Het CDA vindt inburgering een wederkerige opdracht: nieuwkomers moeten actief Nederlands leren, integreren en bijdragen aan de samenleving, terwijl de samenleving eerlijke kansen biedt. De partij wil gemeenten streng aanspreken op hun inburgeringstaak, verplicht taalonderwijs en snelle toegang tot werk, met duidelijke sancties bij onvoldoende inzet. Taal, werk en samenwerking met maatschappelijke organisaties staan centraal in hun aanpak.
Het CDA legt de verantwoordelijkheid voor succesvolle inburgering bij gemeenten, met duidelijke resultaatafspraken en transparante rapportage. Gemeenten worden verplicht om inburgering te organiseren en kunnen worden aangesproken op hun prestaties.
“Gemeenten worden gehouden aan hun plicht om zorg te dragen voor de inburgering van nieuwkomers. Er worden duidelijke resultaatafspraken gemaakt. Gemeenten moeten transparant rapporteren over de voortgang.”
Inburgeringsonderwijs wordt verplicht voor alle statushouders, met als uiterste consequentie het verlies van hun verblijfsstatus bij onvoldoende inzet. Het CDA wil verschillende, passende routes aanbieden, maar de zelfredzaamheidsroute beperken.
“Voor alle statushouders is het inburgeringsonderwijs verplicht, in het uiterste geval op straffe van verlies van hun status.”
“Wij zetten in op zoveel mogelijk passende routes voor statushouders, zodat de kansen voor inburgeraars zo groot mogelijk zijn. De zogeheten zelfredzaamheidsroute wordt mede daardoor beperkter dan nu ingezet.”
Taal wordt gezien als de sleutel tot succesvolle inburgering. Het CDA wil dat taalonderwijs direct begint tijdens de asielprocedure, met een maximale termijn van drie jaar om Nederlands te leren. Ook voor- en vroegschoolse educatie voor kinderen van statushouders wordt verplicht.
“Taal is dé sleutel tot meedoen in de samenleving: op school, op het werk en in sociale contacten. Daarom willen wij een vroege taalstart die begint tijdens de asielprocedure. Inburgeringsplichtigen spreken en schrijven binnen maximaal drie jaar de Nederlandse taal.”
“We verplichten voor- en vroegschoolse educatie voor kinderen van statushouders die nog inburgeringsplichtig zijn, zodat jonge kinderen niet met een taalachterstand op school hoeven te beginnen en de ouders kunnen inburgeren.”
Het CDA beschouwt werk als essentieel voor inburgering en wil dat kansrijke asielzoekers snel aan het werk kunnen, onder meer via leer-werktrajecten waarin taallessen en vakopleiding worden gecombineerd.
“Alle kansrijke asielzoekers moeten na één maand toegang tot de arbeidsmarkt krijgen. Dat kan ook via leer-werktrajecten waarbij taallessen worden gecombineerd met een vakopleiding en werkervaring.”
Werkgevers worden verantwoordelijk voor het taaltraject van arbeidsmigranten die langdurig blijven. Daarnaast wil het CDA dat migrantenorganisaties, kerken en moskeeën mede verantwoordelijkheid dragen voor succesvolle integratie.
“Arbeidsmigranten die hier langdurig verblijven, volgen een verplicht taaltraject dat is toegespitst op werk en deelnemen in de samenleving. De werkgever is hiervoor verantwoordelijk.”
“We versterken de samenwerking met migrantenorganisaties, kerken en moskeeën zodat zij mede de verantwoordelijkheid dragen voor een succesvolle integratie van nieuwkomers.”
Het CDA vraagt extra aandacht voor vrouwelijke statushouders, jonge kinderen en ‘achterblijvers’ binnen het inburgeringsbeleid, om te voorkomen dat zij achterop raken.
“Gemeenten hebben extra aandacht voor vrouwelijke statushouders, jonge kinderen en ‘achterblijvers’.”
De SP vindt dat inburgering een kerntaak van de overheid moet zijn, met nadruk op het leren van de Nederlandse taal en gedeelde normen en waarden. Ze willen af van het huidige systeem waarin nieuwkomers zelf hun inburgering moeten regelen en pleiten voor gratis, toegankelijke taallessen en meer overheidsregie. De SP ziet taal als essentieel voor integratie en wil dat alle migranten vanaf dag één Nederlands leren, met extra aandacht voor kwetsbare groepen.
De SP stelt dat de overheid weer de regie moet nemen over inburgering, omdat het overlaten aan particuliere instellingen heeft geleid tot hoge kosten en slechte resultaten. Ze willen dat taallessen gratis en toegankelijk zijn, en dat het leren van de Nederlandse taal vanaf dag één verplicht is voor alle migranten.
“Integratie van migranten en vluchtelingen moet weer een kerntaak van de overheid worden. Het overlaten van deze verantwoordelijkheid aan particuliere instellingen heeft geleid tot hoge kosten en slechte resultaten.”
“De overheid, bedrijven en onderwijsinstellingen moeten ervoor zorgen dat mensen die hier komen wonen vanaf dag één Nederlands leren.”
“Het is onrealistisch om te verwachten dat mensen die kampen met taalachterstanden en een gebrek aan kennis van het systeem hebben om dit zelf kunnen regelen.”
“De overheid is verantwoordelijk voor het bieden van goede taallessen aan vluchtelingen. Bedrijven en kennisinstellingen dragen de zorg voor taallessen voor arbeids en kennismigranten die zij hier zelf naartoe halen.”
De SP wil dat iedereen toewerkt naar taalniveau B1 en dat inburgering niet alleen over taal gaat, maar ook over het leren van Nederlandse vrijheden, grondrechten en plichten. Er komt specifiek beleid voor mensen met een grote afstand tot de samenleving.
“Iedereen moet toewerken naar taalniveau B1.”
“Naast taal moet er bij de inburgering aandacht zijn voor de vrijheden en de grondwettelijke rechten en plichten die we in ons land kennen.”
“Specifiek beleid komt er voor mensen met een grote afstand tot onze samenleving, zodat problemen als taal en werkloosheid, maar ook eergerelateerd geweld en genitale verminking, beter kunnen worden aangepakt.”
De SP benadrukt dat het spreken van dezelfde taal essentieel is om verschillen te overbruggen, gemeenschappen te bouwen en sociale samenhang te bevorderen. Ze willen dat alle migranten, ongeacht status, direct beginnen met het leren van Nederlands.
“Verschillen ga je nooit overbruggen en gemeenschappen ga je nooit bouwen als we niet dezelfde taal spreken met elkaar. Daarom is het belangrijk dat iedereen die naar Nederland komt en hier komt wonen, ongeacht of je vluchteling, expat, arbeids, kennis of studiemigrant bent, vanaf dag één de taal leert.”
“Om verschillen te overbruggen, je buren te leren kennen of om elkaar aan te spreken, moet je dezelfde taal spreken.”
De VVD stelt strenge eisen aan inburgering en koppelt het verkrijgen van het Nederlanderschap aan het actief onderschrijven van Nederlandse waarden, beheersing van de taal en economische zelfstandigheid. De partij wil de taaleisen en naturalisatievoorwaarden fors aanscherpen en ziet werk als het belangrijkste middel tot succesvolle integratie. Inburgering is volgens de VVD geen vrijblijvende keuze, maar een plicht die streng wordt gehandhaafd.
De VVD wil dat inburgeraars de Nederlandse taal op een hoger niveau beheersen en stelt strengere eisen aan het verkrijgen van het Nederlanderschap. Dit moet voorkomen dat mensen zonder voldoende integratie volwaardig Nederlander worden.
“De taaleis voor naturalisatie verhogen naar het basisniveau voor de werkvloer.”
“Het is onacceptabel dat migranten die onvoldoende Nederlands spreken Nederlander mogen worden. Daarom willen wij de taaleis voor naturalisatie verhogen naar het basisniveau voor de werkvloer.”
“Wij willen in ieder geval de standaardtermijn verdubbelen naar tien jaar, de taaleis verhogen naar het basisniveau voor de werkvloer, voor volwassenen een inkomens- of opleidingseis introduceren, de eis stellen dat een aanvrager niet overmatig aanspraak heeft gemaakt op sociale voorzieningen en de eis stellen dat een aanvrager niet in aanraking met justitie mag zijn geweest.”
De VVD koppelt inburgering expliciet aan het onderschrijven van Nederlandse vrijheden, gelijkwaardigheid en rechtsstaat. Alleen wie deze waarden in woord en daad onderschrijft, komt in aanmerking voor verdere integratie en huisvesting.
“Inburgeringsprogramma’s moeten daarom expliciet aandacht besteden aan vrije waarden, zelfbeschikking, antisemitisme, de holocaust en eer-gerelateerd geweld en deze moeten ook centraal staan in de participatieverklaring die inburgeraars moeten tekenen.”
“Statushouders die op azc’s verblijven komen pas in aanmerking voor andere vormen van huisvesting op het moment dat zij zowel in woord als in daad achter de Nederlandse waarden staan. Hierop wordt vooraf actief en intensief getoetst.”
De VVD ziet werk als het belangrijkste instrument voor succesvolle inburgering en wil dat statushouders direct aan het werk gaan in plaats van een uitkering te ontvangen.
“Integreren doe je het beste op de werkvloer. Werk is het allerbelangrijkste instrument om integratie voor elkaar te krijgen en te voorkomen dat mensen afglijden in de criminaliteit of het fundamentalisme.”
“De VVD wil dat elke statushouder direct bij het krijgen van huisvesting een leerwerkplek of startbaan krijgt aangeboden en accepteert, in plaats van direct een uitkering.”
De VVD wil dat niet voldoen aan inburgeringsverplichtingen, zoals het leren van de taal of het volgen van taallessen, leidt tot kortingen op uitkeringen of boetes.
“We korten mensen op de uitkering die geen Nederlands spreken en dit niet willen leren.”
“Statushouders die niet komen opdagen bij de taalles of verzuimen naar examens te komen moeten een boete betalen of worden gekort op de uitkering, naast het feit dat ze daarmee niet inburgeren en dus niet voor een verblijfsvergunning in aanmerking komen.”
BBB stelt strenge eisen aan inburgering: migranten moeten direct na (voorlopige) goedkeuring van hun asielaanvraag beginnen met een inburgeringscursus, waarbij beheersing van de Nederlandse taal en acceptatie van Nederlandse waarden centraal staan. Pas na het succesvol afronden van deze cursus mag men naar Nederland komen. De partij wil daarnaast een praktische, op werk en scholing gerichte aanpak en strenger toezicht op naleving van inburgerings- en integratieverplichtingen.
BBB wil dat inburgering start zodra een asielaanvraag buiten de EU voorlopig is goedgekeurd, en dat definitieve toelating tot Nederland pas volgt na het succesvol afronden van de inburgeringscursus. Hiermee wil de partij voorkomen dat mensen zonder binding met de Nederlandse samenleving binnenkomen en integratieproblemen ontstaan.
“Inburgeringscursus direct na eerste goedkeuring aanvraag. Zodra de asielaanvraag, die buiten de EUgrenzen wordt gedaan, voorlopig is goedgekeurd, start de asielzoeker met een inburgerings cursus. Pas als die is behaald, wordt de aanvraag definitief goedgekeurd en mag de migrant naar Nederland komen.”
BBB legt de nadruk op het beheersen van de Nederlandse taal en actieve deelname aan de samenleving als voorwaarde voor succesvolle inburgering. Migranten moeten verplicht een taalcursus volgen tot minimaal B1-niveau en binnen een jaar actief bijdragen via werk, opleiding of vrijwilligerswerk, anders volgen sancties.
“Migranten dienen een verplichte taalcursus te volgen en minimaal B1niveau te behalen.”
“Nieuwkomers moeten een bijdrage leveren aan ons land. Binnen een jaar volgt iemand een opleiding, doet vrijwilligerswerk of heeft een betaalde baan. Wie dat weigert, wordt gekort op uitkeringen en toeslagen.”
BBB wil af van de huidige bureaucratische inburgering en pleit voor een nuchtere, praktische aanpak die aansluit bij de kennis en vaardigheden van de migrant, met focus op werk en scholing.
“De huidige bureaucratische inburgering moet op de schop. Er dient een nuchtere aanpak te komen gericht op werk en scholing en die aansluit bij de kennis en vaardigheden van de asielzoeker.”
Om taalverwerving te stimuleren, wil BBB dat overheidscommunicatie alleen nog in het Nederlands, Fries, Engels of streektalen plaatsvindt, en niet meer in bijvoorbeeld Arabisch of Turks.
“We stoppen met overheidscommunicatie in andere talen dan het Nederlands, Fries, Engels of streektalen.”
BBB wil dat het inburgerings- en integratietraject specifiek aandacht besteedt aan het tegengaan van schadelijke praktijken zoals eergerelateerd geweld, vrouwenbesnijdenis en uithuwelijking.
“Hier willen we een speciale aanpak in zowel het inburgerings en integratietraject als in het strafrecht.”
BBB benadrukt dat inburgering niet alleen een praktische, maar ook een culturele en normatieve component heeft: het accepteren van Nederlandse waarden, normen en wetten is een harde eis.
“Aanvaarden van de regels van onze democratische rechtsstaat is wezenlijk. Op de naleving daarvan gaan we strikter toezien.”
“Samenleven in Nederland begint bij het respecteren van onze waarden, normen, wetten en omgangs vormen. Dat veronderstelt erkenning van de Nederlandse cultuur en identiteit...”
De ChristenUnie vindt succesvolle inburgering essentieel voor integratie en het deel uitmaken van de Nederlandse samenleving. Ze koppelen inburgering aan taalbeheersing, participatie (via werk of vrijwilligerswerk), en het onderschrijven van Nederlandse waarden, en willen deze eisen uitbreiden naar arbeidsmigranten en gezinshereniging. De partij pleit voor een snelle start van inburgeringstrajecten en strengere eisen bij naturalisatie, maar is mild voor wie niet kan voldoen.
De ChristenUnie stelt dat beheersing van de Nederlandse taal, participatie via werk of vrijwilligerswerk, en het onderschrijven van Nederlandse waarden essentieel zijn voor inburgering. Dit geldt voor alle nieuwkomers, inclusief arbeidsmigranten en gezinsherenigers. De partij wil dat inburgeringstrajecten zo snel mogelijk na aankomst starten en dat integratie meer is dan alleen economische bijdrage; het draait ook om het respecteren van grondwettelijke en christelijke waarden.
“Voor succesvolle integratie is beheersing van de Nederlandse taal en het onderschrijven van de participatieverklaring essentieel. Integratie vraagt van mensen dat ze niet alleen fysiek, maar ook mentaal verhuizen. Niet alleen onze taal leren, maar ook onze waarden leren kennen en respecteren. Taal- en inburgeringstrajecten worden gecombineerd met een betaalde baan of vrijwilligerswerk en kunnen zo snel mogelijk starten na aankomst in Nederland.”
“Integratie draait niet alleen om economische bijdrage, maar vooral om het aanvaarden van de Nederlandse samenleving, inclusief onze taal, grondwettelijke bepalingen (o.a. vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid, respect voor minderheden), geschiedenis, en christelijke wortels van ons land.”
“Tegelijk rust er op de nieuwkomers een morele plicht om in te burgeren. Dit geldt voor inburgeringsplichtigen, maar ook voor iedereen die Nederland als (tijdelijk) thuis kiest.”
De ChristenUnie wil dat ook arbeidsmigranten verplicht worden tot inburgering, met nadruk op het leren van de Nederlandse taal. Ze zien het risico dat arbeidsmigranten anders in een parallelle samenleving blijven leven, en willen via werkgevers en gemeenten inzetten op taalonderwijs.
“Arbeidsmigranten zijn nu niet verplicht Nederlands te leren en in te burgeren. In Europees verband gaan we hier het gesprek over aan en aan verblijfsvergunningen voor niet EU-arbeidsmigranten verbinden we voorwaarden aan integratie, zoals het leren van de Nederlandse taal.”
“Het gevaar dreigt dat EU-arbeidsmigranten in een parallel circuit blijven leven, met kans op herhaling van de migratiegolven uit de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw. Via werkgevers en gemeenten zetten we in op taalonderwijs voor deze groep vanuit de overtuiging dat een goede taalbeheersing noodzakelijk is voor een succesvolle integratie.”
De partij wil de eisen voor naturalisatie aanscherpen, met nadruk op taalbeheersing en het onderschrijven van Nederlandse waarden. Tegelijkertijd tonen ze mildheid voor mensen die wel willen, maar niet kunnen voldoen aan de eisen.
“We verwachten van alle Nederlanders een actieve bijdrage aan de maatschappij. Het spreken van het Nederlands en het onderschrijven van de waarden zoals vastgelegd in de grondwet is daarvoor randvoorwaarde. Daar schort het nog weleens aan. Daarom kijken we kritisch naar de bestaande eisen en scherpen we deze waar nodig aan. Het recht op bescherming leidt niet automatisch na een aantal jaar tot het recht op Nederlanderschap. Daarbij zijn we mild voor hen die wel willen, maar niet kunnen.”
De ChristenUnie stelt dat gezinshereniging niet zonder plichten komt: herenigde gezinsleden moeten zich inpassen in de Nederlandse samenleving en Nederland mag hier eisen aan stellen, ook voor expats.
“Gezinshereniging komt niet zonder plichten. De herenigde gezinsleden moeten zich inpassen in de Nederlandse samenleving en Nederland mag hier eisen aan stellen. Dit geldt voor zowel vluchtelingen en arbeidsmigranten als expats.”
De SGP stelt strenge eisen aan inburgering: nieuwkomers moeten zich actief aanpassen, snel Nederlands leren en kennis opdoen van de Nederlandse cultuur en geschiedenis. De partij legt de nadruk op eigen verantwoordelijkheid, hogere taaleisen, en het expliciet afwijzen van antisemitisme als voorwaarde voor naturalisatie. Inburgering moet leiden tot daadwerkelijke integratie, waarbij respect voor nationale waarden en symbolen centraal staat.
De SGP vindt dat nieuwkomers primair zelf verantwoordelijk zijn voor hun inburgering, zowel inhoudelijk als financieel. Wie niet voldoet aan de inburgeringsplicht, wordt gesanctioneerd. De partij wil de taaleis verhogen, de naturalisatietermijn verlengen en ook tweede en derde generatie migranten verplichten tot inburgering als hun taalniveau onvoldoende is.
“Bij inburgering staat de eigen verantwoordelijkheid voorop, ook financieel. Zij die niet aan de inburgeringsplicht willen voldoen, worden beboet, en als dat kan uitgezet.”
“De termijn voor naturalisatie wordt verlengd naar tien jaar en de taaleis gaat omhoog naar B1-niveau.”
“Er komt onder andere een taal- en inburgeringsplicht voor mensen met een migratieachtergrond van de tweede en derde generatie, als ze nog onvoldoende Nederlands kunnen spreken.”
De SGP vindt dat inburgering verder moet gaan dan alleen taalbeheersing: nieuwkomers moeten ook kennis opdoen van de Nederlandse geschiedenis, nationale symbolen en het cultureel erfgoed. Progressief-seculiere waarden hoeven echter niet te worden omarmd.
“Inburgering dient in ieder geval te leiden tot een basale beheersing van de Nederlandse taal, maar ook tot kennis van historische gebeurtenissen, nationale symbolen (zoals ons volkslied en koningshuis), ons cultureel erfgoed en de manier waarop wij in een rechtsstaat samenleven. Het betekent geen omarming van progressief-seculiere waarden, zoals abortus of homohuwelijk.”
De SGP stelt als voorwaarde voor naturalisatie dat nieuwkomers expliciet afstand doen van antisemitisme en kennis nemen van het lot van Nederlandse Joden in de Tweede Wereldoorlog. Dit wordt juridisch vastgelegd en overtreding kan gevolgen hebben voor verblijfsrecht.
“De SGP wil in de wet vastleggen dat aspirant-burgers expliciet afstand doen van antisemitische ideeën (inclusief ontkenning van Israëls bestaansrecht) als voorwaarde voor naturalisatie.”
“Inburgeraars worden, net als in Duitsland, verplicht te ondertekenen het Joodse leven te beschermen. Houden nieuwkomers zich hier niet aan, dan kan dat gevolgen hebben voor hun verblijfsstatus.”
“Bij de inburgering hoort ook dat nieuwkomers weten van het lot dat de Nederlandse Joden in de Tweede Wereldoorlog is overkomen. De SGP wil dat nieuwkomers in het kader van hun inburgering worden verplicht om een bezoek te brengen aan het Nationaal Holocaustmuseum of één van de andere herinneringscentra.”
BVNL stelt strenge eisen aan inburgering: immigranten moeten zich aanpassen door de Nederlandse taal te leren, te werken en financieel zelfstandig te zijn. Het verkrijgen van het Nederlanderschap wordt bemoeilijkt en sociale voorzieningen worden beperkt voor nieuwkomers die niet integreren. De partij koppelt inburgering expliciet aan het behoud van Nederlandse waarden en het tegengaan van misbruik van sociale voorzieningen.
BVNL vindt dat immigranten zich actief moeten aanpassen aan de Nederlandse samenleving door de taal te leren, te werken en financieel zelfstandig te zijn. Dit wordt als voorwaarde gesteld voor toegang tot sociale voorzieningen, huisvesting en uiteindelijk het Nederlanderschap. Het doel is om misbruik van voorzieningen te voorkomen en integratie te bevorderen.
“Immigranten die al in Nederland zijn passen zich aan. Dat betekent dat zij de Nederlandse taal leren en bijdragen aan de samenleving. Iedereen die kan werken, werkt. De Nederlandse taal leren is een vereiste voor een woning of een uitkering.”
“Geen Nederlands willen leren spreken betekent geen bijstandsuitkering. Voor sociale voorzieningen wordt een minimaal niveau van beheersing van de Nederlandse taal vereist.”
“Immigranten die zich blijvend willen vestigen in Nederland, en kunnen werken maar dit weigeren, en die niet financieel redzaam zijn, worden Nederland uitgezet en verliezen elk zicht op het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit.”
BVNL wil het verkrijgen van het Nederlandse paspoort aanzienlijk bemoeilijken door de termijn te verdubbelen. Dit moet ervoor zorgen dat alleen goed geïntegreerde en zelfstandige immigranten in aanmerking komen voor het Nederlanderschap.
“Het aanvragen van een Nederlands paspoort kan pas na 10 jaar, in plaats van na 5 jaar.”
De partij beperkt de toegang tot uitkeringen en sociale voorzieningen voor nieuwkomers, met als doel om werk te stimuleren en afhankelijkheid te voorkomen. Dit wordt direct gekoppeld aan inburgeringseisen zoals taalbeheersing en arbeidsdeelname.
JA21 vindt dat inburgering veel strenger moet en ziet het als voorwaarde dat nieuwkomers niet alleen de taal leren, maar ook actief Nederlandse wetten, normen, waarden en cultuur omarmen. Ze willen de eisen voor het inburgeringsexamen en naturalisatie fors aanscherpen, met een nadruk op integratiepotentieel en het tegengaan van parallelle samenlevingen.
JA21 wil dat inburgering verder gaat dan alleen taal en basiskennis: nieuwkomers moeten bereid zijn de Nederlandse cultuur en waarden volledig te omarmen. Ze stellen voor de eisen voor het inburgeringsexamen en naturalisatie te verhogen, onder meer door een langere verblijfsduur en strengere selectie op integratiepotentieel.
“De eisen voor het inburgeringsexamen dienen daarom aangescherpt te worden met een nadrukkelijke focus op het integratiepotentieel. Enkel beheersing van de Nederlandse taal en basiskennis over ons land zijn niet voldoende. Wie Nederlander wil worden, moet bereid zijn onze wetten, normen, waarden en cultuur te omarmen.”
“De eisen voor naturalisatie aanscherpen: pas na minstens tien jaar rechtmatig verblijf.”
“Meer juridische ruimte creëren om naturalisatie af te wijzen bij een gegrond vermoeden van een ideologie die haaks staat op onze manier van leven of het streven naar een parallelle samenleving, vergelijkbaar met afwijzingen op grond van 1F (oorlogsmisdaden en misdaden tegen de vrede of menselijkheid).”
Naast strengere eisen bij naturalisatie, wil JA21 ook bestaande verplichtingen strikter handhaven en aanvullende maatregelen nemen als integratie niet slaagt. Dit omvat onder andere het aanscherpen van de taaleis in de bijstand en het bevorderen van remigratie bij mislukte integratie.
Volt wil dat nieuwkomers vanaf dag één actief kunnen deelnemen aan de samenleving, met directe toegang tot werk, taalonderwijs en begeleiding die aansluit bij hun kwalificaties. De partij legt de nadruk op het benutten van talenten van migranten en vluchtelingen, het wegnemen van barrières voor arbeidsparticipatie en het bieden van toegankelijke taal- en integratievoorzieningen. Volt ziet inburgering als een wederzijds proces gericht op gelijkwaardigheid, participatie en het benutten van potentieel.
Volt vindt dat asielzoekers en statushouders vanaf het begin moeten kunnen werken of een opleiding volgen, om zo sneller te integreren en hun talenten te benutten. Dit verlaagt drempels tot participatie en bevordert een inclusieve samenleving.
“We maken het gemakkelijker voor asielzoekers en statushouders om te werken of om betaalde beroepsopleidingen of ontwikkeltrajecten te volgen.”
“Onder het motto ‘recht op werk voor iedereen’, krijgen asielzoekers vanaf dag één een burgerservicenummer (BSN) en de mogelijkheid om te werken, en wordt de Tewerkstellingsvergunning afgeschaft.”
Volt wil dat alle asielzoekers direct toegang krijgen tot taalonderwijs (inclusief gebarentaal) en begeleiding die aansluit bij hun kwalificaties, zodat zij sneller kunnen meedoen in de samenleving en hun integratie wordt versneld.
“We lossen de achterstanden in de basisregistratie personen op en bieden toegankelijk taalonderwijs inclusief gebarentaal aan aan alle asielzoekers. zo kunnen vluchtelingen die wachten op een status vanaf dag één meedoen in de samenleving door middel van betaald werk, vrijwilligerswerk of andere activiteiten.”
“Op elke opvanglocatie worden ’meedoenbalies’ ingericht en wordt er goede begeleiding aangeboden, zodat migranten aan de slag kunnen in sectoren die aansluiten bij hun beroepskwalificaties en expertise.”
Volt ziet inburgering als een kans om de vaardigheden en talenten van nieuwkomers in te zetten, vooral in sectoren met personeelstekorten. De partij wil migratie benaderen vanuit het potentieel en de bijdrage aan de samenleving.
“Wij geloven dat alle nieuwkomers het recht toekomt om op een zinvolle manier deel te nemen aan de samenleving. Nederland kan hun vaardigheden, talenten, ervaringen en ideeën inzetten en hen zo in staat stellen een onafhankelijk leven op te bouwen en een bijdrage te leveren aan onze samenleving.”
D66 wil dat nieuwkomers vanaf dag één actief kunnen deelnemen aan de samenleving, met nadruk op het direct leren van de Nederlandse taal, toegang tot werk en onderwijs. Inburgering is volgens D66 een wederzijds proces: zowel nieuwkomers als de ontvangende samenleving moeten zich inspannen. D66 pleit voor verplichte taallessen voor kansrijke asielzoekers en snelle integratie, zodat mensen niet onnodig langs de zijlijn blijven staan.
D66 vindt het onmenselijk dat nieuwkomers jarenlang moeten wachten voordat ze kunnen meedoen. Daarom wil de partij dat inburgering direct begint, met nadruk op taal, werk en onderwijs. Dit moet bijdragen aan snellere integratie en het benutten van talenten van nieuwkomers.
“We stellen mensen in staat om vanaf dag één mee te doen aan onze samenleving. We maken taal, onderwijs en werk vanaf dag één mogelijk. D66 wil dat kansrijke asielzoekers verplicht Nederlands leren, mogen werken en de kans krijgen om een opleiding te volgen die aansluit bij de ervaring die mensen eerder hebben opgedaan.”
“Nieuwkomers die in Nederland verblijven, moeten vanaf het begin kunnen meedoen. Dat geldt zeker voor kansrijke asielzoekers en voor mensen die een status hebben gekregen. Maar momenteel moeten veel nieuwkomers jarenlang wachten om te kunnen deelnemen aan onze samenleving. Het is onmenselijk om mensen te laten wegkwijnen in een azc.”
D66 benadrukt dat succesvolle inburgering niet alleen van nieuwkomers inzet vraagt, maar ook van de ontvangende samenleving. Integratie is volgens D66 meer dan alleen een taalcursus; het vraagt om actieve betrokkenheid van beide kanten.
“Daarom kiest D66 voor integratiebeleid dat meer is dan eenrichtingsverkeer of een taalcursus. We vragen inzet van de nieuwkomers en van de ontvangende samenleving.”
Voor arbeidsmigranten wil D66 dat zij niet alleen eerlijk werken en wonen, maar ook kennismaken met de Nederlandse taal en maatschappij als onderdeel van hun verblijf. Dit moet hun positie versterken en uitbuiting tegengaan.
“We zorgen dat bedrijven en uitzendbureaus hun verantwoordelijkheid nemen voor huisvesting en dat arbeidsmigranten kennis maken met de Nederlandse taal en maatschappij.”
FVD pleit voor een restrictief immigratiebeleid en stelt dat veel migranten onvoldoende integreren, wat volgens hen leidt tot blijvende maatschappelijke problemen. In plaats van traditionele inburgering wil FVD remigratie stimuleren voor mensen die niet integreren, en alleen tijdelijk verblijf toestaan aan economisch waardevolle, cultureel compatibele migranten. Het programma bevat geen voorstellen voor het verbeteren van inburgering, maar focust op het beperken van migratie en het actief terugsturen van slecht geïntegreerde groepen.
FVD stelt dat veel migranten niet of nauwelijks integreren en wil daarom remigratie actief bevorderen in plaats van inzetten op inburgering. Zij zien blijvende integratieproblemen als reden om terugkeer financieel en praktisch aantrekkelijk te maken.
“Er zijn miljoenen mensen naar Nederland gekomen die vaak niet of nauwelijks integreren. Zij leven in eigen gemeenschappen, spreken de taal slecht en voelen zich weinig verbonden met onze samenleving.”
“Wij willen mensen die hier niet aarden actief ondersteunen bij hun terugkeer. Met een remigratiebeurs maken we de terugkeer financieel aantrekkelijk, en met remigratiecoaches zorgen we voor begeleiding bij het vinden van werk, huisvesting en voorzieningen in het thuisland.”
FVD wil permanente verblijfsvergunningen afschaffen en alleen tijdelijke verblijfsstatus geven aan migranten die economisch waardevol en cultureel compatibel zijn, zonder uitzicht op naturalisatie of structurele inburgering.
“We schaffen de permanente verblijfsvergunning af. Mensen die een tijdelijke verblijfsvergunning verkrijgen moeten iedere vijf jaar hun nut en noodzaak voor de Nederlandse samenleving bewijzen (vergelijkbaar met het Amerikaanse GreenCard systeem), zodat we hier alleen migranten krijgen die iets komen brengen en niet alleen iets komen halen.”
“We introduceren een streng gereguleerd Green-Card-model voor tijdelijke werkvergunningen, zodat alleen economisch waardevolle migranten - die cultureel compatibel zijn - tijdelijk kunnen bijdragen zonder uitzicht op naturalisatie.”
NSC wil dat nieuwkomers goed ingeburgerd raken door nadruk te leggen op taalbeheersing, werk en kennis van de Nederlandse rechtsstaat. Ze stellen strengere taaleisen, koppelen inburgering aan werk en willen dat werkgevers bijdragen aan integratie. Inburgering op de werkplek en directe participatie zijn kernpunten van hun beleid.
NSC vindt het essentieel dat nieuwkomers de Nederlandse taal goed beheersen en de principes van de democratische rechtsstaat begrijpen. Daarom willen ze de taaleis verhogen en nieuwkomers actief informeren over de Grondwet.
“Nieuwkomers moeten goed ingeburgerd zijn in de Nederlandse samenleving en de principes van onze democratische rechtsstaat begrijpen en omarmen. Hiervoor is het essentieel dat nieuwkomers de Nederlandse taal beheersen. We willen de taaleis voor nieuwkomers aanscherpen naar B1-niveau. Mensen die het Nederlanderschap krijgen, ontvangen daarbij een begrijpelijk geschreven publieksversie van de Grondwet.”
Werk wordt gezien als cruciaal voor succesvolle inburgering. NSC wil dat statushouders direct bij inschrijving een baan of participatietraject krijgen aangeboden, en dat het combineren van werk en inburgering eenvoudiger wordt. Inburgering op de werkplek is het uitgangspunt.
“Statushouders krijgen bij inschrijving in de gemeente direct een baan of verplicht participatietraject aangeboden zodat ze kunnen meedoen in de samenleving, zelfredzaam worden en integreren. Het wordt makkelijker om werken te combineren met het volgen van een inburgeringstraject.”
“We willen de verplichtingen tot werk en scholing flink aanscherpen en samen met werkgevers het aantal startbanen voor statushouders fors uitbreiden. De belemmeringen om te gaan werken en zo bij te dragen aan onze economie moeten worden weggenomen. Inburgering op de werkplek moet het uitgangspunt zijn.”
Werkgevers die migranten aannemen, moeten actief bijdragen aan hun integratie en taalverwerving. NSC wil een werkgeversheffing invoeren om taalcursussen en ontwikkelingskosten te financieren.
“Werkgevers die kennis- en arbeidsmigranten naar Nederland halen, hebben een grote verantwoordelijkheid. Zij moeten actief bijdragen aan de integratie van deze werknemers in onze samenleving en ervoor zorgen dat de werknemers de Nederlandse taal leren. We voeren naar Engels voorbeeld een werkgeversheffing in voor arbeidsmigranten. Daarmee worden taalcursussen en opleidings- en ontwikkelingskosten betaald om werkzoekenden in Nederland - waaronder asielzoekers en migranten - aan het werk te helpen.”
BIJ1 wil de huidige inburgeringspraktijk radicaal veranderen door de inburgeringstoets volledig af te schaffen. Zij vinden verplichte inburgering discriminerend en pleiten voor gratis taallessen tot een hoog niveau voor iedereen, ongeacht verblijfsstatus. Hun visie is dat integratie een wederzijds proces is en niet eenzijdig van nieuwkomers mag worden verwacht.
BIJ1 beschouwt de inburgeringstoets als een belemmering en vorm van uitsluiting voor nieuwkomers. Zij willen deze toets volledig afschaffen om integratie toegankelijker en menswaardiger te maken.
“De inburgeringstoets wordt afgeschaft.”
In plaats van verplichte inburgeringstoetsen, wil BIJ1 gratis taallessen aanbieden tot een hoog niveau voor iedereen, ongeacht verblijfsstatus. Dit bevordert vrijwillige taalverwerving en gelijke kansen.
“Mensen hebben recht op daklozenopvang, medische zorg, voedselbanken, passend werk en gratis taallessen tot C1-niveau.”
BIJ1 benadrukt dat sociale cohesie en integratie niet alleen van nieuwkomers verwacht mag worden, maar een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van de hele samenleving.
“De aanpassing mag niet enkel van ‘de ander’ worden verwacht; sociale cohesie is geen eenrichtingsverkeer en ontstaat niet door uitsluiting, maar door verbinding...”
DENK pleit voor een mensgerichte en ondersteunende aanpak van inburgering, met meer middelen voor gemeenten en persoonlijke begeleiding voor nieuwkomers. Ze willen de werkdruk bij begeleiders verlagen en procedures versnellen, zodat inburgeraars sneller en beter kunnen meedoen in de samenleving. De kern van hun visie is dat inburgering kleinschalig, taalrijk en menswaardig moet zijn, met actieve ontzorging van de inburgeraar.
DENK wil structureel meer investeren in inburgeringstrajecten, zodat deze kleinschaliger, taalrijker en persoonlijker worden. Ze zien dat nieuwkomers vaak verdwalen in het systeem en willen daarom de werkdruk bij begeleiders verlagen en zorgen voor echte, persoonlijke begeleiding gedurende het hele traject.
“Meer geld voor inburgering. Gemeenten krijgen structureel meer middelen om kleinschalige, taalrijke en mensgerichte trajecten in te kopen. Wij zetten ons in om de werkdruk van taalcoaches en klantmanagers te verlagen om zo ruimte te maken voor echte begeleiding.”
“De inburgeraar wordt actief ontzorgd. Veel nieuwkomers verdwalen in het systeem. DENK wil dat elke inburgeraar wordt ondersteund met een persoonlijke begeleider die meeloopt van dag één tot afronding van het traject.”
DENK vindt dat de procedures rondom inburgering sneller moeten verlopen, zonder dat dit ten koste gaat van de menselijke maat. Door te investeren in uitvoeringsorganisaties willen ze zorgen dat vluchtelingen snel de benodigde documenten krijgen en achterstanden worden weggewerkt.
“Versnelde procedures, zonder afbraak van menswaardigheid. We investeren in de IND, het COA en gemeentelijke uitvoering om procedures te versnellen. Vluchtelingen krijgen zo snel mogelijk de noodzakelijke documenten en registraties om mee te kunnen doen, de achterstanden op dit gebied worden snel weggewerkt.”
GroenLinks-PvdA wil de inburgering van nieuwkomers versterken door structurele toegang tot taallessen, snellere integratie vanaf het begin van de asielprocedure en het wegnemen van belemmeringen voor werk. De partij pleit voor blijvende ondersteuning bij het leren van de Nederlandse taal, ook na ontheffing, en wil dat asielzoekers en statushouders sneller kunnen deelnemen aan de samenleving. Hun visie is gericht op inclusie, zelfredzaamheid en het benutten van nieuwkomers op de arbeidsmarkt.
GroenLinks-PvdA vindt het essentieel dat statushouders blijvend toegang houden tot taallessen, ook als zij formeel zijn vrijgesteld van de inburgeringscursus. Hiermee willen ze voorkomen dat mensen zonder voldoende taalvaardigheid buiten de boot vallen en de integratie stagneert.
“We herzien hoe we omgaan met het vrijstellen van statushouders van hun inburgeringscursus. Statushouders kunnen nu een ontheffing krijgen als ze zeshonderd uur taalles hebben gevolgd en het niveau niet halen. De toegang tot taalles vervalt, terwijl het nog steeds belangrijk is dat mensen Nederlands leren. Wij willen dat taallessen ook na ontheffing worden aangeboden.”
De partij wil dat nieuwkomers al tijdens hun asielprocedure kunnen beginnen met integreren, onder andere door snellere toegang tot taalonderwijs en het voorkomen van onnodige verhuizingen. Dit moet bijdragen aan een vlottere inburgering en betere aansluiting bij de samenleving.
“Mensen moeten al tijdens hun asielprocedure kunnen deelnemen aan de Nederlandse samenleving. Het huidige asielstelsel maakt dit onmogelijk door asielzoekers continu te laten verhuizen. We investeren in zinvolle dagbesteding en zelfontplooiing door snellere toegang tot taalonderwijs.”
GroenLinks-PvdA ziet werk als een belangrijk middel voor succesvolle inburgering. Ze willen de noodzaak voor een tewerkstellingsvergunning schrappen en werkgevers actief in contact brengen met asielzoekers en vluchtelingen, zodat integratie en arbeidsmarktparticipatie hand in hand gaan.
“We schrappen de noodzaak voor een tewerkstellingsvergunning, net als bij Oekraïense vluchtelingen, en brengen werkgevers met asielzoekers en vluchtelingen in contact. Zo faciliteren we de integratie van nieuwkomers én verlichten we de krapte op de arbeidsmarkt.”
De Partij voor de Dieren wil dat nieuwkomers, zodra zij een verblijfsvergunning krijgen, snel en volledig kunnen deelnemen aan de Nederlandse samenleving. De partij pleit voor humane opvang, goede begeleiding en toegang tot taalcursussen, zorg en onderwijs als kern van hun visie op inburgering.
De PvdD vindt dat mensen met een verblijfsvergunning direct moeten kunnen meedoen in de maatschappij. Dit voorkomt uitzichtloosheid en bevordert integratie. De partij legt nadruk op begeleiding, onderwijs en taalcursussen als essentiële onderdelen van inburgering.
“Zodra mensen een verblijfsvergunning krijgen, moeten ze snel en volledig mee kunnen doen in de maatschappij.”
“Mensen die verblijven in een vluchtelingenopvang kunnen zich voortaan ontplooien en hebben recht op goede begeleiding, taalcursussen, zorg en onderwijs.”
De partij wil niet alleen investeren in de opvang en integratie van vluchtelingen, maar ook in de acceptatie van nieuwkomers door de Nederlandse bevolking. Dit moet bijdragen aan wederzijds begrip en een inclusieve samenleving.
“De Partij voor de Dieren wil investeren in de opvang en integratie van vluchtelingen in Nederland én investeren in de acceptatie van nieuwkomers onder de Nederlandse bevolking.”
De PVV koppelt "inburgering" direct aan strenge eisen voor verblijfsrecht en naturalisatie, waarbij beheersing van de Nederlandse taal en langdurig legaal verblijf als voorwaarden gelden. De partij wil naturalisatie pas na 15 jaar legaal verblijf toestaan en sluit uitkeringen uit voor mensen die geen Nederlands spreken. De nadruk ligt op het beperken van rechten voor nieuwkomers zolang zij niet volledig ingeburgerd zijn volgens deze strikte maatstaven.
De PVV wil het verkrijgen van het Nederlanderschap aanzienlijk bemoeilijken door de termijn voor naturalisatie te verlengen naar 15 jaar legaal verblijf. Hiermee wil de partij voorkomen dat nieuwkomers snel volwaardige rechten krijgen zonder langdurige binding met Nederland.
“Naturalisatie pas na 15 jaar legaal verblijf”
De PVV stelt als harde eis dat alleen mensen die de Nederlandse taal beheersen recht hebben op bijstand. Dit is bedoeld om inburgering te stimuleren en te voorkomen dat mensen zonder taalkennis gebruikmaken van sociale voorzieningen.
“Geen bijstand voor wie geen Nederlands spreekt”
50PLUS koppelt inburgering direct aan het beheersen van de Nederlandse taal als voorwaarde om Nederlander te worden. Hun belangrijkste concrete voorstel is dat nieuwe Nederlanders pas het Nederlanderschap kunnen verkrijgen als zij de Nederlandse taal beheersen, waarmee zij nadruk leggen op taalvaardigheid als kern van succesvolle inburgering.
50PLUS stelt dat het beheersen van de Nederlandse taal een noodzakelijke voorwaarde is om Nederlander te worden. Hiermee willen zij waarborgen dat nieuwe Nederlanders kunnen deelnemen aan de samenleving en hun rechten en plichten begrijpen. Dit standpunt adresseert het probleem van onvoldoende integratie door taalachterstand en maakt taalvaardigheid tot het centrale criterium voor inburgering.
“Voorwaarde om Nederlander te worden is dat men de Nederlandse taal beheerst.”