NSC onderscheidt zich van Volt, PvdA/GroenLinks en D66 door een sterke nadruk op herstel van vertrouwen in de overheid, het versterken van de band tussen burger en politiek (o.a. via een regionaal kiesstelsel), en een realistische, minder technocratische benadering van beleid. De partij kiest voor een sociaal-economisch beleid met bestaanszekerheid als uitgangspunt, een kritische houding ten opzichte van Europese integratie, en streng migratiebeleid. NSC zet zich af tegen zowel neoliberalisme als populisme, en legt nadruk op een nieuwe politieke cultuur met meer inhoud en open debat.
NSC wil de band tussen kiezer en Kamerlid versterken door een regionaal kiesstelsel, waarmee regionale belangen beter worden vertegenwoordigd. Dit verschilt van Volt, PvdA/GroenLinks en D66, die het landelijke evenredige kiesstelsel willen behouden.
“We willen de band tussen kiezer en Kamerlid versterken door een regionaal kiesstelsel in te voeren met meervoudige kiesdistricten.”
In tegenstelling tot Volt (pro-EU) en D66 (pro-EU), is NSC kritisch over verdere Europese integratie en bewaakt nationale soevereiniteit. PvdA/GroenLinks is ook pro-EU, maar met meer aandacht voor sociale rechten.
“We zijn tegen de ‘ever closer union’. Binnen Europa bepleiten we een stevige opstelling van Nederland, constructief maar realistisch. Taken, bevoegdheden en budgetten blijven van ons, deze nationale soevereiniteit bewaken we.”
NSC kiest voor duidelijke beperking van arbeids-, studie- en asielmigratie, met nadruk op Nederlandse taal en cultuur. Dit is strenger dan D66, Volt en PvdA/GroenLinks, die migratie meer als kans zien en inzetten op inclusie.
“Minder arbeidsmigratie. We pakken misstanden en uitbuiting streng aan. Onderbetaalde arbeidsmigranten (zoals in delen van de vleessector) mogen geen verdienmodel zijn.”
“Minder privileges voor kennismigranten (expats).”
“Minder studiemigratie. Nederlandse studenten hebben voorrang en er komen flink minder Engelstalige opleidingen.”
“Minder asielmigratie. Door strenge en realistische maatregelen met opvang in de regio.”
“De Nederlandse taal moet weer de norm zijn op straat en op de werkvloer.”
NSC positioneert zich expliciet tegen zowel populisme als technocratie, en wil beleid baseren op inhoud en menselijke maat. Dit is een duidelijke afbakening ten opzichte van partijen die meer technocratisch (D66) of activistisch (Volt, PvdA/GroenLinks) zijn.
“We keren ons af van het neoliberalisme, waarin het eigenbelang centraal staat en de sterksten alles krijgen. En we zijn wars van populisme, wat gouden bergen belooft maar niets waarmaakt.”
“We zijn de weg kwijtgeraakt tussen populisme en technocratie. Grote vraagstukken als woningbouw, migratie, stikstof en globalisering benaderen we eenzijdig zonder verbinding met de samenleving.”
NSC legt sterk de nadruk op bestaanszekerheid, met voorstellen als een minimumloon van €18, vaste contracten als norm, en een koopkrachtig pensioen. Dit is deels vergelijkbaar met PvdA/GroenLinks, maar NSC koppelt het aan een meer behoudende, nationale insteek.
NSC wil een andere politieke cultuur met meer inhoud, open debat en minder korte-termijn-ophef. Dit is een reactie op de huidige politieke praktijk en onderscheidt zich van partijen die meer inzetten op activisme of snelle beleidsreacties.
“We investeren in een andere politieke cultuur met meer inhoud en open debat.”
“De politiek is verworden tot een ophefmachine zonder richting. Langetermijnvisie en inhoudelijk debat ontbreken.”
“We bouwen aan een overheid die mensen en waarden centraal stelt en niet de abstracte modellen.”
JA21 onderscheidt zich duidelijk van Volt, PvdA/GroenLinks en D66 door te kiezen voor een kleinere overheid, sterke beperking van migratie, minder invloed van de EU, en een focus op nationale soevereiniteit en economische vrijheid. De partij wil meer directe zeggenschap voor burgers via referenda, zet zwaar in op kernenergie en behoud van fossiele brandstoffen, en verzet zich tegen wat zij zien als ‘symboolpolitiek’ op het gebied van klimaat en landbouw. Hun kernvisie is nationaal, conservatief-liberaal en eurosceptisch, met nadruk op Nederlandse normen, economische groei en strenge migratiebeperking.
JA21 ziet migratie als een grote druk op de verzorgingsstaat, woningmarkt en nationale identiteit, en wil deze sterk beperken. Dit is een fundamenteel verschil met Volt, PvdA/GroenLinks en D66, die migratie veelal als een verrijking of noodzakelijk voor de economie zien en inzetten op humane opvang en integratie.
“Migratie moet sterk beperkt worden, en migranten die Nederland wel opneemt moeten integreren. JA21 wil dus scherpe grenzen stellen aan migratie, hiermee ruimte creëren op de woningmarkt, de Nederlandse cultuur beschermen, en wil integratie afdwingen.”
“Wie van buiten komt, dient zich aan te passen en in onze samenleving te integreren. Een glashelder uitgangspunt, dat echter decennialang verwaarloosd is.”
JA21 is uitgesproken eurosceptisch en wil minder macht voor de EU, in tegenstelling tot Volt (pro-EU/federalistisch), D66 (pro-EU) en PvdA/GroenLinks (kritisch maar overwegend pro-EU). JA21 wil nationale zeggenschap over beleid, vooral op energie, migratie en landbouw.
“JA21 wil dus meer referenda, minder EU, meer economische vrijheid en meer invloed op ons grensbeleid.”
“De Europese Unie moet zich leren beperken. De EU moet terug naar haar kerntaken waarmee we onze soevereiniteit behouden en economische groei kunnen veiligstellen.”
“Energiesoevereiniteit; nationale zeggenschap over de energiemix. Niet Brussel, maar Nederland bepaalt zelf hoe we energie opwekken.”
JA21 wil burgers meer directe invloed geven op beleid via bindende referenda, vooral op gevoelige dossiers als migratie, bevolkingsgroei en natuur. Dit is veel verdergaand dan bij Volt, D66 of PvdA/GroenLinks, die wel burgerparticipatie willen maar minder nadruk leggen op bindende referenda.
“JA21 wil invloed teruggeven aan de Nederlandse burger. Dat betekent dat burgers meer zeggenschap krijgen over grensbeleid, de totstandkoming van nieuwe wetten, en de manier waarop met (belasting)geld wordt omgegaan.”
“De Minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie dient... te zorgen voor de organisatie van referenda over dossiers die al jaren om meer invloed van burgers vragen, zoals asiel, bevolkingsgroei, en de manier waarop wij omgaan met natuur in ons land.”
JA21 kiest expliciet voor kernenergie als hoofdoplossing voor het energieprobleem en wil fossiele brandstoffen behouden zolang er geen volwaardig alternatief is. Dit contrasteert sterk met PvdA/GroenLinks (focus op wind/zon, snelle afbouw fossiel), Volt (klimaatambitieus, Europees), en D66 (duurzaam, versneld uitfaseren fossiel).
“Inzetten op kernenergie en klimaatadaptatie.”
“Fossiele brandstoffen niet afschrijven zolang er geen volwaardige alternatieven zijn.”
“Ten minste 20 Gigawatt aan nieuwe kerncentrales realiseren in de komende 25 jaar.”
“Aardgas blijven gebruiken en de doelstelling aardgasvrij in 2050 loslaten.”
JA21 wil een kleinere, faciliterende overheid die zich beperkt tot kerntaken en minder regeldruk oplegt, met lagere lasten voor werkenden en ondernemers. Dit staat haaks op de meer sturende, sociale en herverdelende rol die PvdA/GroenLinks en in mindere mate D66 voorstaan.
“Als brede conservatief-liberale partij... kiezen wij voor een kleinere overheid, grootse plannen en een open blik, zonder de menselijke maat en ons gemeenschapsgevoel uit het oog te verliezen.”
“Een faciliterende overheid die zoveel mogelijk ruimte en vrijheid geeft aan werknemers, ondernemers en gemeenschappen.”
“Nederland moet weer gaan verdienen. Dat vraagt een overheid die ondernemers de ruimte geeft, lasten voor werkenden zo laag mogelijk houdt en zich richt op economische groei.”
50PLUS onderscheidt zich van Volt, PvdA/GroenLinks en D66 door een sterke focus op de belangen van ouderen, met concrete voorstellen voor AOW, pensioenen, ouderenzorg en een streng migratiebeleid. De partij pleit voor behoud en verbetering van koopkracht voor ouderen, meer levensloopbestendige woningen, en een terughoudende benadering van nationaal klimaatbeleid ten opzichte van Europese afspraken. Hun visie is generatiegericht, waarbij de belangen van 50-plussers altijd centraal staan in alle beleidsterreinen.
50PLUS richt zich expliciet op de belangen van 50-plussers en toekomstige generaties ouderen, in tegenstelling tot Volt, PvdA/GroenLinks en D66 die een bredere doelgroep aanspreken. Dit uit zich in vrijwel alle beleidsvoorstellen, waarbij ouderen centraal staan.
“We zijn een partij die zich met name richt op het leven van 50-plussers, 60-plussers en nóg ouderen, mensen in de derde levensfase.”
“50PLUS zal bij elk onderwerp steeds in de allereerste plaats kijken naar het belang van de huidige generatie ouderen en toekomstige generaties ouderen.”
50PLUS maakt zich hard voor het behouden en verbeteren van de AOW en pensioenen, met concrete voorstellen zoals een dertiende maand voor AOW’ers en het tegengaan van leeftijdsdiscriminatie. Dit is veel explicieter en centraler dan bij Volt, PvdA/GroenLinks en D66.
50PLUS kiest voor een streng migratiebeleid, met duidelijke grenzen aan asiel, arbeids- en studiemigratie, en legt verantwoordelijkheid bij werkgevers en onderwijsinstellingen. Dit contrasteert met de meer open en inclusieve benadering van Volt, PvdA/GroenLinks en D66.
“50PLUS kiest voor een streng migratiebeleid dat onderscheid maakt tussen vormen van migratie en voorkomt dat systemen overbelast raken.”
“Bij arbeidsmigratie dient de verantwoordelijkheid mede bij de werkgevers gelegd te worden. Bij studiemigratie zijn de universiteiten en hogescholen medeverantwoordelijk.”
50PLUS is kritisch op nationaal klimaatbeleid en wil geen extra regels bovenop Europese afspraken, in tegenstelling tot Volt, PvdA/GroenLinks en D66 die vaak ambitieuzer zijn op klimaatgebied.
50PLUS ziet bouwen voor ouderen als oplossing voor de woningnood en wil een sterke focus op levensloopbestendige woningen, wat verschilt van de bredere woonvisies van Volt, PvdA/GroenLinks en D66.
BVNL onderscheidt zich fundamenteel van Volt, PvdA/GroenLinks en D66 door te kiezen voor een veel kleinere overheid, forse bezuinigingen op overheidsuitgaven, het stopzetten van klimaatbeleid en internationale hulp, en een sterke nadruk op nationale soevereiniteit en individuele vrijheid. Waar Volt, PvdA/GroenLinks en D66 juist pleiten voor meer Europese samenwerking, een actieve rol van de overheid in klimaat, sociale zekerheid en inclusiviteit, kiest BVNL voor economische rechtsheid, culturele conservativiteit, een asielstop en het terugdraaien van Europese integratie. BVNL wil een vlaktaks, deregulering, een bindend referendum, en het schrappen van subsidies en klimaatmaatregelen.
BVNL wil de overheid radicaal verkleinen, minder ambtenaren, minder bureaucratie en fors snijden in uitgaven, in tegenstelling tot Volt, PvdA/GroenLinks en D66 die juist investeren in publieke sectoren en overheidsregie.
“BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
“Dit doen we door een groot deel van de macht weg te halen bij de Staat en weer terug te leggen bij de mensen.”
“De overheid moet en kan een stuk kleiner worden.”
BVNL wil minder macht voor de EU en andere internationale organisaties, terwijl Volt, PvdA/GroenLinks en D66 juist voorstander zijn van Europese integratie en internationale samenwerking.
“BVNL wil dat Nederland weer soeverein wordt. We moeten stoppen met het overhevelen van zeggenschap naar ongekozen supranationale organen zoals de WHO, de EU, de VN en de NAVO.”
“De EU moet worden omgevormd tot een confederatie van samenwerkende landen, zoals de Europese Economische Gemeenschap (EEG) oorspronkelijk bedoeld was.”
“Een bindend referendum over het EU-lidmaatschap.”
BVNL kiest voor een asielstop en het beperken van immigratie, in tegenstelling tot Volt, PvdA/GroenLinks en D66 die inzetten op humane opvang en Europese samenwerking.
“BVNL wil een asielstop. Het absorptievermogen is bereikt en Nederland kan de eindeloze toestroom van asielzoekers niet meer aan.”
BVNL wil een vlaktaks van 25% en het afschaffen van vrijwel alle andere belastingen en toeslagen, terwijl Volt, PvdA/GroenLinks en D66 kiezen voor progressieve belastingen en inkomensherverdeling.
“BVNL wil een vlaktaks invoeren van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000,-. Tegelijkertijd worden alle andere belastingen en toeslagen afgeschaft.”
BVNL wil directe democratie via bindende referenda, waar Volt, PvdA/GroenLinks en D66 hier veel terughoudender in zijn.
BVNL is cultureel conservatief (behoud van tradities, tegen woke-isme), maar medisch-ethisch progressief (vrijheid bij abortus, euthanasie, eigen lichaam), wat afwijkt van de meer progressieve, inclusieve koers van Volt, PvdA/GroenLinks en D66.
“BVNL is tot slot cultureel conservatief: wij willen ons mooie Nederland en de daarbij behorende unieke Nederlandse tradities en cultuur intact houden, maar wel medisch-ethisch progressief: iedereen mag zelf bepalen hoe en met wie hij/zij het leven vormgeeft en beslist zelf over de eigen levensovertuiging en het eigen lichaam.”
“het nu gaat om vaccinatie, medische behandelingen, seksuele voorkeur, levensovertuiging, of levensbeëindiging: deze keuzes behoren toe aan de mens zelf. De overheid heeft zich hierbuiten te houden.”
DENK onderscheidt zich van Volt, PvdA/GroenLinks en D66 door een sterke focus op het bestrijden van discriminatie, het beschermen van religieuze en culturele diversiteit, en het radicaal verkleinen van ongelijkheid via stevige sociale en economische maatregelen. De partij pleit voor een hoger minimumloon, het afschaffen van het eigen risico in de zorg, behoud van bijzonder (religieus) onderwijs, en een uitgesproken antiracistische en antidiscriminatiekoers. DENK positioneert zich als uitgesproken links-progressief op sociaal-economisch vlak, met extra nadruk op minderhedenrechten en religieuze vrijheid.
DENK kiest voor een forse verhoging van het minimumloon, wat verder gaat dan de meeste andere partijen. Dit is bedoeld om bestaanszekerheid te vergroten en armoede structureel te bestrijden.
“Wij willen een eerlijk loon voor alle Nederlanders. Daarom zijn wij voor een verhoging van het minimumloon naar 18 euro per uur.”
DENK wil de zorgkosten voor burgers drastisch verlagen door het eigen risico volledig af te schaffen en de zorgpremie te verlagen, vooral voor lage- en middeninkomens. Dit is een concreet verschil met D66 en Volt, die minder vergaande voorstellen doen.
DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs (artikel 23 Grondwet), en wil geen extra belemmeringen voor nieuwe scholen. Dit onderscheidt DENK van Volt en D66, die kritisch zijn op artikel 23.
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
DENK positioneert zich als de partij die het meest uitgesproken en consequent strijdt tegen discriminatie, racisme en extreemrechts, en noemt zichzelf "het schild" tegen uitsluiting. Dit is een kernpunt dat sterker wordt benadrukt dan bij Volt, PvdA/GroenLinks en D66.
DENK wil meer erkenning voor religieuze gemeenschappen, minder overheidsbemoeienis, en bescherming van religieuze gebruiken. Dit is een duidelijk onderscheid met Volt en D66, die religie neutraler benaderen.
“Er wordt beter samengewerkt tussen religieuze instellingen en de overheid. Door middel van structureel overleg worden de krachten gebundeld.”
“Religieuze instellingen worden met vertrouwen benaderd. Knellende regels die de maatschappelijke activiteiten van religieuze instellingen belemmeren worden afgeschaft en de overheidsbemoeizucht bij religieuze instellingen verdwijnt.”
DENK wil de winstbelasting voor grote bedrijven verhogen en extra belasting heffen op zeer grote vermogens, om ongelijkheid te verkleinen en publieke voorzieningen te financieren. Dit is een linkser standpunt dan D66 en Volt.
“Wij verhogen daarom de winstbelasting voor grote bedrijven en schaffen ondoelmatige belastingvoordelen die de ongelijkheid vergroten af. Binnen de inkomstenbelasting zorgen wij voor een rechtvaardigere verdeling door van superrijken een eerlijke bijdrage te vragen.”
DENK is voor Europese samenwerking, maar hecht sterk aan nationale soevereiniteit en inspraak van het nationale parlement, en is tegen een Europees leger. Dit verschilt van Volt (sterk pro-EU/federalistisch) en D66 (meer pro-integratie).
“Wij zijn pragmatische voorstanders van de EU: als wij uitdagingen beter in Europees verband kunnen aanpakken, dan zijn wij daar een voorstander van. Wij hechten aan het borgen van inspraak van ons nationale parlement bij EU regelgeving en hechten aan het behouden van onze soevereine zeggenschap over hoe ons land wordt bestuurd.”
“Wij zijn een voorstander van Europese defensiesamenwerking, maar geen voorstander van een Europees leger. Wij moeten altijd zelf blijven bepalen of onze militairen worden ingezet.”
De PVV onderscheidt zich van Volt, PvdA/GroenLinks en D66 door een uitgesproken nationalistische koers: volledige asielstop, herstel van nationale soevereiniteit, afwijzing van verdergaande Europese integratie, en het schrappen van klimaatmaatregelen. De partij zet Nederlanders expliciet op de eerste plaats, wil minder geld naar internationale doelen en ontwikkelingshulp, en keert zich fel tegen multiculturalisme en progressieve sociale thema’s. In tegenstelling tot de andere partijen, die juist inzetten op internationale samenwerking, inclusiviteit en klimaatbeleid, kiest de PVV voor een restrictief migratiebeleid, behoud van traditionele Nederlandse cultuur en het stopzetten van klimaat- en EU-uitgaven.
De PVV wil een volledige asielstop, sluiting van azc’s en het uitzetten van criminele vreemdelingen. Dit is een fundamenteel verschil met Volt, PvdA/GroenLinks en D66, die allen voorstander zijn van humane opvang en internationale solidariteit.
“Nederland is Nederland niet meer. We hebben te veel vreemdelingen, te veel asielzoekers, te veel islam en veel te veel azc’s. Het opengrenzenbeleid maakt ons land helemaal kapot. De PVV is er klaar mee. Het roer moet drastisch om.”
“Wij voeren onmiddellijk een azc-stop in, gaan azc’s sluiten, asielzoekers aan de grens terugsturen, criminele vreemdelingen uitzetten – en Nederland terugveroveren.”
De PVV wil bevoegdheden terughalen uit Brussel, is tegen een Europese superstaat en wil minder geld naar de EU. Volt, PvdA/GroenLinks en D66 zijn juist uitgesproken pro-Europees.
“Wij willen sterke bilaterale en economische banden met andere landen; samenwerken is prima. Waar wij fel tegen zijn, is een geopolitieke Europese Unie, een Europese superstaat.”
“Dat betekent: niet nóg meer bevoegdheden en miljarden overhevelen naar Brussel, maar juist terughalen.”
De PVV verwerpt klimaatbeleid, wil geen nieuwe windmolens of zonneparken, en zet in op goedkope energie uit kolen, gas en kerncentrales. Dit staat haaks op de groene agenda van Volt, PvdA/GroenLinks en D66.
De PVV wil traditionele Nederlandse feesten en symbolen behouden, is tegen excuses voor het slavernijverleden, en verwerpt genderdiversiteit en ‘wokebeleid’. De andere partijen kiezen juist voor inclusiviteit en erkenning van diversiteit.
“Geen misplaatste schaamtecultuur, maar het koesteren van onze tradities, de standbeelden van onze nationale helden en onze feesten als Kerstmis, Sinterklaas mét Zwarte Piet en Pasen.”
“Voor de PVV bestaan er slechts twee geslachten: man en vrouw. In wetten en beleid hoort het biologische geslacht weer leidend te zijn – dus geen “X” in het paspoort. We stoppen met gesubsidieerd wokebeleid en schrappen de hokjesdenkende genderpropaganda op scholen.”
“Excuses voor het slavernijverleden en de politionele acties intrekken”
De PVV wil fors bezuinigen op ontwikkelingshulp, opvang van asielzoekers en bijdragen aan internationale doelen, terwijl Volt, PvdA/GroenLinks en D66 juist internationale solidariteit benadrukken.
“De PVV stopt ook met ontwikkelingshulp. Elk jaar maken we vele miljarden over naar Afrika. Ook willen we miljarden minder afdragen aan de Europese Unie.”
“Alleen al dit jaar besteden we € 9 miljard aan de opvang van asielzoekers en Oekraïners. Ook sturen we elk jaar € 7 miljard naar Afrika en doneren we € 10 miljard aan Brussel. De Oekraïne hebben we inmiddels met meer dan € 20 miljard ondersteund. Nederland staat altijd vooraan om anderen te helpen, maar vergeet zijn eigen mensen. De PVV zet de Nederlanders weer op 1!”
BIJ1 onderscheidt zich van Volt, PvdA/GroenLinks en D66 door radicaal linkse, antikapitalistische en dekoloniale standpunten, met een sterke focus op democratisering van economie en samenleving, gratis publieke voorzieningen en het terugdringen van marktwerking. De partij pleit voor vergaande overheidsregie, gratis onderwijs en zorg, en directe inspraak van burgers en werknemers. Hun visie is fundamenteel egalitair en gericht op structurele machtsverschuivingen ten gunste van gewone mensen.
BIJ1 wil de macht in grote bedrijven verschuiven naar werknemers door hen een vetorecht te geven over belangrijke besluiten. Dit gaat veel verder dan de voorstellen van Volt, PvdA/GroenLinks en D66, die vooral inzetten op medezeggenschap en inspraak, maar niet op vetorecht.
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
BIJ1 wil al het onderwijs gratis maken en studieschulden volledig kwijtschelden, wat veel verder gaat dan de plannen van Volt, PvdA/GroenLinks en D66, die vooral inzetten op verlaging van collegegeld of compensatie, maar niet op volledige afschaffing en kwijtschelding.
“We schaffen collegegeld af: al het onderwijs wordt gratis. Alle studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we volledig kwijt.”
BIJ1 wil de zorg volledig nationaliseren, het eigen risico afschaffen en marktwerking uitbannen. Dit is radicaal anders dan Volt, PvdA/GroenLinks en D66, die wel marktwerking willen beperken of het eigen risico willen verlagen, maar niet kiezen voor volledige nationalisatie.
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd. Het ‘eigen risico’ en rekeningen aan de balie schaffen we af.”
BIJ1 wil huren verlagen, ook in de vrije sector, en woningen onteigenen bij langdurige leegstand. Dit is veel ingrijpender dan de voorstellen van Volt, PvdA/GroenLinks en D66, die vooral inzetten op huurregulering en bouwen, maar niet op grootschalige onteigening of huurverlaging met terugwerkende kracht.
“Te hoge huren maken we lager. Ook in de vrije sector, met terugwerkende kracht.”
“Wie een woning onnodig leeg laat staan, betaalt een boete van 2,8% van de WOZ-waarde per maand (100% van de waarde in 3 jaar). Na 3 jaar onteigenen (terugpakken) we de woning en wijzen die toe aan mensen om te wonen.”
BIJ1 wil energiebedrijven en woningcorporaties nationaliseren en democratiseren, met directe zeggenschap voor bewoners en werknemers. Dit gaat verder dan de andere partijen, die vooral inzetten op regulering en verduurzaming, maar niet op nationalisatie.
“Vervuilende en fossiele bedrijven die sluiten worden onteigend. Hun kapitaal, machines en infrastructuur worden ingezet voor publieke doelen.”
“Woningcorporaties komen weer volledig onder controle van de overheid en maken we democratisch. Bewonerscommissies krijgen een vooraanstaande, bindende rol in het maken van de regels.”
BIJ1 wil burgers bindende inspraak geven bij grote politieke besluiten via landelijke gespreksrondes en inspraaksessies, en pleit voor uitbreiding van het aantal Kamerleden. Dit is veel verdergaand dan de voorstellen van Volt, PvdA/GroenLinks en D66, die vooral inzetten op burgerberaden en participatie, maar niet op bindende landelijke inspraak.
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
“Het huidige aantal van 150 Kamerleden flink moet worden vergroot.”
BIJ1 wil de EU radicaal hervormen tot een unie van waarden, anti-imperialistisch en los van VS-invloed, en pleit voor het verbieden van lobbyen door multinationals. Dit is veel radicaler dan Volt, PvdA/GroenLinks en D66, die de EU vooral willen verbeteren of verdiepen, maar niet fundamenteel willen omvormen.
“We willen de Europese Unie (EU) drastisch veranderen. Het liberale, imperialistische en racistische verlengstuk van de CEO’s en multinationals van deze wereld maken we tot een nieuwe unie die werkt voor mensen, dieren en de planeet.”
“Lobbyen door multinationals en industrieën verbieden we.”
D66 positioneert zich als een sociaal-liberale partij die inzet op gelijke kansen, een sterke democratie, ambitieuze klimaatdoelen en een leidende rol voor Nederland in Europa. De partij onderscheidt zich door concrete voorstellen zoals het bouwen van tien nieuwe steden, het versnellen van de energietransitie met sociale waarborgen, en het afbouwen van fiscale voordelen voor woningbezit. D66 legt de nadruk op individuele vrijheid, pragmatische oplossingen en Europese samenwerking, waarmee het zich op enkele punten duidelijk onderscheidt van Volt (radicaal pro-Europees, minder nadruk op nationale regie) en PvdA/GroenLinks (sterker gericht op herverdeling en collectieve voorzieningen).
D66 kiest voor een grootschalige aanpak van het woningtekort door tien nieuwe steden te bouwen en meer regie te nemen op de woningmarkt, met aandacht voor sociale huur en het afbouwen van fiscale voordelen voor woningbezit. Dit pragmatische en grootschalige voorstel is onderscheidend ten opzichte van Volt (meer focus op Europese oplossingen) en PvdA/GroenLinks (meer nadruk op sociale huur en herverdeling, minder op nieuwbouw van deze schaal).
“Tien nieuwe steden – een eigen thuis voor iedereen.”
“We leggen wettelijk vast dat bij nieuwbouw in elke gemeente minstens 30% sociale huur komt, zodat gemeenschappen in wijken gemengd blijven.”
“We bouwen het belastingvoordeel van woningbezit af en gaan beleggers meer belasten.”
D66 streeft naar een snelle energietransitie met ambitieuze doelen (klimaatneutraliteit in 2040), investeert in wind op zee, sluit kernenergie niet uit, en zorgt voor sociale maatregelen zodat niemand achterblijft. Dit pragmatische, technologische en sociaal-liberale profiel onderscheidt zich van Volt (nog ambitieuzer Europees, minder nationaal beleid) en PvdA/GroenLinks (meer nadruk op herverdeling en minder op kernenergie).
“D66 brengt Nederland terug op koers voor de klimaatdoelen van 2030, 2040 en 2050. In 2030 is er 55% minder uitstoot van broeikasgassen... D66 blijft daarbij streven naar klimaatneutraliteit in 2040.”
“We ondersteunen mensen met lage inkomens bij verduurzaming van hun woning. Denk aan subsidies, persoonlijk advies en energiecoaches.”
“We blijven openstaan voor alternatieven zoals kernenergie, mits dit doelmatig is.”
D66 is uitgesproken pro-Europees, wil het voortouw nemen in de EU, pleit voor meer gezamenlijke Europese regels en investeringen, maar benadrukt ook de noodzaak van Nederlandse regie en invloed. Dit onderscheidt zich van Volt (radicaal federalistisch, wil meer macht naar Europa) en PvdA/GroenLinks (pro-Europees, maar minder uitgesproken over Nederlandse regie).
“Met D66 neemt Nederland het voortouw in Europa. Te vaak verzanden we in Haagse regelruzies en blokkades. Dat kost tijd, geld en vertrouwen. Het is tijd voor Europese oplossingen...”
“D66 wil vaker één gezamenlijke Europese regel die overal geldt: de verordening.”
“We maken ruimte om zelf koers te bepalen en veiligheid in eigen hand te nemen.”
D66 legt sterk de nadruk op gelijke kansen, individuele vrijheid en het doorbreken van alle vormen van uitsluiting, met een liberale benadering van diversiteit en participatie. Dit is minder collectivistisch dan PvdA/GroenLinks en minder Europees-structureel dan Volt.
“D66 wil alle vormen van uitsluiting, racisme en discriminatie doorbreken: of het nu gaat om afkomst of geloof... seksuele oriëntatie of genderidentiteit (queerhaat) of omdat iemand een vrouw is.”
“Democratie begint met vertrouwen in mensen. D66 wil mensen méér invloed geven op de beslissingen die hen aangaan. Niet iedere vier jaar, maar continu.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) onderscheidt zich van Volt, PvdA/GroenLinks en D66 door een radicaal andere prioriteit: welzijn van mens, dier en natuur staat altijd boven economische groei en welvaart. Hun programma is uitgesproken in het kiezen voor stevige systeemverandering, snelle en vergaande verduurzaming, en het centraal stellen van dierenrechten en ecologische grenzen. PvdD kiest voor structurele economische en maatschappelijke hervormingen, waar de andere partijen doorgaans gematigder en pragmatischer zijn.
PvdD kiest expliciet voor welzijn van mens, dier en natuur als hoogste doel, in plaats van economische groei of welvaart. Dit is een fundamenteel andere insteek dan Volt, PvdA/GroenLinks en D66, die economische groei en innovatie vaker als middel zien voor maatschappelijke vooruitgang.
PvdD pleit voor een snelle, structurele en radicale aanpak van de klimaat- en biodiversiteitscrisis, met harde grenzen aan consumptie, productie en grondstoffengebruik. Andere partijen kiezen vaker voor stapsgewijze verduurzaming en technologische innovatie.
PvdD is de enige partij die dierenrechten als uitgangspunt neemt in alle relevante beleidsterreinen, niet alleen als bijzaak. Dit is een uniek en onderscheidend punt ten opzichte van Volt, PvdA/GroenLinks en D66.
“De Partij voor de Dieren is de enige politieke partij die welzijn boven welvaart plaatst. Het zit diep in onze natuur om de belangen van het kwetsbare als beginpunt te nemen, en niet de belangen van de grootvervuilers, CEO’s en mensen met het meeste geld.”
“Behoeften en wensen van dieren voorop”
PvdD wil sneller en strenger afbouwen dan andere partijen, met directe aanpak van de industrie en het stopzetten van fossiele subsidies.
“Er komt een ambitieus afbouwplan voor fossiele brandstoffen, waarbij de industrie als eerste wordt aangepakt.”
“Dezelfde grote vervuilers profiteren van belastingvoordelen en fossiele subsidies, terwijl huishoudens en het mkb relatief veel betalen. ... De Partij voor de Dieren kiest voor een structurele verlaging van de energierekening door verspilling te stoppen, fossiele subsidies versneld af te bouwen en te investeren in lokale, betaalbare en hernieuwbare energie.”
PvdD wil een fundamentele omslag naar een circulaire economie en stelt harde grenzen aan consumptie, productie en grondstoffengebruik. Dit gaat verder dan de hervormingsvoorstellen van Volt, PvdA/GroenLinks en D66.
“We zetten in op een circulaire economie, waarin we zuinig omgaan met grondstoffen. Onze samenleving heeft zich ontwikkeld tot een wegwerpmaatschappij, ten koste van alles wat werkelijk belangrijk is. De balans moet dringend worden hersteld.”
“Ons huidige economische model is onhoudbaar. ... Daarom kiest de Partij voor de Dieren voor een radicale omslag.”
De VVD onderscheidt zich van Volt, PvdA/GroenLinks en D66 door een sterke focus op het ontzien van de middenklasse, het beperken van herverdeling via belastingen, en het stimuleren van economische groei met minder regels en lasten. De partij kiest expliciet voor minder nivellering, lagere lasten voor werkenden, en een kleinere overheid, in tegenstelling tot de meer progressieve en herverdelende benadering van PvdA/GroenLinks en Volt, en de sociaal-liberale koers van D66. Concrete voorstellen zijn onder andere het afbouwen van de "Haagse herverdelingsmachine", het prioriteren van koopkracht voor werkenden, en het beperken van overheidsuitgaven in plaats van belastingverhogingen.
De VVD verzet zich tegen verdere herverdeling van inkomens via belastingen en wil juist de lasten voor de middenklasse verlagen. Dit is een duidelijk verschil met PvdA/GroenLinks en Volt, die juist meer herverdeling en hogere lasten voor hogere inkomens nastreven, en met D66, dat een gematigdere koers vaart. De VVD positioneert zich als de partij voor werkenden en tegen een groeiende overheid.
“De VVD perkt de Haagse herverdelingsmachine in. We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“De eerste keuze die we moeten maken is het afrekenen met het systeem waarin een groeiende overheid de middenklasse verstikt met belastingen en regels. Dit noemen wij de Haagse herverdelingsmachine.”
“We hebben werk gemaakt van lastenverlichting, niet verder nivelleren en als VVD schreven we onze Agenda voor Werkend Nederland.”
De VVD kiest ervoor om overheidsuitgaven te beperken in plaats van belastingen te verhogen, met name om de koopkracht van werkenden en ondernemers te beschermen. Dit contrasteert met PvdA/GroenLinks en Volt, die juist meer publieke investeringen en hogere belastingen voor vermogenden willen, en met D66, dat vaker inzet op investeringen in onderwijs en klimaat, deels gefinancierd uit hogere lasten.
“Bezuinigen, geen lasten verhogen: wij kiezen voor investeren in veiligheid, van je eigen straat tot wereldwijd. ... Om dat te kunnen betalen, kiest de VVD voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen. Zo leggen we de rekening niet bij hardwerkende Nederlanders of ondernemers neer, maar bij de overheid zelf.”
“We willen dat overheidsuitgaven niet harder groeien dan de economie.”
De VVD kiest voor een pragmatische aanpak van klimaatbeleid, waarbij CO2-reductie niet ten koste mag gaan van de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven. Dit is minder ambitieus dan Volt en PvdA/GroenLinks, die voorop willen lopen in klimaatmaatregelen, en minder regulerend dan D66.
De VVD wil centrale regie op woningbouw en minder regels, zodat vooral werkenden en middeninkomens makkelijker een huis kunnen kopen. Dit verschilt van PvdA/GroenLinks en Volt, die meer sociale woningbouw en huurregulering willen, en van D66, dat inzet op een mix van bouwen en verduurzamen.
“We gaan splitsen, optoppen, transformeren en vooral: bouwen, bouwen, bouwen. Een eigen woning voor iedereen is simpelweg belangrijker dan de aanwezigheid van een salamander of een hagedis.”
“Wij kiezen voor meer regie, meer doorstroming, meer huizen, maar minder regels. Een functionerende woningmarkt waar je met een normaal salaris een goed huis kunt betalen.”
De VVD wil sociale zekerheid beperken en meer activeren, in tegenstelling tot PvdA/GroenLinks en Volt, die sociale zekerheid willen versterken, en D66, dat inzet op hervorming maar niet op beperking.
“Dat betekent wel dat we keuzes zullen moeten maken in de zorg en de sociale zekerheid, zoals een kleiner basispakket, meer eigen bijdragen, een efficiënter zorgstelsel en een veel meer activerende sociale zekerheid.”
BBB onderscheidt zich van Volt, PvdA/GroenLinks en D66 door sterk te focussen op regionale gelijkwaardigheid, behoud van Nederlandse soevereiniteit en een terughoudende overheid die lokale gemeenschappen centraal stelt. De partij pleit voor minder centrale sturing vanuit "de Haagse bubbel", kritischere houding tegenover Europese regelgeving, en het beschermen van traditionele sectoren zoals landbouw en visserij. BBB kiest voor maatwerk per regio en benadrukt het belang van lokale zeggenschap en cultuur, waar de andere partijen doorgaans centralistischer, internationaler en progressiever zijn.
BBB zet zich af tegen te veel machtsoverdracht aan Brussel en wil nationale belangen vooropstellen, in tegenstelling tot Volt, D66 en PvdA/GroenLinks die juist meer Europese samenwerking nastreven. Dit is een fundamenteel verschil in visie op de rol van Nederland binnen Europa.
“Nederland moet weer soeverein kunnen kiezen wat werkt. Nationale belangen moeten voorop staan, niet Brusselse dogma’s.”
“De afgelopen decennia heeft Nederland steeds meer macht overgedragen aan Brussel. In de praktijk wordt Europese wetgeving soms zo geïnterpreteerd dat deze botst met democratisch gewenst beleid of geen ruimte laat voor noodzakelijke flexibiliteit.”
BBB benadrukt het belang van maatwerk per regio en het versterken van lokale gemeenschappen, terwijl Volt, D66 en PvdA/GroenLinks vaker kiezen voor landelijke, uniforme oplossingen en centralisatie.
“Geen aanpak van bovenaf die alles gelijk wil maken, maar maatwerk dat past bij elke regio.”
“BBB staat voor een verbonden Nederland, waarin stad en platteland elkaar aanvullen in plaats van tegenover elkaar staan. Dat betekent: geen beleid voor enkelen, maar eerlijk beleid voor iedereen.”
“BBB laat de stem van de provincie weerklinken in Den Haag. Daarmee is BBB de regiopartij bij uitstek.”
BBB wil een kleinere, dienstbare overheid die burgers meer invloed geeft op hun eigen leefomgeving, in tegenstelling tot de meer sturende en centralistische benadering van D66, Volt en PvdA/GroenLinks.
“We streven naar een overheid die dichtbij bestuurt. Dat is een overheid die beseft dat democratie méér is dan alleen een stem uitbrengen. Mensen moeten ook na de verkiezingen invloed kunnen uitoefenen, zoals door inspraak, advies of het delen van hun ervaring.”
“Invloed op de eigen leefomgeving. Inwoners dienen meer zeggenschap te krijgen over hun eigen leefomgeving.”
BBB kiest expliciet voor het behoud van landbouw, visserij en lokale tradities, waar de andere partijen doorgaans meer inzetten op verduurzaming, innovatie en culturele diversiteit.
“Behoud de glastuinbouw, visserij en bollensector. Deze dragen bij aan de economische vitaliteit (inclusief export), werkgelegenheid en toerisme in de regio.”
“Opkomen voor tradities. We komen op voor lokale tradities en gebruiken, zoals kermissen, schutterijen, trekkertrek, sinterklaasintochten, paasvuren, carbidschieten en jaarmarkten.”
De ChristenUnie onderscheidt zich van Volt, PvdA/GroenLinks en D66 door een nadruk op christelijke waarden, het beschermen van minderheden, en het afwijzen van vergaande Europese integratie. Ze kiezen voor een sterke rol van de overheid in het beschermen van kwetsbaren, het stimuleren van gemeenschapszin, en het stellen van duidelijke morele grenzen, bijvoorbeeld rond drugs en prostitutie. Hun beleid is gericht op sociale rechtvaardigheid, rentmeesterschap, en behoud van nationale soevereiniteit binnen Europese samenwerking.
De ChristenUnie is kritisch op het overhevelen van bevoegdheden naar de EU en benadrukt nationale soevereiniteit, in tegenstelling tot Volt (voorstander van een federaal Europa) en D66 (voorstander van meer Europese integratie). Ze willen Europese samenwerking beperken tot kerntaken zoals klimaat, migratie en economie.
“Europese samenwerking begint met duidelijkheid over bevoegdheden. Het moet helder zijn waar lidstaten zelf verantwoordelijk voor zijn en waar de Europese Unie wel of niet over gaat. Voor de ChristenUnie is subsidiariteit het uitgangspunt: besluiten worden genomen op het laagst mogelijke niveau, zo dicht mogelijk bij mensen. Wij verzetten ons tegen Europese bemoeizucht”
“De toetredingsonderhandelingen met Turkije worden gestaakt.”
“Het Europees Parlement vergadert voortaan alleen nog in Brussel. Reizen tussen Brussel en Straatsburg is kostbaar en inefficiënt.”
De ChristenUnie verzet zich tegen een kiesdrempel en districtenstelsel, omdat ze vinden dat kleine groepen een stem moeten houden. Dit verschilt van D66, dat soms voor democratische vernieuwing pleit, en Volt, dat Europese kieslijsten wil.
“We voeren geen districtenstelsel of kiesdrempel in. In een districtenstelsel gaat het meer over poppetjes en minder over inhoud. Een kiesdrempel en districtenstelsel zorgen er bovendien voor dat het moeilijker wordt voor kleinere groepen in de samenleving om een eigen politieke inbreng te hebben.”
De ChristenUnie is tegen referenda, in tegenstelling tot D66 (voorstander van meer directe democratie) en Volt (voorstander van burgerparticipatie op EU-niveau).
“Referenda bieden schijninvloed en horen dus niet thuis in de grondwet.”
De ChristenUnie neemt een uitgesproken standpunt in tegen het gedoogbeleid voor drugs, legalisering van online gokken en de seksindustrie, wat hen onderscheidt van D66, PvdA/GroenLinks en Volt, die hier liberaler in zijn.
“Als gevolg van die mythe zijn in Nederland het gedoogbeleid voor drugs, de legalisatie van online gokken en een uitgebreide ‘markt’ voor betaalde seks ontstaan. Achter deze vrijheidsfaçade gaat echter een wereld van eenzame verslaving, uitbuiting en criminaliteit schuil.”
“De overheid moet duidelijke normen stellen omdat het bijdraagt aan een veilig land en gezonde jongeren.”
De ChristenUnie kiest voor een economie die mens, maatschappij en milieu centraal stelt, en verwerpt het maximaliseren van kortetermijnwinsten. Dit verschilt van D66 en Volt, die innovatie en economische groei sterker benadrukken.
“De ChristenUnie stelt mens, maatschappij en milieu centraal en voelt zich thuis bij het Rijnlandse model van de economie. Niet het maximaliseren van de kortetermijnwinsten, maar het duurzaam en langjarig floreren van ondernemingen en werknemers staat voorop.”
“BBP-groei als heilige graal ontneemt het zicht op wat echt telt voor mensen en wordt daarom minder leidend.”
Forum voor Democratie (FVD) onderscheidt zich fundamenteel van Volt, PvdA/GroenLinks en D66 door een radicaal andere koers op immigratie, klimaat, Europese samenwerking en democratische vernieuwing. FVD wil immigratie sterk beperken, alle klimaatmaatregelen schrappen, uit de EU stappen (NEXIT), en bindende referenda invoeren, terwijl de andere genoemde partijen juist inzetten op internationale samenwerking, klimaatbeleid en een inclusieve samenleving. De kern van FVD’s visie is nationale soevereiniteit, directe democratie en het afwijzen van progressieve consensus op thema’s als klimaat en migratie.
FVD wil immigratie uit niet-westerse landen volledig stoppen en zelfs remigratie van bepaalde groepen bevorderen, in tegenstelling tot Volt, PvdA/GroenLinks en D66 die inzetten op een inclusieve samenleving en gereguleerde migratie.
“We willen stoppen met de massale immigratie en remigratie tot stand brengen zodat ons volk ook in de komende tientallen, honderden jaren als zodanig kan blijven bestaan.”
“Wanneer je zegt: wij willen een volledige stop op immigratie uit Afrika en het Midden-Oosten en een aanzienlijke remigratie tot stand brengen van - zeg - 100.000 laagopgeleiden, maar tegelijkertijd willen we ruimte laten voor hoogopgeleide, Westerse migranten met specifieke vaardigheden waaraan wij behoefte hebben...”
FVD erkent het klimaatprobleem niet en wil alle klimaatmaatregelen en internationale akkoorden beëindigen, terwijl Volt, PvdA/GroenLinks en D66 juist voorop lopen in ambitieus klimaatbeleid.
“Forum voor Democratie gelooft niet in het klimaatprobleem en ziet geen reden om gebruik van fossiele brandstoffen uit te faseren. Daarom stoppen we met de kostbare klimaatplannen. We trekken de Klimaatwet in en zeggen het Parijsakkoord op.”
“We schrappen alle klimaatregels, zodat energie weer betaalbaar en betrouwbaar wordt.”
FVD wil dat Nederland uit de EU stapt en zich aansluit bij een vrijhandelszone, terwijl Volt, PvdA/GroenLinks en D66 juist pleiten voor verdieping van Europese samenwerking.
“Voor het behoud van onze democratie en onze welvaart acht Forum voor Democratie het van essentieel belang om als Nederland de Europese Unie te verlaten (NEXIT) en ons aan te sluiten bij de EFTA, de Europese vrijhandelszone waar ook welvarende landen...”
FVD wil de democratie hervormen door bindende referenda en direct gekozen bestuurders in te voeren, in tegenstelling tot de andere partijen die vooral inzetten op representatieve democratie en bestuurlijke vernieuwing binnen het huidige systeem.
“We voeren bindende referenda in naar Zwitsers model, zodat burgers direct zélf kunnen beslissen over belangrijke kwesties. Burgemeesters en andere publieke functionarissen worden niet langer aangesteld, maar rechtstreeks gekozen door de bevolking.”
“We voeren bindende referenda in, zodat burgers zich rechtstreeks kunnen uitspreken over belangrijke politieke besluiten.”
FVD wil het stikstofbeleid en Europese landbouwregels afschaffen en boeren maximale vrijheid geven, terwijl de andere partijen juist inzetten op verduurzaming en Europese samenwerking.
GroenLinks-PvdA onderscheidt zich door een sterke nadruk op solidariteit, het verkleinen van ongelijkheid en het centraal stellen van publieke voorzieningen boven marktwerking. Hun belangrijkste voorstellen zijn het bouwen aan een nieuwe verzorgingsstaat, het eerlijker verdelen van welvaart via hogere belastingen voor de rijksten, en stevige investeringen in klimaat, betaalbare woningen en publieke sectoren. De partij positioneert zich als een brede linkse volkspartij die expliciet kiest voor collectieve vooruitgang en het tegengaan van verdeeldheid.
GroenLinks-PvdA wil af van marktwerking in zorg, onderwijs en openbaar vervoer en zet in op een sterke, solidaire verzorgingsstaat waarin publieke belangen voorop staan. Dit onderscheidt hen van D66 en Volt, die marktwerking minder expliciet afwijzen en meer inzetten op innovatie en individuele kansen.
“Opeenvolgende kabinetten kozen voor marktwerking in plaats van solidariteit. Als je de samenleving inricht als markt, komen niet mensen maar de winst centraal te staan.”
“We bouwen aan een Nieuwe Verzorgingsstaat, waar we weer samen vooruitgaan in plaats van ieder voor zich.”
“In de zorg, het onderwijs, de kinderopvang en het openbaar vervoer moet het algemeen belang voorop staan, niet de winst voor investeerders. We strijden tegen commerciële investeerders en private equity die de huisartsenzorg, welzijnswerk en de kinderopvang overnemen...”
De partij kiest voor een progressiever belastingstelsel, waarbij de rijksten en grote bedrijven meer bijdragen en werkenden juist meer overhouden. Dit is een duidelijk links onderscheid met D66 en Volt, die wel voor eerlijkere belastingen zijn, maar doorgaans minder ver gaan in herverdeling.
“We maken een einde aan speciale belastingkortingen voor de rijkste Nederlanders en aandeelhouders van multinationals. Belastingontwijking pakken we aan. We zorgen ervoor dat werkenden juist meer overhouden van hun loon.”
“Ons uitgangspunt is daarbij altijd helder geweest: we vragen de sterkste schouders de zwaarste lasten te dragen.”
GroenLinks-PvdA kiest voor een harde aanpak van klimaatverandering door fossiele subsidies te stoppen, vervuilers te laten betalen en fors te investeren in groene energie en industrie. Dit is ambitieuzer en meer gericht op herverdeling dan bij D66 (meer technocratisch) en Volt (meer Europees georiënteerd).
“We stoppen subsidies op fossiele brandstoffen en vervuilers gaan de prijs betalen voor hun uitstoot.”
“Wij kiezen voor bedrijven die toekomst hebben in Nederland... Daarom helpen we bedrijven die passen in de schone en eerlijke economie van de toekomst, samen met Europese bondgenoten.”
De partij wil fors investeren in betaalbare woningen, lagere zorgpremies, lagere energierekeningen en betaalbaar openbaar vervoer. Dit sociale accent is sterker dan bij D66 en Volt, die meer inzetten op marktprikkels en innovatie.
“De lonen harder stijgen dan de huren. De zorgpremie gaat omlaag door de zorgkosten op een eerlijkere manier te verdelen. De tickets in het openbaar vervoer worden weer betaalbaar. En we nemen maatregelen om de energierekening te verlagen.”
GroenLinks-PvdA ziet internationale samenwerking, vooral binnen Europa, als essentieel voor het aanpakken van migratie, veiligheid en klimaat. Ze combineren dit met een nadruk op solidariteit en ontwikkelingssamenwerking, waar Volt vooral Europees federalistisch is en D66 meer pragmatisch.
“Samen met Europa garanderen we onze autonomie in een onzekere wereld. We komen onze afspraken in de NAVO na en investeren gericht in onze defensie. Maar vrede bereik je niet met wapens alleen. We investeren in ontwikkelingssamenwerking en diplomatie om conflicten te voorkomen.”
De SGP onderscheidt zich fundamenteel van Volt, PvdA/GroenLinks en D66 door haar nadruk op christelijke waarden, het gezin als hoeksteen van de samenleving, en een terughoudende rol van de overheid op sociaal-culturele thema’s. Waar Volt, PvdA/GroenLinks en D66 sterk inzetten op progressieve, seculiere en inclusieve politiek, kiest de SGP voor behoudende standpunten rond gezin, leven, migratie en religie. De partij koppelt haar beleid expliciet aan Bijbelse normen en richt zich op bescherming van traditioneel gezinsleven, beperking van migratie en behoud van klassieke vrijheden.
De SGP baseert haar visie en beleid expliciet op christelijke (Bijbelse) waarden en ziet het gezin als fundament van de samenleving. Dit contrasteert sterk met de seculiere en progressieve benadering van Volt, PvdA/GroenLinks en D66, die meer nadruk leggen op individuele vrijheid, diversiteit en inclusiviteit.
“De Tien Geboden vormen daarvoor de enige basis. Richtingwijzers voor vrede, recht en barmhartigheid.”
“We maken ons hard voor het klassieke huwelijk, gezinswaarden en een financieel gezond bestaan voor elk huishouden.”
“Onze koers is helder! Daar mag Nederland ons op aanspreken. Voor kwetsbaar leven. Voor het gezin.”
De SGP koppelt woningnood en maatschappelijke druk expliciet aan migratie en pleit voor een strenger migratiebeleid, terwijl Volt, PvdA/GroenLinks en D66 doorgaans een opener en inclusiever migratiebeleid voeren.
De SGP vindt dat het faciliteren en financieren van kinderopvang geen overheidstaak is, in tegenstelling tot de andere partijen die juist pleiten voor toegankelijke, door de overheid gefinancierde kinderopvang.
“Het faciliteren en financieren van de kinderopvang is namelijk geen overheidstaak.”
De SGP profileert zich als uitgesproken pro-life en benadrukt bescherming van ongeboren leven, een standpunt dat haaks staat op het progressieve beleid van Volt, PvdA/GroenLinks en D66 op het gebied van abortus en zelfbeschikking.
“Daarom zetten we ons in voor bescherming van het ongeboren leven, ouderen en ieder mens die aandacht en ondersteuning nodig heeft.”
De SGP uit expliciet kritiek op individualisme, normvervaging en ‘woke-ideologie’, en positioneert zich als tegenkracht tegen deze trends, waar de andere partijen juist meer openstaan voor maatschappelijke verandering en diversiteit.
Volt onderscheidt zich van PvdA/GroenLinks en D66 door haar nadruk op radicale democratische vernieuwing, Europese federalisering en het structureel betrekken van burgers en jongeren bij besluitvorming. De partij pleit voor een grotere Tweede Kamer, een permanent burgerberaad, verlaging van de stemgerechtigde leeftijd naar 16 jaar en het afschaffen van het EU-vetorecht. Volt positioneert zich als de partij van onorthodoxe, pan-Europese en toekomstgerichte hervormingen, waar PvdA/GroenLinks en D66 doorgaans kiezen voor meer incrementele of nationale benaderingen.
Volt wil de volksvertegenwoordiging versterken door het aantal Kamerleden fors te verhogen, wat uniek is ten opzichte van PvdA/GroenLinks en D66. Dit moet de controlerende en wetgevende taak verbeteren en de representatie vergroten.
“We breiden de Tweede Kamer uit van 150 naar 250 zetels. Onze Tweede Kamer is namelijk te klein, zeker in vergelijking met andere Europese landen. Een grotere Tweede Kamer is nodig om de wetgevende en controlerende taak van de Tweede Kamer te versterken, en vooral om de taak van volksvertegenwoordiging beter te vervullen.”
Volt wil als eerste land ter wereld een permanent burgerberaad instellen, waarmee burgers structureel invloed krijgen op beleid. Dit gaat verder dan de participatievoorstellen van D66 en PvdA/GroenLinks.
“We richten het allereerste, nationale, permanente burgerberaad ter wereld op. Dit instituut is verantwoordelijk voor het organiseren van burgerberaden in Nederland. Een groep ingelote inwoners kan dan - al dan niet in samenspraak met de politiek - burgerberaden agenderen over onderwerpen die hen na aan het hart liggen, zoals zorg, het klimaat of pensioenen.”
“De aanbevelingen uit individuele burgerberaden worden door de politiek serieus meegenomen in de besluitvorming. Het permanente burgerberaad ziet daarop toe.”
Volt wil jongeren structureel meer invloed geven door de stemgerechtigde leeftijd te verlagen en een Derde Kamer (jongerenberaad) in te voeren. Dit is radicaler dan de voorstellen van D66 en PvdA/GroenLinks.
“De stem van jongeren vergroten we door de stemgerechtigde leeftijd te verlagen van achttien naar zestien jaar.”
“We voeren een Derde Kamer voor jongeren in. De Derde Kamer krijgt een permanent raadgevend jongerenberaad. Dat is een orgaan, bestaande uit een groep jongeren tussen de 15 en 20 jaar, dat op aanvraag van de Tweede Kamer en/of de Eerste Kamer haar mening geeft over politieke voorstellen.”
Volt is uitgesproken voor een federaal Europa met een Europese grondwet en het afschaffen van het vetorecht, wat verder gaat dan de Europese integratie-ambities van D66 en PvdA/GroenLinks.
“We willen een EU die werkt voor alle Europeanen. Grote uitdagingen moeten we samen oplossen. Daarom gaan we hervormen: er komt een Europese grondwet, waarin we de rechten van alle Europeanen vastleggen. We schaffen het vetorecht af, zodat nationale leiders hun eigenbelang niet meer boven het belang van ons allemaal kunnen stellen. De EU wordt een echte federale democratie.”
“Volt gaat het vetorecht (ook wel: het unanimiteitsvereiste) afschaffen.”
Volt wil wettelijk vastleggen dat politieke partijen intern democratisch moeten zijn, inclusief ledenstemrecht, en wil een waarschuwende escalatieladder bij partijverboden. Dit is een onderscheidend punt ten opzichte van D66 en PvdA/GroenLinks.
“We versterken de Nederlandse democratie door in de Wet Politieke Partijen op te nemen dat politieke partijen intern aan democratische minimumeisen moeten voldoen. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid voor mensen om lid te worden van een politieke partij en stemrecht voor die leden.”
“Volt wil daarom dat een waarschuwende escalatieladder in deze wet wordt opgenomen.”
Het CDA onderscheidt zich van Volt, PvdA/GroenLinks en D66 door sterk te focussen op gemeenschapszin, verantwoordelijkheid, en het beperken van de rol van de overheid tot kerntaken, met nadruk op lokale initiatieven en tradities. Hun belangrijkste voorstellen zijn het versterken van de samenleving via vrijwilligers en verenigingen, het beperken van regelgeving, en het herstellen van vertrouwen in de overheid. De partij positioneert zich als behoudend en pragmatisch, met aandacht voor sociale samenhang en een kritische houding tegenover doorgeschoten individualisme en overheidsbemoeienis.
Het CDA benadrukt het belang van de gemeenschap boven het individu, en wil maatschappelijke organisaties, vrijwilligers en lokale initiatieven versterken. Dit onderscheidt zich van Volt, PvdA/GroenLinks en D66, die doorgaans meer nadruk leggen op individuele rechten, diversiteit en centrale (Europese) oplossingen.
“Het CDA kiest voor de samenleving. Zonder het ‘wij’ van de gemeenschap kan het ‘ik’ niet bestaan. Wij kiezen voor al die mensen die ons land mooier maken, die gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen voor hun buurt, school of natuur.”
“We willen meer aandacht en minder regels voor de zachte krachten: verenigingen, vrijwilligers en mantelzorgers.”
“Kerken, moskeeën en andere geloofsgemeenschappen vormen voor velen een bron van zingeving, verbondenheid en zorg voor elkaar. Deze maatschappelijke waarde verdient blijvend erkenning en ruimte.”
Het CDA is kritisch op een te grote rol van de overheid en wil minder regels, meer vertrouwen in burgers, en een overheid die zich richt op kerntaken. Dit contrasteert met PvdA/GroenLinks (sterkere overheid, meer herverdeling) en Volt/D66 (meer Europese samenwerking en centrale sturing).
“We stoppen met de gedachte dat meer regels altijd leiden tot het maken van minder fouten. Onevenredige verantwoordingsdruk zorgt voor maatschappelijke schade, tast de beroepseer van mensen aan en dooft het plezier van vrijwilligers uit.”
“De overheid kan niet alle problemen oplossen, en daar moeten we eerlijk over zijn. Maar wat de overheid doet, moet ze goed doen.”
“Het CDA staat voor een overheid met visie, die stevig is verankerd in de samenleving, ruimte geeft aan vakmanschap en lokale initiatieven steunt.”
Het CDA profileert zich als partij die tradities, normen en waarden actief wil koesteren en versterken, in tegenstelling tot de meer progressieve, seculiere en op verandering gerichte benadering van Volt, PvdA/GroenLinks en D66.
“We hebben een stevige agenda om onze waarden en normen nieuw gewicht te geven. We willen meer aandacht en minder regels voor de zachte krachten: verenigingen, vrijwilligers en mantelzorgers. Met een dienstplicht en stevige inburgering zorgen we dat iedereen meedoet. We versterken onze democratie en koesteren tradities.”
Het CDA uit expliciet kritiek op doorgeschoten individualisme en marktdenken, en pleit voor een samenleving waarin het collectief en solidariteit centraal staan. Dit is een duidelijk verschil met D66 en Volt, die individualisme en marktwerking minder kritisch benaderen.
“In de samenleving staat steeds meer het ‘ik’ centraal. Kiezen we voor ons eigen belang, boven dat van de samenleving. Verwachten we compensatie als we iets oppakken of bij tegenslag. En geloven we dat de markt alles oplost, of dat de overheid voor alles verantwoordelijk is. Het CDA kiest voor de samenleving.”
De SP positioneert zich als de meest uitgesproken sociale partij, met een sterke focus op het verkleinen van ongelijkheid, het verhogen van belastingen voor de rijksten, en het terugbrengen van publieke voorzieningen in overheidshanden. In tegenstelling tot Volt, PvdA/GroenLinks en D66, zet de SP zich expliciet af tegen het 'midden' en kiest voor radicale herverdeling, nationalisatie van energie, gratis openbaar vervoer en een kritische houding tegenover de EU als neoliberaal project. De kern van hun visie is dat grote, structurele veranderingen nodig zijn om Nederland eerlijker en socialer te maken, waarbij de belangen van de werkende klasse centraal staan.
De SP onderscheidt zich door een veel verdergaande herverdeling van rijkdom dan Volt, PvdA/GroenLinks of D66, met concrete voorstellen als een miljonairsbelasting en het verhogen van de belasting op kapitaal tot het niveau van arbeid. Dit is bedoeld om publieke voorzieningen te versterken en inkomensongelijkheid structureel aan te pakken.
“We verhogen de belasting voor het inkomen uit kapitaal naar het niveau van de inkomstenbelasting, voeren we een miljonairsbelasting in voor vermogens boven 5 miljoen euro en stoppen we met subsidies voor miljardairs.”
“Wij kiezen voor de belangen van de werkende klasse: de grote meerderheid van Nederland die hun inkomen verdient uit arbeid, uitkering of pensioen.”
De SP wil essentiële voorzieningen als energie en openbaar vervoer volledig in publieke handen brengen en gratis of zeer betaalbaar maken, wat veel verder gaat dan de plannen van Volt, PvdA/GroenLinks en D66, die meer inzetten op marktwerking of gedeeltelijke regulering.
“De SP nationaliseert de energievoorzieningen en maakt ze daarmee weer betaalbaar én duurzaam, met publieke zeggenschap en solidariteit als uitgangspunt.”
“We maken ons hard voor openbaar vervoer dat niemand uitsluit door de omvang van hun portemonnee. ... maken we het openbaar vervoer direct goedkoper door de prijzen met 25 procent te verlagen en een opmaat naar gratis openbaar vervoer.”
De SP is uitgesproken kritisch over de huidige EU, die zij als neoliberaal en te veel gericht op het bedrijfsleven ziet, en verzet zich tegen verdere militarisering en verhoging van defensie-uitgaven. Dit contrasteert met Volt (pro-EU, federalistisch), PvdA/GroenLinks (hervormingsgezind, pro-EU) en D66 (pro-EU, gematigd).
“De EU is van een Europees vredesproject verworden tot een neoliberaal instrument van het bedrijfsleven. De SP wil af van een Europa dat werkt voor het kapitaal en naar een sociale unie.”
“Dat vraagt om een stop op de steeds verdergaande militarisering en wapenwedloop. Partijleiders van Timmermans tot en met Wilders hebben zich gecommitteerd aan de Trumpnorm van vijf procent. Het gaat hierbij om het astronomische bedrag van 35 miljard euro per jaar extra. Dit leidt nu al en zal nog meer leiden tot bezuinigingen op onze zorg, onderwijs en sociale zekerheid.”
De SP legt sterk de nadruk op het bestrijden van ongelijkheid en discriminatie op alle fronten, met concrete voorstellen voor het versterken van buurten, het tegengaan van villawijken en het garanderen van voorzieningen voor iedereen. Dit is fundamenteler en radicaler dan de meer gematigde of pragmatische benadering van de andere partijen.
“We gaan tweedeling tegen en accepteren geen enkele vorm van discriminatie, door niemand. Discriminatie bestrijden we altijd en overal, op basis van klasse, kleur, gender, religie, seksuele voorkeur, leeftijd, woonplaats, beperking of wat ook.”
“Wij zorgen voor goede voorzieningen in álle wijken. ... en accepteren niet dat villawijken ontstaan waar delen van de bevolking zich afzonderen van de rest van de samenleving.”