De ChristenUnie wil de stikstofcrisis aanpakken door de daadwerkelijke uitstoot van stikstof fors te verminderen, met bindende doelen voor alle sectoren en een focus op emissiereductie in plaats van complexe rekenmodellen. Boeren krijgen bedrijfsspecifieke emissiedoelen en worden ondersteund bij verduurzaming, terwijl industrie, mobiliteit en luchtvaart ook verplicht bijdragen. Vergunningverlening wordt hervat zodra reductie en natuurherstel aantoonbaar zijn, met minder nadruk op het opkopen van boerenbedrijven.
De ChristenUnie kiest voor een halvering van de stikstofuitstoot in tien jaar, met bindende doelen voor landbouw, industrie en mobiliteit. De nadruk ligt op daadwerkelijke emissiereductie, niet op ingewikkelde depositieberekeningen, zodat vergunningverlening weer mogelijk wordt en natuurherstel centraal staat.
“De stikstofuitstoot wordt de komende tien jaar gehalveerd ten opzichte van 2019, zowel de uitstoot van stikstofoxiden in de mobiliteit en industrie als ammoniakuitstoot in de landbouw. Alle sectoren dragen naar rato bij.”
“Industrieën met een hoge stikstofuitstoot krijgen, naast klimaatdoelen, bindende stikstofdoelen opgelegd. De regering maakt maatwerkafspraken met industriële piekbelasters.”
“Het aantal vliegbewegingen in Nederland gaat naar beneden, ook de automobiliteit draagt bij.”
In plaats van generieke maatregelen of opkoop, krijgen boeren bedrijfsspecifieke, bindende emissiedoelen. De overheid ondersteunt boeren bij verduurzaming, extensivering en innovatie, maar als reductie uitblijft, volgt krimp van de veestapel. Dit moet zorgen voor minder bedrijfsbeëindigingen en effectievere stikstofreductie.
“Elk boerenbedrijf krijgt een bindend bedrijfsspecifiek doel dat is afgeleid van de landelijke opgave en sectorale emissieplafonds.”
“De nadruk op emissie- en doelsturing is effectiever, zorgt ervoor dat er minder boerenbedrijven verdwijnen en vergt ook minder belastinggeld.”
“Als een boerenbedrijf in alle redelijkheid te weinig doet om onder zijn emissieplafond uit te komen, dan is op dat moment minder dieren houden de consequentie.”
“Daar waar boeren zich redelijkerwijs te weinig inspannen voor het behalen van een haalbaar doel, kan krimp van de veestapel op bedrijfsniveau de consequentie zijn.”
De partij wil minder focus op het opkopen van boerenbedrijven en meer op innovatie, managementmaatregelen en extensivering, vooral rond natuurgebieden. Dit moet ammoniakreductie opleveren zonder grootschalige bedrijfsbeëindiging.
“Er komt daarmee veel minder nadruk in het beleid op opkoop van boerenbedrijven. De nadruk op emissie- en doelsturing is effectiever, zorgt ervoor dat er minder boerenbedrijven verdwijnen en vergt ook minder belastinggeld.”
“Met managementmaatregelen, slimme innovaties en een gunstige extensiveringsregeling in kwetsbare gebieden, zodat een bedrijf met minder vee uit kan, is aanzienlijke ammoniakreductie mogelijk.”
Door onderscheid te maken tussen stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3) en te sturen op emissies in plaats van depositie, wil de ChristenUnie vergunningverlening versnellen, onder andere voor woningbouw en infrastructuur.
“In het stikstofbeleid gaan we daarom onderscheid maken tussen stikstofoxiden uit de pijp of uitlaat (NOx) en ammoniak uit dieren (NH3). Op die manier kan vergunningverlening voor bijvoorbeeld woningbouw en de aanleg van elektriciteitsnetten versneld worden.”
“De relatief snelle daling van de uitstoot van stikstofoxiden van de laatste jaren biedt, in combinatie met een krachtige geborgde stikstofreductieaanpak, bovendien de ruimte om opnieuw een bouwvrijstelling in te voeren.”
De ChristenUnie wil PAS-melders legaliseren, maar alleen als dit gepaard gaat met aantoonbare natuurherstelmaatregelen en geborgde emissiereductie, zodat vergunningen juridisch houdbaar zijn.
“We zetten alles op alles om deze groep ondernemers te legaliseren met een natuurvergunning. Zo moeten de provincies gebiedsgericht met voorrang vrijgekomen stikstofruimte ter beschikking stellen aan deze ondernemers. Daarvoor moet wel voldaan worden aan het additionaliteitsvereiste. Legalisering kan daarom niet losstaan van op natuurherstel gerichte maatregelen in combinatie met een geborgd emissiereductieplan.”
De partij benadrukt dat stikstofreductie niet los gezien mag worden van breder natuurherstel en andere milieuproblemen. De aanpak moet integraal zijn, met oog voor biodiversiteit, klimaat en waterkwaliteit.
“Beleid om Nederland van het slot te krijgen, moet zich daarom niet eenzijdig richten op stikstofreductie maar integraal op natuurherstel en -ontwikkeling in samenhang met klimaat-, water- en milieubeleid.”
NSC wil de stikstofcrisis aanpakken door de uitstoot significant te verminderen in alle sectoren, maar stapt af van de huidige modelmatige detailsturing en legt meer nadruk op doelsturing, gebiedsgerichte maatregelen en bronaanpak. Boeren krijgen meer vrijheid om zelf te bepalen hoe ze aan de normen voldoen, met prioriteit voor legalisering van PAS-melders en een transitie naar meer grondgebonden landbouw. De partij wil het vergunningenstelsel fundamenteel aanpassen, de sociaal-economische gevolgen meewegen en de focus leggen op reductiedoelen voor uitstoot in plaats van depositienormen.
NSC vindt dat de huidige aanpak te veel leunt op rekenmodellen, wat leidt tot onwerkbare situaties voor boeren en andere sectoren. Ze willen stoppen met detailsturing via modellen als Aerius en overstappen op een meer realistische, praktijkgerichte benadering.
“Tegelijkertijd willen we stoppen met de aanpak die volledig leunt op rekenmodellen. Activiteiten met de geringste stikstofuitstoot krijgen nu vaak geen vergunning meer vanwege de modelmatige detailsturing in Nederland.”
“We stoppen met de huidige aanpak en opkoop van piekbelasters die gebaseerd is op het neerslagmodel Aerius.”
NSC wil de wettelijke normen voor stikstofdepositie vervangen door reductiedoelen voor daadwerkelijke uitstoot, met onderscheid tussen ammoniak (NH3) en stikstofoxiden (NOx), en deze bij de bron meten en beperken.
“We vervangen de normen voor stikstofdepositie in de wet door reductiedoelen voor stikstofuitstoot, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen uitstoot van ammoniak (NH3) en stikstofoxiden (NOx). Deze uitstoot wordt gemeten en beperkt bij de bron.”
De partij kiest voor een gebiedsgerichte aanpak waarbij alle sectoren (industrie, verkeer, zee- en luchtvaart, landbouw) bijdragen aan de reductiedoelstelling. In en rond Natura 2000-gebieden worden specifieke maatregelen genomen, met afspraken tussen rijk en provincies.
“De stikstofuitstoot moet omlaag door beleid dat zich op alle sectoren richt, een gebiedsgerichte aanpak en meer ruimte bij doelsturing.”
“Alle sectoren – industrie, verkeer, zee- en luchtvaart en landbouw – dragen bij aan die doelstelling en nemen maatregelen.”
“In en rond Natura 2000-gebieden nemen we gebiedsgerichte maatregelen om natuur te behouden of te herstellen. Het rijk maakt in dit kader afspraken met de provincies over agrarisch natuurbeheer, ecosysteemdiensten en het extensiveren of verplaatsen van bedrijven.”
NSC ziet een transitie naar meer grondgebonden landbouw als essentieel voor het terugdringen van stikstofuitstoot in de landbouwsector.
“De keuze voor een meer grondgebonden landbouw zal een groot effect hebben op het terugdringen van uitstoot in deze sector.”
Boeren krijgen meer vrijheid om zelf te bepalen hoe ze aan de uitstootnormen voldoen (doelsturing), en worden beloond als ze het goed doen. Opkoopprogramma’s worden gericht op concentratiegebieden, stoppers en verouderde bedrijven.
NSC geeft de hoogste prioriteit aan het legaliseren van PAS-melders en interimmers, en wil het natuurvergunningstelsel fundamenteel aanpassen, mede op basis van praktijken in Duitsland en Frankrijk.
“De legalisering van de PAS-melders en interimmers die al jarenlang in een schrijnende positie verkeren, krijgt de hoogste prioriteit. Om de PAS-melders eindelijk te legaliseren en hen rechtszekerheid te geven, passen we het natuurvergunningstelsel fundamenteel aan.”
“We doen dit mede op basis van de praktijk in naburige EU-landen, in het bijzonder Duitsland en Frankrijk.”
Bij het afgeven van vergunningen moet bestuurlijke speelruimte zijn voor activiteiten met weinig uitstoot, en de sociaal-economische gevolgen van maatregelen worden expliciet meegewogen.
“We houden in de wetgeving oog voor de sociaal-economische gevolgen van maatregelen, zoals ook de EU-richtlijn bepaalt. Dit betekent dat bij het afgeven van vergunningen er bestuurlijke speelruimte moet zijn om activiteiten toe te staan die maar weinig stikstof uitstoten.”
NSC wil een wetenschappelijk onderbouwde ondergrens van 1 mol/ha/jaar hanteren om boeren met geringe uitstoot perspectief te bieden en de modellenwerkelijkheid te corrigeren.
“We zetten in op een door de wetenschappelijk onderbouwde en juridisch houdbare rekenkundige ondergrens van 1 mol/ha/jaar om de modellenwerkelijkheid aan te pakken en boeren met geringe stikstofuitstoot een toekomst te geven.”
De SGP wil de stikstofcrisis aanpakken met een wettelijk programma voor doelgerichte daling van de stikstofuitstoot, zonder onhaalbare doelen in de wet vast te leggen. De partij kiest voor een praktijkgerichte, gebiedsgerichte aanpak met nadruk op innovatie, ondersteuning van boeren, en het vermijden van gedwongen opkoop. Juridische en rekenkundige knelpunten worden aangepakt om perspectief te bieden aan landbouw en natuur.
De SGP verwerpt wettelijk vastgelegde, onhaalbare stikstofdoelen en kiest voor een wettelijk programma dat gericht is op haalbare, geborgde daling van de uitstoot. De aanpak is pragmatisch, met ruimte voor innovatie en maatwerk, en moet juridisch houdbaar zijn.
“Niet door het vastleggen van onhaalbare doelen in de wet, maar door een wettelijk programma voor geborgde en doelgerichte daling van de stikstofuitstoot.”
“Kritische depositiewaarden en modelberekeningen zijn dienend, en niet leidend. Zij mogen vanwege hun huidige schijnnauwkeurigheid geen doorslaggevende rol hebben bij toetsing in het kader van de Habitatrichtlijn.”
“Natuurdoelanalyses worden zo herzien dat zij niet uitgaan van onhaalbare ideaalbeelden en dat zij de relatieve en daadwerkelijke invloed van stikstofdepositie op de ontwikkeling van de natuur veel adequater in beeld brengen.”
De SGP wil de stikstofuitstoot vooral verminderen door een gerichte aanpak van piekbelasters in de industrie, het ondersteunen van boeren zonder opvolger om te stoppen, en het stimuleren van emissiereducerende technieken op het boerenerf. Innovatie en snelle erkenning van nieuwe technieken staan centraal.
“Onderdelen van dit programma zijn een gerichte aanpak van piekbelasters in de industrie, ondersteuning van bedrijven met verouderde stallen zonder opvolger om te stoppen en inzet op emissie reducerende maatregelen op het boerenerf.”
“Deze uitstootbeperkende technieken en methoden worden snel erkend en gestimuleerd, zodat toegewerkt kan worden naar minder vrijblijvende doelsturing. Maar: geen doelsturing zonder goed gevulde gereedschapskist.”
De SGP is fel tegenstander van gedwongen opkoop van boerenbedrijven of het intrekken van op juiste wijze verleende vergunningen. Legalisering van PAS-knelgevallen en bescherming van te goeder trouw handelende bedrijven krijgen prioriteit.
“De SGP verzet zich tegen gedwongen opkoop of het intrekken van op juiste wijze verleende vergunningen. Dat mag geen uitgangspunt van beleid zijn.”
“Legalisering van PAS-knelgevallen en andere knelgevallen die te goeder trouw gehandeld hebben, heeft prioriteit. Het is onze inzet om handhaving richting bedrijven die te goeder trouw gehandeld hebben, te voorkomen.”
De SGP pleit voor een gebiedsgerichte aanpak, waarbij lokale samenwerking en investeringen in waterhuishouding en natuurherstel centraal staan. De partij erkent dat in sommige gebieden verdroging een groter probleem is dan stikstof.
“In verschillende gebieden, zoals de Foodvalley, wordt door gebiedspartijen, gemeenten en provincie al goed samengewerkt aan uitstootreductie, herstructurering en natuurherstel. Dat verdient alle steun en ruimte vanuit het Rijk.”
“In verschillende natuurgebieden is verdroging een groter probleem dan de stikstofdepositie. Er moet meer geïnvesteerd worden in verbetering van de waterhuishouding.”
De SGP wil dat de stikstofuitstoot van vliegtuigen boven 900 meter niet wordt weggerekend, maar wordt meegenomen in de stikstofaanpak. Ook pleit de partij voor realistische rekenmethodes en verhoging van de ondergrens voor vergunningplicht.
“De stikstofuitstoot van vliegtuigen die hoger vliegen dan negenhonderd meter wordt niet weg gerekend, maar meegenomen in de stikstofaanpak, zodat de luchtvaart haar evenredige bijdrage gaat leveren.”
“Verhoging van de rekenkundige ondergrens moet slim en beheerst ingevoerd worden, met vergunningen, zodat de juridische risico’s beperkt worden en geen nieuwe groep ‘PAS-melders’ ontstaat.”
Om bouwprojecten niet onnodig te vertragen, wil de SGP een stikstofvrijstelling voor woningbouw en aanleg van energie-infrastructuur.
BVNL wil de stikstofcrisis niet aanpakken via het huidige beleid, maar het hele stikstofbeleid per direct afschaffen. Zij zien de stikstofproblematiek als een bureaucratisch en ideologisch probleem zonder wetenschappelijke basis, en willen alle bijbehorende fondsen, modellen en regelgeving schrappen zodat boeren en andere ondernemers weer vrij kunnen werken.
BVNL beschouwt het stikstofbeleid als onnodig, schadelijk en gebaseerd op foutieve aannames. Zij willen het beleid direct beëindigen, inclusief het uitkopen van boeren, het stikstoffonds, en het gebruik van rekenmodellen zoals Aerius. Volgens BVNL is er technisch gezien geen stikstofprobleem en moet Nederland stoppen met het lastigvallen van boeren en ondernemers.
“Het stikstofbeleid gaat per direct de prullenbak in, zodat boeren weer rustig kunnen boeren en vissers weer gewoon kunnen vissen.”
“Er worden geen boeren meer uitgekocht. Ook niet zogenaamd vrijwillig door de overheid.”
“Het stikstoffonds van € 25 miljard wordt ontmanteld.”
“Het Aeriusmodel mag niet meer worden gebruikt en er wordt slechts gewerkt met gemeten waarden.”
“De Kritische Depositie Waarde (KDW) gaat uit de wet. KDW’s zijn slechts indicatoren, terwijl er geen wetenschappelijke basis voor is.”
“BVNL wil dat het 'stikstofprobleem' van tafel gaat. Technisch gezien is er geen stikstofprobleem en we moeten stoppen met het lastigvallen van boeren, vissers en andere ondernemers op grond van een zelf gecreëerd bureaucratisch probleem.”
“Stop met het onnodige stikstofbeleid en geef weer vergunningen af.”
BVNL verwerpt Europese en internationale regelgeving rondom stikstof en natuur, zoals de Green Deal en Natura 2000, omdat deze volgens hen de Nederlandse landbouw en economie onnodig beperken. Ze willen dat Nederland weer een eigen koers vaart en desnoods het vetorecht inzet.
“Nederland doet niet meer mee aan de Green Deal. De Green Deal is een gevaarlijke ideologie die slechts leidt tot voedseltekorten, armoede, afhankelijkheid en werkeloosheid.”
“Voor zover nodig zullen we de EU melden dat we voortaan weer onze eigen koers varen op het gebied van landbouw en visserij. Desnoods zetten we ons vetorecht in.”
BVNL wil dat boeren en ondernemers weer zonder belemmeringen kunnen werken. Ze willen alle PAS-melders legaliseren, kalenderlandbouw afschaffen, en meer ruimte geven voor het gebruik van dierlijke mest.
“PAS-melders worden allemaal per direct gelegaliseerd, zoals de rechter heeft bevolen.”
“Kalenderlandbouw is niet mogelijk en dient afgeschaft te worden. Agrarische ondernemers dienen zelf naar eigen inzicht te bepalen wanneer er bemest, gezaaid, gepoot en geoogst wordt.”
“Er komt meer ruimte voor het uitrijden van dierlijke mest.”
Het CDA wil de stikstofcrisis aanpakken door te sturen op daadwerkelijke stikstofreductie in alle sectoren, met een focus op de landbouw, en door het opnieuw instellen van een Stikstoffonds om de noodzakelijke transitie te financieren. Ze kiezen voor een systeem van emissienormen per bedrijf, belonen koplopers, en leggen de nadruk op innovatie, monitoring en gebiedsgerichte aanpak. Vergunningverlening moet weer op gang komen, waarbij natuurherstel en toekomstperspectief voor boeren centraal staan.
Het CDA kiest voor een systeem waarbij elk landbouwbedrijf een emissienorm krijgt opgelegd, zodat bedrijven die al veel hebben gedaan worden beloond en achterblijvers een grotere opgave krijgen. Dit moet leiden tot daadwerkelijke stikstofreductie en ruimte voor vergunningverlening.
“We sturen op stikstofreductie voor de landbouwsector, en alle overige sectoren, in 2035 (met een tussendoel in 2030). Dit kan door het instellen van een emissienorm per bedrijf. Hiermee belonen we koplopers en ligt er een grotere opgave bij bedrijven die nog meer moeten doen.”
Het CDA wil het Stikstoffonds herstellen en uitbreiden om de transitie in de agrarische sector en natuurbeheer mogelijk te maken, inclusief innovatie en bedrijfsovernames. Dit fonds is essentieel voor het financieren van maatregelen en het bieden van perspectief aan boeren.
“We herstellen het Stikstoffonds, zodat ruime middelen beschikbaar zijn om de noodzakelijke transitie in de agrarische sector en natuurbeheer mogelijk te maken.”
“Het Stikstoffonds en de Innovatie- en versterkingswet zijn een voorwaarde voor eerlijk sanctioneringsbeleid.”
“We doen wat nodig is om Nederland van het stikstofslot te halen: we investeren in innovatie en natuurherstel uit een goed gevuld stikstoffonds. We bieden de agrarische sector een toekomst en helpen financieel met de transitie.”
Het CDA wil voortdurende monitoring van de voortgang door het PBL en waar nodig bijsturen met wettelijke instrumenten. Handhaving gebeurt bestuursrechtelijk, met als ultieme sanctie het intrekken van vergunningen of korten van rechten als doelen niet worden gehaald.
“Het PBL monitort voortdurend en waar nodig wordt een breder meetplan ontwikkeld waarbij onder andere de inzet van nieuwe meettechnieken en data uit satellieten wordt gebruikt.”
“Sanctionering zoals het intrekken van vergunningen of eventuele korting van dier- of fosfaatrechten fungeert daarbij als ultieme remedie voor dat deel van de gestelde emissienormen dat bedrijven niet hebben gehaald in 2035.”
“Controle en handhaving van de emissietaakstelling vinden in beginsel plaats via het bestuursrechtelijke spoor en voor verdere uitwerking kijken we naar de Vlaamse aanpak.”
Het CDA wil een gebiedsgerichte aanpak, vooral in de meest stikstofgevoelige natuurgebieden, met aanvullende opgaven en inzet van landinrichtingsinstrumenten zoals wettelijke herverkaveling. Provincies krijgen hierin een centrale rol.
“De grootste stikstofgevoelige natuurgebieden krijgen een aanvullende opgave. Hier past de provincie een gebiedsgerichte aanpak toe waarin ook natuurbeheer wordt geborgd. Er moet ook gebruikgemaakt kunnen worden van landinrichtingsinstrumentarium, zoals wettelijke herverkaveling.”
Het CDA vindt het essentieel dat de vergunningverlening voor bouw, infrastructuur en landbouw weer op gang komt. Daarbij moeten PAS-melders en interimmers zo snel mogelijk worden gelegaliseerd.
De SP wil de stikstofcrisis aanpakken door de intensieve veehouderij terug te dringen en boeren te ondersteunen bij de omschakeling naar duurzame, natuurinclusieve landbouw. De partij kiest voor minder dieren per hectare, het afbouwen van kunstmest en landbouwgif, en het stoppen van technologische schijnoplossingen. De kern van hun visie is een rechtvaardige transitie: niet minder boeren, maar minder dieren, met eerlijke prijzen en steun voor boeren die duurzaam werken.
De SP ziet de doorgeschoten intensieve veehouderij als de kern van het stikstofprobleem en wil het aantal dieren per hectare verlagen. Dit moet leiden tot structurele stikstofreductie, zonder dat individuele boeren de dupe worden. De partij wijst technologische lapmiddelen af en kiest voor duidelijke, afdwingbare grenzen.
“We kiezen voor duidelijke en eerlijke grenzen aan het aantal dieren per hectare. De maximumgrens gaat omlaag, van twee naar 1,5 grootveeeenheid per hectare.”
“Geen schijnoplossingen zoals luchtwassers of technologische trucs die niet werken, maar een aanpak die het echte probleem aanpakt: de doorgeschoten intensieve veehouderij.”
“Stikstofreductie is geen keuze meer, maar noodzaak voor onze natuur, onze gezondheid én voor het voortbestaan van de landbouw.”
De SP wil boeren helpen bij de omschakeling naar landbouw die in balans is met natuur, bodem en water. Boeren die al natuurinclusief werken worden ondersteund, niet gestraft. Er komt een focus op regionale kringlopen, minder mest en kunstmest, en beloning voor ecosysteemdiensten.
“Tegelijk helpen we boeren om over te stappen naar een duurzame landbouw die past bij de draagkracht van de bodem, de lucht, het water en de natuur.”
“Boeren die al natuurinclusief werken of zeldzame rassen houden, worden niet gestraft maar juist ondersteund.”
“Boeren worden beloond voor het leveren van ecosysteemdiensten, zoals waterberging, biodiversiteit en koolstofvastlegging, naast hun voedselproductie.”
De SP wil het gebruik van kunstmest en landbouwgif afbouwen en stoppen met mestvergisting en andere technologische trucs die niet werken. Dit moet bijdragen aan een structurele vermindering van stikstofuitstoot en een gezondere landbouw.
Niet de individuele boer, maar de grote spelers die hebben geprofiteerd van schaalvergroting en overproductie, moeten financieel bijdragen aan de omslag naar duurzame landbouw en stikstofreductie.
“Niet de individuele boer, maar de agroconcerns, supermarkten en banken die decennialang hebben verdiend aan schaalvergroting en overproductie, gaan meebetalen aan deze omslag.”
“Zij worden wettelijk verplicht een transitieplan met duidelijke reductiedoelen te publiceren en financieel bij te dragen aan schadeherstel voor natuur, klimaat, boeren en gezondheid.”
BBB wil de stikstofcrisis aanpakken door af te stappen van generieke krimp van de veestapel en het blind volgen van rekenmodellen. In plaats daarvan kiest de partij voor innovatie, maatwerk, het schrappen van nationale koppen op Europees beleid en het vervangen van kritische depositiewaarden door instandhoudingsdoelstellingen. BBB stelt dat natuurherstel en economische ontwikkeling in balans moeten zijn, met ruimte voor boeren om te verduurzamen via nieuwe technieken.
BBB wil af van het huidige systeem van kritische depositiewaarden (KDW) en pleit voor instandhoudingsdoelstellingen zoals in de Europese Natuurherstelverordening. Dit moet de vergunningverlening lostrekken en het beleid juridisch houdbaarder en praktischer maken.
“Kritische depositiewaarde (KDW) doelstellingen in de Omgevingswet worden vervangen door instandhoudingsdoelstellingen zoals ze staan in de Natuurherstel Verordening. De staat van de natuur wordt beoordeeld op basis van waarneming zoals ook in landen als Italië gebeurt.”
BBB wil een drempelwaarde en een rekenkundige ondergrens invoeren, zodat kleine emissies niet langer tot vergunningplicht leiden en het systeem werkbaarder wordt.
“De invoering van een rekenkundige ondergrens van minimaal 1 mol. Dit is een belangrijke eerste stap maar niet genoeg om de vergunningverlening volledig uit het slop te trekken.”
“Invoering van een drempelwaarde. Is de tweede stap. Onder gelijktijdige geborgde emissie reductie. Bij voorkeur in een vorm waarbij het gebruik van AERIUS niet meer nodig is.”
BBB verwerpt generieke krimp van de veestapel en wil boeren ruimte geven om via innovatie en nieuwe technieken emissies te reduceren. Maatwerk en praktische uitvoerbaarheid staan centraal.
“In plaats van het verlagen van stikstofuitstoot door krimp, wordt ingezet op innovatie en nieuwe technieken.”
“BBB heeft in het kabinet-Schoof een duidelijke koers ingezet: niet het blind volgen van rekenmodellen, maar het stellen van een rekenkundige ondergrens die Nederland van het slot haalt en toekomstbestendig is. Geen abstracte doelen, maar concrete oplossingen. Een pas op de plaats in beleid dat boeren van het land drijft.”
“Boeren moeten handelingsperspectief krijgen bij de verduurzaming van hun bedrijfsvoering, zodat zij met vertrouwen kunnen investeren in milieuvriendelijke methoden. Bedrijven die emissies terugdringen moeten de ruimte krijgen om te groeien en te bloeien.”
BBB wil geen strengere nationale regels bovenop Europees beleid en pleit voor het schrappen van deze 'nationale koppen', zodat het beleid uitvoerbaarder en minder belastend wordt voor boeren.
BBB wil het vergunningensysteem hervormen om juridische onzekerheid en stilstand te voorkomen, met als doel het herstel van vertrouwen en het lostrekken van vergunningverlening.
“BBB kiest voor een koers waarbij juridische houdbaarheid, innovatie en praktische uitvoerbaarheid centraal staan. Doel is het lostrekken van de vergunningverlening, herstel van vertrouwen in de rechtsstaat en een einde aan krimp als standaardoplossing.”
BIJ1 wil de stikstofcrisis aanpakken door een snelle en rechtvaardige halvering van de veestapel, het afbouwen van de bio-industrie en het ondersteunen van boeren bij de transitie naar biologische, agro-ecologische landbouw. De partij pleit voor directe, sociaal verantwoorde uitkoopregelingen voor boeren en een structurele verschuiving van het landbouwsysteem, waarbij biodiversiteit en natuurherstel centraal staan.
BIJ1 ziet een snelle en forse reductie van de veestapel als noodzakelijk om de stikstofcrisis op te lossen. Tegelijkertijd erkent de partij dat boeren decennialang door beleid zijn gestimuleerd om te groeien, en wil daarom een sociaal verantwoorde uitkoopregeling en rechtvaardigheid voor getroffen boeren. Dit standpunt adresseert direct de kern van het stikstofprobleem: de overmatige uitstoot door intensieve veehouderij.
“Er is een drastische reductie van de veestapel nodig: deze moet met grote snelheid minstens gehalveerd. Dit moet echter op een rechtvaardige manier gebeuren. Veel boeren zijn immers door de politiek decennialang gestimuleerd om te groeien, terwijl dit -met oog op de stikstofproblematiek- een onhoudbare beleidsrichting was. We pleiten voor het direct openstellen van een sociaal verantwoorde uitkoopregeling en rechtvaardigheid voor getroffen boeren.”
“De bio-industrie moet afgebouwd worden en uiteindelijk verdwijnen. De hoeveelheid vee gaat omlaag, de hoeveelheid boeren omhoog. In 2030 hebben we 50% minder vee, in 2035 is dit 75%.”
“Het is onacceptabel dat de zittende politiek de aanpak van de stikstofcrisis blijft vertragen.”
Naast het verminderen van de veestapel wil BIJ1 het landbouwsysteem fundamenteel hervormen richting biologische en agro-ecologische methoden. Dit moet bijdragen aan structurele vermindering van stikstofuitstoot en herstel van biodiversiteit. Boeren krijgen hierbij ondersteuning en een gegarandeerd inkomen tijdens de transitie.
“Nederland beweegt in 10 jaar naar een biologisch, agro-ecologisch landbouwsysteem. In deze transitieperiode krijgen boeren vanuit de overheid een gegarandeerd boeren-inkomen.”
“Het budget van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt ingezet voor de transitie naar een biologisch, agro-ecologische landbouw.”
BIJ1 koppelt de stikstofcrisis aan het gebruik van kunstmest en chemische pesticiden, en wil deze middelen volledig uitfaseren om natuur en klimaat te sparen.
Om de transitie te faciliteren, stelt BIJ1 voor om een Nationale Grondbank en een publieke investeringsbank op te richten. Deze moeten het makkelijker maken voor boeren om over te stappen naar duurzame landbouw en de schuldenproblematiek aan te pakken.
“Bij bedrijfsbeëindiging krijgt een Nationale Grondbank het 1e recht op koop van grond en van dieren- en emissierechten. Deze kunnen vervolgens aan biologische, agro-ecologische boeren verpacht worden.”
“Om boeren te bevrijden uit de wurggreep van de Rabobank komt er een publieke investeringsbank die investeringen in de ecologische transitie vergemakkelijkt.”
D66 wil de stikstofcrisis structureel aanpakken door juridisch bindende doelen voor stikstofreductie, met als speerpunt het halveren van de stikstofuitstoot in 2030. De partij kiest voor gebiedsgerichte plannen, krimp van de veestapel, versterking van natuur en biodiversiteit, en een transitie naar duurzame landbouw, waarbij boeren een eerlijke beloning krijgen voor natuurbeheer.
D66 kiest voor een snelle en structurele vermindering van de stikstofuitstoot, met duidelijke, juridisch vastgelegde doelen. Dit moet het stikstofslot opheffen, natuurherstel mogelijk maken en weer ruimte geven voor bouwen en economische ontwikkeling.
“D66 blijft gecommitteerd aan halvering van de stikstofuitstoot in 2030 en het halen van de waterkwaliteitsdoelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water in 2027.”
“D66 wil snelle vermindering van de stikstofuitstoot, op basis van een plan met duidelijke doelen, die niet vrijblijvend zijn en die juridisch vastliggen. Zo kunnen we weer vergunningen verlenen.”
“We houden ons aan stikstofdoelstellingen voor 2030. We geven voorrang aan de meest kwetsbare gebieden. Het hoger beroep dat de Staat in de Greenpeace-zaak heeft aangespannen, wordt ingetrokken. De doelstellingen voor de landbouw blijven staan en worden niet verlaagd.”
De stikstofdoelen worden per gebied uitgewerkt, met prioriteit voor kwetsbare natuur. D66 wil 50.000 hectare extra natuur realiseren en boeren belonen voor hun bijdrage aan natuur en landschap. Krimp van de veestapel wordt als logisch gevolg genoemd.
“Deze doelen worden per gebied uitgewerkt. We zorgen dat grondstoffen en hulpbronnen zoveel mogelijk worden hergebruikt.”
“Er komt 50.000 hectare extra natuur. Daarvoor breiden we het Natuur Netwerk Nederland uit.”
“Boeren krijgen een eerlijke beloning voor hun bijdrage aan de natuur en het landschap. We versterken hun verdienmodellen. Korte ketens tussen boeren en consumenten, reële grondprijzen en samenwerking in de regio maken dat mogelijk. Krimp van de veestapel is een logisch gevolg van al deze opgaven.”
D66 wil de landbouw verduurzamen door de overstap naar plantaardige eiwitten en innovatieve productiemethoden. Dit draagt bij aan stikstofreductie en biedt boeren toekomstperspectief.
“D66 zet daarom vol in op een overgang van dierlijke naar natuurlijke eiwitten, die de natuur én de economie vooruithelpt.”
“We kunnen de eiwittransitie versnellen door grote hoeveelheden al in Nederland geproduceerd plantaardig eiwit een hogere gebruikswaarde te geven. Dat draagt ook bij aan de vermindering van het stikstofprobleem.”
D66 wil dat het aantal dieren wordt afgestemd op wat de natuurlijke omgeving aankan, om toekomstige stikstofproblemen te voorkomen.
“Dat betekent bijvoorbeeld dat we bouwen op hogere grond als er overstromingsgevaar is. En dat we niet meer vee houden dan de natuurlijke omgeving aankan.”
JA21 wil de stikstofcrisis vooral oplossen door het loslaten van strenge, juridisch vastgelegde stikstofnormen en het afschaffen van de kritische depositiewaarde (KDW). De partij kiest voor regionale maatwerkaanpak, technologische innovatie en vrijwillige regelingen in plaats van gedwongen uitkoop van boeren, en benadrukt het belang van economische ruimte en rechtszekerheid boven rigide milieubeleid.
JA21 ziet de KDW als een juridisch knelpunt dat vergunningverlening blokkeert en pleit voor het loslaten van deze norm. Dit moet ruimte bieden voor maatwerk, minder juridische blokkades en minder afhankelijkheid van rekenmodellen, zodat projecten sneller door kunnen gaan.
“JA21 wil af van de kritische depositiewaarde (KDW), die wettelijk voorschrijft hoeveel stikstof een natuurgebied aankan zonder dat de natuur er verslechtert.”
“Op deze manier kan er meer ruimte gevonden worden voor maatwerk, zal er minder kans zijn op juridische blokkades en bovenal zal dit ons minder afhankelijk maken van gebrekkige modellen.”
In plaats van landelijke generieke maatregelen en gedwongen uitkoop, wil JA21 inzetten op regionale oplossingen, technologische innovaties en vrijwillige regelingen voor boeren. De partij vindt dat het uitkopen van boeren weinig oplevert voor de natuur en te kostbaar is.
“Het fundament van eventuele nieuwe plannen dient gericht te zijn op regionale maatwerkaanpak, agrarisch natuurbeheer, haalbare natuurdoelen en de herijking van Natura2000-gebieden.”
“Het lukraak uitkopen van boeren voor miljarden euro’s is waanzinnig kostbaar en doet feitelijk weinig voor onze natuur. JA21 is en blijft fel gekant tegen de gedwongen uitkoop van agrariërs.”
“Wij kiezen voor een bredere inzet van technologische innovaties, fiscale regelingen die bijdragen aan een solide voedselproducerende sector, gecombineerd met vrijwillige extensivering- en beëindigingsregelingen nabij Natura2000-gebieden.”
JA21 wil vergunningverlening versnellen door het aanpassen van wetgeving en het benutten van juridische ruimte, zodat strategische sectoren niet onnodig worden stilgelegd door stikstofregels.
“Vergunningsprocedures versnellen voor onder andere stikstof en aansluitingen op het energienet.”
“JA21 pleit voor een herziening of uitbreiding van de crisis- en herstelwet specifiek voor stikstof waarbij woningbouw en infrastructuur als dringend belang projecten worden aangewezen en tijdelijk kunnen worden vrijgesteld.”
JA21 vindt dat niet alleen de landbouw, maar álle sectoren een evenwichtige bijdrage moeten leveren aan stikstofreductie, maar waarschuwt voor de juridische houdbaarheid van voorgestelde maatregelen.
“JA21 onderschrijft daarnaast de noodzaak dat alle sectoren een evenwichtige bijdrage leveren.”
“Tegelijkertijd leven er zorgen over de juridische houdbaarheid van beide maatregelen. Mochten de maatregelen geen stand houden, dan moet er direct doorgescha-keld worden naar een bijstelling van de eerdere plannen.”
Volt wil de stikstofcrisis structureel aanpakken door de stikstofuitstoot fors te verminderen, te voldoen aan Europese natuurwetgeving en boeren te ondersteunen bij de omslag naar duurzame landbouw. Ze kiezen voor gebiedsgericht maatwerk, invoering van de Afrekenbare StoffenBalans, afbouw van kunstmest en krachtvoer, en een verbod op de handel in stikstofrechten. De kern van hun visie is een rechtvaardige, wetenschappelijk onderbouwde transitie die natuurherstel, gezonde lucht en toekomstperspectief voor boeren combineert.
Volt kiest voor een aanpak waarbij op regionaal niveau, samen met alle betrokkenen, doelen en maatregelen worden vastgesteld. Dit moet zorgen voor breed draagvlak, uitvoerbaarheid en rechtvaardigheid, met oog voor verschillen tussen gebieden.
“Volt gaat gericht en rechtvaardig toewerken naar toekomstbestendige landbouw binnen de wettelijke stikstofnormen, met een duidelijke en eerlijke behandeling voor alle boeren.”
“De Adviescommissie Stifstofproblematiek heeft concrete instrumenten aangedragen, zoals maatwerk door op gebiedsniveau normen vast te stellen en een de Afrekenbare StoffenBalans in te voeren.”
“Regionale verschillen in Nederland vragen om maatwerk. Volt stelt voor om hiervoor een gestructureerd co-creatieproces in te zetten, waarin alle betrokken partijen, zoals veehouders, banken, veevoerbedrijven, zuivelcoöperaties, natuur- en milieuorganisaties, gezondheidszorg en verschillende overheden, gelijkwaardig deelnemen.”
Volt wil dat Nederland zich zo snel mogelijk houdt aan bestaande Europese richtlijnen voor stikstof, nitraat, water en natuurherstel. Dit betekent dat de wettelijke normen leidend zijn en dat Nederland niet langer uitstel zoekt.
“Nederland moet zich zo snel mogelijk gaat houden aan bestaande Europese richtlijnen wat betreft stikstof- en nitraatemissies, de Vogel- en de Habitatrichtlijn, de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Natuurherstelwet.”
Volt wil de Afrekenbare StoffenBalans invoeren als beleidsinstrument, zodat boeren op bedrijfsniveau weten welke doelen ze moeten halen en hoe ze daar zelf invulling aan kunnen geven.
“We voeren een Afrekenbare StoffenBalans in als beleidsinstrument voor emissiereductie door doelsturing, conform het rapport “Niet alles kan overal” van de Adviescommissie Stikstofproblematiek (Remkes-rapport).”
Volt wil het gebruik van kunstmest en krachtvoer wettelijk en fiscaal terugdringen, omdat deze belangrijke bronnen van stikstofuitstoot zijn.
“De afbouw van kunstmest en krachtvoer willen we wettelijk en via belastingmaatregelen realiseren.”
“We stimuleren zuiniger gebruik van kunstmest en krachtvoer door de kostprijs te verhogen, door middel van een kunstmestheffing en krachtvoerheffing. Via deze maatregel wordt de stikstofuitstoot verminderd en worden duurzame producten in de supermarkt aantrekkelijker om te kopen.”
Volt wil de private handel in stikstofrechten verbieden, omdat dit de afname van stikstof belemmert en leidt tot ongewenste effecten op natuur en verdeling.
“Op dit moment worden stikstofrechten door private partijen opgekocht en doorverkocht aan de hoogste bieders. Volt wil dit verbieden, want het staat een goed georganiseerde afname van stikstof in de weg.”
Volt wil extra natuur creëren en kwetsbare gebieden prioriteit geven bij stikstofreductie, zodat natuurherstel snel en effectief plaatsvindt waar het het hardst nodig is.
“Er komt een lijst met kwetsbare natuurgebieden die prioriteit krijgen bij de vermindering van stikstof daaromheen. In combinatie met de andere maatregelen omtrent stikstof en droogte kan op die manier snel natuurherstel plaatsvinden op de plekken die het als eerste nodig hebben.”
GroenLinks-PvdA wil de stikstofcrisis oplossen door gericht de stikstofuitstoot te verlagen, met name via het terugdringen van de veestapel en het uitkopen van piekbelasters. De partij kiest voor natuurherstel als voorwaarde voor economische ontwikkeling en maakt ruimte voor woningbouw en infrastructuur door een afdwingbare daling van stikstof. Zo nodig wordt gedwongen uitkoop ingezet om de natuur te herstellen en het ‘stikstofslot’ op Nederland op te heffen.
GroenLinks-PvdA ziet het verminderen van de veestapel en het gericht uitkopen van piekbelasters als noodzakelijk om de stikstofuitstoot te verlagen en natuurherstel mogelijk te maken. Dit is volgens de partij essentieel om de bouw en andere maatschappelijke projecten weer op gang te krijgen. Indien nodig wordt gedwongen uitkoop niet geschuwd.
“Om de natuur te laten herstellen is het als eerste van belang piekbelasters gericht uit te kopen, te verplaatsen, of te begeleiden naar een vorm van landbouw die minder druk legt op de omgeving. Als stok achter de deur zijn we bereid tot gedwongen uitkoop zodat de natuur voldoende kan herstellen en het land van het slot kan.”
“De intensieve veehouderij zal meer moeten doen om vervuiling terug te dringen. Daarbij hoort ook een kleinere veestapel, en zo nodig met dwingende maatregelen als stok achter de deur.”
“Dat leidt onvermijdelijk tot een krimp van de veestapel. Sectoren die voor het overgrote deel produceren voor de export, moeten als eerste krimpen.”
De partij wil de vrijgekomen stikstofruimte beheren in een stikstofbank, waarbij de overheid prioriteit geeft aan projecten met maatschappelijk belang zoals woningbouw, energietransitie en infrastructuur. Dit moet voorkomen dat stikstofruimte direct weer wordt ingevuld door nieuwe vervuilende activiteiten.
“Vrijgekomen stikstofruimte komt in een stikstofbank waar de overheid eerste recht van koop heeft voor projecten met een maatschappelijk belang zoals woningbouw, de energietransitie, defensie en infrastructuur.”
Natuurherstel wordt als absolute voorwaarde gezien voor het creëren van stikstofruimte voor bouwen en investeren. Zonder herstel van de natuur blijft het ‘stikstofslot’ op Nederland en kunnen maatschappelijke projecten niet doorgaan.
“Om ruimte te creëren is natuurherstel nodig door een zekere en afdwingbare daling van de stikstofuitstoot.”
“We nemen maatregelen zodat de woningbouw weer vlot getrokken wordt. We maken vergunningverlening voor woningbouw eenvoudiger.”
“We halen Nederland van het stikstofslot.”
Naast krimp van de veestapel worden aanvullende maatregelen genomen om de stikstofuitstoot te beperken, zoals het verhogen van weidegang, verlagen van het ruweiwitgehalte in veevoer en normeren van emissiearme mestuitrijding.
“Daarnaast verhogen we de weidegang, verlagen we het ruweiwitgehalte in veevoer, en normeren we emissiearme mestuitrijding.”
De PVV ontkent het bestaan van een stikstofcrisis en ziet de stikstofregels zelf als het probleem, niet stikstofdepositie. Hun belangrijkste voorstellen zijn het versoepelen of schrappen van stikstofregels, het verminderen van Natura 2000-gebieden, het legaliseren van PAS-melders, en het stoppen van gedwongen uitkoop van boeren. De kern van hun visie is dat economische ontwikkeling (woningbouw, landbouw, infrastructuur) niet langer mag worden belemmerd door strenge stikstofwetgeving.
De PVV stelt dat de huidige stikstofregels te streng zijn en economische ontwikkeling blokkeren. Ze willen Europese en nationale stikstofregels versoepelen, het aantal Natura 2000-gebieden verminderen of verkleinen, en Nederland minder strenge doelen opleggen. Dit moet ruimte geven aan woningbouw, landbouw en infrastructuur.
“Voor de PVV is niet stikstof, maar zijn de stikstofregels hét probleem: Brusselse regels en nationale regels. Landbouw, woningbouw en wegenbouw zitten klem, omdat Nederland veel te veel Natura 2000-gebieden heeft aangewezen én zichzelf veel te strenge stikstofdoelen heeft opgelegd.”
“Dus wat ons betreft slaan we in Brussel met de vuist op tafel en eisen we versoepeling van de regels – van de Vogel- en de Habitatrichtlijn tot en met de verplichte emissiereductie. Ook willen we het aantal gebieden met een Natura 2000-status verminderen – of gebieden verkleinen.”
De PVV wil de wettelijke normen voor stikstofdepositie versoepelen door de kritische depositiewaarden uit de wet te halen en de rekenkundige ondergrens te verhogen. Dit moet juridische belemmeringen voor bouwprojecten wegnemen.
De partij wil direct vergunningen verlenen aan PAS-melders (boeren en bedrijven die in onzekerheid verkeren door het Programma Aanpak Stikstof) en is fel tegen gedwongen uitkoop of onteigening van boeren.
“PAS-melders gaan we onmiddellijk legaliseren; ze hebben al veel te lang moeten wachten.”
“Gedwongen uitkoop of onteigening van boeren is bij ons absoluut een no-go.”
“PAS-melders krijgen onmiddellijk een vergunning”
“Gedwongen uitkoop of onteigening van boeren is absoluut een no-go”
De VVD wil de stikstofcrisis aanpakken door een substantiële vermindering van de stikstofuitstoot te realiseren, zodat vergunningverlening voor bouw, infrastructuur en bedrijven weer mogelijk wordt. Ze kiezen voor sectorgebonden emissieplafonds in plaats van de huidige kritische depositiewaarden (KDW), met een gebiedsgerichte aanpak in zwaar getroffen regio’s en meer ruimte voor innovatie en maatwerk bij boeren. De partij wil wet- en regelgeving vereenvoudigen, monitoring verbeteren en de feitelijke staat van de natuur leidend maken bij vergunningen.
De VVD wil af van de huidige focus op modelmatige stikstofdepositie (KDW) en kiest voor sectorgebonden emissieplafonds met wettelijke tussendoelen. Dit moet zorgen voor meer werkbare en meetbare doelen per sector, zodat alle sectoren evenredig bijdragen aan stikstofreductie en vergunningverlening weer mogelijk wordt.
“We gaan deze KDW-doelen (kritische depositiewaarde) vervangen door sectorgebonden emissieplafonds, inclusief wettelijke tussendoelen en evaluatiemomenten, die per sector leiden tot significante geborgde emissiereducties en waarbij de gerealiseerde emissiereductie correct wordt vastgelegd; haalbaarheid en betaalbaarheid worden in alle sectoren zwaar meegewogen in het vaststellen van de doelen.”
“We willen dat er weer ruimte komt voor vergunningverlening. Dat is het doel, en daarom gaan we zorgen voor concrete en generieke stikstofreductie. We gaan per sector sturen op emissies zodat alle sectoren evenredig bijdragen, bijvoorbeeld met elektrificatie, technische innovatie of extensivering.”
De VVD erkent dat sommige regio’s extra zwaar getroffen zijn door stikstofproblematiek en wil daar een gebiedsgerichte aanpak met regionale betrokkenheid en maatwerk. Dit moet leiden tot effectieve uitvoering en aanvullende emissiereductie waar nodig.
“Daarnaast is er een gebiedsgerichte aanpak nodig voor alle gebieden die overbelast zijn, met prioriteit voor de gebieden waar de problematiek het zwaarst speelt, zoals bij De Peel en De Veluwe, met regionale betrokkenheid en noodzakelijke keuzes over aanvullende emissiereductie en extensivering.”
“Om de vergunningverlening los te trekken, voeren we gebiedsspecifieke analyses en gebiedsgerichte doorrekeningen uit, zodat de benodigde daling van stikstof duidelijk is. De betrokken partijen moeten samenwerken om te komen tot een effectieve uitvoering waarbij de gebiedsgerichte aanpak centraal staat, onder meer met ruimtelijke ordeningsinstrumentarium, ondersteuning van nieuwe verdienmodellen, vrijwillige regelingen en gerichte inzet van middelen voor agrarisch natuurbeheer.”
De VVD wil de vergunningverlening weer op gang brengen door wet- en regelgeving te vereenvoudigen, hogere drempelwaarden mogelijk te maken (vooral voor de bouw), en PAS-melders en te goeder trouw onvergunden te legaliseren. Ook moet de feitelijke staat van de natuur, niet alleen stikstofnormen, leidend worden bij vergunningen.
“Wet- en regelgeving werkbaar maken: Op het moment dat een structurele emissiereductie wettelijk is geborgd, zorgt de overheid voor de noodzakelijke randvoorwaarden. Zo worden PAS-melders en andere te goeder trouw onvergunden, ondernemers die te goeder trouw hebben gehandeld maar nu zonder vergunning zitten, gelegaliseerd met bijvoorbeeld een juridisch houdbare rekenkundige ondergrens.”
“We willen per sector bekijken of een hogere drempelwaarde mogelijk is – om te beginnen voor de bouw, die slechts tijdelijk een geringe uitstoot veroorzaakt. Er moeten weer vergunningen komen voor agrariërs om aan de slag te gaan met stikstofreducerende innovaties.”
“En uiteindelijk moeten we af van de eenzijdige focus op stikstof door niet stikstofnormen maar de feitelijke staat van de natuur, vastgesteld op basis van onafhankelijke en langdurige monitoring, leidend te maken bij vergunningverlening, zodat economie én natuur in Nederland weer kunnen bloeien.”
De VVD wil boeren niet langer afrekenen op modelmatige berekeningen, maar op daadwerkelijk gemeten emissies en heldere doelen per hectare of dier. Boeren krijgen zo meer ruimte om zelf te bepalen hoe ze aan de reductiedoelen voldoen, met inzet op innovatie en monitoring.
“Op basis van een nationaal stikstofemissieplafond krijgen landbouwbedrijven een reductiedoelstelling met afrekenbare normen per hectare of per dier. Agrarische ondernemers worden dan niet meer afgerekend op modelmatig berekende neerslag, maar kunnen hun emissies monitoren en krijgen de ruimte om te voldoen aan een heldere doelstelling op een manier die past bij hun bedrijf.”
FVD erkent geen stikstofcrisis en wil het volledige stikstofbeleid afschaffen. Zij pleiten voor het schrappen van rekenmodellen en Kritische Depositiewaarden, legaliseren van PAS-melders, en het uitsluitend baseren van natuurbeleid op empirische metingen. Gedwongen onteigening en veestapelreductie worden afgewezen; boeren moeten vrij kunnen blijven ondernemen.
FVD stelt dat het stikstofbeleid gebaseerd is op onjuiste aannames en computermodellen, en wil dit beleid volledig afschaffen. Zij willen de Kritische Depositiewaarden (KDW) en het AERIUS-model uit de wet en vergunningverlening halen, omdat zij van mening zijn dat er geen stikstofcrisis is. Natuurbeleid moet alleen nog gebaseerd worden op feitelijke metingen van de natuur.
“We vegen het hele stikstofbeleid van tafel en halen de Kritische Depositiewaarden (KDW) uit de wet en uit de vergunningverlening, omdat er geen stikstofcrisis is en boeren gewoon kunnen blijven boeren.”
“Met het schrappen van de KDW’s vervalt ook het AERIUS-model, dat niet geschikt is voor het nauwkeurig bepalen van stikstofdepositie en daarom niet langer moet worden gebruikt.”
“In plaats van op stikstof-rekenmodellen baseren we natuurbeleid en vergunningverlening uitsluitend op empirisch waarneembare gegevens.”
FVD wil bedrijven die tussen 2015 en 2019 een PAS-melding deden alsnog permanent legaliseren, zodat zij uit onzekerheid worden gehaald. Daarnaast verzetten zij zich tegen gedwongen onteigening en ‘vrijwillige’ uitkoop van boeren met belastinggeld.
“We geven bedrijven die tussen 2015 en 2019 een melding hebben gedaan in het PAS alsnog permanent een vergunning, zodat ze uit de onzekerheid worden gehaald en weer aan het werk kunnen.”
“We verzetten ons tegen gedwongen onteigening en ook tegen ‘vrijwillige’ uitkoop met belastinggeld; behoud van de agrarische sector staat voorop.”
FVD wil een gelijk speelveld voor Nederlandse boeren en stelt dat zij niet strenger gereguleerd mogen worden dan hun buitenlandse collega’s. Dit moet concurrentievervalsing voorkomen en de agrarische sector beschermen.
50PLUS wil de stikstofcrisis vooral aanpakken door niet verder te gaan dan Europese regels, de indeling van Natura 2000-gebieden te herzien, en het nationale beleid te matigen. Ze pleiten voor minder strenge nationale regelgeving, een pragmatische omgang met natuurgebieden, en bescherming van boerenbelangen. Hun visie is dat Nederland niet voorop moet lopen met strengere maatregelen dan buurlanden en dat Europese afspraken leidend zijn.
50PLUS vindt dat Nederland niet verder moet gaan dan wat Europees is afgesproken en wil nationale regelgeving beperken. Ze zijn kritisch op nationale symboolpolitiek en pleiten voor een gelijk speelveld binnen Europa, zodat de concurrentiepositie van Nederland niet wordt geschaad.
50PLUS wil de indeling van Natura 2000-gebieden herzien, met meer focus op grote, aaneengesloten natuurgebieden en minder nadruk op kleine gebieden. Dit moet de stikstofproblematiek pragmatischer en minder rigide maken.
“Herziening van de indeling van Natura 2000-gebieden. Grote aaneengesloten en grensoverschrijdende natuurgebieden worden bevorderd en er wordt minder obsessief omgegaan met kleine natuurgebieden.”
De partij benadrukt het belang van de agrarische sector en wil boeren perspectief bieden, mits zij bijdragen aan innovatie en natuurherstel. Ze zijn tegen het onnodig beperken van boeren door nationale regelgeving.
“Boeren die vernieuwen en bijdragen aan voedselzekerheid en natuurherstel.”
“Onze agrariërs hebben de hele wereld laten zien hoe je maximale productie haalt uit een minimale hoeveelheid grond. Wij willen bijdragen aan een goed perspectief voor de jonge ondernemers in de agrarische sector in Nederland.”
De Partij voor de Dieren wil de stikstofcrisis aanpakken door een drastische vermindering van het aantal dieren in de veehouderij, het beëindigen van schijnoplossingen en het fors terugdringen van stikstofuitstoot in alle sectoren. De partij kiest voor directe, ingrijpende maatregelen onder regie van het Rijk, met prioriteit voor natuurherstel en het stoppen van technische lapmiddelen. Hun visie is dat alleen een fundamentele systeemverandering – met minder dieren, minder vervuiling en meer natuur – de stikstofcrisis structureel kan oplossen.
De PvdD ziet de veehouderij als de kern van het stikstofprobleem en pleit voor een snelle, substantiële vermindering van het aantal dieren. Het Rijk moet de regie nemen en niet langer verantwoordelijkheid afschuiven op provincies. Dit is volgens de partij noodzakelijk om natuurherstel te realiseren en de kritische depositiewaarden te halen.
“Het totale aantal dieren dat in de bio-industrie wordt gefokt en gedood, krimpt met minstens 75% in de komende twee jaar.”
“Het Rijk gooit de ingrijpende besluiten die nodig zijn om uit de natuurcrisis te komen niet langer over de schutting bij de provincies. Het Rijk neemt de verantwoordelijkheid voor de reductie van het aantal dieren in de veehouderij en voert dit beleid uit.”
De partij wil dat niet alleen de landbouw, maar ook andere sectoren hun stikstofuitstoot drastisch verminderen. Dit omvat het sluiten van vervuilende industrieën, het beperken van luchtvaart en verkeer, en het verbieden van biomassa-energie.
“Maar ook andere sectoren zullen hun stikstofuitstoot fors moeten verminderen. Zo komt er een verbod op energie-opwek door het verbranden van dierlijke en houtige biomassa, worden de meest vervuilende onderdelen van Tata Steel gesloten, krimpt de Nederlandse luchtvaart, gaat Lelystad Airport niet open, stoppen we met het verbranden van buitenlands afval en gaat ook het verkeer een veel grotere bijdrage leveren.”
De PvdD verwerpt technische oplossingen zoals luchtwassers en emissiearme stalsystemen als ineffectief en schadelijk. Zij pleiten voor structurele bronmaatregelen in plaats van symptoombestrijding.
“Het verplaatsen van megastallen en het inzetten van technische lapmiddelen, zoals luchtwassers, zogenaamde emissiearme stalsystemen en koeientoiletten, lossen het stikstofprobleem niet op, zijn peperduur en leiden tot extra dierenleed. Daarom zijn ze voor de Partij voor de Dieren onacceptabel.”
Herstel van natuurgebieden en het terugbrengen van stikstofneerslag onder de kritische depositiewaarde zijn centrale doelen. De partij wil dat in 2030 driekwart van de stikstofgevoelige gebieden onder deze waarde ligt, met prioriteit voor de meest kwetsbare gebieden.
“In 2030 zijn 75% van de stikstofgevoelige gebieden onder de kritische depositiewaarde gebracht, met prioriteit voor de meest gevoelige gebieden.”
DENK wil de stikstofcrisis aanpakken door vast te houden aan de doelen voor stikstofreductie, met een voorkeur voor vrijwillige uitkoop van boeren, maar sluit gedwongen uitkoop niet uit als laatste redmiddel. Ze pleiten voor ondersteuning van innovatieve en duurzame landbouw en strengere regels voor natuur- en milieubescherming. De partij benadrukt dat natuurbehoud en het terugdringen van schadelijke stoffen centraal staan in hun aanpak.
DENK vindt het noodzakelijk dat de stikstofuitstoot omlaag gaat om natuur en leefomgeving te beschermen. Ze willen de bestaande doelen handhaven en inzetten op vrijwillige uitkoopregelingen voor boeren, maar sluiten gedwongen uitkoop niet uit als ultimum remedium. Dit standpunt adresseert direct de kern van de stikstofcrisis: het verminderen van de uitstoot door de landbouwsector.
“Handhaving van de doelen om de stikstofuitstoot te verminderen. Wij gaan inzetten op vrijwillige uitkoopregelingen in de landbouw, waarbij als ultimum remedium gedwongen uitkoop niet door ons wordt uitgesloten.”
Naast uitkoop wil DENK bewezen en effectieve innovaties in de landbouw ondersteunen die tot vergroening leiden. Ze pleiten ook voor strengere regels en investeringen in natuur, inclusief het sneller verbieden van schadelijke stoffen zoals PFAS. Dit standpunt richt zich op het structureel verduurzamen van de landbouw en het versterken van natuurbehoud als onderdeel van de stikstofaanpak.