NSC wil goedkope arbeidsmigratie fors beperken en het verdienmodel van laagbetaalde arbeid ontmoedigen. Ze stellen strengere eisen aan werkgevers, voeren een werkgeversheffing in en willen sectoren die afhankelijk zijn van goedkope arbeidsmigranten hervormen. Het doel is om misstanden te bestrijden, de druk op de samenleving te verlagen en Nederlandse werkzoekenden voorrang te geven.
NSC wil het voor bedrijven minder aantrekkelijk maken om goedkope arbeidsmigranten in te zetten door een werkgeversheffing in te voeren. De opbrengsten hiervan worden gebruikt om Nederlandse werkzoekenden aan het werk te helpen en arbeidsbesparende technologie te stimuleren. Dit moet het verdienmodel van lage lonen en slechte arbeidsomstandigheden doorbreken.
“Nederland is verslaafd aan laagbetaalde arbeid. Het moet minder aantrekkelijk worden voor bedrijven om op grote schaal goedkope arbeidsmigranten hierheen te halen, die vaak onder slechte omstandigheden wonen en werken. De lasten van dit verdienmodel (overlast, beslag op voorzieningen en woonruimte) worden te veel op de samenleving afgewenteld.”
“We voeren daarom naar Engels voorbeeld een werkgeversheffing in op de inzet van arbeidsmigranten. Met de opbrengsten kunnen gemeenten mensen in Nederland aan het werk helpen die nu nog langs de kant staan, zoals statushouders en werklozen in de bijstand. En we stimuleren arbeidsbesparende technologie.”
“Aanpak arbeidsmigratie door misstanden en uitbuiting tegen te gaan. Afscheid nemen van het verdienmodel laagbetaalde arbeid door een werkgeversheffing.”
“Zo voeren we naar Engels voorbeeld een werkgeversheffing in voor sectoren met veel arbeidsmigranten; de opbrengsten worden benut om meer startbanen te creëren en voor het gebruik van arbeidsbesparende technologie.”
NSC wil strengere eisen stellen aan werkgevers en uitzendbureaus om misbruik en uitbuiting van goedkope arbeidsmigranten tegen te gaan. Ze willen onder andere het inhouden van huisvestingskosten op het loon verbieden en strengere controles op arbeidsvoorwaarden en huisvesting invoeren.
“Voor arbeidsmigratie betekent dit dat we strengere eisen moeten stellen aan uitzendbureaus, zodat zij geen misbruik kunnen maken van buitenlandse arbeidskrachten.”
“We schaffen de mogelijkheid voor werkgevers af om een percentage (25%) van het minimumloon van arbeidsmigranten voor huisvesting in te houden.”
“We stellen strikte eisen aan de arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en huisvesting van arbeidsmigranten. Daarbij moeten controles niet alleen op papier plaatsvinden, maar ook fysiek op locatie.”
NSC wil het aantal goedkope arbeidsmigranten beperken en Nederlandse werkzoekenden stimuleren en opleiden om vacatures te vervullen. Sectoren die afhankelijk zijn van goedkope arbeidsmigratie moeten concrete afspraken maken over het inzetten van Nederlandse werkzoekenden.
“Arbeidsmigratie is geen goedkope oplossing voor personeelstekorten. Nog genoeg werkzoekenden staan aan de kant in ons eigen land, hen willen we stimuleren en opleiden zodat ze inzetbaar worden.”
“Met sectoren die sterk afhankelijk zijn van arbeidsmigranten, maken we concrete afspraken over het creëren van meer startbanen voor deze werkzoekenden.”
“Minder arbeidsmigratie. We pakken misstanden en uitbuiting streng aan. Onderbetaalde arbeidsmigranten (zoals in delen van de vleessector) mogen geen verdienmodel zijn.”
NSC wil alleen arbeidsmigratie toestaan als deze past bij de lange termijn behoefte van Nederland en sectoren die alleen kunnen bestaan door goedkope arbeid niet langer faciliteren. Nieuwe bedrijven die vooral goedkope arbeidsmigranten inzetten, worden kritisch beoordeeld.
“Arbeidsmigratie moet passen bij wat Nederland op de lange termijn nodig heeft. Dat betekent: eerlijk durven zijn over welke sectoren toekomstbestendig zijn. Een sector die alleen overeind blijft dankzij lage lonen en slechte werkomstandigheden – zoals delen van de vleessector – is dat niet.”
“We worden selectiever bij het aantrekken van nieuwe bedrijven die een groot beslag leggen op fysieke en milieuruimte (zoals de ‘distributiedozen’) en waarbij vacatures vooral bezet zullen worden door nieuwe groepen arbeidsmigranten. Bedrijven die zich vestigen moeten toegevoegde waarde hebben voor de brede Nederlandse welvaart en niet alleen voor zichzelf.”
De SGP wil goedkope arbeidsmigratie fors beperken en ziet het als een ongezonde verslaving van Nederland. Ze pleiten voor strikte voorwaarden, quota, het aanpakken van uitbuiting en het wegnemen van fiscale prikkels die arbeidsmigratie stimuleren, met als doel de instroom van goedkope arbeidskrachten te verminderen en de druk op de samenleving te verlagen.
De SGP vindt dat Nederland te afhankelijk is van goedkope arbeidsmigratie en wil het aantal arbeidsmigranten verlagen, vooral door strikte voorwaarden, quota en het ontmoedigen van fiscale voordelen. Ze willen alleen gerichte arbeidsmigratie toestaan voor cruciale vakkrachten die niet in Nederland te vinden zijn.
“Nederland is chronisch verslaafd aan arbeidsmigratie en dat is ongezond. Zeker als we mensen hierheen laten komen om onze rijkdom in stand te houden, terwijl zij beter mee kunnen werken aan de ontwikkeling van hun eigen land. Het aantal arbeidsmigranten moet daarom omlaag.”
“Voor arbeidsmigratie van buiten de EU, en ook studiemigratie, gaan strikte voorwaarden en quota gelden om overbelasting en uitbuiting tegen te gaan.”
“Boetes voor uitbuiting van arbeidskrachten worden verhoogd en verkeerde fiscale prikkels die arbeidsmigratie stimuleren, verdwijnen.”
“Er worden gerichte keuzes gemaakt ten aanzien van specifieke vakkrachten die in Nederland niet te vinden en op te leiden zijn, maar wel cruciaal zijn voor onze toekomstige economie.”
“Een EU-bovengrens limiteert het aantal arbeidsmigranten dat jaarlijks de EU binnenkomt.”
“Nederland stemt niet in met het EU-plan de poorten te openen en een Tinder voor arbeidsmigranten op te zetten.”
“Overkomst van arbeidsmigranten uit Afrikaanse en Aziatische landen is overbodig gelet op het aantal EU-werklozen.”
De SGP wil dat arbeidsmigranten niet langer goedkoper zijn dan Nederlandse werknemers door loonkostenharmonisatie en strengere aanpak van uitbuiting. Ondernemers worden verantwoordelijk gehouden voor de omstandigheden van arbeidsmigranten, zoals huisvesting en taal.
“De EU-regels voor detachering vanuit andere lidstaten moeten ertoe leiden dat de loonkosten in het werkland gelijk zijn voor alle werknemers in een bepaalde sector.”
“Ondernemers worden verantwoordelijk gehouden voor werknemers die zij hierheen halen, onder meer ten aanzien van huisvesting of het leren van de taal.”
“Boetes voor uitbuiting van arbeidskrachten worden verhoogd...”
De SGP wil bedrijven stimuleren om minder afhankelijk te worden van goedkope buitenlandse arbeidskrachten door arbeidsbesparende technologie en het aantrekkelijker maken van werken in sectoren waar nu veel arbeidsmigranten werken.
De SP beschouwt goedkope arbeidsmigratie als een onhoudbaar verdienmodel dat leidt tot uitbuiting, lage lonen en druk op sociale voorzieningen. De partij wil het aantal arbeidsmigranten fors terugschroeven, werkvergunningen invoeren, en werkgevers verantwoordelijk maken voor kosten en fatsoenlijke huisvesting, om zo misstanden en verdringing te voorkomen.
De SP wil het aantal arbeidsmigranten sterk verminderen en arbeidsmigratie alleen toestaan als het echt noodzakelijk is, met strikte voorwaarden en werkvergunningen. Dit moet uitbuiting tegengaan en de druk op voorzieningen en lonen verlichten.
“Daarom worden de voorstellen van de commissie Roemer per direct doorgevoerd en ook de aantallen arbeidsmigranten fors teruggeschroefd.”
“We moeten arbeidsmigranten weer registeren en zo snel als mogelijk werkvergunningen invoeren.”
“Het maximaal aantal arbeidsmigranten wordt gebaseerd op basis van de capaciteit van de arbeidsinspectie.”
“Werkgevers worden verplicht om aan te tonen dat zij beslist mensen uit andere landen nodig hebben en er voldoende en goede huisvesting beschikbaar is.”
De SP stelt dat goedkope arbeidsmigratie vooral bedrijven en uitzendbureaus verrijkt via lage lonen, slechte arbeidsvoorwaarden en misstanden. De partij wil deze verdienmodellen stoppen door strengere regels, meer inspectie en het aanpakken van malafide bedrijven.
“Arbeidsmigratie is een goedkoop verdienmodel. Door flexibele contracten worden arbeidsmigranten snel vervangen en blijven zij in lage loonschalen.”
“De sectoren waarin deze arbeidsmigranten werken, zoals in de distributie en slachterijen, kunnen enkel groeien door lage lonen. Dit remt de noodzaak voor innovatie en automatisering en vermindert daarmee de arbeidsproductiviteitsgroei.”
“Arbeidsmigratie is een verdienmodel van bedrijven met lage lonen en uitzendbureaus. De vele misstanden rondom lage beloningen, slechte werkomstandigheden en geen of vreselijke huisvesting zijn een teken van foute bedrijfsvoering.”
“Bij misstanden sluiten we bedrijven of uitzendbureaus. Hierbij wordt meteen een boete ingesteld die uitgekeerd wordt aan de arbeidsmigranten voor eventuele terugkeer of als overbruggingsbudget.”
De SP wil dat werkgevers of bemiddelaars die arbeidsmigranten naar Nederland halen, volledig verantwoordelijk zijn voor huisvesting en zorgverzekering, ook na afloop van het werk. Dit moet misbruik en slechte leefomstandigheden tegengaan.
“Werkgevers of bemiddelaars die arbeidsmigranten naar Nederland halen zijn verantwoordelijk voor de kosten van huisvesting en zorgverzekering zolang de arbeidsmigrant in Nederland verblijft, dus ook na afloop van het werk.”
“We gaan arbeidsmigranten beschermen tegen werkgevers door niet langer toe te staan dat die ook hun huisbaas zijn.”
De SP wil een verbod op grootschalige huisvestingslocaties voor arbeidsmigranten en pleit voor kleinschalige, verspreide huisvesting met aandacht voor integratie en menselijke maat.
BBB wil arbeidsmigratie beperken tot strikt noodzakelijke vakmensen en is tegen het grootschalig inzetten van goedkope arbeidsmigranten voor laagbetaald werk. Het beleid richt zich op selectieve, tijdelijke en circulaire arbeidsmigratie met duidelijke selectiecriteria, waarbij misstanden en uitbuiting hard worden aangepakt en huisvesting fatsoenlijk moet zijn. BBB benadrukt dat arbeidsmigratie alleen mag plaatsvinden als het aantoonbare meerwaarde heeft voor de economie en samenleving, zonder druk op integratie en huisvesting.
BBB wil goedkope arbeidsmigratie beperken tot strikt noodzakelijke beroepen waar structurele tekorten zijn, en alleen als deze migranten aantoonbare economische en maatschappelijke meerwaarde leveren. Het beleid is gericht op tijdelijke, circulaire arbeidsmigratie van vakmensen, niet op het structureel inzetten van goedkope arbeidskrachten voor laagbetaalde arbeid.
“BBB wil daarom een zorgvuldig, selectief en circulair arbeidsmigratie beleid van buiten de EU, gericht op vakmensen met aantoonbare economische en maatschappelijke meerwaarde; van verpleegkundigen tot elektriciens en van lassers tot gespecialiseerde koks.”
“Arbeidsmigratie moet bijdragen aan het oplossen van knelpunten op de arbeidsmarkt, zonder te leiden tot overbelasting van integratie en huisvesting.”
“Arbeidsmigratie moet gericht zijn op die beroepsgroepen waar structurele tekorten bestaan én waar de inzet van vakbekwame mensen bijdraagt aan duurzame economische ontwikkeling.”
BBB erkent dat goedkope arbeidsmigratie kan leiden tot uitbuiting, oneerlijke concurrentie en misstanden. Het programma stelt dat deze problemen hard moeten worden aangepakt, zonder het hele systeem plat te leggen.
BBB wil voorkomen dat goedkope arbeidsmigratie leidt tot extra druk op de woningmarkt. Arbeidsmigranten moeten fatsoenlijk worden gehuisvest, bij voorkeur bij het bedrijf waar ze werken en tegen marktconforme prijzen.
BBB vindt dat Nederland eerst het arbeidspotentieel van mensen die al in Nederland wonen moet benutten, voordat goedkope arbeidsmigratie wordt ingezet.
De ChristenUnie vindt dat Nederland te afhankelijk is geworden van goedkope arbeidsmigratie, wat leidt tot slechte arbeidsvoorwaarden, rem op innovatie en druk op voorzieningen. Ze willen deze afhankelijkheid verminderen door strengere regulering, betere arbeidsvoorwaarden, beperking van arbeidsmigratie in bepaalde sectoren en meer integratie-eisen voor arbeidsmigranten.
De ChristenUnie ziet de huidige afhankelijkheid van goedkope arbeidsmigranten als onhoudbaar en schadelijk voor innovatie, arbeidsvoorwaarden en maatschappelijke voorzieningen. Ze willen de toestroom beperken, innovatie stimuleren en sectoren dwingen tot betere arbeidsomstandigheden.
“In die sectoren is Nederland verslaafd aan goedkope arbeidsmigranten. Dit is niet houdbaar. De groei van laagbetaalde arbeid en het aanbod van arbeidsmigranten remt innovatie en robotisering en legt een te grote druk op voorzieningen die schaars zijn.”
“Sectoren die alleen kunnen bestaan dankzij slechte primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden hebben geen toekomst in Nederland.”
De partij wil een einde maken aan slechte arbeidsvoorwaarden en uitbuiting van arbeidsmigranten door strengere regulering van de uitzendsector en scherp toezicht op werkgevers. Slecht presterende sectoren kunnen zelfs een uitzendverbod krijgen.
“Er wordt streng toegezien op de naleving van het nieuwe toelatingsstelsel voor de uitzendbranche. Na inwerkingtreding van het wetsvoorstel wordt de uitzendsector eindelijk gereguleerd.”
“Sectoren die geen verbetering laten zien in hoe ze met mensen omgaan (zoals de vleessector), krijgen een uitzendverbod opgelegd.”
“Er moet een einde komen aan schrijnende leefomstandigheden en uitbuiting van arbeidsmigranten, zoals inhoudingen op het loon of dakloosheid bij verlies van baan.”
De ChristenUnie pleit voor Europese afspraken om arbeidsmigratie te reguleren, zoals tewerkstellingsvergunningen voor specifieke sectoren en het afschaffen van belastingvoordelen voor expats. Dit moet de instroom van goedkope arbeidskrachten beperken en een gelijk speelveld creëren.
Om te voorkomen dat arbeidsmigranten in een parallelle samenleving terechtkomen, wil de ChristenUnie meer nadruk op integratie, waaronder taallessen en het stellen van integratievoorwaarden aan verblijfsvergunningen.
“Arbeidsmigranten zijn nu niet verplicht Nederlands te leren en in te burgeren. In Europees verband gaan we hier het gesprek over aan en aan verblijfsvergunningen voor niet EU-arbeidsmigranten verbinden we voorwaarden aan integratie, zoals het leren van de Nederlandse taal.”
“Werkgevers dragen bij aan integratie door te investeren in taallessen.”
BVNL is uitgesproken tegen goedkope arbeidsmigratie en wil immigratie sterk beperken, onder meer door een asielstop, het ontmoedigen van economische migratie en het afschaffen van regelingen die goedkope buitenlandse arbeid stimuleren. De partij pleit voor het afschaffen van de expatregeling, het beperken van sociale voorzieningen voor nieuwkomers en het actief stimuleren van remigratie. Hun visie is dat goedkope arbeidsmigratie leidt tot oneerlijke concurrentie, druk op sociale voorzieningen en een ontwrichte arbeidsmarkt.
BVNL ziet goedkope arbeidsmigratie als oneerlijke concurrentie voor Nederlandse werknemers en wil deze actief tegengaan door het afschaffen van de expatregeling en het beperken van sociale voorzieningen voor nieuwkomers. De partij stelt dat goedkope arbeidsmigratie de arbeidsmarkt verstoort en de positie van Nederlandse werknemers ondermijnt.
BVNL wil immigratie, en daarmee goedkope arbeidsmigratie, fors beperken door een asielstop, het ontmoedigen van economische migranten en het stellen van strenge voorwaarden aan verblijfsrechten en sociale voorzieningen. De partij ziet immigratie als oorzaak van bevolkingsgroei, druk op de woningmarkt en sociale voorzieningen, en wil daarom de instroom van goedkope arbeidskrachten minimaliseren.
“Eventuele opvang is sober. Dit bespaart geld en heeft een afschrikkende werking voor gelukszoekers/economische migranten.”
“Nieuwkomers hebben pas na 10 jaar arbeidsverleden recht op een bijstandsuitkering.”
“Versoberde uitkering bij werkloosheid voor immigranten tijdens de eerste 5 jaar in Nederland.”
“Iedereen die kan werken, werkt. De Nederlandse taal leren is een vereiste voor een woning of een uitkering.”
BVNL wil niet alleen de instroom beperken, maar ook de uitstroom van goedkope arbeidsmigranten bevorderen door remigratie financieel te stimuleren en verblijfsrechten snel in te trekken bij niet-participatie of crimineel gedrag. Dit moet voorkomen dat goedkope arbeidsmigranten langdurig in Nederland blijven zonder bij te dragen.
“We zetten actief in op remigratie door terugkeer financieel te stimuleren. Iedereen die voor altijd afstand doet van zijn of haar Nederlands paspoort en permanent vertrekt uit Nederland, krijgt een vergoeding van €25.000,-.”
“Immigranten die zich blijvend willen vestigen in Nederland, en kunnen werken maar dit weigeren, en die niet financieel redzaam zijn, worden Nederland uitgezet en verliezen elk zicht op het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit.”
GroenLinks-PvdA wil goedkope arbeidsmigratie in Nederland sterk terugdringen door het onaantrekkelijk te maken voor werkgevers om laagbetaalde arbeidsmigranten in te zetten. Ze stellen voor om het minimumloon te verhogen, flexibele uitzendconstructies te beperken, en bedrijven die afhankelijk zijn van laagbetaalde arbeid te laten innoveren of verdwijnen. Arbeidsmigratie blijft alleen mogelijk voor noodzakelijke vakkrachten en kennismigranten, onder strengere voorwaarden.
GroenLinks-PvdA vindt dat bedrijvigheid die alleen kan bestaan door goedkope arbeidsmigratie en uitbuiting geen plek heeft in Nederland. Ze willen de economie zo inrichten dat de vraag naar arbeidsmigranten in laagbetaalde banen afneemt, en bedrijven dwingen te innoveren of te verdwijnen.
Om goedkope arbeidsmigratie te ontmoedigen, wil GroenLinks-PvdA het wettelijk minimumloon verhogen en de flexibiliteit van uitzendcontracten beperken. Zo wordt het voor werkgevers minder aantrekkelijk om arbeidsmigranten in te zetten voor laagbetaald werk.
“Om betere arbeidsomstandigheden te creëren en de vraag naar arbeidsmigranten te ontmoedigen, verhogen we het wettelijk minimumloon en beperken we de flexibiliteit van uitzendcontracten.”
Sectoren die veel goedkope arbeidsmigranten inzetten, verliezen hun fiscale voordelen en subsidies. Bedrijven in deze sectoren gaan betalen voor de negatieve maatschappelijke effecten, wat leidt tot minder arbeidsmigratie.
Arbeidsmigratie blijft mogelijk voor sectoren waar echt tekorten zijn aan vakkrachten, zoals de bouw, zorg en energietransitie. De kennismigrantenregeling wordt aangescherpt zodat alleen werkgevers die op zoek zijn naar echte kennismigranten een vergunning krijgen.
“Soms is arbeidsmigratie nodig om een personeelsvraag in belangrijke sectoren op te vullen, zoals de bouw, zorg en de energietransitie. Wij faciliteren dit waar nodig en moedigen deze werkgevers aan om gebruik te maken van de bestaande mogelijkheden om vakkrachten tijdelijk in Nederland te laten werken.”
“We scherpen de kennismigrantenregeling voor arbeidsmigranten buiten de EU aan. Alleen werkgevers op zoek naar echte kennismigranten krijgen een vergunning.”
Gemeenten krijgen de mogelijkheid om nieuwe bedrijvigheid of uitbreiding te stoppen als deze vooral afhankelijk is van laagbetaalde arbeid, om zo de leefbaarheid te beschermen.
“Gemeenten moeten nieuwe bedrijvigheid met laagbetaalde arbeid kunnen weren.”
De PVV is fel tegen goedkope arbeidsmigratie en wil de instroom van arbeidsmigranten, met name uit niet-westerse landen, volledig stoppen. Hun belangrijkste voorstellen zijn het sluiten van de grenzen voor asielzoekers en immigranten, het intrekken van verblijfsvergunningen, en het schrappen van regelingen die arbeidsmigratie mogelijk of aantrekkelijk maken. De partij ziet goedkope arbeidsmigratie als een bedreiging voor de Nederlandse verzorgingsstaat, arbeidsmarkt en sociale samenhang.
De PVV wil een volledige asiel- en immigratiestop, inclusief arbeidsmigratie, om de instroom van goedkope arbeidskrachten uit het buitenland te voorkomen. Zij stellen dat deze migratie de Nederlandse arbeidsmarkt en verzorgingsstaat onder druk zet en willen daarom de grenzen sluiten en bestaande regelingen beëindigen.
“Wij sluiten de grenzen. Wij sluiten azc’s. Wij voeren een totale asielstop in. We gaan immigratie uit islamitische landen stoppen.”
“Nederland gaat op slot voor asielzoekers – om te beginnen voor de komende vier jaar.”
“Totale asielstop: alle asielzoekers worden aan de grens geweigerd (artikel 72 VWEU)”
“Geen immigratie uit islamitische landen”
De PVV wil bestaande regelingen en voordelen voor migranten, waaronder arbeidsmigranten, afschaffen om Nederland minder aantrekkelijk te maken voor goedkope buitenlandse arbeidskrachten. Dit betreft onder andere het stoppen van de expatregeling en het beperken van sociale voorzieningen voor migranten.
De PVV wil dat sociale voorzieningen en woningen uitsluitend ten goede komen aan Nederlanders en niet aan arbeidsmigranten of statushouders, om verdringing op de arbeids- en woningmarkt tegen te gaan.
FVD is fel tegen goedkope arbeidsmigratie en wil deze sterk beperken. Ze pleiten voor een streng gereguleerd GreenCard-systeem waarbij alleen tijdelijk, economisch waardevolle en cultureel compatibele arbeidsmigranten worden toegelaten, zonder uitzicht op naturalisatie. Tegelijkertijd wil FVD investeren in Nederlands vakonderwijs om de noodzaak voor goedkope arbeidsmigratie structureel te verminderen.
FVD wil goedkope arbeidsmigratie tegengaan door alleen tijdelijk, economisch waardevolle en cultureel compatibele arbeidsmigranten toe te laten via een streng gereguleerd GreenCard-model. Dit systeem sluit goedkope, laaggeschoolde arbeidsmigratie uit en voorkomt permanente vestiging en naturalisatie.
“We introduceren een streng gereguleerd Green-Card-model voor tijdelijke werkvergunningen, zodat alleen economisch waardevolle migranten - die cultureel compatibel zijn - tijdelijk kunnen bijdragen zonder uitzicht op naturalisatie.”
“We laten immigranten pas aanspraak maken op toeslagen en uitkeringen na tien jaar arbeid in Nederland, zodat Nederland niet meer aantrekkelijk is voor gelukszoekers.”
“We schaffen de permanente verblijfsvergunning af. Mensen die een tijdelijke verblijfsvergunning verkrijgen moeten iedere vijf jaar hun nut en noodzaak voor de Nederlandse samenleving bewijzen (vergelijkbaar met het Amerikaanse GreenCard systeem), zodat we hier alleen migranten krijgen die iets komen brengen en niet alleen iets komen halen.”
FVD wil structureel de behoefte aan goedkope arbeidsmigratie verminderen door meer Nederlandse jongeren op te leiden tot vakmensen, vooral in sectoren als bouw en techniek. Zo willen ze tekorten oplossen en voorkomen dat bedrijven afhankelijk worden van goedkope buitenlandse arbeidskrachten.
“We leiden meer Nederlandse jongeren op tot vakmensen, zodat tekorten in bouw en techniek worden opgelost en geld in Nederland blijft.”
“Door jongeren op te leiden tot vakmensen, verminderen we bovendien onze afhankelijkheid van arbeidsmigratie en zorgen we dat lonen en belastingen in Nederland blijven.”
FVD wil een einde maken aan de uitbuiting van goedkope buitenlandse arbeidskrachten, vooral in sectoren als transport, door strenge handhaving op eerlijke beloning, opleiding en minimale talenkennis. Dit moet oneerlijke concurrentie en verdringing van Nederlandse werknemers tegengaan.
“Onze chauffeurs en bedrijven hebben te maken met oneerlijke concurrentie van onderbetaalde buitenlandse chauffeurs die via schimmige constructies en malafide uitzendbureaus in Nederland werkzaam zijn.”
“We pakken onderbetaalde buitenlandse chauffeurs, schijnconstructies en illegale uitzendbureaus aan, zodat de sector weer eerlijk en concurrerend wordt.”
Volt erkent het belang van arbeidsmigratie voor de economie, maar wil goedkope arbeidsmigratie eerlijker en menswaardiger maken door misstanden en uitbuiting tegen te gaan. De partij pleit voor strengere regulering van arbeidscontracten, betere handhaving en certificering van uitzendbureaus, en het loskoppelen van werk- en huurcontracten om afhankelijkheid te verminderen. Volt wil EU-brede standaarden voor sociale zekerheid en arbeidsomstandigheden, zodat arbeidsmigranten niet langer als goedkope, kwetsbare arbeidskrachten worden ingezet.
Volt wil misstanden rondom goedkope arbeidsmigratie tegengaan door werkgevers direct verantwoordelijk te maken, uitzendbureaus te certificeren en handhaving te versterken. Hiermee wil Volt voorkomen dat arbeidsmigranten worden uitgebuit of in een afhankelijke positie terechtkomen.
“We pleiten ervoor dat vaste en tijdelijke arbeidsovereenkomsten, in sectoren waar structureel misstanden voorkomen, alleen nog maar direct bij een werkgever mogen worden afgesloten. Nu kunnen werkgevers via de Flexwet verantwoordelijkheid voor arbeidsomstandigheden afschuiven op intermediairs, die regelmatig buiten Nederland gevestigd zijn.”
“In Nederland is er een wildgroei aan uitzendbureaus. Uitzendbureaus zijn helaas met regelmaat medeplichtig aan uitbuiting van arbeidsmigranten. We zijn voorstander van aanvullende verplichte certificering van deze bureaus waarbij processen zoals loonbetaling, klachtafhandeling, administratie en huisvesting van arbeidsmigranten worden beoordeeld. Dit zorgt voor structurele controle in plaats van eenmalig bij de start.”
“We verbeteren het toezicht en de handhaving door de arbeidsinspectie. Hiervoor maken we extra budget vrij.”
“Arbeidsmigranten komen te vaak in benarde posities terecht en worden vaak uitgebuit. Handhaving moet zich richten op sectoren waar veel migranten werkzaam zijn, zoals slachthuizen en de glastuinbouw.”
Volt wil de afhankelijkheid van arbeidsmigranten ten opzichte van hun werkgever verminderen door te eisen dat arbeids- en huurcontracten gescheiden zijn. Zo wordt voorkomen dat arbeidsmigranten direct dakloos raken bij verlies van werk.
“Om die reden pleit Volt ervoor dat arbeidscontracten altijd onafhankelijk moeten bestaan van een huurcontract. Hierdoor is een arbeidsmigrant niet direct dakloos, indien de arbeidsrelatie ophoudt.”
Volt wil dat arbeidsmigranten in de hele EU dezelfde bescherming en arbeidsvoorwaarden krijgen, zodat goedkope arbeidsmigratie niet leidt tot uitbuiting of oneerlijke concurrentie.
“We willen EU-brede standaarden voor sociale zekerheid en arbeidsomstandigheden, die goede, menswaardige bescherming bieden aan alle werkenden in de EU.”
Volt benadrukt dat arbeidsmigratie belangrijk blijft, maar dat deze eerlijker en beter geregeld moet worden, met goede huisvesting en gelijke behandeling, zodat arbeidsmigranten niet langer als goedkope arbeidskrachten worden ingezet.
“Arbeidsmigratie blijft belangrijk, maar moeten we eerlijker en beter regelen, met goede huisvesting en gelijke behandeling.”
BIJ1 verzet zich tegen het gebruik van arbeidsmigranten als goedkope arbeidskrachten en pleit voor volledige gelijkstelling van hun rechten, beloning en arbeidsvoorwaarden met die van Nederlandse werknemers. De partij wil uitbuiting tegengaan door het minimumloon voor iedereen te garanderen, het koppelen van werk en woonruimte te verbieden, en arbeidsmigranten meer onafhankelijkheid te geven van werkgevers. BIJ1 ziet arbeidsmigratie als waardevol, maar alleen als deze eerlijk en menswaardig is.
BIJ1 wil voorkomen dat arbeidsmigranten worden ingezet als goedkope arbeidskrachten door hen dezelfde rechten, lonen en arbeidsvoorwaarden te geven als andere werknemers. Dit moet uitbuiting en het omzeilen van arbeidsrecht tegengaan. De partij verbiedt het koppelen van werk en woonruimte, zodat ontslag niet direct tot dakloosheid leidt, en verplicht werkgevers het minimumloon te betalen, ook bij grensoverschrijdende detachering.
“We beschermen de rechten en beloning van arbeidsmigranten beter. We verbieden het koppelen van werk en woonruimte, waarbij ontslag gelijk staat aan dakloos worden. Werkgevers worden verplicht het minimumloon te betalen, ook als de arbeiders via een wervingsbureau over de grens werken. Zo voorkomen we het omzeilen van ons arbeidsrecht.”
“Arbeidsmigranten en ongedocumenteerde mensen verdienen dezelfde rechten als elke andere werknemer.”
“Ze kunnen zelfstandig woningen huren of gemeentelijke opvang gebruiken en hebben recht op sociale voorzieningen, gelijk loon, gelijke contracten en arbeidsrechten. Zo wordt hun afhankelijkheid van werkgevers verkleind.”
BIJ1 wil dat arbeidsmigranten niet beperkt worden tot specifieke sectoren of werkgevers, maar vrij zijn om voor meerdere werkgevers te werken en alle soorten werk te verrichten. Dit vermindert hun kwetsbaarheid en afhankelijkheid van individuele werkgevers, wat uitbuiting en goedkope inzet tegengaat.
“Arbeidsmigranten mogen voor meerdere werkgevers werken en mogen alle soorten werk verrichten, niet alleen werk dat niet door Nederlanders kan worden gedaan.”
Om oneerlijke concurrentie en goedkope(re) inzet van buitenlandse werknemers te voorkomen, schaft BIJ1 de 30%-regeling af, zodat buitenlandse werknemers met hoge inkomens niet langer minder belasting betalen dan Nederlandse werknemers.
“De 30%-regeling wordt afgeschaft: buitenlandse werknemers met hoogbetaalde banen gaan net zoveel belasting betalen als ieder ander.”
BIJ1 wil dat arbeidsmigranten beter collectief vertegenwoordigd worden en beschermd tegen uitbuiting en slechte leefomstandigheden, onder andere door het oprichten van een eigen vakbond voor arbeidsmigranten.
“Arbeidsmigranten verdienen een eigen vakbond die kan opkomen voor het waarborgen van hun rechten, en hun bescherming tegen uitbuiting en erbarmelijke leefomstandigheden.”
Het CDA wil de instroom van goedkope arbeidsmigranten voor laagbetaald werk sterk verminderen en stelt strengere eisen aan werkgevers en sectoren die arbeidsmigranten inzetten. De partij legt nadruk op het verbeteren van arbeidsvoorwaarden, huisvesting en het tegengaan van misstanden, en dreigt met sectorale verboden op uitzendkrachten als bedrijven niet innoveren of arbeidsvoorwaarden verbeteren. Alleen voor essentiële vakkrachten blijft gereguleerde instroom mogelijk, onder strikte voorwaarden.
Het CDA ziet de afhankelijkheid van goedkope arbeidsmigranten voor laagbetaald werk als problematisch en wil deze instroom fors beperken. De partij wil bedrijven en sectoren dwingen tot arbeidsbesparende innovaties en betere arbeidsvoorwaarden, met als stok achter de deur een verbod op uitzendkrachten.
“De vraag naar arbeidsmigranten die laagbetaald werk doen willen we sterk verminderen. De overheid maakt bindende afspraken met sectoren om te werken aan arbeidsbesparende innovaties en verbetering van de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. Stok achter de deur is een sectoraal verbod op uitzendkrachten.”
Het CDA legt de verantwoordelijkheid voor fatsoenlijke huisvesting, taalonderwijs en begeleiding bij terugkeer expliciet bij werkgevers. Hiermee wil de partij misstanden en uitbuiting van goedkope arbeidsmigranten tegengaan.
“Bedrijven zijn verantwoordelijk voor fatsoenlijke huisvesting van hun arbeidsmigranten. Werkgevers blijven een arbeidsmigrant vier weken na het beëindigen van het dienstverband huisvesten, zodat mensen de tijd krijgen om terug te keren naar hun land van herkomst of ander werk te vinden.”
“Werkgevers worden verplicht Nederlandse les te verzorgen voor hun arbeidsmigranten.”
“Vrijwillige terugkeer van werkloze arbeidsmigranten wordt extra ondersteund om dak- en thuisloosheid te voorkomen; hiervoor zoeken we samenwerking met de EU-landen van herkomst.”
Het CDA wil schijnconstructies met uitzendbureaus en misstanden rond goedkope arbeidsmigratie hard aanpakken, onder meer door Europese samenwerking en strengere handhaving.
“Schijnconstructies met uitzendbureaus in andere EU-landen zorgen voor misstanden met niet-Europese arbeidsmigranten, de zogeheten derdelanders. Op Europees niveau zetten we vol in op verduidelijking van de regels en handhaving om dit soort schijnconstructies tegen te gaan. We versterken het mandaat van de Europese Arbeidsinspectie.”
De partij maakt een uitzondering voor essentiële vakkrachten, waarvoor een gereguleerde instroom mogelijk blijft, maar onder strikte voorwaarden zoals aantallen, huisvesting en circulariteit.
“Er komt een vakkrachtenregeling, die voor bepaalde essentiële beroepen de instroom van vakkrachten reguleert op onder andere aantallen, huisvesting, toegang tot zorg en onderwijs voor de kinderen, met circulariteit voor geselecteerde sectoren als bindende voorwaarde.”
JA21 is sterk gekant tegen goedkope, laaggeschoolde arbeidsmigratie en wil deze beperken en reguleren. De partij stelt dat grootschalige, goedkope arbeidsmigratie leidt tot oneerlijke concurrentie, druk op de woningmarkt en sociale problemen, en pleit daarom voor strengere selectie, meer regulering en het benutten van het Nederlandse arbeidspotentieel. Alleen hoogopgeleide kennismigranten en arbeidsmigratie bij echte tekorten zijn volgens JA21 nog welkom.
JA21 wil goedkope arbeidsmigratie, met name van buiten de EU, fors beperken omdat deze volgens de partij leidt tot verdringing van Nederlandse werknemers, misstanden op de woningmarkt en sociale problemen. De partij ziet alleen ruimte voor gereguleerde, hoogopgeleide arbeidsmigratie waar aantoonbaar behoefte aan is.
“Geen laaggeschoolde arbeidsmigratie van buiten de EU.”
“Nederlandse werknemers worden uit de markt gedrukt door oneerlijke concurrentie, het aantal Nederlanders dat wordt opgeleid voor een technisch beroep blijft achter en hele bedrijfstakken lijken uitsluitend nog te bestaan bij de gratie van grootschalige, laaggeschoolde arbeidsmigratie waarvan de negatieve gevolgen op het bordje van de samenleving belanden.”
“Arbeidsmigratie mag niet leiden tot Nederland als lagelonenland. JA21 wil arbeidsmigratie daarom beperken en reguleren en inzetten op het beter benutten van het Nederlandse arbeidspotentieel.”
JA21 accepteert arbeidsmigratie alleen als er daadwerkelijk tekorten zijn en als goede huisvesting en naleving van regels gegarandeerd zijn. De partij wil een rem op ongerichte arbeidsmigratie en benadrukt het belang van het benutten van het eigen arbeidspotentieel.
“Een rem zetten op ongerichte arbeidsmigratie. We steunen arbeidsmigratie alleen waar écht tekorten zijn en waar goede huisvesting en naleving gegarandeerd zijn.”
JA21 wil strengere regulering van arbeidsmigratie, met nadruk op terugkeer van arbeidsmigranten die geen werk meer hebben. Werkloze arbeidsmigranten moeten volgens de partij terugkeren naar het land van herkomst en mogen niet als dakloze in Nederland blijven.
“Het is daarom noodzakelijk om, naast de regulering die JA21 bepleit, op korte termijn stappen te zetten om problemen die veroorzaakt worden door ongeremde arbeidsmigratie aan te pakken. Hierbij is het noodzakelijk om veel nadrukkelijker in te zetten op terugkeer van EU-migranten die geen toekomst meer in Nederland hebben. ‘Werkloze arbeidsmigrant’ is een contradictio in terminis. Bij verlies van werk vervalt de verblijfsgrond en is niet als dakloze in Nederland blijven, maar terugkeer het antwoord.”
JA21 wil misstanden rond goedkope arbeidsmigratie, zoals overbewoning, malafide verhuur en uitbuiting, hard aanpakken door strengere handhaving en regulering.
“Woonmisstanden en uitbuiting hard aanpakken: streng controleren en handhaven op overbewoning, aanpakken malafide verhuurders en uitzendbureaus, invoering verhuurdersvergunningen, huisvesting zoveel mogelijk op terrein van de werkgever in plaats van in woonwijken en recreatieparken.”
De Partij voor de Dieren verwerpt het gebruik van arbeidsmigranten als goedkope arbeidskrachten en wil een einde maken aan uitbuiting en ongelijke behandeling. Ze pleiten voor gelijke rechten en lonen voor arbeidsmigranten, strengere regulering van uitzendbureaus, het afschaffen van fiscale voordelen voor buitenlandse werknemers, en overwegen het herinvoeren van tewerkstellingsvergunningen voor EU-arbeidsmigranten. Hun kernvisie is dat arbeidsmigratie niet mag dienen als verdienmodel voor bedrijven ten koste van mensenrechten en arbeidsvoorwaarden.
PvdD vindt dat arbeidsmigranten vaak worden ingezet als goedkope arbeidskrachten, wat leidt tot een lageloneneconomie en uitbuiting. Ze willen dat arbeidsmigranten dezelfde rechten en lonen krijgen als andere werknemers, zodat bedrijven niet langer kunnen profiteren van goedkope arbeid ten koste van deze groep.
“Arbeidsmigratie is nu vaak een verdienmodel dat drijft op uitbuiting en het tegen elkaar uitspelen van werknemers. In plaats van arbeidsmigranten te gebruiken als goedkope en kwetsbare arbeidskrachten, kiezen we voor een eerlijk en menswaardig arbeidsbeleid. Iedereen die in Nederland werkt – waar je ook vandaan komt – heeft recht op gelijke behandeling, goede huisvesting en bescherming tegen uitbuiting.”
“Gelijk loon en gelijke rechten voor gelijk werk wordt de norm.”
Om misstanden en uitbuiting te voorkomen, wil PvdD dat alleen gecertificeerde uitzendbureaus arbeidsmigranten mogen werven. Bedrijven die werken met niet-gecertificeerde bureaus worden beboet, en bij misstanden wordt de certificering ingetrokken.
“Uitzendbureaus moeten gecertificeerd worden om arbeidsmigranten naar Nederland te halen. Als misstanden worden gesignaleerd wordt de certificering ingetrokken. Bedrijven die gebruikmaken van niet-gecertificeerde uitzendbureaus krijgen een boete.”
PvdD wil de expatregeling en andere fiscale voordelen voor buitenlandse werknemers afschaffen, omdat deze volgens hen bijdragen aan het aantrekken van goedkope arbeidskrachten en concurrentie op arbeidsvoorwaarden.
“De expatregeling en andere fiscale voordelen waarmee bedrijven buitenlandse werknemers aantrekken, schaffen we af.”
De partij stelt voor om te onderzoeken of tewerkstellingsvergunningen voor werknemers uit andere EU-landen opnieuw moeten worden ingevoerd, om zo grip te krijgen op de instroom van goedkope arbeidskrachten en misbruik tegen te gaan.
“We onderzoeken de herinvoering van tewerkstellingsvergunningen voor werknemers uit andere EU-landen, zoals die nu bestaat voor arbeidskrachten van buiten de EU.”
Omdat bepaalde sectoren, zoals slachthuizen, structureel arbeidsmigranten uitbuiten, wil PvdD uitzendkrachten daar verbieden om uitbuiting van goedkope arbeidsmigranten te stoppen.
“Er komt daarom een verbod op uitzendkrachten in de vleesverwerkende industrie en andere sectoren met hoog risico op uitbuiting van arbeidsmigranten.”
D66 wil goedkope arbeidsmigratie beperken door de instroom van laagbetaalde arbeidsmigranten te verminderen en de nadruk te leggen op vakkrachten en kenniswerkers. Ze willen dat werkgevers de ‘echte prijs’ betalen, onder meer door hogere lonen en strengere eisen aan arbeidsvoorwaarden en huisvesting. Uitbuiting en slechte leefomstandigheden van arbeidsmigranten worden expliciet afgewezen.
D66 wil de afhankelijkheid van goedkope arbeidsmigratie terugdringen, vooral in sectoren met lage lonen, en stimuleert innovatie en hogere lonen om de vraag naar goedkope arbeid te verminderen. Dit moet uitbuiting tegengaan en de arbeidsmarkt eerlijker maken.
“De overheid krijgt de regie: minder kwetsbare, laagbetaalde arbeidsmigratie, meer gerichte arbeidsmigratie voor de sectoren waar we mensen écht nodig hebben.”
“Minder vraag naar laagbetaalde arbeid uit het buitenland. We verhogen bijvoorbeeld de lonen, zodat werk naar waarde gewaardeerd wordt en concurrentie met andere werknemers eerlijker is. Hogere arbeidskosten maken het voor ondernemers bovendien aantrekkelijker te investeren in innovatie.”
D66 stelt strenge eisen aan werkgevers die arbeidsmigranten inzetten, met nadruk op fatsoenlijke huisvesting en arbeidsvoorwaarden. Werkgevers die niet voldoen, kunnen hun vergunning kwijtraken. Uitbuiting en slechte leefomstandigheden worden actief bestreden.
“We stellen strenge voorwaarden aan werkgevers als die arbeidsmigranten inzetten. Als zij niet zorgen voor fatsoenlijke huisvesting en arbeidsvoorwaarden kunnen ze hun vergunning kwijtraken.”
“Te vaak werken arbeidsmigranten in slechte omstandigheden en wonen ze onder mensonterende omstandigheden. Dit is Nederland onwaardig. D66 wil dat arbeidsmigranten hier veilig en eerlijk kunnen werken en wonen.”
D66 wil arbeidsmigratie vooral inzetten voor sectoren waar daadwerkelijk tekorten zijn en waar innovatie en eerlijk werkgeverschap centraal staan. De partij kiest bewust voor vakkrachten en kenniswerkers die bijdragen aan een duurzame toekomst.
“We kiezen voor vakkrachten en kenniswerkers die ons vooruit helpen naar een groene en leefbare toekomst, bij bedrijven en sectoren waar innovatie en eerlijk werkgeverschap vooropstaan.”
De VVD wil goedkope arbeidsmigratie beperken door strengere selectie, het tegengaan van misstanden en het stimuleren van alternatieven zoals automatisering. Arbeidsmigranten zijn volgens de VVD alleen welkom als zij aantoonbaar bijdragen aan de samenleving en bedrijven moeten verantwoordelijkheid nemen voor hun welzijn en huisvesting. Malafide constructies en uitbuiting worden actief bestreden, en de afhankelijkheid van goedkope arbeidskrachten uit het buitenland moet afnemen.
De VVD vindt dat arbeidsmigratie alleen mag plaatsvinden als het aantoonbaar bijdraagt aan de samenleving en wil de instroom van goedkope arbeidskrachten beperken. Bedrijven moeten eerst het binnenlandse arbeidspotentieel benutten en worden gestimuleerd te investeren in robotisering en automatisering om de afhankelijkheid van goedkope arbeidsmigranten te verminderen.
“Tegelijkertijd veroorzaakt arbeidsmigratie ook veel problemen. Daarom willen wij dat er strengere maatregelen worden genomen om juist die arbeidsmigranten naar Nederland te laten komen, waar de hele samenleving wat aan heeft. Dit betekent ook dat sommige arbeidsmigranten niet meer welkom zijn. Om de afhankelijkheid van arbeidsmigratie zoveel mogelijk te beperken moet de overheid bedrijven actief helpen om in te zetten op robotisering en automatisering.”
“Werkgevers hebben de verantwoordelijkheid om eerst te zoeken binnen het onbenutte arbeidspotentieel in Nederland. Als zij toch arbeidsmigranten moeten inzetten, worden zij verantwoordelijk voor het welzijn van deze werknemers.”
De VVD wil misstanden rond goedkope arbeidsmigratie, zoals uitbuiting en slechte leefomstandigheden, hard aanpakken. Malafide bedrijven en schimmige uitzendbureaus worden bestreden, en bij aanhoudende misstanden kan een uitzendverbod voor bepaalde sectoren worden ingesteld.
“Nog te vaak maken malafide bedrijven gebruik van sluiproutes om arbeidsmigranten via schimmige uitzendbureaus in Oost-Europa onder mensonterende omstandigheden in Nederland te laten werken. Wij willen dat Nederland binnen Europa een leidende rol speelt bij het aan banden leggen van deze schijnconstructies.”
“In sommige sectoren schieten de arbeids- en leefomstandigheden nog steeds ernstig tekort. Als daar geen verbetering optreedt, zullen we voor de desbetreffende sectoren een uitzendverbod instellen.”
Bedrijven die arbeidsmigranten inzetten, moeten zelf zorgen voor toereikende huisvesting en voorzieningen. De overheid stelt hiervoor duidelijke criteria vast.
“Wanneer een bedrijf in een sector met veel arbeidsmigranten zich wil vestigen, dan moet het aantonen dat de lokale voorzieningen, zoals bijvoorbeeld huisvesting, toereikend zijn voor de extra arbeidspopulatie, en dat het bedrijf daar zelf in voorziet. De overheid stelt hiervoor criteria vast, zodat bedrijven vooraf duidelijkheid hebben bij het maken van hun investeringsplannen.”
DENK erkent de problemen rondom goedkope arbeidsmigratie, zoals uitbuiting en negatieve effecten op kwetsbare wijken, en wil deze aanpakken door strengere regulering en handhaving. Tegelijkertijd pleit DENK voor het verbeteren van de positie van arbeidsmigranten en het tegengaan van misstanden in de uitzendbranche. De partij kiest nadrukkelijk niet voor het faciliteren van goedkope arbeidsmigratie, maar voor bescherming en gelijke behandeling van arbeidsmigranten.
DENK wil misstanden rondom goedkope arbeidsmigratie, zoals uitbuiting, schijnconstructies en overbewoning, actief bestrijden. De partij ziet deze praktijken als schadelijk voor zowel arbeidsmigranten als de leefbaarheid van kwetsbare wijken en wil daarom strengere regels en handhaving invoeren.
“Uitwassen in uitzendbranche gaan wij tegen met een vergunnin gensysteem. Zo pakken wij uitbuiting van arbeidsmigranten en discriminatie aan.”
“De negatieve effecten van de uitbuiting van arbeidsmigranten op kwetsbare wijken te kenteren. Misstanden zoals overbewoning, schijnhuurcontracten en uitbuiting worden bestreden, onder andere via verhuurvergunningen, verplichtingen voor werkgevers en handhaving.”
DENK wil dat arbeidsmigranten niet worden ingezet als goedkope arbeidskrachten en pleit voor gelijke beloning en bescherming tegen discriminatie. De partij benadrukt het belang van het dichten van de loonkloof en het tegengaan van ongelijke behandeling op de arbeidsmarkt.
“Wij gaan wettelijk bor gen dat het verschil in beloning tussen mannen en vrouwen, en tussen mensen met en zonder een migratieachtergrond, wordt opgeheven.”
50PLUS is kritisch over goedkope arbeidsmigratie en wil deze beperken door werkgevers verantwoordelijk te maken voor de werkelijke kosten van arbeidsmigranten. Uitzonderingen worden alleen gemaakt voor gerichte arbeidsmigratie in de zorg vanwege personeelstekorten. Het doel is om de instroom van goedkope arbeidskrachten te beperken en de lasten eerlijker te verdelen.
50PLUS wil voorkomen dat goedkope arbeidsmigratie leidt tot oneerlijke concurrentie en druk op sociale voorzieningen. Door werkgevers financieel verantwoordelijk te maken voor de werkelijke kosten, wordt het onaantrekkelijker om goedkope arbeidsmigranten in te zetten puur vanwege lagere loonkosten.
“Werkgevers worden, waar mogelijk, aangeslagen voor de werkelijke kosten van arbeidsmigranten.”
Hoewel 50PLUS een streng migratiebeleid voorstaat, erkennen zij het acute personeelstekort in de zorg. Daarom maken zij een uitzondering voor gerichte arbeidsmigratie in deze sector, om te voorkomen dat ouderen straks geen zorg meer krijgen.
“Gerichte arbeidsmigratie voor de zorg. Het personeelstekort in de zorg groeit naar 240.000 mensen in 2030. Zonder actie krijgen ouderen straks geen zorg meer. 50PLUS erkent dat dit vraagt om een uitzondering op ons strenge migratiebeleid.”