DENK onderscheidt zich van partijen als Volt en D66 door een sterke nadruk op sociale gelijkheid, bestaanszekerheid, en het bestrijden van discriminatie, met concrete voorstellen voor hogere minimumlonen, betaalbare zorg, en een inclusieve samenleving. De partij is kritisch over Europese integratie en bewaakt nationale soevereiniteit, terwijl ze pragmatische samenwerking in de EU steunt. DENK richt zich op het versterken van publieke voorzieningen, het terugdringen van ongelijkheid, en het beschermen van minderheden, met uitgesproken standpunten over onderwijs, zorg, en armoedebestrijding.
DENK wil de kloof tussen arm en rijk actief verkleinen door het minimumloon te verhogen en belastingen voor lage- en middeninkomens te verlagen, terwijl de sterkste schouders meer bijdragen. Dit is een duidelijk links sociaal-economisch standpunt, waarmee DENK zich onderscheidt van Volt en D66, die doorgaans gematigder zijn op herverdeling.
“Wij willen een eerlijk loon voor alle Nederlanders. Daarom zijn wij voor een verhoging van het minimumloon naar 18 euro per uur.”
“Wij kiezen voor een rechtvaardigere inkomensverdeling en vragen aan hen die dat kunnen om bij te dragen aan ons sociale stelsel.”
“We verlagen de belasting voor lage- en middeninkomens. Mensen met een heel hoog inkomen of vermogen kunnen een extra bijdrage leveren.”
DENK wil de zorg toegankelijker maken door het eigen risico volledig af te schaffen en de zorgpremie te verlagen, met uitbreiding van het basispakket. Dit is een concreet verschil met D66 en Volt, die doorgaans voor behoud of matiging van het eigen risico zijn.
DENK verdedigt expliciet het recht op religieus en bijzonder onderwijs en wil geen extra belemmeringen voor nieuwe scholen, in tegenstelling tot Volt en D66 die kritisch zijn op artikel 23 en religieus onderwijs willen beperken.
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
DENK is pragmatisch voor Europese samenwerking, maar hecht sterk aan nationale soevereiniteit en inspraak van het parlement, en is tegen een Europees leger. Dit onderscheidt DENK van Volt (pro-EU, federalistisch) en D66 (pro-EU, voor meer integratie).
“Wij zijn pragmatische voorstanders van de EU: als wij uitdagingen beter in Europees verband kunnen aanpakken, dan zijn wij daar een voorstander van. Wij hechten aan het borgen van inspraak van ons nationale parlement bij EU regelgeving en hechten aan het behouden van onze soevereine zeggenschap over hoe ons land wordt bestuurd.”
“Wij zijn een voorstander van Europese defensiesamenwerking, maar geen voorstander van een Europees leger. Wij moeten altijd zelf blijven bepalen of onze militairen worden ingezet.”
DENK positioneert zichzelf als het schild tegen discriminatie en extreemrechts, met harde standpunten tegen racisme en voor gelijke rechten, wat sterker en explicieter is dan bij Volt en D66.
50PLUS onderscheidt zich duidelijk van Volt en D66 door haar sterke focus op de belangen van ouderen, met name op het gebied van AOW, pensioenen, zorg en wonen. Waar Volt en D66 zich profileren als progressieve, toekomstgerichte partijen met nadruk op Europese samenwerking, klimaat en onderwijs, kiest 50PLUS voor behoud van verworven rechten, directe koopkrachtverbetering voor ouderen en een kritische houding tegenover snelle hervormingen. Kiezers die twijfelen tussen Volt en D66, maar vooral zekerheid en bescherming van ouderenbelangen zoeken, vinden bij 50PLUS een uitgesproken alternatief.
50PLUS maakt van het beschermen en verbeteren van de AOW en pensioenen haar absolute prioriteit, in tegenstelling tot Volt en D66 die meer inzetten op hervormingen en solidariteit tussen generaties. Dit standpunt is bedoeld om bestaanszekerheid voor ouderen te waarborgen en leeftijdsdiscriminatie tegen te gaan.
50PLUS richt haar beleid primair op het verbeteren van de positie van ouderen in de samenleving, met concrete voorstellen voor ouderenzorg, seniorenhuisvesting en veiligheid, terwijl Volt en D66 een bredere, meer generieke benadering hanteren.
“50PLUS let in het bijzonder op de belangen van mensen in de leeftijdsfase 50-plus.”
“We pleiten voor de invoering van een Ouderenzorgwet, waarin aan ouderen vergelijkbare rechten worden toegekend met de rechten van jongeren volgens de Jeugdzorgwet.”
“Bouwen voor oud is de komende jaren de oplossing voor woningnood onder jongeren.”
“Meer blauw zichtbaar op straat.”
In tegenstelling tot Volt en D66, die vaak voorop willen lopen met hervormingen en Europese integratie, kiest 50PLUS voor behoedzaamheid en het voorkomen van extra nationale regels bovenop Europese afspraken.
Het CDA positioneert zich als een partij van verantwoordelijkheid, fatsoen en gemeenschapszin, met nadruk op het versterken van de samenleving, het koesteren van tradities en het beperken van regels. In vergelijking met Volt en D66 is het CDA behoudender op thema’s als inburgering, democratische vernieuwing en sociale cohesie, en legt het meer nadruk op normen, waarden en het belang van de gemeenschap boven het individu. Concrete voorstellen zijn onder meer een verplichte dienstplicht, strengere inburgering, minder regels en meer ruimte voor verenigingen en mantelzorgers.
Het CDA kiest voor een verplichte (militaire) dienstplicht en een streng inburgeringsbeleid, waarmee het zich duidelijk onderscheidt van Volt en D66, die beide meer inzetten op vrijwilligheid en inclusiviteit. Dit past bij hun visie op een weerbare samenleving waarin iedereen actief bijdraagt.
“We herstellen de militaire opkomstplicht zodat er altijd genoeg mensen klaarstaan om ons te verdedigen. Vrijheid en veiligheid vraagt inzet van iedereen.”
“Met een dienstplicht en stevige inburgering zorgen we dat iedereen meedoet.”
“Voor alle statushouders is het inburgeringsonderwijs verplicht, in het uiterste geval op straffe van verlies van hun status.”
Het CDA wil de regel- en verantwoordingsdruk verminderen en meer ruimte geven aan verenigingen, vrijwilligers en tradities, in tegenstelling tot Volt en D66 die doorgaans meer nadruk leggen op individuele rechten en institutionele vernieuwing.
“We willen meer aandacht en minder regels voor de zachte krachten: verenigingen, vrijwilligers en mantelzorgers.”
“We stoppen met de gedachte dat meer regels altijd leiden tot het maken van minder fouten. Onevenredige verantwoordingsdruk zorgt voor maatschappelijke schade, tast de beroepseer van mensen aan en dooft het plezier van vrijwilligers uit.”
“We versterken onze democratie en koesteren tradities.”
Het CDA stelt concrete eisen aan de interne democratie van politieke partijen en wil het aantal moties beperken, waarmee het zich onderscheidt van Volt en D66 die juist meer ruimte willen voor burgerparticipatie en parlementaire vernieuwing.
Het CDA benadrukt het belang van de gemeenschap en gezamenlijke verantwoordelijkheid, waar Volt en D66 vaker het individu en individuele rechten centraal stellen.
GroenLinks-PvdA positioneert zich als een uitgesproken linkse, progressieve partij die solidariteit centraal stelt en pleit voor een sterke verzorgingsstaat, eerlijkere belastingen en stevige investeringen in publieke voorzieningen en klimaat. In vergelijking met Volt en D66 legt GroenLinks-PvdA meer nadruk op herverdeling, sociale zekerheid en het aanpakken van ongelijkheid, met concrete voorstellen zoals het afbouwen van fossiele subsidies, het verhogen van belastingen op vermogen en het versterken van de democratische rechtsstaat. Kiezers die twijfelen tussen Volt, D66 en GroenLinks-PvdA en vooral waarde hechten aan sociale gelijkheid, solidariteit en een actieve overheid, vinden bij GroenLinks-PvdA het meest uitgesproken linkse alternatief.
GroenLinks-PvdA kiest voor forse investeringen in publieke voorzieningen, economie en infrastructuur, en wil ongelijkheid actief bestrijden. Dit onderscheidt zich van D66 en Volt door een sterkere nadruk op herverdeling en sociale zekerheid.
“Wij kiezen ervoor om de komende jaren te investeren in onze publieke voorzieningen, economie, infrastructuur en veiligheid. Op lange termijn heeft Nederland er baat bij dat we die investeringen nu doen en niet uitstellen.”
“Bij alles wat GroenLinks-PvdA in dit programma voorstelt is dat ons kompas. De komende jaren willen we bouwen aan een Nieuwe Verzorgingsstaat, gericht op de kwaliteit van ons bestaan.”
De partij wil een eerlijker belastingstelsel zonder speciale kortingen, hogere belastingen op vermogen en vervuiling, en het afbouwen van fossiele subsidies. Dit is concreter en linkser dan de voorstellen van D66 en Volt.
“We strijden voor een eerlijk belastingstelsel. Dat betekent een systeem zonder speciale kortingen en een eerlijke belasting op vermogen, winst en vervuiling.”
“Vrijstellingen en fiscale subsidies voor grootgebruikers en producenten van fossiele energie worden afgebouwd.”
“We laten grote vervuilers een eerlijke bijdrage leveren aan de kosten van de duurzaamheidstransitie.”
GroenLinks-PvdA legt sterk de nadruk op het beschermen van de democratische rechtsstaat, onafhankelijke instituties en gelijke rechten, met concrete voorstellen zoals het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd en het versterken van de vrije pers.
“We versterken onze democratische dijken, beschermen onze onafhankelijke instituties en garanderen toegang tot het recht voor iedereen.”
“We verlagen de kiesgerechtigde leeftijd naar 16 jaar en we rollen een campagne uit om de opkomst onder jongeren te verhogen.”
“Onafhankelijke media zijn onmisbaar in een democratie. We versterken...”
De partij benadrukt solidariteit als kernwaarde en richt zich op het samenbrengen van mensen, in tegenstelling tot marktwerking en individualisme.
FVD positioneert zich radicaal anders dan Volt en D66: waar Volt en D66 kiezen voor meer Europese samenwerking, progressief klimaatbeleid en een inclusieve samenleving, pleit FVD juist voor nationale soevereiniteit, het afschaffen van klimaat- en stikstofbeleid, en een kleinere overheid. FVD wil bindende referenda, directe democratie, lagere belastingen en een stop op massale immigratie. Wie twijfelt tussen Volt en D66, vindt bij FVD een fundamenteel ander, conservatief-nationalistisch alternatief dat zich afzet tegen de koers van beide partijen.
FVD wil de macht teruggeven aan de burger door bindende referenda en direct gekozen bestuurders, in tegenstelling tot Volt en D66 die vooral inzetten op representatieve democratie en Europese besluitvorming. Dit standpunt adresseert het gevoel van afstand tussen burger en politiek en biedt een alternatief voor wie meer directe invloed wil.
FVD verwerpt verdere Europese integratie en wil nationale wetgeving altijd boven internationale verdragen stellen, terwijl Volt en D66 juist voor meer EU-samenwerking pleiten. Dit is een fundamenteel verschil voor kiezers die twijfelen tussen pro-EU partijen.
“We schrappen de artikelen 93 en 94 van onze Grondwet zodat de Nederlandse wet altijd boven internationale verdragen en afspraken komt te staan.”
FVD wil alle klimaat- en stikstofmaatregelen schrappen, gaswinning hervatten en kerncentrales bouwen, terwijl Volt en D66 juist voorstander zijn van ambitieus klimaatbeleid. Dit is een kernverschil voor kiezers die duurzaamheid belangrijk vinden.
“We willen stoppen met het klimaat- en stikstofbeleid, de boeren en de industrie weer de ruimte geven, en via hervatte gasboringen in Groningen weer betaalbare energie terugbrengen voor iedereen.”
“We schrappen alle klimaatregels, beëindigen het aardgasverbod en heropenen moderne kolen- en gascentrales.”
FVD kiest voor een vlaktaks, afschaffing van erf- en schenkbelasting, en een jaarlijkse krimp van de overheid, terwijl Volt en D66 juist inzetten op een sterke publieke sector en progressieve belastingen. Dit spreekt kiezers aan die minder overheid en lagere lasten willen.
“De Rijksoverheidsuitgaven moeten verplicht ieder jaar 3% krimpen, zodat de overheid niet groter maar kleiner wordt.”
“We voeren een vlaktaks in op het inkomen in Box-1, zodat meer verdienen niet wordt afgestraft en altijd volstrekt transparant is hoeveel inkomstenbelasting moet worden betaald.”
“Erfbelasting afschaffen. We schaffen de meest onrechtvaardige belasting af: de erfbelasting (hier is immers al een heel leven belasting over betaald).”
FVD wil immigratie sterk beperken en zelfs remigratie stimuleren, terwijl Volt en D66 juist voorstander zijn van een open en inclusieve samenleving. Dit is een belangrijk onderscheidend punt voor kiezers die hierover twijfelen.
“We willen stoppen met de massale immigratie en remigratie tot stand brengen zodat ons volk ook in de komende tientallen, honderden jaren als zodanig kan blijven bestaan.”
JA21 positioneert zich als een conservatief-liberale partij die sterk inzet op nationale autonomie, minder EU-invloed, strenger migratiebeleid, meer directe democratie (zoals referenda), en een kleinere, efficiëntere overheid. In tegenstelling tot Volt en D66, die beide pro-EU, progressief en internationalistisch zijn, kiest JA21 voor duidelijke grenzen aan migratie, behoud van Nederlandse normen en waarden, en terughoudendheid ten aanzien van Europese integratie. Kiezers die twijfelen tussen Volt en D66, maar waarde hechten aan nationale soevereiniteit, minder EU, en meer burgerzeggenschap, zullen bij JA21 een fundamenteel ander geluid vinden.
JA21 wil de Nederlandse soevereiniteit herstellen en beperken wat de EU mag bepalen, in tegenstelling tot Volt en D66 die juist meer Europese samenwerking nastreven. Dit standpunt adresseert de wens om nationale controle te behouden over beleid en wetgeving.
“JA21 wil invloed teruggeven aan de Nederlandse burger. Dat betekent dat burgers meer zeggenschap krijgen over grensbeleid, de totstandkoming van nieuwe wetten, en de manier waarop met (belasting)geld wordt omgegaan. Nederlanders zijn vrij om hun eigen regels te bepalen en hun eigen keuzes te maken. JA21 wil dus meer referenda, minder EU, meer economische vrijheid en meer invloed op ons grensbeleid.”
“De Europese Unie moet zich leren beperken. De EU moet terug naar haar kerntaken waarmee we onze soevereiniteit behouden en economische groei kunnen veiligstellen.”
JA21 pleit voor directe democratie via referenda, met name over gevoelige onderwerpen als asiel, bevolkingsgroei en natuurbeleid. Dit verschilt van Volt en D66, die weliswaar burgerparticipatie steunen, maar minder expliciet inzetten op bindende referenda over deze thema’s.
“De Minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie... dient zorg te dragen voor de snelst mogelijke invoering van het correctief bindend referendum. Vervolgens moet hij zorgen voor de organisatie van referenda over dossiers die al jaren om meer invloed van burgers vragen, zoals asiel, bevolkingsgroei, en de manier waarop wij omgaan met natuur in ons land.”
“Meer zeggenschap van burgers over hun eigen leefomgeving door te focussen op decentralisatie en referenda over onder meer het migratiebeleid, de bevolkingsgroei en de natuur in Nederland te organiseren.”
JA21 kiest voor duidelijke grenzen aan migratie en stelt de Nederlandse cultuur en normen centraal, waar Volt en D66 juist inzetten op openheid, inclusiviteit en internationale samenwerking.
JA21 wil een kleinere overheid, minder bureaucratie en minder nationale koppen op EU-regels, terwijl Volt en D66 doorgaans meer overheidsregie en Europese harmonisatie nastreven.
“Wij kiezen voor een kleinere overheid, grootse plannen en een open blik, zonder de menselijke maat en ons gemeenschapsgevoel uit het oog te verliezen.”
“De minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie krijgt duidelijke taken: in de eerste plaats het terugdringen van de sluipende groei van de bureaucratie en het stoppen van de steeds snellere groei binnen ministeries en andere overheidsinstanties.”
“Nationale koppen op EU-regels afschaffen: we introduceren geen nieuwe wetgeving die verder gaat dan EU-regelgeving.”
De PVV positioneert zich radicaal anders dan Volt en D66: waar Volt en D66 inzetten op Europese samenwerking, klimaatmaatregelen en progressief beleid, kiest de PVV voor nationale soevereiniteit, het afschaffen van klimaatbeleid en het beperken van Europese invloed. De partij wil geen verplichtingen rond duurzaamheid, geen verdere machtsoverdracht aan de EU, en zet in op lagere lasten voor burgers. Kiezers die twijfelen tussen Volt en D66 kiezen tussen progressief, Europees en groen beleid; PVV is het tegenovergestelde: nationaal, anti-klimaat en anti-EU.
De PVV verzet zich fel tegen verdere Europese integratie en het overhevelen van bevoegdheden naar Brussel, in tegenstelling tot Volt en D66 die juist voor meer Europese samenwerking zijn. De partij wil nationale soevereiniteit herstellen en vetorechten behouden.
“Wij willen sterke bilaterale en economische banden met andere landen; samenwerken is prima. Waar wij fel tegen zijn, is een geopolitieke Europese Unie, een Europese superstaat.”
“Dat betekent: niet nóg meer bevoegdheden en miljarden overhevelen naar Brussel, maar juist terughalen. Onze vetorechten behouden we, herstellen we in ere én zetten we in: Nederland moet al het mogelijke vetoën...”
De PVV wijst klimaatmaatregelen en duurzaamheidseisen resoluut af, waar Volt en D66 juist voorop lopen in klimaatbeleid. De partij wil geen verplichte verduurzaming, geen nieuwe wind- of zonneparken, en verlaagt de btw op energie.
In tegenstelling tot Volt en D66, die inzetten op verduurzaming van mobiliteit, wil de PVV geen rekeningrijden, geen verbod op brandstofauto’s en geen verplicht elektrisch rijden.
De PVV benadrukt het belang van nationale identiteit en tradities, en verzet zich tegen multiculturalisme en het maken van excuses voor het verleden. Dit contrasteert met de inclusieve en progressieve benadering van Volt en D66.
“Handen af van onze geschiedenis, cultuur, identiteit, tradities en feesten; linkse haat tegen helden uit onze geschiedenis stoppen”
“Geen misplaatste schaamtecultuur, maar het koesteren van onze tradities, de standbeelden van onze nationale helden en onze feesten als Kerstmis, Sinterklaas mét Zwarte Piet en Pasen.”
De SP positioneert zich als het duidelijk linkse, sociaal-economisch radicale alternatief ten opzichte van partijen als Volt en D66, die zij als te gematigd en te veel gericht op het midden beschouwen. De SP wil grote veranderingen: hogere belastingen voor de rijken, fors lagere lasten voor werkenden, meer zeggenschap voor werknemers, en een sterke publieke sector zonder marktwerking. Hun kernvisie is een "supersociaal" Nederland waarin solidariteit, bestaanszekerheid en democratisering centraal staan.
De SP verwerpt het politieke midden en kiest voor uitgesproken linkse, sociale keuzes, in tegenstelling tot Volt en D66 die volgens de SP te veel compromissen sluiten. Ze willen structurele veranderingen in plaats van kleine aanpassingen.
De SP wil inkomens- en vermogensongelijkheid fors aanpakken door de belasting op kapitaal en vermogen te verhogen, en de inkomstenbelasting voor werkenden juist te verlagen. Dit is een duidelijk verschil met Volt en D66, die minder ver gaan in herverdeling.
“We verlagen de inkomstenbelasting fors zodat je meer overhoudt van het geld dat jij verdient.”
“Daarom verhogen we de belasting voor het inkomen uit kapitaal naar het niveau van de inkomstenbelasting, voeren we een miljonairsbelasting in voor vermogens boven 5 miljoen euro en stoppen we met subsidies voor miljardairs.”
De SP wil werknemers structureel meer macht geven binnen bedrijven, wat verder gaat dan de voorstellen van Volt en D66. Dit moet zorgen voor meer democratie op de werkvloer en een eerlijker verdeling van de winst.
“In het bestuur van een bedrijf altijd ten minste één bestuurder moet zitten die is verkozen door de werknemers die aan hen verantwoording moet afleggen.”
“Werknemers krijgen in bedrijven met meer dan honderd werknemers allemaal één stem waarmee ze de raad van commissarissen mogen kiezen.”
De SP wil marktwerking en private investeerders weren uit de publieke sector (zorg, onderwijs, energie, OV), terwijl Volt en D66 marktwerking deels accepteren of slechts willen reguleren.
“We verbieden private equity in de publieke sector. Cruciale en publieke sectoren zoals de zorg, farmacie, kinderopvang, volkshuisvesting, energie, openbaar vervoer en ons onderwijs moeten beschermd worden tegen overnames door private equitybeleggers.”
De SP is kritisch op de huidige EU, die zij als te neoliberaal en te veel onder invloed van bedrijven ziet. Ze willen een sociale unie en meer transparantie, waar Volt en D66 juist pro-EU zijn en verdere integratie nastreven.
“De EU is van een Europees vredesproject verworden tot een neoliberaal instrument van het bedrijfsleven. De SP wil af van een Europa dat werkt voor het kapitaal en naar een sociale unie.”
“Wij willen een openbaar en verplicht lobbyregister voor de hele Europese Unie, waarin iedereen kan zien welke bedrijven,”
Volt onderscheidt zich van D66 door te kiezen voor radicale democratische vernieuwing, zoals een permanente burgerberaad, uitbreiding van de Tweede Kamer en het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd naar 16 jaar. Volt legt sterk de nadruk op structurele participatie van burgers en jongeren in de politiek, en wil minder macht voor gevestigde partijen en meer directe invloed voor inwoners. Kies Volt als je een fundamenteel andere, meer participatieve en Europese democratie wilt; kies D66 als je voor gematigde, liberale vernieuwing bent binnen het bestaande systeem.
Volt wil als eerste land ter wereld een permanent burgerberaad instellen, waarmee burgers structureel invloed krijgen op politieke besluitvorming. Dit gaat verder dan de incidentele burgerpanels die D66 voorstaat en is bedoeld om het vertrouwen in de politiek te herstellen en de kloof met burgers te verkleinen.
“We richten het allereerste, nationale, permanente burgerberaad ter wereld op. Dit instituut is verantwoordelijk voor het organiseren van burgerberaden in Nederland. Een groep ingelote inwoners kan dan - al dan niet in samenspraak met de politiek - burgerberaden agenderen over onderwerpen die hen na aan het hart liggen, zoals zorg, het klimaat of pensioenen.”
“De aanbevelingen uit individuele burgerberaden worden door de politiek serieus meegenomen in de besluitvorming. Het permanente burgerberaad ziet daarop toe.”
Volt wijst het bindend correctief referendum af, in tegenstelling tot D66 dat hier positiever tegenover staat. Volt vindt dat wetgeving niet mag worden teruggedraaid via een simpele ja/nee-vraag, maar dat burgers juist vroeg in het proces moeten meepraten.
“Volt is tegen een bindend correctief referendum, waarmee nieuwe wetten achteraf kunnen worden teruggedraaid. Wij vinden dat je zorgvuldig ingevoerde wetgeving niet kunt vervangen door een ja/nee-vraag.”
“Volt vindt het belangrijk dat inwoners al vroeg in het wetgevingsproces kunnen meepraten met de overheid en zo hun inbreng en steun kunnen geven aan nieuwe wetten.”
Volt wil de Tweede Kamer fors uitbreiden om de volksvertegenwoordiging te versterken en meer ruimte te geven aan diversiteit en kleinere partijen. Dit is een onderscheidend voorstel dat D66 niet heeft.
“We breiden de Tweede Kamer uit van 150 naar 250 zetels. Onze Tweede Kamer is namelijk te klein, zeker in vergelijking met andere Europese landen. Een grotere Tweede Kamer is nodig om de wetgevende en controlerende taak van de Tweede Kamer te versterken, en vooral om de taak van volksvertegenwoordiging beter te vervullen.”
Volt wil jongeren structureel betrekken door de stemgerechtigde leeftijd te verlagen naar 16 jaar en een Derde Kamer (jongerenberaad) in te voeren. Dit gaat verder dan de jongerenparticipatie die D66 voorstaat.
“De stem van jongeren vergroten we door de stemgerechtigde leeftijd te verlagen van achttien naar zestien jaar.”
“We voeren een Derde Kamer voor jongeren in. De Derde Kamer krijgt een permanent raadgevend jongerenberaad.”
Volt wil wettelijk vastleggen dat politieke partijen intern democratisch moeten zijn, met leden en stemrecht, om een einde te maken aan eenmanspartijen. Dit is een scherpere eis dan D66 doorgaans stelt.
“We versterken de democratie door in de wet op te nemen dat politieke partijen aan democratische eisen moeten voldoen. Geen eenmanspartijen meer zonder leden met stemrecht.”
Volt wil een verbod op het stapelen van politieke functies (bijvoorbeeld Kamerlid én Statenlid tegelijk), om belangenverstrengeling en overbelasting te voorkomen. Dit is een concreet voorstel dat D66 niet zo expliciet heeft.
“Er komt een verbod op dubbelfuncties in de politiek. Op dit moment is het mogelijk om tegelijkertijd gemeenteraadslid, Provinciale Statenlid én Tweede Kamerlid te zijn. Volt vindt dat dit verboden moet worden.”
De ChristenUnie onderscheidt zich van Volt en D66 door haar nadruk op christelijk-sociale waarden, het beschermen van kwetsbaren, en het stellen van duidelijke morele grenzen in beleid. De partij kiest voor een radicaal eenvoudiger en rechtvaardiger belastingstelsel, structurele armoedebestrijding, en een kritische houding ten opzichte van ongebreidelde individuele vrijheid en Europese integratie. Kiezers die twijfelen tussen Volt en D66, maar waarde hechten aan sociale rechtvaardigheid, gemeenschapszin en normstellend beleid, vinden bij de ChristenUnie een principieel alternatief.
De ChristenUnie wil het complexe toeslagen- en belastingstelsel vervangen door een systeem dat eenvoud en rechtvaardigheid centraal stelt, met een forse belastingverlaging op arbeid en inkomensondersteuning via verzilverbare belastingkortingen.
“Daarom hebben we een compleet nieuw belastingstelsel uitgewerkt, dat is doorgerekend door het Centraal Planbureau. Bij dit nieuwe stelsel staan twee kernwaarden met stip voorop: eenvoud en rechtvaardigheid.”
“Onder aan de streep niemand belasting betaalt over de eerste 30.000 euro aan inkomen. Bovendien is het belastingtarief over een extra verdiende euro (marginale druk) zelfs in het extreemste geval niet meer dan 50%.”
“In plaats van toeslagen krijgt iedere Nederlander maandelijks een korting op de te betalen inkomstenbelasting. Als de korting hoger is dan het belastingbedrag, wordt het verschil uitgekeerd.”
De partij stelt het terugdringen van (kinder)armoede en het verhogen van het sociaal minimum centraal, met periodieke toetsing en het tegengaan van niet-gebruik van regelingen.
“Het aantal mensen en kinderen dat in armoede leeft moet sterk omlaag. Voor een beter armoedebeleid is het advies van de Commissie Sociaal Minimum de leidraad. Het sociaal minimum moet voldoende zijn om van rond te kunnen komen.”
De ChristenUnie verwerpt het idee van onbegrensde individuele vrijheid en marktwerking, en pleit voor duidelijke normen ter bescherming van kwetsbaren en het algemeen belang.
De partij steunt Europese samenwerking, maar stelt nationale soevereiniteit en subsidiariteit voorop, en is kritisch op verdere uitbreiding en bemoeienis van de EU.
“Europese samenwerking begint met duidelijkheid over bevoegdheden. Het moet helder zijn waar lidstaten zelf verantwoordelijk voor zijn en waar de Europese Unie wel of niet over gaat. Voor de ChristenUnie is subsidiariteit het uitgangspunt: besluiten worden genomen op het laagst mogelijke niveau, zo dicht mogelijk bij mensen.”
“De toetredingsonderhandelingen met Turkije worden gestaakt.”
D66 zet sterk in op een vooruitstrevend, sociaal-liberaal beleid met nadruk op democratische vernieuwing, gelijke kansen, Europese samenwerking en een ambitieuze klimaat- en energietransitie. De partij wil burgers meer directe invloed geven, investeert in onderwijs en bestaanszekerheid, en kiest voor een sociaal rechtvaardige verduurzaming. Voor kiezers die twijfelen tussen Volt en D66: D66 is pragmatisch, institutioneel vernieuwend en Europees, maar legt meer nadruk op individuele vrijheid, sociale zekerheid en bestuurlijke vernieuwing dan Volt, dat doorgaans radicaler Europees en pan-Europees denkt.
D66 wil burgers meer invloed geven op bestuur en besluitvorming, onder andere door het direct kiezen van bestuurders en het versterken van transparantie. Dit onderscheidt zich van Volt, dat vooral inzet op Europese burgerinvloed, terwijl D66 ook nationaal bestuurlijke vernieuwing centraal stelt.
D66 kiest voor een leidende rol van Nederland in een sterker, besluitvaardiger Europa, met meer gezamenlijke investeringen en duidelijke Europese regels. In tegenstelling tot Volt, dat pan-Europese integratie als kernpunt heeft, blijft D66 nationale belangen en regie combineren met Europese samenwerking.
D66 koppelt ambitieuze klimaatdoelen aan sociale rechtvaardigheid, door steun voor lage inkomens en het versneld afbouwen van fossiele subsidies. Dit pragmatische, sociale accent onderscheidt zich van Volt, dat doorgaans nog ambitieuzer is op klimaat, maar minder uitwerkt hoe de lasten eerlijk verdeeld worden.
D66 investeert fors in onderwijs, gelijke kansen en een leven lang leren, met concrete voorstellen voor hogere basisbeurzen en persoonlijke leerbudgetten. Dit sluit aan bij Volt, maar D66 legt meer nadruk op nationale onderwijsvernieuwing en sociale mobiliteit.
NSC positioneert zich als alternatief voor Volt en D66 door te kiezen voor een realistische, inhoudelijke politiek met meer directe zeggenschap voor burgers, een sterkere band tussen kiezer en Kamerlid, en een kritische houding ten opzichte van verdere Europese integratie. De partij wil een regionaal kiesstelsel, meer transparantie en tegenmacht in de politiek, en een terughoudende opstelling richting de EU. Kiezers die twijfelen tussen Volt en D66 en waarde hechten aan nationale soevereiniteit, burgerparticipatie en bestuurlijke vernieuwing, vinden bij NSC een onderscheidend geluid.
NSC wil de band tussen burgers en hun vertegenwoordigers versterken door een regionaal kiesstelsel met meervoudige districten, waarmee regionale belangen beter worden gehoord in Den Haag. Dit is een duidelijke breuk met het huidige landelijke stelsel en onderscheidt NSC van Volt en D66, die beide vasthouden aan het evenredige kiesstelsel.
NSC is uitgesproken kritisch over verdere Europese integratie en wil nationale soevereiniteit behouden, in tegenstelling tot Volt (pro-EU) en D66 (voorzichtig pro-EU). NSC verzet zich tegen een transferunie, eurobonds en uitbreiding van EU-bevoegdheden.
“We zijn tegen de ‘ever closer union’. Binnen Europa bepleiten we een stevige opstelling van Nederland, constructief maar realistisch. Taken, bevoegdheden en budgetten blijven van ons, deze nationale soevereiniteit bewaken we.”
“Als onderdeel van een verstandig Europees beleid zijn we tegen de ontwikkeling van de EU tot een transferunie. Belastingheffing blijft voorbehouden aan de lidstaten. We zijn tegen nieuwe gezamenlijke Europese schulden, tegen “eurobonds” en andere constructies waarmee schulden van EU-lidstaten gemeenschappelijk worden.”
NSC wil burgers meer directe invloed geven via onder andere een correctief referendum en meer transparantie in de politiek. Dit onderscheidt zich van D66 (voor referenda, maar minder nadruk op tegenmacht) en Volt (voor participatie, maar minder concreet over nationale tegenmacht).
NSC zet zich af tegen populisme en technocratie, en wil een betrouwbare overheid die gewone mensen centraal stelt. Dit is een alternatief voor de meer technocratische of idealistische benadering van D66 en Volt.
BIJ1 onderscheidt zich duidelijk van Volt en D66 door radicaal te kiezen voor economische democratisering, bindende burgerinspraak en het volledig publiek maken van essentiële voorzieningen als zorg, onderwijs en wonen. De partij wil werknemers en burgers directe macht geven over bedrijven en beleid, en pleit voor gratis onderwijs, afschaffing van studieschulden, en een sterke publieke sector. BIJ1 is daarmee veel linkser en systemischer dan Volt en D66, die beiden meer inzetten op hervormingen binnen het huidige systeem; kies BIJ1 als je maximale democratisering en sociale gelijkheid wilt, kies Volt of D66 als je voor gematigde, liberale hervormingen bent.
BIJ1 wil dat werknemers structureel zeggenschap krijgen over belangrijke bedrijfsbeslissingen, wat verder gaat dan de voorstellen van Volt en D66 die vooral inzetten op medezeggenschap en transparantie.
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
Waar Volt en D66 burgerparticipatie vooral als aanvullend zien, maakt BIJ1 burgerinspraak bindend en centraal bij grote politieke vraagstukken.
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
BIJ1 wil verder gaan dan Volt en D66 door al het onderwijs gratis te maken en studieschulden volledig kwijt te schelden.
“We schaffen collegegeld af: al het onderwijs wordt gratis. Alle studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we volledig kwijt.”
In tegenstelling tot Volt en D66, die marktwerking deels behouden, wil BIJ1 de zorg volledig in publieke handen brengen en OV gratis maken.
BIJ1 kiest voor directe ingrepen in de woningmarkt, zoals het verlagen van huren en het nationaliseren van woningcorporaties, waar Volt en D66 inzetten op bouwen en reguleren.
“We zorgen dat huisjesmelkers niet méér huur aan jou kunnen rekenen dan eerlijk is, met bindende maximumprijzen voor elke woning. Te hoge huren maken we lager. Ook in de vrije sector, met terugwerkende kracht.”
“Woningcorporaties komen weer volledig onder controle van de overheid en maken we democratisch. Bewonerscommissies krijgen een vooraanstaande, bindende rol in het maken van de regels.”
BVNL positioneert zich als een klassiek-liberale, economisch rechtse en cultureel-conservatieve partij die sterk inzet op individuele vrijheid, een kleine overheid, nationale soevereiniteit en directe democratie. In vergelijking met Volt en D66 is BVNL veel kritischer op Europese integratie, wil het minder overheidsbemoeienis, lagere belastingen en meer keuzevrijheid voor burgers. Wie twijfelt tussen Volt en D66 en waarde hecht aan nationale autonomie, minder EU-invloed, economische vrijheid en directe democratie, vindt bij BVNL een duidelijk alternatief.
BVNL wil dat Nederland weer soeverein wordt en pleit voor een terugdringing van de macht van supranationale organisaties zoals de EU, in tegenstelling tot Volt en D66 die juist meer Europese samenwerking nastreven. BVNL wil opt-ins/opt-outs binnen de EU en een bindend referendum over het EU-lidmaatschap.
“BVNL wil dat Nederland weer soeverein wordt. We moeten stoppen met het overhevelen van zeggenschap naar ongekozen supranationale organen zoals de WHO, de EU, de VN en de NAVO.”
“Een bindend referendum over het EU-lidmaatschap. Economische samenwerking binnen een Europese Economische Gemeenschap (EEG) is prima en vrijhandel is een groot goed. Maar de overdracht van soevereiniteit naar de EU moet stoppen en we moeten de mogelijkheid krijgen tot opt-ins en opt-outs.”
BVNL wil de overheid fors verkleinen, minder ambtenaren, minder bureaucratie en minder overheidsuitgaven, waar Volt en D66 juist meer investeren in publieke sectoren en Europese samenwerking.
“BVNL wil een kleinere overheid, minder ambtenaren en minder bureaucratie. De overheid wordt veel te groot, er zijn te veel ambtenaren, er is teveel controledrang en de bureaucratie neemt onevenredig toe. BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
BVNL wil directe democratie versterken door het invoeren van een bindend referendum, waarmee burgers buiten verkiezingen direct invloed krijgen op beleid. Dit onderscheidt zich van Volt en D66, die wel voor meer burgerparticipatie zijn, maar minder expliciet inzetten op bindende referenda.
“BVNL wil een bindend referendum invoeren. Democratie moet weer terug naar de inwoners van Nederland. Over specifieke onderwerpen moet het volk zich buiten de verkiezingen kunnen uitspreken.”
BVNL pleit voor een vlaktaks van 25% en het afschaffen van veel belastingen en toeslagen, waarmee het zich economisch rechtser positioneert dan Volt en D66.
“BVNL wil een vlaktaks invoeren van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000,-. Tegelijkertijd worden alle andere belastingen en toeslagen afgeschaft.”
BVNL is cultureel conservatief (behoud van Nederlandse tradities, kritisch op woke-isme), maar medisch-ethisch progressief (vrijheid rond abortus, euthanasie, eigen lichaam).
“BVNL is tot slot cultureel conservatief: wij willen ons mooie Nederland en de daarbij behorende unieke Nederlandse tradities en cultuur intact houden, maar wel medisch-ethisch progressief: iedereen mag zelf bepalen hoe en met wie hij/zij het leven vormgeeft en beslist zelf over de eigen levensovertuiging en het eigen lichaam.”
BVNL wil een asielstop en stelt immigratie als oorzaak van problemen op de woningmarkt, zorg en onderwijs, wat een duidelijk verschil is met Volt en D66.
“BVNL wil een asielstop. Het absorptievermogen is bereikt en Nederland kan de eindeloze toestroom van asielzoekers niet meer aan. De huidige bevolking krimpt en veel van de problemen in de zorg, het onderwijs en op de woningmarkt kunnen worden opgelost door de grenzen te sluiten.”
BBB positioneert zich als een nuchtere, regionale volkspartij die sterk inzet op nabijheid van bestuur, behoud van lokale tradities en gezond verstand, en zich afzet tegen centralistische, ideologisch gedreven politiek. In tegenstelling tot Volt en D66, die sterk Europees, progressief en stedelijk georiënteerd zijn, legt BBB de nadruk op regionale zeggenschap, behoud van de agrarische sector en terughoudend klimaatbeleid. Kiezers die twijfelen tussen Volt en D66, maar waarde hechten aan regionale identiteit, praktische oplossingen en minder Haagse sturing, vinden bij BBB een duidelijk alternatief.
BBB wil dat inwoners meer invloed krijgen op hun eigen leefomgeving en dat beleid niet alleen in Den Haag wordt bepaald, maar ook regionaal. Dit staat haaks op de centralistische en vaak stedelijke benadering van Volt en D66.
“We streven naar een overheid die dichtbij bestuurt. Dat is een overheid die beseft dat democratie méér is dan alleen een stem uitbrengen. Mensen moeten ook na de verkiezingen invloed kunnen uitoefenen, zoals door inspraak, advies of het delen van hun ervaring.”
“Inwoners dienen meer zeggenschap te krijgen over hun eigen leefomgeving. Mensen weten zelf het beste wat daar speelt en waar behoefte aan is.”
BBB verzet zich tegen het halveren van de veestapel en overhaaste klimaatmaatregelen, en kiest voor haalbaar, betaalbaar en effectief beleid zonder ideologische dogma’s. Dit onderscheidt zich duidelijk van Volt en D66, die juist voorop lopen in ambitieuze klimaat- en landbouwtransities.
“Veel politieke partijen willen de veestapel halveren en boeren gedwongen uitkopen. Hun boodschap aan boeren is: stop ermee, zoek ander werk. Maar je vraagt een boer niet om geen boer meer te zijn, net zomin als je een kip vraagt om geen ei meer te leggen.”
“Klimaatbeleid moet geen religie worden, maar een nuchtere beleidsopgave waarin haalbaarheid, draagvlak en de balans met andere publieke doelen voorop staan.”
BBB wil structureel beleid en overheidsdiensten decentraliseren en bezuinigen op ministeries, behalve op essentiële sectoren. Dit is een duidelijke breuk met de centralistische, technocratische aanpak van Volt en D66.
“We stappen, als het aan BBB ligt, uit de Haagse bubbel om de regionale verbinding te zoeken.”
“Nieuwe vestigingen rijksdiensten ook buiten de Randstad. Wanneer er een nieuwe locatie wordt gezocht voor een rijksdienst, wordt eerst buiten de Randstad gekeken naar vestigingsmogelijkheden.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) onderscheidt zich van Volt en D66 door haar radicale focus op welzijn boven economische groei, sterke democratische vernieuwing met meer burgerzeggenschap, en een uitgesproken groene, sociale koers. PvdD wil onder meer een bindend referendum, meer burgerberaden, en een economie die niet langer draait om groei maar om brede welvaart en bescherming van mens, dier en natuur. Voor kiezers die twijfelen tussen Volt en D66, maar een partij zoeken die verder gaat in democratische vernieuwing en ecologische rechtvaardigheid, is PvdD het meest uitgesproken alternatief.
PvdD wil de democratie versterken door burgers meer directe invloed te geven via bindende referenda en burgerberaden, wat verder gaat dan de voorstellen van Volt en D66. Dit moet het vertrouwen in de politiek herstellen en complexe vraagstukken beter laten landen in de samenleving.
“We voeren een correctief bindend referendum in bij verstrekkende besluiten die bijvoorbeeld onze democratie kunnen aantasten, zoals handelsverdragen.”
“Er worden meer burgerberaden ingevoerd, waarin door loting geselecteerde dwarsdoorsneden van de Nederlandse bevolking serieus gaan meepraten en meebeslissen over belangrijke nationale kwesties, als aanvulling op en verrijking van de huidige parlementaire democratie.”
Waar Volt en D66 economische groei als middel blijven zien, kiest PvdD radicaal voor welzijn, brede welvaart en het beperken van uitputting van mens en natuur. Dit betekent een fundamentele koerswijziging in het economisch beleid.
“De Partij voor de Dieren is de enige politieke partij die welzijn boven welvaart plaatst.”
“Met welzijn als doel, in plaats van oneindige groei. Wij willen een eerlijke en toekomstbestendige economie, die binnen de grenzen van de Aarde blijft, en de belangen van mensen, dieren en natuur beschermt.”
PvdD legt sterk de nadruk op het beschermen van de rechtsstaat, het demonstratierecht en gelijke behandeling, en verzet zich expliciet tegen populisme en ondermijning van democratische instituties. Dit is een kernpunt in hun onderscheid met Volt en D66.
“De Partij voor de Dieren staat voor een sterke en weerbare rechtsstaat. Een samenleving waarin je mag zijn wie je bent. Waarin ruimte is voor kritiek en tegenmacht.”
“Het demonstratierecht, de toegang tot de rechter en een onafhankelijk maatschappelijk middenveld zijn geen obstakels, maar voorwaarden voor een open samenleving.”
De VVD positioneert zich duidelijk als centrum-rechtse partij die inzet op minder nivellering, lagere lasten voor werkenden en een kleinere, efficiëntere overheid. In tegenstelling tot Volt en D66 legt de VVD sterk de nadruk op het belonen van werk, het beperken van herverdeling en het terugdringen van regels en belastingen. Kiezers die twijfelen tussen Volt en D66, maar waarde hechten aan economische vrijheid, minder overheidsbemoeienis en een focus op werkenden, vinden bij de VVD een uitgesproken alternatief.
De VVD wil dat werken meer loont en dat de lasten voor de middenklasse omlaag gaan, in tegenstelling tot partijen die meer nivellering nastreven. Dit standpunt is onderscheidend ten opzichte van Volt en D66, die doorgaans meer inzetten op herverdeling en sociale gelijkheid.
“De VVD perkt de Haagse herverdelingsmachine in. We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“Wie werkt moet beloond worden door er meer op vooruit te gaan dan mensen die wel kunnen werken maar niet willen werken. Dat is gewoon eerlijk.”
De VVD kiest voor het terugdringen van bureaucratie en het beperken van overheidsuitgaven, met expliciet de keuze om niet de belastingen te verhogen maar te bezuinigen op de overheid zelf. Dit contrasteert met Volt en D66, die vaker kiezen voor investeringen via hogere lasten of meer overheidsregie.
“Wij kiezen voor investeren in veiligheid, van je eigen straat tot wereldwijd. We maken geld vrij om de economie flink te laten groeien, zodat we ook in de toekomst een welvarend land zijn. Om dat te kunnen betalen, kiest de VVD voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen.”
“Met de Wet op regeldruk- en complexiteitsvermindering verplichten we alle departementen om per kabinetsperiode aantoonbaar wet- en regelgeving te schrappen of te versimpelen.”
De VVD wil versnippering tegengaan met een kiesdrempel en is tegenstander van referenda, waarmee ze zich positioneert als voorstander van bestuurlijke stabiliteit en representatieve democratie, in tegenstelling tot Volt en D66 die meer directe democratie en burgerparticipatie bepleiten.
De SGP onderscheidt zich duidelijk van Volt en D66 door haar nadruk op christelijke waarden, behoudende gezinsnormen, en een kritische houding tegenover Europese integratie. Waar Volt en D66 progressief en internationaal georiënteerd zijn, kiest de SGP voor nationale soevereiniteit, traditionele familie- en levensbeschouwing, en een terughoudende overheid. Kiezers die twijfelen tussen Volt en D66 en waarde hechten aan progressieve, seculiere en Europese standpunten, zullen zich waarschijnlijk niet herkennen in de kern van het SGP-programma.
De SGP stelt het christelijk geloof en het klassieke gezin centraal in haar visie op samenleving en beleid, in tegenstelling tot de seculiere en progressieve benadering van Volt en D66. Dit uit zich in standpunten over het huwelijk, gezinswaarden en bescherming van ongeboren leven.
De SGP is uitgesproken kritisch over verdere Europese integratie en pleit voor het behoud van nationale zeggenschap, terwijl Volt en D66 juist voorstander zijn van meer Europese samenwerking en bevoegdheden.
“De NAVO is onze belangrijkste veiligheidspartner. De EU vult slechts aan waar dit meerwaarde biedt en zij bevoegdheid heeft. ... De SGP wil echter geen Europees leger en vindt de nieuwe Europese Defensiecommissaris ongewenst. Niet Brussel, maar Den Haag blijft besluiten over het uitzenden van troepen.”
De SGP pleit voor een kleinere, daadkrachtige overheid die zich richt op kerntaken en minder ingrijpt in het dagelijks leven, in tegenstelling tot de meer actieve, sturende overheid die Volt en D66 vaak voorstaan.