorstellen zijn het wettelijk beperken van huurverhogingen tijdens hoge inflatie en het actief ingrijpen door de overheid bij grote prijsschokken, zoals met het energieprijsplafond. De partij wil zo de koopkracht beschermen en de lasten eerlijker verdelen.
GroenLinks-PvdA wil voorkomen dat huren te hard stijgen in tijden van hoge inflatie door een wettelijke bovengrens aan huurstijgingen in te voeren. Dit moet huurders beschermen tegen koopkrachtverlies door inflatie en bijdragen aan betaalbaar wonen.
“In tijden van hoge inflatie mogen de huren dan niet te hard stijgen. Om explosieve huurstijgingen te voorkomen, komt er een wettelijke bovengrens aan de toegestane huurstijging.”
De partij vindt dat de overheid moet ingrijpen als prijsstijgingen (inflatie) de meest kwetsbaren hard raken, bijvoorbeeld via tijdelijke maatregelen zoals het energieprijsplafond. Dit moet voorkomen dat mensen door inflatie in financiële problemen komen.
“De overheid moet daarom actief ingrijpen bij grote prijsschokken. Een goed voorbeeld is het Prijsplafond Energie.”
JA21 noemt inflatie slechts zijdelings in haar verkiezingsprogramma en presenteert geen uitgewerkte visie of concrete beleidsmaatregelen specifiek gericht op het bestrijden van inflatie. De partij focust vooral op het beperken van overheidsuitgaven en het behouden van begrotingsdiscipline, in de overtuiging dat dit bijdraagt aan economische stabiliteit en het tegengaan van prijsstijgingen. Specifieke voorstellen om inflatie direct aan te pakken ontbreken.
JA21 erkent dat stijgende zorgkosten bijdragen aan inflatie en wil daarom de groei van het zorgbudget beperken en verspilling tegengaan. De partij koppelt betaalbare zorg expliciet aan het tegengaan van inflatie, maar werkt dit verder niet uit in bredere economische context.
De SP stelt dat bedrijven misbruik hebben gemaakt van inflatie om prijzen van basisproducten buitensporig te verhogen, wat leidt tot hogere kosten voor gewone mensen. Om dit tegen te gaan, wil de SP maximumprijzen instellen voor basisproducten en de btw op deze producten verlagen, zodat de koopkracht van burgers beschermd wordt en de inflatie minder hard doorwerkt in het dagelijks leven.
De SP vindt dat bedrijven de inflatie hebben aangegrepen om hun winsten te vergroten door prijzen van essentiële producten extra te verhogen. Om de gevolgen van inflatie voor consumenten te beperken, pleit de partij voor het invoeren van maximumprijzen op basisproducten. Dit moet voorkomen dat mensen door prijsstijgingen in de problemen komen en de kosten van levensonderhoud onnodig stijgen.
“Te lang hebben bedrijven van de inflatie misbruik gemaakt om enorme prijsverhogingen door te voeren en gigantische winsten te maken. Daarom moeten we de prijzen van basisproducten aan banden leggen.”
Naast het instellen van maximumprijzen wil de SP de btw op basisproducten verlagen. Dit is bedoeld om de directe impact van inflatie op de dagelijkse uitgaven van mensen te verminderen en zo de koopkracht te versterken.
“Ook verlagen we de btw op basisproducten.”
Het CDA erkent inflatie als een factor die de betaalbaarheid van wonen beïnvloedt en kiest daarom voor een inflatievolgend huurbeleid in de sociale huursector. Hiermee wil de partij huurders beschermen tegen onverwachte stijgingen van woonlasten, terwijl verhuurders zekerheid krijgen over hun inkomsten. Concrete voorstellen over bredere inflatiebestrijding of -compensatie ontbreken; het beleid richt zich primair op het koppelen van sociale huren aan de inflatie.
Het CDA wil de betaalbaarheid en voorspelbaarheid van sociale huurwoningen waarborgen door de huren te koppelen aan de inflatie. Dit biedt huurders bescherming tegen excessieve huurverhogingen en geeft verhuurders duidelijkheid over hun inkomsten op de lange termijn. Het beleid adresseert direct de impact van inflatie op woonlasten, maar beperkt zich tot de sociale huursector.
“Voor sociale huur kiezen we voor inflatievolgend huurbeleid. Huurders en verhuurders hebben zo voor een lange termijn zekerheid over hun woonlasten.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma