50PLUS onderscheidt zich van D66 en CDA door een uitgesproken focus op de belangen van ouderen, met nadruk op inkomenszekerheid (AOW, pensioen), ouderenzorg, en het tegengaan van leeftijdsdiscriminatie. Hun programma bevat concrete voorstellen zoals een dertiende maand voor AOW’ers, afschaffing van erfbelasting, en een Ouderenzorgwet. In tegenstelling tot de bredere, meer generieke benadering van D66 en CDA, kiest 50PLUS expliciet voor beleid dat ouderen direct beschermt en ondersteunt.
50PLUS wil de inkomenspositie van ouderen versterken door een dertiende maand voor AOW’ers en het onaantastbaar maken van de AOW. Dit is een veel concreter en uitgesprokener standpunt dan bij D66 of CDA, die de AOW minder centraal stellen en geen dertiende maand voorstellen. Dit beleid is bedoeld om koopkrachtverlies bij ouderen te voorkomen en bestaanszekerheid te waarborgen.
50PLUS wil de erf- en schenkbelasting volledig afschaffen, wat een duidelijke breuk is met het beleid van D66 (die deze belastingen juist wil behouden of verhogen) en CDA (die slechts beperkte aanpassingen voorstelt). Dit voorstel is bedoeld om ouderen financieel te ontlasten en intergenerationele solidariteit te bevorderen.
50PLUS stelt een aparte Ouderenzorgwet voor, waarmee ouderen vergelijkbare rechten krijgen als jongeren in de Jeugdzorgwet. Dit is een unieke en concrete maatregel die bij D66 en CDA ontbreekt. Het doel is om waardige, toegankelijke en toekomstbestendige zorg voor ouderen wettelijk te borgen.
“We pleiten voor de invoering van een Ouderenzorgwet, waarin aan ouderen vergelijkbare rechten worden toegekend met de rechten van jongeren volgens de Jeugdzorgwet.”
50PLUS wil leeftijdsdiscriminatie expliciet tegengaan, zowel op de arbeidsmarkt als in het belastingstelsel. Dit is een onderscheidend punt ten opzichte van D66 en CDA, die dit minder expliciet en concreet benoemen.
50PLUS wil specifiek bouwen voor ouderen (levensloopbestendige woningen), zodat ouderen kunnen doorstromen en jongeren meer kans krijgen op een woning. Dit is een andere prioritering dan bij D66 (die inzet op brede woningbouw) en CDA (die inzet op gezinnen en starters).
DENK onderscheidt zich van partijen als D66 en CDA door een uitgesproken focus op het bestrijden van discriminatie, het versterken van sociale gelijkheid en het beschermen van religieuze en culturele diversiteit. De partij pleit voor stevige sociale maatregelen zoals het verhogen van het minimumloon, het afschaffen van het eigen risico in de zorg, en het behouden van bijzonder onderwijs zonder extra belemmeringen. DENK positioneert zich als het schild tegen uitsluiting en extreemrechts, met concrete voorstellen voor kansengelijkheid, armoedebestrijding en toegankelijke publieke voorzieningen.
DENK kiest voor een sterke inkomensherverdeling en het vergroten van bestaanszekerheid, in tegenstelling tot het meer gematigde beleid van D66 en CDA. De partij wil het minimumloon fors verhogen en investeert extra in armoedebestrijding.
“Wij willen een eerlijk loon voor alle Nederlanders. Daarom zijn wij voor een verhoging van het minimumloon naar 18 euro per uur.”
“Wij staan voor extra investeringen in armoedebestrijding en in toegankelijkere armoederegelingen. Er komt een fulltime Minister voor Armoedebestrijding.”
Waar D66 en CDA het eigen risico in de zorg behouden of slechts willen verlagen, schaft DENK het volledig af en breidt het basispakket uit met mondzorg en fysiotherapie.
DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op bijzonder en religieus onderwijs (artikel 23), terwijl D66 juist kritisch is op deze grondwetsbepaling en CDA deze traditioneel steunt, maar minder expliciet.
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
DENK maakt de strijd tegen discriminatie en extreemrechts tot kernpunt, met concrete doelen en institutionele veranderingen. Dit is veel uitgesprokener dan bij D66 of CDA.
“Een discriminatiedeadline. Het wettelijke doel wordt dat in 2030 de ervaren discriminatie in de samenleving 0% is.”
“Antifascisme in de Grondwet. Nooit meer is nu: in de Grondwet wordt expliciet opgenomen dat Nederland het fascisme en extreemrechtse politiek afwijst en kiest voor een pluriforme rechtsstaat waarin iedereen gelijkwaardig is.”
DENK kiest voor een sterke regierol van de overheid in de woningmarkt, met een Rijksbouwbedrijf en een Minister van Volkshuisvesting, wat verder gaat dan de voorstellen van D66 en CDA.
“Er komt een Rijkswoningbouwfonds waarin we meer geld reserveren om de bouw van betaalbare woningen te stimuleren.”
“We richten een Rijksbouwbedrijf op dat de verantwoordelijkheid krijgt om woningbouwprojecten te ontwikkelen.”
“Er komt een fulltime Minister van Volkshuisvesting. Deze Minister krijgt verregaande bevoegdheden, zoals het bindend kunnen aanwijzen van locaties waar woningbouw gerealiseerd moet worden.”
JA21 positioneert zich als een conservatief-liberale partij die zich duidelijk afzet tegen zowel het progressieve beleid van D66 als het gematigd christendemocratische profiel van het CDA. De partij legt sterk de nadruk op het beperken van migratie, het verkleinen van de overheid, het versterken van nationale soevereiniteit (minder EU), en het beschermen van Nederlandse normen en waarden. Hun concrete voorstellen zijn gericht op strenge migratiebeperking, meer directe democratie (referenda), behoud van fossiele energie, en het afschaffen van diversiteitsbeleid.
JA21 maakt van migratiebeperking en het beschermen van de Nederlandse identiteit een speerpunt, in tegenstelling tot het meer open migratiebeleid van D66 en het gematigder CDA. Ze willen scherpe grenzen stellen, integratie afdwingen en internationale verdragen herzien.
“Migratie moet sterk beperkt worden, en migranten die Nederland wel opneemt moeten integreren. JA21 wil dus scherpe grenzen stellen aan migratie, hiermee ruimte creëren op de woningmarkt, de Nederlandse cultuur beschermen, en wil integratie afdwingen.”
“JA21 herziet de knellende internationale verdragen en legt de soevereiniteit over onze grenzen weer waar hij hoort: bij ons Nederlandse parlement.”
JA21 is uitgesproken kritisch over de Europese Unie en wil nationale zeggenschap terughalen, wat hen onderscheidt van D66 (pro-EU) en het CDA (gematigd pro-EU). Ze willen minder Brusselse regels en geen verdere politieke integratie.
JA21 pleit voor een kleinere, efficiëntere overheid en meer directe invloed van burgers via referenda, in tegenstelling tot de centralistische benadering van D66 en het CDA. Ze willen een Minister voor Overheidsefficiëntie en bindende referenda over gevoelige dossiers.
“De minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie krijgt duidelijke taken: in de eerste plaats het terugdringen van de sluipende groei van de bureaucratie en het stoppen van de steeds snellere groei binnen ministeries en andere overheidsinstanties.”
“Vervolgens moet hij zorgen voor de organisatie van referenda over dossiers die al jaren om meer invloed van burgers vragen, zoals asiel, bevolkingsgroei, en de manier waarop wij omgaan met natuur in ons land.”
JA21 verzet zich expliciet tegen diversiteits- en inclusietrainingen en beleid gericht op institutioneel racisme, wat hen onderscheidt van D66 (voorstander van diversiteit) en het CDA (gematigd).
JA21 kiest voor behoud van fossiele infrastructuur en inzet op kernenergie, en verzet zich tegen nationale klimaatheffingen en extra regelgeving, in tegenstelling tot het groene beleid van D66 en het meer gematigde CDA.
“Onze betrouwbare fossiele infrastructuur behouden: kolen- en aardgascentrales niet sluiten.”
“Bovenop Europese regels introduceren we geen nationale klimaatheffingen of andere klimaatregelgeving.”
“Onze energiesector beschermen door in te zetten op betaalbare en betrouwbare kernenergie.”
De VVD positioneert zich duidelijk als centrum-rechts alternatief voor kiezers die twijfelen tussen D66 en CDA, met een sterke focus op het belonen van werkenden, het beperken van herverdeling en het verminderen van regels en belastingen voor de middenklasse. De partij zet zich af tegen verdere nivellering en wil de woningmarkt openbreken door minder regels en meer centrale regie. Kernvoorstellen zijn lastenverlichting voor werkenden, het afbouwen van toeslagen en het bouwen van meer koopwoningen.
De VVD benadrukt dat werkenden te weinig profiteren van het huidige beleid en wil daarom lasten verlagen voor de middenklasse, afbouwen van toeslagen en nivellering tegengaan. Dit onderscheidt zich van D66 (meer progressief, pro-herverdeling) en CDA (meer gericht op sociale cohesie en gezinnen).
“De VVD perkt de Haagse herverdelingsmachine in. We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“Wie werkt moet beloond worden door er meer op vooruit te gaan dan mensen die wel kunnen werken maar niet willen werken. Dat is gewoon eerlijk. Als werken niet loont, valt de samenleving stil. Daarom kiezen wij voor lagere lasten en meer waardering voor de middenklasse.”
“We leggen in een Koopkrachtwet vast dat werkenden er ieder jaar in koopkracht méér op vooruit moeten gaan dan niet-werkenden.”
“Om werken meer te laten lonen willen we af van de doorgeslagen nivellering via toeslagen, aftrekposten en heffingskortingen.”
De VVD wil de woningmarkt openbreken door minder regels, meer centrale regie en het bouwen van meer koopwoningen, met expliciete aandacht voor starters en middeninkomens. Dit is concreter en liberaler dan het CDA (meer gericht op huur en gezinnen) en minder regulerend dan D66.
“We gaan weer koopwoningen bouwen, zodat die eigen plek onder de zon voor iedereen te bereiken is. Regels, procedures en bezwaren zullen linksom of rechtsom moeten wijken.”
“We gaan flink schrappen in bouwregels en nemen maatregelen die de betaalbaarheid van koop- én huurhuizen vergroten. De rem op bouwen, transformeren en herbestemmen moet eraf. Dat vraagt om centrale regie.”
“Wij kiezen voor meer regie, meer doorstroming, meer huizen, maar minder regels. Een functionerende woningmarkt waar je met een normaal salaris een goed huis kunt betalen.”
De VVD kiest voor een kleinere overheid die minder stuurt, minder regels oplegt en meer ruimte laat aan burgers en ondernemers. Dit contrasteert met D66 (meer overheid bij klimaat en onderwijs) en CDA (meer overheid bij sociale zekerheid).
“Nederland staat voor een urgente en fundamentele keuze. Tussen een verder uitdijende overheid of een kleine en sterke overheid met een hart en die uitgaat van vertrouwen.”
“We kiezen daarom voor het stevig aanpakken van zorgfraude, met hogere straffen voor fraudeurs en een zwarte lijst bij de Kamer van Koophandel van veroordeelde zorgfraudeurs.”
“Met de Wet op regeldruk- en complexiteitsvermindering verplichten we alle departementen om per kabinetsperiode aantoonbaar wet- en regelgeving te schrappen of te versimpelen.”
“We willen dat overheidsuitgaven niet harder groeien dan de economie.”
BBB positioneert zich als een sociaal-conservatieve volkspartij met nadruk op regionale gelijkwaardigheid, nuchter bestuur en behoud van Nederlandse waarden. In tegenstelling tot D66 (progressief, stedelijk, internationaal) en CDA (centrum-rechts, christendemocratisch), legt BBB sterk de nadruk op regionale belangen, gezond verstand en terughoudende overheid. Belangrijke voorstellen zijn: beleid voor álle regio’s, minder Haagse centralisatie, en een sobere, dienstbare overheid.
BBB onderscheidt zich door het belang van álle regio’s centraal te stellen, in tegenstelling tot de Randstad-focus die zij andere partijen verwijten. Dit is relevant voor kiezers die twijfelen tussen D66 (meer stedelijk, nationaal/internationaal) en CDA (traditioneel regionaal, maar minder uitgesproken dan BBB).
“Dat betekent: geen beleid voor enkelen, maar eerlijk beleid voor iedereen. Of je nu in Groningen woont of in Gouda, op het platteland of drie hoog achter iedereen verdient dezelfde kansen. Gelijke toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, vervoer en veiligheid mag geen kwestie van postcode zijn.”
“BBB laat de stem van de provincie weerklinken in Den Haag. Daarmee is BBB de regiopartij bij uitstek.”
“Het economisch beleid van de rijksoverheid richt zich nog te vaak op de Randstad en een paar grote kennisclusters. Daardoor blijven andere delen van Nederland met name grensregio’s en plattelandsgebieden achter, terwijl daar volop economische kansen liggen.”
BBB kiest voor een kleinere, sobere overheid die zich terugtrekt uit het dagelijks leven, in tegenstelling tot D66 (meer overheid, progressief) en CDA (meer traditioneel, maar minder uitgesproken op dit punt). Dit is onderscheidend voor kiezers die een nuchtere, minder bemoeizuchtige overheid zoeken.
“BBB kiest voor een sobere en doelmatige overheid. In 2028 stellen we een nullijn in voor rijksambtenaren, inclusief ambtsdragers. Dat betekent dat er dat jaar geen loonstijgingen worden doorgevoerd.”
“De overheid is te groot geworden en bemoeit zich met te veel. Beleidsmakers verliezen de praktijk uit het oog en zien mensen als kostenpost, niet als dragers van de samenleving.”
“De recente politieke geschiedenis heeft laten zien dat de overheid zeer feilbaar is. Wij geloven in de kracht van gemeenschappen van mensen.”
BBB benadrukt het belang van Nederlandse/westerse waarden en stelt duidelijke eisen aan inburgering en participatie. Dit contrasteert met D66 (meer inclusief, multicultureel) en is scherper dan het CDA. Dit is relevant voor kiezers die waarde hechten aan nationale identiteit en duidelijke integratie-eisen.
“Daarom staat BBB pal voor onze Nederlandse cultuur en westerse waarden. Waarden zoals vrijheid, gelijkwaardigheid, verantwoordelijkheid en respect voor elkaar.”
“Wie hier wil blijven, moet hier willen zijn en zich ook zo gedragen. Onze normen en waarden zijn niet onderhandelbaar. Wij zijn gastvrij, maar niet grenzeloos.”
BBB is kritisch op wat zij zien als ideologisch en onrealistisch klimaatbeleid, en kiest voor haalbare, betaalbare oplossingen zonder extra nationale koppen op Europees beleid. Dit onderscheidt zich van D66 (ambitieus klimaatbeleid) en CDA (meer gematigd).
“Klimaatbeleid moet haalbaar, uitvoerbaar en betaalbaar zijn. We herzien afspraken als ze leiden tot onrealistische ambities of onbetaalbare oplossingen. Geen nationale koppen op Europees beleid.”
“We maken ons zorgen over de economische schade van ideologisch klimaatbeleid. Grote bedrijven vertrekken uit Nederland door hoge lasten en ondoordachte maatregelen, met banenverlies als gevolg.”
FVD positioneert zich als radicaal alternatief voor gevestigde partijen als D66 en CDA, met een sterke nadruk op directe democratie, het terugdringen van overheidsinvloed, en het afwijzen van klimaat- en immigratiebeleid zoals dat door D66 en CDA wordt gesteund. De partij wil bindende referenda, gekozen bestuurders, afschaffing van klimaatmaatregelen, en een kleinere overheid, waarmee ze zich scherp afzet tegen de consensuspolitiek van het politieke midden.
FVD wil de macht direct bij de burger leggen door bindende referenda en het rechtstreeks kiezen van bestuurders, in tegenstelling tot de meer representatieve en indirecte democratie van D66 en CDA. Dit standpunt adresseert het gevoel dat burgers te weinig invloed hebben op belangrijke besluiten, een kritiek die FVD expliciet richt op het 'kartel' van gevestigde partijen.
“We voeren bindende referenda in naar Zwitsers model, zodat u direct zelf kunt beslissen over belangrijke kwesties. Burgemeesters en andere bestuurders worden niet langer benoemd door een kleine kring, maar rechtstreeks gekozen.”
“Wij willen: » Bindende referenda naar Zwitsers model [...] » Rechtstreeks gekozen bestuurders”
FVD verwerpt het klimaatbeleid volledig, wil stoppen met de Klimaatwet en het Parijsakkoord, en kiest voor heropening van gaswinning en bouw van kerncentrales. Dit staat haaks op het klimaatbeleid van D66 (voorloper in klimaatmaatregelen) en CDA (meestal gematigd voorstander van klimaatbeleid).
“We trekken de Klimaatwet in en zeggen het Parijsakkoord op. Door gaswinning in Groningen te hervatten met eerlijke compensatie voor omwonenden en gelijktijdig te investeren in kolencentrales en moderne kernenergie, zoals thorium, zorgen we voor stabiele, goedkope stroom voor de komende generaties.”
“We schrappen alle klimaatregels, beëindigen het aardgasverbod en heropenen moderne kolen- en gascentrales. Gaswinning in Groningen moet worden hervat met eerlijke compensatie voor getroffen inwoners, en ook de (schalie)gasvelden in de Noord- en Waddenzee moeten worden ontgonnen.”
FVD wil immigratie sterk beperken en zelfs remigratie bevorderen, een veel restrictiever standpunt dan D66 (progressief, pro-immigratie) en CDA (centrum-rechts, gematigd restrictief).
“We willen stoppen met de massale immigratie en remigratie tot stand brengen zodat ons volk ook in de komende tientallen, honderden jaren als zodanig kan blijven bestaan.”
FVD stelt dat gevestigde partijen (waaronder D66 en CDA) een 'kartel' vormen dat vernieuwing tegenhoudt via subsidies, benoemingen en gesloten netwerken. Ze willen deze structuren doorbreken en de overheid kleiner en transparanter maken.
“In ons land vormen de gevestigde partijen een gesloten partijkartel. Een kleine groep bestuurders rouleert al decennia in dezelfde functies, schuift elkaar baantjes toe en schermt de macht af voor nieuw talent en frisse ideeën.”
“Dit partijkartel wordt bovendien in stand gehouden door een netwerk van subsidies, adviesraden en loterijen die jaarlijks miljarden euro’s rondpompen.”
FVD wil een vlaktaks, lagere belastingen en een jaarlijks krimpende overheid, in tegenstelling tot het meer progressieve belastingbeleid van D66 en het gematigde beleid van CDA.
“We voeren een vlaktaks in op het inkomen in Box-1, zodat meer verdienen niet wordt afgestraft en altijd volstrekt transparant is hoeveel inkomstenbelasting moet worden betaald.”
“De Rijksoverheidsuitgaven moeten verplicht ieder jaar 3% krimpen, zodat de overheid niet groter maar kleiner wordt.”
Het CDA legt sterk de nadruk op verantwoordelijkheid, saamhorigheid en het versterken van de samenleving, met aandacht voor fatsoen, vertrouwen en minder regels. Hun concrete voorstellen richten zich op het versterken van sociale vangnetten, het stimuleren van een sterke economie, het beschermen van de vrijheid van onderwijs en het bouwen aan een betrouwbare overheid. In vergelijking met D66 is het CDA traditioneler, meer gericht op gemeenschapswaarden en behoud van bestaande structuren, terwijl D66 doorgaans liberaler en progressiever is.
Het CDA kiest expliciet voor het versterken van gemeenschapszin, tradities en het belang van verenigingen, vrijwilligers en mantelzorgers. Dit onderscheidt zich van D66, dat doorgaans individualistischer en progressiever is. Het CDA ziet een samenleving waarin het 'wij' centraal staat als fundament voor beleid.
“Een fatsoenlijk land is een land waar we omzien naar elkaar en respect hebben voor de ander. We hebben een stevige agenda om onze waarden en normen nieuw gewicht te geven. We willen meer aandacht en minder regels voor de zachte krachten: verenigingen, vrijwilligers en mantelzorgers. Met een dienstplicht en stevige inburgering zorgen we dat iedereen meedoet. We versterken onze democratie en koesteren tradities.”
Het CDA verdedigt de vrijheid van onderwijs als grondrecht, waarbij ouders scholen kunnen kiezen die passen bij hun overtuiging, zolang de kwaliteit gewaarborgd blijft. Dit is een traditioneel CDA-standpunt dat verschilt van D66, dat vaker pleit voor meer gelijkheid en minder segregatie in het onderwijs.
“Het CDA staat pal voor de vrijheid van onderwijs. Dankzij dit grondrecht hebben ouders de mogelijkheid een school te kiezen die past bij hun overtuiging en opvattingen mits dat niet ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs als voorbereiding op het samenleven in een democratische rechtsstaat.”
Het CDA wil de regeldruk verminderen en meer vertrouwen geven aan burgers, vakmanschap en lokale overheden. Dit contrasteert met D66, dat vaak inzet op centrale sturing en innovatie, terwijl het CDA decentralisatie en lokale legitimiteit benadrukt.
“We stoppen met de gedachte dat meer regels altijd leiden tot het maken van minder fouten. Onevenredige verantwoordingsdruk zorgt voor maatschappelijke schade, tast de beroepseer van mensen aan en dooft het plezier van vrijwilligers uit.”
“Het CDA staat voor een overheid met visie, die stevig is verankerd in de samenleving, ruimte geeft aan vakmanschap en lokale initiatieven steunt.”
Het CDA kiest voor een stevigere aanpak van migratie en integratie, met nadruk op dienstplicht, stevige inburgering en strengere asielmaatregelen. Dit is doorgaans restrictiever dan het beleid van D66.
“Met een dienstplicht en stevige inburgering zorgen we dat iedereen meedoet.”
“We zijn voorstander van de maatregelen uit de Asielnoodmaatregelenwet waarin we kiezen voor tijdelijke asielvergunningen, gezinshereniging terugbrengen tot het kerngezin, de voornemenprocedure bij de IND afschaffen, uitbreiding van de ongewenstverklaring en de maatregelen die het stapelen van asielverzoeken onmogelijk maakt.”
Het CDA benadrukt het belang van houdbare overheidsfinanciën en het vasthouden aan Europese begrotingsregels, met ruimte voor investeringen in defensie en toekomstig verdienvermogen. Dit is een traditioneel, voorzichtig financieel beleid dat kan verschillen van de meer investeringsgerichte benadering van D66.
“Het CDA staat voor houdbare overheidsfinanciën. Juist door op korte termijn meer ruimte te zoeken, kunnen we de keuzes maken die op lange termijn tot gezondere overheidsfinanciën leiden.”
“We willen een daadkrachtig en solide financieel beleid, waarbij we ons houden aan de Europese begrotingsregels en de ruimte daarbinnen benutten, met name ten behoeve van uitgaven aan defensie.”
De ChristenUnie positioneert zich als een partij die kiest voor een sterke sociale en rechtvaardige samenleving, met nadruk op solidariteit, rentmeesterschap en het beschermen van kwetsbaren. In vergelijking met D66 (progressief, liberaal) en CDA (centrum-rechts, christendemocratisch) legt de ChristenUnie meer nadruk op morele en christelijke waarden, structurele investeringen in woningbouw en armoedebestrijding, en een rechtvaardig belastingstelsel. Hun visie is gericht op gemeenschapszin, duurzaamheid en het stellen van duidelijke grenzen aan marktwerking en individuele vrijheid.
De ChristenUnie kiest voor een actieve rol van de overheid in de woningmarkt, met een sterke focus op betaalbaarheid en gemeenschapsvorming. Dit onderscheidt zich van D66 (meer marktgericht) en CDA (meer gematigd), door de expliciete keuze voor regie en sociale samenhang.
“We bouwen 100.000 woningen per jaar, waarvan ten minste tweederde goed te betalen is voor mensen met een gewoon inkomen. Daarvoor trekken we de komende jaren miljarden extra uit en maken we ruimte voor ontmoeting in buurten. Huizen bouwen is gemeenschappen bouwen.”
“De ChristenUnie kiest voor een overheid die regie neemt in de volkshuisvesting om betaalbaar en toekomstbestendig te bouwen. We zorgen voor een rechtvaardiger woningmarkt die woningzoekenden en huurders niet langer benadeelt.”
De ChristenUnie wil het belastingstelsel radicaal vereenvoudigen en rechtvaardiger maken, met bijzondere aandacht voor lage inkomens en het belonen van werk. Dit is concreter en socialer dan het CDA, en minder liberaal dan D66.
“Daarom hebben we een compleet nieuw belastingstelsel uitgewerkt, dat is doorgerekend door het Centraal Planbureau. Bij dit nieuwe stelsel staan twee kernwaarden met stip voorop: eenvoud en rechtvaardigheid.”
“Concreet betekent dit dat bij de ChristenUnie-plannen onderaan de streep niemand belasting betaalt over de eerste 30.000 euro aan inkomen.”
De ChristenUnie kiest voor een actieve aanpak van armoede, met verhoging van het sociaal minimum en periodieke toetsing. Dit is een duidelijk socialer accent dan bij CDA en D66.
“Het aantal mensen en kinderen dat in armoede leeft moet sterk omlaag. Voor een beter armoedebeleid is het advies van de Commissie Sociaal Minimum de leidraad. Het sociaal minimum moet voldoende zijn om van rond te kunnen komen. Periodiek wordt getoetst of het sociaal minimum nog voldoende is.”
De ChristenUnie stelt duidelijke grenzen aan marktwerking en individuele vrijheid, met het oog op bescherming van kwetsbaren en het algemeen belang. Dit onderscheidt zich van het liberalere D66 en het meer pragmatische CDA.
“Dat de mens zelf het beste weet wat goed voor hem is, zichzelf altijd in de hand heeft en in vrijheid de juiste keuzes maakt, is een mythe. ... De overheid moet duidelijke normen stellen omdat het bijdraagt aan een veilig land en gezonde jongeren.”
De ChristenUnie kiest voor investeringen die zichzelf terugverdienen en wijst consumptieve schuld af, met transparantie via CPB-doorrekening. Dit is strikter dan D66 en meer gericht op houdbaarheid dan CDA.
“In tegenstelling tot het huidige kabinet gaan we geen consumptieve uitgaven financieren met meer schuld, maar stoppen we juist geld in investeringen die zich terugverdienen, zoals woningbouw, infrastructuur en energienetten.”
“De ChristenUnie staat voor transparante en verstandige politiek. Daarom laten we onze keuzes in kaart brengen door de onafhankelijke experts van het CPB.”
BVNL positioneert zich als een klassiek-liberale, economisch rechtse en cultureel conservatieve partij die sterk afwijkt van zowel D66 (progressief, pro-EU, sociaal-liberaal) als CDA (centristisch, christendemocratisch, meer gericht op consensus). De partij pleit voor een kleinere overheid, forse verlaging van overheidsuitgaven, meer individuele vrijheid, nationale soevereiniteit en een harde asielstop. BVNL zet zich af tegen supranationale inmenging, woke-isme en collectivisme, en kiest voor radicale deregulering, vlaktaks en ondernemersvrijheid.
BVNL wil de overheid fors verkleinen, minder ambtenaren en minder regels, in tegenstelling tot D66 (meer overheid bij klimaat/onderwijs) en CDA (behoud van sociale vangnetten). Dit is een fundamenteel verschil in visie op de rol van de staat.
“BVNL wil een kleinere overheid, minder ambtenaren en minder bureaucratie. De overheid wordt veel te groot, er zijn te veel ambtenaren, er is teveel controledrang en de bureaucratie neemt onevenredig toe. BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
BVNL verzet zich fel tegen verdere Europese integratie en supranationale macht, waar D66 juist pro-EU is en CDA gematigd pro-EU. Dit is een scherp onderscheidend punt.
“BVNL wil dat Nederland weer soeverein wordt. We moeten stoppen met het overhevelen van zeggenschap naar ongekozen supranationale organen zoals de WHO, de EU, de VN en de NAVO. De EU moet worden omgevormd tot een confederatie van samenwerkende landen, zoals de Europese Economische Gemeenschap (EEG) oorspronkelijk bedoeld was.”
“Een bindend referendum over het EU-lidmaatschap. Economische samenwerking binnen een Europese Economische Gemeenschap (EEG) is prima en vrijhandel is een groot goed. Maar de overdracht van soevereiniteit naar de EU moet stoppen en we moeten de mogelijkheid krijgen tot opt-ins en opt-outs.”
BVNL kiest voor een volledige asielstop en koppelt het woningtekort direct aan immigratie, wat veel verder gaat dan het beleid van D66 (ruimhartig) of CDA (beperkend, maar geen asielstop).
“BVNL wil een asielstop. Het absorptievermogen is bereikt en Nederland kan de eindeloze toestroom van asielzoekers niet meer aan. De huidige bevolking krimpt en veel van de problemen in de zorg, het onderwijs en op de woningmarkt kunnen worden opgelost door de grenzen te sluiten.”
BVNL wil een radicaal eenvoudiger belastingstelsel met een vlaktaks van 25% en afschaffing van toeslagen, wat sterk afwijkt van het progressieve stelsel van D66 en het CDA.
“BVNL wil een vlaktaks invoeren van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000,-. Tegelijkertijd worden alle andere belastingen en toeslagen afgeschaft.”
BVNL profileert zich als cultureel conservatief en anti-woke, in tegenstelling tot het progressieve D66 en het gematigd conservatieve CDA.
“Daarnaast waait er een gure collectivistische wind door Nederland en neemt het woke-isme steeds extremere vormen aan, waardoor Nederlandse tradities en normen en waarden worden bedreigd.”
“Nederland is geen lege huls. Onze taal, onze normen, onze geschiedenis en onze waarden zijn het fundament van wie wij zijn. Wie Nederland binnenkomt, past zich aan – niet andersom.”
D66 onderscheidt zich van het CDA door een uitgesproken sociaal-liberale koers: de partij legt sterk de nadruk op individuele vrijheid, gelijke kansen, inclusiviteit en een progressieve benadering van thema’s als klimaat, onderwijs en Europa. D66 wil structureel investeren in onderwijs, klimaatneutraliteit versnellen, discriminatie actief bestrijden en de democratie vernieuwen met meer burgerinvloed. Hun visie is gericht op een open, diverse samenleving waarin iedereen zichzelf kan zijn en de overheid ongelijkheid actief corrigeert.
D66 kiest expliciet voor een inclusieve samenleving waarin alle vormen van uitsluiting, racisme en discriminatie actief worden bestreden. Dit is een duidelijk verschil met het CDA, dat traditioneel meer nadruk legt op gemeenschapswaarden en minder uitgesproken is op het gebied van individuele identiteit en diversiteit.
“D66 wil alle vormen van uitsluiting, racisme en discriminatie doorbreken: of het nu gaat om afkomst of geloof (jodenhaat of moslimhaat), huidskleur (zoals anti-zwart of anti-Aziatisch racisme), leeftijd, opleidingsniveau, armoede, beperking, neurodiversiteit (zoals ADHD of autisme), seksuele oriëntatie of genderidentiteit (queerhaat) of omdat iemand een vrouw is.”
D66 zet in op een snelle en ambitieuze aanpak van klimaatverandering, met concrete doelen voor CO2-reductie en een eerlijke verdeling van de kosten van de energietransitie. Dit is progressiever dan het CDA, dat doorgaans voorzichtiger is met tempo en sociale correcties in het klimaatbeleid.
“In 2030 is er 55% minder uitstoot van broeikasgassen, in lijn met de door minister Jetten ingevoerde Klimaatwet. In 2040 is dat 90% minder, overeenkomstig met de doelstelling van de EU, en in 2050 is Nederland klimaatneutraal. Dit leggen we vast in de Klimaatwet. D66 blijft daarbij streven naar klimaatneutraliteit in 2040.”
“De klimaatcrisis raakt ons allemaal, maar niet iedereen even hard. Daarom zorgt D66 voor een eerlijke verdeling van de kosten en de opbrengsten van de energietransitie. Zo maken we de omslag naar schone energie socialer en rechtvaardiger.”
D66 wil de democratie vernieuwen door burgers meer directe invloed te geven, transparantie te vergroten en corruptie actief te bestrijden. Dit staat in contrast met het CDA, dat meer waarde hecht aan bestuurlijke stabiliteit en minder inzet op directe burgerparticipatie.
“D66 wil mensen méér invloed geven op de beslissingen die hen aangaan. Niet iedere vier jaar, maar continu. Dat vraagt om verbetering en vernieuwing.”
“Transparantie is essentieel om te weten hoe we worden vertegenwoordigd en of participatie werkt. Corruptie of belangenverstrengeling zijn ook in Nederland een risico. Openheid moet daarom de norm.”
D66 maakt van onderwijs een speerpunt, met nadruk op maatwerk, gelijke kansen en structurele investeringen. Dit is progressiever en individueler dan het CDA, dat traditioneel meer inzet op basisvaardigheden en de rol van ouders en gemeenschap.
“D66 doorbreekt dit. Dat doen we door te kiezen voor hoge verwachtingen, gelijke kansen en goede gebouwen om in te leren. Kinderen en jongeren krijgen meer tijd om hun talent te ontdekken, doordat we later selecteren en onderwijs op maat écht laten werken.”
D66 profileert zich als uitgesproken voorstander van individuele zelfbeschikking op medisch-ethisch gebied, zoals euthanasie en abortus. Dit is een fundamenteel verschil met het CDA, dat hier veel terughoudender in is.
“D66 staat voor een samenleving waarin ieder mens het recht heeft om zelf te beslissen over zijn of haar lichaam, leven en gezondheid.”
NSC positioneert zich als alternatief voor zowel D66 als CDA door te kiezen voor bestaanszekerheid, herstel van vertrouwen in de overheid en het versterken van de band tussen burger en politiek. De partij benadrukt een realistische, niet-neoliberale koers met aandacht voor sociale samenhang, regionale vertegenwoordiging en een dienstbare overheid. Concrete voorstellen zijn onder meer het invoeren van een regionaal kiesstelsel, het beperken van dichtgetimmerde coalitieakkoorden en het versterken van integriteit en transparantie in de politiek.
NSC wil de band tussen kiezer en Kamerlid versterken door een regionaal kiesstelsel met meervoudige districten, waarmee regionale belangen beter worden vertegenwoordigd dan bij het huidige landelijke systeem. Dit onderscheidt NSC van D66 (voorstander van evenredige vertegenwoordiging) en CDA (traditioneel meer regionaal georiënteerd, maar zonder zo’n concreet voorstel).
“We willen de band tussen kiezer en Kamerlid versterken door een regionaal kiesstelsel in te voeren met meervoudige kiesdistricten.”
“De overgebleven zetels worden zo toegewezen dat er sprake blijft van evenredige vertegenwoordiging. De zorgen en belangen van mensen uit alle delen van het gehele land worden zo beter gehoord in het parlement.”
NSC keert zich expliciet af van het neoliberalisme (meer markt, minder overheid) en kiest voor een zorgzame samenleving met nadruk op gemeenschapszin en bescherming van het kwetsbare. Dit is een duidelijk verschil met D66 (meer liberaal-progressief) en sluit deels aan bij CDA, maar NSC is explicieter in de afwijzing van het neoliberale beleid.
NSC wil dat coalitieakkoorden zich beperken tot hoofdlijnen en financiële kaders, zodat er meer ruimte is voor open debat en minder dichtgetimmerde afspraken. Dit is een kritiek op de huidige bestuurscultuur, waar D66 vaak deel van uitmaakte, en sluit aan bij de wens van CDA voor meer dualisme, maar NSC is concreter in de uitwerking.
“Coalitieakkoorden moeten zich beperken tot hoofdlijnen van beleid en financiële kaders. Ze leggen niet precies vast hoe de doelen bereikt worden. Er moet ruimte zijn voor debat en om in te spelen op veranderende omstandigheden; geen dichtgetimmerde afspraken dus.”
NSC wil strengere integriteitsregels voor bewindspersonen en een verplicht openbaar lobbyregister, waarmee het zich profileert als partij van transparantie en herstel van vertrouwen. Dit is een onderscheidend punt ten opzichte van zowel D66 als CDA, die minder expliciet zijn in hun voorstellen.
“We pleiten voor een verplicht en openbaar lobbyregister voor contacten met ministers, ambtenaren en Kamerleden.”
“De politiek is streng voor de burgers maar mild voor zichzelf bij kwesties rondom integriteit. Daarom werkt Nieuw Sociaal Contract aan een initiatiefwet voor integriteitsregels voor bewindspersonen.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) onderscheidt zich duidelijk van zowel D66 als CDA door welzijn, natuur en rechtvaardigheid centraal te stellen, boven economische groei en traditionele belangen. Hun programma bevat concrete voorstellen voor een radicaal andere economie, een sterke sociale zekerheid zonder toeslagen, en een rechtvaardige, inclusieve samenleving. PvdD kiest voor structurele hervormingen gericht op duurzaamheid, gelijke kansen en het beschermen van kwetsbaren, wat hen fundamenteel onderscheidt van de meer gematigde, op economische groei gerichte koers van D66 en CDA.
PvdD verwerpt het idee dat economische groei automatisch tot welvaart leidt en kiest expliciet voor welzijn, duurzaamheid en het beschermen van mens, dier en natuur. Dit staat haaks op het meer economische en marktgerichte denken van D66 en CDA.
“De Partij voor de Dieren is de enige politieke partij die welzijn boven welvaart plaatst. Het zit diep in ónze natuur om de belangen van het kwetsbare als beginpunt te nemen, en niet de belangen van de grootvervuilers, CEO’s en mensen met het meeste geld.”
“Ons huidige economische model is onhoudbaar. We hebben een systeem dat uitgaat van een sprookje: dat economische groei vanzelf leidt tot welvaart voor iedereen. Maar dat is niet zo.”
PvdD wil het toeslagenstelsel volledig afschaffen en vervangen door een systeem waarin iedereen een toereikend inkomen heeft, zonder onnodige bureaucratie of voorwaarden. Dit is veel radicaler dan de hervormingsvoorstellen van D66 of CDA.
“We maken uiteindelijk alle toeslagen overbodig. Ieder mens moet een voldoende hoog inkomen hebben om in de basisbehoeften te voorzien.”
PvdD kiest voor een harde aanpak van de klimaatcrisis, waarbij industrie en economische belangen ondergeschikt worden gemaakt aan natuur, milieu en leefbaarheid. Dit is een fundamenteel andere prioriteit dan bij D66 (meer technocratisch) of CDA (meer behoudend).
“We kiezen voor de dieren. Voor ruimte voor natuur en woningen, voor het radicaal aanpakken van de klimaatcrisis, voor gezondheid, voor medemenselijkheid en rechtvaardigheid.”
“Het moet en kan anders. Samen kunnen we de klimaat- en natuurcrisis eerlijk en effectief aanpakken. We kunnen niet meer alles produceren en consumeren wat we willen.”
PvdD stelt gelijke behandeling en het bestrijden van alle vormen van discriminatie centraal, met concrete voorstellen voor wettelijke verboden en herdenkingsdagen. Dit is explicieter en verdergaand dan de benadering van D66 of CDA.
“Het verbod op etnisch profileren wordt uitgebreid; er komt een (wettelijk) verbod op het gebruik van etniciteit en nationaliteit als indicator in risicoprofielen die worden gebruikt voor het opsporen van potentiële wet- en regelovertreders door de politie, Koninklijke Marechaussee of het FIOD.”
“We roepen 1 juli uit tot nationale herdenkings- en feestdag. Zo herdenken we het leed van het slavernijverleden, de formele afschaffing en vieren we de vrijheid. Er komt een herstelfonds voor nazaten van tot slaafgemaakten.”
De SP positioneert zich als een uitgesproken sociale partij die zich afzet tegen het politieke midden en pleit voor grote veranderingen op het gebied van sociale zekerheid, inkomensverdeling en publieke voorzieningen. In tegenstelling tot partijen als D66 en CDA, die volgens de SP te veel naar het midden opschuiven of het belang van de werkende klasse onvoldoende dienen, kiest de SP voor stevige herverdeling van welvaart, hogere belastingen voor kapitaal en gratis of betaalbare publieke diensten. De kern van hun visie is het bestrijden van ongelijkheid en het versterken van solidariteit, met concrete voorstellen zoals het fors verlagen van de inkomstenbelasting voor werkenden, het invoeren van een miljonairsbelasting en het gratis maken van het openbaar vervoer.
De SP onderscheidt zich door een duidelijke keuze voor het verlagen van de inkomstenbelasting voor werkenden en het verhogen van de belasting op vermogen en kapitaal, in tegenstelling tot het meer gematigde beleid van D66 en CDA. Dit is bedoeld om de lasten eerlijker te verdelen en de werkende klasse te ontlasten.
“We verlagen de inkomstenbelasting fors zodat je meer overhoudt van het geld dat jij verdient. Ook verlagen we de btw op basisproducten.”
“Daarom verhogen we de belasting voor het inkomen uit kapitaal naar het niveau van de inkomstenbelasting, voeren we een miljonairsbelasting in voor vermogens boven 5 miljoen euro en stoppen we met subsidies voor miljardairs.”
De SP pleit voor gratis openbaar vervoer voor iedereen, een voorstel dat veel verder gaat dan de plannen van D66 of CDA. Dit moet mobiliteit eerlijker maken en bijdragen aan sociale gelijkheid.
“We maken ons hard voor openbaar vervoer dat niemand uitsluit door de omvang van hun portemonnee. De reis naar werk, familie en zorg is belangrijk voor mens, maatschappij, klimaat en economie. Daarom moet het openbaar vervoer zo snel mogelijk vrije toegang bieden.”
De SP keert zich fel tegen de groeiende militaire uitgaven (zoals de 'Trumpnorm') en de daarmee gepaard gaande bezuinigingen op zorg, onderwijs en sociale zekerheid, waarmee zij zich duidelijk afzet tegen het beleid van partijen als D66 en CDA die deze uitgaven steunen of accepteren.
“Zo zien we hoe, in slechts enkele maanden, onze welvaartsstaat wordt omgebouwd tot een oorlogsmachine. Het maakt onze wereld niet veiliger, het verzwakt onze economie en beschadigt onze samenleving. We zullen er alles aan moeten doen om dit te stoppen.”
“Partijleiders van Timmermans tot en met Wilders hebben zich gecommitteerd aan de Trumpnorm van vijf procent. Het gaat hierbij om het astronomische bedrag van 35 miljard euro per jaar extra. Dit leidt nu al en zal nog meer leiden tot bezuinigingen op onze zorg, onderwijs en sociale zekerheid.”
De SP kiest voor een radicale aanpak van ongelijkheid en het versterken van solidariteit, met concrete maatregelen tegen discriminatie en voor het verbinden van mensen in buurten en verenigingen. Dit is een duidelijk links alternatief voor het meer gematigde beleid van D66 en CDA.
“We gaan tweedeling tegen en accepteren geen enkele vorm van discriminatie, door niemand. Discriminatie bestrijden we altijd en overal, op basis van klasse, kleur, gender, religie, seksuele voorkeur, leeftijd, woonplaats, beperking of wat ook.”
“Wij kiezen voor de belangen van de werkende klasse: de grote meerderheid van Nederland die hun inkomen verdient uit arbeid, uitkering of pensioen. Wij kiezen voor een einde aan armoede, want iedereen zou in welvaart moeten leven.”
Volt positioneert zich als een uitgesproken progressieve en vernieuwende partij, met een sterke nadruk op democratische vernieuwing, jongerenparticipatie en Europese samenwerking. In tegenstelling tot D66 en CDA legt Volt de nadruk op structurele hervormingen van het politieke systeem, zoals het uitbreiden van de Tweede Kamer, het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd en het invoeren van burgerberaden. Hun kernvisie is gericht op het versterken van de democratie, het vergroten van inspraak en het betrekken van nieuwe generaties bij de politiek.
Volt vindt de huidige Tweede Kamer te klein en wil deze fors uitbreiden om de volksvertegenwoordiging te versterken. Dit is een fundamenteel verschil met D66 en CDA, die hier niet voor pleiten. Volt ziet dit als noodzakelijk om de controlerende en wetgevende taak van het parlement te verbeteren.
“We breiden de Tweede Kamer uit van 150 naar 250 zetels. Onze Tweede Kamer is namelijk te klein, zeker in vergelijking met andere Europese landen. Een grotere Tweede Kamer is nodig om de wetgevende en controlerende taak van de Tweede Kamer te versterken, en vooral om de taak van volksvertegenwoordiging beter te vervullen.”
Volt wil jongeren eerder betrekken bij de democratie door de stemgerechtigde leeftijd te verlagen naar 16 jaar. Dit is een uitgesproken progressief standpunt dat Volt onderscheidt van CDA (die hier tegen is) en verder gaat dan D66 (die soms pleit voor experimenten, maar niet structureel).
“De stem van jongeren vergroten we door de stemgerechtigde leeftijd te verlagen van achttien naar zestien jaar. Het is belangrijk dat juist jongeren eerder kunnen en mogen meedenken en stemmen over beleid.”
“Daarom verlagen we de leeftijd dat je mag stemmen naar zestien jaar.”
Volt wil een nationaal, permanent burgerberaad instellen dat burgerberaden organiseert en toeziet op de opvolging van hun aanbevelingen. Dit is een fundamenteel andere benadering van burgerparticipatie dan bij D66 en CDA.
“We richten het allereerste, nationale, permanente burgerberaad ter wereld op. Dit instituut is verantwoordelijk voor het organiseren van burgerberaden in Nederland. Een groep ingelote inwoners kan dan - al dan niet in samenspraak met de politiek - burgerberaden agenderen over onderwerpen die hen na aan het hart liggen, zoals zorg, het klimaat of pensioenen. De aanbevelingen uit individuele burgerberaden worden door de politiek serieus meegenomen in de besluitvorming. Het permanente burgerberaad ziet daarop toe.”
Volt wil een structurele adviesrol voor jongeren in de politiek via een Derde Kamer, een permanent jongerenberaad dat wetsvoorstellen beoordeelt. Dit is uniek en gaat verder dan de jongerenparticipatievoorstellen van D66 of CDA.
“We voeren een Derde Kamer voor jongeren in. De Derde Kamer krijgt een permanent raadgevend jongerenberaad. Dat is een orgaan, bestaande uit een groep jongeren tussen de 15 en 20 jaar, dat op aanvraag van de Tweede Kamer en/of de Eerste Kamer haar mening geeft over politieke voorstellen.”
“We voeren een Derde Kamer in: een jongerenberaad dat wetten beoordeelt en de politiek adviseert.”
Volt wil een verbod op het stapelen van politieke functies (bijvoorbeeld tegelijk gemeenteraadslid en Kamerlid zijn), om belangenverstrengeling en overbelasting te voorkomen. Dit is een concreet voorstel dat Volt onderscheidt van D66 en CDA.
“Er komt een verbod op dubbelfuncties in de politiek. Op dit moment is het mogelijk om tegelijkertijd gemeenteraadslid, Provinciale Statenlid én Tweede Kamerlid te zijn. Volt vindt dat dit verboden moet worden. Functies stapelen zorgt ervoor dat je de functies in de verschillende volksvertegenwoordigende organen niet goed kunt uitoefenen.”
BIJ1 onderscheidt zich duidelijk van zowel D66 als CDA door haar radicaal linkse, antikapitalistische en dekoloniale visie. De partij pleit voor vergaande sociale gelijkheid, het afschaffen van marktwerking in essentiële sectoren, en het centraal stellen van herstel van koloniale schade en radicale gelijkwaardigheid. BIJ1 kiest voor structurele veranderingen zoals gratis onderwijs, volledige overheidszorg, en bindende democratische inspraak, waarmee ze zich scherp afzet tegen het meer gematigde, liberale D66 en het centrumrechtse, christendemocratische CDA.
BIJ1 wil alle onderwijs gratis maken en studieschulden van de ‘pechgeneratie’ volledig kwijtschelden, wat veel verder gaat dan de plannen van D66 of CDA. Hiermee adresseert de partij ongelijkheid in het onderwijs en zet ze zich af tegen het huidige leenstelsel en collegegeld.
“We schaffen collegegeld af: al het onderwijs wordt gratis. Alle studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we volledig kwijt.”
De partij wil de zorg volledig nationaliseren, het eigen risico afschaffen en marktwerking uitbannen. Dit is een fundamenteel ander uitgangspunt dan D66 (die marktwerking deels wil behouden) en CDA (die inzet op samenwerking publiek-privaat).
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd. Het ‘eigen risico’ en rekeningen aan de balie schaffen we af.”
BIJ1 pleit voor bindende burgerinspraak bij grote politieke vraagstukken en het versterken van democratische controle, wat verder gaat dan de participatie-voorstellen van D66 en CDA.
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
De partij stelt herstel van koloniale schade en radicale gelijkwaardigheid centraal, met bijzondere aandacht voor het Caribisch deel van Nederland. Dit thema is uniek voor BIJ1 en komt niet of nauwelijks terug bij D66 of CDA.
BIJ1 positioneert zich als uitgesproken antiracistisch en intersectioneel, met een focus op het bestrijden van structurele ongelijkheid op basis van huidskleur, gender, religie en seksuele oriëntatie. Dit is veel explicieter en radicaler dan bij D66 of CDA.
“BIJ1 droomt van een wereld met radicaal gelijke rechten voor iedereen. Voor Zwarte mensen en mensen van kleur, vrouwen (zonder seksisme), moslims (zonder islamofobie), de LHBTQIA+ gemeenschap, mensen in armoede, en alle andere onderdrukte en achtergestelde groepen in onze samenleving.”
De SGP onderscheidt zich duidelijk van zowel D66 als CDA door haar nadruk op christelijke waarden, behoudende gezinsnormen, strenge migratie-eisen en een beperkte rol van de overheid in onderwijs en samenleving. De partij legt sterk de nadruk op het beschermen van het klassieke gezin, het beperken van migratie en het versterken van gezag en veiligheid. Concrete voorstellen zijn onder meer het stellen van strengere eisen aan integratie, het beschermen van het ongeboren leven en het beperken van overheidsbemoeienis in het onderwijs.
De SGP wil migratie beperken en stelt hogere eisen aan integratie, waarbij cultuur en religie een grotere rol spelen. Dit is een duidelijk verschil met D66 (liberaal en ruimhartig) en CDA (meer gematigd). De partij ziet migratie als een bedreiging voor de samenhang en wil tijdelijke toelating en meer nadruk op gedeelde waarden.
“in beginsel tijdelijk en bij toelating moeten cultuur en religie een grotere rol gaan spelen. We bouwen immers aan een samenleving die een gemeenschap wil zijn, geen los zand.”
De SGP profileert zich als uitgesproken voorstander van het klassieke gezin en de bescherming van ongeboren leven, wat haar onderscheidt van zowel D66 (progressief) als CDA (meer gematigd christelijk). Dit is een fundamenteel uitgangspunt in hun programma.
De SGP wil dat de overheid een bescheiden rol speelt in het onderwijs en pleit voor meer vertrouwen in leerkrachten en bestuurders. Dit contrasteert met D66, dat juist inzet op modernisering en sturing, en CDA dat een middenpositie inneemt.
“Het is hoog tijd dat de overheid een meer bescheiden rol vervult. De overheid moet actiever zijn om het stelsel te bewaken en de juiste randvoorwaarden te scheppen, maar minder in detail de inrichting van het onderwijs bepalen.”
De SGP legt sterk de nadruk op het handhaven van gezag en het streng straffen van misdadigers, wat haar onderscheidt van D66 (meer gericht op preventie en resocialisatie) en CDA (meer balans).
“De SGP wil dat misdadigers hun straf uitzitten en verantwoordelijkheid nemen voor hun daden. Zo blijft het gezag van overheid en rechter stevig verankerd.”
De SGP verwerpt diversiteit- en inclusieprojecten bij de politie en wil selectie puur op geschiktheid, wat haar duidelijk onderscheidt van D66 (voorstander van diversiteit) en CDA (meer gematigd).
“Diversiteit- en inclusieprojecten dienen plaats te maken voor opsporing en vervolging van echte criminelen. Bij de instroom op de Politieacademie wordt niet langer onderscheid gemaakt op basis van diversiteit, maar wordt enkel geselecteerd op basis van geschiktheid voor de Politiefunctie.”
GroenLinks-PvdA positioneert zich als een uitgesproken linkse, progressieve partij die solidariteit, het versterken van de verzorgingsstaat en het tegengaan van marktwerking centraal stelt. Hun belangrijkste voorstellen richten zich op het eerlijker verdelen van welvaart, het investeren in publieke voorzieningen, en het centraal stellen van samenwerking boven individueel gewin. Dit onderscheidt zich duidelijk van het meer liberale D66 en het centrum-rechtse CDA, die beide minder ver gaan in het afwijzen van marktwerking en het herwaarderen van de verzorgingsstaat.
GroenLinks-PvdA wijst expliciet marktwerking af en kiest voor solidariteit als leidend principe, in tegenstelling tot D66 (meer liberaal, pro-markt) en CDA (centristisch, met meer nadruk op gemeenschapswaarden maar minder uitgesproken tegen marktwerking). Ze willen de samenleving opnieuw inrichten met de nadruk op collectieve voorzieningen en het tegengaan van ongelijkheid.
“Opeenvolgende kabinetten kozen voor marktwerking in plaats van solidariteit. Als je de samenleving inricht als markt, komen niet mensen maar de winst centraal te staan.”
“Wij willen bouwen aan een Nieuwe Verzorgingsstaat, gericht op de kwaliteit van ons bestaan. We willen een samenleving vormen waarin we succes niet langer afmeten aan de waarde die je onttrekt, maar aan de bijdrage die je levert aan de samenleving.”
De partij kiest voor forse investeringen in publieke voorzieningen, economie en infrastructuur, en wil ongelijkheid actief bestrijden. Dit is een duidelijk links onderscheid ten opzichte van CDA en D66, die doorgaans voorzichtiger zijn met grote publieke investeringen en minder expliciet inzetten op herverdeling.
“Wij kiezen ervoor om de komende jaren te investeren in onze publieke voorzieningen, economie, infrastructuur en veiligheid. Op lange termijn heeft Nederland er baat bij dat we die investeringen nu doen en niet uitstellen.”
“We strijden voor een eerlijk belastingstelsel. Dat betekent een systeem zonder speciale kortingen en een eerlijke belasting op vermogen, winst en vervuiling.”
GroenLinks-PvdA wil jongeren meer betrekken bij de politiek, onder andere door de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen naar 16 jaar. Dit progressieve voorstel onderscheidt zich van CDA (conservatiever) en D66 (weliswaar ook voor jongerenparticipatie, maar minder uitgesproken over verlaging kiesleeftijd).
“We verlagen de kiesgerechtigde leeftijd naar 16 jaar en we rollen een campagne uit om de opkomst onder jongeren te verhogen.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma