De PVV onderscheidt zich van D66, CDA en Volt door een uitgesproken nationalistische koers: volledige asielstop, afwijzing van klimaatmaatregelen, herstel van nationale soevereiniteit en het schrappen van miljardenuitgaven aan de EU, ontwikkelingshulp en klimaat. De partij zet de belangen van Nederlanders radicaal op 1, wil geen verdere Europese integratie, geen verplicht verduurzamen, en kiest voor harde grenzen op immigratie en cultuurbehoud. Kernvoorstellen zijn: totale asielstop, afschaffen klimaatbeleid, terughalen van bevoegdheden uit Brussel, en het schrappen van uitgaven aan internationale solidariteit.
De PVV wil een volledige asielstop, sluiting van azc’s en het terugsturen van asielzoekers, in tegenstelling tot D66, CDA en Volt die allen voor een humaan asielbeleid en Europese samenwerking kiezen. De partij ziet immigratie als de kern van veel maatschappelijke problemen en wil Nederland volledig zelf laten bepalen wie binnenkomt.
“Wij voeren onmiddellijk een azc-stop in, gaan azc’s sluiten, asielzoekers aan de grens terugsturen, criminele vreemdelingen uitzetten – en Nederland terugveroveren.”
“Nederland is Nederland niet meer. We hebben te veel vreemdelingen, te veel asielzoekers, te veel islam en veel te veel azc’s. Het opengrenzenbeleid maakt ons land helemaal kapot. De PVV is er klaar mee. Het roer moet drastisch om.”
“We sluiten onze grenzen voor alle asielzoekers en sturen Oekraïense mannen terug naar Oekraïne.”
De PVV verwerpt vrijwel alle klimaatmaatregelen, wil geen verplicht elektrisch rijden, geen nieuwe wind- of zonneparken, en zet in op goedkope energie uit kolen, gas en kerncentrales. Dit staat haaks op het beleid van D66, CDA en Volt, die allen inzetten op stevige klimaatmaatregelen en energietransitie.
“Geen gedwongen elektrificatie in de scheepvaart. Havens en andere kritieke infrastructuur moeten altijd met een meerderheidsaandeel in Nederlandse (publieke) handen blijven.”
“Geen rekeningrijden, geen verbod op de verkoop van brandstofauto’s, niet verplicht elektrisch rijden”
“Afschaffen van alle zero-emissiezones, overal in het land”
“Geen enkele nieuwe windturbine er meer bij; geen nieuwe zonneparken”
“Het ministerie van Klimaat en Groene Groei wordt het ministerie van Betaalbare Energie”
De PVV wil bevoegdheden terughalen uit Brussel, geen verdere EU-integratie, geen EU-uitbreiding, en een volledige stop op ontwikkelingshulp. D66, CDA en Volt zijn uitgesproken pro-EU en voor internationale samenwerking, wat een fundamenteel verschil is.
“Wij willen sterke bilaterale en economische banden met andere landen; samenwerken is prima. Waar wij fel tegen zijn, is een geopolitieke Europese Unie, een Europese superstaat.”
“Niet nóg meer miljarden en bevoegdheden overhevelen naar Brussel, maar juist terughalen”
“Volledige stop op ontwikkelingshulp”
“We zijn al jaren de grootste nettobetaler aan Brussel. En ze willen bij elke begroting meer en meer. Het is genoeg!”
De PVV positioneert zich fel tegen woke-ideologie, genderdiversiteit en het aanpassen van tradities, en wil juist nationale cultuur, tradities en het binaire geslachtsbegrip beschermen. D66 en Volt zijn uitgesproken progressief op deze thema’s, CDA gematigder, maar geen van deze partijen kiest voor zo’n harde lijn als de PVV.
“Voor de PVV bestaan er slechts twee geslachten: man en vrouw. In wetten en beleid hoort het biologische geslacht weer leidend te zijn – dus geen “X” in het paspoort.”
“Handen af van onze geschiedenis, cultuur, identiteit, tradities en feesten; linkse haat tegen helden uit onze geschiedenis stoppen”
“Geen misplaatste schaamtecultuur, maar het koesteren van onze tradities, de standbeelden van onze nationale helden en onze feesten als Kerstmis, Sinterklaas mét Zwarte Piet en Pasen.”
De PVV wil miljarden aan internationale uitgaven schrappen (EU, ontwikkelingshulp, opvang Oekraïners) en deze middelen inzetten voor lastenverlichting, lagere btw op energie en boodschappen, en het afschaffen van het eigen risico in de zorg. D66, CDA en Volt kiezen juist voor internationale solidariteit en investeren in klimaat en Europa.
“Alleen al dit jaar besteden we € 9 miljard aan de opvang van asielzoekers en Oekraïners. Ook sturen we elk jaar € 7 miljard naar Afrika en doneren we € 10 miljard aan Brussel. De Oekraïne hebben we inmiddels met meer dan € 20 miljard ondersteund. Nederland staat altijd vooraan om anderen te helpen, maar vergeet zijn eigen mensen. De PVV zet de Nederlanders weer op 1!”
“De PVV wil de btw op energie verlagen van 21 naar 9%.”
“De PVV wil daarom de btw op boodschappen helemaal schrappen, waardoor de boodschappenkar bijna 10% goedkoper kan worden.”
“Eigen risico geheel afschaffen”
BVNL onderscheidt zich van D66, CDA en Volt door een radicaal kleinere overheid, het stopzetten van klimaat- en immigratiebeleid, maximale individuele vrijheid en het terugdraaien van Europese integratie. De partij wil forse bezuinigingen op overheidsuitgaven, een vlaktaks, een bindend referendum, volledige nationale soevereiniteit en het afschaffen van vrijwel alle klimaatmaatregelen. BVNL kiest voor economisch rechts beleid, cultureel conservatisme en een uitgesproken anti-EU, anti-bureaucratie en anti-woke koers.
BVNL wil de overheid structureel verkleinen, fors bezuinigen en veel minder regels, in tegenstelling tot D66, CDA en Volt die meer overheidstaken en regulering voorstaan. Dit is een fundamenteel verschil in visie op de rol van de staat.
“BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
“BVNL streeft kleinschaligheid na. Het doel is om zoveel mogelijk bottom-up te regelen. Dus vanuit de gemeente, dan de provincie en als het niet anders kan nationaal, maar bij voorkeur via de vrije markt.”
“De overheid grossiert in zinloze regels en wetten en dat moet fors verminderen. Met name de woningmarkt, de arbeidsmarkt, de pensioensector en de zorg moeten worden gedereguleerd.”
Waar D66, CDA en Volt klimaatbeleid en Europese samenwerking daarin centraal stellen, wil BVNL alle nationale en Europese klimaatmaatregelen stopzetten, kernenergie stimuleren en doorgaan met gaswinning.
“Stoppen met zinloos klimaatbeleid en waar nodig inzetten op adaptatie.”
“De Europese Green Deal en het Klimaatakkoord zeggen we op, waaronder het verbod op de verkoop van nieuwe auto’s met verbrandingsmotoren.”
“Het stikstofbeleid gaat per direct de prullenbak in, zodat boeren weer rustig kunnen boeren en vissers weer gewoon kunnen vissen.”
“Dit kan door kerncentrales te bouwen en het gasveld in Groningen veilig en verantwoord open te houden en nieuwe gasvelden op Nederlands grondgebied te ontwikkelen.”
In tegenstelling tot D66, CDA en Volt, die inzetten op gereguleerde migratie en opvang, pleit BVNL voor een volledige asielstop en het sluiten van de grenzen.
BVNL wil de macht van de EU fors terugdringen, opt-outs op beleid, en een bindend referendum over EU-lidmaatschap, terwijl D66, CDA en Volt juist voor verdere Europese integratie zijn.
“We moeten stoppen met het overhevelen van zeggenschap naar ongekozen supranationale organen zoals de WHO, de EU, de VN en de NAVO.”
“De EU moet worden omgevormd tot een confederatie van samenwerkende landen, zoals de Europese Economische Gemeenschap (EEG) oorspronkelijk bedoeld was.”
“Een bindend referendum over het EU-lidmaatschap.”
BVNL wil een vlaktaks van 25% en het afschaffen van vrijwel alle toeslagen en belastingen, een radicaal ander fiscaal beleid dan D66, CDA en Volt.
“BVNL wil een vlaktaks invoeren van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000,-. Tegelijkertijd worden alle andere belastingen en toeslagen afgeschaft.”
BVNL wil directe democratie via bindende referenda, terwijl D66, CDA en Volt hier (hooguit) voorstander zijn van raadgevende referenda of parlementaire democratie.
BVNL positioneert zich expliciet als cultureel conservatief en anti-woke, in tegenstelling tot het progressieve en inclusieve beleid van D66 en Volt.
“Daarnaast waait er een gure collectivistische wind door Nederland en neemt het woke-isme steeds extremere vormen aan, waardoor Nederlandse tradities en normen en waarden worden bedreigd.”
“Nederland is geen lege huls. Onze taal, onze normen, onze geschiedenis en onze waarden zijn het fundament van wie wij zijn. Wie Nederland binnenkomt, past zich aan – niet andersom.”
BBB onderscheidt zich van D66, CDA en Volt door een uitgesproken nuchter, regionaal en pragmatisch beleid, met een sterke focus op haalbaarheid, betaalbaarheid en het belang van stad én platteland. Op het gebied van klimaat en energie kiest BBB voor minder ambitieuze doelen, behoud van fossiele energie zolang alternatieven ontbreken, en een kritische houding tegenover nationale koppen op Europees beleid. De partij verzet zich tegen ideologisch en centraal opgelegd beleid, en pleit voor meer regionale zeggenschap en maatwerk.
BBB wijkt sterk af van D66, CDA en Volt door het afwijzen van ambitieuze klimaatdoelen, het openhouden van kolencentrales, het versnellen van kernenergie en het pauzeren van windenergie. Waar D66 en Volt juist voorop willen lopen in klimaatbeleid en snelle verduurzaming, kiest BBB voor een terughoudende, kostenbewuste en technologische benadering, met expliciete aandacht voor betaalbaarheid en uitvoerbaarheid.
“Kolencentrales openhouden. De sluiting van kolencentrales per 2030 wordt ingetrokken zolang elders in Europa minder efficiënte centrales draaien.”
“We versnellen de bouw van kerncentrales; zowel grote kerncentrales als kleine modulair gebouwde kerncentrales (Small Modular Reactors: SMR’s).”
“Geen juridisch vastgelegde CO2-vrije elektriciteit in 2035. De doelstelling om in 2035 uitsluitend CO2 vrije elektriciteit op te wekken wordt niet wettelijk vastgelegd.”
“Pauzeknop voor windenergie. Er komt een pas op de plaats bij uitbreiding van wind op land en op zee.”
“Stoppen met extra CO2-heffing voor industrie. De Nederlandse industrie staat onder grote druk door oplopende kosten, internationale concurrentie en een onzeker investeringsklimaat. BBB wil de extra nationale CO2 heffing voor de industrie daarom terugdraaien.”
“Geen onrealistische uitfasering fossiel. We stoppen pas met fossiele energie als er echt betrouwbare en betaalbare alternatieven zijn.”
BBB onderscheidt zich door expliciet te stellen dat Nederland niet verder moet gaan dan Europese regelgeving, en zich te verzetten tegen ideologisch of symbolisch klimaatbeleid. Dit contrasteert met D66 en Volt, die vaak juist pleiten voor koploperschap en extra nationale ambities.
“Geen nationale koppen op Europees beleid.”
“BBB is kritisch op de opstelling van Nederland als 'klimaatkoploper' binnen Europa. Wij willen geen nationale kop bovenop Europese regelgeving, zoals aanvullende CO2 heffingen of overhaaste sluiting van kolencentrales.”
“Klimaatbeleid moet geen religie worden, maar een nuchtere beleidsopgave waarin haalbaarheid, draagvlak en de balans met andere publieke doelen voorop staan.”
“Vrij blijven van ideologie: klimaatbeleid is geen religie, maar een beleidsopgave die om ratio vraagt;”
BBB legt een sterke nadruk op het belang van regionale verschillen en maatwerk, en verzet zich tegen centraal opgelegd beleid vanuit 'de Haagse bubbel'. Dit staat haaks op de meer centralistische en uniformerende benadering van D66 en Volt.
“BBB streeft naar een overheid die er is voor de burgers en niet andersom. [...] We stappen, als het aan BBB ligt, uit de Haagse bubbel om de regionale verbinding te zoeken.”
“Geen aanpak van bovenaf die alles gelijk wil maken, maar maatwerk dat past bij elke regio. Want wat in Friesland werkt, werkt niet altijd in Brabant en andersom.”
“Nederland is één land, maar kent vele gezichten. [...] Toch wordt beleid vaak geschreven voor een klein deel van het land en voelen veel mensen zich vergeten of niet vertegenwoordigd.”
“BBB staat voor een verbonden Nederland, waarin stad en platteland elkaar aanvullen in plaats van tegenover elkaar staan. Dat betekent: geen beleid voor enkelen, maar eerlijk beleid voor iedereen.”
BIJ1 onderscheidt zich van D66, CDA en Volt door radicaal linkse, antikapitalistische en dekoloniale standpunten, met nadruk op democratisering van economie en politiek, volledige nationalisatie van essentiële sectoren, en het centraal stellen van gelijkwaardigheid. De partij pleit voor gratis onderwijs, volledige afschaffing van het leenstelsel, onteigening van fossiele bedrijven, en een fundamentele breuk met marktwerking in wonen, zorg en openbaar vervoer. BIJ1 kiest voor directe democratie, bindende burgerinspraak en een uitgesproken anti-militaristische koers, inclusief uittreding uit de NAVO.
BIJ1 wil de macht van grote bedrijven en de overheid fundamenteel democratiseren door werknemers en burgers directe, bindende zeggenschap te geven over belangrijke besluiten. Dit gaat veel verder dan de participatie- en inspraakmodellen van D66, CDA en Volt, die doorgaans uitgaan van advies- of consultatierollen.
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
Waar D66, CDA en Volt marktwerking of publiek-private samenwerking in stand houden, kiest BIJ1 voor volledige nationalisatie van essentiële sectoren. Dit betekent dat winstmotieven en marktlogica volledig worden uitgebannen.
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd.”
“We werken aan concurrentie in het ov afschaffen door ov-bedrijven volledig te nationaliseren: de NS fuseert met alle andere personenvervoerders op het spoor en ProRail samen tot één overheidsdienst die verantwoordelijk is voor het hele Nederlandse spoornetwerk.”
“De energievoorziening in handen brengen van arbeiders en bewoners — lokaal én mondiaal.”
BIJ1 wil de woningmarkt volledig omvormen tot een systeem van volkshuisvesting, met harde maximumhuren, onteigening bij leegstand, en grootschalige bouw door een nationaal bouwbedrijf. Dit staat in scherp contrast met het beleid van D66, CDA en Volt, die marktwerking en particuliere investeringen blijven toestaan.
“We zorgen dat huisjesmelkers niet méér huur aan jou kunnen rekenen dan eerlijk is, met bindende maximumprijzen voor elke woning. Te hoge huren maken we lager. Ook in de vrije sector, met terugwerkende kracht.”
“Wie een woning onnodig leeg laat staan, betaalt een boete van 2,8% van de WOZ-waarde per maand (100% van de waarde in 3 jaar). Na 3 jaar onteigenen (terugpakken) we de woning en wijzen die toe aan mensen om te wonen.”
“Een Nationaal Bouwbedrijf bouwt woningen voor mensen, niet voor winst.”
BIJ1 wil alle onderwijs gratis maken en alle studieschulden van de 'pechgeneratie' volledig kwijtschelden, een veel verdergaand voorstel dan de hervormingen van het leenstelsel bij D66, CDA en Volt.
“We schaffen collegegeld af: al het onderwijs wordt gratis. Alle studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we volledig kwijt.”
In tegenstelling tot D66, CDA en Volt, die NAVO-lidmaatschap en defensiesamenwerking steunen, kiest BIJ1 voor directe uittreding uit de NAVO, volledige ontwapening en het stopzetten van alle militaire investeringen.
“Nederland start direct het traject om uit de NAVO te treden en voltooit dit binnen 4 jaar. Tot dat moment verhogen we op geen enkel moment het budget van defensie.”
“Nederland stopt geen geld van de overheid meer in militair onderzoek, beëindigt geweld gerelateerde samenwerking met universiteiten en ontmantelt militaire industrieel-academische netwerken.”
BIJ1 stelt dekolonisatie, antiracisme en radicale gelijkwaardigheid centraal in alle beleidsterreinen, waar D66, CDA en Volt doorgaans kiezen voor inclusie en diversiteit binnen bestaande structuren.
“Voor eens en voor altijd breken we de koloniale systemen af – samen werken we toe naar een wereld met radicaal gelijke rechten.”
“BIJ1 droomt van een wereld met radicaal gelijke rechten voor iedereen. Voor Zwarte mensen en mensen van kleur, vrouwen (zonder seksisme), moslims (zonder islamofobie), de LHBTQIA+ gemeenschap, mensen in armoede, en alle andere onderdrukte en achtergestelde groepen in onze samenleving.”
DENK onderscheidt zich van D66, CDA en Volt door een uitgesproken focus op het bestrijden van discriminatie, het radicaal verhogen van bestaanszekerheid en het beschermen van religieuze en culturele diversiteit. De partij kiest voor harde maatregelen tegen racisme, een forse verhoging van het minimumloon, volledige afschaffing van het eigen risico in de zorg, en behoud van bijzonder (religieus) onderwijs zonder extra beperkingen. DENK is kritisch op Europese integratie, wil meer nationale soevereiniteit behouden, en neemt een uitgesproken pro-Palestijns standpunt in.
DENK positioneert zich als de partij die het hardst optreedt tegen discriminatie, met concrete doelen en institutionele veranderingen. Dit onderscheidt zich van D66, CDA en Volt, die doorgaans minder vergaande of minder expliciete maatregelen voorstellen.
“Het wettelijke doel wordt dat in 2030 de ervaren discriminatie in de samenleving 0% is.”
“In de Grondwet wordt expliciet opgenomen dat Nederland het fascisme en extreemrechtse politiek afwijst en kiest voor een pluriforme rechtsstaat waarin iedereen gelijkwaardig is.”
“De Autoriteit tegen Discriminatie en Racisme (AR). Deze Autoriteit vervangt de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme en krijgt iets wat nu ontbreekt: échte macht, een...”
Waar D66, CDA en Volt vaak kiezen voor aanpassingen of verlagingen, wil DENK het eigen risico volledig afschaffen en het basispakket fors uitbreiden. Dit is een duidelijk onderscheidend sociaal-economisch standpunt.
DENK stelt een hoger minimumloon voor dan D66, CDA en Volt, en koppelt dit aan directe maatregelen tegen armoede en prijsstijgingen.
In tegenstelling tot Volt en D66, die kritisch zijn op artikel 23 en religieus onderwijs willen beperken, verdedigt DENK zonder voorbehoud het recht op bijzonder onderwijs en religieuze vrijheid.
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
Waar Volt en D66 juist meer Europese integratie willen, is DENK kritisch en wil het nationale zeggenschap behouden.
“Wij hechten aan het borgen van inspraak van ons nationale parlement bij EU regelgeving en hechten aan het behouden van onze soevereine zeggenschap over hoe ons land wordt bestuurd.”
“Wij zijn een voorstander van Europese defensiesamenwerking, maar geen voorstander van een Europees leger. Wij moeten altijd zelf blijven bepalen of onze militairen worden ingezet.”
DENK neemt een veel uitgesprokener en activistische positie in ten aanzien van Palestina dan D66, CDA en Volt.
JA21 onderscheidt zich van D66, CDA en Volt door een uitgesproken conservatief-liberale koers: minder EU-invloed, strenge migratiebeperking, een kleine overheid, en een sterke nadruk op nationale soevereiniteit en kernenergie. Waar D66 en Volt juist pleiten voor meer Europese samenwerking en progressief klimaatbeleid, en CDA een gematigdere middenkoers kiest, zet JA21 in op nationale zeggenschap, behoud van fossiele energie en kernenergie, en het beperken van migratie. Hun visie draait om het herstellen van Nederlandse autonomie, economische vrijheid en het afwijzen van wat zij als symboolpolitiek en betutteling zien.
JA21 wil de invloed van de EU fors beperken en nationale zeggenschap herstellen, in tegenstelling tot D66 en Volt die juist meer Europese integratie nastreven. Dit uit zich in concrete voorstellen om EU-regelgeving terug te dringen en nationale controle over beleid te herwinnen.
“Meer referenda, minder EU, meer economische vrijheid en meer invloed op ons grensbeleid.”
“Energiesoevereiniteit; nationale zeggenschap over de energiemix. Niet Brussel, maar Nederland bepaalt zelf hoe we energie opwekken.”
“Rigoureuze deregulering van beperkende EU-wetgeving die onze ondernemers en industrie al te lang vastzet.”
JA21 kiest voor een harde migratiebeperking en het beschermen van de Nederlandse cultuur, waar D66 en Volt juist inzetten op een opener migratiebeleid en inclusiviteit. CDA zit hier tussenin, maar is minder uitgesproken dan JA21.
“Migratie moet sterk beperkt worden, en migranten die Nederland wel opneemt moeten integreren. JA21 wil dus scherpe grenzen stellen aan migratie, hiermee ruimte creëren op de woningmarkt, de Nederlandse cultuur beschermen, en wil integratie afdwingen.”
JA21 zet zwaar in op kernenergie en wil fossiele brandstoffen behouden zolang er geen volwaardige alternatieven zijn, terwijl D66 en Volt juist inzetten op snelle verduurzaming en uitfasering van fossiel. CDA is gematigder, maar steunt de energietransitie meer dan JA21.
“Inzetten op kernenergie en klimaatadaptatie.”
“Onze betrouwbare fossiele infrastructuur behouden: kolen- en aardgascentrales niet sluiten.”
“Ten minste 20 Gigawatt aan nieuwe kerncentrales realiseren in de komende 25 jaar.”
“Aardgas blijven gebruiken en de doelstelling aardgasvrij in 2050 loslaten.”
JA21 pleit voor een kleinere overheid, minder regels en lagere lasten, in tegenstelling tot D66 en Volt die meer overheidsregie en investeringen in publieke voorzieningen voorstaan. CDA kiest doorgaans voor een middenweg.
JA21 wil meer referenda en directe invloed van burgers op beleid, terwijl D66 en Volt vooral inzetten op representatieve democratie en Europese samenwerking. CDA is traditioneel terughoudend met referenda.
“Meer zeggenschap van burgers over hun eigen leefomgeving door te focussen op decentralisatie en referenda over onder meer het migratiebeleid, de bevolkingsgroei en de natuur in Nederland te organiseren.”
“De Minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie dient ... te zorgen voor de organisatie van referenda over dossiers die al jaren om meer invloed van burgers vragen, zoals asiel, bevolkingsgroei, en de manier waarop wij omgaan met natuur in ons land.”
De SGP onderscheidt zich van D66, CDA en Volt door haar nadruk op christelijke waarden als basis voor beleid, een kritische houding tegenover liberale en progressieve maatschappelijke ontwikkelingen, en een voorkeur voor behoudende, gezinsgerichte en soevereine keuzes. De partij pleit voor een evenwichtige energiemix met kernenergie, behoud van zondagsrust, beperking van migratie, en het terughoudend faciliteren van kinderopvang door de overheid. Deze standpunten contrasteren scherp met de meer seculiere, progressieve en Europese oriëntatie van D66 en Volt, en de gematigdere, minder uitgesproken christelijke koers van het CDA.
De SGP stelt expliciet dat beleid en samenleving gebaseerd moeten zijn op christelijke normen, in tegenstelling tot het seculiere uitgangspunt van D66 en Volt en het minder uitgesproken christelijke profiel van het CDA. Dit beïnvloedt hun standpunten over ethische kwesties, gezin, onderwijs en zondagsrust.
De SGP verdedigt actief de zondagsrust en gezinswaarden, wat hen onderscheidt van D66 en Volt (die zondagsrust niet als politiek thema zien) en van het CDA (dat minder streng is op dit punt).
“zondagsrust: 9, 10, 88, 95, 115”
De SGP pleit voor duidelijke grenzen aan migratie en strengere eisen voor integratie, in tegenstelling tot de meer open houding van D66 en Volt en de gematigde koers van het CDA.
De SGP kiest voor een brede energiemix met kernenergie en is kritisch op grootschalige windparken, in tegenstelling tot D66 en Volt die sterk inzetten op wind- en zonne-energie en het CDA dat minder uitgesproken is.
“De SGP wil daarom meer inzet op ontwikkeling en opschaling van alternatieve energiebronnen met een meer voorspelbare productie, als aquathermie, geothermie, kernenergie, getijdenenergie...”
“De Noordzee wordt niet volgebouwd met windparken vanwege de gevolgen voor het ecosysteem van de Noordzee en de ruimte voor de visserij. Er komt meer inzet op kerncentrales en getijdencentrales.”
De SGP vindt dat het faciliteren en financieren van kinderopvang geen overheidstaak is, in tegenstelling tot D66, CDA en Volt die juist pleiten voor toegankelijke en betaalbare kinderopvang.
De SGP is kritisch op verdere Europese integratie en benadrukt nationale soevereiniteit, terwijl D66 en Volt juist sterk pro-Europees zijn en het CDA een gematigde positie inneemt.
De VVD onderscheidt zich van D66, CDA en Volt door een sterke focus op het laten lonen van werk, het beperken van herverdeling via belastingen en toeslagen, en het verkleinen van de overheid. De partij kiest voor minder nivellering, lagere lasten voor de middenklasse, en stelt veiligheid, economische groei en individuele vrijheid centraal. Concrete voorstellen zijn onder meer het inperken van de “Haagse herverdelingsmachine”, het niet verhogen van belastingen op vermogen en ondernemen, en het investeren in defensie ten koste van sociale zekerheid en zorg.
De VVD wil de herverdeling via belastingen en toeslagen beperken en de lasten voor werkenden en de middenklasse verlagen, in tegenstelling tot D66, CDA en Volt die meer inzetten op solidariteit en nivellering. De VVD ziet het als oneerlijk dat werkenden relatief weinig profiteren van de verzorgingsstaat en wil dat werken altijd meer loont dan niet werken.
“De VVD perkt de Haagse herverdelingsmachine in. We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“De middenklasse betaalt de rekening zodat de rest erop vooruitgaat, maar gaat er zelf veel minder op vooruit. Dat is niet alleen oneerlijk, het ondermijnt ook het draagvlak voor onze verzorgingsstaat.”
“We leggen in een Koopkrachtwet vast dat werkenden er ieder jaar in koopkracht méér op vooruit moeten gaan dan niet-werkenden.”
Waar D66, CDA en Volt vaker pleiten voor hogere vermogens- en winstbelastingen, kiest de VVD expliciet voor het niet verhogen van belastingen op sparen, beleggen, ondernemen en erfenissen. Dit moet Nederland aantrekkelijk houden voor ondernemers en spaarders.
De VVD wil een kleinere, effectievere overheid die zich richt op kerntaken als veiligheid, defensie en economische groei, en minder op herverdeling en regulering. Dit contrasteert met Volt en D66, die vaker pleiten voor een actieve, sturende overheid en meer Europese integratie.
“De VVD kiest voor een overheid die uitgaat van een sterke samenleving en alle Nederlanders gelijkwaardig behandelt. Met een deltaplan ‘ontregelen’ willen we de overheid doelmatiger en effectiever maken, beleid en uitvoering dichter bij elkaar brengen, minder regeldruk en af van doorgeslagen bureaucratie.”
“We kiezen daarom voor het stevig aanpakken van zorgfraude, met hogere straffen voor fraudeurs en een zwarte lijst bij de Kamer van Koophandel van veroordeelde zorgfraudeurs.”
“We willen dat overheidsuitgaven niet harder groeien dan de economie.”
De VVD verschuift nadrukkelijk middelen van sociale zekerheid en zorg naar defensie en veiligheid, terwijl D66, CDA en Volt doorgaans meer prioriteit geven aan sociale uitgaven en zorg.
“De VVD kiest voor investeren in onze veiligheid, van je eigen straat tot op mondiaal niveau. Dat betekent wel dat we keuzes zullen moeten maken in de zorg en de sociale zekerheid, zoals een kleiner basispakket, meer eigen bijdragen, een efficiënter zorgstelsel en een veel meer activerende sociale zekerheid.”
“De VVD wil investeren in veiligheid en de defensie-uitgaven laten groeien naar 3,5% van onze economie. Dat betekent dat we op andere vlakken de spilzucht en het te hoge uitgavenniveau van de overheid tegengaan.”
De VVD is terughoudend over verdere overdracht van nationale bevoegdheden aan de EU en pleit voor een pragmatische samenwerking, in tegenstelling tot Volt (en deels D66) die juist meer Europese integratie willen.
“Wij verzetten ons tegen een sluipende overdracht van nationale bevoegdheden en een federale glijbaan. Nationale bevoegdheden blijven het uitgangspunt.”
“De VVD staat open voor een EU met meerdere snelheden, waarin coalities van gelijkgezinde landen, zoals Nederland, Duitsland, Frankrijk en Scandinavische staten, samen verder kunnen integreren op terreinen als defensie, veiligheid, innovatie of samen hardere afspraken kunnen maken op migratie.”
FVD onderscheidt zich fundamenteel van D66, CDA en Volt door radicaal te breken met het huidige klimaat-, immigratie- en EU-beleid, en door te pleiten voor een kleinere overheid, nationale soevereiniteit en bindende referenda. De partij verwerpt klimaatmaatregelen, wil fossiele energie behouden, immigratie sterk beperken, en de macht van de EU en het ‘partijkartel’ terugdringen. FVD zet in op nationale autonomie, economische vrijheid, en directe democratie, waar D66, CDA en Volt juist kiezen voor Europese samenwerking, klimaatbeleid en een meer inclusieve samenleving.
FVD verwerpt het bestaan van een klimaatcrisis en wil alle klimaatregels afschaffen, fossiele brandstoffen blijven gebruiken, en de energiesector nationaliseren. Dit staat haaks op het beleid van D66, CDA en Volt, die allen klimaatverandering erkennen en inzetten op verduurzaming en energietransitie.
“We schrappen alle klimaatregels, beëindigen het aardgasverbod en heropenen moderne kolen- en gascentrales.”
“Forum voor Democratie gelooft niet in het klimaatprobleem en ziet geen reden om gebruik van fossiele brandstoffen uit te faseren. Daarom stoppen we met de kostbare klimaatplannen. We trekken de Klimaatwet in en zeggen het Parijsakkoord op.”
“Forum voor Democratie verwerpt de mythe van een klimaatcrisis en ziet geen enkele reden om afstand te nemen van deze natuurlijke energiebronnen.”
FVD wil nationale soevereiniteit herstellen, loskomen van Europese regelgeving, en de invloed van de EU fors beperken, terwijl D66, CDA en Volt juist voorstander zijn van Europese samenwerking en integratie.
“We willen stoppen met de excessieve uitdijing van het overheidsapparaat, de wirwar van regeltjes, heffingen en toeslagen, loskomen van de Europese regelzucht en een samenleving creëren waarin zelfredzaamheid, vrijheid en dynamiek weer centraal staan.”
“Dat betekent dat we de Green Deal en de EU-Natuurherstelwet afschaffen, dat we exportvrijheid zonder Brusselse beperkingen herstellen...”
FVD pleit voor het stoppen van massale immigratie en zelfs remigratie, een standpunt dat veel verder gaat dan het beleid van D66, CDA en Volt, die allen kiezen voor gereguleerde, humane migratie.
“We willen stoppen met de massale immigratie en remigratie tot stand brengen zodat ons volk ook in de komende tientallen, honderden jaren als zodanig kan blijven bestaan.”
FVD wil de democratie hervormen door bindende referenda en direct gekozen bestuurders in te voeren, in tegenstelling tot D66, CDA en Volt, die hier veel terughoudender of afwijzend tegenover staan.
“We voeren bindende referenda in naar Zwitsers model, zodat u direct zelf kunt beslissen over belangrijke kwesties. Burgemeesters en andere bestuurders worden niet langer benoemd door een kleine kring, maar rechtstreeks gekozen.”
FVD wil de overheid jaarlijks laten krimpen, het belastingstelsel drastisch vereenvoudigen met een vlaktaks, en lasten fors verlagen. D66, CDA en Volt kiezen voor een grotere rol van de overheid in herverdeling en publieke voorzieningen.
“De Rijksoverheidsuitgaven moeten verplicht ieder jaar 3% krimpen, zodat de overheid niet groter maar kleiner wordt.”
“We voeren een vlaktaks in op het inkomen in Box-1, zodat meer verdienen niet wordt afgestraft en altijd volstrekt transparant is hoeveel inkomstenbelasting moet worden betaald.”
FVD wil het stikstofbeleid volledig afschaffen en boeren maximale vrijheid geven, terwijl D66, CDA en Volt het stikstofprobleem erkennen en inzetten op verduurzaming van de landbouw.
“Het stikstofbeleid gaat volledig van tafel. Boeren moeten kunnen blijven boeren, vrij van onzinnige regels en (semi-)gedwongen onteigeningen.”
“Forum voor Democratie kiest voor een radicaal andere koers: wij willen de vrijheid en het toekomstperspectief teruggeven aan boeren en vissers.”
GroenLinks-PvdA onderscheidt zich van D66, CDA en Volt door een uitgesproken focus op solidariteit, het eerlijk verdelen van kennis, macht en vermogen, en het centraal stellen van publieke voorzieningen boven marktwerking. De partij kiest voor stevige herverdeling via hogere belastingen op vermogen en vervuiling, afbouw van fossiele subsidies, en een sterke verzorgingsstaat. Hun kernvisie is dat vooruitgang voor iedereen alleen mogelijk is als de samenleving collectief investeert in publieke voorzieningen, duurzaamheid en sociale gelijkheid.
GroenLinks-PvdA kiest expliciet voor het aanpakken van vermogensongelijkheid en het verhogen van belastingen op vermogen, erfenissen en vervuiling. Dit onderscheidt hen van D66 (meer gematigd), CDA (meer behoudend, minder herverdelend) en Volt (progressief, maar minder uitgesproken op herverdeling). De partij ziet dit als noodzakelijk om ongelijkheid te bestrijden en publieke voorzieningen te financieren.
“Eerlijke spreiding van kennis, macht en vermogen. Dat moet altijd het uitgangspunt zijn.”
“We strijden voor een eerlijk belastingstelsel. Dat betekent een systeem zonder speciale kortingen en een eerlijke belasting op vermogen, winst en vervuiling.”
“De vrijstelling voor partners blijft in stand. Daarnaast schaffen we constructies af die het mogelijk maken om erfbelasting te ontwijken.”
GroenLinks-PvdA is uitgesproken in het afbouwen van fossiele subsidies en het laten betalen van grote vervuilers, wat verder gaat dan het beleid van CDA en D66, en concreter is dan Volt. Dit standpunt is een kernpunt van hun groene agenda en wordt als rechtvaardigheidsvraagstuk gepresenteerd.
“We stoppen subsidies op fossiele brandstoffen en vervuilers gaan de prijs betalen voor hun uitstoot.”
“Vrijstellingen en fiscale subsidies voor grootgebruikers en producenten van fossiele energie worden afgebouwd.”
“We laten grote vervuilers een eerlijke bijdrage leveren aan de kosten van de duurzaamheidstransitie. Dat doen wij door het principe van ‘de vervuiler betaalt’ centraal te stellen in al ons klimaatbeleid.”
GroenLinks-PvdA verwerpt marktwerking als uitgangspunt voor de samenleving en kiest voor een sterke, collectieve verzorgingsstaat. Dit is een duidelijk verschil met D66 (meer marktgericht), CDA (traditioneel, maar minder uitgesproken anti-markt), en Volt (meer Europees, minder uitgesproken over verzorgingsstaat). De partij ziet solidariteit en collectieve investeringen als de basis voor vooruitgang.
“Opeenvolgende kabinetten kozen voor marktwerking in plaats van solidariteit. Als je de samenleving inricht als markt, komen niet mensen maar de winst centraal te staan.”
“De komende jaren willen we bouwen aan een Nieuwe Verzorgingsstaat, gericht op de kwaliteit van ons bestaan.”
“We kiezen ervoor om de komende jaren te investeren in onze publieke voorzieningen, economie, infrastructuur en veiligheid.”
GroenLinks-PvdA wil jongeren meer betrekken bij de politiek en het kiesrecht verlagen naar 16 jaar. Dit is progressiever dan CDA (tegen), D66 (voor jongerenparticipatie, maar minder uitgesproken over kiesrecht 16), en Volt (voor jongerenparticipatie, maar minder concreet).
“We verlagen de kiesgerechtigde leeftijd naar 16 jaar en we rollen een campagne uit om de opkomst onder jongeren te verhogen.”
De partij benadrukt gelijke rechten en volwaardige participatie voor inwoners van het Caribisch deel van het Koninkrijk, wat verder gaat dan de meeste andere partijen.
“De achterstelling van Nederlanders die op Aruba, Curaçao en Sint-Maarten wonen wordt beëindigd: ook zij krijgen stemrecht voor de Tweede Kamer en invloed op de samenstelling van de Eerste Kamer.”
De SP onderscheidt zich van D66, CDA en Volt door een radicaal sociaal-economisch beleid, scherpe kritiek op militarisering en neoliberalisme, en een sterke nadruk op publieke voorzieningen en inkomensgelijkheid. De partij pleit voor het nationaliseren van energie, gratis openbaar vervoer, forse belastingverlaging voor werkenden, en het blokkeren van prijsverhogingen op basisproducten. Hun visie is gericht op het doorbreken van ongelijkheid en het centraal stellen van solidariteit, in tegenstelling tot de meer gematigde, marktgerichte of pro-Europese koers van D66, CDA en Volt.
De SP kiest expliciet voor een "supersociaal" beleid, met forse herverdeling van welvaart, verlaging van belastingen op arbeid, verhoging van het minimumloon, en het blokkeren van prijsverhogingen op basisproducten. Dit contrasteert sterk met het gematigde sociaalliberalisme van D66, het centrum-rechts beleid van CDA en het pro-Europese, maar minder radicale sociale beleid van Volt.
“Wij kiezen voor de belangen van de werkende klasse: de grote meerderheid van Nederland die hun inkomen verdient uit arbeid, uitkering of pensioen. Wij kiezen voor een einde aan armoede, want iedereen zou in welvaart moeten leven.”
“We verlagen de inkomstenbelasting fors zodat je meer overhoudt van het geld dat jij verdient. Ook verlagen we de btw op basisproducten. Door het minimumloon te verhogen en het minimumjeugdloon af te schaffen zorgen we ervoor dat iedereen die werkt een inkomen krijgt waar je goed van kunt leven.”
“Daarom moeten we de prijzen van basisproducten, zoals gezond eten, medicijnen, energie en internet, gaan controleren, reguleren en blokkeren.”
De SP verzet zich fel tegen de "Trumpnorm" van 5% van het BBP voor defensie, en ziet dit als een bedreiging voor sociale voorzieningen. D66, CDA en Volt zijn (in verschillende mate) voorstanders van het verhogen van defensie-uitgaven en Europese samenwerking op defensiegebied.
“Dat vraagt om een stop op de steeds verdergaande militarisering en wapenwedloop. Partijleiders van Timmermans tot en met Wilders hebben zich gecommitteerd aan de Trumpnorm van vijf procent. Het gaat hierbij om het astronomische bedrag van 35 miljard euro per jaar extra. Dit leidt nu al en zal nog meer leiden tot bezuinigingen op onze zorg, onderwijs en sociale zekerheid.”
De SP wil energiebedrijven nationaliseren en publieke zeggenschap herstellen, terwijl D66, CDA en Volt kiezen voor marktwerking of gereguleerde marktmodellen.
“De SP nationaliseert de energievoorzieningen en maakt ze daarmee weer betaalbaar én duurzaam, met publieke zeggenschap en solidariteit als uitgangspunt.”
“Energiebedrijven komen weer in publieke of lokale handen, zodat we de kosten kunnen verlagen, de investeringen in schone energie steken en verspilling tegengaan. Winst wordt niet langer uitgekeerd aan aandeelhouders, maar...”
De SP pleit voor gratis openbaar vervoer, een veel verdergaande maatregel dan de voorstellen van D66, CDA en Volt, die zich beperken tot betaalbaarheid of verduurzaming.
“We maken ons hard voor openbaar vervoer dat niemand uitsluit door de omvang van hun portemonnee. De reis naar werk, familie en zorg is belangrijk voor mens, maatschappij, klimaat en economie. Daarom moet het openbaar vervoer zo snel mogelijk vrije toegang bieden.”
“In opmaat hiernaartoe maken we het openbaar vervoer direct goedkoper door de prijzen met 25 procent te verlagen...”
De SP is uitgesproken kritisch op het huidige neoliberale karakter van de EU en wil een sociale unie, terwijl D66 en Volt juist sterk pro-EU zijn en CDA een gematigd pro-Europese koers vaart.
“De EU is van een Europees vredesproject verworden tot een neoliberaal instrument van het bedrijfsleven. De SP wil af van een Europa dat werkt voor het kapitaal en naar een sociale unie.”
“Europa mag lidstaten niet langer verplichten hun publieke voorzieningen in de uitverkoop te doen. Lidstaten moeten weer de mogelijkheid krijgen zaken als openbaar vervoer, gezondheidszorg en energie zelf en democratisch te organiseren.”
50PLUS onderscheidt zich van D66, CDA en Volt door haar exclusieve focus op de belangen van ouderen, met prioriteit voor inkomenszekerheid (AOW, pensioen), ouderenzorg, en een terughoudende benadering van klimaat- en migratiebeleid. De partij verzet zich tegen extra nationale klimaatmaatregelen bovenop Europese afspraken, pleit voor een streng migratiebeleid en wil de AOW onaantastbaar houden. 50PLUS kiest voor beleid dat primair de positie van ouderen beschermt, waar D66, CDA en Volt bredere, meer generieke of progressieve benaderingen hanteren.
50PLUS maakt de bescherming en verbetering van de AOW tot een speerpunt, in tegenstelling tot D66, CDA en Volt die de AOW minder centraal stellen of hervormingen steunen. Dit is een fundamenteel verschil in prioriteit en doelgroep.
“De AOW is het onaantastbare fundament van onze welvaartsstaat en blijft, wat 50PLUS betreft, staan als een huis.”
“De AOW-uitkering is er voor iedereen en blijft gekoppeld aan het wettelijk minimumloon.”
“Er wordt een dertiende maand ingevoerd voor AOW’ers, ter compensatie van het afschaffen van de Inkomensondersteuning-AOW (IO-AOW).”
Waar D66 en Volt juist voorop willen lopen met nationaal klimaatbeleid, kiest 50PLUS expliciet voor het volgen van Europese afspraken en verzet zich tegen extra nationale regels of heffingen. Dit is een scherp onderscheidend standpunt.
50PLUS kiest voor een restrictief migratiebeleid, met nadruk op beperking van arbeids- en studiemigratie en het afkopen van AOW-rechten bij vertrek. Dit contrasteert met de meer open houding van D66 en Volt.
“50PLUS kiest voor een streng migratiebeleid dat onderscheid maakt tussen vormen van migratie en voorkomt dat systemen overbelast raken.”
“Arbeidsmigranten en studenten die tijdelijk in Nederland wonen, bouwen tijdens hun verblijf hier AOW-rechten op. 50PLUS wil dat deze AOW-rechten worden afgekocht bij vertrek uit Nederland.”
In tegenstelling tot D66, CDA en Volt, die beleid voor alle generaties formuleren, bekijkt 50PLUS elk thema primair vanuit het perspectief van ouderen en toekomstige ouderen.
“50PLUS zal bij elk onderwerp steeds in de allereerste plaats kijken naar het belang van de huidige generatie ouderen en toekomstige generaties ouderen.”
“We zijn een partij die zich met name richt op het leven van 50-plussers, 60-plussers en nóg ouderen, mensen in de derde levensfase.”
D66 onderscheidt zich van CDA en Volt door een uitgesproken sociaal-liberale koers met nadruk op individuele vrijheid, gelijke kansen, een sterke Europese integratie en ambitieuze klimaatdoelen. De partij kiest voor snelle verduurzaming, meer Europese samenwerking (inclusief gezamenlijke investeringen en begroting), en het doorbreken van sociale uitsluiting op alle gronden. D66 legt de nadruk op participatie, progressieve sociale hervormingen en een leidende rol voor Nederland binnen de EU.
D66 streeft naar een snellere en ambitieuzere energietransitie dan CDA en Volt, met expliciete aandacht voor sociale rechtvaardigheid en het betrekken van kwetsbare groepen. Waar CDA doorgaans voorzichtiger is en Volt minder nadruk legt op sociale compensatie, kiest D66 voor een structureel noodfonds en directe ondersteuning.
“D66 brengt Nederland terug op koers voor de klimaatdoelen van 2030, 2040 en 2050. In 2030 is er 55% minder uitstoot van broeikasgassen, in lijn met de door minister Jetten ingevoerde Klimaatwet. In 2040 is dat 90% minder, overeenkomstig met de doelstelling van de EU, en in 2050 is Nederland klimaatneutraal. Dit leggen we vast in de Klimaatwet. D66 blijft daarbij streven naar klimaatneutraliteit in 2040.”
“We ondersteunen mensen met lage inkomens bij verduurzaming van hun woning. Denk aan subsidies, persoonlijk advies en energiecoaches. Zo daalt de energierekening en stijgt het wooncomfort.”
“Voor de vele mensen voor wie de rekening nú al onbetaalbaar is, maakt D66 het Noodfonds Energie structureel en het budget groter. Zo blijft niemand in de kou terwijl we de energietransitie versnellen.”
D66 kiest voor een veel sterkere Europese samenwerking dan CDA en Volt, met voorstellen voor een verdubbeling van de EU-begroting, gezamenlijke leningen en meer Europese regelgeving. Dit gaat verder dan Volt (dat wel pro-Europees is, maar minder ver gaat in gezamenlijke begroting) en veel verder dan het CDA.
“D66 wil jaarlijks €750 tot €800 miljard euro extra aan Europese investeringen. Dat financieren we met gezamenlijke leningen.”
“Met een Europese begroting die twee keer zo groot is, kunnen we samen écht een veranderende wereld aan. Dit doen we met eigen Europese inkomstenbronnen.”
“D66 wil vaker één gezamenlijke Europese regel die overal geldt: de verordening.”
D66 positioneert zich als uitgesproken progressief op het gebied van gelijke rechten en inclusiviteit, met een expliciete focus op het doorbreken van álle vormen van uitsluiting, inclusief neurodiversiteit, genderidentiteit en armoede. Dit is breder en explicieter dan bij CDA (conservatiever) en Volt (wel inclusief, maar minder concreet op deze breedte).
“D66 wil alle vormen van uitsluiting, racisme en discriminatie doorbreken: of het nu gaat om afkomst of geloof (jodenhaat of moslimhaat), huidskleur (zoals anti-zwart of anti-Aziatisch racisme), leeftijd, opleidingsniveau, armoede, beperking, neurodiversiteit (zoals ADHD of autisme), seksuele oriëntatie of genderidentiteit (queerhaat) of omdat iemand een vrouw is.”
D66 legt meer nadruk op democratische vernieuwing, participatie en transparantie dan CDA en Volt, met voorstellen voor continue invloed van burgers en wettelijke eisen aan de interne democratie van partijen.
De Partij voor de Dieren (PvdD) onderscheidt zich van D66, CDA en Volt door een radicaal ecocentrisch perspectief: welzijn van mens, dier en natuur staat boven economische groei. PvdD kiest voor een snelle en harde afbouw van fossiele brandstoffen, een sterke prioriteit voor energiebesparing boven groei, en het structureel beperken van vervuilende industrie en megadatacenters. Hun beleid is gericht op systeemverandering, waarbij economische belangen ondergeschikt zijn aan ecologische grenzen en rechtvaardigheid.
PvdD kiest voor een veel snellere en strengere afbouw van fossiele brandstoffen dan D66, CDA en Volt, met directe focus op de industrie als eerste sector. Waar andere partijen vaak inzetten op innovatie en geleidelijke transitie, legt PvdD de nadruk op directe beperking en beëindiging van fossiele infrastructuur en subsidies.
“Er komt een ambitieus afbouwplan voor fossiele brandstoffen, waarbij de industrie als eerste wordt aangepakt.”
“We stoppen direct met nieuwe concessies voor gas- en olievelden, schaffen investeringssubsidies af en stoppen met uitbreiding van fossiele infrastructuur, zoals LNG-terminals, in lijn met het Fossiele Brandstof Non-Proliferatieverdrag.”
PvdD stelt energiebesparing centraal en keurt megadatacenters af, in tegenstelling tot D66, CDA en Volt die doorgaans inzetten op zowel besparing als uitbreiding van duurzame opwekking. PvdD wil het totale energieverbruik halveren en geeft huishoudens en publieke voorzieningen voorrang op het net.
PvdD plaatst welzijn van mens, dier en natuur expliciet boven economische groei en pleit voor een fundamentele systeemverandering, waar D66, CDA en Volt economische groei als uitgangspunt nemen of als middel zien. PvdD wil het BBP loslaten als beleidsdoel en kiest voor brede welvaart en ecologische grenzen.
PvdD wijst biomassa, biobrandstoffen en mestvergisters als 'groene' oplossingen volledig af, waar D66, CDA en Volt deze vaak (deels) accepteren als transitiebrandstoffen. PvdD stelt dat deze technieken natuur en klimaat schaden.
“Biomassaverbranding voor energie krijgt geen subsidie meer. Het is door Europa ten onrechte gedefinieerd als hernieuwbare energie.”
“Biobrandstoffen zijn geen duurzame oplossing voor de transport- en mobiliteitssector. Landbouwgewassen in de tank dragen bij aan natuurverlies en bedreigen de voedselvoorziening. Er komt een einde aan de bijmengverplichting.”
“Gas gemaakt van mest en ander agrarisch afval is niet groen en houdt de intensieve veehouderij in stand. We stoppen met mestvergisters.”
Het CDA onderscheidt zich van D66 en Volt door een sterke nadruk op gemeenschapszin, verantwoordelijkheid en het behoud van traditionele waarden zoals de vrijheid van onderwijs en een betrokken samenleving. Hun beleid focust op het versterken van lokale initiatieven, minder regels, en het beschermen van nationale tradities, met concrete voorstellen zoals het behouden van artikel 23 (vrijheid van onderwijs), het stimuleren van verenigingen en vrijwilligerswerk, en het beperken van de maakbaarheidsgedachte van de overheid. De kern van hun visie is dat vooruitgang ontstaat door samenwerking tussen overheid, burgers en maatschappelijke organisaties, met respect voor bestaande structuren en tradities.
Het CDA staat pal voor de vrijheid van onderwijs en het recht van ouders om een school te kiezen die past bij hun overtuiging, in tegenstelling tot D66 en Volt die meer nadruk leggen op gelijke kansen en minder op religieuze of levensbeschouwelijke scholen. Dit is een fundamenteel verschil in visie op onderwijs en de rol van de overheid versus de samenleving.
“Het CDA staat pal voor de vrijheid van onderwijs. Dankzij dit grondrecht hebben ouders de mogelijkheid een school te kiezen die past bij hun overtuiging en opvattingen mits dat niet ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs als voorbereiding op het samenleven in een democratische rechtsstaat.”
“Ouders zijn vrij in de schoolkeuze van hun kinderen. Het CDA staat pal voor artikel 23 van de Grondwet.”
Het CDA kiest expliciet voor minder regels en meer vertrouwen in burgers, verenigingen en lokale initiatieven, waar D66 en Volt doorgaans meer centrale sturing en regelgeving voorstaan. Dit verschil uit zich in het streven naar deregulering en het versterken van maatschappelijke verbanden.
“We stoppen met de gedachte dat meer regels altijd leiden tot het maken van minder fouten. Onevenredige verantwoordingsdruk zorgt voor maatschappelijke schade, tast de beroepseer van mensen aan en dooft het plezier van vrijwilligers uit. Het CDA vertrouwt op vitale verenigingen.”
“We zetten met prioriteit in op deregulering: minder regels, betere regelgeving en efficiëntere rapportages.”
Het CDA benadrukt het belang van nationale tradities, saamhorigheid en het invoeren van een (maatschappelijke) dienstplicht, wat bij D66 en Volt veel minder of niet voorkomt. Dit onderstreept hun visie op een samenleving waarin gedeelde waarden en plichten centraal staan.
Het CDA erkent expliciet de grenzen van overheidsingrijpen en pleit voor een overheid die niet alles wil oplossen, in tegenstelling tot Volt en D66 die vaak meer vertrouwen op centrale oplossingen en beleid. Dit verschil is fundamenteel in hun visie op de rol van de overheid.
“De overheid kan niet alle problemen oplossen, en daar moeten we eerlijk over zijn. Maar wat de overheid doet, moet ze goed doen.”
“Dat betekent ook de maakbaarheidsgedachte loslaten: de overheid kan niet alle problemen oplossen. Op deze manier voorkomen we teleurstelling en werken we aan een betrouwbare overheid ten dienste van de samenleving.”
De ChristenUnie onderscheidt zich van D66, CDA en Volt door een uitgesproken nadruk op bescherming van minderheden, behoud van regionale identiteit, een kritische houding tegenover Europese integratie en een sterke morele en religieuze onderbouwing van beleid. Concrete voorstellen zijn onder meer het afwijzen van een kiesdrempel, het afschaffen van het verbod op constitutionele toetsing, het beschermen van regionale talen en cultuur, en het beperken van Europese bemoeienis op nationale domeinen. De kern van hun visie is dat politiek dienstbaar moet zijn aan het algemeen belang, met oog voor rechtvaardigheid, solidariteit en de bescherming van kwetsbare groepen.
De ChristenUnie wijst een kiesdrempel en districtenstelsel expliciet af, in tegenstelling tot D66 (die vaak voorstander is van een kiesdrempel) en Volt (die Europese harmonisatie van kiesstelsels nastreeft). Dit standpunt is bedoeld om kleinere groepen politieke inbreng te geven en minderheden te beschermen.
“We voeren geen districtenstelsel of kiesdrempel in. In een districtenstelsel gaat het meer over poppetjes en minder over inhoud. Een kiesdrempel en districtenstelsel zorgen er bovendien voor dat het moeilijker wordt voor kleinere groepen in de samenleving om een eigen politieke inbreng te hebben.”
De ChristenUnie is kritisch op verdere Europese integratie, benadrukt nationale soevereiniteit en subsidiariteit, en verzet zich tegen uitbreiding van EU-bevoegdheden op terreinen als gezondheidszorg, medische ethiek en onderwijs. Dit contrasteert sterk met Volt (pro-EU, meer integratie) en D66 (voorstander van meer Europese samenwerking).
“Europese samenwerking begint met duidelijkheid over bevoegdheden. Het moet helder zijn waar lidstaten zelf verantwoordelijk voor zijn en waar de Europese Unie wel of niet over gaat. Voor de ChristenUnie is subsidiariteit het uitgangspunt: besluiten worden genomen op het laagst mogelijke niveau, zo dicht mogelijk bij mensen. Wij verzetten ons tegen Europese bemoeizucht op terreinen waar de EU geen mandaat heeft, zoals gezondheidszorg, medische ethiek, onderwijs of woningbouw.”
“De voorgenomen uitbreiding van de EU-begroting is niet acceptabel. De ChristenUnie is voorstander van Europese samenwerking die dienstbaar is aan lidstaten, niet andersom.”
“De toetredingsonderhandelingen met Turkije worden gestaakt.”
De ChristenUnie legt een sterke nadruk op het behoud van regionale identiteit, cultuur en taal, wat minder prominent is bij D66, CDA en Volt. Dit uit zich in concrete voorstellen voor bescherming van streektalen en regionale voorzieningen.
“Gemeenschappen behouden hun identiteit, cultuur en taal zoals het Papiaments, Nedersaksisch en Limburgs. Het Fries als tweede rijkstaal en regionale streektalen en dialecten worden beschermd, ook voor volgende generaties.”
De ChristenUnie wil het verbod op constitutionele toetsing afschaffen, zodat rechters wetten aan de Grondwet kunnen toetsen. Dit is een duidelijk verschil met CDA (meestal tegen) en Volt (voor), maar bij D66 is dit ook een speerpunt; het onderscheid zit hier vooral in de bredere context van rechtsstatelijkheid en minderhedenbescherming.
“Het verbod op constitutionele toetsing wordt afgeschaft zodat rechters wetten ook aan de grondwet kunnen toetsen.”
De ChristenUnie baseert haar visie en beleid expliciet op christelijke waarden en een morele opdracht, wat haar onderscheidt van de seculiere benadering van D66 en Volt, en de meer pragmatische, minder uitgesproken religieuze toon van het CDA.
“Voor deze mensen is de ChristenUnie een bondgenoot. Gedreven door geloof - niet in onszelf, maar in God, de ander en in het goede. Omdat we geroepen zijn om recht te doen, grenzen en normen te stellen. Om vrede te zoeken in ons land, voor elkaar en voor de schepping die ons is toevertrouwd.”
“Duurzaamheid is voor de ChristenUnie een morele opdracht en verantwoordelijkheid. Het gaat niet alleen om cijfers, modellen of beleidsinstrumenten, maar om de vraag hoe we recht doen aan mens en schepping.”
NSC onderscheidt zich van D66, CDA en Volt door een sterke nadruk op herstel van de relatie tussen burger en overheid, regionale vertegenwoordiging in de Kamer, en behoud van nationale soevereiniteit binnen de EU. De partij pleit voor een regionaal kiesstelsel, meer tegenmacht en transparantie, en een kritische houding tegenover verdere Europese integratie. NSC kiest voor realistische, uitvoerbare oplossingen die de menselijke maat centraal stellen, en verzet zich tegen technocratie, dichtgetimmerde coalitieakkoorden en schaalvergroting zonder draagvlak.
NSC wil de band tussen kiezer en Kamerlid versterken door een regionaal kiesstelsel met meervoudige districten, wat afwijkt van het landelijke evenredige stelsel dat D66, CDA en Volt voorstaan. Dit moet zorgen voor betere vertegenwoordiging van regio’s en hun belangen in het parlement.
“We willen de band tussen kiezer en Kamerlid versterken door een regionaal kiesstelsel in te voeren met meervoudige kiesdistricten.”
“De overgebleven zetels worden zo toegewezen dat er sprake blijft van evenredige vertegenwoordiging. De zorgen en belangen van mensen uit alle delen van het gehele land worden zo beter gehoord in het parlement.”
In tegenstelling tot D66 en Volt, die juist voor verdere Europese integratie pleiten, is NSC uitgesproken kritisch over een ‘ever closer union’ en wil het nationale bevoegdheden behouden. De partij benadrukt het subsidiariteitsbeginsel en wil dat de Tweede Kamer actiever betrokken wordt bij EU-besluiten.
“We zijn tegen de ‘ever closer union’. Binnen Europa bepleiten we een stevige opstelling van Nederland, constructief maar realistisch. Taken, bevoegdheden en budgetten blijven van ons, deze nationale soevereiniteit bewaken we.”
“De regering moet de Tweede Kamer tijdig en actief betrekken bij nieuwe initiatieven van de EU en bij mandaten voor onderhandelingen.”
NSC verzet zich tegen technocratisch beleid en pleit voor meer tegenmacht, open debat en herstel van vertrouwen tussen burger en overheid. Dit contrasteert met de meer technocratische en bestuurlijke benadering van D66 en Volt.
“Het beleid in Den Haag steunt te veel op een modellenwerkelijkheid waardoor besluiten objectiever alleen cijfers en niet de mensen achter die getallen.”
“We bouwen aan een overheid die mensen en waarden centraal stelt en niet de abstracte modellen. Waar de stem van de burger zwaarder weegt dan die van lobbygroepen of belangenorganisaties.”
NSC wil coalitieakkoorden beperken tot hoofdlijnen en financiële kaders, zodat er meer ruimte is voor debat en aanpassing aan veranderende omstandigheden. Dit is een duidelijke breuk met de praktijk van dichtgetimmerde akkoorden, waar D66 en CDA traditioneel aan vasthouden.
“Coalitieakkoorden moeten zich beperken tot hoofdlijnen van beleid en financiële kaders. Ze leggen niet precies vast hoe de doelen bereikt worden. Er moet ruimte zijn voor debat en om in te spelen op veranderende omstandigheden; geen dichtgetimmerde afspraken dus.”
NSC is uitgesproken kritisch op schaalvergroting van gemeenten en provincies zonder draagvlak, en benadrukt het belang van de menselijke maat. Dit verschilt van Volt en D66, die vaak juist voor schaalvergroting en bestuurlijke efficiëntie pleiten.
“Gemeentelijke en provinciale herindeling kunnen alleen plaatsvinden als hiervoor draagvlak bestaat bij de bevolking; schaalvergroting leidt niet per definitie tot beter bestuur en gaat in de praktijk vaak ten koste van de menselijke maat.”
Volt onderscheidt zich van D66 en CDA door haar uitgesproken pleidooi voor een federaal Europa, radicale democratische vernieuwing, en het doorbreken van bestuurlijke verkokering. Volt kiest voor structurele hervormingen zoals digitale stemmogelijkheden, een verbod op politieke dubbelfuncties, en een onafhankelijke commissaris voor de rijksdienst. Hun visie is sterk Europees, vernieuwend en gericht op het versterken van democratische legitimiteit en inclusiviteit.
Volt is de enige van de drie partijen die expliciet streeft naar een federaal Europa met een Europese grondwet en het afschaffen van het vetorecht, waarmee ze zich duidelijk onderscheiden van D66 (pro-EU, maar niet federaal) en CDA (meer behoudend en nationaal gericht).
“Volt strijdt in Nederland voor een sterk, democratisch, federaal Europa. We roepen het kabinet op om met andere lidstaten een Europese grondwet te schrijven om de fundamenten te leggen van een nieuw Europa.”
“De EU moet vooruit kunnen, ook als één lidstaat dwarsligt. Volt gaat het vetorecht (ook wel: het unanimiteitsvereiste) afschaffen.”
Volt pleit als enige voor een pilot met digitaal stemmen voor Nederlanders in het buitenland, terwijl D66 en CDA hier terughoudender of afwijzend tegenover staan vanwege zorgen over veiligheid en betrouwbaarheid.
“Daarom pleit Volt voor een kleinschalige pilot met digitaal stemmen voor een gecontroleerde groep Nederlanders in het buitenland. Deze pilot onderzoekt de technische haalbaarheid, veiligheid en toegankelijkheid van digitaal stemmen.”
Volt wil een verbod op het stapelen van politieke functies (bijvoorbeeld tegelijk gemeenteraadslid en Kamerlid zijn), een maatregel die D66 en CDA niet expliciet steunen.
“Er komt een verbod op dubbelfuncties in de politiek. Op dit moment is het mogelijk om tegelijkertijd gemeenteraadslid, Provinciale Statenlid én Tweede Kamerlid te zijn. Volt vindt dat dit verboden moet worden.”
Volt stelt als enige een onafhankelijke commissaris voor de rijksdienst voor, met een breed mandaat om expertise en organisatie te waarborgen. D66 en CDA kiezen traditioneel voor ministeriële verantwoordelijkheid.
“Volt wil daarom een onafhankelijke commissaris voor de rijksdienst met het mandaat om cruciale expertise te borgen, topambtenaren te benoemen en rijksbreed organisatiebeleid te voeren.”
Volt introduceert het idee van een ‘noodrem’ waarmee uitvoerders kunnen ingrijpen als beleid in strijd is met goed bestuur, een instrument dat D66 en CDA niet voorstellen.
“Volt wil dat uitvoerders kunnen ingrijpen als beleid in strijd is met goed bestuur. Daarom pleiten we voor een ‘noodrem’ die door professionals binnen uitvoeringsorganisaties kan worden ingezet.”
Volt wil een breed onderzoek naar een nieuw regeringsmodel, inclusief het automatisch verdelen van regeringsverantwoordelijkheid op basis van zetelaantallen, wat veel verder gaat dan de institutionele hervormingen van D66 of CDA.
“Volt pleit ervoor dat er tijdens de volgende regeerperiode een breed en goed onderbouwd onderzoek komt naar een nieuw regeringsmodel. Dit model moet strategisch machtsspel verminderen, samenwerking versterken, politieke versnippering bestuurbaar maken, verantwoordelijkheid eerlijk verdelen en burgers actief betrekken als de politiek vastloopt.”