BVNL onderscheidt zich van GroenLinks door een uitgesproken pleidooi voor een veel kleinere overheid, het afschaffen van klimaatbeleid en subsidies, het stopzetten van immigratie, en het centraal stellen van individuele vrijheid en economische rechtsheid. Waar GroenLinks inzet op vergroening, sociale gelijkheid en een actieve overheid, kiest BVNL voor deregulering, marktwerking, nationale soevereiniteit en het schrappen van klimaat- en stikstofmaatregelen. De kern van hun visie is klassiek-liberaal, economisch rechts en cultureel conservatief, met een sterke nadruk op individuele verantwoordelijkheid en minimale staatsinterventie.
BVNL wil de overheid fors verkleinen, minder ambtenaren, minder regels en minder bemoeienis, in tegenstelling tot GroenLinks dat juist een actieve, sturende overheid voorstaat. BVNL ziet bureaucratie en overheidsuitgaven als een groot probleem en wil deze drastisch terugdringen.
“BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
“BVNL wil inzetten op deregulering. De overheid grossiert in zinloze regels en wetten en dat moet fors verminderen.”
“Belang Van Nederland staat voor een kleine overheid, een vrije markt met zo min mogelijk staatsinterventie...”
Waar GroenLinks klimaatbeleid en vergroening centraal stelt, wil BVNL alle klimaatmaatregelen, fondsen en internationale klimaatafspraken stopzetten. BVNL ontkent het stikstofprobleem en verwerpt de Green Deal als schadelijk.
“Het stikstofbeleid gaat per direct de prullenbak in, zodat boeren weer rustig kunnen boeren en vissers weer gewoon kunnen vissen.”
“Het klimaatfonds van € 35 miljard wordt ontmanteld.”
“Nederland doet niet meer mee aan de Green Deal. De Green Deal is een gevaarlijke ideologie die slechts leidt tot voedseltekorten, armoede, afhankelijkheid en werkeloosheid.”
“Technisch gezien is er geen stikstofprobleem en we moeten stoppen met het lastigvallen van boeren, vissers en andere ondernemers op grond van een zelf gecreëerd bureaucratisch probleem.”
In tegenstelling tot GroenLinks, dat inzet op een humaan en inclusief migratiebeleid, pleit BVNL voor een volledige asielstop en het sluiten van de grenzen voor asielzoekers.
BVNL kiest voor een economisch rechts beleid met lage belastingen, een vlaktaks en maximale ondernemersvrijheid, terwijl GroenLinks juist progressieve belastingen en herverdeling nastreeft.
“BVNL wil een vlaktaks invoeren van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000,-. Tegelijkertijd worden alle andere belastingen en toeslagen afgeschaft.”
“Belang Van Nederland kiest voor een ondernemersvriendelijke koers die gestoeld is op vrijemarkteconomie, sober fiscaal beleid, lage belastingen en structurele hervormingen.”
BVNL verzet zich tegen overdracht van macht aan de EU, supranationale organisaties en het WEF, terwijl GroenLinks juist voor Europese samenwerking en internationale solidariteit pleit.
“BVNL wil dat Nederland weer soeverein wordt. We moeten stoppen met het overhevelen van zeggenschap naar ongekozen supranationale organen zoals de WHO, de EU, de VN en de NAVO.”
“Nederland geeft ook geen geld meer aan dit soort organisaties. Deelname aan bijeenkomsten en overleggen van dergelijke organisaties door Nederlandse bewindspersonen mogen nimmer voorrang krijgen boven nationale parlementaire verplichtingen...”
Waar GroenLinks progressief en inclusief is op cultureel gebied, is BVNL cultureel conservatief en wil het Nederlandse tradities en identiteit beschermen.
“BVNL is tot slot cultureel conservatief: wij willen ons mooie Nederland en de daarbij behorende unieke Nederlandse tradities en cultuur intact houden...”
“Nederland is geen lege huls. Onze taal, onze normen, onze geschiedenis en onze waarden zijn het fundament van wie wij zijn. Wie Nederland binnenkomt, past zich aan – niet andersom.”
Het grootste verschil tussen 50PLUS en GroenLinks is dat 50PLUS kiest voor behoud van koopkracht en rechten van ouderen, een terughoudend nationaal klimaatbeleid (met focus op kernenergie), en een streng migratiebeleid, terwijl GroenLinks juist inzet op ambitieuze nationale klimaatmaatregelen, sociale inclusiviteit en ruimhartige migratie. 50PLUS benadrukt het belang van economische concurrentiekracht, Europese afstemming en het beperken van extra nationale regels, in tegenstelling tot de vaak progressieve en nationale benadering van GroenLinks. Kernenergie, beperking van nationale klimaatmaatregelen en prioriteit voor ouderen zijn de meest onderscheidende punten.
50PLUS stelt de belangen van ouderen centraal, met nadruk op inkomenszekerheid, AOW, pensioen en het tegengaan van leeftijdsdiscriminatie. Dit contrasteert sterk met GroenLinks, dat inzet op brede sociale gelijkheid en herverdeling, maar niet specifiek op ouderenbeleid.
50PLUS verzet zich tegen extra nationale klimaatmaatregelen bovenop Europese afspraken en kiest expliciet voor kernenergie als oplossing, terwijl GroenLinks juist voorop wil lopen met nationale klimaatambities en kernenergie afwijst.
“Geen nationale CO2-heffingen en geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”
“Uitfasering van het nationale klimaatbeleid, nadat gezamenlijk is besloten om het Europese beprijzen van CO2 op te schalen.”
“Snelle voortgang met de bouw van 4 nieuwe kerncentrales.”
“Versnelde introductie van kleine kerncentrales (SMR’s).”
50PLUS kiest voor een streng migratiebeleid, beperking van arbeids- en studiemigratie, en afkoop van AOW-rechten bij vertrek, terwijl GroenLinks juist pleit voor een ruimhartig en inclusief migratiebeleid.
“50PLUS kiest voor een streng migratiebeleid dat onderscheid maakt tussen vormen van migratie en voorkomt dat systemen overbelast raken.”
“Arbeidsmigranten en studenten die tijdelijk in Nederland wonen, bouwen tijdens hun verblijf hier AOW-rechten op. 50PLUS wil dat deze AOW-rechten worden afgekocht bij vertrek uit Nederland.”
“Dat zal leiden tot een gezonde beperking van het aantal arbeids- en studiemigranten.”
50PLUS bekritiseert nationale symboolpolitiek op klimaat en pleit voor beleid dat de economische concurrentiekracht beschermt, in tegenstelling tot GroenLinks dat bereid is economische offers te brengen voor klimaatdoelen.
“De wens om voorop te lopen, vaak met symboolpolitiek, was sterker dan een werkelijke toewijding aan vermindering van de CO2-uitstoot of aan het beschermen van de Nederlandse welvaart.”
“Het optimaal beprijzen van CO2 op Europees niveau, zodat CO2-reductie wordt versneld zonder de concurrentiepositie van Nederland aan te tasten.”
De VVD onderscheidt zich van GroenLinks door een sterke focus op economische groei, lagere lasten voor werkenden, een kleinere overheid en pragmatisch klimaatbeleid waarbij economische belangen voorop staan. De partij verzet zich tegen verdere nivellering, kiest voor minder herverdeling en wil minder regels en lasten voor ondernemers en burgers. Concrete voorstellen zijn onder meer het beperken van overheidsuitgaven, het niet verhogen van belastingen, het versoepelen van bouwregels en het beschermen van de luchtvaartsector.
De VVD verzet zich tegen verdere nivellering en het vergroten van de herverdeling via belastingen, in tegenstelling tot GroenLinks dat juist inzet op meer herverdeling en hogere lasten voor hogere inkomens. De VVD wil dat werken meer loont en dat de middenklasse niet wordt belast met extra lasten om sociale voorzieningen te financieren.
“We stoppen met steeds maar weer verder nivelleren, verlagen de lasten voor middeninkomens en zetten de werkende Nederlander weer op één.”
“De middenklasse betaalt de rekening zodat de rest erop vooruitgaat, maar gaat er zelf veel minder op vooruit. Dat is niet alleen oneerlijk, het ondermijnt ook het draagvlak voor onze verzorgingsstaat.”
“Wij kiezen voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen. Zo leggen we de rekening niet bij hardwerkende Nederlanders of ondernemers neer, maar bij de overheid zelf.”
De VVD stelt economische groei centraal en wil minder regels en lasten voor ondernemers, terwijl GroenLinks doorgaans kiest voor meer regulering en overheidssturing om sociale en ecologische doelen te bereiken. De VVD ziet economische groei als voorwaarde voor welvaart en publieke voorzieningen.
“Het geld wordt verdiend door Nederlanders en ondernemers die verantwoordelijkheid voor hun eigen leven nemen, niet door de overheid. Nederland moet de sterkste economie van Europa worden.”
“Zonder verstikkende regeldruk, maar mét lef, ambitie, goedkope en schone energie, voldoende en schoon water, onderwijs van wereldklasse en innovatieve ondernemers, die goede toegang hebben tot financiering.”
“Met de Wet op regeldruk- en complexiteitsvermindering verplichten we alle departementen om per kabinetsperiode aantoonbaar wet- en regelgeving te schrappen of te versimpelen.”
De VVD kiest voor een pragmatische aanpak van klimaatbeleid waarbij economische belangen en behoud van industrie in Nederland voorop staan, in tegenstelling tot GroenLinks dat doorgaans kiest voor ambitieuzere en strengere klimaatmaatregelen, ook als dat ten koste gaat van economische groei of bepaalde sectoren.
“We reduceren CO2 niet op papier door industrie uit Nederland weg te jagen, maar reduceren CO2 in de praktijk met pragmatisch klimaatbeleid.”
“Als bedrijven en huishoudens niet kunnen verduurzamen omdat de overheid de zaak niet op orde heeft, bijvoorbeeld vanwege netcongestie of omdat infrastructuur vertraagd is, dan mogen ondernemers rekenen op extra ruimte.”
De VVD wil de luchtvaartsector laten groeien en Schiphol uitbreiden, terwijl GroenLinks juist inzet op het beperken van vliegverkeer vanwege milieu- en klimaatdoelen. De VVD ziet de luchtvaart als essentieel voor economische groei en internationale concurrentiepositie.
“We kiezen ervoor dat Schiphol haar maximale aantal jaarlijkse vliegbewegingen uit kan breiden, en dat het aantal vluchten dus kan groeien.”
“We zijn trots op oer-Hollandse luchtvaartmaatschappijen als KLM. We zorgen er daarom voor dat het speelveld voor hen gelijk blijft ten opzichte van Europese concurrenten, zodat deze bedrijven een competitieve concurrentiepositie behouden.”
“We maken ons er daarom sterk voor om geen nieuwe belastingen op vliegen in te voeren.”
De VVD wil bezuinigen op sociale zekerheid en zorg, met een kleiner basispakket en meer eigen bijdragen, terwijl GroenLinks juist inzet op uitbreiding van sociale zekerheid en publieke voorzieningen.
“Dat betekent wel dat we keuzes zullen moeten maken in de zorg en de sociale zekerheid, zoals een kleiner basispakket, meer eigen bijdragen, een efficiënter zorgstelsel en een veel meer activerende sociale zekerheid.”
“We kiezen daarom voor het stevig aanpakken van zorgfraude, met hogere straffen voor fraudeurs en een zwarte lijst bij de Kamer van Koophandel van veroordeelde zorgfraudeurs.”
JA21 onderscheidt zich van GroenLinks door te kiezen voor een kleinere overheid, het beperken van migratie, behoud van nationale soevereiniteit, en een pragmatische benadering van klimaat- en energiebeleid waarbij economische haalbaarheid centraal staat. In tegenstelling tot GroenLinks, die inzet op vergaande verduurzaming, sociale gelijkheid en Europese samenwerking, legt JA21 de nadruk op nationale belangen, betaalbaarheid, kernenergie, en het beperken van overheidsbemoeienis. Hun visie is gericht op economische vrijheid, strenge migratiecontrole en het afwijzen van ideologisch gedreven klimaatmaatregelen.
JA21 ziet migratie als een bedreiging voor de nationale identiteit, betaalbaarheid van de verzorgingsstaat en de woningmarkt, en wil deze daarom sterk beperken en integratie afdwingen. Dit staat haaks op het inclusieve en ruimhartige migratiebeleid van GroenLinks.
“Migratie moet sterk beperkt worden, en migranten die Nederland wel opneemt moeten integreren. JA21 wil dus scherpe grenzen stellen aan migratie, hiermee ruimte creëren op de woningmarkt, de Nederlandse cultuur beschermen, en wil integratie afdwingen.”
“Wie van buiten komt, dient zich aan te passen en in onze samenleving te integreren. Een glashelder uitgangspunt, dat echter decennialang verwaarloosd is.”
JA21 verwerpt ideologisch klimaatbeleid en ondersteunt duurzaamheid alleen als het economisch rendabel is, met een sterke voorkeur voor kernenergie en behoud van fossiele infrastructuur. Dit contrasteert scherp met GroenLinks, dat inzet op snelle verduurzaming, sluiting van fossiele centrales en stevige nationale klimaatmaatregelen.
“Duurzaamheid en circulaire economie alleen ondersteunen als het rendeert.”
“Onze betrouwbare fossiele infrastructuur behouden: kolen- en aardgascentrales niet sluiten.”
“Voor kernenergie kiezen in plaats van windturbines en zonneparken.”
“Bovenop Europese regels introduceren we geen nationale klimaatheffingen of andere klimaatregelgeving.”
JA21 wil minder invloed van de EU op Nederlands beleid, vooral op het gebied van klimaat, migratie en regelgeving, en pleit voor nationale zeggenschap. GroenLinks is juist uitgesproken pro-Europees en ziet de EU als essentieel voor het oplossen van grensoverschrijdende problemen.
“Meer referenda, minder EU, meer economische vrijheid en meer invloed op ons grensbeleid.”
“Energiesoevereiniteit; nationale zeggenschap over de energiemix. Niet Brussel, maar Nederland bepaalt zelf hoe we energie opwekken.”
“Rigoureuze deregulering van beperkende EU-wetgeving die onze ondernemers en industrie al te lang vastzet.”
JA21 pleit voor een kleinere overheid, lagere lasten en minder regeldruk, in tegenstelling tot GroenLinks dat meer overheidssturing en investeringen in publieke voorzieningen voorstaat.
“Lagere lasten en een kleine overheid. We willen de hoge collectieve lastendruk verlagen en het aantal ambtenaren structureel terugbrengen.”
“Een faciliterende overheid die zoveel mogelijk ruimte en vrijheid geeft aan werknemers, ondernemers en gemeenschappen.”
“Ondernemen weer lonend maken door de lasten op ondernemers en familiebedrijven te verlagen en een fiscaal aantrekkelijk klimaat te creëren.”
Het grootste verschil tussen BBB en GroenLinks zit in de benadering van klimaat- en landbouwbeleid: BBB kiest voor nuchter, haalbaar en betaalbaar beleid zonder ideologische uitgangspunten, met prioriteit voor economische haalbaarheid, voedselzekerheid en behoud van de landbouwsector. BBB verzet zich tegen ambitieuze, kostbare klimaatmaatregelen en nationale koppen op Europees beleid, en wil juist realistische doelen, behoud van kerncentrales en bescherming van boeren. Hun visie is pragmatisch, gericht op draagvlak en het voorkomen van economische schade, in tegenstelling tot de meer activistische en ambitieuze koers van GroenLinks.
BBB verwerpt ideologisch en ambitieus klimaatbeleid zoals GroenLinks dat voorstaat, en kiest voor een nuchtere, kosten-baten benadering waarbij economische haalbaarheid, draagvlak en effectiviteit voorop staan. BBB wil geen nationale koppen op Europees beleid, geen extra CO2-heffingen, en pauzeert windenergieprojecten, terwijl GroenLinks juist voorop wil lopen in klimaatambitie.
“Klimaatbeleid moet haalbaar, uitvoerbaar en betaalbaar zijn. We herzien afspraken als ze leiden tot onrealistische ambities of onbetaalbare oplossingen. Geen nationale koppen op Europees beleid.”
“We maken ons zorgen over de economische schade van ideologisch klimaatbeleid. Grote bedrijven vertrekken uit Nederland door hoge lasten en ondoordachte maatregelen, met banenverlies als gevolg.”
“Klimaatbeleid moet: Democratisch gelegitimeerd zijn, met inspraak van burgers zonder activistische vooringenomenheid. Eerlijke kostenverdeling waarborgen: de rekening mag niet steeds bij burgers en het mkb terecht komen. Vrij blijven van ideologie: klimaatbeleid is geen religie, maar een beleidsopgave die om ratio vraagt;”
“BBB is kritisch op de opstelling van Nederland als “klimaatkoploper” binnen Europa. Wij willen geen nationale kop bovenop Europese regelgeving, zoals aanvullende CO2 heffingen of overhaaste sluiting van kolencentrales.”
“Pauzeknop voor windenergie. Er komt een pas op de plaats bij uitbreiding van wind op land en op zee.”
Waar GroenLinks inzet op krimp van de veestapel en verduurzaming via strenge normen, positioneert BBB zich als dé landbouwpartij die boeren beschermt, voedselzekerheid centraal stelt en samenwerking met boeren verkiest boven het wegjagen ervan.
“BBB is een brede volkspartij voor burgers en bedrijven en daarnaast de enige échte landbouwpartij in Nederland. Niet alleen in woorden, maar ook in daden. We zetten ons in voor realistisch natuurbeleid dat uitgaat van samenwerking met boeren, niet van het wegjagen ervan.”
“Onze boeren verdienen waardering geen wantrouwen. Zij zijn geen vervuilers, maar verzorgers van het land. Wie natuur herstel wil, kan niet zonder de kennis en ervaring van de mensen die met de natuur werken.”
“Voedselzekerheid als kerntaak. De overheid moet zorgen dat voedsel beschikbaar én betaalbaar blijft. Voedsel is net als wonen en energie een primaire levensbehoefte. BBB zet zich daarom in voor voedselzekerheid in Nederland en Europa. Dat doen we door goed te zorgen voor onze boeren, vissers en telers.”
BBB kiest expliciet voor versnelling van kernenergie en het openhouden van kolencentrales zolang elders minder efficiënte centrales draaien, in tegenstelling tot GroenLinks dat inzet op snelle uitfasering van fossiel en geen kernenergie.
“Kolencentrales openhouden. De sluiting van kolencentrales per 2030 wordt ingetrokken zolang elders in Europa minder efficiënte centrales draaien.”
“We versnellen de bouw van kerncentrales; zowel grote kerncentrales als kleine modulair gebouwde kerncentrales (Small Modular Reactors: SMR’s).”
“Geen juridisch vastgelegde CO2-vrije elektriciteit in 2035. De doelstelling om in 2035 uitsluitend CO2 vrije elektriciteit op te wekken wordt niet wettelijk vastgelegd.”
Forum voor Democratie (FVD) onderscheidt zich van GroenLinks door radicaal af te wijken op het gebied van klimaat- en stikstofbeleid, landbouw, immigratie en de rol van de overheid. FVD verwerpt klimaatmaatregelen, wil fossiele brandstoffen behouden, zet in op nationale soevereiniteit en pleit voor een kleinere overheid, terwijl GroenLinks juist inzet op duurzaamheid, vergroening en sociale gelijkheid. De kern van FVD’s visie is het terugdraaien van Europese en nationale milieuregels, het stoppen van immigratie en het herstellen van nationale autonomie.
FVD gelooft niet in het klimaatprobleem en wil alle klimaatmaatregelen, inclusief de Klimaatwet en het Parijsakkoord, intrekken. In tegenstelling tot GroenLinks, dat klimaatbeleid en verduurzaming centraal stelt, kiest FVD voor het behoud van fossiele brandstoffen, heropening van gasvelden en bouw van kerncentrales. Dit standpunt adresseert het fundamentele verschil: FVD ziet klimaatbeleid als schadelijk en onnodig, waar GroenLinks het als essentieel beschouwt.
“Forum voor Democratie gelooft niet in het klimaatprobleem en ziet geen reden om gebruik van fossiele brandstoffen uit te faseren. Daarom stoppen we met de kostbare klimaatplannen. We trekken de Klimaatwet in en zeggen het Parijsakkoord op.”
“We schrappen alle klimaatregels, beëindigen het aardgasverbod en heropenen moderne kolen- en gascentrales. Gaswinning in Groningen moet worden hervat...”
“We stoppen zodoende volledig met alle vormen van ‘duurzaamheidsbeleid’. We heropenen de gesloten kolencentrales en zetten in op de bouw van thoriumcentrales voor goedkope, schone kernenergie.”
FVD wil alle Europese milieuregels, zoals de Green Deal en de EU-Natuurherstelwet, afschaffen en de landbouwsector maximale vrijheid geven. Dit staat haaks op het GroenLinks-standpunt, dat juist inzet op strenge milieuregels en natuurherstel. FVD ziet deze regels als bedreiging voor de Nederlandse economie, voedselzekerheid en cultuur.
“Dat betekent dat we de Green Deal en de EU-Natuurherstelwet afschaffen, dat we exportvrijheid zonder Brusselse beperkingen herstellen...”
“We werken in Europees verband aan het afschaffen van de Green Deal die de boerenstand kortwiekt, zolang het bestaat wordt het in Nederland niet gehandhaafd - inclusief het CO2-handelsysteem (ETS).”
“We gooien de EU-Natuurherstelwet in de prullenbak, zodat boeren en vissers niet langer gebonden zijn aan onrealistische Brusselse regels.”
FVD wil immigratie volledig stoppen, remigratie bevorderen en een GreenCard-systeem invoeren voor alleen economisch waardevolle migranten. GroenLinks pleit juist voor een humaan en inclusief migratiebeleid. Dit verschil raakt de kern van de visie op nationale identiteit en open versus gesloten samenleving.
“We willen stoppen met de massale immigratie en remigratie tot stand brengen zodat ons volk ook in de komende tientallen, honderden jaren als zodanig kan blijven bestaan.”
“We stoppen volledig met asielopvang in Nederland, investeren in opvang in de regio en stellen illegaal verblijf in Nederland strafbaar. Daarnaast voeren we een tienjarige stop op naturalisaties in, bieden steun voor remigratie naar landen van herkomst en introduceren een GreenCard-systeem voor economisch waardevolle migranten...”
FVD wil de overheid structureel verkleinen, lasten verlagen en een vlaktaks invoeren, terwijl GroenLinks juist pleit voor een grotere, actieve overheid en progressieve belastingen om ongelijkheid te bestrijden. Dit verschil weerspiegelt een fundamenteel andere visie op de rol van de staat in de samenleving.
“De Rijksoverheidsuitgaven moeten verplicht ieder jaar 3% krimpen, zodat de overheid niet groter maar kleiner wordt.”
“We voeren een vlaktaks in op het inkomen in Box-1, zodat meer verdienen niet wordt afgestraft en altijd volstrekt transparant is hoeveel inkomstenbelasting moet worden betaald.”
De SGP onderscheidt zich van GroenLinks door een behoudende, pragmatische benadering van klimaat, landbouw en sociale thema’s, waarbij christelijke waarden en economische haalbaarheid centraal staan. De partij verzet zich tegen strikte klimaatdoelen, kiest voor kernenergie boven wind op zee, beschermt traditionele landbouw en wijst progressieve sociale en ethische agenda’s af. SGP legt de nadruk op gezinswaarden, soevereiniteit en een terughoudende overheid, waar GroenLinks juist inzet op ambitieuze verduurzaming, sociale gelijkheid en progressieve waarden.
De SGP wijst het wettelijk vastleggen van harde CO2-reductiedoelen af en kiest voor een stapsgewijze, haalbare verduurzaming. Dit contrasteert sterk met GroenLinks, dat juist pleit voor ambitieuze, wettelijk vastgelegde klimaatdoelen en snelle transitie naar duurzame energie.
SGP verdedigt de positie van boeren, wil fiscale voordelen behouden en verzet zich tegen een ongelijk speelveld en strenge milieueisen. GroenLinks kiest juist voor stevige verduurzaming van de landbouw en het afbouwen van privileges voor de sector.
SGP kiest expliciet voor kernenergie en is tegen grootschalige windparken op zee en op landbouwgrond, terwijl GroenLinks juist inzet op wind- en zonne-energie en kernenergie afwijst.
SGP stelt het klassieke gezin, het ongeboren leven en christelijke normen centraal, en wijst progressieve sociale en ethische thema’s af. GroenLinks profileert zich juist als voorvechter van individuele vrijheid, diversiteit en progressieve waarden.
SGP verzet zich tegen verdere overdracht van macht aan de EU en benadrukt nationale soevereiniteit, waar GroenLinks juist meer Europese samenwerking en integratie nastreeft.
“De SGP kiest voor een Europese Unie die ten dienste staat van de lidstaten, ruimte biedt voor verschillen en respect heeft voor de nationale soevereiniteit.”
“Een uitdijende en besluiteloze EU is echter onwenselijk. Bovendien baart het ons zorgen dat de EU zich op ideologisch vlak steeds meer ontwikkelt tot een progressief-seculier project.”
Het CDA onderscheidt zich van GroenLinks door een sterkere nadruk op gemeenschapswaarden, minder nationale regelgeving, behoud van traditionele instituties en een pragmatische, industrie- en ondernemersvriendelijke aanpak van klimaat en economie. Waar GroenLinks vaak kiest voor centrale sturing, hogere lasten voor vervuilers en snelle vergroening, kiest het CDA voor maatwerk, behoud van familiebedrijven, minder regels, en het schrappen van nationale CO2-heffingen. De CDA-visie draait om het versterken van de samenleving via tradities, verenigingen en gedeelde verantwoordelijkheid, met oog voor economische haalbaarheid en sociale samenhang.
Het CDA verzet zich tegen een overmaat aan centrale regelgeving en verantwoordingsdruk, en kiest voor vertrouwen in lokale gemeenschappen, verenigingen en maatwerkoplossingen. Dit staat haaks op de meer centrale, sturende aanpak van GroenLinks, die vaak pleit voor landelijke normen en regels.
“We stoppen met de gedachte dat meer regels altijd leiden tot het maken van minder fouten. Onevenredige verantwoordingsdruk zorgt voor maatschappelijke schade, tast de beroepseer van mensen aan en dooft het plezier van vrijwilligers uit. Het CDA vertrouwt op vitale verenigingen.”
“We willen daarom in overleg met gemeenten komen tot vereenvoudiging en een basisniveau van gemeentelijke regelingen, met mogelijkheden voor maatwerk.”
Het CDA hecht veel waarde aan het behoud van kerken, verenigingen en tradities als fundament van de samenleving, terwijl GroenLinks doorgaans meer nadruk legt op secularisme en progressieve vernieuwing.
“Kerken, moskeeën en andere geloofsgemeenschappen vormen voor velen een bron van zingeving, verbondenheid en zorg voor elkaar. Deze maatschappelijke waarde verdient blijvend erkenning en ruimte.”
“We willen meer aandacht en minder regels voor de zachte krachten: verenigingen, vrijwilligers en mantelzorgers. Met een dienstplicht en stevige inburgering zorgen we dat iedereen meedoet. We versterken onze democratie en koesteren tradities.”
In tegenstelling tot GroenLinks, dat inzet op stevige nationale klimaatmaatregelen en hogere lasten voor vervuilers, kiest het CDA voor het schrappen van de nationale CO2-heffing en een industriebeleid gericht op behoud van maakindustrie en werkgelegenheid.
Het CDA kiest voor een energietransitie die haalbaar en betaalbaar is, met oog voor het behoud van industrie en werkgelegenheid, en investeert in CCS/CCU en maatwerkafspraken met bedrijven. GroenLinks kiest doorgaans voor een snellere, meer dwingende vergroening.
“Om de energietransitie mogelijk en betaalbaar te maken is betrouwbaar en stabiel langetermijnbeleid nodig. Juist ook om de maakindustrie, die wil verduurzamen, te behouden voor Nederland.”
“We blijven investeren in opslag van CO₂ (CCS) onder de Noordzee en zorgen voor een goede balans met CO2-hergebruik (CCU) om uitstoot in andere sectoren te helpen verminderen.”
“We maken maatwerkafspraken met grote bedrijven uit de industrie om te verduurzamen mogelijk door een geïntegreerde aanpak met passende beleidsregels en adequate financiële ondersteuning.”
Het grootste verschil tussen de PVV en GroenLinks is dat de PVV radicaal tegen klimaatbeleid, immigratie en Europese integratie is, terwijl GroenLinks deze juist centraal stelt. De PVV wil stoppen met klimaatmaatregelen, een totale asielstop, en bevoegdheden terughalen uit Brussel, met als kern het beschermen van nationale soevereiniteit en het afwijzen van progressieve sociale en milieubeleidsmaatregelen.
De PVV verwerpt vrijwel alle klimaatmaatregelen en duurzame energietransitie, in tegenstelling tot GroenLinks dat deze juist als speerpunt heeft. De partij ziet klimaatbeleid als geldverspilling en wil fossiele energie behouden en uitbreiden.
“Geen miljardenverspilling aan klimaatbeleid, maar een betaalbare energierekening. Daarom wil de PVV: Btw op energie omlaag van 21 naar 9%. Het ministerie van Klimaat en Groene Groei wordt het ministerie van Betaalbare Energie. Geen verplichte warmtepomp, niet verplicht van het gas af. Onze moderne, schone kolen- en gascentrales openhouden. Nieuwe kerncentrales bijbouwen, ook kleine modulaire reactoren; inzet op thorium. Geen enkele nieuwe windturbine er meer bij; geen nieuwe zonneparken.”
“Geen CO2-flauwekul, maar leveringszekerheid en lagere energielasten.”
De PVV pleit voor een volledige asielstop en het sluiten van grenzen voor asielzoekers, terwijl GroenLinks juist inzet op humane opvang en inclusie. Dit is een fundamenteel verschil in visie op migratie en diversiteit.
“1 Totale asielstop. Nederland is Nederland niet meer. We hebben te veel vreemdelingen, te veel asielzoekers, te veel islam en veel te veel azc’s. Het opengrenzenbeleid maakt ons land helemaal kapot. De PVV is er klaar mee. Het roer moet drastisch om.”
“We sluiten onze grenzen voor alle asielzoekers en sturen Oekraïense mannen terug naar Oekraïne.”
De PVV wil bevoegdheden terughalen uit de EU en is fel tegen verdere Europese integratie, terwijl GroenLinks juist voorstander is van Europese samenwerking en versterking van de EU.
“Wij willen sterke bilaterale en economische banden met andere landen; samenwerken is prima. Waar wij fel tegen zijn, is een geopolitieke Europese Unie, een Europese superstaat. Nederland behoort tot de grootste nettobetalers, maar wat krijgen we ervoor terug: een Unie die steeds meer macht naar zich toetrekt en ons alles tot in de puntjes dicteert.”
“Niet nóg meer bevoegdheden en miljarden overhevelen naar Brussel, maar juist terughalen. Onze vetorechten behouden we, herstellen we in ere én zetten we in: Nederland moet al het mogelijke vetoën...”
De PVV verzet zich expliciet tegen progressieve sociale thema’s zoals genderdiversiteit, woke-onderwijs en multiculturalisme, terwijl GroenLinks deze juist omarmt en stimuleert.
“Voor de PVV bestaan er slechts twee geslachten: man en vrouw. In wetten en beleid hoort het biologische geslacht weer leidend te zijn – dus geen “X” in het paspoort. We stoppen met gesubsidieerd wokebeleid en schrappen de hokjesdenkende genderpropaganda op scholen.”
“Geen misplaatste schaamtecultuur, maar het koesteren van onze tradities, de standbeelden van onze nationale helden en onze feesten als Kerstmis, Sinterklaas mét Zwarte Piet en Pasen.”
“Financiering van de NPO geheel stoppen. Ontslag voor de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme. We voeren een algeheel boerkaverbod in. Verbod op de islamitische gebedsoproep.”
D66 onderscheidt zich van GroenLinks vooral door haar sociaal-liberale benadering: D66 legt meer nadruk op individuele vrijheid, innovatie, economische haalbaarheid en Europese samenwerking, terwijl GroenLinks doorgaans kiest voor meer sturende, collectieve en radicalere maatregelen. D66 kiest voor een pragmatische, stapsgewijze vergroening van economie en landbouw, met oog voor ondernemers en technologische innovatie, en benadrukt het belang van internationale samenwerking en een sterke EU. Belangrijke voorstellen zijn het versneld afbouwen van fossiele subsidies, het juridisch vastleggen van klimaatdoelen, en het combineren van natuurherstel met economisch perspectief voor boeren.
D66 kiest voor een snellere afbouw van fossiele subsidies via een vlaktaks op energiebelasting, wat een meer marktgerichte en economische benadering is dan het GroenLinks-standpunt, dat doorgaans pleit voor directe afschaffing en meer overheidssturing. D66 wil zo duurzame innovatie stimuleren en een gelijk speelveld creëren, met oog voor economische haalbaarheid.
“Om de fossiele subsidies sneller af te bouwen wordt een vlaktaks voor energiebelasting op aardgas en elektriciteit ingevoerd. Dit ter vervanging van het degressieve stelsel...”
“D66 wil fossiele subsidies sneller afbouwen en geeft ruimte aan duurzame innovatie. Dit bespaart miljarden euro’s en zorgt voor een gelijk speelveld voor duurzame bedrijven.”
D66 legt klimaat- en stikstofdoelen juridisch vast, maar koppelt dit expliciet aan het bieden van perspectief voor boeren en ondernemers. Dit pragmatische evenwicht tussen natuur en economie verschilt van GroenLinks, dat doorgaans kiest voor strengere, meer absolute milieumaatregelen en minder nadruk legt op economische haalbaarheid.
“D66 wil snelle vermindering van de stikstofuitstoot, op basis van een plan met duidelijke doelen, die niet vrijblijvend zijn en die juridisch vastliggen. Zo kunnen we weer vergunningen verlenen.”
“We herstellen natuur, verbeteren biodiversiteit en halen de doelen voor stikstof en waterkwaliteit. Dat doen we op zo’n manier dat we tegelijkertijd de landbouw toekomst bieden.”
D66 profileert zich als uitgesproken pro-Europees en pleit voor forse gezamenlijke Europese investeringen en regelgeving, waar GroenLinks doorgaans meer nationaal gericht is of minder inzet op Europese integratie als kernoplossing. D66 ziet de EU als essentieel voor vergroening, innovatie en economische kracht.
D66 kiest voor een sociaal-liberale koers, met veel aandacht voor ondernemers, innovatie en individuele vrijheid, waar GroenLinks vaker kiest voor collectieve, sturende maatregelen en herverdeling. D66 wil vergroening combineren met economische groei en ruimte voor eigen initiatief.
Het grootste verschil tussen DENK en GroenLinks ligt in de uitgesproken verdediging van religieus en bijzonder onderwijs, het expliciet beschermen van religieuze vrijheden, en het afwijzen van extra regulering op religieuze instellingen en onderwijs. DENK profileert zich als de partij die zonder compromis opkomt voor religieuze gemeenschappen en hun rechten, waar GroenLinks doorgaans kritischer is op religieus onderwijs en meer nadruk legt op seculiere waarden. Daarnaast is DENK uitgesproken tegen betuttelende klimaatmaatregelen voor burgers en pleit het voor een pragmatische, sociale benadering van klimaatbeleid.
DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs (artikel 23 Grondwet) en verzet zich tegen extra controle of belemmeringen, waar GroenLinks juist kritisch is op religieus onderwijs en pleit voor meer toezicht en beperking van segregatie. DENK ziet religieuze vrijheid als essentieel voor een diverse samenleving en wil geen overheidsbemoeienis met religieuze instellingen.
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
“Geen controle op religieus onderwijs. De wet toezicht op informeel onderwijs wordt zo snel mogelijk ingetrokken.”
“Religieuze instellingen worden met vertrouwen benaderd. Knellende regels die de maatschappelijke activiteiten van religieuze instellingen belemmeren worden afgeschaft en de overheidsbemoeizucht bij religieuze instellingen verdwijnt.”
DENK verzet zich tegen klimaatmaatregelen die burgers financieel raken of als betuttelend worden ervaren, zoals een vleestaks, suikerheffing of toeslag op plastic. GroenLinks kiest juist vaak voor dergelijke maatregelen om gedragsverandering te stimuleren. DENK wil klimaatbeleid sociaal en rechtvaardig houden, zonder de lasten bij burgers te leggen.
“Klimaatbeleid is hard nodig, maar mag geen middel worden om burgers betuttelend te bejegenen of op de kosten te jagen. Daarom komt er géén belasting op vlees, géén extra heffing op suiker en géén toeslag op plastic verpakkingen. Deze heffingen vergroten de ongelijkheid.”
DENK neemt een uitgesproken standpunt in door keiharde sancties tegen Israël te eisen vanwege de situatie in Gaza, waar GroenLinks doorgaans kritischer is op Israël maar minder expliciet oproept tot sancties. DENK maakt van deze kwestie een speerpunt en koppelt het direct aan hun kernwaarden.
“Wij moeten keiharde sancties tegen 'Israël' eisen om de genocide in Gaza te stoppen.”
DENK pleit voor het rechtstreeks kiezen van burgemeesters en het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd naar 16 jaar, waar GroenLinks wel voor democratisering is maar doorgaans minder expliciet deze voorstellen als speerpunt voert.
De Partij voor de Dieren (PvdD) onderscheidt zich van GroenLinks door haar radicale prioriteit voor dierenrechten, het welzijn van álle levende wezens en het expliciet boven economische groei stellen van ecologische grenzen. PvdD kiest voor een fundamentele systeemverandering: een drastische krimp van de veehouderij, het beëindigen van landbouwsubsidies, een wettelijk vastgelegd klimaatbudget en het volledig afwijzen van technologische lapmiddelen en gentechnologie in de landbouw. Hun visie is principiëler en verdergaand ecocentrisch dan die van GroenLinks, met een onvoorwaardelijke focus op het intrinsieke belang van natuur en dieren.
PvdD pleit voor een drastische inkrimping van de veehouderij, sluiting van slachthuizen in veevrije regio’s, en het volledig afschaffen van landbouwsubsidies na omschakeling naar plantaardige productie. Dit is veel verdergaand dan het beleid van GroenLinks, dat inzet op verduurzaming maar niet op volledige afbouw.
“Op het moment dat een regio veevrij is, sluiten we daar het slachthuis. Dit bevrijdt de dieren uit de voedselketen en stopt de uitbuiting van migranten die werken in de slachthuizen.”
“Het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid gaat grondig op de schop. De honderden miljoenen euro’s aan landbouwsubsidies uit de huidige begroting worden gebruikt om boeren te helpen overschakelen naar biologische, plantaardige productie. Daarna worden de subsidies afgeschaft.”
PvdD stelt expliciet het welzijn van dieren, natuur en mensen boven economische groei, en wil het BBP als beleidsdoel loslaten. Dit ecocentrische uitgangspunt is fundamenteler dan het sociaal-ecologische groeimodel van GroenLinks.
PvdD verwerpt technologische oplossingen zoals emissiearme stallen, mestvergisters en gentechnologie, waar GroenLinks deze soms als onderdeel van de transitie accepteert. PvdD kiest voor systeemverandering in plaats van symptoombestrijding.
“Subsidies om de milieuschade van de veehouderij te beperken, worden niet meer besteed aan technologische lapmiddelen zoals zogenaamd emissiearme stalsystemen. Dat beleid heeft aantoonbaar gefaald en zorgt bovendien voor verdere schaalvergroting.”
“De Partij voor de Dieren verzet zich daartegen, en is tegen de inzet van gentech, inclusief nieuwe technieken zoals CRISPR-Cas.”
PvdD wil wettelijk vastleggen dat 5% van het BBP naar de klimaat- en natuurcrisis gaat, en stelt harde grenzen aan wat de leefomgeving schaadt. Dit is een veel strengere en juridisch bindende aanpak dan GroenLinks voorstaat.
Het grootste verschil tussen NSC en GroenLinks zit in de combinatie van een behoudende culturele koers, een restrictief migratiebeleid en een sterke nadruk op nationale soevereiniteit, tegenover de meer progressieve, internationalistische en inclusieve benadering van GroenLinks. NSC legt de nadruk op het beschermen van Nederlandse identiteit, het beperken van migratie, en het terugdringen van Europese integratie, terwijl GroenLinks juist inzet op openheid, diversiteit en verdere Europese samenwerking. NSC kiest daarnaast voor kernenergie als onderdeel van de energiemix, waar GroenLinks hier fel tegen is.
NSC kiest voor een streng en realistisch migratiebeleid, met minder arbeids-, studie- en asielmigratie, en benadrukt het belang van de Nederlandse taal en cultuur. Dit staat haaks op het inclusieve migratie- en integratiebeleid van GroenLinks, dat inzet op open grenzen, diversiteit en gelijke kansen voor nieuwkomers.
“WE STAAN VOOR EEN STRENG EN REALISTISCH MIGRATIE- EN INTEGRATIEBELEID: • Minder arbeidsmigratie. ... • Minder privileges voor kennismigranten (expats). • Minder studiemigratie. Nederlandse studenten hebben voorrang en er komen flink minder Engelstalige opleidingen. • Minder asielmigratie. Door strenge en realistische maatregelen met opvang in de regio. • De Nederlandse taal moet weer de norm zijn op straat en op de werkvloer.”
“Tegelijk komt Nieuw Sociaal Contract op voor de Nederlandse identiteit en cultuur, geschiedenis en traditie. Nederland moet een land zijn van gedeelde waarden en gemeenschapszin.”
NSC is uitgesproken kritisch over verdere Europese integratie en wil nationale bevoegdheden behouden, in tegenstelling tot GroenLinks dat juist pleit voor meer Europese samenwerking en solidariteit.
“We zijn tegen de ‘ever closer union’. Binnen Europa bepleiten we een stevige opstelling van Nederland, constructief maar realistisch. Taken, bevoegdheden en budgetten blijven van ons, deze nationale soevereiniteit bewaken we.”
“We dragen actief bij in Europa, maar waken voor uitholling van de nationale soevereiniteit.”
NSC ziet kernenergie als onmisbaar voor een schone en betrouwbare energievoorziening, terwijl GroenLinks kernenergie afwijst en volledig inzet op hernieuwbare bronnen.
“Kernenergie is onmisbaar als schone en betrouwbare bron in de energiemix van de toekomst. We steunen de ambitie om op termijn klimaatneutraal en energie-onafhankelijk te worden.”
NSC combineert sociaal-economische solidariteit met behoud van traditionele waarden, waar GroenLinks vooral inzet op progressieve sociale en culturele verandering.
“ECONOMISCH SOLIDAIR EN CULTUREEL WAARDEVAST”
“We moeten elkaar niet verder kwijtraken in ons mooie land. Nederland moet weer een land worden waarin sociale binding en bescherming van het kwetsbare vanzelfsprekend zijn. Waarin bezielde mensen zorgdragen voor elkaar. En waarin iedereen recht heeft op bestaanszekerheid. Dat betekent dat we een economisch solidair beleid willen voeren en onze culturele waarden willen vasthouden.”
Het grootste verschil tussen de SP en GroenLinks ligt in de nadruk van de SP op klassensolidariteit, economische herverdeling en scherpe kritiek op het kapitalisme, waarbij de SP expliciet kiest voor de werkende klasse en structurele herverdeling van macht en inkomen. De SP onderscheidt zich door concrete voorstellen als het fors verlagen van de inkomstenbelasting voor werkenden, het invoeren van een miljonairsbelasting, het blokkeren van prijsverhogingen op basisproducten, en het afwijzen van technologische schijnoplossingen in de landbouw en klimaattransitie. Hun visie is radicaal egalitair en anti-kapitalistisch, met een focus op directe bestaanszekerheid en het tegengaan van economische ongelijkheid.
De SP legt veel meer nadruk op het zwaar belasten van grote vermogens en kapitaalinkomen dan GroenLinks, met als doel structurele herverdeling en het financieren van sociale voorzieningen. Dit is een kernpunt van hun economische visie en onderscheidt zich door de expliciete miljonairsbelasting en het gelijkstellen van kapitaal- aan arbeidsbelasting.
“Daarom verhogen we de belasting voor het inkomen uit kapitaal naar het niveau van de inkomstenbelasting, voeren we een miljonairsbelasting in voor vermogens boven 5 miljoen euro en stoppen we met subsidies voor miljardairs.”
“Met de opbrengst kunnen we de loonbelasting verlagen, zodat werken meer gaat lonen. Boven de half miljoen is er een kleine groep die vele miljoenen erft, dat gaan we zwaarder belasten zodat enorme ongelijkheid niet meer van generatie op generatie wordt overgedragen.”
De SP kiest voor directe prijsregulering van basisproducten als antwoord op inflatie en winstbejag, een maatregel die verder gaat dan de marktregulering die GroenLinks doorgaans voorstaat. Dit is een concreet, onderscheidend voorstel gericht op directe koopkrachtverbetering.
“Daarom moeten we de prijzen van basisproducten, zoals gezond eten, medicijnen, energie en internet, gaan controleren, reguleren en blokkeren.”
De SP verwerpt technologische lapmiddelen zoals mestvergisting, luchtwassers en grootschalige CO₂-opslag, en kiest voor structurele verandering van het landbouw- en energiesysteem. Dit contrasteert met GroenLinks, dat doorgaans meer inzet op technologische innovatie als onderdeel van de transitie.
“Geen schijnoplossingen zoals luchtwassers of technologische trucs die niet werken, maar een aanpak die het echte probleem aanpakt: de doorgeschoten intensieve veehouderij.”
“Het grootschalig opslaan van CO₂ onder de grond is geen structurele oplossing, maar een tijdelijke lapmiddel voor bedrijven die hun vervuiling willen uitstellen. Wij kiezen ervoor om gemeenschapsgeld niet langer te verspillen aan uitstelgedrag, maar te investeren in de echte, duurzame transitie.”
De SP positioneert zich expliciet als partij van de werkende klasse en tegen het kapitalistische systeem, met een focus op structurele herverdeling en het tegengaan van klassentweedeling. Dit is een ideologisch verschil met GroenLinks, dat meer inzet op brede progressieve samenwerking en minder expliciet anti-kapitalistisch is.
“Onze alternatieven vragen niet om een onsje meer of minder sociaal. De problemen in ons land zijn dermate groot, dat dit om grote veranderingen vraagt. Wij gaan voor SUPERSOCIAAL. Dit verkiezingsprogramma is gericht op sociale keuzes vóór de werkende klasse.”
“Het kapitalistische systeem stelt winst boven mensen en klimaat. Het gevolg is: meer miljardairs dan ooit en een klimaatcrisis.”
BIJ1 onderscheidt zich van GroenLinks door haar radicale breuk met het kapitalisme, het expliciet onteigenen van fossiele en vervuilende bedrijven, het volledig nationaliseren van essentiële sectoren zoals zorg en energie, en het centraal stellen van machtsverschuiving naar werkers en bewoners. Waar GroenLinks inzet op vergroening binnen het huidige systeem, kiest BIJ1 voor structurele systeemverandering, onteigening en democratisering van eigendom en besluitvorming. BIJ1’s visie is antikapitalistisch, antiracistisch en gericht op collectieve zeggenschap, met concrete voorstellen als onteigening, bindende burgerinspraak en het afschaffen van marktwerking in de zorg.
BIJ1 pleit voor het actief onteigenen van fossiele en vervuilende bedrijven, waarbij hun kapitaal en infrastructuur publiek worden ingezet. Dit gaat verder dan het beleid van GroenLinks, dat inzet op regulering en vergroening zonder expliciete onteigening. BIJ1 adresseert hiermee de machtspositie van grote bedrijven en wil voorkomen dat de kosten van transitie op de samenleving worden afgewenteld.
“Vervuilende en fossiele bedrijven die sluiten worden onteigend. Hun kapitaal, machines en infrastructuur worden ingezet voor publieke doelen. Opruimkosten, bodemsanering en herstel worden niet afgewenteld op de samenleving, maar betaald uit hun eigen activa — ook bij faillissement of uitkoop.”
In tegenstelling tot GroenLinks’ focus op vergroening via marktmechanismen en technocratische oplossingen, ziet BIJ1 de energietransitie als een machtsvraag. BIJ1 wil de energievoorziening democratiseren en onder directe controle van arbeiders en bewoners brengen, zowel lokaal als mondiaal.
“De energietransitie is geen technocratisch moderniseringsproject, maar een machtsvraag: breken met de groene kapitalisten, stoppen met westers industrieprotectionisme, en de energievoorziening in handen brengen van arbeiders en bewoners — lokaal én mondiaal.”
BIJ1 wil de zorg volledig in publieke handen brengen, inclusief ziekenhuizen en verzekeraars, en alle marktwerking en winstoogmerk uitbannen. Dit is een veel radicalere stap dan GroenLinks, dat marktwerking wil beperken maar geen volledige nationalisatie voorstelt.
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd.”
BIJ1 stelt bindende werknemersraden met vetorecht verplicht in grote bedrijven en wil burgers via landelijke gespreksrondes bindend laten meebeslissen over wetgeving. Dit gaat verder dan GroenLinks’ voorstellen voor meer inspraak en participatie, en adresseert direct de machtsverhoudingen in economie en politiek.
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
BIJ1 positioneert zich expliciet antikapitalistisch en keert zich tegen ‘groene kapitalisten’ en marktgebaseerde oplossingen voor klimaat en ongelijkheid. Dit is een fundamenteel verschil met GroenLinks, dat vergroening en sociale rechtvaardigheid binnen het kapitalistische systeem nastreeft.
“De energietransitie is geen technocratisch moderniseringsproject, maar een machtsvraag: breken met de groene kapitalisten...”
Het grootste verschil tussen ChristenUnie en GroenLinks ligt in de expliciet christelijke, moreel-ethische grondslag van de ChristenUnie, die beleid baseert op rentmeesterschap, gezinswaarden en het stellen van duidelijke grenzen aan individuele vrijheid en Europese integratie. De ChristenUnie koppelt duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid aan religieuze en morele verantwoordelijkheid, en kiest voor een terughoudende overheid op ethisch en cultureel terrein, waar GroenLinks doorgaans progressiever en seculier is. Concreet uit zich dit in standpunten over gezinsbeleid, ethische kwesties, soevereiniteit en de rol van religie in de samenleving.
De ChristenUnie baseert haar visie en beleid expliciet op christelijke waarden, waarbij rentmeesterschap, het gezin en het stellen van morele grenzen leidend zijn. Dit onderscheidt zich van het seculiere, progressieve wereldbeeld van GroenLinks, dat religie geen rol van betekenis toekent in het publieke domein.
“Gedreven door geloof - niet in onszelf, maar in God, de ander en in het goede. Omdat we geroepen zijn om recht te doen, grenzen en normen te stellen.”
“Duurzaamheid is voor de ChristenUnie een morele opdracht en verantwoordelijkheid. Het gaat niet alleen om cijfers, modellen of beleidsinstrumenten, maar om de vraag hoe we recht doen aan mens en schepping.”
De ChristenUnie benadrukt het belang van duidelijke normen en grenzen aan individuele vrijheid, vooral op het gebied van drugs, prostitutie en gokken. Dit contrasteert met de doorgaans liberalere, meer permissieve houding van GroenLinks op deze thema’s.
“Dat de mens zelf het beste weet wat goed voor hem is, zichzelf altijd in de hand heeft en in vrijheid de juiste keuzes maakt, is een mythe... De ChristenUnie staat voor een werkelijk vrij leven en strijdt daarom tegen deze schaduwkanten van ongebreidelde vrijheid. De overheid moet duidelijke normen stellen omdat het bijdraagt aan een veilig land en gezonde jongeren.”
De ChristenUnie is kritisch op verdere Europese integratie en benadrukt het belang van nationale soevereiniteit en subsidiariteit, terwijl GroenLinks juist voorstander is van meer Europese samenwerking en bevoegdheden.
“Voor de ChristenUnie is subsidiariteit het uitgangspunt: besluiten worden genomen op het laagst mogelijke niveau, zo dicht mogelijk bij mensen. Wij verzetten ons tegen Europese bemoeizucht op terreinen waar de EU geen mandaat heeft, zoals gezondheidszorg, medische ethiek, onderwijs of woningbouw.”
De ChristenUnie zet het gezin centraal in haar beleid, met nadruk op financiële ondersteuning en het uitbannen van kinderarmoede, wat verder gaat dan het beleid van GroenLinks dat meer inzet op individuele rechten en diversiteit van gezinsvormen.
“Kinderen zijn de toekomst van ons land. De overheid moet het krijgen van kinderen toejuichen en haar beleid gezinsvriendelijk inrichten. Niemand zou om financiële redenen moeten afzien van de wens om kinderen te krijgen. Daarom verhoogt de ChristenUnie de kinderbijslag naar € 4500 per kind per jaar...”
De ChristenUnie ziet een expliciete rol voor kerken en religieuze organisaties in de samenleving, waar GroenLinks religie als strikt privézaak beschouwt.
“Bij woningbouwprojecten moet vanaf het begin ruimte worden gereserveerd voor ontmoeting: kerken, buurthuizen, verenigingsgebouwen en maatschappelijk vastgoed zoals huisarts- en hulpverleningspraktijken. Deze voorzieningen zijn essentieel voor een sterke samenleving.”
GroenLinks-PvdA profileert zich als een brede linkse volkspartij die expliciet haar "rode" (sociaal-democratische) en "groene" (ecologische) wortels combineert, en daarmee verder gaat dan GroenLinks alleen. De partij legt sterk de nadruk op solidariteit, eerlijk delen en het verbinden van sociale rechtvaardigheid met klimaatbeleid. Hun kernvoorstellen richten zich op het combineren van sociale herverdeling (zoals hogere lonen, lagere zorgpremies en het aanpakken van vermogensongelijkheid) met ambitieuze groene transitie, waarbij niemand wordt uitgesloten.
GroenLinks-PvdA benadrukt dat zij niet alleen een groene partij zijn, maar expliciet ook sociaal-democratische ("rode") waarden integreren, wat hen onderscheidt van GroenLinks alleen. Dit betekent dat zij sociale rechtvaardigheid en herverdeling even belangrijk maken als klimaatbeleid, en zich profileren als een brede volkspartij.
De partij stelt herverdeling en het aanpakken van ongelijkheid centraal, met concrete voorstellen zoals het beëindigen van belastingkortingen voor de rijksten, het verlagen van de zorgpremie, en het verhogen van lonen. Dit sociale beleid is een expliciete toevoeging aan het groene profiel van GroenLinks.
“We maken een einde aan speciale belastingkortingen voor de rijkste Nederlanders en aandeelhouders van multinationals. Belastingontwijking pakken we aan. We zorgen ervoor dat werkenden juist meer overhouden van hun loon.”
“De zorgpremie gaat omlaag door de zorgkosten op een eerlijkere manier te verdelen.”
“De lonen harder stijgen dan de huren.”
GroenLinks-PvdA kiest voor een "Nieuwe Verzorgingsstaat" als kompas, waarbij niet winst maar maatschappelijke bijdrage centraal staat. Dit is een breder sociaal-economisch perspectief dan het klassieke groene beleid van GroenLinks.
“De komende jaren willen we bouwen aan een Nieuwe Verzorgingsstaat, gericht op de kwaliteit van ons bestaan. We willen een samenleving vormen waarin we succes niet langer afmeten aan de waarde die je onttrekt, maar aan de bijdrage die je levert aan de samenleving.”
Volt onderscheidt zich van GroenLinks vooral door haar uitgesproken Europese oriëntatie, institutionele hervormingsdrang en enkele onorthodoxe democratische voorstellen, zoals het uitbreiden van de Tweede Kamer en het instellen van een permanente Derde Kamer voor jongeren. Volt legt daarnaast sterk de nadruk op het wettelijk vastleggen van klimaatneutraliteit in 2040 (in plaats van 2050) en het volledig uniformeren van het btw-tarief, waarmee ze verder gaan dan GroenLinks. Hun kernvisie is dat structurele, vernieuwende en Europese oplossingen nodig zijn voor zowel klimaat als democratie.
Volt wil de Tweede Kamer fors uitbreiden om de volksvertegenwoordiging te versterken, wat een fundamenteel andere institutionele hervorming is dan GroenLinks voorstelt.
“We breiden de Tweede Kamer uit van 150 naar 250 zetels. Onze Tweede Kamer is namelijk te klein, zeker in vergelijking met andere Europese landen. Een grotere Tweede Kamer is nodig om de wetgevende en controlerende taak van de Tweede Kamer te versterken, en vooral om de taak van volksvertegenwoordiging beter te vervullen.”
Volt stelt een structureel jongerenberaad voor dat wetten beoordeelt en de politiek adviseert, een uniek voorstel dat verder gaat dan de jongerenparticipatie van GroenLinks.
“We voeren een Derde Kamer in: een jongerenberaad dat wetten beoordeelt en de politiek adviseert.”
Volt kiest voor een wettelijk vastgelegde klimaatneutraliteit in 2040, vijf tot tien jaar eerder dan de meeste andere partijen, inclusief GroenLinks.
“We leggen het netto CO₂-reductiepercentage van 100% in 2040 vast in de wet. Zo maken we een einde aan streefpercentages en introduceren we een harde norm die ons klimaat nodig heeft.”
Volt wil alle uitzonderingen op het btw-stelsel afschaffen en een uniform tarief invoeren, wat verder gaat dan het GroenLinks-voorstel voor vergroening van belastingen.
“Daarom komt er een uniform vast btw-tarief voor alle goederen en diensten. Alle uitzonderingen, inclusief het 0%-tarief en lage btw-tarief, schaffen we af.”
Volt wijst het bindend correctief referendum expliciet af en kiest voor permanente burgerberaden als participatie-instrument, waar GroenLinks juist voorstander is van het referendum.
“Volt is tegen een bindend correctief referendum, waarmee nieuwe wetten achteraf kunnen worden teruggedraaid. Wij vinden dat je zorgvuldig ingevoerde wetgeving niet kunt vervangen door een ja/nee-vraag.”
“We richten het allereerste, nationale, permanente burgerberaad ter wereld op. Dit instituut is verantwoordelijk voor het organiseren van burgerberaden in Nederland.”