NSC wil het hoger onderwijs weer sterker verankeren in de Nederlandse samenleving door het terugdringen van Engelstalige opleidingen, het beperken van de instroom van internationale studenten, en het stimuleren van onderwijs in het Nederlands. Ze pleiten voor stabielere financiering, meer aandacht voor Nederlandse beleidsvraagstukken, en betere aansluiting bij de arbeidsmarkt, met behoud van toegankelijkheid via de basisbeurs en aandacht voor studentenhuisvesting.
NSC vindt dat het hoger onderwijs te veel is losgezongen van de Nederlandse samenleving door de dominantie van het Engels en de instroom van internationale studenten. Ze willen opleidingen standaard weer in het Nederlands aanbieden, met beperkte uitzonderingen, en streng toezicht op het terugdringen van het Engels.
“Opleidingen worden voortaan in beginsel weer aangeboden in de Nederlandse taal. Gerichte uitzonderingen zijn mogelijk in de masterfase en voor bepaalde tekortenstudies.”
“Het Nederlands moet weer de voertaal zijn in het hoger onderwijs.”
“Er moet streng toezicht gehouden worden op het terugdringen van het gebruik van Engels in opleidingen. Als deze omslag te langzaam verloopt, moet de overheid ingrijpen, bijvoorbeeld door de invoering van een taaltoets of aanpassing in de bekostiging.”
NSC wil de instroom van internationale studenten beperken en deze afhankelijk maken van huisvesting, arbeidsmarktrelevantie en de mate waarin studenten na afstuderen in Nederland blijven. Dit om de druk op voorzieningen te verlagen en de meerwaarde voor Nederland te waarborgen.
“De instroom van buitenlandse studenten wordt gerelateerd aan de beschikbare capaciteit aan woonruimte en opleidingsplaatsen in studentensteden.”
“Om de meerwaarde van internationale studenten voor de Nederlandse samenleving en arbeidsmarkt te waarborgen, voeren we een ‘stay-rate garantie’ in.”
“Universiteiten en hogescholen moeten streven naar een minimale ‘stay-rate’ van 50% na vijf jaar.”
NSC vindt dat het hoger onderwijs zich meer moet richten op het oplossen van Nederlandse maatschappelijke problemen in plaats van internationale thema’s. Ze willen onderzoek en onderwijs meer laten aansluiten bij nationale beleidsvraagstukken.
“Het hoger onderwijs moet weer meer aandacht hebben voor de oplossingen van problemen en uitdagingen in ons eigen land. We versterken het onderzoek dat gericht is op Nederlandse beleidsvraagstukken.”
“Het is onacceptabel dat veel hoogleraren zich bijvoorbeeld het hoofd breken over (internationale) winstbelasting, maar niet bezig zijn met de toekomst van het toeslagenstelsel in Nederland.”
NSC wil de toegankelijkheid van het hoger onderwijs behouden door de basisbeurs te handhaven en studentenhuisvesting te verbeteren, zodat studeren voor iedereen bereikbaar blijft.
“Verder moet de toegankelijkheid van het hoger onderwijs worden gewaarborgd, daarom blijven we voorstander van de basisbeurs.”
“Huisvesting van studenten in mbo, hbo en wo is een groot probleem. Steeds meer studenten wonen noodgedwongen nog thuis en missen zo een belangrijke stap naar zelfregie en volwassenheid. We steunen regio’s met plannen voor ‘betaalbaar wonen op de campus/rondom instellingen’.”
NSC wil af van het financieringsmodel dat instellingen prikkelt om zoveel mogelijk (buitenlandse) studenten te werven, en pleit voor stabielere bekostiging, ook bij demografische krimp.
“De onderwijsfinanciering moet stabieler worden, ook bij demografische krimp. Het huidige model maakt van het hoger onderwijs een diplomafabriek, gericht op zoveel mogelijk (buitenlandse) studenten.”
NSC benadrukt het belang van academische vrijheid, een open debatcultuur en het tegengaan van belangenverstrengeling bij hoogleraren.
“We staan pal voor academische vrijheid en een open debat op universiteiten. Juist daar moet ruimte zijn voor uiteenlopende opvattingen, ook over gevoelige of controversiële onderwerpen.”
“Hoogleraren vervullen regelmatig nevenfuncties in het bedrijfsleven, bijvoorbeeld bij belastingadvieskantoren. We leggen strikte regels voor transparantie op en stellen duidelijke grenzen om belangenverstrengeling te voorkomen.”
NSC wil dat hogescholen en universiteiten zich meer gaan richten op bij- en omscholing van werkenden, als onderdeel van een leven lang ontwikkelen.
“Hogescholen en universiteiten moeten zich daar de komende jaren ook op gaan richten.”
De Partij voor de Dieren stelt de kwaliteit, toegankelijkheid en inclusiviteit van het hoger onderwijs centraal. Ze willen de financiële druk op studenten verlagen, de bekostiging van universiteiten en hogescholen hervormen, en studenten en docenten meer invloed geven. Daarnaast pleiten ze voor minder marktwerking, meer vaste financiering voor onderzoek, en verantwoord beleid rond internationalisering.
De PvdD wil af van de financiële groeiprikkel bij universiteiten en hogescholen en zet in op meer vaste bekostiging, minder afhankelijkheid van studentenaantallen, en meer democratisering binnen instellingen. Dit moet de kwaliteit en toegankelijkheid van het hoger onderwijs verbeteren en de invloed van marktwerking verminderen.
“De Partij voor de Dieren stelt kwaliteit van het hoger onderwijs centraal. De sterke financiële groeiprikkel van universiteiten en hogescholen wordt daarom gereduceerd door in de bekostiging van deze instellingen het vaste deel te vergroten, en het variabele, studentgebonden deel te verkleinen.”
“Mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten worden gedemocratiseerd: studenten en docenten krijgen meer invloed in de medezeggenschapsraden. Bestuurders worden gekozen, in plaats van benoemd door de minister.”
De partij wil studeren betaalbaarder maken door verhoging van de basisbeurs, verlaging van het collegegeld, het omzetten van de ov-kaart in een gift, en het structureel op nul zetten van de rente op studieschulden. Ook wordt het bindend studieadvies afgeschaft en krijgen studenten meer begeleiding.
“De basisbeurs is veel te laag om zonder druk te kunnen studeren. Daarom verhogen we de basisbeurs naar minimaal 500 euro per maand voor uitwonende studenten en 130 euro per maand voor thuiswonende studenten.”
“Het collegegeld wordt fors verlaagd en voor alle studenten en opleidingen hetzelfde bedrag. Dit geldt ongeacht leeftijd, het aantal eerder gevolgde studies of behaalde diploma’s.”
“De ov-kaart voor studenten (mbo, hbo en universiteit) wordt omgezet in een gift en blijft geldig zolang de student studeert.”
“De compensatieregeling voor de ‘pechgeneratie’, de leenstelsel-studenten, wordt fors verruimd. De financiële positie van deze studenten wordt gelijk aan de studenten uit het huidige stelsel. De rente op studieschulden gaat structureel naar 0%.”
“Het bindend studieadvies wordt afgeschaft. In plaats daarvan krijgen studenten voortaan een persoonlijke en onderbouwde terugkoppeling.”
De PvdD wil het aantal buitenlandse studenten afstemmen op beschikbare huisvesting en onderwijskwaliteit, en pleit voor verantwoord beleid rond internationalisering en Engelstalig onderwijs, om negatieve gevolgen van massale instroom te voorkomen zonder de internationale positie van universiteiten te schaden.
“Het aantal buitenlandse studenten dat wordt aangetrokken moet worden afgestemd op beschikbare huisvesting voor studenten en het borgen van de onderwijskwaliteit. Tegelijkertijd staat het belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen in de weg als Nederlandse universiteiten hun positie binnen de internationale wetenschap verliezen en internationaal georiënteerde opleidingen hun deuren moeten sluiten. De overheid maakt in samenwerking met universiteiten en hogescholen verantwoord beleid omtrent buitenlandse studenten en Engelstalig onderwijs.”
De partij wil minder competitie en marktwerking in de financiering van onderzoek, meer vaste overheidsfinanciering, en het beperken van de invloed van bedrijven. Open access en transparantie worden gestimuleerd.
“Om kwaliteit en onafhankelijkheid van wetenschappelijk onderzoek te vergroten wordt een groter deel hiervan gefinancierd via vaste (meerjarige) financiering. Het overheidsbudget voor het eerste en tweede geldstroomonderzoek wordt daarom structureel verhoogd.”
“Wetenschappelijk onderzoek wordt publiek gefinancierd en moet dus toegankelijker worden. Daarom wordt de Open Access- en Open Science-beweging gesteund en gefinancierd.”
“Daarnaast beperken we de invloed van bedrijven en multinationals op het onderzoek, want goed onderzoek dient allereerst de belangen van de maatschappij en de onafhankelijke wetenschap, niet die van het kapitaal.”
De PvdD wil structureel investeren in studentenwelzijn, meer studentenpsychologen, toegankelijke faciliteiten, en betere begeleiding voor studenten met bijzondere omstandigheden.
“Het aanbod van studentenpsychologen wordt verruimd, zodat studenten op een redelijke termijn hulp kunnen inroepen.”
“Iedere student krijgt een studentbegeleider toegewezen met wie op regelmatige basis studie-resultaten worden besproken. Daarnaast krijgt iedere student directe en laagdrempelige toegang tot een studieadviseur, studentendecaan en vertrouwenspersoon.”
“Er wordt geld en expertise vrijgemaakt om onderwijsfaciliteiten écht toegankelijk en inclusief te maken.”
Volt wil het hoger onderwijs toegankelijker, betaalbaarder en socialer maken door het verhogen van de basisbeurs, het verplicht stellen van een stagevergoeding, en het afschaffen van collegegeld voor studies in vitale sectoren. Ze pleiten voor minder prestatiedruk, meer publieke waarden in de bekostiging, en betere ondersteuning van studenten, inclusief internationale en ongedocumenteerde jongeren. Hun visie is gericht op gelijke kansen, financiële verlichting en een inclusieve studentenervaring.
Volt wil studeren betaalbaarder maken door de basisbeurs te verhogen, een renteplafond op studieleningen in te voeren, en de pechgeneratie te compenseren. Ze willen dat de staat garant staat voor studieschulden bij hypotheken en dat het collegegeld voor vitale sectoren wordt afgeschaft.
“Zolang de plannen voor een basisinkomen nog niet zijn ingevoerd, verhogen we de basisbeurs conform het voorstel van het SER Jongerenplatform, inclusief inflatiecorrectie.”
“Volt pleit voor verkenning van de mogelijkheden voor invoering van een renteplafond van 2,5% op studieleningen.”
“We maken ons hard voor een rechtvaardige compensatie van de pechgeneratie door de rente op hun studieschuld terug te brengen naar 0% en zo de financiële druk op die jongeren te verlichten.”
“De staat moet garant staan voor de studieschuld bij de aanvraag van een hypotheek. Het maandelijks aflossen van een studieschuld mag geen impact hebben op het maximale leenbedrag van een starter op de woningmarkt.”
“We beginnen met het afschaffen van het collegegeld voor opleidingen en studies die opleiden tot cruciale/vitale beroepen en sectoren, zoals ICT, techniek, bouw, onderwijs en zorg.”
Volt wil een verplichte stagevergoeding voor alle studenten en het studentenleven versterken door het verenigingsleven te verankeren en studentensport en -cultuur te ondersteunen.
“We verplichten een minimale stagevergoeding van 550 euro voor fulltime stages van zowel mbo-, hbo- als wo-opleidingen.”
“Volt wil het verenigingsleven stevig verankeren in al het hoger onderwijs, door bijvoorbeeld studiepunten of bestuursbeurzen.”
“We zorgen dat studentensport, -horeca en -cultuur blijven bestaan, door mogelijk te maken dat universiteiten en hbo’s deze financieel kunnen blijven steunen.”
Volt wil de prestatiedruk in het hoger onderwijs verminderen door het bindend studieadvies af te schaffen en te vervangen door een niet-bindend advies.
“Een bindend studieadvies (BSA) draagt bij aan de toenemende prestatiedruk voor studenten. Dit terwijl het mentale welzijn van deze groep al erg laag is. Volt wil daarom het bindend studieadvies omzetten in een niet-bindend studieadvies: aan het eind van het eerste jaar krijgen studenten een studieadvies van hun onderwijsinstelling, waarna ze zelf de keuze maken om al dan niet door te gaan.”
Volt wil af van prestatiebekostiging en internationale studentenwerving op basis van marketing, en pleit voor bekostiging op basis van publieke waarden zoals toegankelijkheid en kwaliteit.
“Volt pleit voor het afbouwen van prestatiebekostiging en voor het hervormen van internationale studentenwerving. Onderwijsinstellingen mogen zich profileren op inhoud en maatschappelijke bijdrage, maar hoeven niet langer met marketingbudgetten op zoek naar zo veel mogelijk inschrijvingen.”
“Volt stimuleert bekostiging op basis van publieke waarden zoals toegankelijkheid, kleinschaligheid, kwaliteit van begeleiding, onderzoeksethiek en regionale samenwerking.”
Volt wil dat ongedocumenteerde jongeren die in Nederland onderwijs hebben gevolgd, toegang krijgen tot het hoger onderwijs tegen wettelijk collegegeld.
“Ongedocumenteerde jongeren die in Nederland het basis- en/of middelbaar onderwijs hebben gevolgd, moeten toegang krijgen tot hoger onderwijs zodra ze achttien jaar worden. Dat betekent dat we afspraken maken met onderwijsinstellingen en het instellingscollegegeld dat niet-EU/ EER-studenten normaliter moeten betalen, verlagen naar het wettelijk collegegeld, naar voorbeeld van de pilot in Amsterdam.”
Volt streeft naar Europese erkenning van diploma’s in het hoger onderwijs en versterking van internationale samenwerking tussen universiteiten.
“Diploma’s in het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs moeten uiteindelijk in heel de EU erkend worden. Daarbij leggen we voor Nederland nu de focus op erkenning van diploma’s in de grensregio’s.”
“We versterken het Europese Universiteiten Initiatief waarbij universiteiten en hogescholen in heel de EU gezamenlijke opleidings- en studietrajecten vormgeven. Meer universiteiten in Nederland sluiten zich hierbij aan.”
BIJ1 wil het hoger onderwijs volledig gratis maken, studieschulden kwijtschelden en de toegankelijkheid vergroten, met bijzondere aandacht voor kansengelijkheid, democratisering en diversiteit. Ze pleiten voor het afschaffen van collegegeld, het verhogen van de basisbeurs, het verplichten van stagevergoedingen en het democratiseren van het bestuur van hogescholen en universiteiten. Hun visie is gericht op het wegnemen van financiële, sociale en structurele drempels, zodat iedereen gelijke uitkomsten kan bereiken in het hoger onderwijs.
BIJ1 wil financiële drempels voor het hoger onderwijs volledig wegnemen door het collegegeld af te schaffen, de basisbeurs te verhogen en studieschulden van de 'pechgeneratie' kwijt te schelden. Hiermee willen ze gelijke toegang en uitkomsten voor iedereen bevorderen, ongeacht achtergrond of inkomen.
“Het collegegeld schaffen we af: beroepsonderwijs en de universiteit worden gratis. De basisbeurs maken we fors hoger naar een leefbaar niveau, voor inwonende en uitwonende studenten. Studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we kwijt.”
“We schaffen collegegeld af: al het onderwijs wordt gratis. Alle studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we volledig kwijt.”
BIJ1 wil structurele drempels in het hoger onderwijs verlagen, onder andere door schakelprogramma’s, het aanpakken van discriminatie en het bevorderen van diversiteit. Ze richten zich op het toegankelijk maken van theoretisch en wetenschappelijk onderwijs voor werkenden en ondervertegenwoordigde groepen.
“De toegang tot het theoretisch en wetenschappelijk onderwijs maken we makkelijker. Bijvoorbeeld door drempels voor werkende mensen weg te nemen, en door schakelprogramma’s zoals pre-masters.”
“Bedrijven die discrimineren in hun selectie voor stagiairs krijgen boetes en sluiten we uit van overheidsopdrachten en subsidies.”
“Elke instelling krijgt een diversiteitscommissie en er komen diversiteitsquota in alle onderwijs- en bestuurslagen in het theoretisch en wetenschappelijk onderwijs.”
BIJ1 wil het bestuur van hogescholen en universiteiten democratiseren door medewerkers en studenten meer zeggenschap te geven en diversiteit te waarborgen. Dit moet leiden tot meer inspraak, transparantie en een inclusievere onderwijsomgeving.
“Besturen en raden van toezicht van mbo’s, hogescholen en universiteiten worden democratisch verkozen. Dat gebeurt via democratisch verkozen raden van medewerkers en studenten, op centraal en facultair niveau.”
BIJ1 wil af van het financieringsmodel waarbij instellingen worden beloond op basis van het aantal afgestudeerden en pleit voor het waarborgen van academische vrijheid in samenwerking met hogescholen en universiteiten.
BIJ1 wil wetten tegen internationale studenten schrappen, internationalisering rechtvaardig balanceren en alle banden met Israëlische onderwijsinstellingen verbreken.
“Wetten om internationale studenten uit het hoger onderwijs te weren wordt geschrapt. We kijken binnen hoger onderwijsinstellingen naar duurzame en rechtvaardige manieren om internationalisering binnen het onderwijs te balanceren.”
“We voeren ‘academische boycot’ voor ‘Israël’ in: we verbreken alle banden tussen Nederlandse en ‘Israëlische’ onderwijsinstellingen.”
BIJ1 wil betere arbeidsvoorwaarden voor docenten in het hoger onderwijs, waaronder hogere salarissen, minder werkdruk en vaste contracten.
“Op hoger onderwijsinstellingen (mbo’s, hbo’s, universiteiten) werken we zo min mogelijk met tijdelijke contracten. De loonkloof tussen het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs, theoretisch onderwijs, en wetenschappelijk onderwijs dichten we. Zodat alle docenten hetzelfde verdienen.”
“De arbeidsvoorwaarden van docenten verbeteren we: hoger salaris en minder werkdruk.”
De VVD wil het hoger onderwijs sterker richten op aansluiting bij de arbeidsmarkt, met meer sturing op studentenaantallen, bekostiging op basis van arbeidsmarktperspectief en het aantrekkelijker maken van studies in tekortsectoren. Ze pleiten voor een kortstudeerbonus, beperking van internationale studenten tot tekortsectoren, en het waarborgen van academische vrijheid en kennisveiligheid. De partij benadrukt minder concurrentie tussen instellingen, meer samenwerking en profilering, en het streven naar topuniversiteiten wereldwijd.
De VVD wil dat het hoger onderwijs beter aansluit op de arbeidsmarkt door meer sturing op studentenaantallen, bekostiging op basis van arbeidsmarktperspectief en samenwerking tussen instellingen. Het doel is om opleidingen kansrijker te maken en verspilling van middelen te voorkomen.
“Om de aansluiting op de arbeidsmarkt te verbeteren gaat de overheid meer sturen op de verdeling van aantallen studenten over opleidingen. De bekostiging moet gebaseerd worden op de capaciteit.”
“We stimuleren hogescholen en universiteiten om op te leiden voor de arbeidsmarktbehoefte en laten een deel van de bekostiging afhangen van het baanperspectief van afgestudeerde studenten.”
Om studiesucces en snelle doorstroom te bevorderen, introduceert de VVD een kortstudeerbonus voor studenten die nominaal afstuderen en een vertragingsbijdrage voor instellingen met veel langstudeerders, met uitzonderingen voor bijzondere omstandigheden.
“Wie nominaal afstudeert en daarmee snel aan de slag kan op de arbeidsmarkt, krijgt een kortstudeerbonus. Hbo- en wo-bachelorstudenten die nominaal afstuderen (binnen vier jaar hbo en binnen drie jaar wo) krijgen een bonus.”
“Instellingen die hun studenten te lang over hun studie laten doen, betalen een vertragingsbijdrage. Daarbij zorgen we voor waarborgen dat studenten die langer de tijd nodig hebben vanwege bijvoorbeeld ziekte, topsport, ondernemerschap, bestuurlijke taken of mantelzorg, daardoor niet benadeeld worden.”
De VVD wil studies in tekortsectoren aantrekkelijker maken door het collegegeld te verlagen en het aantal studieplaatsen te beperken bij opleidingen met weinig arbeidsmarktperspectief.
“We maken studies in tekortsectoren zoals onder andere tech, zorg, onderwijs, veiligheid en klimaat aantrekkelijker door het collegegeld te verlagen. We beperken de studieplaatsen van studies waar evident geen (goed) arbeidsmarktperspectief is.”
Internationale studenten zijn volgens de VVD alleen welkom in sectoren met arbeidsmarkttekorten; in andere sectoren wordt de instroom beperkt, met aandacht voor regionale behoeften en samenwerking met het bedrijfsleven.
“We kunnen het aantal internationale studenten niet ongericht laten groeien. Daarom moeten we dat beperken tot studenten, wetenschappers en kenniswerkers in vakgebieden waar we een tekort hebben en die we hard nodig hebben zoals technologie, bètawetenschappen, AI en wiskunde.”
“We beperken het aantal internationale studenten in andere sectoren met inachtneming van de onderscheidende profielen van de universiteiten en hogescholen.”
De VVD wil dat Nederlandse universiteiten tot de wereldtop behoren en handhaaft het bindend studieadvies als instrument om uitval te voorkomen en studiesucces te stimuleren.
“We zorgen voor voldoende middelen en ruimte in regelgeving en stellen het tot doel dat in de toekomst tenminste één Nederlandse universiteit behoort bij de mondiale top-25 en tenminste drie andere bij de top-100.”
“Onderwijsinstellingen mogen zelf een geschikt bindend studieadvies blijven kiezen. Hierdoor voorkomen we uitval en stimuleren we studiesucces.”
De VVD benadrukt het belang van academische vrijheid en het beschermen van gevoelige kennis tegen ongewenste buitenlandse invloed, met screening van onderzoekers en transparantie over financiering.
“Het vrije woord en academische vrijheid zijn cruciaal voor de kwaliteit van het hoger onderwijs en de wetenschap in ons land.”
“Universiteiten, kennisinstellingen, veiligheidsdiensten en de overheid moeten samenwerken om Nederland veilig te houden. We screenen waar nodig onderzoekers en internationale samenwerkingen zodat militaire of dual-use-kennis nooit in verkeerde handen valt.”
“Om heimelijke beïnvloeding tegen te gaan wordt de herkomst van onderzoeksfinanciering openbaar.”
FVD wil het hoger onderwijs in Nederland exclusiever, Nederlandstaliger en meer gericht op kwaliteit en excellentie maken. Ze pleiten voor strengere toelatingseisen, het beperken van internationale studenten, het afschaffen van output-financiering en de NWO, en het verhogen van de basisbeurs. Universiteiten en hogescholen moeten zich volgens FVD weer richten op Nederlandse studenten en cultuur, met meer vrijheid voor onderzoek en minder ideologische inmenging.
FVD vindt dat het niveau van het hoger onderwijs is uitgehold door massalisering en te lage toelatingseisen. Ze willen dat universiteiten en hogescholen alleen gemotiveerde en talentvolle studenten toelaten, zodat de kwaliteit en het aanzien van diploma’s stijgen.
“We verhogen de toelatingseisen voor universiteiten en hogescholen, zodat alleen gemotiveerde en talentvolle studenten worden toegelaten.”
“Universiteiten en hogescholen zijn steeds meer gaan functioneren als diploma-fabrieken, waar de nadruk ligt op aantallen afgestudeerden in plaats van op kwaliteit en excellentie.”
FVD wil het Nederlands herstellen als hoofdtaal in het wetenschappelijk en hoger onderwijs. Dit moet de binding met de Nederlandse cultuur versterken en studenten in staat stellen zich op hoog niveau in hun eigen taal uit te drukken.
“We herstellen het Nederlands als hoofdtaal in het wetenschappelijk onderwijs, zodat studenten zich allereerst in hun eigen taal op hoog niveau leren uitdrukken.”
“Het aantal internationale studenten moet sterk worden beperkt, zodat universiteiten zich in de eerste plaats richten op Nederlandse studenten en cultuur.”
FVD wil het aantal internationale studenten sterk beperken en stoppen met actieve werving. Nederlandse studenten moeten voorrang krijgen bij toelating en huisvesting.
FVD wil af van output-financiering (beloning per diploma) omdat dit volgens hen leidt tot nivellering en lagere kwaliteit. Ook willen ze de NWO afschaffen, zodat universiteiten rechtstreeks door het Rijk worden gefinancierd en meer vrijheid krijgen in hun onderzoek.
“We stoppen de beloning per diploma, zodat universiteiten en hogescholen weer op kwaliteit focussen - niet op kwantiteit.”
“We schaffen de NWO af en laten universiteiten rechtstreeks door het Rijk financieren, zodat zij zelf hun onderzoeksprioriteiten bepalen en de diversiteit aan onderzoek wordt vergroot.”
FVD wil studeren betaalbaarder maken door de basisbeurs te verhogen en de studenten-OV-kaart uit te breiden naar zowel doordeweeks als het weekend.
FVD wil cancel culture, diversity officers en safe spaces verbieden om het vrije debat en scherpe ideeën op universiteiten te waarborgen.
“We verbieden cancel culture, diversity officers en safe spaces, zodat universiteiten weer plekken zijn voor vrij debat en scherpe ideeën.”
Het CDA ziet hoger onderwijs als een plek voor persoonlijke ontwikkeling, kennisverwerving en innovatie, met een sterke regionale functie. Ze willen minder bekostiging op studentenaantallen, meer samenwerking en specialisatie, betere studentenhuisvesting, een beurs voor excellente studenten, en meer regie op internationale studenten en hun bijdrage aan Nederland.
Het CDA wil dat hoger onderwijsinstellingen zich meer specialiseren en samenwerken binnen regionale kennisecosystemen, waarbij de bekostiging minder afhankelijk wordt van het aantal studenten. Dit moet leiden tot meer kwaliteit, innovatie en een betere aansluiting op de regionale arbeidsmarkt.
“Bekostiging van hogere onderwijsinstellingen wordt minder gericht op aantallen studenten. We kiezen voor hoger onderwijsinstellingen als onderdeel van regionale kennisecosystemen waarin ieder doet waar hij goed in is.”
“Met het hoger onderwijs sluiten we een Kennispact. Daar hoort bij dat er meer regie komt op samenwerking en specialisatie.”
Het CDA wil samen met gemeenten, universiteiten, hogescholen en woningcorporaties investeren in passende studentenhuisvesting, met aandacht voor ontmoetingsruimten. Ze willen tijdelijke huurcontracten voor studenten weer mogelijk maken en de kostendelersnorm afschaffen.
“Het CDA wil dat gemeenten, universiteiten, hogescholen en woningcorporaties samen investeren in passende studentenhuisvesting met specifieke aandacht voor ontmoetingsruimten. We maken tijdelijke contracten voor studenten weer mogelijk en creëren huisvesting door de kostendelersnorm af te schaffen.”
Om prestaties te waarderen en talent te stimuleren, introduceert het CDA een beursprogramma voor excellente studenten in het hoger onderwijs.
“Er komt een beursprogramma voor excellente studenten.”
Het CDA wil per regio en opleiding bepalen hoeveel internationale studenten nodig zijn, met verplichte Nederlandse taalcursus in de propedeuse, en afspraken over het aantal buitenlandse studenten dat na afstuderen in Nederland blijft werken.
“Voor studenten uit het buitenland vormt een verplichte cursus Nederlands onderdeel van de propedeuse.”
“We maken met het onderwijsveld en werkgevers afspraken over het aantal studenten dat in Nederland na hun studie blijft werken.”
“Wij ontwikkelen samen met het onderwijsveld een visie op aantallen internationale studenten per regio, op bekostiging en op betekenis voor regionale ecosystemen.”
Het CDA wil een wettelijke stagevergoeding invoeren voor stages in het hoger onderwijs, om studenten eerlijker te belonen en stages toegankelijker te maken.
“Daarnaast voeren we een wettelijke stagevergoeding in voor stages in het mbo en hoger onderwijs.”
Het CDA wil flexstuderen mogelijk maken, zodat studenten per vak collegegeld kunnen betalen en zo meer ruimte krijgen voor activiteiten naast hun studie, zoals mantelzorg of vrijwilligerswerk.
“Studenten krijgen meer ruimte voor activiteiten naast hun studie. Daarom maken we flexstuderen mogelijk. Door collegegeld per vak te kunnen betalen, verlagen we de druk voor studenten die zich op een positieve manier inzetten voor de samenleving, bijvoorbeeld als jonge mantelzorger, vrijwilliger, bestuurslid of topsporter.”
Het CDA wil het formele onderwijs beter inrichten voor werkenden, met leerrechten, flexibele en wettelijk erkende deelopleidingen en duale trajecten op het hbo en wo.
“We willen meer flexibel en vraaggericht aanbod en wettelijke erkenning van deelopleidingen en duale trajecten op het hbo en wo.”
JA21 wil de kwaliteit van het hoger onderwijs waarborgen door financiering minder afhankelijk te maken van studentenaantallen, het Nederlands weer centraal te stellen als voertaal (behalve bij internationale studies), en de instroom van buitenlandse studenten te beperken. Ze pleiten voor een financieringsmodel gebaseerd op kwaliteit en maatschappelijke relevantie, het terugdraaien van eerdere bezuinigingen, en het tegengaan van ‘pretstudies’ en activisme binnen universiteiten en hogescholen.
JA21 vindt dat het huidige financieringsmodel van het hoger onderwijs perverse prikkels geeft, zoals het stimuleren van pretstudies en het werven van buitenlandse studenten als verdienmodel. Ze willen financiering baseren op kwaliteit en maatschappelijke behoefte, en een groter deel van het budget als vaste voet toekennen, los van studentenaantallen.
“Kennisinstellingen in het hoger onderwijs worden naar rato van studentenaantallen door de rijksoverheid gefinancierd. Dit zorgt voor een ‘perverse prikkel’ om aantrekkelijke studies aan te bieden die vooral aansluiten bij de leef- en denkwereld van de aankomende student. Deze zogenaamde ‘pretstudies’ vinden nauwelijks aansluiting op de beroepspraktijk in een Nederlandse economische sector.”
“JA21 pleit ervoor een groter deel van het budget als vaste voet toe te kennen onafhankelijk van de studentenaantallen, dit zorgt voor stabiliteit ook voor de onderwijsinstellingen in met name de regio’s die nu mede afhankelijk zijn van buitenlandse studenten aantallen. Voorts dient de financiering te worden gebaseerd op kwaliteit en maatschappelijke impact.”
“Een financieringsmodel op basis van kwaliteit, relevantie en maatschappelijke impact i.p.v. op basis van het aantal studenten;”
JA21 wil de instroom van buitenlandse studenten beperken en Nederlandse studenten voorrang geven bij inschrijving en huisvesting. Daarnaast moet het Nederlands weer de standaard voertaal worden in het hoger onderwijs, met uitzondering van internationale studies.
“Minder instroom van buitenlandse studenten en voorrang bij inschrijving en huisvesting van Nederlandse studenten;”
“Het Nederlands weer centraal staat als de taal waarin in het onderwijs wordt gegeven op universiteit en hogeschool (uitzonderingen daargelaten).”
“Het gebruik van Engels als taal waarin het onderwijs wordt gegeven, leidt veelal tot een verarming van de academische vorming omdat studenten en docenten ondanks goede kennis van het Engels zich toch minder genuanceerd en breed kunnen uitdrukken. Dit gaat ten koste van de diepgang van het onderwijs. JA21 pleit er dan ook voor om het Nederlands weer als de academische taal centraal te stellen met uitzondering van de internationaal gerichte studies.”
JA21 wil de bezuiniging van €500 miljoen op het wetenschappelijk onderwijs terugdraaien om de internationale toppositie van Nederland als kennisland te behouden.
JA21 stelt dat universiteiten en hogescholen vrij moeten zijn van activisme en ideologische beïnvloeding. Docenten mogen hun overtuigingen niet opdringen aan studenten en instellingen moeten zorgen voor een veilige, activisme-vrije omgeving.
“Ons onderwijs hoort vrij van activisme te zijn. De docent moet zijn persoonlijke of maatschappelijke overtuigingen niet aan zijn studenten opdringen.”
“De universiteiten en HBO-instellingen moeten zorgen voor een veilige omgeving bijvoorbeeld door kaders te stellen wat betreft het ‘activisme-vrij’ zijn van de collegebanken en gebouwen, door uit te spreken dat ideologische beïnvloeding niet wordt getolereerd en bij schending tot ontslag kan leiden, door tijdig in te grijpen wanneer actiegroepen het onderwijsproces verstoren door de onderwijsgebouwen binnen te dringen en vernielingen aan te richten én schade op de daders te verhalen.”
De SGP wil het hoger onderwijs versterken door de Nederlandse taal als voertaal te herstellen, de academische bachelor relevanter te maken voor de arbeidsmarkt, en de instroom van internationale studenten te reguleren. Ze pleiten voor een kritische blik op Engelstalige opleidingen, meer praktijkgericht onderwijs, en een betere aansluiting tussen vwo, hbo en universiteit. Studentenwelzijn en minder werkdruk voor docenten zijn belangrijke aandachtspunten.
De SGP ziet het behoud en herstel van de Nederlandse taal als essentieel voor het hoger onderwijs, met name in de bachelorfase. Ze willen het aantal Engelstalige opleidingen terugdringen en strengere eisen stellen aan de beheersing van het Nederlands door buitenlandse studenten en docenten.
“De Nederlandse taal wordt versterkt als voertaal in het hoger onderwijs, zeker in de bacheloropleiding. De gezamenlijke inzet van instellingen om hun Engelstalige opleidingen kritisch door te lichten en waar gepast om te zetten in Nederlandse opleidingen wordt verder versterkt door bestuurlijke afspraken met de minister.”
“Er komen strengere normen voor beheersing van het Nederlands door buitenlandse studenten en docenten.”
“De Nederlandse taal wordt versterkt als voertaal in het hoger onderwijs.”
De SGP wil de academische bacheloropleiding positioneren als een relevante eindopleiding voor de arbeidsmarkt, met meer mogelijkheden voor praktijkervaring. De masterfase is bedoeld voor studenten die zich wetenschappelijk verder willen ontwikkelen.
“De academische bacheloropleiding wordt steeds meer als relevante eindopleiding voor de arbeidsmarkt gepositioneerd. Het volgen van een academische master is geen automatisme, maar bedoeld voor degenen die zich wetenschappelijk verder willen ontwikkelen. Bij de academische bacheloropleiding wordt de mogelijkheid geboden om een praktische stageminor te volgen in samenwerking met het hbo. Zo wordt de bacheloropleiding relevanter voor de arbeidsmarkt.”
De SGP uit zorgen over de instroom van internationale studenten, de rol van het Engels, en het welzijn van studenten en docenten. Ze pleiten voor een stabieler beleid en meer aandacht voor werkdruk en welzijn.
De SGP wil de aansluiting tussen vwo, hbo en universiteit verbeteren, onder andere door het academische profiel van het vwo te versterken en praktijkgericht onderwijs te bevorderen.
“Om de toeleiding van leerlingen naar een passende plek in het hoger onderwijs te verbeteren, wordt naast het bevorderen van praktijkgericht onderwijs ook het academische profiel van het vwo versterkt.”
De SGP wil meer financiering voor praktijkgericht onderzoek en aandacht voor de regionale positie van instellingen, met name in krimpgebieden.
“De financiering van praktijkgericht onderzoek wordt versterkt. Het praktijkgericht onderzoek krijgt een substantiëler aandeel in de verdeling van onderzoeksmiddelen.”
“De overheid houdt meer rekening met de specifieke regionale positie van instellingen, in het bijzonder waar sprake is van krimpgebieden.”
De SP wil het hoger onderwijs volledig gratis maken en studeren toegankelijk houden voor iedereen, zonder schulden. Ze pleiten voor het afschaffen van het leenstelsel, het verhogen van de basisbeurs, het stoppen van marktwerking en internationalisering als verdienmodel, en meer zeggenschap voor studenten en medewerkers binnen universiteiten en hogescholen.
De SP vindt dat studeren geen schuldenval mag zijn en dat hoger onderwijs (hbo en universiteit) voor iedereen bereikbaar moet zijn, ongeacht achtergrond of inkomen. Ze willen het leenstelsel definitief afschaffen, de basisbeurs verhogen, studeren gratis maken en studenten ruimhartig compenseren voor schulden uit het leenstelsel.
“Iedere student krijgt een hogere basisbeurs, zodat studeren geen schuldenval meer is. Het leenstelsel schaffen we definitief af. De generatie die daaronder viel krijgt een ruimhartige compensatie. De rente op studieleningen wordt permanent op 0 procent gezet.”
“We beginnen met het schrappen van het lesgeld voor mbostudenten en maken daarna ook studeren op hogescholen en universiteiten gratis.”
“Onderwijs moet gratis zijn. Dankzij een lange strijd is de basisbeurs terug. Wij hebben altijd gestreden tegen de afschaffing en zetten ons nu in voor het verhogen van de studiebeurs en voor onderwijs waarbij niemand wordt uitgesloten door de omvang van zijn portemonnee.”
De SP verzet zich tegen het gebruik van internationalisering en marktwerking als inkomstenbron voor hoger onderwijsinstellingen. Ze willen dat onderwijsinstellingen niet langer afhankelijk zijn van internationale studenten voor hun financiering en dat opleidingen in het Nederlands beschikbaar blijven.
“Onderwijsinstellingen werven internationale studenten niet om de wetenschap te verrijken, maar omdat het geld oplevert. Overvolle collegezalen en Engelse opleidingen zijn voor veel universiteiten en hogescholen een verdienmodel geworden en dat gaat ten koste van de toegankelijkheid en kwaliteit van het onderwijs. Wij stoppen met deze doorgeschoten marktlogica.”
“We zorgen ervoor dat instellingen niet langer afhankelijk zijn van internationale werving om financieel rond te komen. Tegelijk brengen we de instroom beter in balans en blijft elke opleiding volledig in het Nederlands te volgen.”
“Een deel van het studieaanbod moet verplicht in het Nederlands gegeven worden. In Nederland is de hoeveelheid studiemigranten enorm toegenomen. We moeten investeren in universiteiten en hogescholen zodat zij niet afhankelijk zijn van hun inkomsten uit het aantrekken van internationale studenten.”
De SP wil dat studenten en medewerkers meer inspraak krijgen in het bestuur van universiteiten en hogescholen. Ze pleiten voor een democratischer bestuursmodel en kleinschaligere instellingen.
“We willen maximale inspraak van studenten en (onderwijs)medewerkers. Dat kan met een meer democratisch bestuursmodel: kleinschalige instellingen met een dienstbare schoolleiding.”
“We maken werk van een democratische universiteit, waar studenten en (onderwijs)medewerkers meer te zeggen krijgen over het onderwijs.”
De SP vindt dat onderzoek aan universiteiten en hogescholen niet door marktlogica of korte termijn denken bepaald mag worden. Ze willen fors investeren in fundamenteel en onafhankelijk onderzoek.
“We investeren fors in fundamenteel en onafhankelijk onderzoek. Niet alles hoeft direct toepasbaar of rendabel te zijn. Wat telt is het vertrouwen in de maatschappelijke waarde van kennis.”
BBB wil het hoger onderwijs doelmatiger, praktijkgerichter en regionaal beter gespreid maken, met meer samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven. Ze pleiten voor hogere collegegelden voor langstudeerders, meer praktijkgericht onderzoek op het hbo, beperking van internationale instroom en het behoud van Nederlandstalig onderwijs. De partij wil dat verbeteringen in het hoger onderwijs vooral uit bezuinigingen worden betaald en dat de Open Universiteit betaalbaar blijft als herkansing voor volwassenen.
BBB wil de kosten van het hoger onderwijs beperken door studenten die fors uitlopen in hun studie een hoger collegegeld te laten betalen. Dit moet tijdige afronding stimuleren en ruimte creëren voor investeringen in onderwijskwaliteit.
“Daarom willen we een hogere eigen bijdrage gaan vragen van studenten die fors uitlopen in hun studie. Door het collegegeld voor langstudeerders te verhogen, stimuleren we tijdige afronding van opleidingen, maken we ruimte voor investeringen in onderwijskwaliteit en verlagen we de kosten voor de belastingbetaler.”
BBB wil het hbo versterken met meer praktijkgericht onderzoek, regionale samenwerking en om- en bijscholingsprogramma’s. Praktijkgericht onderzoek moet vooral op het hbo plaatsvinden vanwege lagere kosten en betere aansluiting bij de regio.
“Om en bijscholingsprogramma’s moeten aangeboden kunnen worden binnen beroepsopleidingen. Ook binnen het HBO moet worden onderzocht wat mogelijk is om programma’s voor omscholing en bijscholing te bieden.”
“Praktijkgerichte onderzoeken die zowel op HBO’s als universiteiten plaatsvinden, worden bij voorkeur op HBO’s voortgezet. De praktijkgerichte onderzoekskosten zijn op HBO’s aanzienlijk lager.”
“Een verticale leerlijn is een opbouw van leerstof waarbij leerlingen stap voor stap verder leren over hetzelfde onderwerp... Dit maakt een doorgaande ontwikkeling mogelijk van praktijkonderwijs via VMBO, MBO tot en met HBO.”
BBB wil dat de kosten van hbo’s en universiteiten niet verder stijgen en dat verbeteringen uit bezuinigingen worden betaald.
“De kosten voor HBO’s en universiteiten mogen niet meer ongelimiteerd toenemen. Alle verbeteringen dienen in principe te worden bekostigd uit bezuinigingen.”
BBB wil de instroom van internationale studenten beperken en het Nederlands als voertaal beschermen, met uitzondering van studies waar Engels noodzakelijk is.
“De toegankelijkheid voor internationale studenten moet per onderwijsinstelling worden bekeken. Het belang voor de regio en het bestaan van deze onderwijsinstellingen moet leidend zijn. Wij zien meer in een uitbreiding van ‘numerus fixus’ en zeker niets in de ‘toets anderstalig onderwijs’.”
“Hoewel Engels belangrijk is in internationale samenwerking, blijft Nederlands onze voertaal die actief wordt beschermd. Alle academische disciplines bieden Nederlandstalig onderwijs aan op universiteiten en hogescholen. Gebruik van Engels is toegestaan wanneer dit voor de betreffende studie onontkoombaar is.”
BBB wil dat de Open Universiteit als herkansing voor volwassenen betaalbaar blijft.
“De Open Universiteit vraagt extra aandacht. Dit instituut biedt als enige een herkansing voor iedereen die vroeger geen kans heeft gehad om het reguliere HBO of WO te volgen. BBB wil dat deze mogelijkheid betaalbaar blijft voor de deelnemers.”
D66 wil het hoger onderwijs toegankelijker, betaalbaarder en eerlijker maken voor alle studenten, met bijzondere aandacht voor studentenwelzijn, kansengelijkheid en het verminderen van financiële druk. Ze stellen voor de basisbeurs te verhogen, de rente op studieschulden te maximeren, het bindend studieadvies te versoepelen, en studentenhuisvesting uit te breiden. Daarnaast pleiten ze voor een eerlijkere financiering van onderwijsinstellingen en sterkere medezeggenschap.
D66 wil de financiële druk op studenten in het hoger onderwijs verlagen door de basisbeurs te verhogen en de aanvullende beurs gelijk te trekken voor mbo-, hbo- en wo-studenten. Dit moet studeren toegankelijker maken en schulden beperken.
“D66 verhoogt de basisbeurs met €166 euro per maand, zodat studenten beter kunnen rondkomen. Een mbo-student krijgt dezelfde aanvullende beurs als een student aan de hogeschool of universiteit.”
“De rente op de studieschulden zetten we vast op maximaal 2,5%. Zo hoeven studenten hun werkende leven niet te beginnen met een hoge rekening. De ‘pechgeneratie’ betaalt geen rente over de studieschuld.”
Om de druk op studenten te verlichten en kansengelijkheid te bevorderen, wil D66 fors meer studentenwoningen bouwen en gelijke toegang tot huisvesting en voorzieningen voor alle studenten, ongeacht opleidingsniveau.
“We bouwen veel meer studentenhuizen voor alle studenten: mbo, hbo en wo. Bestaande gebouwen worden omgebouwd naar studentenhuizen. We versoepelen de regels voor kamerverhuur. We maken het makkelijk om huizen te splitsen en te delen.”
“Mbo-studenten krijgen dezelfde toegang tot studentenhuisvesting, dezelfde voordelen voor studenten en toegang tot sport, cultuur en verenigingen als hbo en wo-studenten.”
D66 wil het huidige, rigide bindend studieadvies vervangen door een begeleidend studieadvies, waarbij studenten meer inspraak krijgen en de druk op studenten vermindert.
“We schaffen het bindend studieadvies (BSA) in zijn huidige, rigide vorm af. Het wordt vervangen door een systeem van begeleidend studieadvies, waarbij de regie ligt bij de opleidingen zelf. Een eventuele bindende norm voor het eerste jaar is alleen mogelijk met expliciete instemming van de studentenraad en medezeggenschap.”
D66 wil een wettelijke minimum stagevergoeding voor alle studenten in het hoger onderwijs en een streng beleid tegen stagediscriminatie.
“Wij willen een eerlijke stagevergoeding voor elke student. Daarom komt er een wettelijke minimum stagevergoeding, die werkgevers betalen. Er mag geen verschil bestaan tussen stages in het mbo, hbo en wo. We accepteren geen stagediscriminatie en voeren daarom een geen-pardon beleid. Elke onderwijsinstelling krijgt een meldpunt voor stagediscriminatie.”
D66 wil het financieringssysteem van hoger onderwijsinstellingen aanpassen zodat deze minder afhankelijk zijn van internationale studenten en stabieler kunnen opereren.
“D66 wil dat onderwijsinstellingen niet afhankelijk zijn van internationale instroom om financieel rond te kunnen komen. Daarom passen we het systeem aan: een groter vast bedrag per instelling en een kleiner bedrag per student.”
D66 streeft naar meer invloed en betere faciliteiten voor studenten en docenten in het hoger onderwijs via landelijke regels voor medezeggenschap.
“D66 wil sterkere medezeggenschap van studenten en docenten. Daarom komen er landelijk betere regels voor vergoedingen, faciliteiten en voorwaarden.”
De ChristenUnie ziet het hoger onderwijs als essentieel voor innovatie, maatschappelijke ontwikkeling en het behoud van een breed studieaanbod, maar wil de nadruk leggen op het opleiden van Nederlandse studenten en het verminderen van afhankelijkheid van internationale studenten. Ze pleiten voor een rechtvaardiger financieringssysteem, meer ondersteuning voor kleine en levensbeschouwelijke studies, en het versterken van praktijkgericht onderzoek en samenwerking. Internationalisering wordt beperkt, met het Nederlandstalig bacheloronderwijs als uitgangspunt.
De ChristenUnie wil af van een financieringsmodel dat instellingen afhankelijk maakt van studentenaantallen, en pleit voor meer vaste financiering en minder overhead. Dit moet zorgen voor meer stabiliteit, minder druk op instellingen en meer ruimte voor onderwijs en onderzoek.
“Een beter en rechtvaardiger systeem om instellingen in het hoger onderwijs te financieren is daarom nodig. In de nieuwe bekostiging worden studentenaantallen minder belangrijk, de vaste voet van instellingen groter en de variabele voet kleiner. Overheadkosten worden verminderd, zodat er meer ruimte is voor onderwijs en onderzoek.”
De partij vindt het belangrijk dat kleine studies (zoals talen en techniek) en levensbeschouwelijke universiteiten behouden blijven vanwege hun onmisbare functie voor het hoger onderwijs en de samenleving. Gerichte ondersteuning en coördinatie zijn nodig om deze disciplines te beschermen.
“Over de hele breedte van het hbo en wo zijn er kleine studies (talen, techniek) die in de knel komen. Toch vervullen ze een wezenlijke en onmisbare functie voor (een gevarieerd aanbod van) het hoger onderwijs. Er is gerichte ondersteuning en coördinatie nodig om bepaalde disciplines, bijvoorbeeld in de geesteswetenschappen, te behouden voor Nederland.”
“De theologische en andere levensbeschouwelijke universiteiten vervullen een belangrijke functie in het bestel. Zij stimuleren de ontwikkeling van levensbeschouwelijke perspectieven in het onderwijs en samenleving. We zorgen dat deze instellingen afdoende gefinancierd worden en kunnen blijven voortbestaan.”
De ChristenUnie wil het aantal internationale studenten beperken en stelt dat het opleiden van Nederlandse studenten de kerntaak van universiteiten is. Nederlandstalig bacheloronderwijs wordt de norm, en studiemigratie wordt alleen toegestaan als het verantwoord en nodig is voor specifieke sectoren.
“Het opleiden van Nederlandse studenten vormt de kerntaak van Nederlandse universiteiten; we zetten daarom in op vermindering van het aantal studiemigranten. Nederland verwelkomt talent uit het buitenland, maar is geen (bekostigde) opleidingsplaats voor iedere student die zich meldt.”
“Het aanbieden van Nederlandstalig bacheloronderwijs is het uitgangspunt. Om (top)sectoren van internationaal talent te kunnen voorzien, maken we in lijn met de inzet van Universiteiten van Nederland (UNL) een landelijke afweging welke studies en bijpassende studiemigratie daarvoor verantwoord en nodig zijn.”
“We passen het financieringsmodel aan om te voorkomen dat internationale studenten nodig zijn voor het voortbestaan van studies of instellingen.”
De partij wil blijvend investeren in praktijkgericht onderzoek op hogescholen en het bevorderen van samenwerking binnen het hoger onderwijs, onder andere via fondsen en subsidies.
“We investeren blijvend in praktijkgericht onderzoek op hogescholen en bevorderen de samenwerking binnen het hoger onderwijs door geschikte fondsen en subsidies.”
DENK wil het hoger onderwijs betaalbaar en toegankelijk maken voor iedereen, met extra investeringen en het wegnemen van financiële drempels. Ze pleiten voor het afschaffen van rente op studieschulden, volledige compensatie voor de 'pechgeneratie', hogere beurzen, en het aanpakken van selectieprocedures die ongelijkheid veroorzaken. Daarnaast willen ze een academische boycot van Israëlische universiteiten.
DENK vindt dat het hoger onderwijs toegankelijk en betaalbaar moet zijn, zodat iedereen gelijke kansen krijgt. Ze willen investeren in de kwaliteit van het onderwijs en financiële barrières voor studenten wegnemen.
“Extra investeringen in het hoger onderwijs, zodat wij studenten het beste onderwijs bieden en Nederland een sterke kenniseconomie blijft.”
“Afschaffen van rente op studieschulden. Die moet terug naar nul procent en daar blijven.”
“Volledige compensatie voor de pechgeneratie. Gedeeltelijke compensatie doet geen recht aan het onrecht.”
“Verhoging van de basisbeurs en verruiming van inkomensgrenzen voor de aanvullende beurs, zodat meer studenten hiervoor in aanmerking komen.”
DENK wil dat selectieprocedures in het hoger onderwijs eerlijk zijn en geen ongelijkheid in de hand werken. Ze willen selectie-instrumenten laten toetsen op bias en ongelijkheid, en procedures die ongelijkheid veroorzaken afschaffen.
“Hbo en wo-instellingen worden verplicht om hun selectie-instrumenten te toetsen op bias en ongelijkheid. Selectieprocedures die ongelijkheid in de hand werken worden afgeschaft.”
DENK kiest voor het beëindigen van alle samenwerking met Israëlische universiteiten als politiek statement.
“Alle samenwerking met 'Israëlische' universiteiten wordt beëindigd. Een academische boycot van 'Israël'.”
GroenLinks-PvdA wil het hoger onderwijs toegankelijker, stabieler en socialer maken door te investeren in financiering, het verminderen van concurrentieprikkels en het versterken van de positie van studenten en docenten. Ze pleiten voor minder afhankelijkheid van diploma-aantallen bij financiering, bescherming van academische vrijheid, een hogere basisbeurs en meer grip op internationalisering. De partij ziet het hbo als cruciale emancipatiemotor en wil praktijkgericht onderzoek stimuleren.
GroenLinks-PvdA wil de financiering van universiteiten en hogescholen minder afhankelijk maken van het aantal uitgereikte diploma’s, om zo meer zekerheid en stabiliteit te bieden en vaste contracten voor docenten te bevorderen. Dit moet de kwaliteit en continuïteit van het hoger onderwijs verbeteren en de werkdruk verlagen.
“De financiering van het onderwijs op universiteiten en hogescholen wordt minder afhankelijk van het aantal uitgereikte diploma’s. Er komt meer zekerheid en stabiliteit in financiering, zodat universiteiten en hogescholen sneller vaste contracten kunnen aanbieden.”
De partij erkent de emancipatoire en maatschappelijke rol van het hbo en wil daarom investeren in praktijkgericht onderzoek en de regionale functie van hogescholen versterken. Dit moet bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen en de positie van het hbo verbeteren.
“Daarom investeren wij in praktijkgericht onderzoek, omdat dat onder andere bijdraagt aan de oplossing van maatschappelijke problemen. We erkennen en ondersteunen een rol van het hbo in de regio.”
GroenLinks-PvdA vindt academische vrijheid essentieel voor goed wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, en wil deze wettelijk beter beschermen tegen externe druk. Dit is van belang voor een open, democratische kennissamenleving.
“Academische vrijheid is van fundamenteel belang voor goede wetenschapsbeoefening en een open, democratische kennissamenleving. ... Die vrijheid staat onder druk en moet daarom wettelijk beter worden beschermd.”
De partij wil het inkomen van studenten in het mbo, hbo en wo verhogen door een hogere basisbeurs, om het mentale welzijn te verbeteren en financiële stress te verminderen. Ook komt er meer maatwerk voor starters met een studieschuld bij het aanvragen van een hypotheek.
“We verhogen daarom het inkomen voor mbo-, hbo- en wo-studenten. Minderjarige mbo-studenten die niet meer thuis wonen krijgen ook een basisbeurs. Er komt meer maatwerk voor starters bij het aanvragen van een hypotheek in geval van een studieschuld.”
GroenLinks-PvdA wil beter sturen op internationalisering van het hoger onderwijs en stabiele bekostiging vanuit de overheid, zodat instellingen minder onderling concurreren en de kwaliteit behouden blijft.
“We steunen de voorstellen vanuit de hogescholen en universiteiten om beter te sturen op de internationalisering van het onderwijsaanbod. Stabiele en toereikende bekostiging vanuit de overheid is hierbij van groot belang zodat er minder prikkels komen om onderling te concurreren.”
BVNL wil het hoger onderwijs minder toegankelijk maken voor buitenlandse studenten en stelt zich fel op tegen ideologische invloeden binnen universiteiten. De partij pleit voor een focus op waarheidsvinding, kritisch denken en het beschermen van de vrijheid van meningsuiting in het hoger onderwijs.
BVNL wil het aantal buitenlandse studenten aan universiteiten en hogescholen fors beperken om de kansen voor Nederlandse studenten op een opleidingsplek en studentenhuisvesting te vergroten. Dit wordt gepresenteerd als oplossing voor de druk op de woningmarkt en het onderwijsaanbod.
“Scholen en universiteiten zetten in op minder buitenlandse studenten die met Nederlandse studenten concurreren voor een opleidingsplek en studentenkamer.”
“Door een sterke beperking van het aantal buitenlandse studenten, krijgen Nederlandse studenten veel meer kans op een studentenwoning. Studentenhuizen worden weer toegestaan.”
“Minder buitenlandse studenten, waardoor Nederlandse studenten meer kans krijgen op een opleidingsplek of een studentenkamer.”
BVNL verzet zich tegen wat zij zien als 'woke-isme' en ideologische indoctrinatie in het hoger onderwijs. De partij wil dat universiteiten zich richten op waarheidsvinding, kritisch denken, discussie en vrijheid van meningsuiting.
“Woke-isme en ideologische indoctrinatie moet verdwijnen uit het hoger onderwijs, waar waarheidsvinding, kritisch nadenken, discussie en vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel moeten staan.”
De PVV wil het hoger onderwijs nadrukkelijk Nederlandstalig maken en het aantal buitenlandse studenten sterk beperken. Hun visie is dat het hoger onderwijs primair bedoeld is voor Nederlandse studenten en dat internationale instroom en Engelstaligheid de kwaliteit en toegankelijkheid onder druk zetten. De partij pleit daarom voor het volledig Nederlandstalig maken van bacheloropleidingen en het maximaal beperken van studiemigratie.
De PVV vindt dat het gebruik van het Nederlands in het hoger onderwijs essentieel is om de toegankelijkheid en kwaliteit voor Nederlandse studenten te waarborgen. Zij zien de verengelsing van opleidingen als een probleem en willen daarom dat bacheloropleidingen weer volledig in het Nederlands worden gegeven.
De PVV stelt dat het hoger onderwijs in de eerste plaats voor Nederlanders is en dat de toestroom van buitenlandse studenten moet worden teruggedrongen. Zij zien studiemigratie als een belasting voor het onderwijs en de samenleving, vooral als studenten na hun studie weer vertrekken.
50PLUS wil dat hoger en universitair onderwijs in principe in het Nederlands wordt aangeboden en dat onderwijsinstellingen verantwoordelijkheid nemen voor de huisvesting van buitenlandse studenten. De partij pleit daarnaast voor een beperking van het aantal studiemigranten door universiteiten en hogescholen medeverantwoordelijk te maken voor deze instroom. Hun visie is gericht op het beschermen van de Nederlandse taal en het beheersbaar houden van de impact van internationale studenten op de samenleving.
50PLUS vindt dat hoger en universitair onderwijs in beginsel in het Nederlands moet worden gegeven, met slechts beperkte uitzonderingen. Dit standpunt is bedoeld om de positie van de Nederlandse taal te beschermen en de toegankelijkheid voor Nederlandse studenten te waarborgen.
“Hoger en universitair onderwijs wordt in beginsel in het Nederlands aangeboden. Er kunnen bijzondere redenen zijn voor uitzonderingen.”
De partij wil dat universiteiten en hogescholen medeverantwoordelijk worden voor het aantal buitenlandse studenten en hun huisvesting. Dit moet leiden tot een beperking van het aantal studiemigranten en voorkomen dat de druk op huisvesting en overheidsdiensten te groot wordt.