De PVV verwerpt het idee van "groene groei" en ziet klimaatbeleid en de energietransitie als schadelijk, duur en ineffectief. In plaats daarvan wil de partij stoppen met alle groene groei-initiatieven, het ministerie van Klimaat en Groene Groei omvormen tot het ministerie van Betaalbare Energie, en inzetten op fossiele energie en kernenergie voor leveringszekerheid en lage kosten. De PVV pleit voor het beëindigen van subsidies, verplichtingen en regelgeving rond duurzame energie en klimaat, en stelt economische groei en betaalbaarheid centraal boven milieudoelstellingen.
De PVV beschouwt groene groei en klimaatbeleid als "flauwekul" en verspilling van geld, en wil alle bijbehorende maatregelen en subsidies schrappen. De partij ziet geen waarde in CO2-reductie of de energietransitie, en wil terug naar fossiele energie en kernenergie voor leveringszekerheid en betaalbaarheid.
“Het ministerie van Klimaat en Groene Groei veranderen we in het ministerie van Betaalbare Energie: geen CO2-flauwekul, maar leveringszekerheid en lagere energielasten. We stoppen met de energietransitie en gaan netcongestie oplossen: geen windturbines, geen zonneparken of andere weersafhankelijke wiebelstroom.”
“We trekken ons terug uit het VN-Klimaatakkoord van Parijs en trekken de Klimaatwet in. We schrappen het Klimaatfonds en doeken het Klimaatberaad op.”
“SDE++ en andere klimaatsubsidies schrappen”
“Geen klimaatmitigatie, maar klimaatadaptatie: actualisering van het programma Ruimte voor de Rivier en het Hoogwaterbeschermingsprogramma”
“Geen enkele nieuwe windturbine er meer bij; geen nieuwe zonneparken”
De PVV wil stoppen met de uitfasering van fossiele brandstoffen en juist inzetten op gas, kolen en kernenergie. De partij ziet deze bronnen als stabiel, betrouwbaar en noodzakelijk voor economische groei en betaalbare energie.
“Onze moderne, schone kolen- en gascentrales openhouden. Nieuwe kerncentrales bijbouwen, ook kleine modulaire reactoren; inzet op thorium”
“Meer en snellere gas- en oliewinning op de Noordzee. Nieuwe winning op land en verlenging van bestaande winning indien veilig”
“Geen verplichte warmtepomp, niet verplicht van het gas af”
De PVV wil af van alle overheidsmaatregelen die gedragsverandering richting duurzaamheid stimuleren of afdwingen. Dit betreft zowel subsidies als campagnes en regelgeving.
“Ook stoppen we met alle betutteling van de overheid, zoals de klimaatcampagne Zet ook de knop om: 'gebruik een herbruikbaar tasje, gebruik wasbare luiers, eet vaker vega(n), maak je eigen compost, douche korter' – de lijst met belachelijke tips is eindeloos.”
“Geen klimaatcampagnes van de overheid, zoals Zet ook de knop om”
“Schrappen en vereenvoudigen van bouweisen; geen nieuwe duurzaamheidseisen, geen verplichte warmtepomp, niet verplicht van het gas”
De PVV wil ook in andere sectoren, zoals woningbouw en mobiliteit, geen nieuwe duurzaamheidseisen of verplichtingen opleggen.
“We stoppen met het eindeloze geneuzel over duurzaam en circulair bouwen. Er komen geen verplichte warmtepomp en geen nieuwe duurzaamheidseisen; we gaan ook niet verplicht van het gas af.”
“Geen rekeningrijden, geen verbod op de verkoop van brandstofauto’s, niet verplicht elektrisch rijden”
“Afschaffen van alle zero-emissiezones, overal in het land”
BIJ1 verwerpt het idee van "groene groei" en kiest expliciet voor een beleid van "ontgroei" (degrowth), waarbij economische groei niet langer het uitgangspunt is voor duurzaamheid. De partij pleit voor een radicale systeemverandering waarin consumptie en productie worden teruggedrongen, de macht van groene kapitalisten wordt doorbroken, en de energietransitie en landbouwtransitie volledig in publieke handen komen.
BIJ1 stelt dat "groene groei" een misleidend concept is en kiest voor ontgroei als kern van haar klimaatbeleid. De partij ziet economische groei als onverenigbaar met ecologische grenzen en sociale rechtvaardigheid, en wil daarom consumptie en productie structureel verminderen. De energietransitie en landbouwtransitie moeten niet worden overgelaten aan marktpartijen of groene kapitalisten, maar plaatsvinden onder collectief eigendom en democratische controle.
“De energietransitie is geen technocratisch moderniseringsproject, maar een machtsvraag: breken met de groene kapitalisten, stoppen met westers industrieprotectionisme, en de energievoorziening in handen brengen van arbeiders en bewoners — lokaal én mondiaal.”
“Wij zullen onze manier van productie, maar ook van consumptie, volledig moeten herzien om te komen tot een rechtvaardige en verduurzaamde samenleving.”
“Daarom gaan we radicaal eerlijk en circulair om met grondstoffen: minder, beter, langer en opnieuw.”
“E. Klimaat en ontgroei: klimaatrechtvaardigheid nu.”
De partij verwerpt marktgerichte oplossingen en groene groei via kapitalistische structuren. BIJ1 wil dat de overheid de energietransitie en verduurzaming volledig in publieke handen neemt, zonder winstoogmerk of publiek-private samenwerkingen. Grote vervuilers moeten de kosten dragen, niet burgers.
“De energietransitie wordt een publieke taak, geen winstmachine. De overheid investeert massaal in klimaatneutrale, -positieve en circulaire infrastructuur, woningverduurzaming en publieke energieproductie — onder collectief eigendom en democratische controle. Geen subsidies aan greenwashed multinationals, geen publiek-private samenwerking.”
“De kosten van klimaatbeleid worden niet langer gedragen door gewone burgers maar door grote vervuilers. Klimaatbeleid gaat niet langer ten koste van bestaanszekerheid.”
BIJ1 wil de landbouw radicaal hervormen door productie en veestapel fors te verminderen, over te stappen op biologische en agro-ecologische systemen, en publieke investeringen te richten op ecologische transitie. Groene groei in de landbouw wordt expliciet afgewezen ten gunste van krimp en ecologische rechtvaardigheid.
“Nederland beweegt in 10 jaar naar een biologisch, agro-ecologisch landbouwsysteem. In deze transitieperiode krijgen boeren vanuit de overheid een gegarandeerd boeren-inkomen.”
“De bio-industrie moet afgebouwd worden en uiteindelijk verdwijnen. De hoeveelheid vee gaat omlaag, de hoeveelheid boeren omhoog. In 2030 hebben we 50% minder vee, in 2035 is dit 75%.”
“We maken het aantal verwarmde kassen radicaal minder.”
“Om ruimte te maken voor het verbouwen van voedsel gaat het landbouwareaal waar sierteelt wordt verbouwd tussen 2025 en 2030 met 80% naar beneden.”
BIJ1 bekritiseert expliciet het idee dat groene groei binnen het kapitalistische systeem mogelijk of wenselijk is. De partij ziet groene groei als een voortzetting van ongelijke machtsverhoudingen en als een obstakel voor echte klimaatrechtvaardigheid.
“De energietransitie is geen technocratisch moderniseringsproject, maar een machtsvraag: breken met de groene kapitalisten, stoppen met westers industrieprotectionisme...”
“De tijd van aarzelen en neppe oplossingen is voorbij. We hebben een radicaal nieuw systeem nodig: niet langer laten we de aarde verwoesten door kapitalistische winstdrang.”
BVNL verwerpt het idee van "groene groei" zoals dat in Europees beleid (Green Deal) wordt voorgesteld en kiest voor een pragmatische benadering gericht op economische groei, innovatie en energiezekerheid zonder zware overheidssturing of subsidies. De partij wil stoppen met klimaat- en stikstofbeleid dat volgens haar economische schade veroorzaakt, en zet in op technologische innovatie, kernenergie en het gebruik van aardgas als duurzame energiebron. BVNL is tegen windmolens op land en zee, tegen zonneparken op landbouwgrond, en wil vooral inzetten op betaalbare energie, minder regels en het stimuleren van innovatie zonder subsidies.
BVNL ziet de Europese Green Deal en het huidige klimaatbeleid als schadelijk voor economie, voedselzekerheid en werkgelegenheid. De partij wil deze beleidskaders verlaten en kiest voor een eigen koers gericht op innovatie en technische oplossingen, zonder opgelegde groene groei vanuit de EU.
“Nederland doet niet meer mee aan de Green Deal. De Green Deal is een gevaarlijke ideologie die slechts leidt tot voedseltekorten, armoede, afhankelijkheid en werkeloosheid.”
“De Europese Green Deal en het Klimaatakkoord zeggen we op, waaronder begrepen het CO2 handelssysteem ETS. Nederland zet in op innovatie en technisch verstandige oplossingen die bijdragen aan een goed milieu.”
BVNL verwerpt grootschalige duurzame energieprojecten zoals windmolens en zonneparken op land en zee, omdat deze volgens de partij ten koste gaan van landbouwgrond, natuur en leefomgeving. In plaats daarvan wil BVNL inzetten op kernenergie, aardgas en innovatie.
“Wij zijn tegen windmolens op land en zee, of het opofferen van bouwgrond of landbouwgrond ten behoeve van zonne-akkers.”
“Geen nieuwe windmolens op land of op zee.”
“Er worden geen zonnepanelen geplaatst op onbebouwde grond of op water. Zonnepanelen op daken is een keuze die we bij de eigenaar van het gebouw laten en is vergunningsvrij.”
BVNL ziet kernenergie, aardgas en technologische innovatie als de weg naar economische groei en duurzaamheid, zonder afhankelijkheid van subsidies of overheidsdwang. De partij wil investeren in nieuwe kerncentrales, gaswinning en onderzoek naar innovatieve energieoplossingen.
“Dit kan door kerncentrales te bouwen en het gasveld in Groningen veilig en verantwoord open te houden en nieuwe gasvelden op Nederlands grondgebied te ontwikkelen.”
“Onderzoek naar SMR (Small-Modular-Reactor) energiecentrales op basis van bestaande en Thorium-technologie wordt actief gestimuleerd.”
“We gaan door met ontwikkeling van en productie uit gasvelden in de Noordzee.”
“Subsidies worden zoveel mogelijk gestopt.”
BVNL gelooft dat economische groei en duurzaamheid vooral bereikt worden door minder regels, lagere lasten en het stimuleren van innovatie in plaats van overheidssturing. De partij wil het vestigingsklimaat verbeteren en innovatie faciliteren.
“Het vestigingsklimaat moet worden verbeterd door lagere belastingen (vlaktaks van 25%) in te voeren, minder overheidsbemoeienis, lage energiekosten en versoepeling van het arbeidsrecht.”
“De overheid moet innovaties faciliteren en stoppen met het belemmeren van de vrije markt.”
“We willen een innovatievriendelijk klimaat creëren waarin bedrijven, startups en academici kunnen gedijen.”
Het CDA ziet "groene groei" als het stimuleren van duurzame economische ontwikkeling door innovatie, vergroening van de industrie en investeringen in schone technologie, zonder de concurrentiepositie van Nederland te schaden. Ze willen dit bereiken via een Europese aanpak, het schrappen van nationale CO₂-heffingen, het opzetten van een nationale investeringsbank en het bevorderen van duurzame industrie en technologie. De partij legt nadruk op het combineren van economische groei met verduurzaming, innovatie en een gelijk speelveld voor ondernemers.
Het CDA wil groene groei realiseren door actief groene industrie naar Nederland te halen, innovatie te bevorderen en te investeren in schone technologieën. Ze zien vergroening als een kans voor het toekomstig verdienvermogen en willen een langetermijnstrategie ontwikkelen om de industrie te verduurzamen, met behoud van economische kracht.
“We ontwikkelen een langetermijnstrategie om groene industrie naar Nederland te halen en te behouden.”
“We vertalen de Clean Industrial Deal naar Nederland voor het ontwikkelen van schone technologieën, circulaire productie en de vermindering van CO₂-uitstoot.”
“Wij zien grote kansen op het gebied van onder andere technologieën als groene chemie, waterstof, synthetische brandstoffen, groen gasproductie, efficiëntere CO₂-vrije opslag en flexibiliteit, negatieve emissies en kleine modulaire kernreactoren.”
Het CDA benadrukt dat groene groei alleen mogelijk is met een Europese aanpak en een gelijk speelveld, om te voorkomen dat bedrijven uit Nederland vertrekken. Ze willen daarom de nationale CO₂-heffing schrappen en inzetten op bindende afspraken met de grootste vervuilers.
“Een duurzame economie bereiken we alleen met een Europese aanpak en een gelijk speelveld in Europa. Daarom volgen we de Europese klimaatdoelen en passen we de Nederlandse klimaatwet daarop aan. De nationale CO₂-heffing schrappen we, want we willen bedrijven niet wegjagen.”
“Voor iedereen die op de Europese en Nederlandse markt wil verkopen, gelden dezelfde standaarden: wat je hier niet mag produceren mag je hier ook niet verkopen.”
Het CDA wil groene groei aanjagen door te investeren in innovatie, R&D en infrastructuur, onder andere via een nationale investeringsbank. Ze zien investeringen in publieke kapitaalgoederen als groeibevorderend en noodzakelijk voor het toekomstig verdienvermogen.
“We richten een nationale investeringsbank op die investeringen in Nederland aanjaagt. Daarnaast investeren we in innovatie, R&D en onderzoek om ons verdienvermogen in de toekomst te vergroten.”
“Het gaat met name om investeringen in publieke kapitaalgoederen, die groeibevorderend zijn: bijvoorbeeld in het stroomnet, in de aanleg en het onderhoud van infrastructuur of in grootschalige onderzoekfaciliteiten.”
Het CDA ziet economische groei niet als doel op zich, maar als noodzakelijke voorwaarde voor welvaart, welzijn en het financieren van de energietransitie. Ze koppelen groene groei expliciet aan het verhogen van arbeidsproductiviteit en innovatie.
“Economische groei is geen doel op zich. Het is wel broodnodig voor onze welvaart en welzijn. Voor ons klimaat en de energietransitie, verhoogde defensie-uitgaven en kostbare stijgende zorgbehoeftes.”
“De cruciale sleutel voor verantwoorde groei zit in de verhoging van de arbeidsproductiviteit. We moeten volop investeren in innovatie en in een leven lang ontwikkelen.”
Het CDA wil dat groene groei niet alleen duurzaam, maar ook inclusief is. Ze besteden specifiek aandacht aan het toegankelijk maken van duurzame groei voor de Nederlandse industrie en het maatschappelijk verantwoord ondernemen.
FVD verwerpt het idee van "groene groei" zoals dat doorgaans wordt begrepen: economische groei door verduurzaming en vergroening. In plaats daarvan zet FVD in op het schrappen van klimaat- en milieuregels, het stopzetten van de energietransitie en het stimuleren van economische groei via fossiele energie, innovatie in landbouw en particulier natuurbeheer. Hun visie is dat groene groei een mythe is en dat echte economische groei juist wordt belemmerd door groene regelgeving.
FVD ziet klimaat- en milieuregels als een rem op economische groei en innovatie. Ze willen deze regels volledig afschaffen om energie en ondernemen goedkoper en makkelijker te maken, en stellen dat dit leidt tot meer economische groei in plaats van "groene groei".
“We schaffen alle klimaatregels, zodat energie weer betaalbaar en betrouwbaar wordt.”
“We stoppen volledig met de energietransitie, zodat ons land niet langer wordt opgezadeld met onbetaalbaar en zinloos klimaatbeleid.”
“We stoppen met verplichte duurzaamheidseisen, zodat bouwen makkelijker en goedkoper wordt.”
FVD verzet zich tegen Europese groene groeiplannen zoals de Green Deal en CO₂-reductiedoelen, omdat deze volgens hen de economie en landbouw schaden. Ze willen deze plannen afschaffen en negeren, en stellen economische autonomie centraal.
“We werken in Europees verband aan het afschaffen van de Green Deal die de boerenstand kortwiekt, zolang het bestaat wordt het in Nederland niet gehandhaafd - inclusief het CO₂-handelssysteem (ETS).”
“We zeggen het Klimaatakkoord van Parijs op en trekken de klimaatwet in, zodat we weer ongeremd fossiele brandstoffen kunnen gebruiken en geen windturbines en zonneakkers hoeven aanleggen.”
FVD ziet fossiele energie en kernenergie als essentieel voor economische groei en verwerpt de gedachte dat vergroening noodzakelijk is voor welvaart. Ze willen investeren in gas, kolen en kernenergie en stellen dat dit leidt tot lagere kosten en meer economische dynamiek.
“We starten de gaswinning in Groningen opnieuw op met ruimhartige compensatie voor omwonenden, zodat we weer goedkoop, hoogwaardig en ruim voorradig aardgas hebben voor huishoudens en bedrijven.”
“We bouwen snel tien nieuwe kerncentrales en investeren in thoriumonderzoek, zodat Nederland volledig energieautonoom wordt en ook in de toekomst kan beschikken over betrouwbare en toekomstgerichte energievoorziening.”
FVD ondersteunt vergroening via particulier initiatief en bosuitbreiding, maar niet als onderdeel van een groene groeistrategie. Ze verwerpen grootschalige overheidsprojecten en biomassacentrales, en kiezen voor lokale, praktische vergroening zonder economische restricties.
“We zetten actief in op het planten van méér bomen - ook in de steden, zodat Nederland groener wordt.”
“We stoppen de massale bomenkap voor biomassacentrales en zogenaamde natuurherstelprojecten.”
“We ondersteunen particuliere initiatieven en verenigingen die zich inzetten voor natuurbehoud, mits zij ondernemers in de omgeving niet beperken.”
De ChristenUnie ziet "groene groei" als het ontwikkelen van een economie die de grenzen van de natuur respecteert en inzet op innovatie, circulariteit en verduurzaming van industrie en landbouw. Ze willen ondernemers stimuleren tot duurzame productie, sturen op emissiereductie in plaats van middelvoorschriften, en investeren in circulaire economie en groene industrie. De partij kiest expliciet voor brede welvaart boven louter financiële groei en wil dat economische ontwikkeling hand in hand gaat met natuurherstel en sociale rechtvaardigheid.
De ChristenUnie wil af van starre middelvoorschriften en kiest voor doelsturing op emissies, waarbij bedrijven en boeren ruimte krijgen om via innovatie en vakmanschap duurzame doelen te halen. Dit moet groene groei stimuleren door ondernemerschap te belonen en verduurzaming aantrekkelijk te maken.
“Er komt daarom zoveel mogelijk doelsturing in plaats van middelvoorschriften. Om de boer in zijn kracht te zetten, worden abstracte, landelijke doelen bedrijfsspecifiek gemaakt.”
“Bedrijven die een plan hebben om volledig te verduurzamen, krijgen steun.”
“We zetten in op fors minder gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen en stellen daarom met de sector een reductiedoel op. Groene middelen moeten sneller beschikbaar komen.”
De partij ziet circulaire economie als essentieel voor groene groei en wil normering van vraag, financiële stimulansen en producentenverantwoordelijkheid om circulaire en duurzame producten concurrerender te maken.
“Normering van de vraag op Europees niveau is noodzakelijk om het circulair maken van de economie te laten slagen.”
“Er komt een heffing op het gebruik van nieuw plastic (virgin plastic), zodat hergebruik van plastic lonend wordt.”
“Duurzame producten die voldoen aan milieu- en productiestandaarden zijn doorgaans duurder dan vervuilende alternatieven... We willen dat die kosten worden meegerekend, zodat de werkelijke prijs (‘true price’) van producten wordt betaald.”
De ChristenUnie verwerpt het idee van economische groei als doel op zich en pleit voor een economie die brede welvaart, natuur en sociale waarden centraal stelt. Groene groei betekent voor hen: respect voor ecologische grenzen en investeren in wat op lange termijn waardevol is.
“We willen dat onze economie de grenzen van de schepping respecteert en recht doet aan eerlijke arbeidsverhoudingen en productiestandaarden wereldwijd.”
“BBP-groei als heilige graal ontneemt het zicht op wat echt telt voor mensen en wordt daarom minder leidend.”
“Niet het maximaliseren van de kortetermijnwinsten, maar het duurzaam en langjarig floreren van ondernemingen en werknemers staat voorop.”
DENK ziet groene groei als het verduurzamen van de economie door te investeren in duurzame energie, vergroening en energietransitie, waarbij sociale rechtvaardigheid en betaalbaarheid voor burgers centraal staan. De partij wil grote vervuilers zwaarder belasten, een groeiend aandeel duurzame energie wettelijk verplichten, en investeert in groene innovatie en infrastructuur. DENK benadrukt dat klimaatmaatregelen niet ten koste mogen gaan van lage inkomens en streeft naar internationale klimaatrechtvaardigheid.
DENK wil de economie vergroenen door substantiële investeringen in duurzaamheid, energietransitie en hernieuwbare energie, gefinancierd uit een Klimaatfonds. Het doel is een klimaatneutrale economie in 2050, met een focus op sociale rechtvaardigheid en het betaalbaar houden van de transitie voor burgers.
“DENK staat pal voor voldoende investeringen in de vergroening van onze economie en in de energietransitie. De uitgaven uit dit fonds moeten aantoonbaar de duurzaamheid bevorderen.”
“Wij staan voor de klimaatdoelen. Dat betekent dat Nederland klimaatneutraal is in 2050 en dat wij de uitstoot met 55% beperken in 2030. Indien mogelijk gaan wij ambitieuzere doelen vaststellen.”
Om groene groei te stimuleren, wil DENK dat grote vervuilende bedrijven een hogere bijdrage leveren via energiebelasting en een CO2-heffing. Dit moet bedrijven prikkelen om sneller te verduurzamen en de lasten eerlijker verdelen.
“Bedrijven in de commerciële sector die veel energie verbruiken, gaan relatief méér energiebelasting en opslag voor duurzame energie betalen. Met een CO2-heffing voor de grootste vervuilers geven we een extra stimulans om te verduurzamen.”
DENK wil energiebedrijven wettelijk verplichten om jaarlijks een groter aandeel duurzame energie op te wekken, totdat volledige duurzaamheid is bereikt. Dit versnelt de transitie naar een groene economie en stimuleert innovatie in de energiesector.
“Energiebedrijven worden wettelijk verplicht een groeiend aandeel duurzame energie op te wekken. Elk jaar stijgt dat verplichte aandeel, totdat volledige duurzaamheid is bereikt.”
De partij zet in op grootschalige investeringen in zonne- en windenergie, sluit kolencentrales zo snel mogelijk, en sluit kernenergie niet uit mits veilige opslag van kernafval gegarandeerd is. Innovaties in landbouw en mobiliteit worden ondersteund om vergroening te versnellen.
“Wij willen investeren in zonne energie en windenergie op zee. Kolencentrales verdwijnen zo snel mogelijk. Kernenergie sluiten wij niet uit, omdat het schoner is dan andere energiebronnen. Veilige opslag van kernafval is een harde randvoorwaarde voor elke kernenergie optie.”
“Bewezen en effectieve innovaties in de landbouw die tot vergroening leiden moeten worden ondersteund.”
DENK vindt dat klimaatbeleid niet mag leiden tot extra lasten voor burgers, vooral niet voor lage inkomens. Daarom komen er geen belastingen op vlees, suiker of plastic, en wordt de salderingsregeling voor zonnepanelen behouden.
“Klimaatbeleid is hard nodig, maar mag geen middel worden om burgers betuttelend te bejegenen of op de kosten te jagen. Daarom komt er géén belasting op vlees, géén extra heffing op suiker en géén toeslag op plastic verpakkingen. Deze heffingen vergroten de ongelijkheid.”
“Dat betekent ook dat de salderingsregeling moet blijven.”
DENK erkent de historische verantwoordelijkheid van het Westen voor CO2-uitstoot en wil het Mondiale Zuiden actief ondersteunen in klimaatbeleid, als onderdeel van een eerlijke groene groei wereldwijd.
“Wij erkennen dat het Westen (historisch) verantwoordelijk is voor een groot deel van de wereldwijde CO2 uitstoot, terwijl de zwaarste gevolgen vandaag de dag vooral landen in het Mondiale Zuiden treffen. Ons land moet, samen met andere Westerse landen, het Mondiale Zuiden actief ondersteunen in het klimaatbeleid.”
De SGP ziet "groene groei" vooral als het verduurzamen van landbouw en industrie, mits dit economisch haalbaar blijft en Nederland concurrerend blijft ten opzichte van het buitenland. De partij pleit voor innovatie, praktijkgericht onderzoek, en het stimuleren van duurzame technieken, maar verzet zich tegen te strenge of onrealistische milieuregels die bedrijven wegjagen. Concrete voorstellen zijn onder meer het versnellen van toelating van groene gewasbeschermingsmiddelen, investeren in duurzame energiebronnen, en het stimuleren van circulaire productie.
De SGP wil verduurzaming in de landbouw en glastuinbouw stimuleren door innovatie, praktijkonderzoek en snellere toelating van groene gewasbeschermingsmiddelen. Dit moet boeren en tuinders in staat stellen om economisch rendabel te blijven en tegelijk milieuvriendelijker te werken.
“De toelatingsprocedure voor groene gewasbeschermingsmiddelen wordt versneld en vereenvoudigd.”
“De SGP wil investeren in praktijkonderzoek en precisietechnieken.”
“De glastuinbouw is volop bezig met energiebesparing en geïntegreerde gewasbescherming. De SGP wil extra investeren in praktijkonderzoek en ontwikkeling en uitrol van duurzame, innovatieve kassystemen.”
De SGP ondersteunt vergroening van de industrie, maar benadrukt dat dit niet mag leiden tot verlies van concurrentiekracht of verplaatsing van productie naar landen met lagere milieueisen. Groene groei moet hier samengaan met een eerlijk speelveld en realistische regelgeving.
“We staan voor verduurzaming van de industrie, maar wel met oog voor een zo eerlijk mogelijk speelveld.”
“Verplaatsing van productie naar landen waar minder milieuregels zijn, willen we immers voorkomen: beter groen hier, dan grijs daar.”
“De vraag naar groen staal en andere duurzaam geproduceerde industriële producten wordt gestimuleerd.”
De SGP wil investeren in een brede mix van duurzame energiebronnen en het stimuleren van circulaire productie, zolang dit de leveringszekerheid en betaalbaarheid niet in gevaar brengt. Groene groei betekent hier: minder fossiele import, meer Hollandse energie en hergebruik van grondstoffen.
“De energievoorziening wordt verduurzaamd en de import van fossiele brandstoffen afgebouwd.”
“De overheid kijkt naar een heffing op het grootschalig lozen van restwarmte, tenminste bij datacenters, in combinatie met een terugsluis naar de sector voor verduurzaming van productieprocessen en moedigt het nuttig gebruik in (industriële) warmtenetten aan.”
“De MilieuPrestatieNorm voor grote gebouwen moet hergebruik van bouwmateriaal en gebruik van hout als vorm van CO2-vastlegging niet belemmeren, maar stimuleren.”
De VVD koppelt economische groei expliciet aan verduurzaming en wil groene groei bereiken door ondernemers te stimuleren, regelgeving te verminderen en innovatie te bevorderen. Hun beleid richt zich op het combineren van economische groei met verduurzaming, onder meer via een "groene groei pakket" voor de industrie, het schrappen van de nationale CO2-heffing, en het aanpassen van de Klimaatwet naar een Klimaat- en groeiwet. De partij benadrukt dat verduurzaming effectief, realistisch en betaalbaar moet zijn, zonder de concurrentiepositie van Nederland te ondermijnen.
De VVD ziet economische groei als voorwaarde voor verduurzaming en stelt dat beide noodzakelijk zijn voor een sterke, onafhankelijke economie. Ze willen ondernemers stimuleren en de overheid een voorspelbare, ondersteunende rol geven, zodat verduurzaming niet ten koste gaat van concurrentiekracht of betaalbaarheid.
“Economische groei en verduurzaming gaan hand in hand: beide zijn nodig om onafhankelijk te zijn van onvrije landen en om in de toekomst in een schoon land te leven. De toekomst van economische groei is duurzaam.”
“Voor investeringen in duurzaamheid is groei eveneens essentieel.”
“Verduurzaming is dé weg naar een onafhankelijke, schone economie en een betaalbare energierekening. We zorgen er daarom voor dat iedereen mee kan doen: van isolatie en elektrisch rijden tot schonere productieprocessen. Verduurzaming moet effectief en realistisch zijn.”
De VVD wil de industrie in Nederland houden door een specifiek "groene groei pakket" en maatwerkafspraken, met blijvende overheidssteun voor verduurzaming na 2030. Ze kiezen voor individuele benadering en investeringskortingen in plaats van generieke verplichtingen.
“Daarnaast worden alle maatregelen uit het groene groei pakket om de industrie hier te houden doorgezet en doen we er een schep bovenop.”
“Ook na 2030 blijft de overheid bedrijven helpen met een gerichte individuele aanpak.”
“Daarom onderzoeken we een investeringskorting voor bedrijven die willen verduurzamen en ondersteunen we bedrijven richting 2030 via maatwerkafspraken met een concreet en allesomvattend plan voor verduurzaming.”
De VVD wil de nationale CO2-heffing afschaffen om het speelveld voor Nederlandse bedrijven gelijk te trekken met de rest van Europa, en zoekt naar een Europees systeem voor duurzame industrie.
“We schrappen de CO2-heffing: Nederland kent als enige land binnen de EU een nationale CO2-heffing. Dit creëert een ongelijk speelveld voor bedrijven. Bedrijven geven aan dat dit een van de redenen is waarom ze naar het buitenland vertrekken. Daarom schrappen we de heffing en gaan we met de sector op zoek naar een alternatief systeem, waarbij we ons inzetten voor één Europees systeem voor duurzame industrie en mijnbouw en waarmee we een gelijk speelveld waarborgen.”
De VVD wil de huidige Klimaatwet verbreden tot een Klimaat- en groeiwet, waarin naast klimaatdoelen ook energie-onafhankelijkheid en betaalbaarheid centraal staan. Ze willen ingrijpen als betaalbaarheid of concurrentiekracht in het gedrang komt.
“We bouwen aan een schone én weerbare economie. In onze tijd, met de enorme uitdagingen die we vandaag zien, is de Klimaatwet te eenzijdig gericht op het terugdringen van broeikasgasuitstoot. We zien dat de industrie vertrekt uit Nederland. Er is geen gelijk speelveld met de rest van Europa. Daarom passen we de Klimaatwet aan naar Klimaat- en groeiwet en voegen we de pijlers energie-onafhankelijkheid en betaalbaarheid toe.”
“Loopt het uit de pas, komt de betaalbaarheid in het gedrang en vertrekt de industrie daardoor naar het buitenland, dan grijpen we in.”
D66 kiest voor groene groei door economische ontwikkeling te koppelen aan duurzaamheid, innovatie en het respecteren van ecologische grenzen. De partij wil investeren in schone technologie, circulaire productie en een eerlijk speelveld voor duurzame ondernemers, ondersteund door een Nationale Investeringsbank en het afbouwen van fossiele subsidies. Zo wil D66 een economie realiseren die bloeit binnen de grenzen van de planeet en waarin groene innovatie wordt beloond.
D66 wil de economie vergroenen door grootschalig te investeren in duurzame technologie, infrastructuur en circulaire productie. Dit moet niet alleen de klimaatdoelen dichterbij brengen, maar ook de economische positie van Nederland versterken en nieuwe groeimarkten ontsluiten.
“Onze ambities voor het klimaat, voor energie, technologie, innovatie, water en voor bodem vragen om durf en langetermijndenken. D66 kiest voor slimme investeringen die ons sterker, schoner en onafhankelijker maken. We willen een Nationale Investeringsbank voor grote transities.”
“De bank investeert in wat Nederland vooruithelpt: van verzwaring van het elektriciteitsnet tot warmtenetten in dorpen en steden, van circulaire productie tot herstel van bodem en water. Ook ondersteunt de bank de opschaling van bijvoorbeeld groene waterstof, digitale autonomie, duurzame defensiecapaciteit en technologische innovatie.”
D66 wil dat vervuiling een eerlijke prijs krijgt en dat fossiele subsidies versneld worden afgebouwd. Zo wordt duurzame innovatie aantrekkelijker en ontstaat er een gelijk speelveld voor groene bedrijven.
“D66 stelt duidelijke grenzen aan vervuilende industrie. Duurzaamheid is de norm en vervuiling krijgt een voorspelbare prijs: de ‘echte’ prijs. Vervuilende bedrijven zullen hierdoor fors investeren in een energiezuinige en schone productie.”
“D66 wil fossiele subsidies sneller afbouwen en geeft ruimte aan duurzame innovatie. Dit bespaart miljarden euro’s en zorgt voor een gelijk speelveld voor duurzame bedrijven.”
D66 wil dat Nederland vooroploopt in circulaire productie en schone industrieën zoals groene chemie, biobased plastics en groene waterstof. Dit moet zorgen voor groene groei en een toekomstbestendige economie.
“D66 wil dat Nederland vooroploopt in de schone maakindustrie: van circulaire bouwmaterialen en groene chemie tot biobased plastics en groene waterstof. Dit zijn sectoren waar innovatie, infrastructuur en afzetmarkt samenkomen.”
“Wie kan vergroenen met een houdbaar verdienmodel, moet dat ook doen. Een gezonde economie bestraft vervuiling en beloont werk.”
D66 ziet groene groei als een kans voor ondernemers en wil het ondernemersklimaat zo inrichten dat verduurzaming loont en innovatieve bedrijven kunnen opschalen.
Volt koppelt economische groei expliciet aan duurzaamheid en wil dat groene groei de norm wordt: economische ontwikkeling moet hand in hand gaan met het beschermen van natuur en klimaat. Ze stellen concrete maatregelen voor zoals het stimuleren van duurzame industrie, het verplichten van klimaatplannen voor bedrijven, en het creëren van een stabiel investeringsklimaat voor groene innovatie. Hun visie is dat brede welvaart en maatschappelijke waarden belangrijker zijn dan traditionele economische groei, en dat publieke investeringen gericht moeten zijn op een circulaire en klimaatneutrale economie.
Volt stelt dat economische groei alleen acceptabel is als deze samenvalt met duurzaamheid, en wil dit verankeren in beleid en wetgeving. Ze willen een stabiel en voorspelbaar investeringsklimaat creëren waarin innovatie en groene groei centraal staan, en bedrijven verplichten hun bedrijfsvoering in lijn te brengen met het Klimaatakkoord van Parijs.
“We zorgen dat economische groei en duurzaamheid hand in hand gaan.”
“Innovatie en duurzame economische groei gaan we blijvend en in samenhang stimuleren, waarbij economische groei samengaat met duurzaamheid.”
“Bedrijven in de financiële sector worden verplicht tot het indienen van een klimaatplan, waaruit blijkt wanneer en hoe zij hun bedrijfsvoering in lijn brengen met het Klimaatakkoord van Parijs.”
Volt wil de transitie naar een groene economie versnellen door te investeren in duurzame industrie, technologie en innovatie. Ze ondersteunen ‘First-of-a-Kind’-projecten en willen publieke garanties en cofinanciering inzetten om de ontwikkeling van schone technologieën te stimuleren.
“Om nieuwe, duurzame industrie op te bouwen, ondersteunen we ‘First-of-a-Kind’-projecten: de eerste grootschalige toepassing van veelbelovende technologieën, zoals electrolysers, groene chemie, recyclinginstallaties of innovatieve natuurgebaseerde oplossingen.”
“De EU moet actiever investeren in technologieën die bijdragen aan de groene transitie. Daarom pleit Volt voor de oprichting van een Europese investeringsbank die investeert in strategische innovaties, zoals cleantech, waterstof en circulaire technologie.”
Volt wil dat de overheid de kosten van klimaatverandering meeneemt in de begroting en investeringskeuzes, zodat groene groei financieel aantrekkelijker wordt en de energietransitie versnelt.
“We zetten in op groen begroten om de kosten van klimaatverandering mee te nemen in overheidsfinanciën en zo sturing te geven aan de keuzes van onze overheid.”
“Zo zal spreiding van de kosten over een langere periode van groene projecten de investeringsdrempel voor de energietransitie verlagen.”
Volt kiest expliciet voor een economie van brede welvaart, waarin maatschappelijke waarden en duurzaamheid belangrijker zijn dan louter economische groei. Ze willen af van een economisch model dat draait op vervuiling en uitputting van grondstoffen.
“Wij geloven in een economie van brede welvaart, waarin maatschappelijke waarden belangrijker zijn dan economische groei. We durven afscheid te nemen van een oud economisch model dat draait op vervuiling, uitputting van grondstoffen en goedkope arbeid.”
50PLUS kiest voor een pragmatische benadering van groene groei, waarbij economische groei en ecologische duurzaamheid hand in hand moeten gaan, maar zonder nationale koppen op Europees beleid en zonder extra lasten voor burgers en bedrijven. De partij zet in op kernenergie, circulaire economie en Europese samenwerking voor CO2-beprijzing, en is kritisch op nationale klimaatmaatregelen die de concurrentiepositie schaden.
50PLUS ziet kernenergie als essentieel voor groene groei en het veiligstellen van de energievoorziening, zodat Nederland kan blijven concurreren en innoveren. De partij wil snel vier nieuwe kerncentrales bouwen en de introductie van kleine kerncentrales (SMR’s) versnellen, als alternatief voor minder betrouwbare of duurdere energiebronnen.
De partij ondersteunt een circulaire economie, mits recycling van grondstoffen concurrerend is met het gebruik van basisgrondstoffen. 50PLUS wil geen nationale koppen op Europese regels en pleit voor een gelijk speelveld binnen Europa, zodat groene groei niet leidt tot verlies van economische kracht.
50PLUS vindt dat effectief klimaatbeleid alleen op Europees of mondiaal niveau kan plaatsvinden. De partij wil nationale klimaatmaatregelen uitfaseren zodra Europese CO2-beprijzing wordt opgeschaald, om zo groene groei te stimuleren zonder de Nederlandse economie te benadelen.
“Gezamenlijk klimaatbeleid op Europees of wereldwijd niveau, anders is het niet effectief.”
“Uitfasering van het nationale klimaatbeleid, nadat gezamenlijk is besloten om het Europese beprijzen van CO2 op te schalen.”
“Het optimaal beprijzen van CO2 op Europees niveau, zodat CO2-reductie wordt versneld zonder de concurrentiepositie van Nederland aan te tasten.”
GroenLinks-PvdA ziet "groene groei" als een kans om klimaatverandering aan te pakken én de economie te versterken door te investeren in duurzame innovatie, groene industrie en eerlijke verdienmodellen. Ze willen fossiele subsidies afbouwen, inzetten op groene energie en bedrijven en boeren stimuleren om te verduurzamen, zodat Nederland minder afhankelijk wordt van vervuilende sectoren en autocratische energieleveranciers. De partij benadrukt dat deze transitie samen met bedrijven, het mkb en biologische boeren moet gebeuren, zodat iedereen kan profiteren van een groene economie.
GroenLinks-PvdA wil de economie vergroenen door te investeren in duurzame industrie, innovatie en wetenschap, en door samen te werken met bedrijven die willen verduurzamen. Dit moet leiden tot een sterke, groene economie met hoge productiviteit en eerlijke lonen, waarbij groene groei als verdienmodel wordt gezien in plaats van als kostenpost.
“We zetten samen met innovatieve bedrijven en ondernemers koers naar een sterke en groene economie van de toekomst, met hoge productiviteit en eerlijke lonen, en met respect voor de draagkracht van onze planeet.”
“Met een Toekomstfonds van 25 miljard euro geven we de economie een impuls, door te investeren in een duurzame, innovatieve industrie, wetenschap, onderzoek en nieuwe spoorlijnen. We werken samen met mkb en het grootbedrijf, die met ons de stap naar een duurzame economie willen zetten.”
“Samen met innovatieve bedrijven, mkb’ers en biologische boeren werken we aan een groene toekomst. Dat is geen kostenpost, maar juist een verdienmodel dat we moeten benutten.”
De partij wil een einde maken aan fossiele subsidies en ervoor zorgen dat vervuilende bedrijven de prijs betalen voor hun uitstoot. De opbrengsten hiervan worden geïnvesteerd in de verduurzaming van industrie en de opbouw van nieuwe, schone sectoren, zodat groene bedrijven niet langer op achterstand staan.
“We stoppen subsidies op fossiele brandstoffen en vervuilers gaan de prijs betalen voor hun uitstoot.”
“Fossiele vervuilers ontvangen nu tientallen miljarden aan subsidies voor hun vervuilende activiteiten. Deze fossiele subsidies zetten duurzame bedrijven op achterstand en houden de fossiele economie in stand. We bouwen fossiele subsidies af, zoveel mogelijk in Europees verband. We behouden de CO₂-heffing zodat bedrijven de prijs betalen voor hun uitstoot, en zij de overstap maken op hernieuwbare bronnen. Het geld dat daarmee wordt opgehaald investeren we in verduurzaming van de huidige industrie en de opbouw van nieuwe industrie.”
GroenLinks-PvdA ziet biologische landbouw en natuurbeheer als essentieel onderdeel van groene groei. Boeren worden geholpen bij de omschakeling en krijgen een eerlijke vergoeding voor duurzaam beheer, zodat de duurzame optie aantrekkelijker wordt en natuur en economie samen kunnen bloeien.
“Wij zetten daarom stevig in op uitbreiding van de biologische landbouw. We helpen boeren bij het omschakelen en geven hen een eerlijke vergoeding voor het beheren van ons landschap.”
“Boeren krijgen een eerlijke vergoeding voor het landschapsbeheer, bijvoorbeeld als ze werken met teeltvrije zones, kruidenrijk grasland, natuurvriendelijke oevers, water- en CO₂-opslag, weidevogelbeheer of landschapselementen. Dat maakt het voor hen aantrekkelijker om meer nadruk te leggen op natuurbeheer in de bedrijfsvoering.”
De SP verwerpt het idee van "groene groei" als kapitalistische greenwashing en kiest voor een radicaal andere koers: vergroening en verduurzaming moeten niet ten koste gaan van sociale rechtvaardigheid, bestaanszekerheid en democratische zeggenschap. Hun beleid richt zich op een rechtvaardige, sociale transitie waarbij vergroening samengaat met het terugdringen van kapitalisme, publieke regie, en concrete investeringen in natuur, circulaire economie en duurzame industrie.
De SP ziet het kapitalisme als de kern van de klimaatcrisis en verwerpt het idee dat economische groei en vergroening samen kunnen gaan ("groene groei"). Ze pleiten voor het terugdringen van kapitalisme en het centraal stellen van mensen en natuur boven winst.
“Een crisis die in zijn kern veroorzaakt wordt door het kapitalisme. Want zolang winst boven alles gaat, blijft het kapitalisme de bron van deze crisis en moeten we het kapitalisme dus terugdringen om ons klimaat en onze toekomst te redden.”
De SP koppelt vergroening aan sociale rechtvaardigheid en publieke regie, waarbij vergroening niet mag leiden tot tweedeling of hogere lasten voor de werkende klasse. Ze willen dat vergroening hand in hand gaat met bestaanszekerheid en democratische zeggenschap.
“Klimaatrechtvaardigheid. Verhoging van de belastingen, zoals een plastictaks of een vliegtaks, worden niet gevoeld door mensen met een hoog inkomen of veel vermogen die relatief veel uitstoot veroorzaken. Hoge prijzen maken het leven wel onbetaalbaar voor de werkende klasse, de grote meerderheid van Nederland die afhankelijk is van hun inkomen uit arbeid, uitkering, of pensioen. Tweedeling door klimaatbeleid staan wij niet toe.”
“Zo halen wij de klimaatdoelen ruim op tijd en met veel draagvlak onder de mensen.”
De SP kiest voor een economie die draait om hergebruik, reparatie, recycling en natuurherstel, in plaats van economische groei. Ze willen verspilling tegengaan en investeren in een circulaire economie en vergroening van stad en land.
“We bouwen aan een economie die zuinig en slim omgaat met grondstoffen, zodat we sterk en onafhankelijk zijn. Door hergebruik, reparatie en recycling wordt verspilling verleden tijd. Zo creëren we een toekomst waarin iedereen profiteert van een eerlijke, duurzame en circulaire economie.”
“In en om de stad wordt het groen beschermd en uitgebreid. De natuur is geen restcategorie, maar fundament van een leefbare samenleving.”
De SP wijst het gebruik van gemeenschapsgeld voor schijnoplossingen of uitstel van echte verduurzaming af. Ze willen geen geld naar CO₂-opslag of fossiele subsidies, maar investeren in structurele vergroening en duurzame industrie.
“Het grootschalig opslaan van CO₂ onder de grond is geen structurele oplossing, maar een tijdelijke lapmiddel voor bedrijven die hun vervuiling willen uitstellen. Wij kiezen ervoor om gemeenschapsgeld niet langer te verspillen aan uitstelgedrag, maar te investeren in de echte, duurzame transitie.”
“Wij stoppen die subsidies zo snel mogelijk en geven steun voor vergroening als daar publieke zeggenschap tegenover staat.”
BBB ziet "groene groei" vooral als het stimuleren van economische ontwikkeling en innovatie, waarbij duurzaamheid en milieuwinst hand in hand gaan met behoud van landbouw, industrie en leefbaarheid. De partij kiest nadrukkelijk voor praktische innovatie, technologische vooruitgang en regionaal maatwerk boven ideologisch of symbolisch klimaatbeleid. BBB wil ruimte geven aan ondernemers en boeren om te verduurzamen, zolang dit haalbaar, betaalbaar en effectief is.
BBB wil dat bedrijven die verduurzamen en emissies terugdringen, de ruimte krijgen om te groeien. Innovatie en technologische vooruitgang worden gezien als de motor voor groene groei, niet krimp of strenge regelgeving. Dit moet leiden tot een duurzame landbouwsector en een sterke regionale economie.
“Boeren moeten handelingsperspectief krijgen bij de verduurzaming van hun bedrijfsvoering, zodat zij met vertrouwen kunnen investeren in milieuvriendelijke methoden. Bedrijven die emissies terugdringen moeten de ruimte krijgen om te groeien en te bloeien. Dit stimuleert een duurzame landbouwsector met toekomst.”
“Familiebedrijven en het mkb moeten gestimuleerd worden door hen ruimte te bieden voor brede innovatie, zodat zij kunnen groeien en zich aanpassen aan veranderende marktomstandigheden. Innovatie versterkt de concurrentiekracht en zorgt voor duurzame economische ontwikkeling.”
BBB pleit voor het versnellen van de toelating van innovatieve en groene producten en technieken, zodat bedrijven sneller kunnen verduurzamen en concurrerend blijven. Dit wordt gezien als essentieel voor groene groei en het behoud van economische slagkracht.
“Er moet ook werk worden gemaakt van versnelde toelating van innovatieve producten. In de praktijk worden vernieuwende technologieën en producten nu zo lang opgehouden door stroperige procedures, dat bedrijven uitwijken naar landen buiten Europa. Dat kost banen, innovatie en economische slagkracht.”
“Om de milieuimpact te verlagen krijgen innovaties zoals precisietechniek, zaadcoating en inzet van gentechniek (CRISPR/Cas9) meer ruimte.”
BBB verwerpt ideologisch gedreven klimaatbeleid en kiest voor een nuchtere, haalbare en betaalbare aanpak. Groene groei moet volgens BBB niet ten koste gaan van economie, voedselzekerheid of leefbaarheid, maar juist bijdragen aan deze doelen.
JA21 verwerpt het idee van "groene groei" als beleidsdoel op zich en ondersteunt duurzaamheid en circulaire economie alleen als deze aantoonbaar economisch rendement opleveren. De partij kiest voor technologische innovatie, betaalbaarheid en betrouwbaarheid boven dwingende vergroening, en verzet zich tegen nationale klimaat- en milieuregels die verder gaan dan Europese afspraken.
JA21 vindt dat groene groei geen doel op zich moet zijn en ondersteunt duurzaamheid en circulaire economie uitsluitend als deze economisch aantoonbaar renderen. De partij verzet zich tegen symboolpolitiek, extra nationale milieuregels en dwingende vergroening die de concurrentiepositie en betaalbaarheid onder druk zetten.
JA21 wil een gelijk speelveld voor Nederlandse bedrijven en verzet zich tegen nationale klimaat- of milieuregels die verder gaan dan Europese afspraken. Dit om te voorkomen dat bedrijven vertrekken en de concurrentiepositie verslechtert.
In plaats van dwingende vergroening, zet JA21 in op technologische innovatie, betaalbare energie en het versterken van de concurrentiepositie. Groene groei wordt alleen nagestreefd als het bijdraagt aan welvaart en economische ontwikkeling.
NSC ziet groene groei als het combineren van economische ontwikkeling met verduurzaming, innovatie en circulaire economie. Ze willen investeren in biobased en circulaire industrie, stimuleren innovatie in groene sectoren, en landbouw en industrie verduurzamen zonder economische groei uit het oog te verliezen. De partij kiest voor concrete maatregelen zoals een nationale groeimarktenstrategie, prioriteit voor circulaire economie, en het stimuleren van biobased grondstoffen.
NSC wil de economie verduurzamen door de transitie naar een circulaire economie en het gebruik van biobased materialen te stimuleren. Dit moet leiden tot minder gebruik van nieuwe grondstoffen, meer hergebruik en innovatie in de industrie, en zo groene groei realiseren.
“Nieuw Sociaal Contract zet in op een circulaire economie. Hiervoor zijn duidelijke keuzes in de politiek noodzakelijk. We maken de transformatie van een fossiele chemische industrie naar een op duurzame koolstof gebaseerde chemische industrie mogelijk. We zetten in op Europese initiatieven die biobased en circulaire producten (plastics) stimuleren.”
“We stimuleren de toepassing van biobased grondstoffen zoals hout en vezels, voor hoogwaardige toepassingen in onder meer de bouw en de chemie.”
NSC wil gericht investeren in sectoren met de grootste groene groeikansen door een nationale groeimarktenstrategie, waarbij innovatie, onderwijs en investeringen worden gebundeld om groene groei te versnellen.
“We starten met het opstellen van een Nationale Groeimarktenstrategie. Hierin bepalen we om de tien jaar de vijf sectoren met de hoogste toekomstige verdienkansen voor Nederland. Per sector worden innovatie-instrumenten, onderwijsprogramma’s en investeringen gebundeld, zodat beleid, investeringen, opleidingscapaciteit, verduurzaming en het verminderen van regeldruk.”
NSC wil strategische industrieën en groeibedrijven die bijdragen aan groene groei voorrang geven bij netcapaciteit en investeringen, om zo innovatie en verduurzaming te versnellen.
“We geven strategische industrieën en groeibedrijven prioriteit bij het toewijzen van netcapaciteit.”
De partij ziet verduurzaming van landbouw en voedselproductie als essentieel voor groene groei, met aandacht voor circulaire productie, innovatie, en nieuwe verdienmodellen voor boeren.
“We steunen de sector bij innovaties om met minder water, energie, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen een goede productie te halen. Ook stimuleren we de teelt en toepassing van plantaardig eiwit en vezelgewassen in eigen land. Dit levert grondstoffen op voor onder meer de bouw en de textielsector, en een nieuw verdienmodel voor de landbouw.”
De Partij voor de Dieren verwerpt het idee van "groene groei" als oplossing voor klimaat- en milieuproblemen en pleit in plaats daarvan voor een economie die niet langer gericht is op groei, maar op ecologisch evenwicht en welzijn. Hun belangrijkste voorstellen zijn het loslaten van economische groei als beleidsdoel, het centraal stellen van brede welvaart, en het stoppen met het subsidiëren van vervuilende bedrijven ten gunste van groene innovatie en toekomstbestendige ondernemingen.
PvdD stelt dat voortdurende economische groei, zelfs als deze 'groen' wordt genoemd, niet verenigbaar is met ecologische grenzen. In plaats daarvan willen ze brede welvaart en welzijn centraal stellen in beleid, en stoppen met het rapporteren van economische groei als succesmaatstaf. Dit is een fundamentele breuk met het dominante groeidenken.
“In plaats van het Bruto Binnenlands Product (BBP) maken we de Monitor Brede Welvaart leidend in beleid. De overheid stopt met rapporteren van economische groei.”
De partij verwerpt het concept van 'groene groei' expliciet en kiest voor een radicaal andere koers: systeemverandering gericht op ecologisch evenwicht in plaats van uitputting en groei.
“Van uitputting naar evenwicht: radicaal kiezen voor groen”
PvdD wil geen publieke middelen meer inzetten voor groei van vervuilende sectoren, maar juist voor toekomstbestendige, groene ondernemingen en innovatie. Dit betekent een actieve verschuiving van financiële steun van 'groene groei' naar échte verduurzaming.
“We stoppen met het subsidiëren van de grootste vervuilers. De vervuiler gaat betalen en de opbrengsten gebruiken we voor toekomstbestendige ondernemingen en groene innovatie.”