50PLUS is een partij die zich primair richt op de belangen van ouderen en toekomstige ouderen, met nadruk op inkomenszekerheid (AOW, pensioen), ouderenzorg, wonen en veiligheid. In tegenstelling tot D66 en Volt, die zich profileren als progressieve, toekomstgerichte partijen met een brede doelgroep, kiest 50PLUS expliciet voor het beschermen van verworven rechten en het tegengaan van leeftijdsdiscriminatie, met concrete voorstellen zoals het behouden van de AOW-leeftijd, een dertiende maand voor AOW’ers, en een streng migratiebeleid. Hun visie is behoudend, gericht op bestaanszekerheid en het versterken van voorzieningen voor ouderen, met minder nadruk op internationale samenwerking of progressieve hervormingen.
50PLUS onderscheidt zich van D66 en Volt door haar exclusieve focus op de belangen van ouderen, met concrete maatregelen voor inkomenszekerheid, ouderenzorg en bescherming tegen leeftijdsdiscriminatie. Dit is een fundamenteel andere insteek dan de brede, toekomstgerichte benadering van D66 en Volt.
“We zijn een partij die zich met name richt op het leven van 50-plussers, 60-plussers en nóg ouderen, mensen in de derde levensfase.”
“50PLUS zal bij elk onderwerp steeds in de allereerste plaats kijken naar het belang van de huidige generatie ouderen en toekomstige generaties ouderen.”
“Het tijdperk van leeftijdsdiscriminatie via de belastingen wordt, wat 50PLUS betreft, beëindigd.”
“De AOW is het onaantastbare fundament van onze welvaartsstaat en blijft, wat 50PLUS betreft, staan als een huis.”
50PLUS zet zich in voor het behouden en uitbreiden van sociale voorzieningen specifiek voor ouderen, zoals het behouden van de AOW-leeftijd, het invoeren van een dertiende maand voor AOW’ers, en het versterken van ouderenzorg. Dit contrasteert met de meer hervormingsgerichte benadering van D66 en Volt.
“De AOW-leeftijd blijft de komende kabinetsperiode gelijk.”
“Er wordt een dertiende maand ingevoerd voor AOW’ers, ter compensatie van het afschaffen van de Inkomensondersteuning-AOW (IO-AOW).”
“We pleiten voor de invoering van een Ouderenzorgwet, waarin aan ouderen vergelijkbare rechten worden toegekend met de rechten van jongeren volgens de Jeugdzorgwet.”
In tegenstelling tot D66 en Volt, die beide een relatief open en internationale benadering van migratie hebben, kiest 50PLUS voor een streng migratiebeleid met nadruk op beperking en Europese samenwerking.
“50PLUS kiest voor een streng migratiebeleid dat onderscheid maakt tussen vormen van migratie en voorkomt dat systemen overbelast raken.”
“We willen een gemeenschappelijk Europees asielbeleid waarbij de buitengrenzen worden versterkt en opvang in de regio de regel wordt.”
“Bij studiemigratie zijn de universiteiten en hogescholen medeverantwoordelijk. Dat zal leiden tot een gezonde beperking van het aantal arbeids- en studiemigranten.”
Waar D66 en Volt vaak pleiten voor Europese samenwerking en soms zelfs voor verdergaande Europese integratie, is 50PLUS kritisch op nationale koppen en extra regels bovenop Europese afspraken, vooral op het gebied van klimaat en economie.
De PVV positioneert zich radicaal anders dan zowel D66 als Volt, met een uitgesproken anti-EU, anti-immigratie en anti-klimaatbeleid. Waar D66 en Volt juist voor Europese samenwerking, progressief klimaatbeleid en inclusiviteit kiezen, pleit de PVV voor nationale soevereiniteit, het terugdraaien van Europese macht, het stoppen van klimaatmaatregelen en het beperken van immigratie. De PVV zet "de Nederlander" centraal en verwerpt de kernwaarden van D66 en Volt op vrijwel alle relevante thema’s.
De PVV verzet zich fel tegen verdere Europese samenwerking en machtsoverdracht aan Brussel, terwijl D66 en Volt juist voorstander zijn van een sterkere EU. Dit is een fundamenteel verschil: de PVV wil bevoegdheden terughalen en nationale soevereiniteit herstellen.
“De PVV kiest voor een soeverein Nederland. Dat betekent: baas in eigen land, baas over eigen geld, eigen grenzen en eigen regels.”
“Waar wij fel tegen zijn, is een geopolitieke Europese Unie, een Europese superstaat.”
“Niet nóg meer bevoegdheden en miljarden overhevelen naar Brussel, maar juist terughalen.”
In tegenstelling tot D66 en Volt, die ambitieuze klimaatdoelen nastreven, wil de PVV vrijwel alle klimaatmaatregelen stoppen en focussen op goedkope energie, zonder verplichtingen voor verduurzaming.
De PVV wil een totale asielstop en het sluiten van azc’s, terwijl D66 en Volt juist staan voor een humaan en inclusief migratiebeleid. Dit is een van de meest uitgesproken verschillen.
“Wij voeren onmiddellijk een azc-stop in, gaan azc’s sluiten, asielzoekers aan de grens terugsturen, criminele vreemdelingen uitzetten – en Nederland terugveroveren.”
De PVV benadrukt nationale identiteit, verzet zich tegen inclusiviteit en wil bijvoorbeeld excuses voor het slavernijverleden intrekken en een boerkaverbod invoeren. D66 en Volt kiezen juist voor diversiteit en inclusiviteit.
De PVV is tegen rekeningrijden, het verbod op brandstofauto’s en verplicht elektrisch rijden, terwijl D66 en Volt juist inzetten op duurzame mobiliteit.
D66 zet sterk in op individuele vrijheid, gelijke kansen, duurzaamheid en een actieve rol van Nederland binnen Europa. De partij kiest voor concrete maatregelen zoals het bouwen van tien nieuwe steden, het wettelijk vastleggen van abortus- en euthanasierechten, forse investeringen in onderwijs en klimaat, en het versterken van de democratie. Hun visie draait om vooruitgang, sociale rechtvaardigheid en een groene, inclusieve samenleving waarin iedereen zichzelf kan zijn.
D66 wil het woningtekort structureel aanpakken door grootschalig te bouwen, met oog voor duurzaamheid en bereikbaarheid. Dit onderscheidt zich van partijen die minder ambitieus zijn in woningbouw of minder nadruk leggen op integrale gebiedsontwikkeling.
“D66 wil tien nieuwe steden bouwen, vooral bij bestaande steden of kernen en bij grote ov-knooppunten. Dit doen we met respect voor de natuur.”
“We leggen wettelijk vast dat bij nieuwbouw in elke gemeente minstens 30% sociale huur komt, zodat gemeenschappen in wijken gemengd blijven.”
D66 kiest voor maximale individuele autonomie op medisch-ethisch gebied en wil deze rechten grondwettelijk beschermen. Dit is een uitgesproken liberaal standpunt dat niet door alle partijen wordt gedeeld.
D66 wil sneller dan wettelijk vereist naar klimaatneutraliteit, met nadruk op sociale rechtvaardigheid en steun voor kwetsbare groepen. Dit is concreter en ambitieuzer dan veel andere partijen.
“In 2030 is er 55% minder uitstoot van broeikasgassen, in lijn met de door minister Jetten ingevoerde Klimaatwet. In 2040 is dat 90% minder, overeenkomstig met de doelstelling van de EU, en in 2050 is Nederland klimaatneutraal.”
“We ondersteunen mensen met lage inkomens bij verduurzaming van hun woning. Denk aan subsidies, persoonlijk advies en energiecoaches.”
D66 wil dat Nederland het voortouw neemt in een sterker, democratischer en effectiever Europa. De partij ziet Europese samenwerking als essentieel voor vrede, klimaat en economie.
D66 maakt gelijke kansen en het bestrijden van alle vormen van discriminatie tot een kernpunt, met expliciete aandacht voor inclusie op basis van afkomst, gender, seksuele oriëntatie en beperking.
“D66 wil alle vormen van uitsluiting, racisme en discriminatie doorbreken: of het nu gaat om afkomst of geloof (jodenhaat of moslimhaat), huidskleur (zoals anti-zwart of anti-Aziatisch racisme), leeftijd, opleidingsniveau, armoede, beperking, neurodiversiteit (zoals ADHD of autisme), seksuele oriëntatie of genderidentiteit (queerhaat) of omdat iemand een vrouw is.”
D66 investeert fors in onderwijs, wil selectie later laten plaatsvinden en zet in op maatwerk en gelijke kansen voor alle leerlingen en studenten.
JA21 positioneert zich als een uitgesproken conservatief-liberale partij die zich afzet tegen de koers van partijen als D66 en Volt, vooral op thema’s als Europese integratie, klimaatbeleid, migratie en burgerzeggenschap. JA21 wil minder EU, meer nationale soevereiniteit, een restrictief migratiebeleid, en een pragmatische benadering van klimaat en energie, met nadruk op kernenergie en betaalbaarheid. De partij benadrukt directe invloed voor burgers via referenda en verzet zich tegen wat zij zien als ideologisch en betuttelend beleid.
JA21 is fel tegen verdere Europese integratie en wil nationale soevereiniteit herstellen, in tegenstelling tot D66 en Volt die juist meer Europese samenwerking nastreven. JA21 wil minder EU-regelgeving, geen digitale euro, en nationale controle over beleid.
“Geen invoering van een digitale euro en geen digitale Europese identiteit.”
“Rigoureuze deregulering van beperkende EU-wetgeving die onze ondernemers en industrie al te lang vastzet.”
“Energiesoevereiniteit; nationale zeggenschap over de energiemix. Niet Brussel, maar Nederland bepaalt zelf hoe we energie opwekken.”
“JA21 wil dus meer referenda, minder EU, meer economische vrijheid en meer invloed op ons grensbeleid.”
JA21 pleit voor een streng migratiebeleid en het beschermen van de Nederlandse identiteit, terwijl D66 en Volt juist inzetten op een opener en inclusiever migratiebeleid.
“Migratie moet sterk beperkt worden, en migranten die Nederland wel opneemt moeten integreren. JA21 wil dus scherpe grenzen stellen aan migratie, hiermee ruimte creëren op de woningmarkt, de Nederlandse cultuur beschermen, en wil integratie afdwingen.”
JA21 verwerpt het huidige klimaatbeleid als ideologisch en te duur, en kiest voor kernenergie, behoud van fossiele infrastructuur en betaalbaarheid. Dit contrasteert sterk met de ambitieuze klimaatdoelen van D66 en Volt.
“Inzetten op kernenergie en klimaatadaptatie.”
“Onze betrouwbare fossiele infrastructuur behouden: kolen- en aardgascentrales niet sluiten.”
“Duurzaamheid alleen ondersteunen als het rendeert.”
“Geen belastingen als pressiemiddel om Nederlanders een andere, ‘duurzamere’ levensstijl op te dringen.”
JA21 wil burgers meer directe invloed geven op beleid via bindende referenda, vooral op gevoelige thema’s als migratie en natuur. Dit is een duidelijk verschil met D66 en Volt, die meer vertrouwen op representatieve democratie.
“Meer zeggenschap van burgers over hun eigen leefomgeving door te focussen op decentralisatie en referenda over onder meer het migratiebeleid, de bevolkingsgroei en de natuur in Nederland te organiseren.”
“De snelst mogelijke invoering van het correctief bindend referendum. Vervolgens moet hij zorgen voor de organisatie van referenda over dossiers die al jaren om meer invloed van burgers vragen, zoals asiel, bevolkingsgroei, en de manier waarop wij omgaan met natuur in ons land.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) kiest voor een radicaal andere koers dan D66 en Volt door welzijn, natuur en dierenwelzijn structureel boven economische groei te plaatsen. Hun programma legt de nadruk op systeemverandering, stevige klimaatmaatregelen, sociale rechtvaardigheid en het beperken van marktwerking, met concrete voorstellen zoals het nationaliseren van energie, het afbouwen van fossiele brandstoffen en het investeren in openbaar vervoer. PvdD onderscheidt zich door haar uitgesproken groene, sociale en antikapitalistische visie, die verder gaat dan de meer gematigde, pro-EU en innovatiegerichte benadering van D66 en Volt.
PvdD stelt welzijn, natuur en dierenwelzijn centraal, in tegenstelling tot het economische groeimodel dat D66 en Volt hanteren. Ze pleiten voor een radicale systeemverandering waarbij economische belangen ondergeschikt zijn aan het beschermen van mens, dier en planeet.
PvdD wil essentiële voorzieningen zoals energie en infrastructuur in publieke handen brengen, met zeggenschap voor burgers en een focus op duurzaamheid. Dit verschilt van D66 en Volt, die meer marktwerking en innovatie stimuleren binnen een Europees kader.
PvdD kiest voor een snelle en ambitieuze afbouw van fossiele brandstoffen, waarbij industrie en grote vervuilers als eerste worden aangepakt. Dit is strenger en sneller dan de doorgaans stapsgewijze aanpak van D66 en Volt.
PvdD wil het openbaar vervoer minimaal 50% goedkoper maken en gratis voor lagere inkomens, waarmee ze verder gaan dan D66 en Volt in het toegankelijk maken van mobiliteit en het ontmoedigen van autogebruik.
“Het openbaar vervoer wordt minimaal 50% goedkoper, zodat het ov financieel aantrekkelijker wordt dan de auto. Voor mensen met een inkomen tot 150% van het sociaal minimum wordt het openbaar vervoer gratis.”
PvdD wil de marktwerking in de zorg beëindigen en sociale zekerheid eenvoudiger en menselijker maken, met een basisinkomen-achtige benadering. Dit is fundamenteler dan de hervormingsvoorstellen van D66 en Volt.
PvdD pleit voor het herinvoeren van het raadgevend referendum en meer burgerparticipatie, waarmee ze zich duidelijker uitspreken voor directe democratie dan D66 en Volt.
BIJ1 onderscheidt zich van D66 en Volt door radicaal linkse, antikapitalistische en antiracistische standpunten, met nadruk op sociale gelijkheid, dekolonisatie, en collectieve voorzieningen. De partij pleit voor ingrijpende maatregelen zoals gratis openbaar vervoer, volledige overheidszorg, afschaffing van collegegeld, en bindende burgerinspraak. BIJ1 kiest voor structurele herverdeling en inclusie, waar D66 en Volt gematigder en meer liberaal-progressief zijn.
BIJ1 wil publieke voorzieningen volledig gratis en collectief maken, in tegenstelling tot het marktdenken van D66 en Volt. Dit is bedoeld om ongelijkheid te bestrijden en basisvoorzieningen voor iedereen toegankelijk te maken.
BIJ1 wil burgers en werknemers directe macht geven over beleid en bedrijfsvoering, veel verdergaand dan de participatie- en inspraakmodellen van D66 en Volt.
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
BIJ1 wil het onderwijs volledig gratis maken en alle studieschulden van de ‘pechgeneratie’ kwijtschelden, een veel radicalere stap dan D66 of Volt voorstellen.
“We schaffen collegegeld af: al het onderwijs wordt gratis. Alle studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we volledig kwijt.”
BIJ1 kiest voor harde ingrepen op de woningmarkt, met bindende maximumprijzen, massale bouw van sociale woningen en onteigening bij leegstand. Dit is veel ingrijpender dan de plannen van D66 en Volt.
“We zorgen dat huisjesmelkers niet méér huur aan jou kunnen rekenen dan eerlijk is, met bindende maximumprijzen voor elke woning. Te hoge huren maken we lager. Ook in de vrije sector, met terugwerkende kracht.”
“1 miljoen sociale woningen erbij. Een Nationaal Bouwbedrijf bouwt woningen voor mensen, niet voor winst.”
“Wie een woning onnodig leeg laat staan, betaalt een boete van 2,8% van de WOZ-waarde per maand (100% van de waarde in 3 jaar). Na 3 jaar onteigenen (terugpakken) we de woning en wijzen die toe aan mensen om te wonen.”
BIJ1 maakt dekolonisatie en antiracisme tot kern van beleid, met concrete maatregelen voor diversiteit en inclusie, wat verder gaat dan de meer algemene diversiteitsdoelen van D66 en Volt.
NSC positioneert zich als alternatief voor het neoliberalisme en populisme, met nadruk op bestaanszekerheid, een betrouwbare overheid en herstel van vertrouwen tussen burger en politiek. De partij legt de nadruk op concrete voorstellen zoals een regionaal kiesstelsel, sociale zekerheid, en een terughoudende houding ten opzichte van grootschalige Europese integratie. NSC onderscheidt zich van D66 en Volt door haar focus op nationale soevereiniteit, bestuurlijke vernieuwing en behoud van de menselijke maat.
NSC pleit voor een regionaal kiesstelsel om de band tussen kiezer en Kamerlid te versterken, in tegenstelling tot D66 en Volt die beide vasthouden aan het huidige landelijke stelsel en juist Europese samenwerking willen verdiepen. Dit voorstel adresseert het gevoel van afstand tussen burger en politiek en wil regionale belangen beter vertegenwoordigen.
Waar D66 en Volt uitgesproken pro-Europees zijn, kiest NSC voor behoud van nationale zeggenschap en terughoudendheid bij verdere Europese integratie. Dit onderscheidt NSC duidelijk van beide partijen, die juist meer macht naar Europa willen overhevelen.
NSC legt de nadruk op bestaanszekerheid, met voorstellen als een toereikend minimumloon, vaste contracten als norm, en betaalbare energie. Dit is concreter en meer nationaal gericht dan de vaak internationalistische benadering van D66 en Volt.
NSC is kritisch op schaalvergroting in bestuur en pleit voor behoud van de menselijke maat, terwijl D66 en Volt vaak voorstander zijn van bestuurlijke schaalvergroting en Europese harmonisatie.
“Gemeentelijke en provinciale herindeling kunnen alleen plaatsvinden als hiervoor draagvlak bestaat bij de bevolking; schaalvergroting leidt niet per definitie tot beter bestuur en gaat in de praktijk vaak ten koste van de menselijke maat.”
NSC wil af van technocratische besluitvorming en pleit voor meer openheid en ruimte voor debat, in tegenstelling tot de vaak technocratische benadering van D66 en Volt.
“Het beleid in Den Haag steunt te veel op een modellenwerkelijkheid waardoor besluiten objectiever”
“Coalitieakkoorden moeten zich beperken tot hoofdlijnen van beleid en financiële kaders. Ze leggen niet precies vast hoe de doelen bereikt worden. Er moet ruimte zijn voor debat en om in te spelen op veranderende omstandigheden; geen dichtgetimmerde afspraken dus.”
BVNL positioneert zich als een klassiek-liberale, economisch rechtse en cultureel conservatieve partij die sterk inzet op individuele vrijheid, een kleine overheid, nationale soevereiniteit en scepsis tegenover Europese integratie. In tegenstelling tot D66 en Volt, die beide pro-EU, progressief en voor een grotere rol van de overheid zijn, wil BVNL macht terugleggen bij burgers, nationale autonomie herstellen en Europese samenwerking beperken tot het strikt noodzakelijke. De partij verzet zich fel tegen verdere Europese integratie, digitalisering van valuta en identiteiten, en legt de nadruk op individuele keuzevrijheid, ook op ethisch vlak.
BVNL is uitgesproken tegen het overhevelen van macht naar de EU en andere supranationale organisaties, en wil Nederland weer soeverein maken. Dit staat haaks op de pro-Europese koers van D66 en Volt, die juist meer Europese samenwerking en integratie nastreven. BVNL wil de EU beperken tot een economische samenwerking en pleit voor opt-outs en een bindend referendum over EU-lidmaatschap.
“BVNL wil dat Nederland weer soeverein wordt. We moeten stoppen met het overhevelen van zeggenschap naar ongekozen supranationale organen zoals de WHO, de EU, de VN en de NAVO. De EU moet worden omgevormd tot een confederatie van samenwerkende landen, zoals de Europese Economische Gemeenschap (EEG) oorspronkelijk bedoeld was.”
“Een bindend referendum over het EU-lidmaatschap. Economische samenwerking binnen een Europese Economische Gemeenschap (EEG) is prima en vrijwillig, maar politieke unie is niet ons doel.”
BVNL verzet zich tegen Europese digitaliseringsprojecten zoals de Digitale Europese Identiteit en de Digitale Euro, en wil geen centrale monitoring van financiële transacties. Dit contrasteert met D66 en Volt, die digitalisering en Europese samenwerking op dit vlak juist omarmen.
“BVNL wil dat Nederlanders in vrijheid kunnen leven zonder door de overheid gevolgd te worden. Daarom willen we geen Digitale Europese Identiteit, geen Digitale Euro, geen Central Bank Digital Currency, geen monitoring van financiële transacties boven de honderd euro en het behoud van cash geld.”
BVNL wil een veel kleinere overheid, minder ambtenaren, forse verlaging van overheidsuitgaven en een vlaktaks. Dit is een fundamenteel andere koers dan D66 en Volt, die beide een actievere overheid en hogere investeringen in publieke sectoren voorstaan.
“BVNL wil een kleinere overheid, minder ambtenaren en minder bureaucratie. De overheid wordt veel te groot, er zijn te veel ambtenaren, er is teveel controledrang en de bureaucratie neemt onevenredig toe. BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen...”
“BVNL wil een vlaktaks invoeren van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000,-. Tegelijkertijd worden alle andere belastingen en toeslagen afgeschaft.”
BVNL is cultureel conservatief (behoud van Nederlandse tradities, tegen 'woke-isme'), maar medisch-ethisch liberaal: individuele keuzevrijheid staat centraal, bijvoorbeeld bij abortus, euthanasie en vaccinatie. Dit verschilt van D66 en Volt, die cultureel progressiever zijn en meer nadruk leggen op diversiteit en inclusie.
“BVNL is tot slot cultureel conservatief: wij willen ons mooie Nederland en de daarbij behorende unieke Nederlandse tradities en cultuur intact houden, maar wel medisch-ethisch progressief: iedereen mag zelf bepalen hoe en met wie hij/zij het leven vormgeeft en beslist zelf over de eigen levensovertuiging en het eigen lichaam.”
“BVNL is een partij die de vrijheid van het individu laat prevaleren boven de sociale druk van de meerderheid. Dit betekent dat ieder zijn of haar eigen afweging mag maken op tal van onderwerpen.”
BVNL wil directe democratie versterken door het invoeren van een bindend referendum, waarmee burgers direct invloed krijgen op belangrijke besluiten. D66 en Volt zijn voorstander van burgerparticipatie, maar BVNL gaat hierin verder door bindende referenda te eisen.
BBB positioneert zich als een partij die sterk inzet op regionale zeggenschap, nuchter beleid en het beperken van centrale sturing vanuit Den Haag. In tegenstelling tot D66 en Volt, die beide sterk Europees en internationaal georiënteerd zijn en vaak kiezen voor centrale, progressieve oplossingen, legt BBB de nadruk op lokale invloed, behoud van tradities en een terughoudende overheid. Belangrijke voorstellen zijn meer burgerzeggenschap in de regio, een kritische houding ten opzichte van windenergie en asielopvang alleen bij lokaal draagvlak.
BBB wil dat inwoners meer invloed krijgen op hun eigen leefomgeving en dat beleid niet alleen in Den Haag wordt bepaald, maar juist regionaal wordt afgestemd. Dit staat haaks op de centralistische en internationale benadering van D66 en Volt, die vaak kiezen voor nationale of Europese oplossingen.
“Inwoners dienen meer zeggenschap te krijgen over hun eigen leefomgeving. Mensen weten zelf het beste wat daar speelt en waar behoefte aan is. Geef mensen invloed op wat er in hun eigen omgeving gebeurt en betrek ze daarom vanaf het begin bij plannen.”
“Commissievergaderingen over regiogerelateerde onderwerpen moeten naast in Den Haag ook in de regio zelf worden gehouden om betrokkenheid en zicht op de praktijk te vergroten.”
“Asielopvang mag alleen plaatsvinden op locaties waar voldoende draagvlak is bij de bevolking, zodat de samenleving betrokken en ondersteund blijft.”
BBB is uitgesproken kritisch over de uitbreiding van windenergie en pleit voor een pauze op nieuwe projecten, in tegenstelling tot D66 en Volt die juist sterk inzetten op duurzame energie en klimaatmaatregelen.
“Er komt een pas op de plaats bij uitbreiding van wind op land en op zee. Alleen op 1 november 2025 volledig vergunde projecten worden gerealiseerd. Voor windturbines op land geldt een afstandsnorm van minimaal 4x de tiphoogte, een gezondheidstoets, een eerlijk participatieproces en naleving van het voorzorgsbeginsel.”
“Klimaatbeleid moet geen religie worden, maar een nuchtere beleidsopgave waarin haalbaarheid, draagvlak en de balans met andere publieke doelen voorop staan.”
BBB kiest voor het beschermen van regionale tradities, sectoren als landbouw en visserij, en een overheid die zich terughoudend opstelt. Dit contrasteert met de meer progressieve, hervormingsgerichte koers van D66 en Volt.
“Het is belangrijk om de glastuinbouw-, visserij- en bollensector te behouden. Deze dragen bij aan de economische vitaliteit (inclusief export), werkgelegenheid en toerisme in de regio.”
“De overheid past bescheidenheid. Niet als zwaktebod, maar vanuit het besef dat de overheid op zichzelf niet bestaat zij is samengesteld uit belangen, ambtenaren en politieke overtuigingen.”
“Wij geloven in de kracht van gemeenschappen van mensen.”
De SP positioneert zich als een uitgesproken sociaal-linkse partij die zich afzet tegen het politieke midden en de sociaalliberale koers van partijen als D66 en Volt. De partij pleit voor radicale herverdeling van welvaart, sterke publieke voorzieningen, en verzet zich tegen militarisering en neoliberale EU-integratie. Belangrijkste voorstellen zijn gratis openbaar vervoer, nationalisatie van energie, hogere belastingen voor de rijken, en een sociale unie in Europa.
De SP kiest voor een veel sterkere herverdeling van welvaart dan D66 en Volt, met expliciete lastenverzwaring voor de allerrijksten en verlaging van lasten voor werkenden. Dit is een fundamenteel verschil met de sociaalliberale koers van D66 en Volt, die minder ver gaan in herverdeling.
“We verhogen de belasting voor het inkomen uit kapitaal naar het niveau van de inkomstenbelasting, voeren we een miljonairsbelasting in voor vermogens boven 5 miljoen euro en stoppen we met subsidies voor miljardairs.”
“Hiermee vragen we meer van de allerrijksten en zo kunnen we de plannen voor vooruitgang betalen, publieke voorzieningen versterken, de lonen verhogen en de inkomstenbelasting verlagen.”
De SP wil essentiële voorzieningen als energie en openbaar vervoer volledig in publieke handen brengen en gratis maken, in tegenstelling tot D66 en Volt die marktwerking en privatisering (deels) accepteren.
“De SP nationaliseert de energievoorzieningen en maakt ze daarmee weer betaalbaar én duurzaam, met publieke zeggenschap en solidariteit als uitgangspunt.”
“Gratis openbaar vervoer, toegankelijk voor iedereen. We maken ons hard voor openbaar vervoer dat niemand uitsluit door de omvang van hun portemonnee.”
De SP is fel tegen de huidige neoliberale koers van de EU en pleit voor een sociale unie met meer nationale zeggenschap, terwijl D66 en Volt juist voorstander zijn van verdere Europese integratie en centralisatie.
“De EU is van een Europees vredesproject verworden tot een neoliberaal instrument van het bedrijfsleven. De SP wil af van een Europa dat werkt voor het kapitaal en naar een sociale unie.”
“Europa mag lidstaten niet langer verplichten hun publieke voorzieningen in de uitverkoop te doen. Lidstaten moeten weer de mogelijkheid krijgen zaken als openbaar vervoer, gezondheidszorg en energie zelf en democratisch te organiseren.”
De SP verzet zich expliciet tegen de forse verhoging van defensie-uitgaven (de 'Trumpnorm'), waar D66 en Volt zich wel achter scharen.
“Dat vraagt om een stop op de steeds verdergaande militarisering en wapenwedloop. Partijleiders van Timmermans tot en met Wilders hebben zich gecommitteerd aan de Trumpnorm van vijf procent. Het gaat hierbij om het astronomische bedrag van 35 miljard euro per jaar extra.”
“Dit leidt nu al en zal nog meer leiden tot bezuinigingen op onze zorg, onderwijs en sociale zekerheid.”
De VVD positioneert zich als een centrum-rechtse partij die sterk inzet op het belonen van werkenden, het beperken van herverdeling via belastingen en het terugdringen van overheidsregulering. Hun belangrijkste voorstellen zijn het verlagen van lasten voor de middenklasse, het verminderen van regels op de woningmarkt, en het beperken van sociale zekerheid en zorguitgaven ten gunste van investeringen in veiligheid en economische groei. In vergelijking met D66 en Volt kiest de VVD duidelijk voor minder nivellering, meer marktwerking en een kleinere, efficiëntere overheid.
De VVD vindt dat werkenden te weinig profiteren van hun inspanningen door een te grote nadruk op herverdeling en nivellering. Ze willen de lasten voor de middenklasse verlagen en zorgen dat werken altijd meer loont dan niet werken. Dit onderscheidt zich van D66 en Volt, die doorgaans meer inzetten op herverdeling en sociale gelijkheid.
“De VVD perkt de Haagse herverdelingsmachine in. We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“We leggen in een Koopkrachtwet vast dat werkenden er ieder jaar in koopkracht méér op vooruit moeten gaan dan niet-werkenden.”
De VVD wil de woningmarkt losser maken door minder regels, centrale regie en meer marktwerking, zodat werkenden makkelijker een huis kunnen kopen. Dit staat tegenover de meer regulerende en sociale benadering van D66 en Volt.
“We gaan flink schrappen in bouwregels en nemen maatregelen die de betaalbaarheid van koop- én huurhuizen vergroten. De rem op bouwen, transformeren en herbestemmen moet eraf. Dat vraagt om centrale regie.”
“Regels, procedures en bezwaren zullen linksom of rechtsom moeten wijken. We gaan splitsen, optoppen, transformeren en vooral: bouwen, bouwen, bouwen.”
De VVD kiest ervoor om minder uit te geven aan sociale zekerheid en zorg, en meer te investeren in veiligheid en economische groei. Dit is een duidelijk verschil met D66 en Volt, die doorgaans meer prioriteit geven aan sociale voorzieningen.
“We maken geld vrij om de economie flink te laten groeien, zodat we ook in de toekomst een welvarend land zijn. Om dat te kunnen betalen, kiest de VVD voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen.”
“De VVD kiest voor investeren in onze veiligheid, van je eigen straat tot op mondiaal niveau. Dat betekent wel dat we keuzes zullen moeten maken in de zorg en de sociale zekerheid, zoals een kleiner basispakket, meer eigen bijdragen, een efficiënter zorgstelsel en een veel meer activerende sociale zekerheid.”
De VVD ziet een groeiende overheid en toenemende herverdeling als een bedreiging voor de middenklasse en het draagvlak voor de verzorgingsstaat. Ze willen de overheid kleiner en efficiënter maken, wat contrasteert met de doorgaans meer pro-overheidshouding van D66 en Volt.
“De eerste keuze die we moeten maken is het afrekenen met het systeem waarin een groeiende overheid de middenklasse verstikt met belastingen en regels. Dit noemen wij de Haagse herverdelingsmachine.”
“Nederland staat voor een urgente en fundamentele keuze. Tussen een verder uitdijende overheid of een kleine en sterke overheid met een hart en die uitgaat van vertrouwen.”
Volt onderscheidt zich van D66 door een uitgesproken focus op radicale democratische vernieuwing, Europese integratie en het versterken van burgerparticipatie. De partij pleit voor innovatieve maatregelen zoals een jongerenberaad, digitale stemmogelijkheden en een federaal Europa, en wil bestaande politieke structuren fundamenteel hervormen. Volt presenteert zich als de partij voor kiezers die méér willen dan de gevestigde progressieve koers van D66 en kiezen voor diepgaande, structurele vernieuwing.
Volt wil jongeren structureel meer invloed geven op de politiek, onder andere door het stemrecht te verlagen naar 16 jaar en een Derde Kamer (jongerenberaad) in te voeren. Dit is een radicaler voorstel dan D66, dat wel voor meer jongerenparticipatie is, maar niet deze concrete stappen voorstelt.
“De generatie die het dichtst bij die toekomst staat, moet gehoord worden. Daarom verlagen we de leeftijd dat je mag stemmen naar zestien jaar. We voeren een Derde Kamer in: een jongerenberaad dat wetten beoordeelt en de politiek adviseert.”
Volt wil de toegankelijkheid van verkiezingen vergroten door te experimenteren met digitaal stemmen voor Nederlanders in het buitenland. Dit is concreter en innovatiever dan het standpunt van D66, dat vooral inzet op het verbeteren van bestaande stemprocedures.
“Daarom pleit Volt voor een kleinschalige pilot met digitaal stemmen voor een gecontroleerde groep Nederlanders in het buitenland. Deze pilot onderzoekt de technische haalbaarheid, veiligheid en toegankelijkheid van digitaal stemmen.”
Volt kiest expliciet voor een federaal Europa, het afschaffen van het vetorecht en het schrijven van een Europese grondwet. D66 is pro-Europees, maar Volt gaat hierin verder en concreter.
“Volt strijdt in Nederland voor een sterk, democratisch, federaal Europa. We roepen het kabinet op om met andere lidstaten een Europese grondwet te schrijven om de fundamenten te leggen van een nieuw Europa.”
“De EU moet vooruit kunnen, ook als één lidstaat dwarsligt. Volt gaat het vetorecht (ook wel: het unanimiteitsvereiste) afschaffen.”
Volt wil de politiek fundamenteel hervormen door dubbelfuncties te verbieden en te experimenteren met nieuwe regeringsmodellen die machtsspel en versnippering tegengaan. Dit is een diepgaandere hervormingsagenda dan D66, dat vooral inzet op bestuurlijke verbeteringen binnen het bestaande systeem.
“Er komt een verbod op dubbelfuncties in de politiek. Op dit moment is het mogelijk om tegelijkertijd gemeenteraadslid, Provinciale Statenlid én Tweede Kamerlid te zijn. Volt vindt dat dit verboden moet worden.”
“Volt pleit ervoor dat er tijdens de volgende regeerperiode een breed en goed onderbouwd onderzoek komt naar een nieuw regeringsmodel. Dit model moet strategisch machtsspel verminderen, samenwerking versterken, politieke versnippering bestuurbaar maken, verantwoordelijkheid eerlijk verdelen en burgers actief betrekken als de politiek vastloopt.”
Volt wil burgerberaden structureel inzetten en is tegen een bindend correctief referendum, in tegenstelling tot D66 dat juist voorstander is van het referendum. Volt gelooft meer in participatie vooraf dan in correctie achteraf.
“Volt is tegen een bindend correctief referendum, waarmee nieuwe wetten achteraf kunnen worden teruggedraaid. Wij vinden dat je zorgvuldig ingevoerde wetgeving niet kunt vervangen door een ja/nee-vraag.”
“Volt vindt het belangrijk dat inwoners al vroeg in het wetgevingsproces kunnen meepraten met de overheid en zo hun inbreng en steun kunnen geven aan nieuwe wetten.”
FVD positioneert zich als radicaal alternatief voor partijen als D66 en Volt, met een sterke nadruk op nationale soevereiniteit, afwijzing van klimaatbeleid, en directe democratie. De partij verwerpt Europese integratie, klimaatmaatregelen en progressieve sociale agenda’s, en pleit voor bindende referenda, minder immigratie, en het schrappen van internationale verdragen. FVD’s visie is nationalistisch, anti-globalistisch en anti-EU, wat haaks staat op de pro-Europese, progressieve koers van D66 en Volt.
FVD wil dat Nederland loskomt van Europese regelgeving en internationale verdragen, in tegenstelling tot D66 en Volt die juist voor Europese samenwerking en integratie zijn. Dit standpunt raakt de kern van het verschil: FVD is tegen verdere EU-integratie en wil nationale wetgeving altijd boven internationale afspraken stellen.
FVD verwerpt het bestaan van een klimaatprobleem en wil alle klimaatmaatregelen terugdraaien, terwijl D66 en Volt juist voorop lopen in klimaatbeleid en verduurzaming. Dit is een fundamenteel verschil voor kiezers die klimaat belangrijk vinden.
“Forum voor Democratie gelooft niet in het klimaatprobleem en ziet geen reden om gebruik van fossiele brandstoffen uit te faseren. Daarom stoppen we met de kostbare klimaatplannen. We trekken de Klimaatwet in en zeggen het Parijsakkoord op.”
“We schrappen alle klimaatregels, beëindigen het aardgasverbod en heropenen moderne kolen- en gascentrales.”
FVD wil directe democratie invoeren met bindende referenda en direct gekozen burgemeesters, wat veel verder gaat dan de voorstellen van D66 en Volt op dit vlak. Dit standpunt benadrukt hun wens om de macht bij de burger te leggen en het ‘partijkartel’ te doorbreken.
“We voeren bindende referenda in naar Zwitsers model, zodat burgers direct zélf kunnen beslissen over belangrijke kwesties. Burgemeesters en andere publieke functionarissen worden niet langer aangesteld, maar rechtstreeks gekozen door de bevolking.”
“Bindende referenda naar Zwitsers model. We voeren bindende referenda in, zodat burgers zich rechtstreeks kunnen uitspreken over belangrijke politieke besluiten.”
FVD wil immigratie sterk beperken en zelfs inzetten op remigratie, terwijl D66 en Volt juist pleiten voor een open, inclusieve samenleving. Dit is een scherp onderscheidend punt voor kiezers die migratie belangrijk vinden.
“We willen stoppen met de massale immigratie en remigratie tot stand brengen zodat ons volk ook in de komende tientallen, honderden jaren als zodanig kan blijven bestaan.”
GroenLinks-PvdA positioneert zich als een uitgesproken linkse, progressieve partij die inzet op solidariteit, sociale rechtvaardigheid en een sterke, groene overheid. Hun programma benadrukt het belang van investeren in publieke voorzieningen, het eerlijk verdelen van welvaart, en het versterken van de democratische rechtsstaat. In vergelijking met D66 en Volt ligt de nadruk bij GroenLinks-PvdA sterker op herverdeling, solidariteit en het collectief aanpakken van ongelijkheid en klimaatverandering.
GroenLinks-PvdA kiest expliciet voor het versterken van de verzorgingsstaat, het eerlijker belasten van vermogen en het investeren in publieke voorzieningen, in tegenstelling tot marktwerking en individualisme. Dit onderscheidt hen van partijen die meer nadruk leggen op marktwerking of individuele verantwoordelijkheid, zoals D66, en van Volt dat vaak Europees en technocratisch inzet.
“Opeenvolgende kabinetten kozen voor marktwerking in plaats van solidariteit. Als je de samenleving inricht als markt, komen niet mensen maar de winst centraal te staan. De voordelen kwamen terecht bij bedrijven en mensen met veel vermogen, terwijl de kwaliteit van onze voorzieningen en van onze natuur gestaag afnam.”
“We kiezen ervoor om de komende jaren te investeren in onze publieke voorzieningen, economie, infrastructuur en veiligheid. Op lange termijn heeft Nederland er baat bij dat we die investeringen nu doen en niet uitstellen.”
“Ons uitgangspunt is daarbij altijd helder geweest: we vragen de sterkste schouders de zwaarste lasten te dragen.”
De partij legt nadruk op het versterken van de democratische rechtsstaat, het beschermen van de vrije pers, en het vergroten van jongerenparticipatie in de politiek. Dit is relevant voor kiezers die twijfelen tussen D66 (liberaal-progressief, met focus op democratische vernieuwing) en Volt (Europees, met aandacht voor burgerrechten), maar GroenLinks-PvdA legt het accent op inclusiviteit en bescherming tegen extremen.
“We versterken onze democratische rechtsstaat en kiezen voor een sterke rechtspraak, vrije pers en stevige democratische controle.”
“We willen jongeren veel meer dan nu betrekken bij de politieke besluitvorming. We verlagen de kiesgerechtigde leeftijd naar 16 jaar en we rollen een campagne uit om de opkomst onder jongeren te verhogen.”
GroenLinks-PvdA kiest voor een harde aanpak van klimaatverandering door het stoppen van fossiele subsidies en het stimuleren van een groene industrie, waarbij iedereen moet kunnen meedoen. Dit onderscheidt zich van D66 (die ook ambitieus is, maar minder expliciet over het beëindigen van fossiele subsidies) en Volt (die vooral Europees inzet).
“We stoppen subsidies op fossiele brandstoffen en vervuilers gaan de prijs betalen voor hun uitstoot.”
“Wij kiezen voor bedrijven die toekomst hebben in Nederland. Ruimte, personeel, energie, netcapaciteit en grondstoffen zijn namelijk schaars en de wereld verandert snel. Daarom helpen we bedrijven die passen in de schone en eerlijke economie van de toekomst, samen met Europese bondgenoten.”
De SGP neemt geen direct standpunt in over de keuze tussen D66 en Volt, maar positioneert zich als een uitgesproken christelijke partij met een conservatieve visie op samenleving, gezin, migratie en Europa. Hun programma benadrukt klassieke gezinswaarden, beperking van migratie, behoud van nationale soevereiniteit en een kritische houding tegenover Europese integratie. Dit contrasteert sterk met de progressieve, seculiere en pro-Europese koers van D66 en Volt.
De SGP is kritisch over verdere Europese integratie en pleit voor het behoud van nationale zeggenschap, in tegenstelling tot de pro-Europese houding van D66 en Volt. Dit standpunt raakt direct aan de kern van het verschil tussen deze partijen.
“Krachtig wereldwijd, kritisch Europees”
De SGP wil duidelijke grenzen aan migratie en stelt strengere eisen aan integratie, waarbij cultuur en religie een grotere rol moeten spelen. Dit staat haaks op de meer open en inclusieve benadering van D66 en Volt.
De SGP benadrukt het belang van het klassieke gezin, het huwelijk en bescherming van ongeboren leven, wat sterk verschilt van de liberale en progressieve gezins- en ethische standpunten van D66 en Volt.
“Een samenleving begint bij een stabiel gezin en een veilige thuissituatie. We maken ons hard voor het klassieke huwelijk, gezinswaarden en een financieel gezond bestaan voor elk huishouden.”
“Daarom zetten we ons in voor bescherming van het ongeboren leven, ouderen en ieder mens die aandacht en ondersteuning nodig heeft.”
De SGP baseert haar beleid expliciet op christelijke waarden en de Bijbel, wat een fundamenteel verschil is met de seculiere uitgangspunten van D66 en Volt.
De ChristenUnie positioneert zich als een partij die duidelijke morele grenzen stelt, inzet op sociale rechtvaardigheid en een dienstbare overheid, en kritisch is op ongebreidelde individuele vrijheid. In tegenstelling tot D66 en Volt, die beide sterk seculier en liberaal zijn, benadrukt de ChristenUnie haar christelijke waarden, pleit ze voor het stellen van maatschappelijke normen, en is ze terughoudender over Europese integratie en vrijheidsbeleid. De partij kiest voor structurele oplossingen, bescherming van kwetsbaren en een samenleving waarin niet alles draait om individuele autonomie.
De ChristenUnie verwerpt het idee dat maximale individuele vrijheid altijd leidt tot het beste resultaat voor de samenleving, en pleit voor duidelijke maatschappelijke normen. Dit onderscheidt zich van D66 en Volt, die doorgaans meer nadruk leggen op individuele keuzevrijheid en liberalisering.
“Dat de mens zelf het beste weet wat goed voor hem is, zichzelf altijd in de hand heeft en in vrijheid de juiste keuzes maakt, is een mythe.”
“De ChristenUnie staat voor een werkelijk vrij leven en strijdt daarom tegen deze schaduwkanten van ongebreidelde vrijheid. De overheid moet duidelijke normen stellen omdat het bijdraagt aan een veilig land en gezonde jongeren.”
De ChristenUnie is terughoudender over uitbreiding en verdieping van de Europese Unie dan Volt (en in mindere mate D66), en stelt strengere voorwaarden aan toetreding en samenwerking.
“Nieuwe landen die toetreden tot de Europese Unie voldoen aan de eisen die bij onze waardengemeenschap horen... Als op basis van die criteria toetreding in de nabije toekomst niet in de rede ligt, is de Europese Unie daar helder over en zoekt ze naar andere betekenisvolle vormen van samenwerking. De toetredingsonderhandelingen met Turkije worden gestaakt.”
De ChristenUnie benadrukt het belang van een overheid die kwetsbaren beschermt en niet alleen uitgaat van individuele verantwoordelijkheid, wat contrasteert met het meer liberale mensbeeld van D66 en Volt.
“Een overheid die aanpakt, integer en rechtvaardig. Die het kwetsbare beschermt, maar niet meer ruimte inneemt dan nodig is.”
“Omdat we geloven dat elk mens telt. En politiek weer hoopvol kan zijn. Daarom staan we op voor ouders en kinderen die vastlopen in systemen die hen juist zouden moeten beschermen.”
De ChristenUnie kiest expliciet voor integrale, structurele oplossingen en wijst kortetermijndenken af, waar D66 en Volt soms pragmatischer of technocratischer opereren.
“De ChristenUnie kiest voor structurele oplossingen op basis van een integrale aanpak in plaats van kortetermijnpolitiek.”
Het CDA positioneert zich als een partij die inzet op een fatsoenlijk, samenbindend Nederland met nadruk op verantwoordelijkheid, gemeenschapszin en vertrouwen in mensen. In tegenstelling tot D66 en Volt, die beide sterk inzetten op individuele vrijheden, Europese integratie en progressieve hervormingen, legt het CDA de nadruk op het belang van tradities, sociale cohesie en een terughoudende, betrouwbare overheid. Concrete voorstellen zijn onder meer het afschaffen van de kostendelersnorm, het versterken van verenigingen en mantelzorg, en het beschermen van de vrijheid van onderwijs.
Het CDA kiest expliciet voor het belang van de gemeenschap boven het individuele belang, en wil beleid voeren dat saamhorigheid en onderlinge verantwoordelijkheid stimuleert. Dit onderscheidt zich van D66 en Volt, die meer nadruk leggen op individuele rechten en zelfontplooiing.
“Het CDA kiest voor de samenleving. Zonder het ‘wij’ van de gemeenschap kan het ‘ik’ niet bestaan. Wij kiezen voor al die mensen die ons land mooier maken, die gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen voor hun buurt, school of natuur.”
“We willen meer aandacht en minder regels voor de zachte krachten: verenigingen, vrijwilligers en mantelzorgers. Met een dienstplicht en stevige inburgering zorgen we dat iedereen meedoet. We versterken onze democratie en koesteren tradities.”
Het CDA wil de regeldruk verminderen en meer vertrouwen geven aan burgers, vrijwilligers en maatschappelijke organisaties. Dit is een andere benadering dan Volt en D66, die vaak kiezen voor meer centrale sturing en regelgeving op thema’s als klimaat en onderwijs.
“We stoppen met de gedachte dat meer regels altijd leiden tot het maken van minder fouten. Onevenredige verantwoordingsdruk zorgt voor maatschappelijke schade, tast de beroepseer van mensen aan en dooft het plezier van vrijwilligers uit. Het CDA vertrouwt op vitale verenigingen.”
Het CDA verdedigt actief de vrijheid van onderwijs en het recht van ouders om te kiezen voor een school die past bij hun overtuiging, mits de kwaliteit gewaarborgd blijft. Dit is een duidelijk verschil met Volt (en deels D66), die kritisch zijn op bijzonder onderwijs en meer nadruk leggen op seculiere, uniforme standaarden.
“Het CDA staat pal voor de vrijheid van onderwijs. Dankzij dit grondrecht hebben ouders de mogelijkheid een school te kiezen die past bij hun overtuiging en opvattingen mits dat niet ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs als voorbereiding op het samenleven in een democratische rechtsstaat.”
Het CDA wil de kostendelersnorm in de Participatiewet afschaffen en mantelzorgers meer ondersteunen, wat aansluit bij hun visie op een zorgzame samenleving. Dit is een concreet sociaal-economisch verschil met D66 en Volt, die andere accenten leggen in hun sociale beleid.
“We schaffen de kostendelersnorm in de Participatiewet af, zodat volwassenen zonder boete een huis kunnen delen. Mantelzorgwoningen mogen vergunningsvrij op eigen erf worden gebouwd. Mantelzorgers krijgen meer respijtzorg, zoals logeeropvang, zodat zij de zorg voor hun geliefden kunnen volhouden.”
DENK positioneert zich als pragmatische voorstander van Europese samenwerking, maar hecht sterk aan nationale soevereiniteit en parlementaire controle binnen de EU. In tegenstelling tot D66 en Volt, die beiden uitgesproken pro-Europees zijn, pleit DENK voor hervorming van de EU, meer nationale zeggenschap en is tegen een Europees leger. DENK onderscheidt zich door een kritische, behoudende houding ten opzichte van verdere Europese integratie.
DENK wil Europese samenwerking waar nodig, maar benadrukt het belang van nationale controle en soevereiniteit, in tegenstelling tot de meer federalistische en integratiegerichte benadering van D66 en Volt. Dit standpunt is relevant voor kiezers die twijfelen tussen partijen met een uitgesproken pro-EU profiel.
“Wij hechten aan het borgen van inspraak van ons nationale parlement bij EU regelgeving en hechten aan het behouden van onze soevereine zeggenschap over hoe ons land wordt bestuurd.”
“Wij zijn voor een hervorming van de EU waarbij het democratische gehalte van de EU wordt vergroot en er op het gebied van de rechtsstaat strenger gehandhaafd wordt op de vraag of landen binnen de EU zich gedragen conform de afspraken.”
Waar D66 en Volt beide voorstander zijn van meer Europese defensiesamenwerking en Volt zelfs pleit voor een Europees leger, is DENK hier expliciet tegen. DENK wil dat Nederland altijd zelf beslist over inzet van militairen.
“Wij zijn een voorstander van Europese defensiesamenwerking, maar geen voorstander van een Europees leger. Wij moeten altijd zelf blijven bepalen of onze militairen worden ingezet.”