BBB vindt dat huisartsenpraktijken en huisartsenposten essentieel zijn voor toegankelijke, nabije zorg en wil deze behouden, met nadruk op zelfstandigheid van huisartsen en kwaliteit van zorg. De partij verzet zich tegen de opkoop van huisartsenpraktijken door commerciële ketens en pleit voor strenger toezicht op kwaliteit en toegankelijkheid. BBB ziet de huisarts als spil in de wijkzorg en wil bureaucratie verminderen zodat huisartsen meer tijd aan patiënten kunnen besteden.
BBB wil dat huisartsen hun eigen praktijk kunnen houden en dat huisartsenposten zoveel mogelijk behouden blijven, om de toegankelijkheid en nabijheid van zorg te garanderen. De partij keert zich tegen de opkoop van praktijken door commerciële ketens, omdat dit de menselijke maat en regionale binding ondermijnt.
“BBB wil streekziekenhuizen en huisartsenposten zoveel als mogelijk behouden. In de wijken vormen huisartsen, wijkverpleegkundigen en apothekers het zorghart. Huisartsen moeten hun eigen praktijk kunnen houden, zonder opkoop door commerciële ketens.”
BBB vindt dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) scherp moet toezien op de kwaliteit, veiligheid en toegankelijkheid van huisartsenzorg, zowel bij individuele huisartsen als praktijklocaties en spoedposten. Dit moet de zorg voor patiënten waarborgen en regionale verschillen tegengaan.
“De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) dient scherp toe te zien op de kwaliteit, veiligheid en toegankelijkheid van de huisartsenzorg, zowel bij individuele huisartsen als bij praktijklocaties en spoedposten.”
BBB ziet de huisarts als centrale speler in de wijk, samen met wijkverpleging en apotheker, om zorg simpeler, menselijker en dichterbij te maken. Dit moet de menselijke maat herstellen en de zorg minder afhankelijk maken van management en bureaucratie.
BBB wil de administratieve lasten voor zorgverleners, waaronder huisartsen, drastisch terugdringen door standaardisatie van digitale gegevensuitwisseling en minder managementlagen. Dit moet huisartsen meer tijd geven voor directe patiëntenzorg.
BBB erkent dat goede ouderenzorg en passende woonvormen bijdragen aan het ontlasten van huisartsen, doordat mantelzorgers en huisartsen minder worden belast.
“Deze maatregel brengt weliswaar additionele kosten met zich mee, maar levert veel (meer) op in menselijke waardigheid en ontlasting van mantelzorgers en huisartsen.”
Het CDA ziet de huisarts als een essentieel onderdeel van de eerstelijnszorg en wil deze positie versterken door betere samenwerking met andere zorgverleners en ondersteuning van praktijkhouderschap. Concrete voorstellen zijn onder meer het verbeteren van samenwerking in de wijk, begeleiding van startende huisartsen en het waarborgen van de poortwachtersrol van de huisarts, vooral in de jeugdzorg. De kern van hun visie is dat de huisarts dichtbij, toegankelijk en goed ondersteund moet zijn om passende zorg te bieden.
Het CDA wil de eerstelijnszorg, met de huisarts als spil, versterken door betere samenwerking met andere zorgverleners zoals wijkverpleging, apotheken en welzijnswerk. Dit moet leiden tot vroegtijdige signalering van problemen en efficiëntere zorg dicht bij de patiënt.
“Eerstelijnszorg zoals de huisarts, apotheek of wijkverpleging is essentieel voor een gezonde samenleving. Samen met welzijnswerk en mantelzorgers is dit het eerste aanspreekpunt voor mensen met een zorgvraag.”
“We willen de eerstelijnszorg versterken door een betere samenwerking tussen huisartsen en wijkverplegers, apotheken, welzijnswerkers, diëtisten, fysiotherapeuten,”
Het CDA erkent dat het praktijkhouderschap onder druk staat en wil startende huisartsen beter begeleiden, onder andere door huisvesting te faciliteren, bijvoorbeeld via gereserveerde ruimte in nieuwbouwwijken.
“We willen het praktijkhouderschap versterken door startende huisartsen beter te begeleiden en te ondersteunen bij onder andere huisvesting, bijvoorbeeld via gereserveerde ruimte voor eerstelijnszorg in nieuwbouwwijken.”
De partij benadrukt de rol van de huisarts als poortwachter bij lichte hulpvragen in de jeugdzorg. De huisarts moet beoordelen of doorverwijzing naar andere hulp nodig is, waarmee de toegankelijkheid en effectiviteit van jeugdzorg wordt bewaakt.
“We willen lichte hulpvragen zoveel mogelijk in de eigen omgeving oppakken: via gezin, school, huisarts, wijkteam of informele netwerken.”
“De huisarts heeft de rol van poortwachter. Als er andere hulp nodig is, wordt het kind via een versterkte eerste lijn naar andere passende hulp doorverwezen.”
Het CDA wil dat commerciële huisartsenketens meedraaien in reguliere diensten en stelt extra eisen aan private equity-partijen om kwaliteit en langjarig commitment te waarborgen.
“Commerciële zorgaanbieders, zoals commerciële huisartsenketens of private ggz-aanbieders, dienen mee te draaien in de reguliere weekend- en nachtdiensten.”
“We stellen aan zorgaanbieders en financiers van met name private equity-partijen extra eisen die waarborgen bieden voor langjarig commitment en kwaliteit van bestuurders.”
De SGP vindt het essentieel dat iedereen toegang houdt tot basiszorg, waaronder de huisarts, ongeacht waar men woont. Ze willen het opkopen van huisartspraktijken door investeerders verbieden en het aantrekkelijker maken voor artsen om zich te vestigen in regio’s met een tekort aan huisartsenzorg. De partij ziet de huisarts als een onmisbare schakel in toegankelijke en betaalbare zorg voor iedereen.
De SGP benadrukt dat basiszorg, inclusief de huisarts, overal in Nederland beschikbaar moet blijven, ook in dunbevolkte regio’s. Dit is volgens de partij noodzakelijk om de toegankelijkheid en kwaliteit van zorg te waarborgen, ongeacht woonplaats.
De SGP wil voorkomen dat commerciële partijen zonder zorgervaring huisartspraktijken opkopen, omdat dit de continuïteit en kwaliteit van huisartsenzorg kan ondermijnen.
“Opkopen van huisartspraktijken door investeerders zonder zorgervaring wordt verboden.”
Om het tekort aan huisartsen in bepaalde gebieden tegen te gaan, wil de SGP het financieel aantrekkelijker maken voor artsen om zich daar te vestigen en een praktijk te starten.
“De SGP maakt het (financieel) aantrekkelijker voor artsen om een praktijk te starten in plaatsen waar een tekort aan huisartsenzorg of een gebrek aan passende huisvesting is.”
De SGP erkent de rol van huisartsen in palliatieve zorg en wil extra middelen beschikbaar stellen om hen te ondersteunen bij gesprekken over het levenseinde.
“De SGP trekt meer geld uit voor (kinder) palliatieve zorg in hospices en verpleeghuizen, voor vrijwillige palliatieve zorg en voor huisartsen om gesprekken te voeren over het levenseinde.”
De SGP vindt dat psychiaters, net als huisartsen, moeten meedraaien in avond-, nacht- en weekenddiensten om de beschikbaarheid van geestelijke gezondheidszorg te verbeteren.
“Psychiaters gaan, net als huisartsen, meedraaien in avond-, nacht- en weekenddiensten.”
De ChristenUnie wil de huisarts dichtbij en toegankelijk houden als fundamentele schakel in de zorg, met meer tijd voor de patiënt en zonder commerciële overnames. Ze pleiten voor meer praktijkondersteuners GGZ bij de huisarts en waarborgen gewetensvrijheid rond de abortuspil. Investeringen in scholing van huisartsen en het tegengaan van marktwerking zijn centrale punten.
De ChristenUnie benadrukt het belang van een toegankelijke, betrokken huisarts die zijn patiënten kent en voldoende tijd heeft. Ze willen het tekort aan huisartsen aanpakken en commerciële overnames van praktijken tegengaan, om de huisarts als laagdrempelige zorgverlener te behouden.
“De huisarts blijft waar hij voor is bedoeld: dichtbij en toegankelijk. Meer tijd voor de patiënt bij de huisarts levert betere zorg op en voorkomt meer specialistische zorg. Het dreigend tekort aan huisartsen is een nijpend probleem als fundamentele schakel in de geneeskundige zorg. We maken er prioriteit van om de overnames van huisartsenpraktijken door investeringsmaatschappijen te stoppen.”
Om mentale gezondheidsproblemen vroegtijdig te signaleren en zwaardere zorg te voorkomen, wil de ChristenUnie meer praktijkondersteuners GGZ bij huisartsen inzetten.
“Er komen meer praktijkondersteuners GGZ bij de huisarts om verergering van mentale gezondheidsproblemen en inzet van zwaardere gespecialiseerde zorg te voorkomen.”
De partij hecht aan gewetensvrijheid voor huisartsen nu zij de abortuspil mogen voorschrijven, en is tegen brede scholing om abortus laagdrempeliger te maken.
“Nu de abortuspil sinds 2025 door de huisarts mag worden voorgeschreven, hecht de ChristenUnie des te meer aan gewetensvrijheid voor huisartsen. We zijn tegen brede scholing om abortus laagdempeliger aan te bieden.”
De ChristenUnie wil dat huisartsen beter worden geschoold in het herkennen en behandelen van postinfectieuze aandoeningen zoals long covid en ME/CVS.
“Professionals in poortwachtersfuncties (zoals huisartsen, bedrijfs- en verzekeringsartsen) worden beter geschoold.”
Om acute zorg overal toegankelijk te houden, wil de ChristenUnie extra geld voor huisartsenposten in minder dichtbevolkte gebieden.
“Ziekenhuizen, huisartsenposten, ambulancediensten en wijkverpleegkundige SEH-inzet in minder dichtbevolkte gebieden krijgen daarvoor extra geld.”
De Partij voor de Dieren wil de huisartsenzorg versterken door meer huisartsen aan te stellen, vooral in gebieden met tekorten, en door de samenwerking met sociaal werkers en preventie te verbeteren. Ze pleiten voor een financieringssysteem dat beter aansluit bij de zorgbehoefte van buurten in plaats van het aantal ingeschreven patiënten, en willen commerciële invloeden uit de huisartsenzorg weren. De kern van hun visie is dat huisartsenzorg een publieke, toegankelijke basisvoorziening moet zijn, gericht op samenwerking, preventie en voldoende tijd voor patiënten.
De PvdD ziet het tekort aan huisartsen als een urgent probleem, vooral in bepaalde regio’s. Ze willen actief meer huisartsen aantrekken en inzetten waar de nood het hoogst is, zodat iedereen toegang heeft tot huisartsenzorg.
“Er komen meer huisartsen, vooral in gebieden waar tekorten zijn. Huisartsen krijgen meer tijd voor patiënten.”
De partij vindt het huidige bekostigingssysteem te beperkt en wil dat de financiering van huisartsenzorg wordt afgestemd op de zorgbehoefte van de wijk, zodat samenwerking met sociaal werk en preventie beter mogelijk wordt.
“Huisartsen krijgen nu betaald naar het aantal ingeschreven patiënten, maar door de financiering nóg meer af te stemmen op wat een buurt of wijk nodig heeft aan zorg, kunnen huisartsenzorg, preventie en sociaal werk beter samenwerken.”
“Het beste doen huisartsen dit samen met bijvoorbeeld sociaal werkers en wordt die zorg bekostigd voor de hele populatie van een wijk, niet op basis van het aantal ingeschreven patiënten, zoals nu het geval is.”
De PvdD wil voorkomen dat huisartsenpraktijken verdwijnen of worden opgekocht door commerciële partijen, en pleit voor ondersteuning bij vestigingsproblemen.
“Ook huisartsenpraktijken blijven goed beschikbaar: we grijpen in wanneer praktijken dreigen te verdwijnen of worden opgekocht door commerciële partijen. Waar vestiging van een praktijk een probleem is vanwege te hoge huur springen de gemeente en zorgverzekeraar bij.”
De partij stelt dat huisartsenzorg niet afhankelijk mag zijn van marktwerking, maar een publieke, lokaal toegankelijke basisvoorziening moet zijn.
“Essentiële zorg – zoals ouderenzorg of huisartsenzorg – hoort niet afhankelijk te zijn van marktprikkels. We organiseren deze zorg daarom als publieke basisvoorziening, lokaal en toegankelijk voor iedereen.”
De VVD ziet huisartsen als de basis van de eerstelijnszorg en wil hun positie versterken door samenwerking met andere zorgverleners te stimuleren en tekorten aan te pakken. De partij stelt voor om gemeenten huisartsen te laten ondersteunen bij het vinden van praktijklocaties, regionale opleidingsplekken te stimuleren en administratieve lasten te verlagen zodat huisartsen zich kunnen richten op patiëntenzorg.
De VVD beschouwt huisartsen als essentieel voor toegankelijke en efficiënte zorg. Door samenwerking met wijkverpleging en welzijn te intensiveren en gemeenten te laten helpen bij het oplossen van huisartsentekorten, wil de partij onnodige doorverwijzingen en werkdruk verminderen. Ook wordt ingezet op regionale opleidingsplekken om binding met de regio te vergroten.
“Huisartsen en de eerstelijnszorg zijn de basis: Intensieve samenwerking tussen huisartsen, wijkverpleging en welzijn voorkomt veel onnodige doorverwijzingen naar het ziekenhuis. Deze samenwerkingen worden geïntensiveerd en gestimuleerd. In regio’s met huisartsentekorten ondersteunen gemeenten huisartsen actief bij het vinden van een geschikte praktijklocatie. We zorgen voor goede randvoorwaarden voor werken en stimuleren regionale opleidingsplekken voor vroege binding met regio’s en continuïteit van zorg voor patiënten.”
De VVD wil de administratieve druk op huisartsen en hun teams verlagen door betere gegevensuitwisseling en minder verantwoordingseisen, zodat zij meer tijd aan patiënten kunnen besteden.
“We zorgen voor goede gegevensuitwisseling, zodat zorgverleners de juiste informatie hebben om hun werk te doen.”
“Zorgverleners mogen onderling medische gegevens delen, tenzij de patiënt hier bezwaar tegen gemaakt heeft. Op deze manier hoef je je tijdens een behandeling niet druk te maken of de arts je medische voorgeschiedenis kent.”
“Het is onuitlegbaar dat veel zorgverleners de helft van de tijd bezig zijn met administratie. We vragen verzekeraars flink te schrappen in verantwoordingseisen, verbieden dubbele uitvragen door toezichthouders, kiezen voor meer geautomatiseerde gegevensuitwisseling en lichten wet- en regelgeving door op noodzaak.”
De VVD wil dat huisartsen die dat willen, de abortuspil mogen voorschrijven, om de toegankelijkheid van abortuszorg te vergroten.
“Huisartsen die dat willen, mogen de abortuspil voorschrijven aan vrouwen die ongewenst zwanger zijn.”
JA21 ziet de huisarts als een cruciale schakel in de zorg en wil diens positie versterken om de zorg toegankelijker en persoonlijker te maken. Ze pleiten voor behoud van de vrije artsenkeuze, meer samenwerking tussen huisartsen en specialisten in de wijk, en het versterken van de eerstelijnszorg. De partij wil zo wachttijden verkorten, kosten besparen en de patiënt daadwerkelijk centraal stellen.
JA21 beschouwt de huisarts als de persoonlijke dokter met een vertrouwensband en wil diens rol versterken om zorg dichtbij en toegankelijk te houden. Door samenwerking tussen huisartsen en specialisten in wijkposten kan eenvoudige zorg sneller buiten het ziekenhuis worden geleverd, wat wachttijden en kosten vermindert. Dit alles past in hun visie om de patiënt centraal te stellen en de eerstelijnszorg te versterken.
“De huisarts speelt hierin een cruciale rol en zijn positie moet dus versterkt worden. Hij of zij is immers de persoonlijke dokter met wie je een vertrouwensband hebt. Door specialisten uit het ziekenhuis in wijkposten te laten samenwerken met huisartsen kan veel relatief eenvoudige zorg snel en buiten het ziekenhuis geleverd worden.”
“De eerstelijnszorg versterken.”
JA21 vindt het belangrijk dat burgers zelf kunnen kiezen welke arts hen behandelt, zodat zorg aansluit bij de wensen en behoeften van de patiënt. Het behoud van de vrije artsenkeuze is voor hen essentieel om de regie bij de burger te houden.
D66 ziet de huisarts als een essentiële schakel in toegankelijke en persoonlijke zorg dicht bij huis. Ze willen dat iedereen een vaste huisarts krijgt en investeren in het aantrekkelijker maken van het werk in de huisartsenpraktijk, zodat goede zorg voor iedereen beschikbaar blijft.
D66 vindt dat de huisarts een sleutelrol speelt in de gezondheid van mensen en wil dat iedereen een vaste huisarts krijgt. Dit moet zorgen voor een vertrouwensband en effectievere zorg, en voorkomen dat mensen met lichte klachten onnodig naar het ziekenhuis gaan.
“De huisarts speelt een sleutelrol in onze gezondheid. Daarom wil D66 dat iedereen een vaste huisarts krijgt. Die kan vanuit een vertrouwensband betere en effectievere zorg leveren.”
D66 wil het werk in de huisartsenpraktijk aantrekkelijker maken door minder regels, meer vertrouwen en een goed salaris voor zorgprofessionals. Dit is nodig om het tekort aan professionals aan te pakken en zorg dichtbij huis te houden.
“We maken het werk in de huisartsenpraktijk, ouderenzorg en wijkverpleging aantrekkelijker. Zo blijft goede zorg dichtbij en voor iedereen beschikbaar.”
“Daarom maakt D66 vooral het werken in de nabije zorg aantrekkelijker, zoals publieke gezondheidszorg, ouderenzorg, huisartsen en wijkverpleegkunde.”
GroenLinks-PvdA vindt dat goede zorg begint bij de huisarts en wil de huisartsenzorg versterken door het aantrekkelijker te maken voor huisartsen om een praktijk te beginnen of te behouden. De partij wil administratieve lasten verlagen, eerlijke tarieven invoeren en zorgen voor betaalbare huisvesting, zodat iedereen toegang houdt tot een vaste huisarts dichtbij huis.
GroenLinks-PvdA signaleert dat de huisartsenzorg onder druk staat: steeds meer mensen missen een vaste huisarts of hebben er zelfs geen. De partij wil het vak aantrekkelijker maken door administratieve lasten te verminderen, eerlijke en toekomstbestendige tarieven te bieden en samen te werken met gemeenten en provincies voor betaalbare huisvesting. Dit moet de toegankelijkheid en continuïteit van huisartsenzorg waarborgen.
“Goede zorg begint bij de huisarts. Toch staat de huisartsenzorg onder druk. Steeds meer mensen missen een vast gezicht of hebben zelfs helemaal geen huisarts meer. We maken het aantrekkelijker voor huisartsen om een praktijk te beginnen of praktijkhouder te blijven. Dat doen we door administratieve lasten terug te dringen, eerlijke en toekomstbestendige tarieven in te voeren en samenwerking met gemeenten en provincies voor betaalbare huisvesting.”
“Iedereen in Nederland moet terecht kunnen bij de huisarts – gewoon bij een vertrouwd gezicht in de buurt.”
De partij wil huisartsenzorg voor iedereen toegankelijk houden, zonder financiële barrières. Dit betekent dat noodzakelijke zorg, zoals een bezoek aan de huisarts, voor iedereen bereikbaar moet zijn, ongeacht inkomen.
“We zonderen de soa-test bij de huisarts uit van het eigen risico.”
BIJ1 wil huisartsenpraktijken transformeren tot brede zorgcentra in de wijk, waar iedereen terecht kan met elke zorg- of ondersteuningsvraag. Ze pleiten voor forse investeringen in gespecialiseerde praktijkondersteuning en het waarborgen van continuïteit van zorg, met de huisarts als centrale schakel in een samenhangend zorgaanbod. De partij ziet de huisarts als laagdrempelig en toegankelijk aanspreekpunt voor alle zorgvragen, met meer ondersteuning en minder bureaucratie.
BIJ1 wil dat huisartsenpraktijken uitgroeien tot centrale zorgpunten in de wijk, waar mensen met uiteenlopende zorg- en ondersteuningsvragen terecht kunnen. Dit moet de toegankelijkheid en samenhang van zorg verbeteren, bureaucratie verminderen en de huisarts versterken als spil in de eerstelijnszorg. Er wordt extra geïnvesteerd in gespecialiseerde praktijkondersteuning om de huisarts te ontlasten en de kwaliteit van zorg te verhogen.
“Huisartsenpraktijken worden zorgcentra in de wijk, waar zorg samenkomt en je terecht kunt met iedere zorg- of ondersteuningsvraag. We investeren fors in gespecialiseerde praktijkondersteuning.”
BIJ1 vindt dat de continuïteit van zorg gewaarborgd moet worden, met één plan en één regisseur voor mensen met een zorg- of ondersteuningsvraag, ongeacht onder welke zorgwet deze valt. De huisarts speelt hierin een centrale rol als coördinator van het zorgtraject.
“Continuïteit van zorg moet gewaarborgd worden. ‘Eén plan, één regisseur’ wordt de basis van hulp voor mensen met een zorg- of ondersteuningsvraag, onder welke zorgwet die vraag ook valt.”
FVD wil dat huisartsen meer tijd en aandacht krijgen voor hun patiënten en pleit voor het behoud van persoonlijke, stabiele arts-patiëntrelaties. De partij stelt voor om huisartsenpraktijken te ontlasten van bureaucratie en schaalvergroting, zodat de huisartsenzorg kleinschalig, persoonlijk en dichtbij de patiënt blijft.
FVD vindt dat huisartsenpraktijken weer ruimte moeten krijgen om persoonlijke zorg te bieden, met minder administratieve druk en meer focus op de relatie tussen arts en patiënt. Dit moet de continuïteit en kwaliteit van de huisartsenzorg verbeteren en het beroep aantrekkelijker maken.
“We zorgen dat huisartsenpraktijken weer tijd en aandacht hebben voor hun patiënten en fysiek samenkomen, zodat de relatie persoonlijk en duurzaam is.”
“huisartsen moeten meer tijd krijgen voor hun patiënten en maatschappen moeten een volwaardig alternatief blijven voor loondienst.”
NSC wil de huisartsenzorg versterken door deze te organiseren in wijkgerichte gezondheidscentra waar huisartsen samenwerken met andere eerstelijnszorgverleners. Ze keren zich tegen de groeiende invloed van commerciële investeerders op huisartsenpraktijken en willen de menselijke maat en samenwerking in de zorg behouden.
NSC pleit voor een eerstelijnszorgstelsel waarin huisartsen samen met andere zorgverleners onder één dak werken in de wijk. Dit moet de samenwerking verbeteren, de zorg toegankelijker maken en de menselijke maat terugbrengen.
“We werken toe naar een eerstelijnszorgstelsel dat georganiseerd is rond gezondheidscentra in de wijk, waarbij huisartsenzorg, (wijk)verpleegkundigen, ambulante ggz, consultatiebureau, buurtteam en andere disciplines onder één dak samenwerken.”
NSC maakt zich zorgen over de toenemende invloed van commerciële partijen op huisartsenpraktijken en wil deze ontwikkeling terugdringen om de onafhankelijkheid en kwaliteit van de huisartsenzorg te waarborgen.
“We willen de groeiende greep van commerciële investeerders op huisartsenpraktijken, tandartspraktijken, apotheken, verpleeghuizen, fysiotherapieketens en privéklinieken terugdringen.”
De SP wil de huisartsenzorg structureel versterken door te investeren in opleiding, praktijkruimte en het verminderen van bureaucratie. De partij ziet de huisarts als onmisbare poortwachter van toegankelijke zorg in de buurt en wil dat de overheid weer verantwoordelijk wordt voor de randvoorwaarden, zodat huisartsen zich volledig op zorgverlening kunnen richten.
De SP pleit voor meer investeringen in de huisartsenzorg, het wegnemen van bureaucratische druk en het publiek organiseren van praktijkruimtes. Dit moet het huisartsentekort tegengaan, jonge artsen stimuleren praktijkhouder te worden en de toegankelijkheid van zorg verbeteren. De partij ziet de huisarts als essentieel onderdeel van de gemeenschap en wil dat huisartsen weer de ruimte krijgen om hun werk goed te doen, zonder bemoeienis van zorgverzekeraars.
“De huisarts is en blijft de poortwachter van de zorg. We versterken de huisartsenzorg structureel. Dat betekent investeren in de opleiding tot huisarts, financiële steun voor jonge artsen die praktijkhouder willen worden en extra middelen voor regio’s met een huisartsentekort. De bureaucratische druk en bemoeienis van zorgverzekeraars verdwijnen. Huisartsen krijgen weer de ruimte om te doen wat nodig is. Daarom wordt de overheid weer verantwoordelijk voor de praktijkruimte, zodat de huisarts zich kan concentreren op zorgverlening. We zorgen voor meer praktijkruimtes in iedere wijk en dorp en ondersteunen huisartsencollectieven.”
De SP wil in wijken met veel gezondheidsproblemen extra investeren in huisartsen, zodat zorg dichtbij en toegankelijk blijft voor mensen die het het hardst nodig hebben. Dit is onderdeel van een bredere inzet op het versterken van eerstelijnszorg in buurten waar de gezondheidsachterstanden het grootst zijn.
“In wijken waar gezondheidsproblemen zich opstapelen, investeren we extra in wijkverpleegkundigen, huisartsen, buurtzorg, jeugdgezondheidszorg en jeugdzorg. Zo brengen we de zorg naar de mensen toe en niet andersom.”
Volt erkent het belang van huisartsen voor toegankelijke en regionale zorg en wil het tekort aan huisartsen in onderbezette regio’s aanpakken met financiële prikkels. Daarnaast ziet Volt de huisarts als een belangrijke schakel in preventie en voorlichting, bijvoorbeeld bij het verhogen van de vaccinatiegraad onder kinderen.
Volt wil huisartsen stimuleren om te werken in regio’s waar huisartsenzorg onder druk staat, met name in krimpgebieden, door middel van positieve financiële prikkels. Dit moet de regionale ongelijkheid in huisartsenzorg verminderen en de toegankelijkheid verbeteren.
“Volt wil met positieve financiële prikkels ervoor zorgen dat huisartsen er vaker voor kiezen om te werken in regio’s waar de huisartsenzorg onder druk staat. Dit geldt met name voor krimpgebieden.”
Volt ziet de huisarts als een belangrijke partij in preventieve zorg en gezondheidsvoorlichting, met name bij het verhogen van de vaccinatiegraad onder kinderen. Door de huisarts actief te betrekken bij voorlichting, wil Volt voorkomen dat ziekten als mazelen en kinkhoest terugkeren.
“Daarom zet Volt vol in op voorlichting via de huisarts, het consultatiebureau, de kinderarts, het RIVM en de kinderopvang en/of gastouder.”
BVNL noemt de huisarts niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar benadrukt het belang van fysieke doktersafspraken en het recht van patiënten om te kiezen voor persoonlijk contact met hun arts. Het programma richt zich vooral op het verminderen van bureaucratie en het vergroten van keuzevrijheid in de zorg, waarbij de patiënt centraal staat.
BVNL vindt dat patiënten altijd de mogelijkheid moeten hebben om hun huisarts of andere arts fysiek te bezoeken als zij dat wensen. Dit standpunt is gericht op het waarborgen van persoonlijke zorg en het tegengaan van digitalisering of telefonische consulten als enige optie.
“Afspraken bij de dokter moeten fysiek plaats kunnen blijven vinden als de patiënt daar prijs op stelt.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma