De Partij voor de Dieren wil huisartsenzorg toegankelijker, minder marktgericht en beter afgestemd op de behoeften van buurten. Ze pleiten voor meer huisartsen, meer tijd per patiënt, het weren van commerciële investeerders en het organiseren van huisartsenzorg als een publieke basisvoorziening, met structurele financiering en samenwerking met sociaal werkers.
De PvdD vindt dat huisartsen meer tijd moeten krijgen voor hun patiënten en dat het aantal patiënten per praktijk niet leidend moet zijn. Ze willen investeren in meer huisartsen, vooral in gebieden met tekorten, en huisartsenpraktijken beschermen tegen commerciële opkoop. Huisartsenzorg moet als publieke basisvoorziening worden georganiseerd, los van marktprikkels, en de financiering moet afgestemd worden op de zorgbehoefte van de wijk.
“Er komen meer huisartsen, vooral in gebieden waar tekorten zijn. Huisartsen krijgen meer tijd voor patiënten. Het aantal patiënten per praktijk wordt niet zozeer leidend en durf-investeerders worden geweerd.”
“Essentiële zorg – zoals ouderenzorg of huisartsenzorg – hoort niet afhankelijk te zijn van marktprikkels. We organiseren deze zorg daarom als publieke basisvoorziening, lokaal en toegankelijk voor iedereen.”
“Ook huisartsenpraktijken blijven goed beschikbaar: we grijpen in wanneer praktijken dreigen te verdwijnen of worden opgekocht door commerciële partijen. Waar vestiging van een praktijk een probleem is vanwege te hoge huur springen de gemeente en zorgverzekeraar bij.”
De partij wil dat huisartsen samenwerken met sociaal werkers in gezondheidscentra en dat de financiering van huisartsenzorg wordt afgestemd op de zorgbehoefte van de wijk, niet op het aantal ingeschreven patiënten. Dit moet integrale, preventieve zorg bevorderen en voorkomen dat problemen verergeren.
“In gezondheidscentra werken niet alleen huisartsen maar ook sociaal werkers. Sociaal werk wordt meer geïntegreerd in het overige zorgaanbod.”
“Het beste doen huisartsen dit samen met bijvoorbeeld sociaal werkers en wordt die zorg bekostigd voor de hele populatie van een wijk, niet op basis van het aantal ingeschreven patiënten, zoals nu het geval is.”
De PvdD ziet huisartsen als cruciaal voor vroege signalering van ziekte en als spil in integrale samenwerking met GGZ en andere zorgverleners, met een sterke focus op preventie.
“De eerstelijnszorg, zoals huisartsen en praktijkondersteuners, is cruciaal om ziektes vroeg op te sporen.”
“We bevorderen integrale zorg waarbij huisartsen, GGZ en somatische zorg samenwerken om toereikende zorg voor hun psychische en lichamelijke klachten, die vaak te laat worden herkend, te bieden.”
BBB vindt dat huisartsen een centrale rol moeten houden in de lokale zorg en wil hun zelfstandigheid beschermen tegen overname door commerciële ketens. De partij pleit voor het behoud van huisartsenpraktijken en -posten in de regio, strenge kwaliteitsbewaking, en minder administratieve druk zodat huisartsen meer tijd aan patiënten kunnen besteden.
BBB wil dat huisartsen hun eigen praktijk kunnen houden en zich niet laten opkopen door commerciële ketens, om zo de menselijke maat en lokale verbondenheid in de zorg te behouden. Dit moet voorkomen dat de huisartsenzorg verder wordt gecommercialiseerd en onpersoonlijk wordt.
“Huisartsen moeten hun eigen praktijk kunnen houden, zonder opkoop door commerciële ketens.”
BBB vindt het essentieel dat huisartsenposten en huisartsenpraktijken behouden blijven, vooral in dorpen en regio’s buiten de grote stad, om de toegankelijkheid van zorg te waarborgen. De partij ziet huisartsen als het hart van de wijkzorg, samen met wijkverpleging en apothekers.
“BBB wil streekziekenhuizen en huisartsenposten zoveel als mogelijk behouden. In de wijken vormen huisartsen, wijkverpleegkundigen en apothekers het zorghart.”
“Toegang tot de huisarts, fysio en andere zorg is geen luxe voor dorpen en buurten. Ook buiten de grote stad dient zorg toegankelijk te blijven.”
BBB wil dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) scherp toeziet op de kwaliteit, veiligheid en toegankelijkheid van de huisartsenzorg. Tegelijkertijd moet de administratieve last voor huisartsen omlaag, zodat zij meer tijd aan patiënten kunnen besteden.
“De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) dient scherp toe te zien op de kwaliteit, veiligheid en toegankelijkheid van de huisartsenzorg, zowel bij individuele huisartsen als bij praktijklocaties en spoedposten.”
“Minder tijd kwijt aan papierwerk betekent meer tijd voor de patiënt.”
BBB erkent dat goede ouderenzorg bijdraagt aan het ontlasten van huisartsen, bijvoorbeeld door het herstellen van toegang tot de Wet langdurige zorg (Wlz) voor ouderen met lichte zorgzwaarte.
“Deze maatregel brengt weliswaar additionele kosten met zich mee, maar levert veel (meer) op in menselijke waardigheid en ontlasting van mantelzorgers en huisartsen.”
Het CDA ziet huisartsen als een essentiële schakel in de eerstelijnszorg en wil hun positie versterken door betere samenwerking en ondersteuning, vooral voor startende huisartsen. Concrete voorstellen zijn onder meer het verbeteren van samenwerking met andere zorgverleners, het versterken van het praktijkhouderschap en het waarborgen van de poortwachtersrol van huisartsen in de jeugdzorg. De kern van hun visie is dat huisartsen dichtbij de patiënt moeten blijven werken, met voldoende ondersteuning en minder administratieve lasten.
Het CDA wil de eerstelijnszorg, met huisartsen als centrale figuren, versterken door samenwerking met andere zorgverleners en het faciliteren van hun werk. Dit moet leiden tot vroegtijdige signalering van problemen en betere zorg dicht bij huis.
Het CDA erkent de uitdagingen voor startende huisartsen en wil het praktijkhouderschap aantrekkelijker maken door begeleiding en ondersteuning, onder andere op het gebied van huisvesting.
“We willen het praktijkhouderschap versterken door startende huisartsen beter te begeleiden en te ondersteunen bij onder andere huisvesting, bijvoorbeeld via gereserveerde ruimte voor eerstelijnszorg in nieuwbouwwijken.”
Het CDA benadrukt de poortwachtersrol van huisartsen in de jeugdzorg, waarbij lichte hulpvragen zoveel mogelijk in de eigen omgeving worden opgepakt en huisartsen doorverwijzen naar passende hulp indien nodig.
“De huisarts heeft de rol van poortwachter. Als er andere hulp nodig is, wordt het kind via een versterkte eerste lijn naar andere passende hulp doorverwezen.”
Het CDA vindt betere samenwerking tussen huisartsen, ggz-aanbieders en sociale ondersteuning essentieel, vooral bij complexe problematiek, om te voorkomen dat zorgtrajecten stilvallen.
“Betere samenwerking tussen huisartsen, ggz-aanbieders en sociale ondersteuning in de wijk is essentieel. Zeker bij complexe problemen moeten zorgtrajecten niet stilvallen bij een verjaardag of postcodegrens.”
Het CDA wil dat commerciële huisartsenketens meedraaien in reguliere diensten en stelt extra eisen aan private partijen om kwaliteit en langjarig commitment te waarborgen.
“Commerciële zorgaanbieders, zoals commerciële huisartsenketens of private ggz-aanbieders, dienen mee te draaien in de reguliere weekend- en nachtdiensten.”
De ChristenUnie wil dat huisartsen dichtbij en toegankelijk blijven als fundamentele schakel in de zorg. Ze pleiten voor meer tijd voor de patiënt, het tegengaan van commerciële overnames van huisartsenpraktijken, en extra ondersteuning voor huisartsen bij GGZ en postinfectieuze aandoeningen. De partij benadrukt daarnaast gewetensvrijheid voor huisartsen bij het voorschrijven van de abortuspil.
De ChristenUnie ziet de huisarts als een essentiële, laagdrempelige zorgverlener die patiënten persoonlijk kent. Ze willen meer tijd voor de patiënt en het dreigend tekort aan huisartsen aanpakken, omdat dit cruciaal is voor goede zorg en het voorkomen van zwaardere zorg.
“De huisarts blijft waar hij voor is bedoeld: dichtbij en toegankelijk. Meer tijd voor de patiënt bij de huisarts levert betere zorg op en voorkomt meer specialistische zorg. Het dreigend tekort aan huisartsen is een nijpend probleem als fundamentele schakel in de geneeskundige zorg.”
De partij wil de overname van huisartsenpraktijken door investeringsmaatschappijen tegengaan en winstuitkering beperken, om de onafhankelijkheid en het publieke karakter van de huisartsenzorg te waarborgen.
“We maken er prioriteit van om de overnames van huisartsenpraktijken door investeringsmaatschappijen te stoppen. We beperken de winstuitkering tot het gebruikelijk loon voor eigenaren.”
De ChristenUnie wil meer praktijkondersteuners GGZ bij huisartsen en betere scholing voor huisartsen bij postinfectieuze aandoeningen, om de druk op huisartsen te verlichten en passende zorg te bieden.
De ChristenUnie benadrukt het belang van gewetensvrijheid voor huisartsen bij het voorschrijven van de abortuspil en is tegen brede scholing om abortus laagdrempeliger te maken.
“Nu de abortuspil sinds 2025 door de huisarts mag worden voorgeschreven, hecht de ChristenUnie des te meer aan gewetensvrijheid voor huisartsen. We zijn tegen brede scholing om abortus laagdempeliger aan te bieden.”
GroenLinks-PvdA vindt dat goede zorg begint bij de huisarts en wil de huisartsenzorg versterken door het aantrekkelijker te maken voor huisartsen om praktijkhouder te zijn of te worden. Ze willen dit bereiken door administratieve lasten te verminderen, eerlijke tarieven in te voeren en samen te werken aan betaalbare huisvesting, zodat iedereen toegang houdt tot een vaste huisarts in de buurt.
GroenLinks-PvdA signaleert dat de huisartsenzorg onder druk staat, met name door het tekort aan vaste huisartsen en de hoge werkdruk. Om dit op te lossen willen ze het vak aantrekkelijker maken door minder administratie, betere tarieven en ondersteuning bij huisvesting. Dit moet zorgen voor meer continuïteit en toegankelijkheid van huisartsenzorg voor iedereen.
“Goede zorg begint bij de huisarts. Toch staat de huisartsenzorg onder druk. Steeds meer mensen missen een vast gezicht of hebben zelfs helemaal geen huisarts meer. We maken het aantrekkelijker voor huisartsen om een praktijk te beginnen of praktijkhouder te blijven. Dat doen we door administratieve lasten terug te dringen, eerlijke en toekomstbestendige tarieven in te voeren en samenwerking met gemeenten en provincies voor betaalbare huisvesting.”
“Iedereen in Nederland moet terecht kunnen bij de huisarts – gewoon bij een vertrouwd gezicht in de buurt.”
Om het beroep aantrekkelijker te maken en de werkdruk te verlagen, wil GroenLinks-PvdA de administratieve lasten voor huisartsen verminderen.
“We maken het aantrekkelijker voor huisartsen om een praktijk te beginnen of praktijkhouder te blijven. Dat doen we door administratieve lasten terug te dringen...”
Bij complexe zorg voor ouderen wil GroenLinks-PvdA dat andere specialisten kunnen bijspringen om de huisarts te ontlasten.
“Bij complexe zorg kunnen ook specialisten bijspringen en de huisarts ontlasten.”
De partij wil dat de soa-test bij de huisarts niet meer onder het eigen risico valt, zodat deze laagdrempeliger wordt.
“We zonderen de soa-test bij de huisarts uit van het eigen risico.”
JA21 ziet huisartsen als een cruciale schakel in de zorg en wil hun positie versterken om de zorg toegankelijker en persoonlijker te maken. Ze pleiten voor meer samenwerking tussen huisartsen en specialisten in de wijk, het behoud van vrije artsenkeuze, en ondersteuning van huisartsenkoepels bij innovatie. De partij wil zo onnodige wachttijden voorkomen en de eerstelijnszorg versterken.
JA21 vindt dat huisartsen een centrale rol moeten spelen als persoonlijke, toegankelijke zorgverleners. Door samenwerking tussen huisartsen en specialisten in wijkposten kan eenvoudige zorg sneller en buiten het ziekenhuis geleverd worden, wat wachttijden en kosten vermindert. Dit alles moet bijdragen aan het centraal stellen van de patiënt en het versterken van de eerstelijnszorg.
“De huisarts speelt hierin een cruciale rol en zijn positie moet dus versterkt worden. Hij of zij is immers de persoonlijke dokter met wie je een vertrouwensband hebt. Door specialisten uit het ziekenhuis in wijkposten te laten samenwerken met huisartsen kan veel relatief eenvoudige zorg snel en buiten het ziekenhuis geleverd worden.”
“De eerstelijnszorg versterken.”
JA21 vindt het belangrijk dat patiënten zelf hun huisarts kunnen kiezen, zodat de zorg aansluit bij hun persoonlijke wensen en behoeften. Dit draagt bij aan regie voor de burger en het centraal stellen van de patiënt.
JA21 wil dat huisartsen en thuiszorgorganisaties vanuit hun koepels ondersteund worden bij de inzet van kunstmatige intelligentie (AI) en innovatie. Dit is nodig om de zorg toekomstbestendig te maken en kostenstijgingen op te vangen.
“Huisartsen en thuiszorg zullen vanuit hun koepels ondersteund moeten worden. Deze koepels dienen deze verantwoordelijkheid op zich te nemen.”
De VVD ziet huisartsen als de basis van de eerstelijnszorg en wil hun positie versterken door samenwerking met andere zorgverleners te stimuleren en tekorten aan te pakken. Concrete voorstellen zijn het ondersteunen van huisartsen bij het vinden van praktijklocaties, het verbeteren van regionale opleidingsplekken en het verminderen van administratieve lasten. De partij wil zo de continuïteit en toegankelijkheid van huisartsenzorg waarborgen.
De VVD beschouwt huisartsen als essentieel voor toegankelijke en efficiënte zorg. Door samenwerking met wijkverpleging en welzijn te intensiveren, wil de partij onnodige doorverwijzingen naar het ziekenhuis voorkomen. In regio’s met huisartsentekorten worden huisartsen actief ondersteund bij het vinden van praktijklocaties en worden regionale opleidingsplekken gestimuleerd om binding met de regio te bevorderen.
“Huisartsen en de eerstelijnszorg zijn de basis: Intensieve samenwerking tussen huisartsen, wijkverpleging en welzijn voorkomt veel onnodige doorverwijzingen naar het ziekenhuis. Deze samenwerkingen worden geïntensiveerd en gestimuleerd. In regio’s met huisartsentekorten ondersteunen gemeenten huisartsen actief bij het vinden van een geschikte praktijklocatie. We zorgen voor goede randvoorwaarden voor werken en stimuleren regionale opleidingsplekken voor vroege binding met regio’s en continuïteit van zorg voor patiënten.”
De VVD erkent dat administratieve druk een belangrijke oorzaak is van werkdruk bij huisartsen en andere zorgverleners. De partij wil deze druk verlagen door onnodige verantwoordingsregels te schrappen en meer te vertrouwen op de professionaliteit van zorgverleners, zodat zij meer tijd aan patiënten kunnen besteden.
“Een van de oorzaken voor de toegenomen werkdruk is de verantwoording die verwacht wordt van zorgverleners. Gezien de vergrijzing zullen we de komende jaren meer mensen in de zorg nodig hebben. We gaan uit van vertrouwen en kijken kritisch welke verantwoordingsregels echt nodig zijn. We zorgen ervoor dat zorgverleners gewoon hun werk kunnen doen.”
Om de kwaliteit en continuïteit van zorg te verbeteren, wil de VVD dat medische gegevens tussen zorgverleners, waaronder huisartsen, makkelijker gedeeld kunnen worden, tenzij de patiënt bezwaar maakt. Dit moet ervoor zorgen dat huisartsen altijd over de juiste informatie beschikken.
“Zorgverleners mogen onderling medische gegevens delen, tenzij de patiënt hier bezwaar tegen gemaakt heeft. Op deze manier hoef je je tijdens een behandeling niet druk te maken of de arts je medische voorgeschiedenis kent. Deze gegevensuitwisseling moet uiteraard wel nodig zijn voor de behandeling.”
De VVD wil de samenwerking tussen huisartsen en andere partijen in de geestelijke gezondheidszorg versterken, onder meer om wachtlijsten te verkorten en snellere hulp te bieden bij mentale gezondheidsproblemen.
“We versterken de aanpak van suïcidepreventie en mentale gezondheid, door ggz, huisartsen, onderwijs, wijkteams, sportverenigingen en andere partijen meer samen te laten werken, waarbij belemmeringen uit de privacywetgeving om tot goede en snelle gegevensuitwisseling te komen, worden weggenomen.”
De VVD wil dat huisartsen die dat willen, de abortuspil mogen voorschrijven aan vrouwen die ongewenst zwanger zijn, om de toegankelijkheid van abortuszorg te vergroten.
“Huisartsen die dat willen, mogen de abortuspil voorschrijven aan vrouwen die ongewenst zwanger zijn.”
D66 ziet huisartsen als een essentiële schakel in toegankelijke, persoonlijke en preventieve zorg dicht bij huis. Ze willen dat iedereen een vaste huisarts krijgt en investeren in het aantrekkelijker maken van het werk in de huisartsenpraktijk, zodat goede zorg voor iedereen beschikbaar blijft. D66 pleit voor integrale gezondheidscentra in de buurt en minder administratieve druk voor huisartsen.
D66 vindt dat de vertrouwensband met een vaste huisarts leidt tot betere en effectievere zorg. Ze willen dat iedereen recht krijgt op een vaste huisarts, zodat zorg persoonlijker en toegankelijker wordt en zwaardere zorg kan worden voorkomen.
“De huisarts speelt een sleutelrol in onze gezondheid. Daarom wil D66 dat iedereen een vaste huisarts krijgt. Die kan vanuit een vertrouwensband betere en effectievere zorg leveren.”
D66 wil gezondheidscentra waar huisartsen samenwerken met andere eerstelijnszorgverleners, zodat mensen met lichte klachten snel en dichtbij geholpen kunnen worden. Dit voorkomt onnodige ziekenhuisbezoeken en houdt de zorg laagdrempelig.
“D66 wil gezondheidscentra waar de apotheek, fysiotherapie, huisarts, wijkverpleegkunde en verloskundige zorg voor iedereen makkelijk bereikbaar zijn.”
D66 erkent het groeiende tekort aan zorgprofessionals en wil het werk in de huisartsenpraktijk aantrekkelijker maken door minder regels, meer vertrouwen en een goed salaris. Zo blijft basiszorg dichtbij en toegankelijk.
“We maken het werk in de huisartsenpraktijk, ouderenzorg en wijkverpleging aantrekkelijker. Zo blijft goede zorg dichtbij en voor iedereen beschikbaar.”
“Daarom maakt D66 vooral het werken in de nabije zorg aantrekkelijker, zoals publieke gezondheidszorg, ouderenzorg, huisartsen en wijkverpleegkunde.”
De SGP vindt dat huisartsen voor iedereen toegankelijk moeten blijven, ongeacht waar men woont, en wil het aantrekkelijker maken voor artsen om zich te vestigen in regio’s met een tekort aan huisartsenzorg. Daarnaast wil de partij het opkopen van huisartspraktijken door investeerders zonder zorgervaring verbieden om de kwaliteit en continuïteit van de huisartsenzorg te waarborgen. De SGP benadrukt het belang van basiszorg, waaronder de huisarts, als fundament van het zorgstelsel.
De SGP maakt zich zorgen over de beschikbaarheid van huisartsen, vooral in regio’s met tekorten, en wil dat iedereen toegang houdt tot huisartsenzorg. Dit is essentieel voor de basiszorg en de partij ziet het als een kerntaak van het zorgstelsel om deze toegankelijkheid te garanderen.
“De SGP wil dat iedereen gebruik kan blijven maken van basiszorg zoals de huisarts, tandarts of kraamhulp.”
“De SGP maakt het (financieel) aantrekkelijker voor artsen om een praktijk te starten in plaatsen waar een tekort aan huisartsenzorg of een gebrek aan passende huisvesting is.”
Om de onafhankelijkheid en kwaliteit van de huisartsenzorg te beschermen, wil de SGP het opkopen van huisartspraktijken door investeerders zonder zorgervaring verbieden. Dit moet voorkomen dat commerciële belangen boven het belang van de patiënt komen te staan.
“Opkopen van huisartspraktijken door investeerders zonder zorgervaring wordt verboden.”
De SGP erkent de rol van huisartsen in het levenseinde en wil hen extra middelen geven om gesprekken hierover te voeren, zodat patiënten passende zorg en begeleiding krijgen.
“De SGP trekt meer geld uit voor (kinder) palliatieve zorg in hospices en verpleeghuizen, voor vrijwillige palliatieve zorg en voor huisartsen om gesprekken te voeren over het levenseinde.”
De SP wil de huisartsenzorg structureel versterken en beschermen tegen marktwerking en bureaucratie. Ze pleiten voor meer investeringen in opleiding, praktijkruimtes en ondersteuning, en willen de overheid weer verantwoordelijk maken voor de randvoorwaarden zodat huisartsen zich op zorg kunnen richten. De kern is dat huisartsen toegankelijk, lokaal en onafhankelijk van commerciële belangen moeten zijn.
De SP ziet huisartsen als essentieel voor toegankelijke, lokale zorg en wil hen beschermen tegen marktwerking, bureaucratie en commerciële invloeden. Ze willen investeren in opleiding, jonge praktijkhouders ondersteunen, extra middelen voor regio’s met tekorten, en de overheid verantwoordelijk maken voor praktijkruimtes. Dit alles om huisartsen de ruimte te geven zich op zorgverlening te concentreren en de toegankelijkheid te waarborgen.
“De huisarts is en blijft de poortwachter van de zorg. We versterken de huisartsenzorg structureel. Dat betekent investeren in de opleiding tot huisarts, financiële steun voor jonge artsen die praktijkhouder willen worden en extra middelen voor regio’s met een huisartsentekort. De bureaucratische druk en bemoeienis van zorgverzekeraars verdwijnen. Huisartsen krijgen weer de ruimte om te doen wat nodig is. Daarom wordt de overheid weer verantwoordelijk voor de praktijkruimte, zodat de huisarts zich kan concentreren op zorgverlening. We zorgen voor meer praktijkruimtes in iedere wijk en dorp en ondersteunen huisartsencollectieven.”
“Door dit soort Amerikaanse praktijken sluiten huisartsenposten, raken mensen hun vaste arts kwijt en wordt de zorg slechter en minder toegankelijk. We hebben juist huisartsen nodig die toegankelijk en onderdeel van een gemeenschap zijn.”
“Iedere regio heeft recht op zorg. Ziekenhuizen, huisartsenposten en spoedeisende hulpafdelingen blijven behouden, óók in krimpregio’s. Waar zorg verdween, brengen we die terug.”
“In wijken waar gezondheidsproblemen zich opstapelen, investeren we extra in wijkverpleegkundigen, huisartsen, buurtzorg, jeugdgezondheidszorg en jeugdzorg. Zo brengen we de zorg naar de mensen toe en niet andersom.”
BIJ1 wil huisartsenpraktijken transformeren tot brede zorgcentra in de wijk waar iedereen terecht kan met elke zorg- of ondersteuningsvraag. Ze pleiten voor forse investeringen in gespecialiseerde praktijkondersteuning en benadrukken het belang van continuïteit en regie in de eerstelijnszorg. De kern van hun visie is dat huisartsen een centrale, toegankelijke rol krijgen in een samenhangend en publiek zorgsysteem.
BIJ1 ziet huisartsen als spil van toegankelijke, integrale zorg in de wijk. Door huisartsenpraktijken uit te bouwen tot zorgcentra waar alle zorg- en ondersteuningsvragen samenkomen, willen ze versnippering tegengaan en de eerstelijnszorg versterken. Dit moet leiden tot betere samenwerking, minder bureaucratie en meer regie voor de patiënt.
“Huisartsenpraktijken worden zorgcentra in de wijk, waar zorg samenkomt en je terecht kunt met iedere zorg- of ondersteuningsvraag. We investeren fors in gespecialiseerde praktijkondersteuning.”
Om te voorkomen dat patiënten tussen wal en schip vallen, wil BIJ1 dat de continuïteit van zorg gewaarborgd wordt met één plan en één regisseur, ongeacht onder welke zorgwet de vraag valt. Dit sluit aan bij hun visie op integrale, persoonsgerichte zorg waarin de huisarts een coördinerende rol speelt.
“Continuïteit van zorg moet gewaarborgd worden. ‘Eén plan, één regisseur’ wordt de basis van hulp voor mensen met een zorg- of ondersteuningsvraag, onder welke zorgwet die vraag ook valt.”
BIJ1 wil dat huisartsen een grotere rol krijgen in de abortuszorg door hen de mogelijkheid te geven de abortuspil voor te schrijven en samen te werken met abortusartsen. Dit vergroot de toegankelijkheid van abortuszorg en verlaagt de drempel voor patiënten.
“Verloskundigen en de huisarts moeten de abortuspil kunnen voorschrijven en werken hierin actief samen met abortusartsen.”
BVNL noemt huisartsen niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar benoemt wel het belang van fysieke doktersafspraken en het verminderen van bureaucratie in de zorg. De partij wil dat patiënten altijd de mogelijkheid houden om fysiek bij de dokter langs te gaan en pleit voor minder regels en meer autonomie voor zorgverleners en patiënten. Concrete voorstellen over huisartsenpraktijken, hun positie of financiering ontbreken.
BVNL vindt het belangrijk dat patiënten de keuze houden om fysiek een afspraak bij de dokter te maken, in plaats van uitsluitend digitale of telefonische consulten. Dit standpunt is relevant voor huisartsen, omdat zij vaak het eerste aanspreekpunt zijn in de zorg en deze keuzevrijheid direct raakt aan hun dagelijkse praktijk.
“Afspraken bij de dokter moeten fysiek plaats kunnen blijven vinden als de patiënt daar prijs op stelt.”
BVNL wil de bureaucratie in de zorg terugdringen en meer regie bij zorgverleners en patiënten leggen. Hoewel huisartsen niet expliciet worden genoemd, raakt dit standpunt aan hun werkdruk en administratieve lasten.
“Structurele aanpak van de bureaucratie in de zorg, er moet voornamelijk gewerkt worden in de zorg, in plaats van aan de zorg.”
“Samen met zorgverleners wordt bekeken waar verspilling zit, waar wet- en regelgeving efficiëntie in de weg staat en waar deregulering mogelijk is. Deze regels worden aangepast als ze goedkopere, betere of slimmere zorg in de weg staan.”
50PLUS noemt huisartsen niet expliciet in haar verkiezingsprogramma. Wel pleit de partij voor het versterken van de eerstelijnszorg en het behouden en uitbreiden van kleinschalige zorgvoorzieningen in de wijk, zodat zorg – waaronder die van huisartsen – toegankelijk en dichtbij blijft voor ouderen. Concrete voorstellen over huisartsen ontbreken, maar de partij benadrukt het belang van toegankelijke, laagdrempelige zorg in de buurt.
50PLUS wil dat ouderen langer in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen met passende zorg dichtbij huis, wat impliceert dat huisartsen en andere eerstelijnszorgverleners goed bereikbaar moeten zijn. De partij ziet het behoud en de uitbreiding van kleinschalige zorgvoorzieningen als essentieel om dit te realiseren, maar noemt huisartsen niet expliciet.
“We pleiten daarom voor het versterken van de eerstelijnszorg, betere ondersteuning van mantelzorgers en structurele investeringen in ouderenzorg en verpleeghuizen.”
“We gaan ons inzetten voor behoud en uitbreiding van kleinschalige zorgvoorzieningen in de wijken, zodat ouderen langer in hun vertrouwde omgeving blijven wonen met passende zorg dichtbij huis.”
FVD wil dat huisartsen meer tijd en aandacht krijgen voor hun patiënten en pleit voor het terugbrengen van kleinschalige, persoonlijke zorg. Ze willen de werkdruk en bureaucratie verminderen, zodat huisartsenpraktijken stabiele, duurzame relaties met patiënten kunnen opbouwen.
FVD vindt dat huisartsenpraktijken weer tijd en aandacht moeten hebben voor hun patiënten, omdat de relatie tussen arts en patiënt persoonlijk en duurzaam moet zijn. Dit wordt gezien als een antwoord op schaalvergroting, bureaucratie en de toenemende werkdruk in de zorg.
“We zorgen dat huisartsenpraktijken weer tijd en aandacht hebben voor hun patiënten en fysiek samenkomen, zodat de relatie persoonlijk en duurzaam is.”
“huisartsen moeten meer tijd krijgen voor hun patiënten en maatschappen moeten een volwaardig alternatief blijven voor loondienst.”
NSC wil de huisartsenzorg versterken door deze te organiseren in wijkgerichte gezondheidscentra waar huisartsen samenwerken met andere eerstelijnsdisciplines. Daarnaast keert NSC zich tegen de groeiende invloed van commerciële investeerders op huisartsenpraktijken en wil zij deze ontwikkeling terugdringen. De partij streeft naar meer samenwerking, minder marktwerking en behoud van de menselijke maat in de huisartsenzorg.
NSC pleit voor een eerstelijnszorgstelsel waarin huisartsen samen met andere zorgverleners onder één dak werken in de wijk. Dit moet de samenwerking verbeteren, de zorg toegankelijker maken en de verbinding met het sociaal domein versterken.
“We werken toe naar een eerstelijnszorgstelsel dat georganiseerd is rond gezondheidscentra in de wijk, waarbij huisartsenzorg, (wijk)verpleegkundigen, ambulante ggz, consultatiebureau, buurtteam en andere disciplines onder één dak samenwerken. Dit zal in samenhang met het gemeentelijk sociaal domein gerealiseerd moeten worden.”
NSC maakt zich zorgen over de toenemende invloed van commerciële investeerders op huisartsenpraktijken en wil deze ontwikkeling actief tegengaan. Dit moet de onafhankelijkheid van huisartsen waarborgen en de menselijke maat behouden.
“We willen de groeiende greep van commerciële investeerders op huisartsenpraktijken, tandartspraktijken, apotheken, verpleeghuizen, fysiotherapieketens en privéklinieken terugdringen.”
Volt erkent het belang van huisartsen voor toegankelijke zorg en wil huisartsen stimuleren om te werken in regio’s waar huisartsenzorg onder druk staat, vooral in krimpgebieden. Dit willen ze bereiken door positieve financiële prikkels. Daarnaast ziet Volt een rol voor huisartsen in preventie en voorlichting, bijvoorbeeld bij het verhogen van de vaccinatiegraad.
Volt wil het tekort aan huisartsen in bepaalde regio’s aanpakken door het aantrekkelijker te maken voor huisartsen om daar te werken. Dit moet de beschikbaarheid van huisartsenzorg in krimpgebieden verbeteren.
“Volt wil met positieve financiële prikkels ervoor zorgen dat huisartsen er vaker voor kiezen om te werken in regio’s waar de huisartsenzorg onder druk staat. Dit geldt met name voor krimpgebieden.”
Volt ziet de huisarts als een belangrijke speler in preventie, onder andere bij het geven van voorlichting om de vaccinatiegraad te verhogen. Hiermee wil Volt de toegankelijkheid en effectiviteit van preventieve zorg versterken.
“Daarom zet Volt vol in op voorlichting via de huisarts, het consultatiebureau, de kinderarts, het RIVM en de kinderopvang en/of gastouder.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma