50PLUS onderscheidt zich van Volt en GroenLinks/PvdA door een uitgesproken focus op ouderen, behoud van AOW en pensioenen, een restrictiever migratiebeleid, behoud van fiscale voordelen voor ouderen, en een sceptische houding tegenover nationaal klimaatbeleid en extra lasten. Hun kernvoorstellen zijn onder meer het onaantastbaar verklaren van de AOW, afschaffing van erf- en schenkbelasting, bouwen van meer ouderenwoningen, en het stoppen van nationaal klimaatbeleid ten gunste van Europese afspraken. De partij positioneert zich als belangenbehartiger van ouderen en kiest voor behoudende, nationale oplossingen waar Volt en GL/PvdA juist inzetten op progressieve, inclusieve en internationale benaderingen.
50PLUS maakt van het beschermen en uitbreiden van de AOW en pensioenen een speerpunt, in tegenstelling tot Volt en GL/PvdA die inzetten op bredere solidariteit en minder specifieke voordelen voor ouderen. 50PLUS wil geen versobering, maar juist uitbreiding van rechten en voordelen voor ouderen.
“De AOW is het onaantastbare fundament van onze welvaartsstaat en blijft, wat 50PLUS betreft, staan als een huis.”
“De AOW-uitkering is er voor iedereen en blijft gekoppeld aan het wettelijk minimumloon.”
“Er wordt een dertiende maand ingevoerd voor AOW’ers, ter compensatie van het afschaffen van de Inkomensondersteuning-AOW (IO-AOW).”
“Afschaffen belasting op erfenissen.”
“De schenk- en erfbelasting wordt afgeschaft.”
Waar Volt en GL/PvdA juist pleiten voor het afbouwen van de hypotheekrenteaftrek en het belasten van vermogen (inclusief overwaarde eigen woning), kiest 50PLUS voor behoud van deze fiscale voordelen voor (oudere) huiseigenaren.
50PLUS kiest voor een restrictiever migratiebeleid, met nadruk op beperking van arbeids- en studiemigratie en het afkopen van AOW-rechten bij vertrek. Dit contrasteert sterk met Volt en GL/PvdA, die migratie als kans zien en inzetten op inclusie en Europese solidariteit.
“50PLUS kiest voor een streng migratiebeleid dat onderscheid maakt tussen vormen van migratie en voorkomt dat systemen overbelast raken.”
“Arbeidsmigranten en studenten die tijdelijk in Nederland wonen, bouwen tijdens hun verblijf hier AOW-rechten op. 50PLUS wil dat deze AOW-rechten worden afgekocht bij vertrek uit Nederland.”
“Bij arbeidsmigratie dient de verantwoordelijkheid mede bij de werkgevers gelegd te worden. Bij studiemigratie zijn de universiteiten en hogescholen medeverantwoordelijk. Dat zal leiden tot een gezonde beperking van het aantal arbeids- en studiemigranten.”
In tegenstelling tot Volt en GL/PvdA, die nationaal en Europees klimaatbeleid willen versnellen, is 50PLUS kritisch op nationaal klimaatbeleid en wil zij alleen Europese of mondiale maatregelen, zonder extra nationale lasten of regels.
“Uitfasering van het nationale klimaatbeleid, nadat gezamenlijk is besloten om het Europese beprijzen van CO2 op te schalen.”
“Geen nationale CO2-heffingen en geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”
“Stoppen met actieve industriepolitiek op nationaal en op Europees niveau, omdat dit beleid altijd eindigt in tranen.”
50PLUS kiest expliciet voor de bouw van nieuwe kerncentrales, waar Volt en GL/PvdA juist inzetten op hernieuwbare energie en kernenergie kritisch benaderen of afwijzen.
Waar Volt en GL/PvdA inzetten op brede woningbouw en betaalbaarheid voor alle groepen, legt 50PLUS de nadruk op bouwen voor ouderen en meer-generatiewoningen.
JA21 onderscheidt zich van Volt en GroenLinks/PvdA door te kiezen voor een kleinere overheid, minder EU-invloed, strenge migratiebeperking, behoud van fossiele energie en het afwijzen van nationale klimaatmaatregelen bovenop EU-regels. De partij legt de nadruk op nationale soevereiniteit, economische vrijheid, en het beperken van overheidsuitgaven, waar Volt en GL/PvdA juist pleiten voor meer Europese samenwerking, ambitieuze klimaatdoelen en een grotere rol van de overheid in sociale en ecologische vraagstukken.
JA21 wil de invloed van de EU beperken en nationale zeggenschap herstellen, terwijl Volt en GL/PvdA juist meer Europese integratie en samenwerking nastreven. JA21 verzet zich tegen verdere EU-centralisatie en extra EU-regelgeving.
“Meer referenda, minder EU, meer economische vrijheid en meer invloed op ons grensbeleid.”
“Rigoureuze deregulering van beperkende EU-wetgeving die onze ondernemers en industrie al te lang vastzet.”
“Nationale koppen op EU-regels afschaffen: we introduceren geen nieuwe wetgeving die verder gaat dan EU-regelgeving.”
“Geen invoering van een digitale euro en geen digitale Europese identiteit.”
JA21 pleit voor het fors beperken van migratie, het stellen van migratieplafonds en het afdwingen van integratie, terwijl Volt en GL/PvdA juist inzetten op ruimhartiger migratiebeleid en inclusiviteit.
“Migratie moet sterk beperkt worden, en migranten die Nederland wel opneemt moeten integreren. JA21 wil dus scherpe grenzen stellen aan migratie, hiermee ruimte creëren op de woningmarkt, de Nederlandse cultuur beschermen, en wil integratie afdwingen.”
“Een beleid ontwikkelen om de bevolkingsgroei van Nederland te beperken. Dat betekent onder meer het juridisch verankeren van migratie plafonds en scherpe selectie van arbeidsmigratanten en gezinshereniging.”
“Het aantal huwelijkspartners dat een persoon gedurende zijn leven kan laten overkomen beperken tot maximaal één.”
JA21 kiest expliciet voor het behoud van fossiele energie, kernenergie boven wind en zon, en verzet zich tegen nationale klimaatmaatregelen bovenop EU-regels. Volt en GL/PvdA willen juist versneld verduurzamen, fossiel uitfaseren en extra klimaatmaatregelen nemen.
“Onze betrouwbare fossiele infrastructuur behouden: kolen- en aardgascentrales niet sluiten.”
“Bovenop Europese regels introduceren we geen nationale klimaatheffingen of andere klimaatregelgeving.”
“Voor kernenergie kiezen in plaats van windturbines en zonneparken.”
“Aardgas blijven gebruiken en de doelstelling aardgasvrij in 2050 loslaten.”
“Duurzaamheid alleen ondersteunen als het rendeert.”
JA21 wil een kleinere overheid, lagere belastingen en minder regeldruk, terwijl Volt en GL/PvdA juist pleiten voor een actieve, grotere overheid met meer investeringen in publieke voorzieningen en herverdeling.
“Lagere lasten en een kleine overheid. We willen de hoge collectieve lastendruk verlagen en het aantal ambtenaren structureel terugbrengen.”
“Een faciliterende overheid die zoveel mogelijk ruimte en vrijheid geeft aan werknemers, ondernemers en gemeenschappen.”
“Ondernemen weer lonend maken door de lasten op ondernemers en familiebedrijven te verlagen en een fiscaal aantrekkelijk klimaat te creëren.”
JA21 verzet zich tegen actief diversiteits- en inclusiebeleid, terwijl Volt en GL/PvdA dit juist als speerpunt zien.
De PVV onderscheidt zich van Volt en GroenLinks/PvdA door een uitgesproken nationalistische koers: Nederland moet soeverein blijven, grenzen sluiten voor asielzoekers, en klimaat- en EU-beleid terugdraaien. De partij verwerpt Europese integratie, zet Nederlanders op 1, wil stoppen met klimaatmaatregelen en ontwikkelingshulp, en kiest voor betaalbaarheid boven duurzaamheid. Kernpunten zijn een totale asielstop, afschaffen van klimaatbeleid, en het terughalen van bevoegdheden uit Brussel.
De PVV wil alle asielzoekers weigeren en immigratie, vooral uit islamitische landen, volledig stoppen. Dit staat haaks op Volt en GroenLinks/PvdA, die juist inzetten op humane opvang en internationale solidariteit. De PVV ziet immigratie als bedreiging voor nationale identiteit en sociale voorzieningen.
“Totale asielstop: alle asielzoekers worden aan de grens geweigerd (artikel 72 VWEU)”
“Wij sluiten onze grenzen voor alle asielzoekers en sturen Oekraïense mannen terug naar Oekraïne.”
“Nederland is Nederland niet meer. We hebben te veel vreemdelingen, te veel asielzoekers, te veel islam en veel te veel azc’s. Het opengrenzenbeleid maakt ons land helemaal kapot.”
De PVV verwerpt vrijwel alle klimaatmaatregelen, wil geen nieuwe wind- of zonneparken, geen verplichte elektrificatie, en zet in op goedkope energie uit kolen, gas en kerncentrales. Dit contrasteert scherp met Volt en GroenLinks/PvdA, die juist voorop lopen in klimaatambitie en energietransitie.
“Geen enkele nieuwe windturbine er meer bij; geen nieuwe zonneparken”
“Geen gedwongen elektrificatie in de scheepvaart. Havens en andere kritieke infrastructuur moeten altijd met een meerderheidsaandeel in Nederlandse (publieke) handen blijven.”
“Geen verplichte warmtepomp, niet verplicht van het gas af. Onze moderne, schone kolen- en gascentrales openhouden. Nieuwe kerncentrales bijbouwen, ook kleine modulaire reactoren; inzet op thorium.”
“Geen miljardenverspilling aan klimaatbeleid, maar een betaalbare energierekening.”
De PVV wil bevoegdheden terughalen uit Brussel, vetorechten inzetten, en minder geld naar de EU sturen. Volt en GroenLinks/PvdA zijn uitgesproken pro-Europees en willen juist meer Europese samenwerking.
“Wij willen sterke bilaterale en economische banden met andere landen; samenwerken is prima. Waar wij fel tegen zijn, is een geopolitieke Europese Unie, een Europese superstaat.”
“Niet nóg meer miljarden en bevoegdheden overhevelen naar Brussel, maar juist terughalen. Vetorechten behouden, in ere herstellen én inzetten voor een opt-out op asiel en immigratie!”
“We zijn al jaren de grootste nettobetaler aan Brussel. En ze willen bij elke begroting meer en meer. Het is genoeg!”
De PVV wil volledig stoppen met ontwikkelingshulp en stelt de belangen van Nederlanders altijd voorop, in tegenstelling tot Volt en GroenLinks/PvdA die internationale solidariteit en hulp juist centraal stellen.
De PVV verzet zich fel tegen genderdiversiteit, woke-initiatieven en antidiscriminatiebeleid, waar Volt en GroenLinks/PvdA juist inclusiviteit en diversiteit bevorderen.
“Voor de PVV bestaan er slechts twee geslachten: man en vrouw. In wetten en beleid hoort het biologische geslacht weer leidend te zijn – dus geen “X” in het paspoort. We stoppen met gesubsidieerd wokebeleid en schrappen de hokjesdenkende genderpropaganda op scholen.”
“Handen af van onze geschiedenis, cultuur, identiteit, tradities en feesten; linkse haat tegen helden uit onze geschiedenis stoppen”
“Ontslag voor de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme”
BVNL onderscheidt zich van Volt en GroenLinks/PvdA door een uitgesproken pleidooi voor een veel kleinere overheid, forse belastingverlagingen, het afschaffen van subsidies en klimaatbeleid, een asielstop, en het terugdringen van Europese invloed. De partij kiest voor economische rechtsheid, individuele vrijheid, nationale soevereiniteit en culturele conservativiteit, waar Volt en GL/PvdA juist pleiten voor een sterke overheid, progressief klimaat- en migratiebeleid, en Europese integratie. BVNL’s kernvoorstellen zijn onder meer een vlaktaks, het schrappen van klimaatmaatregelen, een asielstop, en het beperken van overheidsbemoeienis.
BVNL wil de overheid radicaal verkleinen, met minder ambtenaren, minder regels en een forse vermindering van uitgaven, in tegenstelling tot Volt en GL/PvdA die juist inzetten op een actieve, sturende overheid en publieke investeringen.
“BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
“De overheid moet en kan een stuk kleiner worden. Ambtenaren dienen de democratie. Zij die dit weigeren zullen worden ontslagen.”
Waar Volt en GL/PvdA klimaatbeleid en vergroening centraal stellen, wil BVNL juist alle klimaatmaatregelen en subsidies afschaffen en kiest voor kernenergie en aardgas.
BVNL pleit voor een volledige asielstop en het sluiten van de grenzen, terwijl Volt en GL/PvdA juist inzetten op humane opvang en internationale solidariteit.
“BVNL wil een asielstop. Het absorptievermogen is bereikt en Nederland kan de eindeloze toestroom van asielzoekers niet meer aan. De huidige bevolking krimpt en veel van de problemen in de zorg, het onderwijs en op de woningmarkt kunnen worden opgelost door de grenzen te sluiten.”
In tegenstelling tot het progressieve belastingstelsel van Volt en GL/PvdA, wil BVNL een vlaktaks van 25% en het afschaffen van toeslagen en erf- en schenkbelasting.
“BVNL wil een vlaktaks invoeren van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000,-. Tegelijkertijd worden alle andere belastingen en toeslagen afgeschaft.”
“Het toeslagenstelsel afschaffen waardoor de Belastingdienst weer gewoon een organisatie wordt die belastingen int en geen uitkeringsorganisatie meer is.”
“De erf- en schenkbelasting afschaffen zodat onder andere familiebedrijven zonder problemen aan de volgende generatie kunnen worden overgedragen.”
BVNL wil minder Europese invloed en pleit voor een soeverein Nederland, terwijl Volt en GL/PvdA juist meer Europese samenwerking en integratie nastreven.
“BVNL wil dat Nederland weer soeverein wordt. We moeten stoppen met het overhevelen van zeggenschap naar ongekozen supranationale organen zoals de WHO, de EU, de VN en de NAVO.”
“De EU moet worden omgevormd tot een confederatie van samenwerkende landen, zoals de Europese Economische Gemeenschap (EEG) oorspronkelijk bedoeld was.”
BVNL positioneert zich cultureel conservatief en keert zich expliciet tegen ‘woke-isme’, waar Volt en GL/PvdA juist progressief zijn op cultuur en inclusiviteit.
“Daarnaast waait er een gure collectivistische wind door Nederland en neemt het woke-isme steeds extremere vormen aan, waardoor Nederlandse tradities en normen en waarden worden bedreigd.”
“Nederland is geen lege huls. Onze taal, onze normen, onze geschiedenis en onze waarden zijn het fundament van wie wij zijn. Wie Nederland binnenkomt, past zich aan – niet andersom.”
BVNL wil bindende referenda invoeren, in tegenstelling tot Volt en GL/PvdA die hier terughoudender in zijn.
FVD onderscheidt zich fundamenteel van Volt en GroenLinks/PvdA door te pleiten voor een radicaal kleinere overheid, het volledig schrappen van klimaat- en stikstofbeleid, het stoppen van massale immigratie, en het fors verlagen en vereenvoudigen van belastingen. Hun visie is nationaal, soevereinistisch en economisch-liberaal, met nadruk op individuele vrijheid, ondernemerschap en het afwijzen van internationale en Europese regelgeving. FVD wil bestaande instituties en subsidiestructuren ontmantelen en kiest voor beleid dat diametraal tegenover de progressief-linkse koers van Volt en GL/PvdA staat.
FVD wil een vlaktaks, belastingvrije voet, afschaffing van erf- en schenkbelasting, en lagere BTW, terwijl Volt en GL/PvdA juist kiezen voor progressieve belastingen, hogere lasten op vermogen en meer herverdeling. FVD ziet belastingen niet als middel voor nivellering, maar als financiering van een minimale overheid.
“We voeren een vlaktaks in op het inkomen in Box-1, zodat meer verdienen niet wordt afgestraft en altijd volstrekt transparant is hoeveel inkomstenbelasting moet worden betaald.”
“We vervangen de loonheffingskorting door een belastingvrije voet die geldt voor alle werkenden en gepensioneerden, zodat werken altijd loont.”
“Erf- en schenkbelasting schaffen we af.”
“Belastingen dienen enkel om met een goed functionerende, slanke overheid specifieke publieke taken te financieren – niet om inkomens of vermogens kunstmatig gelijk te trekken.”
FVD wil alle klimaatregels en het stikstofbeleid afschaffen, gaswinning hervatten, kolen- en gascentrales heropenen, en kernenergie fors uitbreiden. Dit staat haaks op Volt en GL/PvdA, die juist inzetten op ambitieuze klimaatdoelen, energietransitie en natuurherstel.
“We schrappen alle klimaatregels, beëindigen het aardgasverbod en heropenen moderne kolen- en gascentrales.”
“We nationaliseren de energiesector, zodat winsten in Nederland blijven, blackouts kunnen worden voorkomen en kosten voor de gebruiker omlaag kunnen.”
“Het stikstofbeleid gaat volledig van tafel. Boeren moeten kunnen blijven boeren, vrij van onzinnige regels en (semi-)gedwongen onteigeningen.”
FVD wil een volledige stop op immigratie uit Afrika en het Midden-Oosten en actieve remigratie van laagopgeleiden, terwijl Volt en GL/PvdA juist pleiten voor humane opvang, inclusie en internationale solidariteit.
“Wij willen stoppen met de massale immigratie en remigratie tot stand brengen zodat ons volk ook in de komende tientallen, honderden jaren als zodanig kan blijven bestaan.”
“Wij willen een volledige stop op immigratie uit Afrika en het Midden-Oosten en een aanzienlijke remigratie tot stand brengen van - zeg - 100.000 laagopgeleiden.”
FVD wil de Nederlandse wet altijd boven internationale verdragen stellen, bindende referenda invoeren, en EU-regelgeving afschaffen waar mogelijk. Volt en GL/PvdA zijn uitgesproken pro-Europees en internationaal georiënteerd.
“We schrappen de artikelen 93 en 94 van onze Grondwet zodat de Nederlandse wet altijd boven internationale verdragen en afspraken komt te staan.”
“We werken in Europees verband aan het afschaffen van de Green Deal die de boerenstand kortwiekt, zolang het bestaat wordt het in Nederland niet gehandhaaft.”
FVD wil planbureaus, adviesraden en subsidies voor activistische organisaties afschaffen, terwijl Volt en GL/PvdA juist vertrouwen op onafhankelijke instituties, maatschappelijke organisaties en evidence-based beleid.
“We schaffen achterhaalde adviesorganen zoals CPB, SCP, SER en PBL af, zodat beleid niet langer wordt bepaald door technocraten en lobbyclubs.”
“We stoppen alle subsidies voor organisaties die proefprocessen voeren tegen de staat. Ook niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) krijgen geen subsidie meer.”
De VVD onderscheidt zich van Volt en GroenLinks/PvdA door een sterke focus op lagere lasten voor werkenden, het beperken van herverdeling en nivellering, een kleinere en efficiëntere overheid, en het prioriteren van economische groei en veiligheid boven sociale zekerheid en zorg. De partij kiest expliciet voor minder uitgaven in plaats van hogere belastingen, wil sociale voorzieningen beperken, en zet werkenden centraal. Dit staat in contrast met Volt en GL/PvdA, die juist meer herverdeling, hogere publieke investeringen en een grotere rol voor de overheid nastreven.
De VVD verzet zich tegen verdere nivellering en herverdeling, en kiest ervoor om de lasten voor werkenden en de middenklasse te verlagen. Dit is een fundamenteel verschil met Volt en GL/PvdA, die juist meer herverdeling en hogere lasten voor hogere inkomens bepleiten.
“We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“De VVD perkt de Haagse herverdelingsmachine in.”
“Wie werkt moet beloond worden door er meer op vooruit te gaan dan mensen die wel kunnen werken maar niet willen werken. Dat is gewoon eerlijk.”
“We leggen in een Koopkrachtwet vast dat werkenden er ieder jaar in koopkracht méér op vooruit moeten gaan dan niet-werkenden.”
De VVD kiest ervoor om overheidsuitgaven te beperken in plaats van belastingen te verhogen, met name op het gebied van zorg en sociale zekerheid. Dit contrasteert met Volt en GL/PvdA, die juist pleiten voor hogere publieke investeringen en bereid zijn belastingen te verhogen.
“De VVD kiest voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen. Zo leggen we de rekening niet bij hardwerkende Nederlanders of ondernemers neer, maar bij de overheid zelf.”
“We willen dat overheidsuitgaven niet harder groeien dan de economie.”
“Meer bij defensie en veiligheid, minder naar sociale zekerheid en zorg: De VVD kiest voor investeren in onze veiligheid... Dat betekent wel dat we keuzes zullen moeten maken in de zorg en de sociale zekerheid, zoals een kleiner basispakket, meer eigen bijdragen, een efficiënter zorgstelsel en een veel meer activerende sociale zekerheid.”
De VVD wil een kleinere, effectievere overheid met minder regeldruk en bureaucratie, terwijl Volt en GL/PvdA juist een grotere rol voor de overheid zien in het oplossen van maatschappelijke problemen.
“De VVD kiest voor een overheid die uitgaat van een sterke samenleving... Met een deltaplan ‘ontregelen’ willen we de overheid doelmatiger en effectiever maken, beleid en uitvoering dichter bij elkaar brengen, minder regeldruk en af van doorgeslagen bureaucratie.”
“We willen toe naar een fundamenteel effectievere overheid, met veel minder (complexe) wet- en regelgeving, met aandacht voor wat mensen thuis nodig hebben.”
De VVD wil sociale zekerheid beperken en meer inzetten op activering, terwijl Volt en GL/PvdA juist pleiten voor een sterkere sociale zekerheid en minder nadruk op eigen verantwoordelijkheid.
“Dat betekent wel dat we keuzes zullen moeten maken in de zorg en de sociale zekerheid, zoals een kleiner basispakket, meer eigen bijdragen, een efficiënter zorgstelsel en een veel meer activerende sociale zekerheid.”
“We willen dat mensen in de bijstand, autochtoon of nieuwkomer, actief aan een baan worden geholpen, waarbij we naar Rotterdams model kiezen voor focus op intensieve hulp voor mensen die het meest kans hebben om snel aan het werk te gaan.”
De VVD verschuift middelen van ontwikkelingssamenwerking naar defensie, terwijl Volt en GL/PvdA juist meer internationale solidariteit en ontwikkelingshulp willen.
“De VVD gaat mee met de huidige geopolitieke realiteit door te investeren in defensie en minder uit te geven aan ontwikkelingssamenwerking.”
“Elke euro die Nederland in het buitenland uitgeeft, moet bijdragen aan onze eigen veiligheid, vrijheid en economische kracht. Dit geldt dus ook voor de middelen die we inzetten voor ontwikkelingssamenwerking.”
BBB onderscheidt zich van Volt en GroenLinks/PvdA door een sterke focus op regionale gelijkwaardigheid, terughoudende en dienstbare overheid, nuchter en uitvoerbaar klimaat- en landbouwbeleid, en het schrappen van nationale koppen op Europees beleid. BBB verzet zich tegen ideologisch en centraal gestuurd beleid, pleit voor minder regelgeving, en benadrukt het belang van economische haalbaarheid en het behoud van traditionele sectoren zoals landbouw en visserij. Hun visie is pragmatisch, regionaal gericht en sceptisch tegenover extra nationale regels en ambitieuze klimaatdoelen zonder realiteitszin.
BBB wil geen strengere nationale regels bovenop Europese wetgeving, in tegenstelling tot Volt en GL/PvdA die vaak pleiten voor extra nationale ambities op klimaat, milieu en sociale thema’s. BBB ziet dit als schadelijk voor het gelijke speelveld en de concurrentiepositie van Nederland.
“Geen nationale koppen op Europees beleid. Extra nationale regels bovenop EU wetgeving worden zoveel mogelijk geschrapt.”
“Het afschaffen van nationale koppen op Europees klimaatbeleid (zoals extra CO₂heffing).”
“Er mogen geen nationale koppen komen op Europees beleid waarmee we ons zwaardere verplichtingen opleggen dan de EU voorschrijft.”
Waar Volt en GL/PvdA kiezen voor ambitieuze en snelle klimaatmaatregelen, legt BBB de nadruk op uitvoerbaarheid, betaalbaarheid en het voorkomen van economische schade. BBB is kritisch op ideologisch klimaatbeleid en pleit voor een pauze op windenergie en realistische doelen.
“Klimaatbeleid moet haalbaar, uitvoerbaar en betaalbaar zijn. We herzien afspraken als ze leiden tot onrealistische ambities of onbetaalbare oplossingen.”
“We maken ons zorgen over de economische schade van ideologisch klimaatbeleid.”
“Pauzeknop voor windenergie. Er komt een pas op de plaats bij uitbreiding van wind op land en op zee.”
BBB stelt het belang van alle regio’s centraal en verzet zich tegen beleid dat vooral op de Randstad is gericht, terwijl Volt en GL/PvdA meer nationaal en stedelijk georiënteerd zijn. BBB wil meer regionale slagkracht en investeringen buiten de grote steden.
“Het economisch beleid van de rijksoverheid richt zich nog te vaak op de Randstad en een paar grote kennisclusters. Daardoor blijven andere delen van Nederland met name grensregio’s en plattelandsgebieden achter, terwijl daar volop economische kansen liggen.”
“Elke regio telt! BBB laat de stem van de provincie weerklinken in Den Haag. Daarmee is BBB de regiopartij bij uitstek.”
BBB pleit voor een kleinere, dienstbare overheid die zich terughoudend opstelt, minder regels oplegt en kritisch is op diversiteitsbeleid. Dit contrasteert met Volt en GL/PvdA, die juist een actieve, inclusieve overheid en diversiteitsbeleid voorstaan.
“Een dienstbare overheid begint bij eenvoud, slagkracht en focus op kerntaken. BBB stelt een structurele bezuiniging (apparaatskorting) voor op ministeries met uitzondering van Defensie, Infrastructuur en Waterstaat en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.”
“Daar hoort geen miljoenen verslindend diversiteitsbeleid bij dat mensen etiketten opplakt en in hokjes plaatst.”
BBB kiest expliciet voor het beschermen van de agrarische sector, visserij en regionale tradities, waar Volt en GL/PvdA juist inzetten op verduurzaming en krimp van deze sectoren.
De SGP onderscheidt zich van Volt en GroenLinks/PvdA door haar behoudende, christelijk-sociale visie, met nadruk op gezinswaarden, terughoudendheid in overheidsingrijpen, en een sterke focus op landbouw, fiscale rechtvaardigheid en energiebeleid. De partij verzet zich tegen vergaande nivellering, hogere erfbelasting, en snelle verduurzaming ten koste van betaalbaarheid of landbouw. SGP kiest voor een gematigde, pragmatische koers, waarbij traditie, draagkracht en haalbaarheid centraal staan.
SGP wijst een progressieve vermogensaanpak en verhoging van de erfbelasting af, in tegenstelling tot Volt en GL/PvdA die juist pleiten voor hogere belastingen op vermogen en erfenissen. SGP wil fiscale rechtvaardigheid zonder nivellering of 'jacht' op rijkdom, en vereenvoudiging van de erfbelasting.
SGP verdedigt fiscale voordelen en steunregelingen voor de landbouw, en verzet zich tegen een ongelijk speelveld en strengere milieueisen. Dit contrasteert sterk met Volt en GL/PvdA, die juist landbouwsubsidies willen hervormen en milieueisen aanscherpen.
SGP kiest voor een brede energiemix, behoud van aardgas op korte termijn, en meer inzet op kernenergie, terwijl Volt en GL/PvdA juist snel van fossiel af willen en kernenergie afwijzen of slechts als laatste redmiddel zien.
“Aardgas blijft voorlopig een belangrijke brandstof en is relatief schoon.”
“De SGP wil daarom meer inzet op ontwikkeling en opschaling van alternatieve energiebronnen met een meer voorspelbare productie, als aquathermie, geothermie, kernenergie, getijdenenergie...”
“De Noordzee wordt niet volgebouwd met windparken vanwege de gevolgen voor het ecosysteem van de Noordzee en de ruimte voor de visserij. Er komt meer inzet op kerncentrales en getijdencentrales.”
SGP is tegen het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek en wil de financieringsmogelijkheden voor starters en eenverdieners behouden, terwijl Volt en GL/PvdA juist pleiten voor afbouw van deze fiscale voordelen.
SGP vindt financiering van kinderopvang geen overheidstaak en wil maximale keuzevrijheid voor gezinnen, in tegenstelling tot Volt en GL/PvdA die juist pleiten voor publieke, toegankelijke kinderopvang.
“Het faciliteren en financieren van de kinderopvang is namelijk geen overheidstaak.”
SGP baseert haar beleid expliciet op christelijke normen en gezinswaarden, wat haaks staat op de seculiere, progressieve benadering van Volt en GL/PvdA.
De ChristenUnie onderscheidt zich van Volt en GroenLinks/PvdA door een uitgesproken focus op behoud van representatieve democratie zonder referenda, een sterke nadruk op financiële degelijkheid en het beperken van Europese integratie. Hun beleid legt de nadruk op het beschermen van minderheden, het vereenvoudigen van het belastingstelsel en het behouden van nationale en lokale autonomie, in tegenstelling tot de meer progressieve, pro-Europese en participatieve democratie-standpunten van Volt en GroenLinks/PvdA.
De ChristenUnie verzet zich expliciet tegen het invoeren van referenda en andere vormen van directe democratie, waar Volt en GroenLinks/PvdA juist voorstander zijn van meer burgerparticipatie en referenda. De partij benadrukt het belang van een representatief stelsel en het beschermen van minderheden.
“Referenda bieden schijninvloed en horen dus niet thuis in de grondwet.”
“We voeren geen districtenstelsel of kiesdrempel in. In een districtenstelsel gaat het meer over poppetjes en minder over inhoud. Een kiesdrempel en districtenstelsel zorgen er bovendien voor dat het moeilijker wordt voor kleinere groepen in de samenleving om een eigen politieke inbreng te hebben.”
Waar Volt en GroenLinks/PvdA meer ruimte laten voor investeren met geleend geld, kiest de ChristenUnie voor een strikt begrotingsbeleid en het niet financieren van consumptieve uitgaven met schuld. Dit is een duidelijk verschil in economische visie.
“In tegenstelling tot het huidige kabinet gaan we geen consumptieve uitgaven financieren met meer schuld, maar stoppen we juist geld in investeringen die zich terugverdienen, zoals woningbouw, infrastructuur en energienetten.”
“De ChristenUnie onderstreept het Stabiliteits- en Groeipact, en de bijbehorende richtlijnen voor begrotingstekorten en de overheidsschuld. Liever koersen we op een lager (structureel) tekort.”
De ChristenUnie is terughoudend met het overdragen van bevoegdheden aan de EU en benadrukt nationale soevereiniteit, terwijl Volt en GroenLinks/PvdA juist pleiten voor meer Europese samenwerking en integratie.
“Voor de ChristenUnie is subsidiariteit het uitgangspunt: besluiten worden genomen op het laagst mogelijke niveau, zo dicht mogelijk bij mensen. Wij verzetten ons tegen Europese bemoeizucht”
“Het Europees Parlement vergadert voortaan alleen nog in Brussel. Reizen tussen Brussel en Straatsburg is kostbaar en inefficiënt.”
De ChristenUnie wil het toeslagenstelsel volledig vervangen door een verzilverbare belastingkorting en een inkomensonafhankelijke kinderbijslag, wat afwijkt van de meer inkomensafhankelijke benaderingen van Volt en GroenLinks/PvdA.
“De wirwar van toeslagen vervangen we door een eenvoudige belastingkorting. Zo blijft het gegarandeerd de eerste € 30.000 die per jaar verdient belastingvrij én is er geen sprake meer van onzekerheid en terugvorderingen.”
“In plaats van toeslagen krijgt iedere Nederlander maandelijks een korting op de te betalen inkomstenbelasting. Als de korting hoger is dan het belastingbedrag, wordt het verschil uitgekeerd.”
“Het bedrag per kind is € 4500 per jaar (€ 375 per maand).”
De ChristenUnie is terughoudend over snelle medische interventies bij jongeren met gendervragen en benadrukt het respecteren van de eigen sekse, wat contrasteert met de meer progressieve benadering van Volt en GroenLinks/PvdA.
“Het is belangrijk dat het bevragen van genderidentiteit niet de norm wordt, en dat de eigen sekse als uitgangspunt wordt gerespecteerd.”
“Naar aanleiding van onderzoeken in onder meer het Verenigd Koninkrijk en Scandinavische landen is het verstandig ook in Nederland te onderzoeken of de daar geleerde lessen over te snelle medische interventies hier toegepast moeten worden.”
NSC onderscheidt zich van Volt en GroenLinks/PvdA door een sterkere nadruk op nationale soevereiniteit, een regionaal kiesstelsel, beperking van migratie, en behoud van de menselijke maat in bestuur. Hun voorstellen richten zich op het versterken van de band tussen burger en overheid, het beperken van Europese integratie, en het decentraliseren van besluitvorming. NSC kiest voor realisme, terughoudendheid met schaalvergroting en centralisatie, en een kritische houding ten opzichte van technocratie en abstract beleid.
NSC wil de band tussen kiezer en Kamerlid versterken via een regionaal kiesstelsel, wat haaks staat op de voorkeur van Volt en GL/PvdA voor het huidige evenredige stelsel. Dit voorstel beoogt regionale belangen beter te vertegenwoordigen en de afstand tussen burger en politiek te verkleinen.
“We willen de band tussen kiezer en Kamerlid versterken door een regionaal kiesstelsel in te voeren met meervoudige kiesdistricten.”
“De overgebleven zetels worden zo toegewezen dat er sprake blijft van evenredige vertegenwoordiging. De zorgen en belangen van mensen uit alle delen van het gehele land worden zo beter gehoord in het parlement.”
NSC is uitgesproken kritisch op verdere Europese integratie en wil nationale soevereiniteit behouden, terwijl Volt en GL/PvdA juist pleiten voor meer Europese samenwerking en integratie. NSC stelt duidelijke grenzen aan EU-bevoegdheden en benadrukt het subsidiariteitsbeginsel.
“We zijn tegen de ‘ever closer union’. Binnen Europa bepleiten we een stevige opstelling van Nederland, constructief maar realistisch. Taken, bevoegdheden en budgetten blijven van ons, deze nationale soevereiniteit bewaken we.”
“De EU mag alleen maatregelen nemen als die doeltreffender zijn dan nationale, regionale of lokale maatregelen (het subsidiariteitsbeginsel).”
NSC kiest voor een strenger en restrictiever migratiebeleid dan Volt en GL/PvdA, met nadruk op beperking van arbeids-, studie- en asielmigratie. Dit contrasteert met het meer open en inclusieve migratiestandpunt van Volt en GL/PvdA.
“Minder arbeidsmigratie. We pakken misstanden en uitbuiting streng aan. Onderbetaalde arbeidsmigranten (zoals in delen van de vleessector) mogen geen verdienmodel zijn.”
“Minder privileges voor kennismigranten (expats).”
“Minder studiemigratie. Nederlandse studenten hebben voorrang en er komen flink minder Engelstalige opleidingen.”
“Minder asielmigratie. Door strenge en realistische maatregelen met opvang in de regio.”
NSC is kritisch op schaalvergroting en centralisatie in het bestuur, waar Volt en GL/PvdA vaker pleiten voor regionale samenwerking en soms schaalvergroting. NSC wil herindeling alleen bij draagvlak en benadrukt het belang van de menselijke maat.
“Gemeentelijke en provinciale herindeling kunnen alleen plaatsvinden als hiervoor draagvlak bestaat bij de bevolking; schaalvergroting leidt niet per definitie tot beter bestuur en gaat in de praktijk vaak ten koste van de menselijke maat.”
NSC verzet zich tegen een technocratische bestuurscultuur en abstract beleid, en wil meer aandacht voor de menselijke maat en inhoudelijk debat. Dit contrasteert met Volt en GL/PvdA, die technocratische oplossingen en evidence-based beleid juist vaak omarmen.
“Beleid wordt gebaseerd op modellen en burgers worden behandeld als klanten. De doorgeslagen managementcultuur ziet alleen cijfers en niet de mensen achter die getallen.”
“We bouwen aan een overheid die mensen en waarden centraal stelt en niet de abstracte modellen. Waar de stem van de burger zwaarder weegt dan die van lobbygroepen of belangenorganisaties.”
BIJ1 onderscheidt zich van Volt en GroenLinks/PvdA door radicaal linkse, antikapitalistische en dekoloniale standpunten, met nadruk op democratisering van economie en samenleving, onteigening en nationalisatie, en het afschaffen van marktwerking in essentiële sectoren. Hun programma bevat concrete voorstellen zoals het verplichten van werknemersraden met vetorecht, volledige nationalisatie van zorg en OV, gratis onderwijs, en het afschaffen van de monarchie. BIJ1 kiest voor een systeemverandering gericht op collectief eigendom, bindende burgerinspraak en radicale gelijkwaardigheid.
BIJ1 wil de macht in grote bedrijven structureel verschuiven naar werknemers door wettelijk verplichte raden met vetorecht over belangrijke besluiten. Dit gaat veel verder dan de inspraakmodellen van Volt en GL/PvdA, die vooral inzetten op medezeggenschap en sociale dialoog.
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
BIJ1 pleit voor volledige nationalisatie van zorg, OV, energie, banken en onderwijs, en onteigening van fossiele bedrijven bij sluiting. Dit is veel radicaler dan Volt en GL/PvdA, die marktwerking willen beperken of publieke regie willen versterken, maar geen grootschalige onteigening of nationalisatie voorstellen.
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd.”
“Vervuilende en fossiele bedrijven die sluiten worden onteigend. Hun kapitaal, machines en infrastructuur worden ingezet voor publieke doelen.”
“De belangrijke sectoren van de economie komen daarom volledig in publieke handen. Zoals banken, energiebedrijven, netbeheerders, het onderwijs, de zorg en het ov.”
“We zorgen dat huisjesmelkers niet méér huur aan jou kunnen rekenen dan eerlijk is, met bindende maximumprijzen voor elke woning. Te hoge huren maken we lager. Ook in de vrije sector, met terugwerkende kracht.”
BIJ1 wil al het onderwijs gratis maken en alle studieschulden van de 'pechgeneratie' volledig kwijtschelden. Volt en GL/PvdA pleiten voor verlaging of hervorming van het collegegeld, maar niet voor volledige afschaffing en kwijtschelding.
“We schaffen collegegeld af: al het onderwijs wordt gratis. Alle studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we volledig kwijt.”
BIJ1 wil burgers bindend laten meebeslissen over nieuwe wetten via landelijke gespreksrondes en inspraaksessies, wat verder gaat dan de burgerberaden en consultaties die Volt en GL/PvdA voorstellen.
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
BIJ1 wil de monarchie volledig afschaffen, een republiek instellen en een nieuwe, antikoloniale grondwet invoeren. Volt en GL/PvdA willen de monarchie democratiseren of moderniseren, maar niet afschaffen.
“De monarchie wordt afgeschaft: Nederland wordt een democratische republiek. We pakken de rijkdom van de adel terug. En gebruiken dit voor rechtsherstel voor de voormalige koloniën.”
“Nederland krijgt een nieuwe Grondwet die de bestaande koloniale, kapitalistische Grondwet vervangt.”
BIJ1 pleit expliciet voor open grenzen voor mensen en het tegengaan van kapitaalvlucht, terwijl Volt en GL/PvdA kiezen voor gereguleerde migratie en internationale samenwerking tegen belastingontwijking, maar geen open grenzen bepleiten.
“Wij staan voor open grenzen voor mensen, maar niet voor kapitaal. We gaan kapitaalvlucht tegen.”
Het CDA onderscheidt zich van Volt en GroenLinks/PvdA door een sterkere nadruk op lokale autonomie, minder nationale regeldruk, behoud van religieuze en maatschappelijke tradities, en een gematigdere koers op klimaat, migratie en economie. Het CDA kiest voor realisme, minder centrale sturing en meer ruimte voor maatschappelijke initiatieven, terwijl Volt en GL/PvdA doorgaans centraler, progressiever en internationaler georiënteerd zijn. Belangrijke voorstellen zijn het schrappen van de nationale CO2-heffing, het beschermen van religieuze gemeenschappen, en het beperken van regeldruk.
Het CDA wil minder landelijke regels en meer ruimte voor gemeenten en maatschappelijke initiatieven, in tegenstelling tot Volt en GL/PvdA die vaker kiezen voor centrale sturing en uniforme landelijke normen. CDA benadrukt het belang van lokale verschillen en maatwerk, en wil de overheid kleiner en effectiever maken.
“We willen daarom in overleg met gemeenten komen tot vereenvoudiging en een basisniveau van gemeentelijke regelingen, met mogelijkheden voor maatwerk.”
“Een effectievere overheid is zo ook een kleinere overheid.”
“Gemeenten, provincies en waterschappen zijn niet alleen uitvoerders van Haagse plannen, maar ook zelfstandige overheden met hun eigen legitimiteit.”
Het CDA kiest voor het schrappen van de nationale CO2-heffing en een meer stapsgewijze, realistische aanpak van klimaatdoelen, waar Volt en GL/PvdA juist pleiten voor stevige nationale en Europese klimaatmaatregelen en hogere belastingen op vervuiling.
Het CDA beschermt expliciet religieuze gemeenschappen en maatschappelijke verenigingen, terwijl Volt en GL/PvdA hier minder nadruk op leggen en vaker kiezen voor een seculiere, universele benadering.
“Kerken, moskeeën en andere geloofsgemeenschappen vormen voor velen een bron van zingeving, verbondenheid en zorg voor elkaar. Deze maatschappelijke waarde verdient blijvend erkenning en ruimte.”
Het CDA kiest voor verplichte inburgering en het beperken van de zelfredzaamheidsroute voor statushouders, in tegenstelling tot Volt en GL/PvdA die doorgaans inzetten op meer ondersteuning en minder verplichtingen.
Het CDA benadrukt realisme, het loslaten van de maakbaarheidsgedachte en het stellen van haalbare ambities, waar Volt en GL/PvdA vaak ambitieuzer en idealistischer zijn in hun doelen.
DENK onderscheidt zich van Volt en GroenLinks/PvdA door een uitgesproken focus op religieuze vrijheid, behoud van bijzonder onderwijs, een harde lijn tegen Israël, en een meer pragmatische, minder centralistische houding ten opzichte van de EU. Hun beleid legt sterk de nadruk op bescherming van religieuze minderheden, behoud van soevereiniteit, en een radicale positie in het Israël/Palestina-conflict, waar Volt en GL/PvdA gematigder zijn. DENK kiest daarnaast voor concrete sociale maatregelen die soms verder gaan dan die van Volt en GL/PvdA, zoals het volledig behouden van artikel 23 en het expliciet afwijzen van bemoeienis met religieus onderwijs.
DENK verdedigt zonder compromis het recht op religieus en bijzonder onderwijs en wil geen extra belemmeringen voor het stichten van nieuwe scholen, in tegenstelling tot Volt en GL/PvdA die kritisch zijn op artikel 23 en meer nadruk leggen op seculier onderwijs en beperking van segregatie.
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
“Geen controle op religieus onderwijs. De wet toezicht op informeel onderwijs wordt zo snel mogelijk ingetrokken.”
DENK neemt een veel radicalere en activistische positie in tegen Israël dan Volt en GL/PvdA, die doorgaans kiezen voor diplomatieke druk en een tweestatenoplossing. DENK spreekt expliciet van "genocide" en eist de "zwaarst mogelijke maatregelen" tegen Israël.
“Vanaf het begin van de brute genocide die 'Israël' pleegt in Gaza staat DENK elke dag vooraan om de zwaarst mogelijke maatregelen tegen 'Israël' te eisen.”
“Wat DENK betreft doen we er alles aan om de Nederlandse medeplichtigheid aan deze genocide te stoppen en trekken we alles uit de kast om dit vreselijke onrecht te stoppen.”
Waar Volt en GL/PvdA sterk pro-EU zijn en pleiten voor meer Europese integratie, is DENK expliciet pragmatisch en benadrukt het belang van nationale soevereiniteit en parlementaire zeggenschap.
“Wij zijn pragmatische voorstanders van de EU: als wij uitdagingen beter in Europees verband kunnen aanpakken, dan zijn wij daar een voorstander van. Wij hechten aan het borgen van inspraak van ons nationale parlement bij EU regelgeving en hechten aan het behouden van onze soevereine zeggenschap over hoe ons land wordt bestuurd.”
DENK wil dat religieuze instellingen met vertrouwen worden benaderd en dat overheidsbemoeienis wordt teruggedrongen, terwijl Volt en GL/PvdA doorgaans meer nadruk leggen op scheiding van kerk en staat.
“Religieuze instellingen worden met vertrouwen benaderd. Knellende regels die de maatschappelijke activiteiten van religieuze instellingen belemmeren worden afgeschaft en de overheidsbemoeizucht bij religieuze instellingen verdwijnt.”
In tegenstelling tot Volt en GL/PvdA, die pleiten voor extra belastingen op vlees, suiker en plastic om duurzaamheid te bevorderen, wijst DENK deze expliciet af vanwege de sociale ongelijkheid die dit volgens hen veroorzaakt.
“Daarom komt er géén belasting op vlees, géén extra heffing op suiker en géén toeslag op plastic verpakkingen. Deze heffingen vergroten de ongelijkheid.”
DENK stelt een hoger minimumloon (18 euro per uur) en directe prijsmaatregelen voor boodschappen voor, wat verder gaat dan de voorstellen van Volt en GL/PvdA.
De Partij voor de Dieren (PvdD) onderscheidt zich van Volt en GroenLinks/PvdA door haar radicale prioriteit voor dierenwelzijn, natuur en het welzijn van mens en planeet boven economische groei en traditionele welvaartsindicatoren. PvdD kiest voor een fundamentele systeemverandering, met onder meer het afschaffen van het aandeelhoudersmodel, het stoppen van fossiele subsidies, een veel strengere landbouw- en energieagenda, en het expliciet afwijzen van gentechnologie. Hun visie is uitgesproken ecocentrisch en antikapitalistisch, met concrete voorstellen die verder gaan dan de meeste andere partijen.
PvdD plaatst dierenrechten en het beëindigen van de veehouderij centraal, veel radicaler dan Volt of GL/PvdA. Waar deze partijen inzetten op verduurzaming, kiest PvdD voor het sluiten van slachthuizen, het stoppen van subsidies voor veehouderij en een verbod op technologische ‘lapmiddelen’ in de sector.
“Op het moment dat een regio veevrij is, sluiten we daar het slachthuis. Dit bevrijdt de dieren uit de voedselketen en stopt de uitbuiting van migranten die werken in de slachthuizen.”
“Subsidies om de milieuschade van de veehouderij te beperken, worden niet meer besteed aan technologische lapmiddelen zoals zogenaamd emissiearme stalsystemen. Dat beleid heeft aantoonbaar gefaald en zorgt bovendien voor verdere schaalvergroting.”
PvdD is uitgesproken tegen elke vorm van gentechnologie, inclusief nieuwe technieken als CRISPR-Cas, terwijl Volt en GL/PvdA hier (veel) minder strikt in zijn of zelfs ruimte laten voor innovatie.
“De Partij voor de Dieren verzet zich daartegen, en is tegen de inzet van gentech, inclusief nieuwe technieken zoals CRISPR-Cas.”
PvdD wil af van het Bruto Binnenlands Product (BBP) als leidraad voor beleid en economische groei als doel, en kiest voor brede welvaart als nieuwe norm. Dit is een fundamenteel verschil met Volt en GL/PvdA, die weliswaar kritisch zijn op groei, maar deze niet volledig loslaten als beleidsdoel.
“In plaats van het Bruto Binnenlands Product (BBP) maken we de Monitor Brede Welvaart leidend in beleid. De overheid stopt met rapporteren van economische groei.”
PvdD wil per direct stoppen met nieuwe fossiele projecten en subsidies, en is hierin strikter dan Volt en GL/PvdA, die doorgaans een gefaseerde afbouw voorstellen.
“We stoppen direct met nieuwe concessies voor gas- en olievelden, schaffen investeringssubsidies af en stoppen met uitbreiding van fossiele infrastructuur, zoals LNG-terminals, in lijn met het Fossiele Brandstof Non-Proliferatieverdrag.”
PvdD wijst biomassa, biobrandstoffen en mestvergisting als ‘duurzame’ energiebronnen volledig af, in tegenstelling tot Volt en GL/PvdA die deze soms als transitie-optie accepteren.
“Biomassaverbranding voor energie krijgt geen subsidie meer. Het is door Europa ten onrechte gedefinieerd als hernieuwbare energie.”
“Biobrandstoffen zijn geen duurzame oplossing voor de transport- en mobiliteitssector. ... Er komt een einde aan de bijmengverplichting.”
“Gas gemaakt van mest en ander agrarisch afval is niet groen en houdt de intensieve veehouderij in stand. We stoppen met mestvergisters.”
PvdD stelt een zeer ambitieus energiebesparingsdoel en verbiedt megadatacenters, waar Volt en GL/PvdA minder vergaande keuzes maken.
De SP onderscheidt zich van GroenLinks/PvdA en Volt door een radicaal socialer en antikapitalistisch beleid te bepleiten, met een sterke nadruk op het direct aanpakken van ongelijkheid, het nationaliseren van publieke voorzieningen, en het afwijzen van militarisering en neoliberale EU-integratie. De partij kiest voor forse herverdeling van rijkdom, een Nationaal ZorgFonds zonder eigen risico, prijsregulering van basisproducten, en volledige publieke grip op energie en openbaar vervoer. De kern van hun visie is dat grote, structurele veranderingen nodig zijn voor een écht sociaal Nederland, in tegenstelling tot wat zij zien als de gematigde, compromisgerichte koers van GL/PvdA en Volt.
De SP kiest voor een veel verdergaande herverdeling van rijkdom dan GL/PvdA en Volt, met een miljonairsbelasting, een vermogensplafond en het fors verhogen van de belasting op kapitaal. Dit is bedoeld om structurele ongelijkheid te doorbreken en publieke voorzieningen te financieren, waar andere partijen minder ver in gaan.
“vermogens worden amper belast of zelfs gesubsidieerd. Daarom verhogen we de belasting voor het inkomen uit kapitaal naar het niveau van de inkomstenbelasting, voeren we een miljonairsbelasting in voor vermogens boven 5 miljoen euro en stoppen we met subsidies voor miljardairs.”
“Daarnaast voeren wij een vermogensplafond in voor vermogens boven de 50 miljoen euro.”
“Voor erfenissen tussen de honderd en vijfhonderdduizend stellen we het tarief gelijk met de inkomstenbelasting (37,5%),... Boven de half miljoen is er een kleine groep die vele miljoenen erft, dat gaan we zwaarder belasten zodat enorme ongelijkheid niet meer van generatie op generatie wordt overgedragen.”
Waar GL/PvdA en Volt kiezen voor regulering en publieke regie, pleit de SP expliciet voor volledige nationalisatie van energievoorzieningen en openbaar vervoer. Dit is een fundamenteel verschil in visie op eigendom en zeggenschap over basisvoorzieningen.
“De SP nationaliseert de energievoorzieningen en maakt ze daarmee weer betaalbaar én duurzaam, met publieke zeggenschap en solidariteit als uitgangspunt.”
“Energiebedrijven komen weer in publieke of lokale handen, zodat we de kosten kunnen verlagen, de investeringen in schone energie steken en verspilling tegengaan.”
“We maken ons hard voor openbaar vervoer dat niemand uitsluit door de omvang van hun portemonnee. De reis naar werk, familie en zorg is belangrijk voor mens, maatschappij, klimaat en economie. Daarom moet het openbaar vervoer zo snel mogelijk vrije toegang bieden.”
De SP wil prijsregulering en maximumprijzen voor basisproducten zoals voedsel, medicijnen, energie en internet, waar GL/PvdA en Volt vooral inzetten op inkomensondersteuning en marktregulering. Dit is een directere, interventionistische aanpak.
“Daarom moeten we de prijzen van basisproducten, zoals gezond eten, medicijnen, energie en internet, gaan controleren, reguleren en blokkeren.”
“zoals het SPwoonplan ‘Wonen zonder Winst’, een Nationaal ZorgFonds zonder eigen risico en betaalbare boodschappen door prijsverhogingen te blokkeren en de btw te verlagen.”
De SP verzet zich expliciet tegen de verhoging van het defensiebudget naar de NAVO-norm (Trumpnorm), in tegenstelling tot GL/PvdA en Volt die deze norm accepteren. De SP ziet dit als een bedreiging voor de welvaartsstaat.
“Dat vraagt om een stop op de steeds verdergaande militarisering en wapenwedloop. Partijleiders van Timmermans tot en met Wilders hebben zich gecommitteerd aan de Trumpnorm van vijf procent. Het gaat hierbij om het astronomische bedrag van 35 miljard euro per jaar extra. Dit leidt nu al en zal nog meer leiden tot bezuinigingen op onze zorg, onderwijs en sociale zekerheid.”
De SP wijst de huidige koers van de EU als neoliberaal af en wil meer nationale zeggenschap over publieke voorzieningen, waar GL/PvdA en Volt juist voor verdieping van Europese samenwerking zijn.
“De EU is van een Europees vredesproject verworden tot een neoliberaal instrument van het bedrijfsleven. De SP wil af van een Europa dat werkt voor het kapitaal en naar een sociale unie. Europa mag lidstaten niet langer verplichten hun publieke voorzieningen in de uitverkoop te doen.”
D66 onderscheidt zich van Volt en GroenLinks/PvdA door een uitgesproken sociaal-liberale koers, met nadruk op individuele keuzevrijheid, een eenvoudiger toeslagenstelsel, en een sterk pro-Europese integratie. De partij kiest voor een drastische vereenvoudiging van het sociale vangnet, ambitieuze Europese investeringen en een evenwichtige aanpak van vergroening en economische groei. D66 legt de nadruk op het afbouwen van fiscale voordelen voor woningbezit, het invoeren van een individueel basisbedrag in plaats van toeslagen, en het vergroten van de Europese begroting.
D66 wil het huidige complexe toeslagenstelsel vervangen door een individueel basisbedrag, waarmee ze verder gaan dan Volt en GL/PvdA, die vooral inzetten op vereenvoudiging maar niet op volledige afschaffing. Dit is een fundamenteel verschil in visie op bestaanszekerheid en sociale zekerheid.
D66 is uitgesprokener dan Volt en GL/PvdA in het pleiten voor een verdubbeling van de Europese begroting, gezamenlijke Europese leningen en eigen EU-inkomstenbronnen. Dit gaat verder dan de federalistische ambities van Volt en de pro-Europese houding van GL/PvdA.
D66 kiest voor het versneld afbouwen van de hypotheekrenteaftrek en het gelijktrekken van fiscale voordelen tussen huurders en kopers, waarbij opbrengsten direct teruggaan naar lagere inkomstenbelasting voor iedereen. Dit is concreter en directer dan de voorstellen van Volt en GL/PvdA, die doorgaans voorzichtiger zijn met het aanpakken van de hypotheekrenteaftrek.
“We verkleinen de verschillen in fiscale voordelen tussen huurders en mensen met een koopwoning. Dit doen we onder andere via de afbouw van de hypotheekrenteaftrek, verlaging van het btw-tarief op nieuwbouw en aanscherping van het eigenwoningforfait voor de duurste huizen.”
“We steken de opbrengsten helemaal in lagere inkomstenbelasting voor iedereen. Zo heeft iedereen belastingvoordeel en remmen we de stijging van de huizenprijzen af.”
D66 kiest voor een snellere afbouw van fossiele subsidies en het invoeren van een vlaktaks op energiebelasting, waarmee ze zich onderscheiden van GL/PvdA (die doorgaans voor een progressieve energiebelasting zijn) en Volt (die minder expliciet zijn over tempo en vorm).
Volt onderscheidt zich van GroenLinks/PvdA door een sterk Europees perspectief, diepgaande democratische vernieuwing en radicale hervormingen van het politieke systeem. De partij pleit voor een grotere Tweede Kamer, het loslaten van traditionele coalitievorming, en het verplicht stellen van interne partijdemocratie. Volt wil structurele veranderingen die verder gaan dan de gebruikelijke progressieve agenda van GL/PvdA.
Volt vindt de huidige Tweede Kamer te klein voor de complexiteit van de samenleving en wil het aantal zetels fors uitbreiden, een voorstel dat GL/PvdA niet expliciet steunen.
“We breiden de Tweede Kamer uit van 150 naar 250 zetels. Onze Tweede Kamer is namelijk te klein,”
Volt stelt een fundamenteel ander regeringsmodel voor, waarbij coalitievorming wordt losgelaten en regeringsverantwoordelijkheid automatisch wordt verdeeld op basis van zetelaantallen, wat sterk afwijkt van het GL/PvdA-standpunt.
“het loslaten van coalitievorming;”
“het automatisch verdelen van regeringsverantwoordelijkheid op basis van zetelaantallen van groepen, waarbij de grootste groep de premier levert;”
Volt wil wettelijk vastleggen dat politieke partijen aan democratische minimumeisen moeten voldoen, zoals ledenstemrecht, wat verder gaat dan de eisen die GL/PvdA aan zichzelf of anderen stellen.
“We versterken de Nederlandse democratie door in de Wet Politieke Partijen op te nemen dat politieke partijen intern aan democratische minimumeisen moeten voldoen. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid voor mensen om lid te worden van een politieke partij en stemrecht voor die leden.”
Volt is expliciet tegen het bindend correctief referendum, terwijl GL/PvdA dit juist steunen als democratisch instrument.
“Volt is tegen een bindend correctief referendum, waarmee nieuwe wetten achteraf kunnen worden teruggedraaid.”
Volt wil een structurele rol voor jongeren in de democratie, met een Derde Kamer en stemrecht vanaf 16 jaar, wat verder gaat dan de voorstellen van GL/PvdA.
“We voeren een Derde Kamer in: een jongerenberaad dat wetten beoordeelt en de politiek adviseert.”
“Daarom verlagen we de leeftijd dat je mag stemmen naar zestien jaar.”
GroenLinks-PvdA positioneert zich als een brede linkse volkspartij die expliciet haar "rode" (sociaal-democratische) en "groene" (duurzaamheidsgerichte) wortels combineert. De partij benadrukt solidariteit, sociale rechtvaardigheid en een ambitieuze groene agenda als kern van haar visie. Hun belangrijkste voorstellen richten zich op het aanpakken van ongelijkheid, het centraal stellen van het publieke belang boven winst, en het versneld realiseren van een duurzame economie.
GroenLinks-PvdA onderscheidt zich door expliciet beide ideologische tradities – sociaal-democratisch (PvdA) en groen-progressief (GroenLinks) – te verenigen tot één partij. Dit is een fundamenteel verschil met Volt, dat zichzelf als pan-Europees en progressief positioneert, maar minder nadruk legt op deze specifieke ideologische combinatie.
“Wij bieden Nederland een brede linkse volkspartij, die haar rode en groene ideologische veren met trots draagt.”
De partij stelt het algemeen belang centraal in sectoren als zorg, onderwijs, kinderopvang en openbaar vervoer, en keert zich expliciet tegen de invloed van commerciële investeerders en private equity. Dit is een scherp onderscheidend punt ten opzichte van Volt, dat doorgaans minder uitgesproken is over het weren van marktwerking in deze sectoren.
“In de zorg, het onderwijs, de kinderopvang en het openbaar vervoer moet het algemeen belang voorop staan, niet de winst voor investeerders. We strijden tegen commerciële investeerders en private equity die de huisartsenzorg, welzijnswerk en de kinderopvang overnemen...”
GroenLinks-PvdA kiest voor een stevig herverdelend beleid, met hogere belastingen op vermogen, winst en vervuiling, en het afbouwen van fiscale voordelen voor grote bedrijven en vervuilers. Dit is een duidelijk links economisch standpunt dat verder gaat dan Volt, dat doorgaans meer inzet op Europese samenwerking en innovatie dan op klassieke herverdeling.
“We strijden voor een eerlijk belastingstelsel. Dat betekent een systeem zonder speciale kortingen en een eerlijke belasting op vermogen, winst en vervuiling.”
“Vrijstellingen en fiscale subsidies voor grootgebruikers en producenten van fossiele energie worden afgebouwd.”
De partij kiest voor een radicale koers in de landbouw door te pleiten voor het verdwijnen van megastallen en een einde aan de industriële veehouderij. Dit is een uitgesproken groene maatregel die verder gaat dan het gemiddelde Volt-standpunt.
“Megastallen gaan verdwijnen en er komt een einde aan de industriële veehouderij.”