JA21 noemt nergens expliciet een heffing op plastic in haar verkiezingsprogramma. De partij spreekt zich in algemene zin uit tegen nationale belastingen en heffingen die verder gaan dan Europese regels, en tegen belastingen als gedragssturing voor duurzaamheid. Concrete voorstellen over een specifieke plasticheffing ontbreken volledig.
JA21 is tegen het invoeren van nationale milieubelastingen of heffingen die verder gaan dan Europese afspraken, waaronder ook een mogelijke heffing op plastic zou vallen. De partij wil bestaande nationale heffingen afschaffen en geen nieuwe invoeren, omdat zij vindt dat dit de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven schaadt en symboolbeleid is.
“We introduceren geen nationale CO2-heffingen bovenop Europese regels en we schaffen bestaande nationale CO2-heffingen af.”
“Geen belastingen als pressiemiddel om Nederlanders een andere, ‘duurzamere’ levensstijl op te dringen.”
“Bovenop Europese regels introduceren we geen nationale klimaatheffingen of andere klimaatregelgeving.”
JA21 ondersteunt duurzaamheid en circulaire economie alleen als het economisch rendabel is, en wijst symboolmaatregelen af. Dit impliceert dat de partij niet voorstander is van een heffing op plastic als instrument om duurzaamheid af te dwingen.
BBB is tegen de Europese heffing op plastic (de zogenaamde plastictaks) en wil deze afschaffen. De partij ziet de plastictaks als een ongewenste Europese belasting die Nederlandse bedrijven onnodig belast en pleit voor het behoud van nationale zeggenschap over belastingen. BBB is daarnaast kritisch op EU-regelgeving rond plastic en pleit voor minder administratieve lasten en meer uitvoerbaarheid.
BBB verzet zich expliciet tegen de Europese plastictaks en het idee dat de EU eigen belastingen mag heffen. De partij vindt dat belastingheffing een nationale bevoegdheid moet blijven en ziet de plastictaks als een ongewenste uitbreiding van Europese middelen. BBB koppelt dit aan een bredere kritiek op Brusselse regelgeving die volgens hen leidt tot onnodige lasten voor Nederlandse bedrijven.
“BBB is tegen de ingevoerde Europese plastictaks en tegen het voorstel voor een Europese belasting op financiële transacties.”
“Het heffen van belastingen door de Europese Unie is onder de huidige Europese verdragen niet toegestaan. Dit is een nationale bevoegdheid en dat moet zo blijven.”
BBB wil een rem op verstikkende en onuitvoerbare EU-regelgeving, waaronder expliciet de plastic tax. De partij vindt dat deze regels leiden tot onnodige administratieve lasten en pleit voor meer eenvoud en uitvoerbaarheid.
“BBB wil een rem op de verstikkende en onuitvoerbare EU richtlijnen ten aanzien van verduurzaming (zoals bijhouden van CO2 administratie en plastic tax) en andere regelgeving.”
D66 benoemt het belang van verduurzaming in de plastics-sector en wil producenten verantwoordelijk maken voor de hele levenscyclus van hun producten, inclusief afvalbeheer. Er wordt echter géén expliciet voorstel gedaan voor een specifieke heffing op plastic; het programma focust op circulaire doelen, innovatie en producentenverantwoordelijkheid, niet op directe belastingen of heffingen op plasticgebruik.
D66 wil dat producenten verantwoordelijk blijven voor hun producten, van introductie tot recycling, om zo innovatie en verduurzaming in de plastics-sector te stimuleren. Dit moet leiden tot minder verspilling en meer hergebruik, maar er wordt geen directe heffing of belasting op plastic voorgesteld.
“Producenten blijven verantwoordelijk voor hun producten, van introductie en verkoop tot hergebruik of recycling aan het einde van de levensduur.”
“We zorgen dat producenten verantwoordelijk zijn voor het afvalbeheer van de producten die ze in Nederland verkopen.”
“We maken per sector circulaire doelen, zoals voor de bouw, textiel, plastics en metalen. Daarmee stimuleren we innovatie, zorgen we dat iedereen bijdraagt en dat sectoren gericht kunnen verduurzamen.”
GroenLinks-PvdA wil plasticvervuiling krachtig terugdringen door het gebruik van nieuw plastic tot een minimum te beperken en producenten te verplichten meer gerecyclede grondstoffen te gebruiken. Ze kiezen voor normering, stimulering van alternatieven en het verbieden van onnodige en moeilijk te recyclen plastics, maar noemen géén expliciete heffing op plastic. De partij zet vooral in op regelgeving en stimulansen, niet op een directe belasting of heffing op plastic.
GroenLinks-PvdA wil plasticvervuiling tegengaan door het gebruik van nieuw plastic sterk te verminderen en producenten te verplichten tot meer recycling en circulair ontwerp. Het doel is om schadelijke effecten op natuur, gezondheid en leefomgeving te voorkomen. Dit gebeurt via normering en stimulering van alternatieven, niet via een expliciete heffing.
“Het gebruik van nieuw plastic wordt tot een minimum beperkt. We stoppen met onnodige, schadelijke en moeilijk te recyclen verpakkingen en wegwerpplastics. Biologisch afbreekbare alternatieven worden gestimuleerd.”
“Producenten worden verplicht om producten zo vorm te geven dat ze makkelijk gerecycled of hergebruikt kunnen worden.”
“Fabrikanten en importeurs [worden verplicht] om een oplopend percentage gerecyclede grondstoffen te gebruiken in nieuwe producten.”
De Partij voor de Dieren wil plasticvervuiling krachtig aanpakken door het invoeren van een heffing op nieuw fossiel plastic en het duurder maken van niet-gerecycled plastic. Hun beleid richt zich op het ontmoedigen van de productie van nieuw plastic en het stimuleren van hergebruik en recycling, zodat de milieuschade van plastic wordt teruggedrongen en producenten verantwoordelijk worden gehouden.
De PvdD stelt een specifieke belasting voor op de productie van nieuw fossiel plastic om de groeiende plasticvervuiling te stoppen en producenten te stimuleren om over te stappen op gerecycled materiaal. Dit is een directe financiële prikkel om de productie van nieuw plastic te verminderen.
Naast een plastictaks wil de PvdD de belastingstructuur zo aanpassen dat gerecyclede grondstoffen, waaronder plastic, goedkoper worden dan nieuw geproduceerde grondstoffen. Dit moet de markt voor gerecycled plastic versterken en het gebruik van nieuw plastic verder ontmoedigen.
“Door de belasting aan te passen maken we gerecyclede grondstoffen goedkoper dan grondstoffen die voor het eerst gewonnen zijn. Denk bijvoorbeeld aan staal, glas en plastic, die vaak te recyclen zijn.”
De SP is kritisch over financiële prikkels zoals een heffing op plastic en pleit in plaats daarvan voor directe verboden en het drastisch verminderen van plasticgebruik. Ze willen vervuiling bij de bron aanpakken door het gebruik van plastic en microplastics te verbieden en bedrijven te dwingen plasticgebruik af te bouwen, in plaats van te kiezen voor een plastictaks die volgens hen vooral de werkende klasse raakt.
De SP verwerpt het idee van een plastictaks of heffing op plastic, omdat dit volgens hen niet effectief is om de grootste vervuilers aan te pakken en vooral de werkende klasse zou belasten. Ze pleiten voor klimaatrechtvaardigheid en willen dat klimaatbeleid niet leidt tot tweedeling.
“Verhoging van de belastingen, zoals een plastictaks of een vliegtaks, worden niet gevoeld door mensen met een hoog inkomen of veel vermogen die relatief veel uitstoot veroorzaken. Hoge prijzen maken het leven wel onbetaalbaar voor de werkende klasse, de grote meerderheid van Nederland die afhankelijk is van hun inkomen uit arbeid, uitkering, of pensioen. Tweedeling door klimaatbeleid staan wij niet toe.”
In plaats van een heffing, kiest de SP voor directe maatregelen zoals een verbod op microplastics, het drastisch verminderen van plastic verpakkingen en het dwingen van industrieën om plasticgebruik af te bouwen. Hiermee willen ze vervuiling bij de bron aanpakken en de leefomgeving beschermen.
“Daarom maken we een einde aan het gebruik van microplastics en komt er per direct een verbod op het uitstoten van PFAS. We dwingen vervuilende industrieën om het gebruik van plastic af te bouwen.”
“Overbodige verpakkingen worden verboden en plastic verpakkingen drastisch verminderd.”
Volt pleit niet expliciet voor een aparte heffing op plastic, maar wil het prijsverschil tussen gerecycled en nieuw (virgin) plastic overbruggen via subsidies en het internaliseren van milieu- en sociale kosten in productprijzen. Hun focus ligt op het stimuleren van circulaire alternatieven en het zwaarder belasten van vervuilende producten, zodat duurzame keuzes aantrekkelijker worden voor consumenten en bedrijven.
Volt kiest ervoor om het prijsverschil tussen gerecycled plastic en virgin plastic te verkleinen met subsidies, in plaats van een directe heffing op plastic. Hiermee willen ze circulaire koplopers ondersteunen en voorkomen dat innovatieve bedrijven verdwijnen voordat ze kunnen opschalen. Het doel is een gelijker speelveld tussen duurzame en vervuilende alternatieven.
“Deze subsidie overbrugt het prijsverschil tussen circulaire en vervuilende alternatieven, zoals gerecycled plastic versus virgin plastic, in een economie die nu nog gericht is op lineaire productie.”
Volt wil de milieu- en sociale impact van producten, waaronder plastic, strenger meenemen in de prijsstelling. Dit moet consumenten verleiden tot duurzamere keuzes en bedrijven stimuleren om hun producten duurzamer te maken. De opbrengsten hiervan worden gebruikt om duurzame producten goedkoper te maken.
“We rekenen de milieu- en sociale impact van producten strenger mee in de prijzen van producten. Zo verleiden we consumenten duurzame producten te kopen en stimuleren we bedrijven om hun producten duurzamer te maken. Met de opbrengsten hiervan maken we duurzame producten goedkoper.”
Volt wil op Europees niveau categorieën voor recyclebare stoffen definiëren en transparantie over de samenstelling van producten verplichten. Dit moet recycling en hergebruik van materialen, waaronder plastic, bevorderen, maar is geen directe heffing.
“We willen toe naar goed recyclebare producten. Dat betekent dat we op Europees niveau willen werken aan het definiëren van categorieën voor recyclebare stoffen. Op producten die in de EU verkocht worden moet te zien zijn uit welke categorieën recyclebare stoffen ze bestaan en hoe deze categorieën moeten worden gescheiden aan het einde van de levenscyclus van een product.”
50PLUS pleit niet voor een specifieke heffing op plastic, maar wil een harde aanpak van zwerfafval en plastic, vooral via handhaving en verantwoordelijkheid bij overheden en overlastgevers. Zij zijn tegen nationale extra regels of belastingen bovenop Europese afspraken en kiezen voor een gezamenlijke Europese aanpak van milieuproblemen. Concrete voorstellen voor een aparte heffing op plastic ontbreken in het programma.
50PLUS verwerpt nationale extra regels of belastingen op plastic en kiest voor een Europese aanpak, maar wil wel streng optreden tegen zwerfafval en plasticoverlast. De partij ziet effectiviteit vooral in gezamenlijke Europese maatregelen en handhaving, niet in nationale heffingen of extra regelgeving.
De ChristenUnie wil het gebruik van nieuw (virgin) plastic financieel ontmoedigen door een heffing, zodat hergebruik aantrekkelijker wordt. Daarnaast pleiten ze voor een bredere belasting op vervuilende verpakkingen om duurzamere productie te stimuleren. Hun visie is dat de vervuiler betaalt en dat financiële prikkels nodig zijn om de circulaire economie te versnellen en plasticvervuiling tegen te gaan.
De ChristenUnie stelt een heffing voor op het gebruik van nieuw (virgin) plastic, met als doel het hergebruik van plastic te stimuleren en de circulaire economie te bevorderen. Hiermee willen ze producenten financieel prikkelen om minder nieuw plastic te gebruiken en meer in te zetten op gerecycled materiaal.
“Er komt een heffing op het gebruik van nieuw plastic (virgin plastic), zodat hergebruik van plastic lonend wordt.”
Naast de specifieke heffing op nieuw plastic, wil de ChristenUnie een bredere belasting op vervuilende verpakkingen invoeren. Dit moet duurzame productie belonen en producenten aanzetten tot het gebruik van milieuvriendelijkere alternatieven.
“We belonen duurzamere productie door het invoeren van een belasting op vervuilende verpakkingen.”
NSC wil plasticgebruik en plastic afval verder terugdringen door zowel normering als financiële prikkels. Ze steunen bestaande en nieuwe heffingen op wegwerpplastic en pleiten in Europees verband voor het beprijzen van primair grondstoffenverbruik door de industrie, naast het verplicht gebruik van gerecycled materiaal. De partij ziet heffingen als onderdeel van een bredere aanpak om de circulaire economie te stimuleren en milieuschade te beperken.
NSC erkent de rol van bestaande plasticbelastingen op wegwerpbekers en -bakjes en wil deze betrekken bij een aangescherpt plan om plastic afval verder terug te dringen. Ze zien de heffing als een nuttig instrument, maar willen de effecten ervan kritisch blijven volgen en waar nodig aanscherpen.
“We willen een aangescherpt plan van aanpak om plastic afval verder terug te dringen. Hierbij kijken we naar de basisgrondstof voor de industrie (plastic pellets), naar normering van bijmenging van plastics recyclaat, maar ook naar zaken zoals consumentenafval. We betrekken hierbij ook de effecten van de plasticbelasting voor wegwerpbekers en -bakjes.”
NSC pleit in Europees verband voor het beprijzen van het gebruik van primaire (nieuwe) grondstoffen voor plasticproductie. Dit moet de industrie stimuleren om meer gerecycled materiaal te gebruiken en zo de circulaire economie te bevorderen.
“In Europees verband pleiten we voor het beprijzen van primair grondstoffenverbruik door de industrie, naast het verplichten van de toepassing van gerecycled materiaal.”
Het CDA steunt een Europese grondstoffenheffing om gerecycled plastic goedkoper te maken dan nieuw plastic. Ze pleiten voor strengere productnormering op Europees niveau, zodat duurzame alternatieven aantrekkelijker worden en plasticgebruik wordt teruggedrongen.
Het CDA wil dat gerecycled plastic goedkoper wordt dan nieuw plastic door een Europese grondstoffenheffing en strengere productnormen. Hiermee willen ze het gebruik van nieuw plastic ontmoedigen en de circulaire economie stimuleren.
“We steunen een Europese grondstoffenheffing en strengere productnormering. Zo wordt gerecycled plastic goedkoper dan nieuw plastic.”
DENK is tegen een heffing op plastic verpakkingen en andere consumptiebelastingen die burgers direct raken. Zij vinden dat dergelijke heffingen de ongelijkheid vergroten en consumenten onnodig financieel belasten, en kiezen daarom expliciet voor géén toeslag op plastic.
DENK wijst een extra heffing op plastic verpakkingen expliciet af, omdat zij vinden dat dit de ongelijkheid vergroot en burgers onnodig op kosten jaagt. Het partijprogramma benadrukt dat klimaatbeleid niet mag leiden tot betutteling of extra lasten voor consumenten, en dat de aanpak van milieuproblemen eerlijker moet worden verdeeld.
“Daarom komt er géén belasting op vlees, géén extra heffing op suiker en géén toeslag op plastic verpakkingen. Deze heffingen vergroten de ongelijkheid.”
De SGP pleit voor een heffing op het gebruik van plastic polymeren in producten die op de Nederlandse markt komen, met als doel het gebruik van gerecycled plastic te stimuleren. Dit voorstel is concreet en gericht op het verminderen van plasticvervuiling en het bevorderen van circulaire economie. De partij koppelt deze maatregel aan bredere eisen voor productduurzaamheid en reparatie.
De SGP wil een heffing invoeren op het gebruik van plastic polymeren in producten die op de Nederlandse markt komen. Hiermee wil de partij het gebruik van gerecycled plastic stimuleren en de milieu-impact van nieuw plastic verminderen. Dit sluit aan bij hun bredere visie op circulaire economie en het tegengaan van wegwerpmaatschappij.
“Er komt een heffing voor gebruik van plastic polymeren in producten die op onze markt komen. Dat stimuleert de toepassing van gerecycled plastic.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma