Het PVV-verkiezingsprogramma staat haaks op de hoofdpunten van Volt, die doorgaans inzetten op Europese samenwerking, klimaatmaatregelen, duurzame energie en progressief sociaal beleid. De PVV verwerpt juist verdere Europese integratie, zet zich af tegen klimaatbeleid en milieumaatregelen, en kiest voor nationale soevereiniteit en traditionele energiebronnen. De partij pleit voor het terugdraaien van klimaatmaatregelen, het beperken van EU-invloed en het schrappen van duurzame verplichtingen.
De PVV verzet zich fel tegen verdere Europese integratie en het overhevelen van bevoegdheden naar Brussel, terwijl Volt juist pleit voor meer Europese samenwerking en een federale EU. De PVV wil nationale soevereiniteit herstellen en vetorechten actief inzetten.
“De PVV kiest voor een soeverein Nederland. Dat betekent: baas in eigen land, baas over eigen geld, eigen grenzen en eigen regels.”
“Wij willen sterke bilaterale en economische banden met andere landen; samenwerken is prima. Waar wij fel tegen zijn, is een geopolitieke Europese Unie, een Europese superstaat.”
“niet nóg meer bevoegdheden en miljarden overhevelen naar Brussel, maar juist terughalen. Onze vetorechten behouden we, herstellen we in ere én zetten we in”
Waar Volt inzet op ambitieuze klimaatdoelen en de energietransitie, wil de PVV juist alle klimaatmaatregelen terugdraaien, stoppen met wind- en zonneparken, en inzetten op kolen, gas en kernenergie. De partij noemt klimaatbeleid "flauwekul" en wil geen verplichtingen rond verduurzaming.
“Geen miljardenverspilling aan klimaatbeleid, maar een betaalbare energierekening.”
“Het ministerie van Klimaat en Groene Groei wordt het ministerie van Betaalbare Energie”
“Geen verplichte warmtepomp, niet verplicht van het gas af”
“Onze moderne, schone kolen- en gascentrales openhouden”
“Nieuwe kerncentrales bijbouwen, ook kleine modulaire reactoren; inzet op thorium”
“Geen enkele nieuwe windturbine er meer bij; geen nieuwe zonneparken”
In tegenstelling tot Volt, dat duurzame mobiliteit en elektrificatie stimuleert, wil de PVV geen verplicht elektrisch rijden, geen zero-emissiezones, en geen verbod op brandstofauto’s. De partij wil juist de maximumsnelheid verhogen en investeert in asfalt en traditionele infrastructuur.
“Geen rekeningrijden, geen verbod op de verkoop van brandstofauto’s, niet verplicht elektrisch rijden”
“Afschaffen van alle zero-emissiezones, overal in het land”
“Maximumsnelheid op de snelweg verhogen naar 140 km/u waar dat veilig kan”
“Geen gedwongen elektrificatie in de scheepvaart”
De PVV verzet zich tegen progressieve sociale thema’s zoals inclusiviteit, duurzaamheid in het onderwijs en woke-initiatieven, waar Volt juist voorvechter van is. De partij wil politieke neutraliteit op school en geen klimaat- of woke-indoctrinatie.
Waar Volt inzet op internationale solidariteit en ontwikkelingssamenwerking, wil de PVV juist stoppen met ontwikkelingshulp en het geld in Nederland houden.
Volt zet in op een toekomstgericht, duurzaam en sociaal Europa, met nadruk op klimaatneutraliteit, eerlijke economie, toegankelijke zorg, en een sterke democratische rechtsstaat. De partij onderscheidt zich door concrete voorstellen voor circulair waterbeheer, vergroening van de economie, hervorming van het onderwijs, en het versterken van Europese samenwerking op tal van terreinen. Volt wil publieke middelen inzetten voor publieke diensten, innovatie stimuleren, en ongelijkheid actief bestrijden.
Volt wil het waterbeheer in Nederland en Europa hervormen om klimaatverandering tegen te gaan, CO₂-uitstoot te verminderen en de beschikbaarheid van zoetwater te waarborgen. Dit gebeurt door internationale samenwerking, hergebruik van water, en het stimuleren van duurzame landbouwpraktijken.
“Volt streeft naar een circulair watersysteem. We willen (drink-)water zoveel mogelijk gaan hergebruiken en inzetten op de opvang en het gebruik van regenwater in de bebouwde omgeving.”
“Volt zet in op het behoud van zoetwater door regenwater op grote schaal op te slaan in plaats van weg te pompen naar zee.”
“We veranderen de melkveehouderij naar meer grond per dier en vaker in de weides in de veenweidegebieden, waardoor de uitstoot ook afneemt.”
Volt ziet groene waterstof als essentieel voor de energietransitie en pleit voor een gecoördineerde Europese aanpak, investeringen in infrastructuur, en duidelijke wetgeving om de uitrol te versnellen.
“De financiering van transport en productie van groene waterstof breiden we uit. We zetten in op een Europese aanpak zodat investeringen in andere EU-landen, in het bijzonder onze buurlanden, op elkaar afgestemd zijn.”
“Volt wil Europese wettelijke veiligheidsnormen voor het gebruik van waterstof.”
Volt wil het Europese landbouwbeleid hervormen door subsidies te koppelen aan natuurherstel, koolstofopslag en biodiversiteit, en door boeren te belonen voor publieke diensten in plaats van enkel grondgebruik.
“Volt wil naar een Europees landbouwbeleid waarin we subsidies voor grondgebruik afbouwen en boeren belonen die investeren in zaken als koolstofopslag, natuurherstel, klimaatmitigatie en -adaptatie en maatregelen ter bevordering van biodiversiteit.”
Volt maakt kwalitatieve, toegankelijke en betaalbare zorg tot een afdwingbaar recht voor elke EU-burger, met meer collectieve financiering en een eenvoudiger zorgsysteem dat samenwerking stimuleert.
“Volt maakt van kwalitatieve, toegankelijke en betaalbare zorg een afdwingbaar recht voor elke EU-burger, verankerd in EU-wetgeving.”
“De zorgkosten moeten voor een groter deel uit de collectieve middelen betaald worden. Zo kunnen we de nominale zorgpremie naar nul euro verlagen en neemt het besteedbaar inkomen van uitkeringsgerechtigden toe.”
Volt wil investeren in beter, frequenter en grensoverschrijdend openbaar vervoer, met nadruk op treinverbindingen en het combineren van deelvervoer en OV, ook in minder dichtbevolkte gebieden.
“Volt wil inzetten op meer directe treinverbindingen die vaker tussen grenssteden rijden, zodat de trein ook in de grensregio de auto kan vervangen.”
“Iedereen in Nederland moet altijd en overal toegang hebben tot bereikbaar, beschikbaar en betaalbaar openbaar vervoer om onder andere naar werk, dokter, school en sociale contacten te komen.”
Volt pleit voor een later selectiemoment in het onderwijs en brede brugklassen, om kansenongelijkheid te verminderen en kinderen langer de tijd te geven zich te ontwikkelen.
“We kiezen ook voor een later selectiemoment in het funderend onderwijs door in te zetten op brede brugklassen.”
Volt wil dat betaald werk voldoende loont, het minimumloon een normale levensstandaard garandeert, en boetes inkomensafhankelijk worden opgelegd.
Volt streeft naar meer Europese integratie op het gebied van belastingen, digitale euro, en stemrecht, en wil de democratie versterken door o.a. digitale stemmogelijkheden en uitbreiding van zendtijd.
“We willen één Europese winstbelasting als aanvulling op de eigen middelen van de EU.”
“Volt vindt het essentieel dat álle Nederlanders hun stem kunnen uitbrengen, ook als zij in het buitenland wonen en zij nog stemrecht in Nederland hebben.”
“Volt wil een uitbreiding van de zendtijd voor politieke partijen. Nu hebben alleen partijen met een zetel in het parlement recht op landelijke zendtijd. Volt wil dit recht ook geven aan Nederlandse partijen met een zetel in het Europees Parlement.”
JA21 staat lijnrecht tegenover Volt op vrijwel alle hoofdpunten: waar Volt inzet op ambitieuze klimaatdoelen, Europese integratie en progressief sociaal beleid, kiest JA21 voor nationale soevereiniteit, kernenergie boven wind en zon, behoud van fossiele brandstoffen en het beperken van nationale klimaatmaatregelen. JA21 verwerpt extra nationale klimaatregels, wil geen verdere Europese integratie en legt de nadruk op betaalbaarheid, technologische innovatie en nationale zeggenschap.
JA21 verzet zich tegen verdere Europese integratie en pleit voor nationale soevereiniteit, in tegenstelling tot Volt dat juist meer Europese samenwerking en bevoegdheden wil.
“Energiesoevereiniteit; nationale zeggenschap over de energiemix. Niet Brussel, maar Nederland bepaalt zelf hoe we energie opwekken.”
“Fiscale soevereiniteit: geen nieuwe Europese belastingen, waar mogelijk draaien we Europese heffingen terug.”
“Geen invoering van een digitale euro en geen digitale Europese identiteit.”
JA21 kiest expliciet voor kernenergie als hoofdoplossing en wijst grootschalige wind- en zonneparken af, terwijl Volt juist inzet op hernieuwbare energie.
JA21 wil geen nationale koppen op Europese klimaatregels en ondersteunt duurzaamheid alleen als het economisch rendeert, in tegenstelling tot Volt dat juist verder wil gaan dan EU-normen.
JA21 wil fossiele brandstoffen behouden zolang er geen volwaardige alternatieven zijn, en wijst snelle afbouw af, waar Volt juist versneld wil verduurzamen.
JA21 stelt betaalbaarheid en technologische innovatie boven ideologische klimaatdoelen, in tegenstelling tot Volt dat klimaat en duurzaamheid als leidend ziet.
GroenLinks-PvdA deelt met Volt een sterke nadruk op Europese samenwerking, duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid en digitalisering, maar legt meer nadruk op nationale investeringen en sociale bescherming. De partij wil versneld klimaatbeleid, een eerlijke economie, en een sterke publieke sector, met concrete voorstellen zoals het afbouwen van fossiele subsidies, investeren in duurzame mobiliteit en digitalisering, en het versterken van de democratische rechtsstaat. Hun visie is gericht op solidariteit, gelijke kansen en een toekomstbestendige samenleving, waarbij de overheid een actieve rol speelt.
GroenLinks-PvdA wil sneller dan Volt de fossiele subsidies afbouwen en grote vervuilers laten betalen, met een sterke nadruk op het principe 'de vervuiler betaalt'. Dit gaat verder dan Volt's meer geleidelijke Europese aanpak en legt de nadruk op nationale actie en sociale rechtvaardigheid.
“Fossiele vervuilers ontvangen nu tientallen miljarden aan subsidies voor hun vervuilende activiteiten. Deze fossiele subsidies zetten duurzame bedrijven op achterstand en houden de fossiele economie in stand. We bouwen fossiele subsidies af, zoveel mogelijk in Europees verband.”
“Grote vervuilende bedrijven gaan eerlijk belasting betalen over vervuilende uitstoot. Fossiele subsidies bouwen we af.”
“We laten grote vervuilers een eerlijke bijdrage leveren aan de kosten van de duurzaamheidstransitie. Dat doen wij door het principe van ‘de vervuiler betaalt’ centraal te stellen in al ons klimaatbeleid.”
De partij kiest voor forse investeringen in openbaar vervoer, elektrificatie en internationale treinverbindingen, met concrete doelen zoals alleen nog elektrische voertuigen vanaf 2030. Dit sluit aan bij Volt's Europese mobiliteitsvisie, maar GroenLinks-PvdA legt meer nadruk op nationale regie en sociale toegankelijkheid.
“We elektrificeren alle treinlijnen in Nederland. En we investeren in voorzieningen en werkgelegenheid in de buurt.”
“We maken Nederland goed bereikbaar met internationale treinen en sluiten die goed aan op het binnenlandse vervoer. Er komt een eenvoudig boekingssysteem voor internationale treinreizen.”
“Zo zorgen we ervoor dat in Nederland vanaf 2030 alleen nog elektrische voertuigen worden verkocht, inclusief brom- en snorfietsen.”
GroenLinks-PvdA wil digitalisering inzetten voor duurzaamheid en democratie, met nadruk op opensource, publieke waarden en het opleiden van ICT’ers. Dit overlapt deels met Volt, maar GroenLinks-PvdA is explicieter over publieke regie en sociale aspecten.
“We verbreden het Actieplan Duurzame Digitalisering en leiden genoeg ICT’ers op voor een groene digitale toekomst.”
“Door middel van aanbestedingen en subsidies ondersteunen we de ontwikkeling van betrouwbare opensourcesoftware en -hardware met broncodes die iedereen kan controleren.”
De partij kiest voor een eerlijker belastingstelsel, hogere lonen, bescherming tegen prijsschokken en investeringen in publieke voorzieningen. Dit sluit aan bij Volt’s sociale agenda, maar GroenLinks-PvdA is concreter in nationale maatregelen en herverdeling.
“We sluiten een Groot Loonakkoord met vakbonden en werkgevers met daarin hogere lonen en meer investeringen in infrastructuur, onderzoek en technologie.”
“De overheid moet daarom actief ingrijpen bij grote prijsschokken. Een goed voorbeeld is het Prijsplafond Energie.”
“Wij kiezen ervoor om de komende jaren te investeren in onze publieke voorzieningen, economie, infrastructuur en veiligheid.”
Hoewel GroenLinks-PvdA Europese samenwerking belangrijk vindt, leggen ze meer nadruk op nationale regie en directe investeringen dan Volt, dat vaak primair Europees denkt.
D66 deelt met Volt een sterk pro-Europees en toekomstgericht perspectief, met nadruk op samenwerking binnen de EU, innovatie, duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid. D66 wil Nederland laten vooroplopen in Europese integratie, groene energie, digitalisering en gelijke kansen, met concrete voorstellen zoals het delen van stroomnetwerken, investeren in wind op zee, en het stimuleren van Europese technologie. De partij kiest voor een sociaal-liberale koers waarin Europese samenwerking, klimaatbeleid en inclusiviteit centraal staan.
D66 wil dat Nederland een leidende rol speelt in het versterken van de Europese Unie, vooral op het gebied van energie, economie en veiligheid. Dit sluit aan bij Volt’s kernpunt van een sterker, geïntegreerd Europa. D66 ziet Europese samenwerking als essentieel voor innovatie, klimaatoplossingen en strategische autonomie.
“Nederland neemt het voortouw voor een sterk Europees energiesysteem. We willen samen met andere landen stroomnetwerken delen en energieopslag organiseren. Ook werken we samen aan wind op zee, groene waterstof en betrouwbare netwerken onder de Noordzee.”
“Voor een stabiel Europees energiesysteem zonder CO2-uitstoot zetten we ons in voor een betere aansluiting van Nederland op stroommarkten in omringende landen.”
“Met D66 neemt Nederland het voortouw in Europa. Te vaak verzanden we in Haagse regelruzies en blokkades. Dat kost tijd, geld en vertrouwen. Het is tijd voor Europese oplossingen, zoals voor schone energie, innovatie, eerlijke kansen en stabiliteit in een instabiele wereld.”
D66 wil minder afhankelijk zijn van niet-Europese technologie en zet in op een sterke Europese ICT-sector, AI en productie van kritieke materialen. Dit sluit aan bij Volt’s pleidooi voor Europese digitale soevereiniteit en innovatiekracht.
“We kiezen voor Europese alternatieven en helpen vanuit de overheid door als eerste klant (launching customer) om producten op de markt te brengen.”
“D66 zet vol in op een sterke nationale en Europese ICT-sector. We maken onze positie in de halfgeleiderindustrie nog sterker: dat is de productie van bijvoorbeeld computerchips.”
“Nederland wordt koploper in Europa in waardengedreven en verantwoorde AI.”
D66 koppelt nationale klimaatambities aan Europese samenwerking en wil de energietransitie versnellen met grensoverschrijdende projecten. Dit is een gedeeld uitgangspunt met Volt, dat klimaat en duurzaamheid als Europese opgaven ziet.
“We investeren uitgebreid in windmolens op zee en op land, in zonnepanelen op daken, bedrijventerreinen en restgronden zoals bermen. Wind op zee wordt de basis van schone energie.”
“We stoppen met het verbranden van hout om stroom op te wekken. We stoppen stap voor stap met de inzet van biomassa voor elektriciteit.”
“We zorgen voor extra technisch personeel. Ook maken we het mogelijk dat mbo’ers uit heel Europa aan de slag kunnen.”
D66 benadrukt dat de energietransitie en Europese samenwerking eerlijk moeten zijn, met aandacht voor kwetsbare groepen en gelijke kansen – een belangrijk raakvlak met Volt.
“De klimaatcrisis raakt ons allemaal, maar niet iedereen even hard. Daarom zorgt D66 voor een eerlijke verdeling van de kosten en de opbrengsten van de energietransitie.”
“We luisteren naar de groepen die het hardst door de klimaatcrisis geraakt worden, zoals vrouwen, jongeren en Inheemse groepen.”
“Iedereen kan meedoen met zonne-energie, of je nu wel of geen eigen dak hebt dat daar geschikt voor is. We zorgen voor manieren om zonnepanelen te huren. En we helpen energiecoöperaties die bijvoorbeeld buurtbatterijen of een project met zonnepanelen willen opzetten.”
BIJ1 onderscheidt zich van Volt door haar radicale pleidooi voor volledige nationalisatie van essentiële sectoren, gratis openbaar vervoer, en het afwijzen van marktwerking en concurrentie in publieke diensten. Waar Volt inzet op Europese samenwerking en hervormingen binnen het bestaande systeem, kiest BIJ1 voor vergaande publieke controle, inkomensafhankelijke tarieven en bindende burgerinspraak. De partij legt sterk de nadruk op sociale rechtvaardigheid, democratisering en het tegengaan van economische ongelijkheid.
BIJ1 wil alle belangrijke sectoren – waaronder openbaar vervoer, energie, zorg, onderwijs en banken – volledig in publieke handen brengen, in tegenstelling tot Volt dat marktwerking en Europese samenwerking centraal stelt. Dit moet leiden tot meer democratische controle, lagere kosten en het tegengaan van winstbejag op publieke voorzieningen.
“De belangrijke sectoren van de economie komen daarom volledig in publieke handen. Zoals banken, energiebedrijven, netbeheerders, het onderwijs, de zorg en het ov.”
“Vervolgens werken wij aan concurrentie in het ov afschaffen door ov-bedrijven volledig te nationaliseren: de NS fuseert met alle andere personenvervoerders op het spoor en ProRail samen tot één overheidsdienst die verantwoordelijk is voor het hele Nederlandse spoornetwerk. Hetzelfde doen we met alle bus-, tram- en metrovervoerders.”
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd.”
In tegenstelling tot Volt, dat inzet op betaalbaar en duurzaam OV, pleit BIJ1 voor volledig gratis openbaar vervoer, met bijzondere aandacht voor toegankelijkheid en het afschaffen van marktwerking. Dit moet mobiliteit voor iedereen garanderen en ongelijkheid verminderen.
BIJ1 wil tarieven voor autogebruik, boetes en parkeervergunningen afhankelijk maken van inkomen en vermogen, zodat hogere inkomens meer betalen en lagere inkomens worden ontzien. Dit verschilt van Volt, dat inzet op uniforme maatregelen en minder nadruk legt op inkomensafhankelijke differentiatie.
“Tarieven voor autogebruik, zoals een parkeervergunning, verkeersboetes en belasting worden afhankelijk van iemands inkomen en vermogen. Hogere inkomens betalen flink hogere tarieven dan nu. Dit zorgt voor minder auto’s op de weg en daarmee minder vervuiling, onveiligheid en ruimtegebruik. Terwijl we mensen met lagere inkomens ontzien.”
BIJ1 wil burgers actief en bindend laten meebeslissen over nieuwe wetten en regels, vooral bij grote politieke vraagstukken. Dit gaat verder dan Volt’s pleidooi voor burgerpanels en participatie, door inspraak bindend te maken.
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
BIJ1 wil maximumprijzen en maximale winstmarges op levensmiddelen en essentiële goederen, om ‘graaiflatie’ en woekerwinsten tegen te gaan. Volt kiest voor marktregulering en Europese afspraken, maar niet voor deze mate van prijscontrole.
FVD positioneert zich radicaal tegenover de hoofdpunten van Volt, met een sterke nadruk op nationale soevereiniteit, het afwijzen van Europese integratie, het stopzetten van klimaatbeleid en het beperken van immigratie. De partij pleit voor het volledig loslaten van klimaatdoelen, het beëindigen van de energietransitie, het terugdraaien van Europese samenwerking en het drastisch beperken van immigratie, waarmee FVD zich duidelijk onderscheidt van Volt’s pro-EU, progressieve en duurzame agenda.
FVD verwerpt verdere Europese integratie en wil nationale soevereiniteit herstellen, in tegenstelling tot Volt’s pleidooi voor verdieping van de EU-samenwerking. FVD ziet de EU als een bedreiging voor Nederlandse autonomie en pleit voor het terugdraaien van bevoegdheden.
Waar Volt inzet op ambitieuze klimaatdoelen en energietransitie, kiest FVD voor het volledig stopzetten van klimaatbeleid, het intrekken van de Klimaatwet en het stimuleren van fossiele energiebronnen zoals gas en kolen.
“We trekken de klimaatwet in, zeggen het klimaatverdrag van Parijs op en stoppen zodoende volledig met alle vormen van ‘duurzaamheidsbeleid’.”
“We stoppen volledig met de energietransitie, zodat ons land niet langer wordt opgezadeld met onbetaalbaar en zinloos klimaatbeleid.”
“We heropenen de gesloten kolencentrales en zetten in op de bouw van thoriumcentrales voor goedkope, schone kernenergie.”
FVD staat voor een strenge beperking van immigratie, het strafbaar stellen van illegaal verblijf en het actief stimuleren van remigratie, wat haaks staat op Volt’s inclusieve migratiebeleid.
FVD wil de energiesector nationaliseren om winsten in Nederland te houden en blackouts te voorkomen, terwijl Volt juist inzet op een duurzame, innovatieve energiemarkt.
De SGP staat op fundamentele punten lijnrecht tegenover Volt: waar Volt sterk inzet op Europese integratie, progressieve sociale waarden en een ambitieuze klimaat- en migratieagenda, kiest de SGP juist voor behoud van nationale soevereiniteit, christelijke waarden, restrictief migratiebeleid en een pragmatische, stapsgewijze verduurzaming. De SGP benadrukt behoud van klassieke vrijheden, een kritische houding tegenover de EU, en verduurzaming met oog voor haalbaarheid en betaalbaarheid.
De SGP verzet zich tegen verdere overdracht van nationale bevoegdheden aan de EU en pleit voor een kritische, terughoudende Europese samenwerking, in tegenstelling tot Volt dat juist meer Europese integratie nastreeft.
“kritisch Europees”
De SGP stelt klassieke vrijheden en christelijke waarden centraal, waar Volt juist progressieve, seculiere waarden voorstaat.
De SGP pleit voor duidelijke grenzen aan migratie en strengere eisen voor integratie, terwijl Volt juist pleit voor een opener en humaner migratiebeleid.
“Grenzen aan migratie, eisen voor integratie”
De SGP kiest voor een stapsgewijze, haalbare verduurzaming, met oog voor betaalbaarheid en leveringszekerheid, in tegenstelling tot Volt’s ambitieuzere klimaatdoelen.
“zorg voor de schepping, verduurzaming met verstand”
“We staan voor een duurzame, betrouwbare en betaalbare energievoorziening. Verduurzaming begint bij besparen.”
“De rekening van deze investeringen wordt uitgesmeerd in de tijd via bijvoorbeeld een amortisatiefonds. Zo blijft de energierekening betaalbaar.”
De SGP uit expliciet kritiek op progressieve sociale thema’s, waar Volt juist voorvechter is van inclusiviteit en diversiteit.
“woke-ideologie”
Het NSC-verkiezingsprogramma bevat geen expliciete sectie over "hoofdpunten Volt" en noemt Volt niet direct. Wel zijn er enkele hoofdpunten van Volt (zoals betaalbare energie, klimaatbeleid, Europese samenwerking, transparantie en digitalisering) die deels overlappen met NSC-standpunten. NSC legt echter sterk de nadruk op nationale regie, betaalbaarheid, kernenergie en behoud van publieke invloed, wat op meerdere punten verschilt van Volt.
NSC kiest voor een sterke nationale regie op de energietransitie, met nadruk op betaalbaarheid voor huishoudens en behoud van publieke invloed op essentiële voorzieningen. Dit contrasteert met Volt, dat doorgaans sterker inzet op Europese samenwerking en snelle verduurzaming.
“De overheid moet stevig de regie nemen in de energietransitie, in het belang van inwoners en ondernemers.”
“We kiezen voor een laag vast tarief en een hoger variabel tarief, zodat huishoudens grip houden op hun kosten. Warmtenetten moeten grotendeels in publieke handen zijn.”
“We letten sterk op een eerlijke verdeling van de kosten van het elektriciteitsnet tussen bedrijven en huishoudens. Huishoudens moeten daarbij zoveel mogelijk worden ontzien, zodat de energierekening betaalbaar blijft.”
Waar Volt doorgaans kritisch is over kernenergie, beschouwt NSC kernenergie als essentieel voor een klimaatneutrale en betrouwbare energievoorziening.
NSC wil nationale aanvullingen op Europese klimaatdoelen beperken, om te voorkomen dat maatregelen leiden tot verplaatsing van CO2-uitstoot naar het buitenland. Dit verschilt van Volt, dat vaak pleit voor Europese harmonisatie en ambitie.
“We beperken de nationale ‘koppen’ op de Europese aanpak als het gaat om reductiedoelen, tempo, subsidies en belastingen.”
NSC legt nadruk op digitale weerbaarheid, transparantie en bescherming van gevoelige gegevens, wat deels aansluit bij Volt’s aandacht voor digitalisering, maar met een sterk nationale focus.
“Nederland is digitaal te kwetsbaar voor cyberaanvallen door hackers. De cyberweerbaarheid van ons land moet omhoog.”
“In onmisbare markten zoals de energiemarkt moet meer transparantie komen over hoe de prijs is opgebouwd. Consumenten hebben recht op eerlijke informatie, zodat ze prijzen goed kunnen vergelijken.”
BVNL heeft geen standpunten of beleidsvoorstellen die direct of concreet ingaan op de hoofdpunten van Volt, zoals Europese integratie, versterking van de EU, pan-Europese samenwerking, of progressieve sociale thema’s. Integendeel, BVNL positioneert zich vaak expliciet tégen verdere Europese integratie en tegen EU-beleid, en legt de nadruk op nationale soevereiniteit en het beperken van Europese invloed. Er zijn geen fragmenten die positief of inhoudelijk aansluiten bij de kernpunten van Volt.
BVNL verzet zich expliciet tegen verdere Europese integratie en het overdragen van bevoegdheden aan de EU, wat haaks staat op de hoofdpunten van Volt. De partij wil nationale soevereiniteit behouden en pleit voor het stopzetten van belangrijke EU-initiatieven.
“De Europese Green Deal en het Klimaatakkoord zeggen we op, waaronder”
“BVNL wil dat Nederlanders in vrijheid kunnen leven zonder door de overheid gevolgd te worden. Daarom willen we geen Digitale Europese Identiteit, geen Digitale Euro, geen Central Bank Digital Currency...”
“Voor zover nodig zullen we de EU melden dat we voortaan weer onze eigen koers varen op het gebied van landbouw en visserij. Desnoods zetten we ons vetorecht in.”
BVNL benadrukt het belang van nationale besluitvorming en verzet zich tegen het overhevelen van macht naar Europese instituties, in tegenstelling tot Volt’s pleidooi voor meer Europese samenwerking en democratie.
“Dit doen we door een groot deel van de macht weg te halen bij de Staat en weer terug te leggen bij de mensen. Bureaucraten mogen niet de inrichting van Nederland bepalen, dat kunnen de mensen heel goed zelf.”
“Democratie moet weer terug naar de inwoners van Nederland. Over specifieke onderwerpen moet het volk zich buiten de verkiezingen kunnen uitspreken.”
Het VVD-programma bevat nauwelijks expliciete standpunten die direct aansluiten bij de hoofdpunten van Volt, zoals diepgaande Europese integratie, democratische vernieuwing, of een federale EU. Waar de VVD Europa noemt, kiest de partij voor pragmatische samenwerking en behoud van nationale soevereiniteit, met een focus op economische groei, veiligheid en een sterke positie binnen de NAVO. Concrete voorstellen zijn gericht op selectieve Europese samenwerking, geen Europees leger, en het beschermen van Nederlandse belangen binnen de EU.
De VVD verwerpt het idee van een Europees leger, een kernpunt van Volt, en kiest in plaats daarvan voor een sterke Europese pijler binnen de NAVO. De partij wil wel meer Europese samenwerking op defensie, maar altijd binnen het NAVO-kader en zonder overdracht van nationale soevereiniteit.
“Geen Europees leger, maar een sterke Europese pijler binnen de NAVO: De VVD kiest voor een militair zelfstandiger Europa. De VS blijft een onmisbare bondgenoot, maar Europese landen moeten meer verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen veiligheid. Dit doen we door pragmatisch met gelijkgezinden landen de dure systemen aan te schaffen die nodig zijn voor commandovoering over grootschalige militaire operaties waarvoor we nu te afhankelijk zijn van de VS. Wat de VVD betreft vindt deze samenwerking nadrukkelijk binnen de NAVO”
De VVD is kritisch over verdere Europese integratie en pleit voor een Europa met meerdere snelheden, waarbij landen alleen op specifieke terreinen verder integreren. Dit staat haaks op Volt’s pleidooi voor een federale EU en meer macht voor Europese instituties.
“De VVD staat open voor een EU met meerdere snelheden, waarin coalities van gelijkgezinde landen, zoals Nederland, Duitsland, Frankrijk en Scandinavische staten, samen verder kunnen integreren op terreinen als defensie, veiligheid, innovatie of samen hardere afspraken kunnen maken op migratie.”
De VVD wil geen strengere nationale regels bovenop EU-beleid en streeft naar harmonisatie, maar altijd met het oog op het beschermen van Nederlandse ondernemers en het waarborgen van een gelijk speelveld, niet op het versterken van Europese instituties.
“Dit betekent ook geen strengere nationale koppen bovenop EU-beleid. We beschermen onze ondernemers tegen oneerlijke concurrentie door te eisen dat importproducten voldoen aan de hoge standaarden die hier gelden.”
De VVD wil de Europese begroting hervormen, minder geld naar traditionele subsidies en meer naar innovatie, defensie en strategische autonomie. Dit is een technocratische benadering en geen pleidooi voor meer Europese macht of democratische vernieuwing.
“De VVD is voor een hervorming van het Meerjarig Financieel Kader (MFK). Slimmere besteding in plaats van méér geld is het uitgangspunt. De focus moet verschuiven van ineffectieve cohesiegelden en subsidies aan traditionele sectoren naar investeringen in innovatie, defensie en veiligheid, en strategische autonomie.”
De ChristenUnie onderscheidt zich van Volt door een meer behoudende en nationale benadering van Europese samenwerking en integratie. Waar Volt pleit voor meer Europese integratie en bevoegdheden, benadrukt de ChristenUnie het belang van nationale soevereiniteit, subsidiariteit en het beperken van Europese bemoeizucht. Concrete voorstellen zijn onder andere het beperken van de macht van de EU, het behouden van nationale zeggenschap en het streven naar strategische autonomie op Europees niveau.
De ChristenUnie vindt dat besluiten zoveel mogelijk op nationaal niveau moeten worden genomen en verzet zich tegen verdere overdracht van bevoegdheden aan de EU. Dit staat haaks op de Volt-hoofdpunten die juist pleiten voor meer Europese integratie en een federale EU. De partij benadrukt het belang van nationale zeggenschap en het beperken van Europese bemoeizucht.
“Europese samenwerking begint met duidelijkheid over bevoegdheden. Het moet helder zijn waar lidstaten zelf verantwoordelijk voor zijn en waar de Europese Unie wel of niet over gaat. Voor de ChristenUnie is subsidiariteit het uitgangspunt: besluiten worden genomen op het laagst mogelijke niveau, zo dicht mogelijk bij mensen. Wij verzetten ons tegen Europese bemoeizucht”
De ChristenUnie wil dat Nederland en Europa minder afhankelijk worden van andere landen voor essentiële producten en diensten. Dit sluit aan bij het streven naar meer Europese samenwerking, maar de nadruk ligt op autonomie en niet op verdere politieke integratie zoals Volt voorstaat.
“In deze tijd met geopolitiek schuivende panelen is strategische autonomie op Europees niveau cruciaal. We willen dat Nederland (en Europa) minder afhankelijk wordt van anderen waar het gaat om essentiële producten zoals grondstoffen, basisproducten, digitale diensten (incl. onafhankelijkheid van Amerikaanse techreuzen), voedsel en energie.”
De ChristenUnie wil Europese instituties efficiënter maken, bijvoorbeeld door het Europees Parlement alleen nog in Brussel te laten vergaderen, maar is terughoudend met het uitbreiden van bevoegdheden van de EU.
“Het Europees Parlement vergadert voortaan alleen nog in Brussel. Reizen tussen Brussel en Straatsburg is kostbaar en inefficiënt.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma