BVNL positioneert zich als een klassiek liberale, economisch rechtse en cultureel conservatieve partij die sterk inzet op individuele vrijheid, een kleine overheid, nationale soevereiniteit en het behoud van Nederlandse tradities. In tegenstelling tot CDA en D66, die beide meer waarde hechten aan Europese samenwerking, een actieve overheid en progressieve maatschappelijke veranderingen, pleit BVNL voor forse beperking van overheidsuitgaven, een asielstop, afschaffing van het huidige klimaatbeleid en een bindend referendum. Hun visie draait om het terugdringen van bureaucratie, het beperken van internationale invloed en het centraal stellen van de Nederlandse burger en cultuur.
BVNL wil de overheid radicaal verkleinen, met minder ambtenaren, minder bureaucratie en een forse reductie van overheidsuitgaven. Dit staat haaks op de meer gematigde hervormingskoers van CDA en de overheidsrol die D66 voorstaat, vooral op terreinen als klimaat, onderwijs en zorg.
“BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
“De overheid moet en kan een stuk kleiner worden. Ambtenaren dienen de democratie. Zij die dit weigeren zullen worden ontslagen.”
Waar D66 juist voor verdere Europese integratie pleit en CDA een gematigd pro-Europese koers vaart, wil BVNL de macht van de EU fors inperken en Nederland weer soeverein maken.
“We moeten stoppen met het overhevelen van zeggenschap naar ongekozen supranationale organen zoals de WHO, de EU, de VN en de NAVO. De EU moet worden omgevormd tot een confederatie van samenwerkende landen, zoals de Europese Economische Gemeenschap (EEG) oorspronkelijk bedoeld was.”
“Daar waar het Nederlands belang haaks staat op Brusselse regelgeving zullen wij Brussel informeren dat Nederland zijn eigen soevereine koers vaart.”
BVNL kiest voor een volledige asielstop en koppelt het woningtekort en andere maatschappelijke problemen direct aan immigratie, in tegenstelling tot CDA en D66 die beide voor gereguleerde migratie en opvang blijven pleiten.
“BVNL wil een asielstop. Het absorptievermogen is bereikt en Nederland kan de eindeloze toestroom van asielzoekers niet meer aan.”
“Om de afbraak van Nederland te stoppen moeten we onmiddellijk stoppen met het toelaten van asielzoekers en kansarme migranten en niet accepteren dat onze eigen cultuur verdwijnt ten faveure van culturen en moralen die niet de onze zijn en die onze manier leven en onze waarden bedreigen.”
In tegenstelling tot D66 (voorloper op klimaatbeleid) en CDA (voorzichtig hervormend), wil BVNL het huidige klimaatbeleid en het stikstofdossier volledig van tafel.
“Technisch gezien is er geen stikstofprobleem en we moeten stoppen met het lastigvallen van boeren, vissers en andere ondernemers op grond van een zelf gecreëerd bureaucratisch probleem.”
“De overheid wordt veel te groot, er zijn te veel ambtenaren, er is teveel controledrang en de bureaucratie neemt onevenredig toe. BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
BVNL wil de burger meer directe invloed geven via bindende referenda, terwijl CDA en D66 hier veel terughoudender of zelfs afwijzend tegenover staan.
BVNL stelt een vlaktaks van 25% voor en wil alle toeslagen en andere belastingen afschaffen, een radicaal ander fiscaal systeem dan CDA en D66 voorstaan.
“BVNL wil een vlaktaks invoeren van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000,-. Tegelijkertijd worden alle andere belastingen en toeslagen afgeschaft.”
Waar D66 cultureel progressief is en CDA een gematigd conservatieve koers vaart, positioneert BVNL zich als uitgesproken cultureel conservatief en anti-woke.
“BVNL is tot slot cultureel conservatief: wij willen ons mooie Nederland en de daarbij behorende unieke Nederlandse tradities en cultuur intact houden, maar wel medisch-ethisch progressief: iedereen mag zelf bepalen hoe en met wie hij/zij het leven vormgeeft en beslist zelf over de eigen levensovertuiging en het eigen lichaam.”
“Wij verzetten ons tegen cultuurrelativisme, identiteitsdenken en het afbreken van nationale trots.”
50PLUS positioneert zich als belangenbehartiger van ouderen en onderscheidt zich van CDA en D66 door haar focus op het behouden en versterken van de AOW, een streng migratiebeleid, en het afwijzen van extra nationale klimaatmaatregelen bovenop Europese afspraken. De partij legt nadruk op bestaanszekerheid voor ouderen, directe democratie, en behoud van koopkracht, terwijl ze kritisch is op recente onderwijshervormingen en nationale industriepolitiek. Hun visie is pragmatisch, behoudend en gericht op het beschermen van verworven rechten voor ouderen.
50PLUS wijkt sterk af van CDA en D66 door de AOW als absoluut onaantastbaar te beschouwen, inclusief het invoeren van een dertiende maand en het niet verhogen van de AOW-leeftijd. Dit standpunt is direct gericht op het beschermen van de koopkracht en bestaanszekerheid van ouderen, waar CDA en D66 doorgaans flexibeler zijn in het aanpassen van de AOW-leeftijd en minder expliciet zijn over extra uitkeringen.
“De AOW is het onaantastbare fundament van onze welvaartsstaat en blijft, wat 50PLUS betreft, staan als een huis.”
“Er wordt een dertiende maand ingevoerd voor AOW’ers, ter compensatie van het afschaffen van de Inkomensondersteuning-AOW (IO-AOW).”
“De AOW-leeftijd blijft de komende kabinetsperiode gelijk.”
50PLUS kiest voor een streng migratiebeleid, met nadruk op beperking van arbeids- en studiemigratie en het afkopen van AOW-rechten bij vertrek van migranten. Dit contrasteert met D66, dat migratie als kans ziet, en CDA, dat doorgaans gematigder is. 50PLUS adresseert hiermee de druk op sociale voorzieningen en de uitvoerbaarheid van het AOW-stelsel.
“50PLUS kiest voor een streng migratiebeleid dat onderscheid maakt tussen vormen van migratie en voorkomt dat systemen overbelast raken.”
“50PLUS wil dat deze AOW-rechten worden afgekocht bij vertrek uit Nederland.”
“Bij arbeidsmigratie dient de verantwoordelijkheid mede bij de werkgevers gelegd te worden. Bij studiemigratie zijn de universiteiten en hogescholen medeverantwoordelijk.”
50PLUS verzet zich tegen nationale klimaatmaatregelen die verder gaan dan Europese afspraken, in tegenstelling tot D66 (voorloper op klimaat) en CDA (meestal compromiszoekend). De partij wil uitfasering van nationaal klimaatbeleid zodra Europees beleid is opgeschaald, om de concurrentiepositie van Nederland te beschermen.
“Dus geen nationale CO2-heffingen en geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”
“Uitfasering van het nationale klimaatbeleid, nadat gezamenlijk is besloten om het Europese beprijzen van CO2 op te schalen.”
“Het optimaal beprijzen van CO2 op Europees niveau, zodat CO2-reductie wordt versneld zonder de concurrentiepositie van Nederland aan te tasten.”
50PLUS pleit voor directe democratie en meer burgerinspraak, wat hen onderscheidt van CDA (vertegenwoordigende democratie) en D66 (vooral bestuurlijke vernieuwing). Dit standpunt is bedoeld om burgers meer directe invloed te geven op beleid, mede uit onvrede met bestaande bestuursstructuren.
“Verder is meer inspraak van de burger van groot belang; wij pleiten voor directe democratie.”
50PLUS is kritisch op de grote onderwijshervormingen van de afgelopen decennia en wil terug naar basisvaardigheden, in tegenstelling tot D66 (voorstander van onderwijsvernieuwing) en CDA (meer behoudend, maar minder uitgesproken). Dit standpunt adresseert zorgen over afnemende basisvaardigheden bij kinderen.
De PVV positioneert zich als een partij die zich fel afzet tegen zowel het CDA als D66, vooral op het gebied van nationale soevereiniteit, immigratie, Europese samenwerking en cultuur. Waar CDA en D66 vaak samenwerken binnen het politieke midden en pro-Europa zijn, kiest de PVV voor een harde lijn: volledige asielstop, terugtrekking van bevoegdheden uit Brussel, en het stoppen van ontwikkelingshulp. De PVV benadrukt het belang van Nederlandse identiteit, directe democratie en het schrappen van progressieve, multiculturele en klimaatmaatregelen.
De PVV onderscheidt zich radicaal van CDA en D66 door te pleiten voor een totale asielstop en het sluiten van de grenzen voor asielzoekers, terwijl CDA en D66 beide voorstander zijn van gereguleerde migratie en internationale verdragen respecteren. Dit is een van de meest uitgesproken verschillen.
Waar CDA en D66 de EU als essentieel zien voor samenwerking en stabiliteit, wil de PVV bevoegdheden terughalen uit Brussel, vetorechten inzetten, en zich verzetten tegen verdere Europese integratie. Dit is een fundamenteel verschil in visie op de rol van Nederland in Europa.
De PVV wil volledig stoppen met ontwikkelingshulp en drastisch minder geld naar de EU sturen, terwijl CDA en D66 beide ontwikkelingssamenwerking en Europese solidariteit als kernwaarden zien.
De PVV zet zich af tegen het multiculturalisme en de ‘woke-ideologie’, waar D66 juist progressief is en CDA gematigder. De nadruk op nationale tradities en het terugdraaien van excuses voor het slavernijverleden zijn duidelijke breekpunten.
“Geen misplaatste schaamtecultuur, maar het koesteren van onze tradities, de standbeelden van onze nationale helden en onze feesten als Kerstmis, Sinterklaas mét Zwarte Piet en Pasen.”
“Excuses voor het slavernijverleden en de politionele acties intrekken”
“Voor de PVV bestaan er slechts twee geslachten: man en vrouw. In wetten en beleid hoort het biologische geslacht weer leidend te zijn – dus geen 'X' in het paspoort.”
De PVV verwerpt klimaatmaatregelen en de energietransitie, terwijl D66 juist vooroploopt in klimaatbeleid en het CDA een gematigde groene koers vaart.
BBB positioneert zich als een partij die sterk inzet op regionale verbondenheid, nuchterheid en behoud van Nederlandse tradities, en daarmee afstand neemt van zowel het progressieve, stedelijke beleid van D66 als het meer gevestigde, bestuurlijke karakter van het CDA. De partij benadrukt een terughoudende overheid, kritisch klimaat- en migratiebeleid, en het belang van regionale maatwerkoplossingen. BBB onderscheidt zich door haar focus op het platteland, soevereiniteit, en het afwijzen van ideologisch en uniform beleid vanuit Den Haag of Brussel.
BBB verzet zich tegen wat zij ziet als ideologisch, onrealistisch klimaat- en diversiteitsbeleid, waarmee zij zich duidelijk afzet tegen D66 (progressief, klimaatambitieus) en zich onderscheidt van het CDA (meer gematigd, maar minder uitgesproken kritisch).
“We maken ons zorgen over de economische schade van ideologisch klimaatbeleid. Grote bedrijven vertrekken uit Nederland door hoge lasten en ondoordachte maatregelen, met banenverlies als gevolg. BBB wil bedrijven behouden voor Nederland en kiest voor verstandige, evenwichtige doelen. Want wie rood staat, kan niet groen doen.”
“Daar hoort geen miljoenen verslindend diversiteitsbeleid bij dat mensen etiketten opplakt en in hokjes plaatst.”
BBB stelt regionale verbondenheid en maatwerk centraal, in tegenstelling tot de centralistische, Randstad-georiënteerde aanpak van D66 en het CDA. Dit is een kernverschil in visie op bestuur en beleid.
“We stappen, als het aan BBB ligt, uit de Haagse bubbel om de regionale verbinding te zoeken.”
“Geen aanpak van bovenaf die alles gelijk wil maken, maar maatwerk dat past bij elke regio.”
“Het economisch beleid van de rijksoverheid richt zich nog te vaak op de Randstad en een paar grote kennisclusters. Daardoor blijven andere delen van Nederland met name grensregio’s en plattelandsgebieden achter, terwijl daar volop economische kansen liggen.”
BBB pleit voor een kleinere, dienstbare overheid die uitgaat van vertrouwen in burgers en gemeenschappen, in tegenstelling tot het meer sturende beleid van D66 en het institutionele karakter van het CDA.
“De overheid is te groot geworden en bemoeit zich met te veel. Beleidsmakers verliezen de praktijk uit het oog en zien mensen als kostenpost, niet als dragers van de samenleving.”
“Dit betekent dat de overheid terughoudend optreedt. De recente politieke geschiedenis heeft laten zien dat de overheid zeer feilbaar is. Wij geloven in de kracht van gemeenschappen van mensen.”
BBB is uitgesproken kritisch over Europese bemoeienis en pleit voor meer nationale soevereiniteit, wat hen onderscheidt van D66 (pro-Europees) en het CDA (gematigd pro-Europees).
“BBB is niet tegen Europese samenwerking, maar Nederland moet weer soeverein kunnen kiezen wat werkt. Nationale belangen moeten voorop staan, niet Brusselse dogma’s.”
“Nederland moet ook kritisch kijken naar internationale verdragen die onze beleidsruimte beperken. Vooral op het gebied van migratie, asiel, klimaat, stikstof, energie en landbouw.”
BBB kiest voor een restrictiever migratiebeleid en stelt duidelijke eisen aan integratie, waarmee zij zich afzet tegen het meer open beleid van D66 en het gematigder CDA.
“De grootschalige immigratie naar Nederland is al ruim vijftig jaar onderwerp van debat... Terwijl de instroom van migranten vrijwel onverminderd doorgaat, wordt onze verzorgingsstaat stap voor stap uitgehold.”
“Wie in Nederland wil wonen, hoort mee te doen. Inburgeren, de taal leren, werk zoeken en bijdragen aan de samenleving. Dat is geen keus, maar een voorwaarde.”
BIJ1 onderscheidt zich fundamenteel van CDA en D66 door haar radicale focus op gelijkwaardigheid, democratisering en het doorbreken van gevestigde machtsstructuren. De partij pleit voor vergaande democratische vernieuwing, het volledig in publieke handen brengen van essentiële voorzieningen, en het centraal stellen van herstel van (koloniaal) onrecht. BIJ1’s voorstellen zijn concreet gericht op het vergroten van inspraak, het afschaffen van marktwerking in de zorg, en het structureel aanpakken van ongelijkheid, wat hen scherp onderscheidt van de meer gematigde en institutioneel ingestelde benaderingen van CDA en D66.
BIJ1 wil de democratie grondig hervormen door burgers en werknemers veel meer directe zeggenschap te geven, in tegenstelling tot CDA en D66 die vasthouden aan representatieve democratie met beperkte directe inspraak. Dit betekent bindende burgerfora, vetorechten voor werknemers en het vergroten van het aantal volksvertegenwoordigers.
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
“Het aantal Kamerleden in de Tweede Kamer moet proportioneel meegroeien met het aantal inwoners in Nederland, want volksvertegenwoordigers kunnen hun werk alleen goed doen wanneer ze voldoende tijd en ondersteuning krijgen. Dat betekent dat het huidige aantal van 150 Kamerleden flink moet worden vergroot.”
Waar CDA en D66 marktwerking in zorg en wonen deels accepteren of slechts willen bijsturen, wil BIJ1 essentiële voorzieningen volledig in publieke handen brengen en marktprikkels elimineren. Dit geldt voor zorg, huisvesting en openbaar vervoer.
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd.”
“Een Nationaal Bouwbedrijf bouwt woningen voor mensen, niet voor winst. Zo zetten wij de projectontwikkelaars die weigeren om betaalbaar te bouwen, omdat ze alleen verdienen aan te dure koopwoningen, buitenspel.”
“Gratis ov. Van je huis naar je werk, naar familie, naar...”
BIJ1 stelt het herstel van koloniaal onrecht en radicale gelijkwaardigheid centraal, een thema dat bij CDA en D66 veel minder prominent of concreet is. Dit uit zich in directe maatregelen voor het Caribisch deel van Nederland en het expliciet dekoloniseren van beleid.
“Radicale gelijkwaardigheid centraal stellen.”
“Echte ontwikkelingssamenwerking is gericht op herstel, radicaal eerlijk delen en solidariteit. Voor zelfbeschikking, klimaatrechtvaardigheid en het recht op ontwikkeling buiten westerse ‘voorwaarden’ om.”
“Herstel van koloniale schade.”
BIJ1 wil mensenrechtenverdragen direct laten gelden in het Nederlandse recht en inclusiviteit wettelijk verankeren, terwijl CDA en D66 hier minder ver in gaan of meer pragmatisch zijn.
“Alle mensenrechtenverdragen, zoals het Kinderrechtenverdrag, het Vrouwenrechtenverdrag en het VN-verdrag inzake rechten van personen met een handicap, krijgen rechtstreekse werking in het Nederlandse recht. Etniciteit, afkomst, nationaliteit, genderidentiteit en genderexpressie worden in artikel 1 van de Grondwet opgenomen.”
DENK positioneert zich als uitgesproken links-progressief en sociaal, met een sterke nadruk op gelijkwaardigheid, armoedebestrijding en het beschermen van minderheden. In vergelijking met CDA (centrum-rechts, christendemocratisch) en D66 (progressief-liberaal, maar minder uitgesproken op sociale gelijkheid), onderscheidt DENK zich vooral door haar radicale voorstellen voor inkomensherverdeling, het afschaffen van het eigen risico in de zorg, en het onvoorwaardelijk verdedigen van religieus/bijzonder onderwijs. DENK kiest voor stevige overheidsinvesteringen in publieke diensten, een hogere belasting voor grote bedrijven en superrijken, en een uitgesproken antidiscriminatiebeleid.
DENK kiest voor een veel sterkere herverdeling dan CDA en D66, door expliciet hogere belastingen voor grote bedrijven en vermogenden te eisen. Dit contrasteert met het gematigde belastingbeleid van CDA en het meer marktgerichte beleid van D66.
“Wij verhogen daarom de winstbelasting voor grote bedrijven en schaffen ondoelmatige belastingvoordelen die de ongelijkheid vergroten af. Binnen de inkomstenbelasting zorgen wij voor een rechtvaardigere verdeling door van superrijken een eerlijke bijdrage te vragen.”
“We verlagen de belasting voor lage- en middeninkomens. Mensen met een heel hoog inkomen of vermogen kunnen een extra bijdrage leveren.”
Waar D66 en CDA het eigen risico in de zorg (deels) willen behouden of slechts willen verlagen, schaft DENK het volledig af en breidt het basispakket fors uit.
DENK verdedigt artikel 23 (vrijheid van onderwijs) zonder restricties, in tegenstelling tot D66 (die artikel 23 wil moderniseren en religieus onderwijs wil beperken) en CDA (die het behoudt, maar minder expliciet en zonder uitbreiding).
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
DENK stelt een discriminatiedeadline en wil antifascisme expliciet in de Grondwet opnemen, wat veel verder gaat dan het beleid van CDA en D66.
“Het wettelijke doel wordt dat in 2030 de ervaren discriminatie in de samenleving 0% is.”
“Nooit meer is nu: in de Grondwet wordt expliciet opgenomen dat Nederland het fascisme en extreemrechtse politiek afwijst en kiest voor een pluriforme rechtsstaat waarin iedereen gelijkwaardig is.”
DENK wil de democratie verdergaand hervormen dan CDA en D66, door onder andere de burgemeester rechtstreeks te laten kiezen en het kiesrecht te verlagen naar 16 jaar.
De VVD positioneert zich duidelijk centrum-rechts en onderscheidt zich van CDA en D66 door sterk te focussen op het belonen van werkenden, het beperken van herverdeling, het verkleinen van de overheid en het afremmen van lastenverhogingen. De partij kiest voor minder nivellering, lagere lasten voor de middenklasse, een kleinere overheid, en stelt harde grenzen aan sociale zekerheid en zorguitgaven. Dit staat in contrast met CDA (meer gericht op gemeenschapswaarden en sociale zekerheid) en D66 (progressiever, meer herverdeling, grotere overheid en meer nadruk op gelijke kansen).
De VVD verzet zich expliciet tegen verdere nivellering en kiest voor lagere lasten voor werkenden en de middenklasse, terwijl CDA en D66 doorgaans meer bereid zijn tot herverdeling en hogere lasten voor hogere inkomens. De VVD stelt het belang van werkenden centraal en wil dat zij altijd meer profiteren dan niet-werkenden.
“We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“We leggen in een Koopkrachtwet vast dat werkenden er ieder jaar in koopkracht méér op vooruit moeten gaan dan niet-werkenden.”
“De VVD staat voor sterke publieke voorzieningen... Maar van elke belastingcent gaat steeds meer naar de zorg, uitkeringen en regelingen voor mensen die niet of weinig werken. Dit terwijl werkenden er te weinig op vooruitgaan.”
De VVD kiest voor een kleinere, efficiëntere overheid en wil overheidsuitgaven beperken in plaats van belastingen te verhogen. Dit contrasteert met D66 (grotere overheid, meer investeringen in publieke sector) en CDA (meer behoudend, maar minder uitgesproken in het verkleinen van de overheid).
“De VVD kiest voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen. Zo leggen we de rekening niet bij hardwerkende Nederlanders of ondernemers neer, maar bij de overheid zelf.”
“We willen dat overheidsuitgaven niet harder groeien dan de economie.”
“De VVD kiest voor een overheid die uitgaat van een sterke samenleving... met een deltaplan ‘ontregelen’ willen we de overheid doelmatiger en effectiever maken, beleid en uitvoering dichter bij elkaar brengen, minder regeldruk en af van doorgeslagen bureaucratie.”
De VVD wil het basispakket in de zorg verkleinen, eigen bijdragen verhogen en sociale zekerheid activerender maken. Dit is een duidelijk verschil met D66 (meer solidariteit, minder nadruk op eigen bijdragen) en CDA (meer behoud van sociale vangnetten).
“Dat betekent wel dat we keuzes zullen moeten maken in de zorg en de sociale zekerheid, zoals een kleiner basispakket, meer eigen bijdragen, een efficiënter zorgstelsel en een veel meer activerende sociale zekerheid.”
“We geven ruimte aan goede en liefdevolle zorg, maar gaan ook prioriteren en eerlijk de scherpe keuzes maken om de betaalbaarheid en kwaliteit van onze zorg voor de toekomst te waarborgen.”
De VVD is tegen referenda en constitutionele toetsing door een hof, en wil belangenafwegingen bij gekozen politici houden. D66 is juist uitgesproken vóór referenda en constitutionele toetsing; CDA is gematigder maar staat doorgaans opener voor constitutionele toetsing dan de VVD.
Volt onderscheidt zich van CDA en D66 door radicaal te kiezen voor democratische vernieuwing, zoals het uitbreiden van de Tweede Kamer, het instellen van een permanent burgerberaad en het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd naar zestien jaar. Volt legt sterk de nadruk op het versterken van burgerparticipatie en het democratiseren van politieke partijen, waar CDA en D66 traditioneler en gematigder zijn. De kern van Volt’s visie is een open, inclusieve en toekomstgerichte democratie waarin iedere stem telt en jongeren en burgers structureel meer invloed krijgen.
Volt wil de Tweede Kamer fors uitbreiden om de volksvertegenwoordiging te versterken, een voorstel dat veel verder gaat dan wat CDA of D66 bepleiten. Dit moet de controlerende en wetgevende taak verbeteren en de representatie vergroten.
“We breiden de Tweede Kamer uit van 150 naar 250 zetels. Onze Tweede Kamer is namelijk te klein, zeker in vergelijking met andere Europese landen. Een grotere Tweede Kamer is nodig om de wetgevende en controlerende taak van de Tweede Kamer te versterken, en vooral om de taak van volksvertegenwoordiging beter te vervullen.”
Volt wil als eerste land ter wereld een permanent burgerberaad oprichten, waarmee burgers structureel invloed krijgen op beleid. Dit gaat verder dan de incidentele burgerparticipatie die CDA en D66 soms voorstellen.
“We richten het allereerste, nationale, permanente burgerberaad ter wereld op. Dit instituut is verantwoordelijk voor het organiseren van burgerberaden in Nederland.”
“In Nederland richten we als allereerste land ter wereld een permanent burgerberaad op. Iedereen moet kunnen meepraten.”
Volt pleit voor het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd naar zestien jaar, waarmee jongeren eerder politieke invloed krijgen. Dit is een duidelijk verschil met CDA (tegen) en D66 (voorzichtig positief, maar minder prominent).
“Daarom verlagen we de leeftijd dat je mag stemmen naar zestien jaar.”
“De stem van jongeren vergroten we door de stemgerechtigde leeftijd te verlagen van achttien naar zestien jaar.”
Volt wil een structureel jongerenberaad met formeel adviesrecht op wetgeving, wat verder gaat dan de jongerenafdelingen of incidentele inspraak bij CDA en D66.
“We voeren een Derde Kamer in: een jongerenberaad dat wetten beoordeelt en de politiek adviseert.”
“De Derde Kamer krijgt een permanent raadgevend jongerenberaad. Dat is een orgaan, bestaande uit een groep jongeren tussen de 15 en 20 jaar, dat op aanvraag van de Tweede Kamer en/of de Eerste Kamer haar mening geeft over politieke voorstellen.”
Volt wil wettelijk vastleggen dat politieke partijen intern democratisch moeten zijn, inclusief leden met stemrecht, en wil een escalatieladder voor partijverboden. Dit is een veel verdergaande eis dan bij CDA en D66.
“We versterken de Nederlandse democratie door in de Wet Politieke Partijen op te nemen dat politieke partijen intern aan democratische minimumeisen moeten voldoen. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid voor mensen om lid te worden van een politieke partij en stemrecht voor die leden.”
“Geen eenmanspartijen meer zonder leden met stemrecht.”
Volt is expliciet tegen het bindend correctief referendum, in tegenstelling tot D66 (voorstander) en CDA (meestal tegen, maar minder uitgesproken). Volt vindt dat dit de verantwoordelijkheid van volksvertegenwoordigers ondermijnt.
“Volt is tegen een bindend correctief referendum, waarmee nieuwe wetten achteraf kunnen worden teruggedraaid. Wij vinden dat je zorgvuldig ingevoerde wetgeving niet kunt vervangen door een ja/nee-vraag.”
De ChristenUnie benadrukt dat de grootste verschillen tussen CDA en D66 liggen op het gebied van christelijke waarden, de rol van de overheid, en ethische kwesties. De partij kiest voor een samenleving geworteld in christelijke tradities, met nadruk op gemeenschapszin, subsidiariteit en duidelijke grenzen aan individuele vrijheid, waar D66 juist progressiever en individualistischer is en het CDA meer het midden zoekt. Concrete voorstellen zijn onder meer het afwijzen van draagmoederschap, het beschermen van zondagsrust, en het beperken van Europese bemoeienis op nationale thema’s.
De ChristenUnie onderscheidt zich door expliciet te kiezen voor christelijke waarden als basis voor beleid, waar D66 een seculiere, progressieve koers vaart en het CDA meer een gematigde middenpositie inneemt. Dit uit zich in standpunten over gezin, ethiek en samenleving.
“De basis van onze samenleving is de democratische rechtsstaat, gefundeerd op waarden die in het christendom geworteld zijn, zoals menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid, vrijheid, verantwoordelijkheid, naastenliefde en ruimte voor verschil.”
“Gedreven door geloof - niet in onszelf, maar in God, de ander en in het goede.”
Op ethische thema’s zoals draagmoederschap en gezinsvorming kiest de ChristenUnie voor een restrictieve lijn, in tegenstelling tot D66 (voorstander van meer individuele keuzevrijheid) en het CDA (meestal behoudender, maar minder uitgesproken).
“De ChristenUnie blijft tegen draagmoederschap en commerciële spermadonatie. We verzetten ons tegen het reguleren van draagmoederschap waarbij het kind genetisch slechts gedeeltelijk of in het geheel niet verwant is met de wensouders.”
“Er komt een verbod op internationaal draagmoederschap en spermadonatie, om kinderen te beschermen.”
De ChristenUnie verdedigt actief de zondagsrust, een thema waar D66 juist voor maximale winkelopenstelling is en het CDA een minder uitgesproken positie inneemt.
De ChristenUnie wil Europese samenwerking beperken tot waar het strikt noodzakelijk is, met nadruk op nationale soevereiniteit en subsidiariteit. D66 is uitgesproken pro-Europees en voor meer integratie; het CDA zit daar tussenin.
“Voor de ChristenUnie is subsidiariteit het uitgangspunt: besluiten worden genomen op het laagst mogelijke niveau, zo dicht mogelijk bij mensen. Wij verzetten ons tegen Europese bemoeizucht op terreinen waar de EU geen mandaat heeft, zoals gezondheidszorg, medische ethiek, onderwijs of woningbouw.”
“De voorgenomen uitbreiding van de EU-begroting is niet acceptabel. De ChristenUnie is voorstander van Europese samenwerking die dienstbaar is aan lidstaten, niet andersom.”
De ChristenUnie stelt duidelijke grenzen aan individuele vrijheid, bijvoorbeeld op het gebied van drugs, prostitutie en gokken, waar D66 juist voor legalisering en regulering is en het CDA een gematigdere koers vaart.
“De ChristenUnie staat voor een werkelijk vrij leven en strijdt daarom tegen deze schaduwkanten van ongebreidelde vrijheid. De overheid moet duidelijke normen stellen omdat het bijdraagt aan een veilig land en gezonde jongeren.”
D66 onderscheidt zich van het CDA door een uitgesproken progressieve koers op het gebied van individuele vrijheden, sociale gelijkheid, klimaatbeleid en Europese samenwerking. De partij kiest voor expliciete bescherming van rechten voor minderheden, een ambitieuze verduurzaming van landbouw en economie, en het verkleinen van fiscale voordelen voor vermogenden en huiseigenaren. D66 legt de nadruk op gelijke kansen, autonomie en een sterke, transparante overheid, waar het CDA traditioneel meer waarde hecht aan gemeenschapswaarden, behoud van tradities en een gematigdere aanpak op deze thema’s.
D66 kiest voor een samenleving waarin iedereen zichzelf mag zijn, met expliciete bescherming van LHBTIQA+-rechten, vrouwenrechten en het recht op abortus en euthanasie. Dit staat in contrast met het CDA, dat doorgaans behoudender is op ethische en identiteitskwesties.
“D66 wil alle vormen van uitsluiting, racisme en discriminatie doorbreken: of het nu gaat om afkomst of geloof (jodenhaat of moslimhaat), huidskleur... seksuele oriëntatie of genderidentiteit (queerhaat) of omdat iemand een vrouw is.”
“We leggen de toegang tot abortus en euthanasie expliciet vast in de Grondwet.”
“Expliciet steunen we vrouwenrechtenbewegingen en dappere voorvechters die opkomen voor vrouwen- en LHBTIQA+-rechten.”
D66 kiest voor een snelle en ingrijpende verduurzaming van landbouw en economie, met nadruk op halvering van de stikstofuitstoot, dierenwelzijn als moreel kompas, en het afbouwen van belastingvoordelen voor vervuilende sectoren. Het CDA is traditioneel terughoudender met dergelijke ingrijpende maatregelen en beschermt vaker de positie van boeren.
“D66 blijft gecommitteerd aan halvering van de stikstofuitstoot in 2030 en het halen van de waterkwaliteitsdoelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water in 2027.”
“D66 staat voor een samenleving die dieren erkent als levende wezens met gevoel. Dierenwelzijn is voor ons geen bijzaak, maar een moreel en maatschappelijk kompas.”
“De landbouwvrijstelling en de bedrijfsopvolgingsregeling zijn hier voorbeelden van. Met fiscale voordelen stimuleren we innovatief en duurzaam ondernemen.”
D66 wil de verschillen in fiscale voordelen tussen huurders en huiseigenaren verkleinen, onder meer door afbouw van de hypotheekrenteaftrek en het verhogen van het eigenwoningforfait voor dure huizen. Dit is een duidelijk progressiever standpunt dan het CDA, dat deze fiscale voordelen doorgaans wil behouden.
“We verkleinen de verschillen in fiscale voordelen tussen huurders en mensen met een koopwoning. Dit doen we onder andere via de afbouw van de hypotheekrenteaftrek, verlaging van het btw-tarief op nieuwbouw en aanscherping van het eigenwoningforfait voor de duurste huizen.”
D66 kiest voor een leidende rol van Nederland in een sterker, besluitvaardiger Europa en stelt het internationaal recht centraal. Het CDA is traditioneel meer terughoudend over Europese integratie en soevereiniteitsoverdracht.
De SGP benadrukt het belang van christelijke waarden, het gezin en bescherming van kwetsbaar leven, en onderscheidt zich daarmee duidelijk van zowel CDA als D66. Waar CDA en D66 verschillen op thema’s als ethiek, migratie, klimaat en Europa, kiest de SGP voor een uitgesproken conservatief-christelijke koers met concrete voorstellen rond gezin, migratie, landbouw en soevereiniteit. De partij wijst nadrukkelijk liberale en seculiere tendensen af en pleit voor beleid dat het klassieke gezin, nationale autonomie en christelijke normen centraal stelt.
De SGP positioneert zich als de partij die beleid uitsluitend baseert op christelijke normen, in tegenstelling tot CDA (christendemocratisch, maar pragmatischer) en D66 (progressief en seculier). Dit is een fundamenteel verschil in visie op samenleving en politiek.
De SGP stelt het klassieke gezin centraal en verzet zich tegen liberale ethische standpunten, waarmee ze zich scherper afzet tegen D66 (progressief, liberaal) en ook tegen het meer pragmatische CDA.
De SGP pleit voor een restrictief migratiebeleid waarbij cultuur en religie leidend zijn bij toelating, in tegenstelling tot D66 (ruimhartig, liberaal) en CDA (middenpositie).
De SGP is uitgesproken kritisch op verdere Europese integratie en verdedigt nationale soevereiniteit, waar D66 juist pro-Europees is en CDA een gematigde positie inneemt.
“De NAVO is onze belangrijkste veiligheidspartner. De EU vult slechts aan waar dit meerwaarde biedt en zij bevoegdheid heeft. ... De SGP wil echter geen Europees leger en vindt de nieuwe Europese Defensiecommissaris ongewenst. Niet Brussel, maar Den Haag blijft besluiten over het uitzenden van troepen.”
De SGP kiest expliciet voor het beschermen van boeren en het behoud van fiscale voordelen, waar D66 juist inzet op verduurzaming en CDA een middenkoers vaart.
“De SGP wil behoud van fiscale voordelen voor de land- en tuinbouw, zoals de landbouwvrijstelling, en van steunregelingen voor jonge boeren.”
De SGP verdedigt actief de zondagsrust en religieuze vrijheden, wat haar onderscheidt van D66 (seculier) en CDA (minder uitgesproken).
“Onze democratische rechtsstaat moet voortdurend onderhouden worden. ... Eenzijdige fixatie op discriminatie en gelijke behandeling kan andere grondrechten onder druk zetten, zoals de vrijheid om zich als burgers te verenigen, zich uit te spreken en het geloof te belijden.”
FVD positioneert zich als fundamenteel afwijkend van zowel CDA als D66, die zij samen als onderdeel van een gesloten partijkartel zien. De partij pleit voor radicale democratische vernieuwing, directe burgerinvloed, het afschaffen van technocratische en supranationale inmenging, en het stoppen van klimaat- en immigratiebeleid dat door CDA en D66 wordt gesteund. Hun kernvoorstellen zijn bindende referenda, gekozen bestuurders, het beëindigen van internationale verdragswerking, en een kleinere overheid.
FVD stelt dat CDA en D66 de macht bij een kleine politieke elite houden, terwijl FVD de directe invloed van burgers wil vergroten via bindende referenda en gekozen bestuurders. Dit is een fundamenteel verschil met de gevestigde partijen, die volgens FVD vasthouden aan indirecte democratie.
“We voeren bindende referenda in naar Zwitsers model, zodat u direct zelf kunt beslissen over belangrijke kwesties. Burgemeesters en andere bestuurders worden niet langer benoemd door een kleine kring, maar rechtstreeks gekozen.”
“We laten burgemeesters en Commissarissen van de Koning direct door de bevolking kiezen, zodat bestuurders verantwoording afleggen aan de kiezer in plaats van aan politieke partijen.”
FVD wil de invloed van internationale verdragen en rechters op nationaal beleid volledig beëindigen, in tegenstelling tot CDA en D66 die Europese en internationale samenwerking steunen. Dit raakt direct aan thema’s als klimaat, migratie en soevereiniteit.
“We schrappen de artikelen 93 en 94 van onze Grondwet zodat de Nederlandse wet altijd boven internationale verdragen en afspraken komt te staan.”
“Niet langer moet de rechter op de stoel van de wetgever kunnen zitten: we beëindigen de toetsing aan internationale verdragen en schrappen de mogelijkheid om op basis van het ‘algemeen belang’ naar de rechter te stappen en bepaald gewenst beleid af te dwingen (vgl. Urgenda).”
FVD verwerpt het klimaat- en immigratiebeleid dat door CDA en D66 wordt gedragen, en pleit voor volledige stopzetting van deze agenda’s. Dit onderscheidt hen scherp van beide partijen, die juist voorstander zijn van klimaatmaatregelen en gereguleerde migratie.
“We willen stoppen met de massale immigratie en remigratie tot stand brengen zodat ons volk ook in de komende tientallen, honderden jaren als zodanig kan blijven bestaan.”
“We willen stoppen met het klimaat- en stikstofbeleid, de boeren en de industrie weer de ruimte geven, en via hervatte gasboringen in Groningen weer betaalbare energie terugbrengen voor iedereen.”
FVD beschuldigt CDA en D66 van het in stand houden van een gesloten partijkartel en technocratische bestuurslagen. FVD wil deze structuren afschaffen om vernieuwing en transparantie te bevorderen.
“In ons land vormen de gevestigde partijen een gesloten partijkartel. Een kleine groep bestuurders rouleert al decennia in dezelfde functies, schuift elkaar baantjes toe en schermt de macht af voor nieuw talent en frisse ideeën.”
“We schaffen achterhaalde adviesorganen zoals CPB, SCP, SER en PBL af, zodat beleid niet langer wordt bepaald door technocraten en lobbyclubs.”
NSC positioneert zich als alternatief voor zowel CDA als D66 door te pleiten voor een sterkere band tussen burger en politiek, meer regionale vertegenwoordiging en een terughoudender, realistischer opstelling richting de EU. De partij wil een regionaal kiesstelsel, meer tegenmacht en open debat, en verzet zich tegen verdere Europese integratie. Daarmee onderscheidt NSC zich van het CDA (meer behoudend en bestuurlijk) en D66 (progressief, pro-EU, centralistisch).
NSC wil de band tussen kiezer en Kamerlid versterken via een regionaal kiesstelsel, wat afwijkt van de centralistische benadering van D66 en het traditionele landelijke systeem van CDA. Dit voorstel adresseert het gevoel van afstand tussen burger en politiek en wil regionale belangen beter vertegenwoordigen.
NSC is kritisch op verdere Europese integratie en benadrukt nationale soevereiniteit, in tegenstelling tot D66 dat juist voor verdieping van de EU pleit. Dit onderscheidt NSC ook van het CDA, dat traditioneel pro-Europees is maar minder uitgesproken dan D66.
“We zijn tegen de ‘ever closer union’. Binnen Europa bepleiten we een stevige opstelling van Nederland, constructief maar realistisch. Taken, bevoegdheden en budgetten blijven van ons, deze nationale soevereiniteit bewaken we.”
“Europese regels mogen niet als voldongen feiten neerdalen op Nederland, maar kunnen alleen worden ingevoerd als de meerderheid van het Nederlandse parlement het ermee eens is. We willen een parlementair instemmingsrecht in de Europawet verankeren.”
NSC wil een open politieke cultuur met meer tegenmacht en minder dichtgetimmerde coalitieakkoorden, wat contrasteert met de pragmatische bestuursstijl van CDA en de technocratische, akkoordgerichte aanpak van D66.
“Coalitieakkoorden moeten zich beperken tot hoofdlijnen van beleid en financiële kaders. Ze leggen niet precies vast hoe de doelen bereikt worden. Er moet ruimte zijn voor debat en om in te spelen op veranderende omstandigheden; geen dichtgetimmerde afspraken dus.”
“We investeren in een andere politieke cultuur met meer inhoud en open debat.”
NSC pleit voor meer autonomie voor gemeenten en provincies, en verzet zich tegen schaalvergroting zonder draagvlak. Dit verschilt van D66, dat vaak centralistische hervormingen voorstaat, en van het CDA dat traditioneel bestuurlijke schaalvergroting steunt.
“Gemeentelijke en provinciale herindeling kunnen alleen plaatsvinden als hiervoor draagvlak bestaat bij de bevolking; schaalvergroting leidt niet per definitie tot beter bestuur en gaat in de praktijk vaak ten koste van de menselijke maat.”
“Lokale overheden verdienen meer ruimte voor zelfbestuur, in plaats van te worden gezien als verlengstuk van uitvoeringsinstanties van het Rijk.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) benadrukt een radicaal ander perspectief dan CDA en D66 door welzijn, natuur en rechtvaardigheid centraal te stellen, in plaats van economische groei of traditionele belangen. Hun belangrijkste voorstellen richten zich op het democratiseren van economie en zorg, het afschaffen van fossiele subsidies, en het waarborgen van gelijke rechten en inclusiviteit. De kern van hun visie is een samenleving waarin mens, dier en natuur voorop staan, met structurele systeemveranderingen op het gebied van economie, zorg en sociale zekerheid.
PvdD onderscheidt zich van CDA en D66 door het aandeelhoudersmodel te vervangen door democratische organisatievormen en direct te stoppen met fossiele subsidies, waarmee ze economische belangen ondergeschikt maken aan duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid.
“Het aandeelhoudersmodel gaat op de schop zodat we lange termijn duurzaam, diervriendelijk, sociaaleconomisch denken voorop kunnen stellen. We stimuleren organisatievormen als rentmeestervennootschap, werknemerscoöperaties, initiatieven voor gemeengoederen en coöperaties die het beheer van onderwijs, zorg, wonen, landbouw en energie democratiseren.”
“We stoppen direct met nieuwe concessies voor gas- en olievelden, schaffen investeringssubsidies af en stoppen met uitbreiding van fossiele infrastructuur, zoals LNG-terminals, in lijn met het Fossiele Brandstof Non-Proliferatieverdrag.”
PvdD pleit voor het afschaffen van het toeslagenstelsel en het verhogen van het minimumloon naar 18 euro per uur, waarmee ze een fundamenteel andere koers varen dan CDA en D66 die vasthouden aan het huidige systeem met aanpassingen.
“We maken uiteindelijk alle toeslagen overbodig. Ieder mens moet een voldoende hoog inkomen hebben om in de basisbehoeften te voorzien.”
“Het minimumloon gaat omhoog naar 18 euro per uur. Het beweegt voortaan automatisch mee met de mediane lonen, met als ondergrens 60% van het mediane inkomen.”
PvdD wil de rechtspraak volledig onafhankelijk maken van de politiek en het toetsingsverbod afschaffen, wat verder gaat dan de voorstellen van CDA en D66 voor versterking van de rechtsstaat.
“We schaffen het toetsingsverbod af, zodat rechters in alle lagen – van rechtbank tot Hoge Raad – wetten kunnen toetsen aan de Grondwet. Grondrechten krijgen zo eindelijk directe bescherming in de rechtszaal.”
“De Raad voor de Rechtspraak krijgt een eigen begroting en valt niet meer onder die van het ministerie van justitie, zodat de begroting ook niet meer leidt onder eventuele bezuinigingen die het ministerie moet doorvoeren.”
PvdD kiest expliciet voor welzijn boven welvaart en stelt brede welvaart en natuur centraal, in tegenstelling tot CDA en D66 die economische groei als uitgangspunt nemen.
Het CDA onderscheidt zich van D66 door een sterke nadruk op traditionele waarden zoals vrijheid van onderwijs, het belang van gemeenschap en het beperken van overheidsbemoeienis, terwijl D66 juist inzet op meer overheidsregie, secularisatie en individuele ontplooiing. Het CDA kiest voor het behouden van artikel 23 (vrijheid van onderwijs), meer ruimte voor maatschappelijke initiatieven en minder regels, en een restrictiever migratiebeleid. Deze standpunten contrasteren met de progressieve, individualistische en centralistische koers van D66.
Het CDA verdedigt krachtig de vrijheid van onderwijs en het recht van ouders om een school te kiezen die past bij hun overtuiging, terwijl D66 deze vrijheid wil beperken en pleit voor meer overheidsregie en minder bijzonder onderwijs. Dit verschil raakt de kern van het onderwijsdebat in Nederland.
“Het CDA staat pal voor de vrijheid van onderwijs. Dankzij dit grondrecht hebben ouders de mogelijkheid een school te kiezen die past bij hun overtuiging en opvattingen mits dat niet ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs als voorbereiding op het samenleven in een democratische rechtsstaat.”
“Ouders zijn vrij in de schoolkeuze van hun kinderen. Het CDA staat pal voor artikel 23 van de Grondwet.”
Het CDA benadrukt het belang van gemeenschap, verenigingen en vrijwilligers, en wil minder regels en meer vertrouwen in de samenleving. D66 kiest juist voor meer individuele vrijheid, minder nadruk op traditionele gemeenschapswaarden en vaak meer centrale sturing.
“We willen meer aandacht en minder regels voor de zachte krachten: verenigingen, vrijwilligers en mantelzorgers.”
“Het CDA kiest voor de samenleving. Zonder het ‘wij’ van de gemeenschap kan het ‘ik’ niet bestaan.”
“We stoppen met de gedachte dat meer regels altijd leiden tot het maken van minder fouten. Onevenredige verantwoordingsdruk zorgt voor maatschappelijke schade, tast de beroepseer van mensen aan en dooft het plezier van vrijwilligers uit.”
Het CDA kiest voor een restrictiever migratiebeleid, met onder andere tijdelijke asielvergunningen, beperking van gezinshereniging en het strafbaar stellen van niet meewerken aan terugkeer. D66 is juist voor een humaner en opener migratiebeleid.
“We zijn voorstander van de maatregelen uit de Asielnoodmaatregelenwet waarin we kiezen voor tijdelijke asielvergunningen, gezinshereniging terugbrengen tot het kerngezin, de voornemenprocedure bij de IND afschaffen, uitbreiding van de ongewenstverklaring en de maatregelen die het stapelen van asielverzoeken onmogelijk maakt.”
“Het is strafbaar voor uitgeprocedeerde asielzoekers om niet mee te werken aan terugkeer naar het land van herkomst.”
De SP positioneert zich als radicaal sociaal en benadrukt dat CDA en D66 vooral het politieke midden vertegenwoordigen, waarbij zij volgens de SP te weinig doen tegen ongelijkheid en te veel meegaan in neoliberaal beleid. De SP pleit voor fundamentele herverdeling van welvaart, hogere belastingen voor de rijksten, en een stop op militarisering, terwijl CDA en D66 volgens de SP juist compromissen sluiten en onvoldoende kiezen voor de werkende klasse. Hun kernvoorstellen zijn het fors verlagen van de inkomstenbelasting voor werkenden, het verhogen van belastingen op kapitaal, en het blokkeren van extra defensie-uitgaven.
De SP stelt dat CDA en D66 te veel vasthouden aan het politieke midden en daarmee geen echte keuzes maken voor sociale rechtvaardigheid. De SP kiest expliciet voor een radicaal andere koers met grote herverdeling van welvaart, in tegenstelling tot het compromisbeleid van CDA en D66.
“Onze alternatieven vragen niet om een onsje meer of minder sociaal. De problemen in ons land zijn dermate groot, dat dit om grote veranderingen vraagt. Dat vraagt om een politiek die de sociaalste keuzes maakt en niet naar het midden schuift voor de macht.”
“Wij kiezen voor de belangen van de werkende klasse: de grote meerderheid van Nederland die hun inkomen verdient uit arbeid, uitkering of pensioen.”
De SP wil de belastingdruk radicaal verschuiven van arbeid naar kapitaal, met hogere belastingen voor miljonairs en grote bedrijven, en forse verlaging van de inkomstenbelasting voor werkenden. Dit contrasteert met CDA en D66, die volgens de SP niet bereid zijn deze fundamentele verschuiving te maken.
“Op dit moment komt tachtig procent van de belastinginkomsten uit arbeid en consumptie en maar twintig procent uit kapitaal. Er worden miljarden cadeau gegeven aan de rijkste individuen en grootste bedrijven, terwijl gewone mensen en het kleinbedrijf steeds hogere belastingen betalen.”
“Wij verlagen de inkomstenbelasting fors zodat je meer overhoudt van het geld dat jij verdient.”
“Daarom verhogen we de belasting voor het inkomen uit kapitaal naar het niveau van de inkomstenbelasting, voeren we een miljonairsbelasting in voor vermogens boven 5 miljoen euro en stoppen we met subsidies voor miljardairs.”
De SP verzet zich fel tegen de forse verhoging van het defensiebudget (de 'Trumpnorm'), waar CDA en D66 zich volgens de SP wel aan hebben gecommitteerd. De SP ziet deze uitgaven als schadelijk voor de welvaartsstaat en pleit voor investeringen in zorg, onderwijs en sociale zekerheid in plaats van defensie.
“Partijleiders van Timmermans tot en met Wilders hebben zich gecommitteerd aan de Trumpnorm van vijf procent. Het gaat hierbij om het astronomische bedrag van 35 miljard euro per jaar extra. Dit leidt nu al en zal nog meer leiden tot bezuinigingen op onze zorg, onderwijs en sociale zekerheid.”
“We geven geld uit daar waar het nodig is en bijdraagt aan een sterkere economie, daarom gaan we niet akkoord met tientallen miljarden onproductieve uitgaven per jaar aan de Trumpnorm van vijf procent voor defensieuitgaven.”
GroenLinks-PvdA benadrukt dat de grootste verschillen tussen CDA en D66 liggen op het gebied van solidariteit, sociale gelijkheid en de rol van de overheid versus marktwerking. Hun programma pleit voor een sterke publieke sector, eerlijke verdeling van welvaart en het centraal stellen van solidariteit, in tegenstelling tot eerdere keuzes voor marktwerking en individualisme. Concrete voorstellen zijn onder meer het investeren in publieke voorzieningen, het eerlijker belasten van vermogen en het versterken van de verzorgingsstaat.
GroenLinks-PvdA kiest expliciet voor investeren in publieke voorzieningen en het versterken van solidariteit, waar CDA en D66 volgens hen eerder kozen voor marktwerking en individualisme. Dit verschil raakt de kern van hun visie op de samenleving en de rol van de overheid.
“Opeenvolgende kabinetten kozen voor marktwerking in plaats van solidariteit. Als je de samenleving inricht als markt, komen niet mensen maar de winst centraal te staan.”
“De komende jaren willen we bouwen aan een Nieuwe Verzorgingsstaat, gericht op de kwaliteit van ons bestaan. We willen een samenleving vormen waarin we succes niet langer afmeten aan de waarde die je onttrekt, maar aan de bijdrage die je levert aan de samenleving.”
GroenLinks-PvdA stelt dat de verdeling van welvaart eerlijker moet, met hogere lasten voor de sterkste schouders en een eerlijker belastingstelsel. Dit onderscheidt hen van CDA en D66, die volgens GroenLinks-PvdA minder ver gaan in het aanpakken van vermogensongelijkheid.
“Ons uitgangspunt is daarbij altijd helder geweest: we vragen de sterkste schouders de zwaarste lasten te dragen.”
“We strijden voor een eerlijk belastingstelsel. Dat betekent een systeem zonder speciale kortingen en een eerlijke belasting op vermogen, winst en vervuiling.”
GroenLinks-PvdA kiest voor het afbouwen van fossiele subsidies en het centraal stellen van het principe ‘de vervuiler betaalt’, waarmee ze zich duidelijk onderscheiden van CDA en D66 die hier minder vergaande voorstellen doen.
“Vrijstellingen en fiscale subsidies voor grootgebruikers en producenten van fossiele energie worden afgebouwd.”
“We laten grote vervuilers een eerlijke bijdrage leveren aan de kosten van de duurzaamheidstransitie. Dat doen wij door het principe van ‘de vervuiler betaalt’ centraal te stellen in al ons klimaatbeleid.”
JA21 positioneert zich als een conservatief-liberale partij die scherpe grenzen aan migratie wil stellen, de nationale soevereiniteit wil herstellen en de invloed van de EU wil beperken. In vergelijking met CDA en D66 legt JA21 veel meer nadruk op het beperken van migratie, het terugdringen van Europese invloed en het vergroten van directe democratie via referenda. Hun kernvoorstellen zijn gericht op minder EU, streng migratiebeleid, en meer zeggenschap voor burgers over nationale kwesties.
JA21 onderscheidt zich door migratie sterk te willen beperken en integratie van migranten te eisen, in tegenstelling tot D66 (liberaal, pro-migratie) en CDA (gematigder). Dit wordt als essentieel gezien voor het behoud van nationale identiteit en het ontlasten van de verzorgingsstaat.
“Migratie moet sterk beperkt worden, en migranten die Nederland wel opneemt moeten integreren. JA21 wil dus scherpe grenzen stellen aan migratie, hiermee ruimte creëren op de woningmarkt, de Nederlandse cultuur beschermen, en wil integratie afdwingen.”
“Het huidige migratiebeleid faalt aan alle kanten. Europese samenlevingen raken overbelast: integratie stagneert, de druk op de verzorgingsstaat en de woningmarkt blijft toenemen, en een besef van grenzeloosheid doet afbreuk aan het vertrouwen in de politiek.”
JA21 wil de invloed van de EU fors terugdringen en pleit voor het terughalen van soevereiniteit naar het Nederlandse parlement, waar D66 juist pro-EU is en CDA een gematigde koers vaart. Dit verschil is fundamenteel in de visie op nationale autonomie.
JA21 wil burgers meer directe invloed geven op beleid via bindende referenda, met name over migratie, bevolkingsgroei en natuur. Dit staat haaks op de centralistische en representatieve benadering van D66 en CDA.
“De Minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie dient ... te zorgen voor de organisatie van referenda over dossiers die al jaren om meer invloed van burgers vragen, zoals asiel, bevolkingsgroei, en de manier waarop wij omgaan met natuur in ons land.”
“JA21 wil invloed teruggeven aan de Nederlandse burger. Dat betekent dat burgers meer zeggenschap krijgen over grensbeleid, de totstandkoming van nieuwe wetten, en de manier waarop met (belasting)geld wordt omgegaan.”