NSC wil de expatregeling (de fiscale voordelen voor kennismigranten/expats) fors versoberen, omdat zij vinden dat de voordelen zijn doorgeschoten en de regeling de woningmarkt verstoort. Alleen expats met unieke kennis die niet in Nederland beschikbaar is, komen nog in aanmerking, en bedrijven moeten zelf zorgen voor een eerlijke beloning van hun buitenlandse medewerkers.
NSC vindt dat de huidige expatregeling te ruimhartig is en leidt tot oneerlijke belastingvoordelen en verstoring van de woningmarkt. Ze willen de regeling beperken tot alleen die kennismigranten die echt unieke kennis meebrengen, en de fiscale voordelen fors inperken. Dit moet voorkomen dat bedrijven te makkelijk en goedkoop expats aantrekken en dat de samenleving de lasten draagt.
“We versoberen de regelingen die kennismigranten fiscaal bevoordelen en de woningmarkt verstoren.”
“Voor kennismigranten zijn de voordelen in het verleden doorgeschoten. We willen die gouden belastingregels versoberen en de toelatingseisen aanscherpen. De forse belastingkorting op een groot deel van hun inkomen moet eerlijker.”
“Ook versoberen we fiscale regelingen die arbeidsmigratie in de hand werken, zoals de expatregeling.”
“Verdere versobering van de voordelen voor kennismigranten. Bedrijven moeten zelf kennismigranten eerlijk belonen en hun komst moet de innovatie in Nederland stimuleren.”
NSC wil dat alleen expats met kennis en expertise die onvoldoende in Nederland aanwezig is, nog in aanmerking komen voor toelating en eventuele voordelen. Dit voorkomt dat de regeling wordt gebruikt voor functies die ook door Nederlanders vervuld kunnen worden.
“De instroom van kennismigranten (expats) voor bedrijven wordt beperkt tot specialisten die kennis en expertise hebben die onvoldoende in Nederland aanwezig is.”
JA21 noemt de expatregeling niet expliciet in het verkiezingsprogramma. Wel maken ze onderscheid tussen hoogopgeleide kennismigranten (waarvoor ruimte blijft) en andere vormen van arbeidsmigratie, die ze willen beperken en strenger reguleren. De partij is kritisch op grootschalige, laaggeschoolde arbeidsmigratie en wil migratie alleen toestaan als deze aantoonbare economische en maatschappelijke meerwaarde heeft voor Nederland.
JA21 staat positief tegenover het aantrekken van hoogopgeleide kennismigranten die een duidelijke economische en maatschappelijke bijdrage leveren aan Nederland. Dit onderscheidt hen van andere vormen van arbeidsmigratie, die ze willen beperken vanwege negatieve gevolgen voor de samenleving.
JA21 is uitgesproken kritisch over de omvang en gevolgen van arbeidsmigratie, met name laaggeschoolde migratie. Ze willen arbeidsmigratie beperken, reguleren en alleen toestaan waar echte tekorten zijn, en zijn tegen Nederland als lagelonenland. Dit impliceert een terughoudende houding ten opzichte van regelingen die migratie fiscaal aantrekkelijk maken zonder duidelijke meerwaarde.
“Arbeidsmigratie mag niet leiden tot Nederland als lagelonenland. JA21 wil arbeidsmigratie daarom beperken en reguleren en inzetten op het beter benutten van het Nederlandse arbeidspotentieel.”
“We steunen arbeidsmigratie alleen waar écht tekorten zijn en waar goede huisvesting en naleving gegarandeerd zijn.”
50PLUS noemt de expatregeling niet expliciet, maar hun programma bevat wel concrete voorstellen over arbeidsmigratie en de fiscale behandeling van buitenlandse werknemers. Ze willen werkgevers verantwoordelijk maken voor de kosten van arbeidsmigranten en pleiten voor het afkopen van AOW-rechten bij vertrek uit Nederland. Hun visie is gericht op het beperken van de instroom van arbeidsmigranten en het voorkomen van langdurige aanspraken op Nederlandse sociale voorzieningen.
50PLUS vindt dat werkgevers financieel verantwoordelijk moeten zijn voor de werkelijke kosten van arbeidsmigranten, waarmee ze impliciet kritisch zijn op regelingen die arbeidsmigratie fiscaal aantrekkelijk maken, zoals de expatregeling. Dit standpunt is bedoeld om de lasten van arbeidsmigratie niet op de samenleving af te wentelen en de instroom te beperken.
“Werkgevers worden, waar mogelijk, aangeslagen voor de werkelijke kosten van arbeidsmigranten.”
Om te voorkomen dat tijdelijke arbeidsmigranten (waaronder expats) langdurig aanspraak maken op Nederlandse sociale voorzieningen, wil 50PLUS dat opgebouwde AOW-rechten bij vertrek uit Nederland worden afgekocht. Dit voorstel adresseert het probleem van administratieve lasten en kosten voor de overheid op de lange termijn.
“Arbeidsmigranten en studenten die tijdelijk in Nederland wonen, bouwen tijdens hun verblijf hier AOW-rechten op. 50PLUS wil dat deze AOW-rechten worden afgekocht bij vertrek uit Nederland.”
50PLUS wil de instroom van arbeidsmigranten beperken, wat impliceert dat zij kritisch zijn op regelingen die Nederland aantrekkelijk maken voor expats, zoals de expatregeling. Hun beleid is gericht op het beschermen van overheidsvoorzieningen en het voorkomen van overbelasting van systemen.
“Dat zal leiden tot een gezonde beperking van het aantal arbeids- en studiemigranten.”
BBB is positief over het behoud van de expatregeling en andere fiscale voordelen voor kenniswerkers en bedrijven. Zij zien deze regeling als doeltreffend, doelmatig en belangrijk om het Nederlandse bedrijfsleven concurrerend te houden ten opzichte van andere Europese landen. BBB stelt daarom voor om de expatregeling te handhaven en niet verder te beperken.
BBB wil de huidige expatregeling behouden omdat deze volgens hen goed werkt en bijdraagt aan het aantrekken van kenniswerkers en het concurrerend houden van Nederland. Ze zien de regeling als een effectief instrument voor innovatie en economische ontwikkeling, en willen geen verdere nationale beperkingen opleggen die het Nederlandse bedrijfsleven op achterstand zetten.
“Handhaving van de huidige fiscale regeling voor kenniswerkers. Deze regeling werkt goed en is als doeltreffend en doelmatig beoordeeld.”
“Voor bedrijven een stabiel fiscaal beleid en we handhaven de bedrijfsopvolgingsfaciliteit, deelnemingsvrijstelling, innovatiebox en andere maatregelen die innovatie stimuleren zoals de expatregeling.”
“We vinden het belangrijk dat de Nederlandse bedrijven niet verder op achterstand komen ten opzichte van hun concurrenten in Europa en dat er geen verdere nationale koppen op Europese fiscale maatregelen komen.”
De SGP is kritisch over fiscale regelingen die arbeidsmigratie, waaronder expats, stimuleren. Zij willen verkeerde fiscale prikkels die arbeidsmigratie aanjagen afschaffen en pleiten voor striktere voorwaarden en quota voor arbeidsmigratie van buiten de EU. De kern van hun visie is dat arbeidsmigratie alleen toegestaan moet zijn als het strikt noodzakelijk is voor de economie, en dat fiscale voordelen voor expats moeten verdwijnen.
De SGP vindt dat fiscale regelingen die arbeidsmigratie stimuleren, zoals de expatregeling, moeten verdwijnen. Zij zien deze regelingen als een verkeerde prikkel die de instroom van arbeidsmigranten vergroot, terwijl Nederland volgens hen juist minder afhankelijk moet worden van arbeidsmigratie. Het doel is om de arbeidsmarkt minder aantrekkelijk te maken voor onnodige instroom van buitenlandse werknemers en zo druk op de woningmarkt en sociale voorzieningen te verminderen.
“Boetes voor uitbuiting van arbeidskrachten worden verhoogd en verkeerde fiscale prikkels die arbeidsmigratie stimuleren, verdwijnen.”
“Voor arbeidsmigratie van buiten de EU, en ook studiemigratie, gaan strikte voorwaarden en quota gelden om overbelasting en uitbuiting tegen te gaan.”
De SGP wil arbeidsmigratie beperken tot gevallen waarin er sprake is van specifieke vakkrachten die niet in Nederland te vinden zijn en die cruciaal zijn voor de economie. De expatregeling past volgens hen niet bij deze strikte benadering, omdat die te ruimhartig arbeidsmigratie faciliteert.
“Er worden gerichte keuzes gemaakt ten aanzien van specifieke vakkrachten die in Nederland niet te vinden en op te leiden zijn, maar wel cruciaal zijn voor onze toekomstige economie.”
BVNL wil de expatregeling volledig afschaffen, omdat zij deze zien als een bron van oneerlijke concurrentie voor Nederlanders op de arbeidsmarkt. Expats en buitenlandse studenten worden uitgesloten van bepaalde sociale voorzieningen, zoals huurtoeslag. Hun visie is dat fiscale en sociale voordelen voor expats niet te rechtvaardigen zijn en nadelig uitpakken voor Nederlandse werknemers.
BVNL vindt dat de expatregeling leidt tot oneerlijke concurrentie voor Nederlanders en wil deze daarom volledig schrappen. Zij stellen dat fiscale voordelen voor expats niet te verdedigen zijn tegenover de Nederlandse beroepsbevolking en dat deze regeling de arbeidsmarkt verstoort.
“De expatregeling afschaffen, deze leidt tot oneerlijke concurrentie voor Nederlanders op de arbeidsmarkt.”
BVNL wil dat expats en buitenlandse studenten geen aanspraak kunnen maken op huurtoeslag zolang deze regeling bestaat. Dit past in hun bredere visie dat sociale voorzieningen primair voor Nederlanders bedoeld zijn.
“Huurtoeslag (huursubsidie) schaffen we af, maar zolang deze regeling bestaat is hij alleen beschikbaar voor Nederlanders, niet voor expats en buitenlandse studenten.”
De ChristenUnie is kritisch over de expatregeling en pleit voor het afschaffen van belastingvoordelen voor expats in Europees verband. Ze zien deze voordelen als onhoudbaar en vinden dat werkgevers meer moeten bijdragen aan de integratie van expats, bijvoorbeeld via taallessen.
De ChristenUnie wil dat belastingvoordelen voor expats, zoals de 30%-regeling, in Europees verband worden afgeschaft. Ze vinden dat Nederland te afhankelijk is geworden van goedkope arbeidskrachten, waaronder expats, en dat deze voordelen niet langer houdbaar zijn. Het doel is een eerlijker speelveld en minder druk op voorzieningen.
“In Europees verband zetten we ons in om belastingvoordelen voor expats gezamenlijk af te schaffen.”
Naast het afschaffen van fiscale voordelen, vindt de ChristenUnie dat werkgevers een verantwoordelijkheid hebben om expats te laten integreren, bijvoorbeeld door te investeren in taallessen. Dit moet bijdragen aan betere integratie en het voorkomen van parallelle samenlevingen.
“Werkgevers dragen bij aan integratie door te investeren in taallessen.”
D66 noemt de expatregeling niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar hun visie op arbeidsmigratie is gericht op het aantrekken van vakkrachten en kenniswerkers waar de Nederlandse economie die nodig heeft. Ze willen arbeidsmigratie vooral inzetten voor sectoren met tekorten, onder strenge voorwaarden en met nadruk op eerlijk werkgeverschap en het voorkomen van uitbuiting. Specifiek beleid over de fiscale expatregeling (de 30%-regeling) wordt niet genoemd.
D66 wil arbeidsmigratie vooral inzetten waar deze het verschil maakt, met focus op vakkrachten en kenniswerkers die bijdragen aan innovatie en een groene toekomst. Ze stellen strenge voorwaarden aan werkgevers en willen minder laagbetaalde arbeidsmigratie, maar benoemen geen specifieke maatregelen rond de expatregeling.
“We kiezen voor vakkrachten en kenniswerkers die ons vooruit helpen naar een groene en leefbare toekomst, bij bedrijven en sectoren waar innovatie en eerlijk werkgeverschap vooropstaan.”
“De overheid krijgt de regie: minder kwetsbare, laagbetaalde arbeidsmigratie, meer gerichte arbeidsmigratie voor de sectoren waar we mensen écht nodig hebben.”
DENK is kritisch over de expatregeling en wil deze volledig afschaffen. Ze zien de regeling als een ondoelmatig belastingvoordeel dat vooral ten goede komt aan mensen met hoge inkomens en niet bijdraagt aan een eerlijke belastingverdeling. Het afschaffen van de expatregeling past in hun bredere streven naar een rechtvaardiger belastingstelsel.
DENK wil de expatregeling schrappen omdat zij deze als een ondoelmatig belastingvoordeel beschouwen dat ongelijkheid vergroot. Volgens DENK moeten belastingvoordelen eerlijker verdeeld worden en moeten hoge inkomens en grote bedrijven meer bijdragen aan het sociale stelsel. Het afschaffen van de expatregeling is onderdeel van hun beleid om belastingontwijking en -voordelen voor specifieke groepen tegen te gaan.
GroenLinks-PvdA is kritisch over de expatregeling (de belastingkorting voor kennismigranten) en wil deze afbouwen. Zij vinden de regeling onrechtvaardig en zien het als een onnodig fiscaal voordeel dat vooral werkgevers en bepaalde sectoren bevoordeelt. Het afbouwen van de expatregeling past in hun bredere streven om fiscale voordelen voor specifieke groepen en sectoren te beperken en misbruik van migratieregelingen tegen te gaan.
GroenLinks-PvdA wil de belastingkorting voor kennismigranten, bekend als de expatregeling, afbouwen omdat zij deze als onrechtvaardig en onnodig beschouwen. De partij ziet de regeling als een fiscaal voordeel dat niet langer te rechtvaardigen is, zeker gezien de bredere maatschappelijke kosten en het risico op misbruik. Dit past in hun streven om fiscale voordelen voor specifieke groepen en sectoren af te schaffen en arbeidsmigratie alleen toe te staan waar het echt noodzakelijk is.
De PVV is tegen de huidige expatregeling en noemt deze expliciet "oneerlijk". Ze willen deze regeling volledig afschaffen als onderdeel van hun beleid om fiscale voordelen voor niet-Nederlanders te beperken en het geld in Nederland te houden. De PVV ziet de expatregeling als een ondoelmatige subsidie die niet in het belang is van de Nederlandse burger.
De PVV wil de expatregeling beëindigen omdat ze deze als oneerlijk en ondoelmatig beschouwen. Volgens de partij levert de regeling een onterecht fiscaal voordeel op voor expats en kost het de Nederlandse schatkist geld dat beter aan Nederlanders besteed kan worden. Dit past in hun bredere visie om fiscale voordelen voor buitenlandse werknemers te schrappen en de focus te leggen op de Nederlandse bevolking.
De VVD wil de expatregeling (27%-regeling) behouden, maar scherpt de toelatingseisen aan om misbruik te voorkomen en de regeling te richten op buitenlands toptalent dat essentieel is voor de Nederlandse economie. Ze willen de regeling omvormen tot een "Toptalentenregeling" met strengere selectie, bijvoorbeeld via aanvullende opleidingseisen, en expliciet oog voor start- en scale-ups.
De VVD ziet de expatregeling als belangrijk voor het aantrekken van buitenlands toptalent, maar vindt dat de regeling te vaak wordt misbruikt. Daarom willen ze de regeling behouden, maar omvormen tot een strengere "Toptalentenregeling" met hogere toelatingseisen, zodat alleen essentieel buitenlands talent voor de Nederlandse economie hiervan profiteert.
“We laten de 27%-regeling in stand en scherpen de toelatingseisen aan, bijvoorbeeld via een aanvullende opleidingseis. We hebben expliciet oog voor de positie van start- en scale-ups.”
“Om groei en innovatie te realiseren hebben we soms naast alle knappe koppen in Nederland ook toptalent uit het buitenland nodig. Daarom is de kennismigrantenregeling belangrijk. Tegelijkertijd komt het nog te vaak voor dat malafide bedrijven de regeling misbruiken. We bouwen de regeling daarom om tot een Toptalentenregeling, gericht op buitenlands talent dat essentieel is voor onze kennisintensieve economie en groeitechnologieën.”
BIJ1 is uitgesproken tegen de expatregeling (30%-regeling) en wil deze volledig afschaffen. Zij vinden dat buitenlandse werknemers met hoogbetaalde banen niet langer fiscaal bevoordeeld mogen worden en net zoveel belasting moeten betalen als andere werknemers in Nederland.
BIJ1 ziet de expatregeling als een oneerlijke fiscale bevoordeling van buitenlandse werknemers met hoge inkomens. Door deze regeling af te schaffen, wil de partij fiscale gelijkheid creëren en voorkomen dat expats minder belasting betalen dan andere werkenden in Nederland.
“De 30%-regeling wordt afgeschaft: buitenlandse werknemers met hoogbetaalde banen gaan net zoveel belasting betalen als ieder ander.”
Het CDA wil de expatregeling behouden als onderdeel van een actief economisch en fiscaal beleid om bedrijven en investeringen aan te trekken en te behouden. Ze zien de regeling als essentieel voor het vestigingsklimaat en innovatie, en doen geen voorstellen tot versobering of afschaffing.
Het CDA beschouwt de expatregeling als een belangrijk instrument om Nederland aantrekkelijk te houden voor internationale bedrijven en talent. Door de regeling te behouden, wil het CDA zorgen voor rust en voorspelbaarheid in het fiscale beleid en zo investeringen en innovatie stimuleren.
“We behouden de expatregeling, de innovatiebox en de (uitgebreide) WBSO, scherpen de renteaftrekbeperking niet verder aan en komen niet aan de inkoop van eigen aandelen. Rust, reinheid en regelmaat is het uitgangspunt.”
FVD is kritisch op de expatregeling en wil deze afbouwen. Hun belangrijkste voorstel is het gefaseerd afschaffen van de 30%-regeling voor expats, zodat expats evenveel belasting gaan betalen als Nederlanders. Hiermee wil FVD fiscale gelijkheid bevorderen en uitzonderingsposities voor expats beëindigen.
FVD vindt dat expats niet langer fiscaal bevoordeeld moeten worden ten opzichte van Nederlandse werknemers. Door de 30%-regeling gefaseerd af te bouwen, wil FVD bereiken dat expats hetzelfde belastingtarief betalen als Nederlanders, waarmee volgens hen een eerlijker belastingstelsel ontstaat en uitzonderingen worden teruggedrongen.
“We gaan voor een gefaseerde afbouw van de 30%-regeling voor expats, zodat zij net zoveel belasting betalen als Nederlanders.”
De Partij voor de Dieren is uitgesproken tegen de expatregeling en wil deze volledig afschaffen. Zij zien de regeling als een onnodig fiscaal voordeel waarmee bedrijven buitenlandse werknemers aantrekken, wat volgens hen leidt tot oneerlijke concurrentie en een race naar de bodem op de arbeidsmarkt. Hun belangrijkste voorstel is het direct beëindigen van de expatregeling en vergelijkbare fiscale voordelen.
De PvdD vindt dat de expatregeling en vergelijkbare fiscale voordelen bedrijven stimuleren om buitenlandse werknemers aan te trekken, wat leidt tot verdringing en ongelijkheid op de arbeidsmarkt. Ze willen deze regelingen afschaffen om gelijke behandeling en eerlijke concurrentie te bevorderen. Dit past in hun bredere visie op het tegengaan van uitbuiting en het waarborgen van gelijke rechten voor alle werknemers, ongeacht afkomst.
“De expatregeling en andere fiscale voordelen waarmee bedrijven buitenlandse werknemers aantrekken, schaffen we af.”
De SP is uitgesproken tegen de expatregeling en wil het belastingvoordeel voor expats volledig afschaffen. Ze zien de regeling als een verdienmodel voor bedrijven dat leidt tot verdringing van Nederlandse werknemers en oneerlijke concurrentie, en willen geen onderscheid maken tussen expats en andere arbeidsmigranten.
De SP vindt dat het belastingvoordeel voor expats (de expatregeling) oneerlijk is, omdat het bedrijven in staat stelt expats goedkoper in te huren dan Nederlandse werknemers. Dit leidt volgens de SP tot verdringing op de arbeidsmarkt en is vooral een verdienmodel voor bedrijven, niet voor de expats zelf. De partij wil daarom deze regeling volledig schrappen en geen onderscheid maken tussen expats en andere arbeidsmigranten.
“Belastingvoordelen voor expats schaffen we af. Expats die in Nederland werken, krijgen bijna een derde van hun loon onbelast uitbetaald. Een belangrijk deel van deze belastingkorting gaat niet naar de expat zelf, maar naar bedrijven die expats via deze regeling een lager loon kunnen bieden dan voor een Nederlandse werknemer. De regeling werkt zo verdringing in de hand en is een verdienmodel van bedrijven. Bovendien willen we geen onderscheid maken tussen expats en andere arbeidsmigranten.”
Volt wil de expatregeling binnen de EU gelijktrekken om concurrentie tussen lidstaten te voorkomen en het aantrekken van talent eerlijker te maken. Ze pleiten ervoor dat niet het salaris, maar de schaarste aan ervaring en vaardigheden bepalend wordt voor toegang tot de regeling. Voor talent van buiten de EU blijft een aparte, per land unieke regeling mogelijk.
Volt vindt dat de expatregeling tussen EU-lidstaten gelijkgetrokken moet worden, zodat landen niet langer concurreren om talent met verschillende fiscale voordelen. Ze willen dat de regeling niet langer op salaris is gebaseerd, maar op de schaarste aan ervaring en/of vaardigheden. Dit moet zorgen voor een eerlijker en effectiever beleid om talent aan te trekken waar het echt nodig is.
“Volt zet in op het gelijktrekken van de expatregeling tussen EU-lidstaten, zodat we niet langer onderling concurreren om talent. Voor talent buiten de EU zal nog wel per lidstaat een unieke regeling aangeboden kunnen worden. Voor beide regelingen zal salaris bovendien niet langer de norm zijn voor toepasbaarheid, maar zal er specifiek gekeken worden naar de schaarste aan ervaringen en/of vaardigheden.”