De ChristenUnie pleit voor een overheid die gericht investeert in publieke voorzieningen en structurele problemen aanpakt, maar tegelijkertijd haar eigen omvang en complexiteit kritisch bekijkt en wil verminderen waar mogelijk. Ze willen bureaucratie en regeldruk terugdringen, taken alleen aan gemeenten overdragen met voldoende budget, en kiezen voor een dienstbare, transparante overheid die investeert in zaken als woningbouw, infrastructuur en armoedebestrijding. De partij benadrukt dat de overheid niet alles moet willen regelen, maar wel stevig moet investeren waar het nodig is.
De ChristenUnie vindt dat de overheid moet investeren in grote maatschappelijke opgaven zoals woningbouw, infrastructuur en armoedebestrijding, maar deze investeringen moeten gericht en houdbaar zijn. De partij wil geen consumptieve uitgaven financieren met extra schuld, maar juist investeren in zaken die zich terugverdienen.
“Daarom geven we 3.5% van ons nationale inkomen uit aan defensie en 0.7% aan de allerarmsten wereldwijd.”
“We bouwen 100.000 woningen per jaar, waarvan ten minste tweederde goed te betalen is voor mensen met een gewoon inkomen. Daarvoor trekken we de komende jaren miljarden extra uit...”
“In tegenstelling tot het huidige kabinet gaan we geen consumptieve uitgaven financieren met meer schuld, maar stoppen we juist geld in investeringen die zich terugverdienen, zoals woningbouw, infrastructuur en energienetten.”
De ChristenUnie wil de omvang van de overheid beperken door bureaucratie en regeldruk fors te verminderen. Ze pleiten voor een jaarlijkse vereenvoudigingsdag, het afschaffen van onnodige regels, en het verminderen van het aantal ambtenaren waar mogelijk.
“We snijden stevig in de bureaucratie, zodat bedrijven, maatschappelijke organisaties en vrijwilligers zich kunnen richten op hun doelen. De overheid gaat haar eigen complexiteit te lijf door elk jaar opnieuw vereenvoudigingen door te voeren.”
“Bij alle bestaande (beleids)regels wegen we af of ze nodig zijn, of ze bijdragen aan het beoogde doel en wat het kost (in euro’s en moeite) om ze uit te voeren. Alle regels die deze toets niet doorstaan, worden afgeschaft. Dit leidt tot minder knellende wetgeving, verlicht de administratieve druk en maakt dat we minder ambtenaren nodig hebben.”
“Om geen tijd te verliezen introduceren we een jaarlijkse vereenvoudigingsdag en verplichten we de regering om elk jaar een pakket met kleinere vereenvoudigingen van het regelwoud, de fiscaliteit en de sociale zekerheid uit te werken en door te voeren.”
De ChristenUnie wil dat de rijksoverheid alleen taken overdraagt aan gemeenten als daar voldoende budget tegenover staat, om te voorkomen dat de lokale overheid wordt overvraagd zonder middelen.
De ChristenUnie vindt dat de overheid niet alles moet willen regelen en zich dienstbaar moet opstellen richting burgers en maatschappelijke organisaties, in plaats van tegenover hen te staan.
“We hebben te lang te veel van de overheid verwacht. Het belastingstelsel is zo complex gemaakt dat je bijna gepromoveerd fiscalist moet zijn om je belastingdruk uit te rekenen.”
“De ChristenUnie ziet liever een dienstbare overheid die burgers en organisaties helpt bij het zelf dragen van verantwoordelijkheden, in plaats van onnodige regeldruk.”
“Nederland verdient een overheid die ruimte laat, maar ook richting geeft, keuzes durft te maken en recht doet aan mens, natuur en economie.”
DENK kiest voor een grotere, actievere overheid die fors investeert in publieke diensten, bestaanszekerheid en het verkleinen van ongelijkheid. De partij wil structureel meer geld naar onderwijs, zorg, woningbouw en armoedebestrijding, gefinancierd door hogere belastingen voor grote bedrijven en superrijken. Bezuinigingen op sociale zekerheid, zorg en onderwijs worden uitgesloten; DENK wil juist dat de overheid een leidende rol neemt in het versterken van de verzorgingsstaat.
DENK pleit voor een substantiële uitbreiding van de rol en omvang van de overheid, met meer investeringen in publieke sectoren en een sterke verzorgingsstaat. De partij ziet een grotere overheid als noodzakelijk om maatschappelijke ongelijkheid te verkleinen en brede welvaart te realiseren, en wil dit financieren via hogere belastingen voor bedrijven en vermogenden.
“DENK wil een sterke verzorgingsstaat met dienstverlening van de hoogste kwaliteit voor alle Nederlanders. Wij zetten in op een overheid die de maatschappelijke ongelijkheid de komende periode fors verkleint. Wij staan daarom voor meer geld voor het onderwijs, voor betaalbare woningen, voor het openbaar vervoer, voor de zorg en voor andere publieke voorzieningen.”
“Wij verhogen daarom de winstbelasting voor grote bedrijven en schaffen ondoelmatige belastingvoordelen die de ongelijkheid vergroten af. Binnen de inkomstenbelasting zorgen wij voor een rechtvaardigere verdeling door van superrijken een eerlijke bijdrage te vragen.”
“Nu er op defensiegebied uitzonderingen op de begrotingsregels gemaakt worden, willen wij deze uitzonderingen ook voor investeringen in bijvoorbeeld publieke diensten die de brede welvaart van de samenleving vergroten en in het klimaatbeleid.”
“Tot slot heeft bij optredende begrotingstekorten het altijd eerst de voorkeur om in te zetten op een doelmatigere overheid, waarbij de uitgaven voor de sociale zekerheid, de zorg en het onderwijs worden ontzien en altijd op peil blijven.”
DENK wil de overheid niet alleen financieel, maar ook qua taken en capaciteit uitbreiden, bijvoorbeeld door meer ambtenaren, meer Kamerleden en nieuwe ministersposten. Dit moet de overheid effectiever, democratischer en mensgerichter maken.
“De Tweede Kamer wordt uitgebreid naar 250 zetels om de overheid beter te kunnen controleren.”
“Er komt een fulltime Minister voor Armoedebestrijding.”
“We richten een Rijksbouwbedrijf op dat de verantwoordelijkheid krijgt om woningbouwprojecten te ontwikkelen.”
“Er komt een fulltime Minister van Volkshuisvesting. Deze Minister krijgt verregaande bevoegdheden, zoals het bindend kunnen aanwijzen van locaties waar woningbouw gerealiseerd moet worden.”
“We investeren in de IND, het COA en gemeentelijke uitvoering om procedures te versnellen.”
DENK sluit expliciet bezuinigingen op de kern van de verzorgingsstaat uit, zelfs bij begrotingstekorten. De partij wil dat deze uitgaven altijd op peil blijven en juist worden versterkt.
FVD pleit voor een veel kleinere overheid dan D66, met als kernpunten het structureel verkleinen van de overheidsuitgaven, het verminderen van bureaucratie en het afschaffen van subsidies aan activistische organisaties. De partij wil de overheid beperken tot kerntaken, lasten verlagen en burgers meer autonomie geven, in tegenstelling tot het D66-programma dat doorgaans inzet op een actieve, sturende overheid. FVD stelt concrete bezuinigingen en decentralisatie voor om de overheid blijvend te verkleinen.
FVD wil de omvang van de overheid drastisch terugbrengen door jaarlijkse bezuinigingen op de rijksuitgaven en het beperken van overheidsbemoeienis tot kerntaken. Dit staat haaks op het D66-programma, dat doorgaans een grotere, actievere overheid voorstaat. FVD ziet een kleinere overheid als voorwaarde voor meer individuele vrijheid en economische groei.
“De Rijksoverheidsuitgaven moeten verplicht ieder jaar 3% krimpen, zodat de overheid niet groter maar kleiner wordt.”
“Een veel kleinere overheid bemoeit zich veel minder met de alledaagse keuzes van mensen.”
“We willen stoppen met de excessieve uitdijing van het overheidsapparaat, de wirwar van regeltjes, heffingen en toeslagen...”
“We willen belastingverlaging en verkleining van de overheid. Omdat we geloven dat mensen in veel gevallen beter zélf kunnen beslissen wat er met hun geld moet gebeuren.”
FVD wil de overheid verkleinen door subsidies aan activistische organisaties en adviesorganen af te schaffen. Dit is een directe aanval op wat zij zien als een door D66 gesteunde, uitdijende subsidiecultuur en technocratische beleidsvorming.
“We stoppen alle subsidies voor organisaties die proefprocessen voeren tegen de staat. Ook niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) krijgen geen subsidie meer.”
“We schaffen achterhaalde adviesorganen zoals CPB, SCP, SER en PBL af, zodat beleid niet langer wordt bepaald door technocraten en lobbyclubs.”
FVD wil bestuurlijke schaalvergroting terugdraaien en pleit voor meer autonomie en kleinschaligheid op lokaal niveau. Dit contrasteert met het D66-programma, dat vaak inzet op centrale regie en schaalvergroting voor efficiëntie.
FVD ziet het terugdringen van bureaucratie en regeldruk als essentieel voor een kleinere overheid, in tegenstelling tot D66 dat vaak nieuwe regelgeving introduceert voor maatschappelijke doelen.
De PVV pleit voor een kleinere overheid dan D66, met minder ambtenaren, minder uitgaven aan internationale verplichtingen en het schrappen van subsidies en ontwikkelingshulp. Ze willen fors snijden in het ambtenarenapparaat, stoppen met ontwikkelingshulp en bijdragen aan de EU, en stellen dat de overheid te veel geld uitgeeft aan zaken waar Nederlanders niet om vragen. De kern van hun visie is dat de overheid zich moet beperken tot kerntaken en minder moet bemoeien met het leven van burgers.
De PVV vindt dat het aantal ambtenaren te veel is gegroeid en wil het ambtenarenapparaat fors verkleinen. Dit moet de overheid efficiënter en goedkoper maken, in tegenstelling tot D66 dat doorgaans inzet op een sterke, actieve overheid.
“Verder zetten we het mes in het uitdijende ambtenarenapparaat. Het aantal rijksambtenaren is van 100.000 fte (in 2012) doorgegroeid naar 150.000. Dat kan met zoveel minder.”
De PVV wil de uitgaven aan asielopvang, ontwikkelingshulp en EU-bijdragen drastisch verminderen of stoppen. Zij zien deze uitgaven als verspilling en willen het geld besteden aan Nederlanders, terwijl D66 juist internationale samenwerking en solidariteit benadrukt.
“We sluiten onze grenzen voor alle asielzoekers en sturen Oekraïense mannen terug naar Oekraïne. Alleen al dit jaar besteden we € 6 miljard aan de asielopvang en € 3 miljard aan de opvang van Oekraïners.”
“De PVV stopt ook met ontwikkelingshulp. Elk jaar maken we vele miljarden over naar Afrika. Ook willen we miljarden minder afdragen aan de Europese Unie.”
“Volledige stop op ontwikkelingshulp”
“Niet nóg meer miljarden en bevoegdheden overhevelen naar Brussel, maar juist terughalen”
De PVV wil fors snijden in subsidies en publieke uitgaven die zij als ondoelmatig of ideologisch gedreven zien, zoals klimaatsubsidies, de NPO en fiscale voordelen voor bedrijven. Dit staat haaks op het D66-programma, dat juist inzet op investeringen in klimaat en publieke voorzieningen.
“Ook snijden we fors in de vele ondoelmatige fiscale subsidies voor het bedrijfsleven.”
“Verder stoppen we met de NPO, met de oneerlijke expatregeling en met de export van uitkeringen”
“SDE++ en andere klimaatsubsidies schrappen”
“Financiering van de NPO geheel stoppen”
De PVV verzet zich tegen wat zij zien als betuttelende en onnodige overheidsbemoeienis, zoals klimaatcampagnes en duurzaamheidsmaatregelen. Zij willen dat de overheid zich terugtrekt uit het persoonlijke leven van burgers, in tegenstelling tot D66 dat vaak juist inzet op sturing richting duurzaamheid en gezondheid.
“Ook stoppen we met alle betutteling van de overheid, zoals de klimaatcampagne Zet ook de knop om: 'gebruik een herbruikbaar tasje, gebruik wasbare luiers, eet vaker vega(n), maak je eigen compost, douche korter' – de lijst met belachelijke tips is eindeloos. Waar bemoeit de overheid zich mee!”
BIJ1 kiest voor een veel grotere rol van de overheid dan D66, met vergaande nationalisaties en het terugdringen van marktwerking in essentiële sectoren zoals zorg, wonen, onderwijs en openbaar vervoer. De partij wil publieke voorzieningen volledig in overheidshanden brengen, sociale investeringen fors verhogen en democratische controle uitbreiden. BIJ1 ziet een sterke, actieve overheid als noodzakelijk om ongelijkheid te bestrijden en basisbehoeften voor iedereen te garanderen.
BIJ1 wil de zorg volledig nationaliseren en marktwerking en winstmotieven uitbannen, in tegenstelling tot D66 dat marktwerking deels wil behouden. Dit vergroot de omvang en invloed van de overheid aanzienlijk.
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd.”
De partij pleit voor het nationaliseren van woningcorporaties, het oprichten van een Nationaal Bouwbedrijf en het afschaffen van subsidies voor rijken, waarmee de overheid de woningmarkt domineert. Dit staat haaks op het D66-standpunt dat marktpartijen een rol laat spelen.
BIJ1 wil essentiële publieke diensten zoals openbaar vervoer en onderwijs volledig gratis maken en onder publieke regie plaatsen, wat de rol en uitgaven van de overheid fors vergroot.
De partij wil maximumprijzen en winstmarges invoeren op essentiële goederen, en op termijn een coöperatief voedselsysteem als alternatief voor de markt. Dit betekent een directe, sturende rol van de overheid in de economie.
BIJ1 wil de rol van politie en handhaving sterk verkleinen en het vrijgekomen geld investeren in collectieve voorzieningen, wat de overheid een andere, meer sociale rol geeft.
“De rol van politie en BOA’s in de samenleving wordt geminimaliseerd en zal uiteindelijk verdwijnen. We stoppen met investeren in handhaving, en investeren dat geld in goede collectieve voorzieningen.”
BVNL pleit voor een drastisch kleinere overheid dan D66, met minder ambtenaren, minder regels en een forse reductie van overheidsuitgaven. De partij wil binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met minstens 35% verminderen, vooral door het schrappen van subsidies, adviesorganen en niet-kerntaken. De kern van hun visie is dat de overheid dienstbaar moet zijn aan burgers, met minimale bemoeienis en maximale transparantie.
BVNL ziet de huidige overheid als te groot, bureaucratisch en inefficiënt, en wil deze fors inkrimpen. Dit moet onder meer door het schrappen van overbodige regels, het afvloeien van ambtenaren en het beperken van externe inhuur. De partij stelt een concreet doel: een reductie van de rijksoverheidsuitgaven met minstens 35% binnen twee regeerperiodes.
“BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
“Een kleine overheid met minder ambtenaren. 50% van de ambtenaren controleert op dit moment de overige ambtenaren. We willen een groot deel van alle zittende Rijksambtenaren laten afvloeien zodat zij beschikbaar komen voor de echte economie. Externe inhuur bij de overheid wordt drastisch beperkt.”
“De overheid moet en kan een stuk kleiner worden.”
BVNL wil de bureaucratie en regeldruk fors verminderen door zinloze en overbodige regels te schrappen, subsidies af te schaffen en te dereguleren, met name op terreinen als woningmarkt, arbeidsmarkt en zorg.
“Zinloze, overbodige regels of regels die niet worden gehandhaafd moeten worden geschrapt, waaronder begrepen het administreren van de CO2-uitstoot van werknemers voor het woon- werkverkeer.”
“BVNL wil inzetten op deregulering. De overheid grossiert in zinloze regels en wetten en dat moet fors verminderen. Met name de woningmarkt, de arbeidsmarkt, de pensioensector en de zorg moeten worden gedereguleerd.”
“Subsidies worden afgeschaft.”
De overheid moet volgens BVNL dienstbaar zijn aan burgers, transparant opereren en een zeer terughoudende rol spelen in het leven van mensen. Macht moet zo veel mogelijk bij burgers en lokale gemeenschappen liggen.
“De overheid is er voor de Nederlanders, en niet andersom.”
“De staat moet dienstbaar zijn aan de burger, niet andersom. De overheid moet klein, betrouwbaar, volledig transparant en efficiënt zijn, met een zeer terughoudende rol in het leven van mensen.”
“Wij geloven niet in een overheid die alles voor de burger bepaalt, maar in burgers die zelf aan het roer staan.”
JA21 pleit voor een kleinere, efficiëntere overheid die zich beperkt tot kerntaken en minder bureaucratie kent, in tegenstelling tot het D66-programma dat doorgaans een actievere en grotere rol voor de overheid voorstaat. De partij wil het aantal ambtenaren structureel terugbrengen, de regeldruk fors verminderen en een Minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie aanstellen om deze doelen te realiseren. JA21 benadrukt lagere lasten, meer autonomie voor burgers en een faciliterende in plaats van sturende overheid.
JA21 ziet de huidige overheid als te groot, inefficiënt en te veel sturend in het leven van burgers. De partij wil de overheid afslanken, het aantal ambtenaren terugbrengen en zich richten op kerntaken als veiligheid, publieke voorzieningen, woningbouw en infrastructuur. Dit staat haaks op het D66-programma, dat doorgaans een bredere overheidsrol bepleit.
“Lagere lasten en een kleine overheid. We willen de hoge collectieve lastendruk verlagen en het aantal ambtenaren structureel terugbrengen.”
“Een overheid die zich richt op de kerntaken van veiligheid, publieke voorzieningen, woningbouw en infrastructuur.”
“Onze plannen stellen alle Nederlanders in staat de schouders eronder te zetten op een manier die hen past. Daarvoor moet het vertrouwen tussen overheid en politiek hersteld worden: mensen moeten zelf zeggenschap krijgen, in plaats van een steeds verder uitdijende, inefficiënte overheid die bepaalt wat goed voor hen is.”
Om de overheid daadwerkelijk kleiner en efficiënter te maken, wil JA21 een aparte minister aanstellen die expliciet verantwoordelijk is voor het terugdringen van bureaucratie, regeldruk en het kritisch doorlichten van overheidsinstanties. Dit is een concreet instrument om de omvang van de overheid te beperken.
“Een Minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie die de inspraak van Nederlanders bewaakt en de overheid afslankt.”
“De minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie krijgt duidelijke taken: in de eerste plaats het terugdringen van de sluipende groei van de bureaucratie en het stoppen van de steeds snellere groei binnen ministeries en andere overheidsinstanties.”
“Minder regeldruk door een minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie aan te stellen die met een harde reductiedoelstelling een einde maakt aan de toenemende regeldruk en met de stofkam door bestaande wet- en regelgeving gaat.”
JA21 wil de regeldruk en collectieve lastendruk fors verlagen, zodat ondernemers en burgers meer ruimte krijgen. Nieuwe regels mogen alleen worden ingevoerd als oude, overbodige regels worden geschrapt. Dit is een duidelijke keuze voor een kleinere, minder bemoeizuchtige overheid.
“Nieuwe regels introduceren we alleen als we oude overbodige regels schrappen.”
“De collectieve lastendruk in Nederland is te hoog en de overheid geeft steeds meer geld uit zonder dat daar altijd een duidelijk rendement tegenover staat. Het aantal ambtenaren blijft maar groeien.”
“Het bedrijfsleven mag niet langer als financieringsbron voor nieuwe overheidsambities dienen.”
BBB pleit voor een kleinere, efficiëntere en sobere overheid, in tegenstelling tot het D66-programma dat doorgaans inzet op een actieve en soms grotere overheid. BBB wil structureel bezuinigen op ministeries (behalve enkele kerndepartementen), het aantal beleidsmedewerkers en managementlagen terugdringen, en de groei van de overheid beperken tot kerntaken. De partij benadrukt financiële degelijkheid, minder bureaucratie en meer regionale slagkracht.
BBB wil de omvang van de overheid verkleinen door structurele bezuinigingen op ministeries en overheidsorganisaties, met uitzondering van enkele kerntaken. Dit moet leiden tot minder bureaucratie, minder managementlagen en een efficiëntere overheid die zich richt op haar kerntaken.
“Een dienstbare overheid begint bij eenvoud, slagkracht en focus op kerntaken. BBB stelt een structurele bezuiniging (apparaatskorting) voor op ministeries met uitzondering van Defensie, Infrastructuur en Waterstaat en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Ook willen wij een structurele apparaatskorting op andere overheidsorganisaties, met uitzondering van uitvoerende diensten zoals, politie, inspecties en uitvoeringsorganisaties.”
“De groei van beleidsmedewerkers, managementlagen en externe inhuur heeft geleid tot bureaucratisering zonder betere dienstverlening. Door het rijk te dwingen tot herprioritering en digitalisering, verbeteren we de uitvoerbaarheid én besparen we structureel honderden miljoenen, zo niet vele miljarden euro’s. Minder regels, meer resultaat.”
Om de overheidsfinanciën op orde te brengen, stelt BBB een nullijn in voor rijksambtenaren en ambtsdragers en benadrukt zij het belang van financiële degelijkheid en een sobere overheid.
“BBB kiest voor een sobere en doelmatige overheid. In 2028 stellen we een nullijn in voor rijksambtenaren, inclusief ambtsdragers. Dat betekent dat er dat jaar geen loonstijgingen worden doorgevoerd.”
“In een tijd waarin we scherpe keuzes maken om de overheidsfinanciën op orde te brengen, hoort ook een bijdrage van het Rijk zelf. Deze onderstreept onze inzet voor financiële degelijkheid en een efficiënte overheid.”
BBB wil dat de overheid zich terugtrekt uit niet-kerntaken en minder centraal vanuit Den Haag stuurt, met meer ruimte voor regionale invulling en minder landelijke uniformiteit.
BBB wil bezuinigen op beleid en uitgaven die geen maatschappelijk rendement opleveren, en op uitvoeringskosten buiten de kerndomeinen wonen, veiligheid, zorg en onderwijs.
“Te bezuinigen op inefficiënt beleid en uitgaven die geen sociaal rendement opleveren. Te bezuinigen op uitvoeringskosten buiten wonen, veiligheid, zorg en onderwijs.”
BBB vindt dat de overheid bescheiden moet opereren, zich bewust van haar beperkingen en niet alles moet willen regelen of controleren.
“De overheid past bescheidenheid. Niet als zwaktebod, maar vanuit het besef dat de overheid op zichzelf niet bestaat zij is samengesteld uit belangen, ambtenaren en politieke overtuigingen.”
Het CDA pleit voor een kleinere en effectievere overheid door het verminderen van regeldruk, het schrappen van overbodige regels en het vereenvoudigen van regelgeving. De partij erkent dat de overheid niet alle problemen kan oplossen en wil zich richten op kerntaken, met meer ruimte voor lokale overheden en minder administratieve lasten. Concrete voorstellen zijn onder andere het invoeren van horizonbepalingen bij nieuwe wetgeving en het structureel verminderen van uitvoeringslasten.
Het CDA wil de omvang van de overheid beperken door regels te schrappen, administratieve lasten te verlagen en wetgeving te vereenvoudigen. Dit moet leiden tot een effectievere en kleinere overheid, waarbij de focus ligt op kerntaken en het verminderen van bureaucratie. Het doel is om uitvoerders, burgers en ondernemers te ontlasten en de overheid slagvaardiger te maken.
“Er komt een programma ‘vereenvoudiging van regelgeving’. Doelstelling is een lagere uitvoeringslast voor uitvoerders, burgers en ondernemingen.”
“Een effectievere overheid is zo ook een kleinere overheid.”
“We schrappen samen met de zorg, het onderwijs, en economische sectoren overbodige administratieve regels, maken bestaande regelgeving beter en rapportages efficiënter.”
“Bij nieuwe wetgeving gelden voortaan horizonbepalingen, zodat wetten die een tijdelijk probleem adresseren na verloop van tijd vanzelf vervallen.”
Het CDA benadrukt dat de overheid haar basistaken op orde moet hebben en niet alles kan of moet oplossen. Door de maakbaarheidsgedachte los te laten en eerlijk te zijn over de grenzen van de overheid, wil het CDA teleurstellingen voorkomen en het vertrouwen in de overheid herstellen.
“De overheid kan niet alle problemen oplossen, en daar moeten we eerlijk over zijn. Maar wat de overheid doet, moet ze goed doen.”
“Dat betekent ook de maakbaarheidsgedachte loslaten: de overheid kan niet alle problemen oplossen. Op deze manier voorkomen we teleurstelling en werken we aan een betrouwbare overheid ten dienste van de samenleving.”
Het CDA wil dat gemeenten, provincies en waterschappen meer ruimte krijgen om lokaal beleid te voeren, met minder verantwoordingslast en minder centrale sturing. Dit draagt bij aan een kleinere centrale overheid en meer maatwerk op lokaal niveau.
De Partij voor de Dieren (PvdD) pleit voor een grotere, actievere en meer dienstbare overheid dan D66, met meer publieke regie, structurele investeringen in publieke sectoren en het terugdringen van marktwerking. De PvdD wil dat de overheid meer taken op zich neemt, zoals het investeren in zorg, sociale zekerheid, rechtspraak, toezicht en handhaving, en het democratiseren van essentiële sectoren. Hun visie is dat een sterke overheid nodig is om welzijn, gelijkheid en duurzaamheid te waarborgen, in tegenstelling tot een kleinere of meer terughoudende overheid.
De PvdD wil dat de overheid fors investeert in zorg, rechtspraak, onderwijs en sociale zekerheid, en dat deze sectoren niet langer afhankelijk zijn van marktwerking of bezuinigingen. Dit betekent een grotere rol en omvang van de overheid dan in het D66-programma, waar meer ruimte is voor marktwerking en privatisering.
“We investeren flink in zorgverleners door ruimte voor (bij)scholing, goede arbeidsvoorwaarden en een salaris waar goed van rond te komen is.”
“We draaien de bezuinigingen terug en investeren fors in de rechtspraak en het Openbaar Ministerie.”
“Gemeenten krijgen de middelen om sociaal werk van hoge kwaliteit te leveren, zodat niemand tussen wal en schip valt.”
“Het Rijk neemt de regie over het toezicht en de handhaving van milieuwetgeving en de bestrijding van milieucriminaliteit. Overheden werken nauwer samen, zodat bedrijven niet langer kunnen wegkomen met vervuiling door slim gebruik te maken van de mazen in het systeem. Er wordt gezorgd voor meer capaciteit en expertise bij de toezichthouders.”
De PvdD wil publieke regie terug in essentiële sectoren en het aandeelhoudersmodel vervangen door democratische, maatschappelijke organisatievormen. Dit staat haaks op het D66-programma, dat doorgaans meer ruimte laat voor marktwerking en privaat initiatief.
“Het aandeelhoudersmodel gaat op de schop zodat we lange termijn duurzaam, diervriendelijk, sociaaleconomisch denken voorop kunnen stellen. We stimuleren organisatievormen als rentmeestervennootschap, werknemerscoöperaties, initiatieven voor gemeengoederen en coöperaties die het beheer van onderwijs, zorg, wonen, landbouw en energie democratiseren.”
“Zorgverzekeraars verliezen hun sturende rol. Tot het zorgfonds volledig is ingevoerd, beperken we hun invloed op zorginkoop, selectie en controle.”
De PvdD wil dat de overheid een actieve rol speelt in het herstellen van vertrouwen, het centraal stellen van medemenselijkheid en het vergroten van transparantie. Dit impliceert een grotere en meer betrokken overheid dan het D66-programma, dat meer inzet op individuele verantwoordelijkheid en minder op centrale sturing.
“De overheid investeert in een cultuuromslag, van wantrouwen naar vertrouwen in burgers als uitgangspunt. Medemenselijkheid staat centraal in het handelen van overheidsinstanties, ondersteund door het ambtelijk vakmanschap dat daarvoor nodig is. De ambtelijke organisatie wordt daarop hervormd.”
“Overheidsinformatie is in principe openbaar en digitaal toegankelijk. De overheid is uiterst terughoudend met het opleggen van vertrouwelijkheid of geheimhouding.”
De VVD kiest expliciet voor een kleinere en effectievere overheid, in tegenstelling tot partijen als D66 die volgens de VVD een grotere, meer regulerende overheid voorstaan. De partij wil het aantal ambtenaren flink verminderen, fors snoeien in regels en bureaucratie, en overheidsuitgaven niet harder laten groeien dan de economie. De kern van hun visie is dat een compacte overheid ruimte geeft aan individuele vrijheid, economische groei en een sterke samenleving.
De VVD wil het aantal ambtenaren fors terugbrengen en bezuinigen op overhead, omdat zij vinden dat de overheid te groot en log is geworden. Dit moet leiden tot een effectievere overheid die zich beperkt tot kerntaken en minder bemoeienis heeft met het dagelijks leven van burgers.
De VVD ziet een overdaad aan regels en procedures als een belangrijke oorzaak van een te grote overheid. Door fors te schrappen in wet- en regelgeving en een Deltaplan minder regels te lanceren, wil de partij de overheid kleiner en slagvaardiger maken.
De VVD wil de groei van de overheidsuitgaven beperken en kiest voor bezuinigen in plaats van lastenverhoging. Dit om te voorkomen dat de overheid verder uitdijt en de rekening bij burgers terechtkomt.
De VVD vindt dat de overheid zich moet beperken tot kerntaken en burgers meer vrijheid en verantwoordelijkheid moet geven. Dit staat haaks op het beeld van een grotere overheid die alles wil regelen, zoals zij D66 verwijten.
“Een kleinere, maar effectieve overheid die levert op haar kerntaken, die mensen vrij laat en vooral minder regels heeft.”
“Nederland staat voor een urgente en fundamentele keuze. Tussen een verder uitdijende overheid of een kleine en sterke overheid met een hart en die uitgaat van vertrouwen.”
D66 pleit voor een sterke, deskundige en betrouwbare overheid die minder afhankelijk is van externe inhuur, meer uitvoeringskracht in huis haalt en de regeldruk vermindert. Ze willen de overheid efficiënter en menselijker maken, met minder regels, meer maatwerk en een eerlijker belastingstelsel. Op Europees niveau bepleit D66 een verdubbeling van de EU-begroting om gezamenlijke investeringen mogelijk te maken, waarmee de druk op nationale overheden wordt verlicht.
D66 vindt dat de overheid te veel taken heeft uitbesteed en daardoor aan slagkracht heeft verloren. Ze willen de overheid versterken door kennis en expertise terug te halen en minder afhankelijk te zijn van dure consultants.
D66 wil de overheid kleiner maken in termen van regeldruk en bureaucratie, door overbodige regels te schrappen en meer ruimte te geven voor maatwerk en menselijke benadering.
“Dat begint met minder regels, meer menselijkheid en meer ruimte voor maatwerk.”
“D66 maakt een einde aan verstikkende regeldruk. Regels die goed werken en publieke waarden beschermen, houden we. Regels die hoge lasten met zich meebrengen en niet goed kunnen niet doorgevoerd worden.”
D66 wil een overheid die eerlijker belastingen heft, met meer focus op werkenden en het aanpakken van grote vermogens en vervuilers. Ze willen een modernere Belastingdienst en meer uitvoeringskracht.
D66 wil op Europees niveau een grotere overheid door een verdubbeling van de EU-begroting en gezamenlijke investeringen, zodat nationale overheden worden ontlast.
“Met een Europese begroting die twee keer zo groot is, kunnen we samen écht een veranderende wereld aan. Dit doen we met eigen Europese inkomstenbronnen. Het geld gaat naar investeringen die iedereen aangaan, zoals in defensie, groene energie en vitale voorzieningen als havens. Zo verlicht Europa de druk op nationale begrotingen en hoeft de belastingbetaler niet steeds opnieuw op te draaien voor gezamenlijke uitgaven.”
GroenLinks-PvdA kiest expliciet voor een grotere, actievere overheid dan D66, met meer publieke investeringen en versterking van de verzorgingsstaat. Ze keren zich tegen marktwerking en willen publieke voorzieningen uitbreiden, gefinancierd door hogere lasten voor de sterkste schouders. De partij ziet een grotere overheid als noodzakelijk om ongelijkheid, klimaatproblemen en de uitholling van publieke diensten aan te pakken.
GroenLinks-PvdA wil de overheid laten groeien door meer te investeren in publieke voorzieningen, economie, infrastructuur en veiligheid. Dit is een bewuste breuk met het marktdenken dat zij D66 (en andere partijen) verwijten. De partij ziet een grotere overheid als essentieel om maatschappelijke problemen op te lossen en solidariteit te herstellen.
“Wij kiezen ervoor om de komende jaren te investeren in onze publieke voorzieningen, economie, infrastructuur en veiligheid. Op lange termijn heeft Nederland er baat bij dat we die investeringen nu doen en niet uitstellen.”
“De komende jaren willen we bouwen aan een Nieuwe Verzorgingsstaat, gericht op de kwaliteit van ons bestaan.”
“Opeenvolgende kabinetten kozen voor marktwerking in plaats van solidariteit. Als je de samenleving inricht als markt, komen niet mensen maar de winst centraal te staan. De voordelen kwamen terecht bij bedrijven en mensen met veel vermogen, terwijl de kwaliteit van onze voorzieningen en van onze natuur gestaag afnam.”
De partij positioneert zich expliciet tegen het marktdenken dat zij bij D66 en eerdere kabinetten zien. Ze stellen dat de overheid juist een grotere rol moet spelen om publieke belangen te beschermen en ongelijkheid te bestrijden.
“Het is het gevolg van politieke keuzes. Opeenvolgende kabinetten kozen voor marktwerking in plaats van solidariteit.”
“Wij vinden dat het anders moet. Wij doorbreken de stilstand. Samen vooruit. Het moet anders. Samen staan we sterk genoeg en kunnen we alle uitdagingen aan. Maar dan moet het roer wel om in Nederland. Solidariteit is het antwoord.”
GroenLinks-PvdA wil dat de overheid meer investeert en de lasten eerlijker verdeelt, waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Dit betekent een grotere financiële rol voor de overheid dan D66 traditioneel voorstaat.
“De investeringen die de komende jaren nodig zijn, zullen druk leggen op de overheidsfinanciën. Wij kiezen ervoor om die investeringen te doen en de lasten eerlijk te verdelen.”
“We maken een einde aan speciale belastingkortingen voor de rijkste Nederlanders en aandeelhouders van multinationals. Belastingontwijking pakken we aan.”
Volt pleit voor een grotere en deskundigere overheid die beter is toegerust om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken en burgers te vertegenwoordigen. Ze willen de Tweede Kamer fors uitbreiden, nieuwe ministeries oprichten en gemeenten meer middelen geven, waarmee Volt duidelijk kiest voor een substantiële vergroting van de overheid. Hun visie is dat een grotere, beter georganiseerde overheid noodzakelijk is voor effectief bestuur, democratische vernieuwing en het oplossen van complexe problemen.
Volt vindt de huidige Tweede Kamer te klein om haar taken goed uit te voeren en wil deze fors uitbreiden. Dit moet de wetgevende, controlerende en vertegenwoordigende functie van het parlement versterken en de democratie robuuster maken.
“We breiden de Tweede Kamer uit van 150 naar 250 zetels. Onze Tweede Kamer is namelijk te klein, zeker in vergelijking met andere Europese landen. Een grotere Tweede Kamer is nodig om de wetgevende en controlerende taak van de Tweede Kamer te versterken, en vooral om de taak van volksvertegenwoordiging beter te vervullen.”
Volt wil de overheid uitbreiden met nieuwe ministeries en meer centrale regie op belangrijke thema’s. Dit moet zorgen voor meer slagkracht, deskundigheid en samenhang in het beleid.
“We willen dat er een minister van Digitale Zaken komt met een eigen ministerie van Digitale Zaken.”
“Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) moet de keuzes voor de toekomst maken, zodat provincies en gemeenten meer duidelijkheid krijgen.”
Volt erkent dat gemeenten nu te weinig middelen en capaciteit hebben voor hun taken en wil dit structureel verbeteren. Dit betekent een grotere rol en meer budget voor het lokale bestuur.
“We zorgen voor meer capaciteit en budget bij gemeenten, om hen te helpen de grote stroom aan bouwvergunningsaanvragen en bestemmingsplanwijzigingen sneller te kunnen behandelen...”
“Daarom geven we gemeenten niet alleen taken, maar ook de bijbehorende middelen om die goed uit te voeren.”
Volt vindt dat de overheid nu tekortschiet in deskundigheid en organisatie en wil hierin investeren. Een onafhankelijke commissaris en meer interne expertise moeten de kwaliteit van beleid en uitvoering verhogen.
“De kwaliteit en samenhang van beleid staat of valt met een deskundige en goed georganiseerde overheid. Daar ontbreekt het nu aan. Volt wil daarom een onafhankelijke commissaris voor de staat van de rechtsstaat...”
“Interne expertise binnen de overheid moet haar afhankelijkheid van leveranciers en vitale bedrijven verminderen.”
50PLUS is kritisch over de groei van de overheid en pleit voor een kleinere, efficiëntere overheid door het terugdringen van bureaucratie, overbodige regelgeving en het verminderen van het aantal ambtenaren. De partij wil fors besparen op overheidsuitgaven en belastingfaciliteiten, met als doel verspilling en fraude aan te pakken en de collectieve sector te verkleinen. Hun visie is dat de overheid zich moet beperken tot kerntaken en effectiever moet functioneren, in tegenstelling tot een groeiende overheid zoals D66 die soms voorstaat.
50PLUS vindt dat de overheid te groot is geworden, met te veel ambtenaren en inefficiënte bestedingen. Ze willen een breed onderzoek naar alle overheidsuitgaven en streven naar forse besparingen door het opsporen van fraude, verspilling en ondoelmatigheden. Dit is een duidelijke keuze voor een kleinere overheid.
“Sinds 2018 zijn er maar liefst 44.000 Rijksambtenaren bijgekomen, terwijl de arbeidsmarkt deze krachten op andere plekken heel hard nodig heeft.”
“Wij pleiten daarom voor een breed consolidatiepakket voor de Rijksbegroting, waarbij alle overheidsuitgaven van alle ministeries onder de loep worden genomen.”
“Een topteam ambtenaren en ondernemers onderzoekt alle overheidsuitgaven van alle ministeries op effectiviteit met als doel ten minste 10 miljard euro aan fraude, verspilling en ondoelmatigheden op te sporen aan de uitgavenkant van de collectieve sector.”
Naast het terugdringen van de omvang van de overheid, wil 50PLUS ook het aantal belastingfaciliteiten verminderen en het begrotingstekort binnen de perken houden. Dit moet bijdragen aan een kleinere en financieel gezondere overheid.
NSC wil de omvang van de overheid kritisch terugdringen, vooral door het aantal rijksambtenaren te verminderen en de bureaucratie te verkleinen, terwijl uitvoerende taken en dienstverlening aan burgers behouden blijven. Ze pleiten voor minder administratieve lasten, minder externe inhuur en een overheid die dichter bij de burger staat. De partij benadrukt dat schaalvergroting en centralisatie niet automatisch tot beter bestuur leiden en dat de menselijke maat centraal moet staan.
NSC wil het aantal rijksambtenaren terugbrengen, met name in beleids- en managementfuncties, maar de uitvoerende organisaties expliciet ontzien. Dit moet leiden tot een kleinere, efficiëntere overheid met minder bureaucratie en administratieve lasten voor burgers en bedrijven.
“We streven naar een vermindering van het aantal rijksambtenaren. Tussen 2018 en 2024 is hun aantal met ruim 40.000 ambtenaren (fte) toegenomen, terwijl steeds minder van hen betrokken zijn bij de kernwerkzaamheden van de overheid. We ontzien hierbij expliciet de uitvoerende organisaties.”
“De taakstelling voor departementen wordt zoveel mogelijk gekoppeld aan het terugdringen van regels en administratieve lasten. We willen minder externe inhuur. Deze overschrijdt jaarlijks de norm van 10% van de totale personeelskosten; in 2024 was dat ruim 15,4% (circa € 3 miljard).”
NSC is kritisch op schaalvergroting binnen de overheid en stelt dat groter niet per definitie beter is. Ze willen alleen gemeentelijke en provinciale herindelingen als er draagvlak is, om de menselijke maat te behouden.
“Gemeentelijke en provinciale herindeling kunnen alleen plaatsvinden als hiervoor draagvlak bestaat bij de bevolking; schaalvergroting leidt niet per definitie tot beter bestuur en gaat in de praktijk vaak ten koste van de menselijke maat.”
De partij wil een overheid die dienstbaar, zichtbaar en benaderbaar is, met minder verkokering en bureaucratie. Digitalisering mag niet leiden tot afstand tot de burger; fysieke contactpunten moeten behouden blijven.
“De digitale overheid moet richting de burger meer als één overheid functioneren. Dit vereist meer holistische aansturing, minder verkokering en minder bureaucratie.”
“We moeten voorkomen dat de overheid zich achter een digitale muur verschuilt en niet langer zichtbaar en benaderbaar is.”
De SGP pleit voor een kleinere, efficiëntere overheid die zich richt op kerntaken en kritisch kijkt naar de groei van overheidsuitgaven, in tegenstelling tot partijen als D66 die doorgaans een grotere rol voor de overheid bepleiten. De SGP wil snoeien in regels, subsidies en overheidsbemoeienis, en benadrukt het belang van financiële discipline en het beperken van de staatsschuld. Hun visie is dat de overheid haar grenzen moet kennen en belastinggeld doelmatig moet besteden.
De SGP vindt dat de overheid zich moet beperken tot kerntaken, minder regels en subsidies moet hanteren, en efficiënter moet werken om de groei van de overheidsuitgaven te beteugelen. Dit staat haaks op een visie waarin de overheid een steeds grotere rol krijgt, zoals vaak bij D66 het geval is.
“De overheid moet zich richten op haar kerntaken en efficiënt werken. Concreet betekent dit: snoeien in het woud van regels, minder subsidies en minder overheidsbemoeienis. Om de overheidsuitgaven te kunnen beteugelen, is een kleinere en daadkrachtige overheid nodig. Een overheid die haar grenzen kent.”
“Wij willen dat er goed gekeken wordt hoe de groei van de overheidsuitgaven beperkt kan worden, zeker nu de Defensie-investeringen gaan stijgen. De SGP kijkt daarom kritisch naar de uitgaven aan (onnodige) zorg, sociale zekerheid en de uitgaven bij de overheid zelf.”
De SGP is uitgesproken tegen een te grote of te machtige overheid, zowel nationaal als op Europees niveau, en waarschuwt voor overmatige centralisatie en digitale controle.
“Wij zijn uiterst kritisch op een te machtige overheid. De SGP is daarom tegen het invoeren van een Europees digitaal paspoort en een digitale euro.”
De SGP erkent dat de overheid regie moet voeren op essentiële taken zoals volkshuisvesting, maar wil geen uitbreiding van de overheidsrol buiten deze kerntaken.
“De SGP vindt dat de Rijksoverheid regie moet hebben, maar provincies en gemeenten houden nadrukkelijk ruimte voor zelfstandige afwegingen...”
“Volkshuisvesting wordt daarom weer echt een verantwoordelijkheid van de overheid, uiteraard samen en met hulp van alle andere betrokkenen.”
De SP pleit voor een kleinere, dienstbare overheid die zich richt op het direct dienen van burgers in plaats van bureaucratie en managementlagen. Ze willen de overheid efficiënter en menselijker maken door overbodige lagen te schrappen en regels te vereenvoudigen, met als doel het vertrouwen in de overheid te herstellen en de uitvoering te verbeteren.
De SP vindt dat de overheid te groot, inefficiënt en duur is geworden door decennia van neoliberaal beleid. Ze willen een kleinere overheid die minder managementlagen kent en directer ten dienste staat van de burger, met minder bureaucratie en meer maatwerk.
“Een dienstbare overheid is een kleinere overheid. De overheid moet mensen dienen en geen protocollen. Overbodige managementlagen maken de overheid ingewikkelder en duurder, tegelijkertijd loopt de uitvoering vast.”
“Decennia aan neoliberaal beleid heeft de overheid groter, inefficiënter en duurder gemaakt. We zetten in op een overheid die werkelijk successen boekt voor mensen, en minder in de papieren werkelijkheid leeft.”
De SP wil bureaucratie verminderen, zowel binnen de overheid als in de private sector, door het belastingstelsel te herzien en regels te vereenvoudigen. Dit moet leiden tot een efficiëntere overheid die beter functioneert voor burgers.
“Door het belastingstelsel grondig te herzien kunnen we de lasten eerlijk verdelen en snijden in bureaucratie in de overheid en de private sector.”
“Regels zijn een middel, geen doel. De uitwerking van beleid moet altijd worden getoetst op het effect voor de burger, met ruimte voor redelijkheid, maatwerk en rechtvaar digheid.”