De SGP onderscheidt zich van de ChristenUnie (CU) door een sterkere nadruk op traditionele gezinswaarden, gewetensvrijheid in zorg en onderwijs, en een uitgesproken christelijk-conservatieve visie op ethische kwesties. De partij pleit voor bescherming van het ongeboren leven, behoud van klassieke huwelijkspatronen, en het recht op gewetensbezwaren in medische en maatschappelijke kwesties. SGP’s beleid is concreet gericht op het versterken van gezinnen, het beperken van overheidsbemoeienis, en het waarborgen van christelijke normen in wetgeving.
De SGP legt meer nadruk dan de CU op het beschermen van het ongeboren leven en het promoten van het klassieke gezin als fundament van de samenleving. Dit uit zich in concrete voorstellen en een principiële houding tegen bijvoorbeeld abortus en het loslaten van traditionele gezinsstructuren.
“Daarom zetten we ons in voor bescherming van het ongeboren leven, ouderen en ieder mens die aandacht en ondersteuning nodig heeft.”
“We maken ons hard voor het klassieke huwelijk, gezinswaarden en een financieel gezond bestaan voor elk huishouden.”
“Er wordt geïnvesteerd in krachtige huwelijken, relaties en gezinnen.”
De SGP is uitgesproken in het beschermen van gewetensvrijheid voor zowel zorgprofessionals als patiënten, en verzet zich tegen dwang bij medische keuzes zoals vaccinatie en orgaandonatie. Dit standpunt is doorgaans scherper en principiëler dan bij de CU.
“De gewetensvrijheid van zorgprofessionals blijft te allen tijde gewaarborgd.”
“Wij vinden dat niemand mag worden gedwongen om gebruik te maken van middelen die de verspreiding van (infectie)ziekten beogen tegen te gaan. Vaccinatiedrang of -dwang wijst de SGP dus af.”
“De SGP is tegen de huidige opzet van de Donorwet. Als geen keuze is vastgelegd, moet de familie altijd een orgaandonatie kunnen tegenhouden.”
De SGP neemt een uitgesproken standpunt in tegen wettelijke zelfidentificatie op het gebied van gender en tegen een verbod op conversiehandelingen, met een beroep op grondrechten en christelijke waarden. Dit is een duidelijk verschil met de CU, die hier gematigder in is.
“Zelfidentificatie als leidend principe in wetgeving wijst de SGP dus af.”
“De SGP is tegen het verbieden van zogenaamde conversiehandelingen. Zo’n verbod tast allerlei grondrechten aan en werkt averechts doordat het de goede hulp en pastorale zorg aan kwetsbare mensen dreigt te belemmeren.”
De SGP kiest voor een fiscaal beleid dat het klassieke gezin en eenverdieners expliciet ondersteunt, onder andere via het splitsingsstelsel en een eenvoudige kinderbijdrage. Dit is concreter en traditioneler dan het beleid van de CU.
“De SGP is voorstander van het splitsingsstelsel. Het totale gezinsinkomen wordt gedeeld door twee en daarna worden de fiscale partners ieder apart belast.”
“Daarom moet er een eenvoudige kinderbijdrage worden ingevoerd. De kinderbijslag, het kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag gaan hierin op, Zonder terugvorderingen en met maximale keuzevrijheid voor gezinnen.”
De SGP profileert zich als een partij die expliciet de Bijbel als kompas gebruikt voor politiek en beleid, en roept op tot een christelijke stem voor Nederland. Dit is een principiële en onderscheidende positionering ten opzichte van de CU, die breder oecumenisch en maatschappelijker is.
De ChristenUnie onderscheidt zich van de SGP door een sterk sociaal gezicht, nadruk op eenvoud en rechtvaardigheid in het belasting- en toeslagenstelsel, en een meer open houding richting samenwerking en diversiteit in de samenleving. De partij kiest voor een dienstbare overheid die kwetsbaren beschermt, minder bureaucratie, en een rechtvaardige verdeling van lasten, met expliciete aandacht voor minderheden en sociale rechtvaardigheid.
De ChristenUnie wil het belastingstelsel radicaal vereenvoudigen en rechtvaardiger maken, met een hoge belastingvrije voet en het vervangen van toeslagen door een verzilverbare belastingkorting. Dit is een sociaal-economisch onderscheidend punt ten opzichte van de SGP, die doorgaans behoudender is op dit vlak.
“Bij de ChristenUnie-plannen onderaan de streep niemand belasting betaalt over de eerste 30.000 euro aan inkomen. Bovendien is het belastingtarief over een extra verdiende euro (marginale druk) zelfs in het extreemste geval niet meer dan 50%.”
“We willen misstanden als het kinderopvangtoeslagschandaal voorkomen en zorgen voor een eenvoudiger systeem. Daarom vervangen we de toeslagen door slimmere alternatieven.”
“In plaats van toeslagen krijgt iedere Nederlander maandelijks een korting op de te betalen inkomstenbelasting.”
De ChristenUnie pleit voor een overheid die burgers en organisaties ondersteunt in plaats van wantrouwt, met minder regeldruk en jaarlijkse vereenvoudigingen. Dit sociaal-liberale accent verschilt van de SGP, die meer nadruk legt op orde en gezag.
“De ChristenUnie ziet liever een dienstbare overheid die burgers en organisaties helpt bij het zelf dragen van verantwoordelijkheden, in plaats van onnodige regeldruk.”
“Om geen tijd te verliezen introduceren we een jaarlijkse vereenvoudigingsdag en verplichten we de regering om elk jaar een pakket met kleinere vereenvoudigingen van het regelwoud, de fiscaliteit en de sociale zekerheid uit te werken en door te voeren.”
De ChristenUnie benadrukt het belang van ruimte voor minderheden en verzet zich tegen een kiesdrempel, wat een inclusievere en minder conservatieve benadering is dan de SGP.
De ChristenUnie verwerpt het idee dat marktwerking en individuele vrijheid altijd tot het beste resultaat leiden, en pleit voor duidelijke normen en bescherming van kwetsbaren. Dit is minder liberaal dan sommige andere partijen, maar minder streng dan de SGP.
De ChristenUnie staat open voor samenwerking met verschillende groepen en benadrukt het belang van verscheidenheid en het tegengaan van discriminatie, wat een opener houding is dan de SGP.
“We zijn als mensen in deze wereld in verscheidenheid aan elkaar gegeven. Daarom staat de ChristenUnie voor een overheid die initiatieven stimuleert die het samenleven in verscheidenheid bevorderen.”
“Scherpen we wet- en regelgeving om racisme en discriminatie tegen te gaan verder aan.”
NSC onderscheidt zich van CU en SGP door sterk te focussen op herstel van vertrouwen tussen burger en overheid, het versterken van de menselijke maat in beleid, en het tegengaan van schaalvergroting en technocratie. De partij pleit voor concrete democratische hervormingen zoals een regionaal kiesstelsel, meer tegenmacht, en transparantie, en benadrukt het belang van sociale samenhang en bescherming van kwetsbaren, zonder expliciet religieus of confessioneel uitgangspunt. NSC kiest voor realistische, inhoudelijke politiek met oog voor regionale belangen en een kritische houding tegenover abstracte modellen en centralisatie.
NSC wil de band tussen burger en politiek versterken door een regionaal kiesstelsel met meervoudige districten, zodat regionale belangen beter worden vertegenwoordigd. Dit is een concreet democratisch voorstel dat afwijkt van de meer landelijke, confessionele focus van CU en SGP.
“We willen de band tussen kiezer en Kamerlid versterken door een regionaal kiesstelsel in te voeren met meervoudige kiesdistricten.”
NSC keert zich tegen abstract beleid en schaalvergroting, en wil de menselijke maat terugbrengen in overheid, zorg en onderwijs. Dit pragmatische, niet-confessionele uitgangspunt verschilt van de meer ideologisch/religieus geïnspireerde benadering van CU en SGP.
“We zijn de weg kwijtgeraakt tussen populisme en technocratie. Grote vraagstukken als woningbouw, migratie, stikstof en globalisering benaderen we eenzijdig zonder verbinding met de samenleving.”
“De overheid hoort er te zijn voor iedereen: dienstbaar, betrouwbaar en gericht op het algemeen belang.”
“We keren ons tegen de vervreemding die ontstaat door schaalvergroting in het onderwijs.”
“We keren ons tegen de tendens van steeds verdere concentratie en schaalvergroting in de zorg waardoor systemen leidend zijn in plaats van de menselijke maat.”
NSC positioneert zich expliciet als realistisch, wars van populisme én zonder religieus fundament, in tegenstelling tot CU en SGP die hun beleid baseren op christelijke waarden.
NSC benadrukt sociale binding en bescherming van kwetsbaren, maar doet dit vanuit een algemeen maatschappelijk en niet-religieus perspectief.
NSC is kritisch op het gebruik van abstracte modellen in beleid en wil transparantie en toetsing van algoritmen, een technisch-inhoudelijke benadering die minder prominent is bij CU en SGP.
De PVV positioneert zich radicaal anders dan zowel de ChristenUnie (CU) als de SGP door te kiezen voor een harde lijn op immigratie, islam, nationale soevereiniteit en het afwijzen van progressieve sociale thema’s. Waar CU en SGP hun beleid baseren op christelijke waarden en vaak kiezen voor nuance, compromis en sociale rechtvaardigheid, kiest de PVV voor scherpe uitsluiting, directe democratie en het terugdraaien van internationale verdragen. De partij profileert zich als anti-EU, anti-islam en anti-woke, met een uitgesproken focus op nationale identiteit en het beperken van immigratie.
De PVV wil een volledige asielstop en het opzeggen van internationale verdragen over vluchtelingen, wat veel verder gaat dan het restrictieve maar christelijk-ethisch gemotiveerde migratiebeleid van CU en SGP. Dit standpunt is fundamenteel anders en uitgesproken exclusief.
“De PVV is er klaar mee. Het roer moet drastisch om.”
“In Brussel zullen we door het inzetten van veto’s of het weigeren van de te hoge Nederlandse bijdrage aan de EU-begroting een opt-out op asiel en immigratie afdwingen. Ook gaan we alle verdragen die ons dwarsbomen – zoals het VN-Vluchtelingenverdrag, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Europees Verdrag inzake Nationaliteit – opzeggen.”
“Met de PVV komt er geen enkel azc meer bij! De Spreidingswet wordt meteen ingetrokken. Azc’s die sinds de inwerkingtreding van de Spreidingswet zijn geopend, worden gesloten.”
De PVV maakt van het bestrijden van de islam en het beschermen van de Nederlandse identiteit een speerpunt, in tegenstelling tot CU en SGP die religieuze vrijheid (ook voor moslims) als grondrecht erkennen.
“Nederland is Nederland niet meer. We hebben te veel vreemdelingen, te veel asielzoekers, te veel islam en veel te veel azc’s.”
“Handen af van onze geschiedenis, cultuur, identiteit, tradities en feesten; linkse haat tegen helden uit onze geschiedenis stoppen”
“We voeren een algeheel boerkaverbod in. Verbod op de islamitische gebedsoproep”
De PVV verwerpt expliciet genderdiversiteit, LHBTI-acceptatie in beleid en onderwijs, en noemt dit “woke-indoctrinatie”. Dit contrasteert met de meer inclusieve of genuanceerde benadering van CU en de traditioneel behoudende maar minder polariserende toon van de SGP.
“Voor de PVV bestaan er slechts twee geslachten: man en vrouw. In wetten en beleid hoort het biologische geslacht weer leidend te zijn – dus geen “X” in het paspoort. We stoppen met gesubsidieerd wokebeleid en schrappen de hokjesdenkende genderpropaganda op scholen.”
“Geen onderwijs over gender, klimaat of andere linkse indoctrinatie, maar terug naar de basisvaardigheden: rekenen, taal, geschiedenis. De Week van de Lentekriebels – symbool van seksuele woke-indoctrinatie – schaffen we af in het basisonderwijs.”
De PVV wil meer directe democratie en gekozen bestuurders, waar CU en SGP traditioneel meer waarde hechten aan representatieve democratie en bestuurlijke stabiliteit.
“Wij willen échte directe democratie – geen onzinnige, nietszeggende burgerberaden. Wij steunen de nu in het parlement voorliggende Grondwetswijziging voor een bindend correctief referendum. Daarnaast willen we zoveel mogelijk inspraak via laagdrempelige landelijke én lokale referenda. Nederland is één van de weinige landen in Europa waar burgemeesters niet worden gekozen, maar benoemd. De PVV wil rechtstreeks gekozen burgemeesters.”
De PVV is fel tegen verdere Europese integratie en wil bevoegdheden terughalen uit Brussel, terwijl CU en SGP de EU kritisch volgen maar niet pleiten voor uittreding of het opzeggen van verdragen.
“De PVV kiest voor een soeverein Nederland. Dat betekent: baas in eigen land, baas over eigen geld, eigen grenzen en eigen regels.”
“Wij willen sterke bilaterale en economische banden met andere landen; samenwerken is prima. Waar wij fel tegen zijn, is een geopolitieke Europese Unie, een Europese superstaat.”
D66 onderscheidt zich van CU en SGP door een uitgesproken sociaal-liberale visie, gericht op individuele vrijheid, gelijke kansen en een inclusieve samenleving, zonder religieuze grondslag. De partij zet in op meer invloed voor burgers, gelijke rechten voor minderheden, en een seculiere overheid. Belangrijke voorstellen zijn onder andere het uitbreiden van het stemrecht, het afschaffen van de Eerste Kamer, en het waarborgen van gelijke behandeling ongeacht afkomst of seksuele geaardheid.
D66 wil de democratie vernieuwen door burgers meer directe invloed te geven en religieuze invloed op de politiek te minimaliseren. Dit staat haaks op de meer christelijk geïnspireerde visie van CU en SGP, die religie als basis voor politiek en samenleving zien.
“We passen het kiesstelsel aan zodat mensen meer invloed krijgen op de samenstelling van de volksvertegenwoordiging.”
“We breiden het stemrecht uit naar zestien- en zeventienjarigen.”
“De Eerste Kamer wordt nu indirect gekozen. En de koning heeft nog steeds politieke rollen en taken. Dat past niet in onze moderne staatsinrichting. Daarom schaffen we de Eerste Kamer en de politieke functies van de koning af.”
D66 benadrukt gelijke behandeling en inclusiviteit, met expliciete aandacht voor LHBTI-rechten en het tegengaan van discriminatie. Dit contrasteert met de meer behoudende, christelijke opvattingen van CU en SGP over gezin, seksualiteit en maatschappelijke normen.
D66 is uitgesproken seculier en wil geen religieuze inmenging in het beleid, in tegenstelling tot CU en SGP die hun beleid baseren op christelijke waarden.
D66 kiest voor onderwijs en wetenschap die vrij zijn van religieuze dogma’s, met nadruk op gelijke kansen en wetenschappelijke vrijheid.
DENK positioneert zich als een partij die religieuze vrijheid, inclusief het behoud van bijzonder (religieus) onderwijs, krachtig verdedigt, maar combineert dit met een uitgesproken focus op diversiteit, inclusiviteit en sociale rechtvaardigheid. In tegenstelling tot CU en SGP legt DENK sterk de nadruk op bescherming van minderheden, cultuursensitief beleid en het tegengaan van discriminatie, terwijl het religieuze onderwijs en de autonomie van religieuze instellingen expliciet worden beschermd. De partij wijkt af van de meer christelijk-georiënteerde, conservatieve grondhouding van CU en SGP door haar brede inzet op gelijkwaardigheid en culturele diversiteit.
DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs (artikel 23), zonder extra belemmeringen voor nieuwe scholen, en wil geen overheidscontrole op religieus onderwijs. Dit standpunt is relevant voor kiezers die waarde hechten aan religieuze vrijheid, maar DENK koppelt dit aan een bredere visie op diversiteit en inclusiviteit dan CU of SGP.
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
“Geen controle op religieus onderwijs. De wet toezicht op informeel onderwijs wordt zo snel mogelijk ingetrokken.”
Waar CU en SGP vooral vanuit een christelijk perspectief redeneren, legt DENK expliciet de nadruk op het bevorderen van diversiteit, non-discriminatie en cultuursensitief onderwijs. Dit betekent dat religieuze vrijheid wordt gecombineerd met aandacht voor verschillende achtergronden en het tegengaan van uitsluiting.
“Op elke school wordt aandacht besteed aan non-discriminatie en diversiteit. Scholen hebben binnen de wettelijke verplichtingen de vrijheid om dit zelf in te richten, rekening houdend met de wensen van de ouders.”
“Het onderwijs moet een afspiegeling zijn van onze samenleving en bijdragen aan samenleven in gelijkwaardigheid.”
“Meer aandacht in het curriculum voor koloniaal verleden, slavernijverleden, migratiegeschiedenis en burgerschap, zodat onderwijs recht doet aan de volle diversiteit van onze samenleving.”
DENK erkent dat ouders met verschillende overtuigingen inspraak moeten hebben bij gevoelige onderwerpen als seksuele vorming, en biedt ruimte voor ouders om hun kinderen hiervoor te beschermen, mits binnen de wettelijke kaders. Dit is een nuanceverschil met CU/SGP, die vaak een meer uitgesproken traditioneel-christelijke lijn volgen.
“Bij onderwijs over seksuele vorming wordt er meer rekening gehouden met de diversiteit aan opvattingen en overtuigingen in de samenleving. Dit betekent dat ouders die niet willen dat hun kind blootgesteld wordt aan geseksualiseerd materiaal en dit nadrukkelijk zelf met hun kind willen bespreken, hiertoe de mogelijkheid krijgen en ook beter worden betrokken bij de besluitvorming.”
DENK wil religieuze instellingen met vertrouwen benaderen, overheidsbemoeienis beperken en religieuze voedselvoorschriften beschermen. Dit is relevant voor kiezers die waarde hechten aan religieuze autonomie, maar DENK doet dit vanuit een bredere, niet specifiek christelijke, maar inclusieve visie.
“Religieuze instellingen worden met vertrouwen benaderd. Knellende regels die de maatschappelijke activiteiten van religieuze instellingen belemmeren worden afgeschaft en de overheidsbemoeizucht bij religieuze instellingen verdwijnt.”
“Bescherming van religieuze voedselvoorschriften. De mogelijk”
FVD positioneert zich als een partij die fundamenteel verschilt van zowel CU als SGP door sterk te focussen op nationale soevereiniteit, directe democratie (zoals bindende referenda), en het terugdringen van internationale invloed op Nederlands beleid. De partij pleit voor een kleinere overheid, meer keuzevrijheid in onderwijs en zorg, en het schrappen van internationale verdragen die volgens hen de nationale besluitvorming beperken. FVD onderscheidt zich hiermee van de meer confessionele, behoudende en op samenwerking gerichte koers van CU en SGP.
FVD wil dat Nederlandse wetten altijd boven internationale verdragen staan en wil de invloed van internationale organisaties en verdragen op nationaal beleid fors inperken. Dit is een fundamenteel verschil met CU en SGP, die internationale samenwerking en verdragen doorgaans als uitgangspunt nemen, mits deze niet strijdig zijn met hun waarden.
“We schrappen de artikelen 93 en 94 van onze Grondwet zodat de Nederlandse wet altijd boven internationale verdragen en afspraken komt te staan.”
“We schrappen de artikelen 93 en 94 van de Grondwet, en zetten daarmee het monistisch stelsel om in een dualistisch stelsel, zoals in Duitsland en de Verenigde Staten. Internationale verdragen worden hierdoor pas geldig nadat ze door het Nederlandse parlement zijn omgezet in een nationale wet.”
FVD wil burgers veel directere invloed geven op beleid via bindende referenda en direct gekozen bestuurders. Dit staat in contrast met de meer representatieve democratie die CU en SGP voorstaan, waarbij volksvertegenwoordigers namens de kiezer besluiten nemen.
FVD benadrukt keuzevrijheid en autonomie voor scholen, met behoud van artikel 23 (vrijheid van onderwijs), maar zonder de confessionele insteek van CU en SGP. De partij wil minder macht voor onderwijskoepels en meer ruimte voor ouders en individuele scholen.
“Artikel 23 van de Grondwet moet behouden blijven, zodat bijzonder onderwijs de eigen identiteit kan bewaken en eigen aannamebeleid mag voeren.”
“We decentraliseren het onderwijs en geven individuele scholen meer autonomie, zodat beslissingen dichter bij docenten, ouders en leerlingen komen te liggen.”
FVD wil de zorg kleinschaliger maken, bureaucratie verminderen en vrije artsenkeuze behouden. Dit sluit deels aan bij de wens van CU en SGP voor menselijke maat, maar FVD legt sterker de nadruk op marktwerking en keuzevrijheid, minder op solidariteit en christelijke waarden.
“FVD kiest voor kleinschaligheid: regionale ziekenhuizen moeten worden heropend, huisartsen moeten meer tijd krijgen voor hun patiënten en maatschappen moeten een volwaardig alternatief blijven voor loondienst. De vrije artsenkeuze blijft behouden, zodat patiënten altijd de behandeling krijgen die zij vertrouwen.”
FVD wil een kleinere overheid, lagere belastingen en een vlaktaks, terwijl CU en SGP doorgaans kiezen voor een meer solidaire, progressieve belastingstructuur en een overheid die actief maatschappelijke doelen nastreeft.
“De Rijksoverheidsuitgaven moeten verplicht ieder jaar 3% krimpen, zodat de overheid niet groter maar kleiner wordt.”
“We voeren een vlaktaks in op het inkomen in Box-1, zodat meer verdienen niet wordt afgestraft en altijd volstrekt transparant is hoeveel inkomstenbelasting moet worden betaald.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) onderscheidt zich duidelijk van zowel de ChristenUnie (CU) als de SGP door haar uitgesproken progressieve, seculiere en democratiserende visie. PvdD legt de nadruk op radicale vergroening, sociale gelijkheid, democratische vernieuwing en individuele vrijheid, met concrete voorstellen zoals het afschaffen van het eigen risico in de zorg, het democratiseren van onderwijs en bestuur, en het versterken van burgerparticipatie. Hun kernvisie is gericht op inclusiviteit, duurzaamheid en het vergroten van zeggenschap van burgers, in tegenstelling tot de meer christelijk-sociale (CU) of conservatief-christelijke (SGP) benaderingen.
PvdD pleit voor meer directe invloed van burgers, studenten en docenten op beleid en bestuur, in plaats van benoemingen van bovenaf. Dit staat haaks op de meer hiërarchische en confessionele bestuursmodellen van CU en SGP.
“Scholen worden gedemocratiseerd, waardoor leraren, leerlingen en ouders meer invloed krijgen op het schoolbeleid.”
“Bestuurders worden gekozen, in plaats van benoemd door de minister.”
“Mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten worden gedemocratiseerd: studenten en docenten krijgen meer invloed in de medezeggenschapsraden.”
PvdD kiest expliciet voor een radicale, groene koers en systeemverandering, waar CU en SGP doorgaans gematigder of behoudender zijn in hun milieubeleid.
“Van uitputting naar evenwicht: radicaal kiezen voor groen”
De partij wil de democratie vernieuwen door burgers meer directe invloed te geven, onder andere via bindende referenda en burgerberaden. Dit contrasteert met de meer representatieve en minder participatieve democratie-opvatting van CU en SGP.
“We voeren een correctief bindend referendum in bij verstrekkende besluiten die bijvoorbeeld onze democratie kunnen aantasten, zoals handelsverdragen.”
“Er worden meer burgerberaden ingevoerd, waarin door loting geselecteerde dwarsdoorsneden van de Nederlandse bevolking serieus gaan meepraten en meebeslissen over belangrijke nationale kwesties, als aanvulling op en verrijking van de huidige parlementaire democratie.”
PvdD wil het eigen risico in de zorg volledig afschaffen en de zorg inkomensafhankelijk financieren, wat een uitgesproken sociaal-progressieve keuze is en afwijkt van het beleid van CU en SGP.
“Het eigen risico wordt afgeschaft. De inkomensafhankelijke bijdrage gaat omhoog. De zorgtoeslag wordt op deze manier overbodig en het mijden van zorg door de angst voor te hoge kosten wordt tegengegaan.”
De partij benadrukt inclusiviteit, individuele keuzevrijheid en het tegengaan van discriminatie, bijvoorbeeld in zorg en sociale zekerheid. Dit is een fundamenteel andere benadering dan de meer traditionele, op gezin en gemeenschap gerichte visie van CU en SGP.
“Iedereen in Nederland heeft recht op zorg, ongeacht gender, etnische afkomst of verblijfstatus. Een beschaafde samenleving zorgt voor al haar inwoners.”
“We maken uiteindelijk alle toeslagen overbodig. Ieder mens moet een voldoende hoog inkomen hebben om in de basisbehoeften te voorzien.”
BBB positioneert zich als een pragmatische, verbindende partij die inzet op nuchter bestuur, regionale betrokkenheid en het algemeen belang boven het partijbelang. In tegenstelling tot de meer uitgesproken religieuze en ideologische profielen van CU en SGP, legt BBB de nadruk op dienstbaarheid, noaberschap en een overheid die dichtbij de burger staat. Hun belangrijkste voorstellen richten zich op het herstellen van vertrouwen, het vereenvoudigen van beleid en het centraal stellen van de menselijke maat.
BBB kiest voor een praktische en verbindende bestuursstijl, waarbij het algemeen belang en de menselijke maat centraal staan, in plaats van ideologische of religieuze uitgangspunten. Dit onderscheidt BBB van zowel CU als SGP, die beide een expliciet christelijk geïnspireerde visie hanteren.
“Wij kiezen niet voor de makkelijkste weg, maar voor de juiste. Wij nemen verantwoordelijkheid, juist als het lastig wordt. Dat is waar politiek om zou moeten draaien: dienstbaarheid, standvastigheid en betrouwbaarheid. Dit doen wij met een nuchtere kijk op zaken en vanuit het gezonde verstand.”
“Onze kernwaarden: Noaberschap. We zorgen voor elkaar en laten niemand vallen. We bouwen aan gemeenschappen waarin mensen elkaar kennen, steunen en opvangen. Dit betekent dat de overheid terughoudend optreedt. De recente politieke geschiedenis heeft laten zien dat de overheid zeer feilbaar is. Wij geloven in de kracht van gemeenschappen van mensen.”
BBB benadrukt het belang van gelijke kansen voor iedereen, ongeacht woonplaats of achtergrond, en wil beleid voeren dat stad en platteland verbindt. Dit pragmatische, inclusieve uitgangspunt verschilt van de meer op levensbeschouwing gebaseerde benadering van CU en SGP.
“Dat betekent: geen beleid voor enkelen, maar eerlijk beleid voor iedereen. Of je nu in Groningen woont of in Gouda, op het platteland of drie hoog achter iedereen verdient dezelfde kansen. Gelijke toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, vervoer en veiligheid mag geen kwestie van postcode zijn.”
“BBB staat voor een verbonden Nederland, waarin stad en platteland elkaar aanvullen in plaats van tegenover elkaar staan.”
BBB verwerpt ideologisch gedreven beleid (zoals op klimaat of diversiteit) en kiest voor haalbare, uitvoerbare en betaalbare oplossingen. Dit pragmatisme contrasteert met de meer principiële, ideologisch/religieus gemotiveerde keuzes van CU en SGP.
“We maken ons zorgen over de economische schade van ideologisch klimaatbeleid. Grote bedrijven vertrekken uit Nederland door hoge lasten en ondoordachte maatregelen, met banenverlies als gevolg. BBB wil bedrijven behouden voor Nederland en kiest voor verstandige, evenwichtige doelen. Want wie rood staat, kan niet groen doen.”
“Daar hoort geen miljoenen verslindend diversiteitsbeleid bij dat mensen etiketten opplakt en in hokjes plaatst.”
BBB wil het vertrouwen tussen burger en overheid herstellen door fouten ruimhartig te erkennen en te herstellen, en door bureaucratie te verminderen. Dit praktische, oplossingsgerichte perspectief verschilt van de meer normatief-christelijke benadering van CU en SGP.
“Als burgers daardoor worden getroffen, dan lossen we dat op eerlijk en ruimhartig. Niet omdat het moet, maar omdat het hoort. Dáár begint betrouwbaar bestuur. Burgers moeten kunnen vertrouwen op een overheid die verantwoordelijkheid neemt en die fouten herstelt.”
“BBB wil terug naar de menselijke maat, eenvoudiger regels en een uitvoerbare uitvoering.”
BIJ1 onderscheidt zich fundamenteel van zowel de ChristenUnie (CU) als de SGP door haar nadruk op radicale gelijkwaardigheid, antiracisme, inclusie en democratisering. In tegenstelling tot de CU en SGP, die beide een christelijk geïnspireerde, behoudende visie hanteren, legt BIJ1 de nadruk op het bestrijden van ongelijkheid, het dekoloniseren van beleid en het vergroten van inspraak voor burgers en minderheden. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals diversiteitsquota, democratisering van instituties en het centraal stellen van zelfbeschikking.
BIJ1 kiest expliciet voor radicale gelijkwaardigheid en het actief bestrijden van racisme en koloniale structuren, wat sterk afwijkt van de meer behoudende, christelijke waarden van CU en SGP. Dit standpunt adresseert structurele ongelijkheid en pleit voor een inclusieve samenleving waarin discriminatie en uitsluiting actief worden bestreden.
BIJ1 wil macht decentraliseren en burgers, studenten en werknemers meer directe inspraak geven in beleid en bestuur, in tegenstelling tot de hiërarchische en gezagsgetrouwe benadering van CU en SGP. Dit standpunt richt zich op het vergroten van democratische controle en participatie op alle niveaus van de samenleving.
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
“Elke instelling krijgt een diversiteitscommissie en er komen diversiteitsquota in alle onderwijs- en bestuurslagen in het theoretisch en wetenschappelijk onderwijs.”
BIJ1 stelt zelfbeschikking en inclusie van minderheden centraal, met concrete voorstellen voor genderdiversiteit, toegankelijkheid en het wegnemen van institutionele barrières. Dit contrasteert met de meer traditionele, op het gezin en christelijke normen gerichte benadering van CU en SGP.
BVNL onderscheidt zich fundamenteel van zowel de ChristenUnie (CU) als de SGP door een uitgesproken klassiek-liberale en individuele vrijheid-benadering, met een kleine overheid, maximale keuzevrijheid en medisch-ethisch progressieve standpunten. Waar CU en SGP hun beleid sterk baseren op christelijke waarden en ethiek, kiest BVNL expliciet voor neutrale, niet-religieuze principes en individuele autonomie, vooral op ethische thema’s als abortus en euthanasie. BVNL is cultureel conservatief, maar medisch-ethisch liberaal, en plaatst individuele vrijheid centraal boven collectieve of religieuze normen.
BVNL baseert haar beleid en wetgeving expliciet niet op religieuze waarden, maar op neutrale principes, in tegenstelling tot CU en SGP die hun programma’s juist wél op christelijke grondslag bouwen. Dit is een fundamenteel verschil voor kiezers die twijfelen tussen CU en SGP, omdat BVNL religie buiten de politiek houdt.
“Wetgeving, rechtspraak en bestuur worden gebaseerd op neutrale, niet-religieuze principes.”
BVNL kiest op medisch-ethisch vlak voor maximale individuele keuzevrijheid, waar CU en SGP juist restrictiever zijn vanuit hun christelijke overtuiging. Dit betreft expliciet onderwerpen als abortus, euthanasie en medische autonomie, waar BVNL de overheid geen rol toekent in persoonlijke keuzes.
“Als volwassen mensen euthanasie willen plegen binnen de huidige wetgeving dan is dat een eigen keuze.”
“Abortus is binnen de grenzen van de huidige wetgeving het individuele recht van de vrouw.”
“Vaccinatie of andere medische handelingen zijn altijd de exclusieve keuze van het individu en de overheid mag hier op geen enkele manier dwang of drang op uitoefenen.”
“het nu gaat om vaccinatie, medische behandelingen, seksuele voorkeur, levensovertuiging, of levensbeëindiging: deze keuzes behoren toe aan de mens zelf. De overheid heeft zich hierbuiten te houden.”
BVNL wil een drastisch kleinere overheid, minder regels en maximale autonomie voor burgers, waar CU en SGP doorgaans meer waarde hechten aan een beschermende, soms sturende overheid vanuit zorg voor de gemeenschap.
“BVNL wil een kleinere overheid, minder ambtenaren en minder bureaucratie. De overheid wordt veel te groot, er zijn te veel ambtenaren, er is teveel controledrang en de bureaucratie neemt onevenredig toe.”
“Dit doen we door een groot deel van de macht weg te halen bij de Staat en weer terug te leggen bij de mensen.”
BVNL is cultureel behoudend en wil Nederlandse tradities beschermen, maar is op ethische thema’s juist progressief en liberaal, in tegenstelling tot CU en SGP die zowel cultureel als ethisch conservatief zijn.
“BVNL is tot slot cultureel conservatief: wij willen ons mooie Nederland en de daarbij behorende unieke Nederlandse tradities en cultuur intact houden, maar wel medisch-ethisch progressief: iedereen mag zelf bepalen hoe en met wie hij/zij het leven vormgeeft en beslist zelf over de eigen levensovertuiging en het eigen lichaam.”
GroenLinks-PvdA positioneert zich als een uitgesproken linkse, progressieve partij die solidariteit, sociale gelijkheid en publieke voorzieningen centraal stelt. In tegenstelling tot de meer christelijk-sociale (CU) of orthodox-conservatieve (SGP) benaderingen, legt GroenLinks-PvdA de nadruk op het bestrijden van ongelijkheid, het investeren in publieke sectoren en het tegengaan van marktwerking. Hun kernvoorstellen richten zich op een eerlijker belastingstelsel, versterking van de verzorgingsstaat en het centraal stellen van samenwerking boven winst.
GroenLinks-PvdA kiest expliciet voor het verkleinen van de kloof tussen arm en rijk door de sterkste schouders de zwaarste lasten te laten dragen en een eerlijker belastingstelsel te realiseren. Dit staat haaks op de meer behoudende economische benadering van SGP en de gematigd-christelijke sociale koers van CU.
“Ons uitgangspunt is daarbij altijd helder geweest: we vragen de sterkste schouders de zwaarste lasten te dragen.”
“We strijden voor een eerlijk belastingstelsel. Dat betekent een systeem zonder speciale kortingen en een eerlijke belasting op vermogen, winst en vervuiling.”
De partij verzet zich tegen marktwerking in zorg, onderwijs en andere publieke sectoren, en wil deze voorzieningen versterken door samenwerking en publieke regie. Dit contrasteert met de meer pragmatische of behoudende benadering van marktwerking bij CU en SGP.
“In de zorg, het onderwijs, de kinderopvang en het openbaar vervoer moet het algemeen belang voorop staan, niet de winst voor investeerders.”
“We pakken de doorgeschoten marktwerking aan en passen het zorgstelsel aan.”
“Samenwerking boven concurrentie. We halen alle prikkels uit de bekostiging.”
Solidariteit is het centrale morele kompas van GroenLinks-PvdA, wat zich uit in beleid gericht op inclusiviteit en het tegengaan van verdeeldheid. Dit is een fundamenteel andere invulling van het begrip 'samenleven' dan bij CU (christelijke naastenliefde) of SGP (traditionele gezinswaarden).
“Bij alles wat we voorstellen is solidariteit ons kompas.”
“Het is tijd voor solidariteit. Wij geloven dat je samen verder komt dan alleen.”
“Wij willen een samenleving vormen waarin we succes niet langer afmeten aan de waarde die je onttrekt, maar aan de bijdrage die je levert aan de samenleving.”
De VVD positioneert zich als een liberale partij die inzet op individuele vrijheid, een kleine en effectieve overheid, en het beperken van overheidsuitgaven, met nadruk op economische groei en veiligheid. In tegenstelling tot de meer christelijk-sociale en normatief-conservatieve benadering van CU en SGP, kiest de VVD expliciet voor zelfbeschikking, minder regels, en een pragmatische, niet-confessionele visie op samenleving en bestuur. De partij benadrukt het belang van persoonlijke verantwoordelijkheid, het beperken van herverdeling, en het beschermen van vrijheden, zonder religieuze grondslag.
De VVD stelt het recht op zelfbeschikking en individuele vrijheid voorop, in tegenstelling tot de meer normatieve, op christelijke waarden gebaseerde benadering van CU en SGP. Dit betekent dat de VVD minder nadruk legt op religieuze of morele kaders in beleid en meer op persoonlijke keuzevrijheid.
“Het zelfbeschikkingsrecht van ieder individu om zelf te bepalen wat hij met z’n leven en lichaam doet is één van onze ankerpunten.”
“Individuele vrijheid is dat wel. De urgentie van een effectieve overheid is niet alleen groot bij de overheid zelf, maar ook in sectoren waar de overheid direct of indirect voor verantwoordelijk is.”
De VVD kiest voor een kleinere overheid, minder herverdeling en lagere lasten voor werkenden, terwijl CU en SGP doorgaans meer nadruk leggen op sociale voorzieningen en solidariteit vanuit christelijk perspectief.
“De VVD kiest voor grondige vernieuwing, door kunstmatige intelligentie te omarmen en alle onnodige vertraging te schrappen. De VVD kiest voor een moderne overheid die werkt voor de samenleving in plaats van andersom...”
“De VVD staat voor sterke publieke voorzieningen: onze wegen, onderwijs en defensie moeten van wereldklasse zijn. Maar van elke belastingcent gaat steeds meer naar de zorg, uitkeringen en regelingen voor mensen die niet of weinig werken. Dit terwijl werkenden er te weinig op vooruitgaan. De middenklasse betaalt de rekening zodat de rest erop vooruitgaat, maar gaat er zelf veel minder op vooruit. Dat is niet alleen oneerlijk, het ondermijnt ook het draagvlak voor onze verzorgingsstaat.”
De VVD benadrukt een neutrale overheid en beperkt religieuze invloed op beleid, in tegenstelling tot CU en SGP die hun christelijke waarden expliciet als uitgangspunt nemen.
De VVD is tegenstander van referenda en kiest voor parlementaire besluitvorming, terwijl CU en SGP soms meer ruimte laten voor burgerparticipatie binnen democratische kaders.
JA21 positioneert zich als een conservatief-liberale partij die sterk inzet op nationale soevereiniteit, beperking van migratie, individuele vrijheid en een kleine overheid. In tegenstelling tot de ChristenUnie (CU) en SGP legt JA21 minder nadruk op christelijke waarden en meer op nationale identiteit, economische vrijheid en directe democratie via referenda. De partij wil scherpe grenzen aan migratie, meer burgerzeggenschap en minder overheidsbemoeienis, met concrete voorstellen voor lagere lasten, decentralisatie en het beschermen van Nederlandse normen en waarden.
JA21 ziet migratie als een bedreiging voor de verzorgingsstaat, nationale identiteit en publieke voorzieningen, en wil deze daarom fors beperken. Dit onderscheidt zich van CU en SGP, die migratie vaak meer in balans willen beperken vanuit christelijk-sociale overwegingen. JA21 koppelt migratie direct aan behoud van Nederlandse cultuur en economische draagkracht.
“Migratie moet sterk beperkt worden, en migranten die Nederland wel opneemt moeten integreren. JA21 wil dus scherpe grenzen stellen aan migratie, hiermee ruimte creëren op de woningmarkt, de Nederlandse cultuur beschermen, en wil integratie afdwingen.”
JA21 pleit voor meer referenda en directe invloed van burgers op beleid, in tegenstelling tot de meer representatieve democratiebenadering van CU en SGP. Dit sluit aan bij hun streven naar minder centrale overheidsmacht en meer lokale autonomie.
“JA21 wil dus meer referenda, minder EU, meer economische vrijheid en meer invloed op ons grensbeleid.”
“Meer zeggenschap van burgers over hun eigen leefomgeving door te focussen op decentralisatie en referenda over onder meer het migratiebeleid, de bevolkingsgroei en de natuur in Nederland te organiseren.”
JA21 wil een kleinere overheid, lagere belastingen en minder bureaucratie, met een focus op economische vrijheid en het terugdringen van overheidsuitgaven. Dit verschilt van CU en SGP, die doorgaans meer waarde hechten aan een sterke sociale overheid en publieke voorzieningen vanuit christelijk-sociaal perspectief.
“Lagere lasten en een kleine overheid. We willen de hoge collectieve lastendruk verlagen en het aantal ambtenaren structureel terugbrengen.”
“De collectieve lastendruk in Nederland is te hoog en de overheid geeft steeds meer geld uit zonder dat daar altijd een duidelijk rendement tegenover staat.”
JA21 benadrukt Nederlandse normen en waarden als leidraad, zonder expliciet te verwijzen naar christelijke grondslagen zoals CU en SGP doen. De partij verdedigt klassieke vrijheden en nationale identiteit, maar baseert zich niet op religieuze principes.
50PLUS richt zich primair op de belangen van ouderen en kiest voor pragmatische, seculiere oplossingen rond thema’s als migratie, zorg en inkomen, zonder expliciet religieuze of confessionele uitgangspunten. In tegenstelling tot CU en SGP legt 50PLUS de nadruk op directe democratie, individuele keuzevrijheid en het beschermen van sociale voorzieningen voor ouderen. Hun belangrijkste voorstellen zijn een streng maar praktisch migratiebeleid, behoud van AOW en pensioenen, en meer inspraak voor burgers.
50PLUS kiest voor een streng migratiebeleid met nadruk op praktische uitvoerbaarheid en lastenverdeling, zonder religieuze motieven. Dit onderscheidt zich van de meer ideologisch/religieus gemotiveerde migratiestandpunten van CU (meer gericht op barmhartigheid) en SGP (meer restrictief, maar vanuit christelijke waarden).
“50PLUS kiest voor een streng migratiebeleid dat onderscheid maakt tussen vormen van migratie en voorkomt dat systemen overbelast raken.”
“We willen een gemeenschappelijk Europees asielbeleid waarbij de buitengrenzen worden versterkt en opvang in de regio de regel wordt.”
“Gerichte arbeidsmigratie voor de zorg. Het personeelstekort in de zorg groeit naar 240.000 mensen in 2030. Zonder actie krijgen ouderen straks geen zorg meer. 50PLUS erkent dat dit vraagt om een uitzondering op ons strenge migratiebeleid.”
50PLUS pleit expliciet voor meer directe democratie en burgerinspraak, wat afwijkt van de meer representatieve, partijgestuurde benadering van CU en SGP. Dit is een seculiere, procedurele benadering van politiek.
“Verder is meer inspraak van de burger van groot belang; wij pleiten voor directe democratie.”
50PLUS baseert haar beleid op de belangen van ouderen en generaties, zonder religieuze of confessionele uitgangspunten. Dit onderscheidt zich fundamenteel van CU en SGP, die hun programma’s baseren op christelijke waarden.
“We zijn een partij die zich met name richt op het leven van 50-plussers, 60-plussers en nóg ouderen, mensen in de derde levensfase.”
“50PLUS zal bij elk onderwerp steeds in de allereerste plaats kijken naar het belang van de huidige generatie ouderen en toekomstige generaties ouderen.”
Het CDA positioneert zich als een partij die inzet op een samenleving gebaseerd op saamhorigheid, verantwoordelijkheid en vertrouwen, met een sterke nadruk op het algemeen belang en lokale gemeenschappen. In tegenstelling tot de meer uitgesproken religieuze en conservatieve accenten van CU en SGP, kiest het CDA voor een brede, verbindende koers waarin iedereen meetelt, ongeacht afkomst of overtuiging. De partij legt de nadruk op minder regels, meer ruimte voor lokale initiatieven, en het versterken van sociale verbanden, zonder een uitgesproken orthodox-christelijke signatuur.
Het CDA benadrukt het belang van de gemeenschap en het collectief, waarbij iedereen – ongeacht achtergrond of geloof – meetelt. Dit onderscheidt zich van de meer uitgesproken christelijke identiteit en exclusiviteit van CU en SGP, en biedt een bredere, minder dogmatische benadering.
“Waar je wieg ook heeft gestaan, wat je ook gelooft, van wie je ook houdt en wat je postcode of opleiding ook is. Ieder mens telt en heeft recht op een samenleving waarin ieders belangen worden meegewogen, en waarin mensen kansen en perspectief in het leven hebben.”
Het CDA kiest voor het terugdringen van regeldruk en het geven van vertrouwen aan burgers, verenigingen en lokale overheden. Dit pragmatische, decentraliserende beleid verschilt van de meer centrale, normatieve sturing die bij SGP en soms CU te vinden is.
“We stoppen met de gedachte dat meer regels altijd leiden tot het maken van minder fouten. Onevenredige verantwoordingsdruk zorgt voor maatschappelijke schade, tast de beroepseer van mensen aan en dooft het plezier van vrijwilligers uit. Het CDA vertrouwt op vitale verenigingen.”
“Het CDA staat voor een overheid met visie, die stevig is verankerd in de samenleving, ruimte geeft aan vakmanschap en lokale initiatieven steunt.”
Het CDA verdedigt de vrijheid van onderwijs (artikel 23), maar doet dit vanuit het principe van keuzevrijheid en diversiteit, niet vanuit een exclusief christelijk perspectief. Dit is minder streng en minder religieus gekleurd dan bij SGP en CU.
“Het CDA staat pal voor de vrijheid van onderwijs. Dankzij dit grondrecht hebben ouders de mogelijkheid een school te kiezen die past bij hun overtuiging en opvattingen mits dit niet ten koste gaat van de eigenheid van leerlingen.”
Het CDA benadrukt waarden als saamhorigheid, respect en het omzien naar elkaar, maar doet dit zonder de nadruk op orthodox-christelijke normen die bij SGP (en deels CU) centraal staan. De toon is verbindend en inclusief.
“Een fatsoenlijk land is een land waar we omzien naar elkaar en respect hebben voor de ander. We hebben een stevige agenda om onze waarden en normen nieuw gewicht te geven.”
Volt onderscheidt zich duidelijk van zowel de ChristenUnie (CU) als de SGP door haar uitgesproken seculiere en progressieve standpunten, met name op het gebied van onderwijs en de rol van religie. Volt pleit voor het afschaffen van religieus onderwijs en het niet langer financieren daarvan, en zet sterk in op gelijke kansen en een open samenleving waarin religie geen rol speelt in het publieke domein. Dit staat haaks op de kernwaarden van CU en SGP, die juist religieuze vrijheid en de rol van geloof in onderwijs en samenleving centraal stellen.
Volt wil een einde maken aan de financiering van religieus onderwijs en streeft naar volledig publiek toegankelijke scholen zonder religieuze grondslag. Dit is een fundamenteel verschil met CU en SGP, die beiden religieus onderwijs verdedigen en als essentieel zien voor de vrijheid van ouders en scholen.
“We schaffen privéscholen en de IGBO- en IGVO-regelingen af. Alle scholen worden publiek toegankelijk zonder financiële drempels. Zo stimuleren we gelijke kansen voor alle kinderen.”
“We houden op met het financieren van religieus onderwijs. Voor een open samenleving is het nodig dat kinderen uit alle geloofsovertuigingen elkaar al op school kunnen leren kennen. Door te stoppen...”
Volt benadrukt het belang van gelijke kansen voor alle kinderen, ongeacht religie, en wil dat scholen bijdragen aan een open, inclusieve samenleving. Dit contrasteert met de nadruk van CU en SGP op het behoud van eigen (christelijke) scholen en de bescherming van religieuze identiteit.
“Voor een open samenleving is het nodig dat kinderen uit alle geloofsovertuigingen elkaar al op school kunnen leren kennen.”
“We investeren in kinderopvang, scholen en opleidingen die toegankelijk zijn voor iedereen. Onderwijs moet persoonlijke groei stimuleren, ongelijkheid verkleinen en de volgende generatie voorbereiden op een snel veranderende wereld.”
De SP positioneert zich als uitgesproken seculier en pleit voor het afschaffen van religieuze scheiding in het onderwijs, met een sterke nadruk op sociale gelijkheid en inclusiviteit. In tegenstelling tot CU en SGP, die beide religieus geïnspireerd zijn en bijzonder onderwijs (op religieuze grondslag) verdedigen, wil de SP juist dat scholen geen kinderen meer mogen weigeren op basis van geloof en streeft zij naar openbare, inclusieve scholen. De kern van hun visie is dat afkomst, geloof of levensovertuiging geen drempel mag vormen in het onderwijs of de samenleving.
De SP wil dat alle scholen ieder kind accepteren, ongeacht geloof, afkomst of inkomen, en verzet zich tegen het scheiden van leerlingen op basis van godsdienst of levensbeschouwing. Dit staat haaks op de visie van CU en SGP, die het bijzonder (religieus) onderwijs juist willen behouden. De SP kiest voor openbare en inclusieve scholen en wil artikel 23 van de grondwet moderniseren om dit te bereiken.
“Scholen mogen geen kinderen weigeren. Elke school moet ieder kind accepteren, ongeacht geloof, afkomst, beperking of inkomen. We voeren daarom een algemene acceptatieplicht in.”
“Geen scholen die kinderen scheiden. Scholen zijn dé plek waar kinderen samen opgroeien, van elkaar leren en een gezamenlijke toekomst opbouwen. De samenleving is niet meer verzuild. Leerlingen scheiden op basis van godsdienst of levensbeschouwing is daarom achterhaald en ongewenst. We willen geen gesloten bolwerken, maar scholen die midden in de samenleving staan. Wij kiezen dan ook voor openbare en inclusieve scholen, waar afkomst, geloof of levensovertuiging geen drempel vormen.”
“We maken daarom een begin met de modernisering van artikel 23 van de grondwet. Overal in het land moet voldoende open”