De Partij voor de Dieren (PvdD) ziet gezonde voeding als een basisrecht en pleit voor een radicale omslag naar een plantaardig, biologisch en betaalbaar voedselsysteem, waarbij ongezond en ultrabewerkt voedsel wordt teruggedrongen. Hun belangrijkste voorstellen zijn het afschaffen van btw op gezonde producten, het verbieden van kindermarketing voor ongezond voedsel, het stimuleren van gezonde maaltijden op scholen en in zorginstellingen, en het structureel voorrang geven aan gezonde voeding in beleid en ruimtelijke ordening. De kern van hun visie is dat gezonde voeding voor iedereen toegankelijk en betaalbaar moet zijn, ongeacht inkomen, en dat dit centraal moet staan in zowel volksgezondheid als landbouwbeleid.
PvdD wil gezonde voeding financieel aantrekkelijker maken door belastingmaatregelen, zodat gezond eten voor iedereen bereikbaar wordt, ongeacht inkomen. Dit moet de drempel verlagen voor de consumptie van groente, fruit, noten, peulvruchten en granen.
De partij wil dat kinderen structureel toegang krijgen tot gezonde voeding op school, met uitsluitend gezonde, biologische en plantaardige maaltijden. Dit moet bijdragen aan gelijke kansen en het voorkomen van gezondheidsproblemen op jonge leeftijd.
“Zeker kinderen moeten gezond leren eten en daarom wordt op en rond scholen alleen gezond voedsel aangeboden.”
“Net als in veel andere landen bieden scholen gezonde maaltijden aan, met 100% biologische en plantaardige inkoop.”
“Op scholen komt aandacht voor gezonde, diervriendelijke en duurzame voeding.”
Om kinderen te beschermen tegen de invloed van de voedingsindustrie, wil PvdD alle reclame voor ongezond en ultrabewerkt voedsel gericht op kinderen verbieden, inclusief via influencers.
“Tot die tijd is in ieder geval kindermarketing voor ultrabewerkt voedsel verboden: geen reclame voor (en óp) snoep en fastfood die gericht is op kinderen. Dit geldt ook voor marketing via influencers.”
PvdD wil gemeenten de bevoegdheid geven om het aantal fastfoodketens te beperken en aanbieders van gezonde, plantaardige en biologische voeding voorrang te geven in het vestigingsbeleid.
“Gemeenten, op basis van de City Deal Gezonde en Duurzame Voedselomgeving, [kunnen] in de ruimtelijke ordening regels maken voor het vestigingsbeleid van aanbieders van ongezond voedsel.”
“Gemeenten krijgen daarmee de mogelijkheid om aanbieders van gezonde, plantaardige en biologische voeding voorrang te geven in het vestigingsbeleid, boven snackbars, fastfoodketens en andere aanbieders van ongezond voedsel.”
De partij beschouwt gezond, duurzaam en betaalbaar voedsel als een mensenrecht en wil voedselzekerheid garanderen, zodat niemand afhankelijk is van ongezonde, goedkope voeding.
PvdD wil dat ziekenhuizen, zorginstellingen en sportkantines standaard gezonde, plantaardige en biologische voeding aanbieden, met altijd een volwaardige plantaardige optie.
“Ziekenhuizen en andere zorginstellingen serveren gezonde, plantaardige en biologische voeding. Er wordt minimaal één volwaardige plantaardige optie op het menu aangeboden. Patiënten en bewoners kunnen altijd vers fruit krijgen.”
“Sportkantines worden gestimuleerd om voornamelijk gezond eten en drinken aan te bieden.”
Om gezonde keuzes op het werk te bevorderen, wil PvdD bedrijfsrestaurants stimuleren om gezonde maaltijden aan te bieden via fiscale vrijstellingen.
“We gaan bedrijfskantines aanmoedigen gezonde maaltijden aan te bieden door bijvoorbeeld een fiscale vrijstelling op gezond voedsel.”
Gezonde (plantaardige) voeding moet een centrale plek krijgen in preventie en leefstijlinterventies binnen de zorg, om chronische ziekten te voorkomen en de gezondheid te verbeteren.
“Bij deze interventies staan gezonde (plantaardige) voeding en voldoende beweging centraal.”
FVD koppelt "gezonde voeding" primair aan nationale voedselautonomie, lokale productie en keuzevrijheid voor consumenten. De partij wil dat Nederland zelfvoorzienend wordt in voedsel, stimuleert consumptie van seizoensproducten en wild, en verzet zich tegen opgelegde voedseltransities of overheidsbemoeienis met eetgewoonten. Concrete voorstellen zijn het bevorderen van voedselautonomie, het stimuleren van lokaal en seizoensgebonden eten, en het afschaffen van betuttelende preventieakkoorden.
FVD ziet voedselautonomie – het vermogen om de eigen bevolking te voeden – als essentieel voor gezonde voeding en nationale veiligheid. De partij wil minder afhankelijkheid van buitenlandse voedselimporten en meer lokale productie, zodat de kwaliteit en beschikbaarheid van voedsel beter gewaarborgd zijn.
FVD promoot het eten van lokaal geproduceerde, seizoensgebonden producten en wild als onderdeel van gezonde voeding. Dit moet de band met het land versterken, dierenwelzijn bevorderen en de afhankelijkheid van geïmporteerd voedsel verminderen.
FVD verzet zich tegen overheidsbemoeienis met persoonlijke voedingskeuzes en wil het Preventieakkoord intrekken. De partij vindt dat mensen zelf moeten bepalen wat zij eten en drinken, zonder sturing of dwang vanuit de overheid.
“We trekken steun voor het Preventieakkoord in, zodat mensen zelf kunnen beslissen hoe zij willen leven.”
“Dit betekent onder meer dat horecaondernemers en sportkantines de vrijheid terugkrijgen om hun eigen rookbeleid zelf te bepalen en de overheid zich niet bemoeit met persoonlijke keuzes.”
FVD is tegen de door de overheid gestimuleerde eiwittransitie (van dierlijk naar plantaardig/insecten-eiwit) en wil duidelijke etikettering van voedsel, zodat consumenten bewust kunnen kiezen.
“We verzetten ons tegen de opgedrongen eiwittransitie; ruim baan voor de vrolijke vleeseter. Insecten in voedsel moeten altijd duidelijk vermeld worden en vegetarische producten mogen niet met misleidende dierennamen (zoals ‘vegetarische kalfsburger’) worden gepresenteerd.”
GroenLinks-PvdA ziet gezonde voeding als een recht voor iedereen en wil dit bereiken door strengere regels voor landbouw, het verbieden van schadelijke stoffen, en het stimuleren van gezonde voeding op scholen. De partij legt nadruk op preventie, eerlijke prijzen voor boeren, en het beperken van ongezonde ingrediënten zoals suiker. Hun visie koppelt gezonde voeding aan zowel volksgezondheid als duurzaamheid.
GroenLinks-PvdA wil dat gezond voedsel gegarandeerd wordt door circulaire landbouw, minder dieren per hectare, en een verbod op chemische bestrijdingsmiddelen die schadelijk kunnen zijn. Dit moet zowel de volksgezondheid als de natuur beschermen.
“Dat betekent minder dieren per hectare en strenge regels voor schadelijke bestrijdingsmiddelen. Dat beschermt de gezondheid van omwonenden en garandeert dat ons eten ook echt gezond is.”
“Voedsel van het land moet gezond zijn. Daarom komt er een verbod op chemische bestrijdingsmiddelen die schadelijk kunnen zijn. We verbieden per direct glyfosaat, PFAS-houdende bestrijdingsmiddelen en het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen bij lelieteelt.”
De partij wil gezondheidsverschillen verkleinen door te investeren in gezonde voeding op scholen en het aanbieden van een gezonde lunch, zodat elk kind een eerlijke start krijgt en leren niet wordt belemmerd door honger of ongezonde voeding.
“We verkleinen gezondheidsverschillen door te investeren in schone lucht, gezonde voeding op school, goede huisvesting en toegankelijke zorg in elke wijk.”
“In het programma rijke schooldag starten we met een gezonde lunch op scholen.”
GroenLinks-PvdA zet in op preventie van ziekten door het stimuleren van gezond eten en het wettelijk beperken van suiker in producten, als onderdeel van een bredere aanpak tegen overgewicht en leefstijlziekten.
“Voorkomen is beter dan genezen. Dat kan als we mensen helpen gezond te eten en genoeg te bewegen. ... Er komt een grens aan de wettelijke hoeveelheid suiker in producten.”
De partij koppelt gezonde voeding aan eerlijke beloning voor boeren, waarbij de hele voedselketen – inclusief supermarkten – moet bijdragen aan een eerlijke prijs, zodat duurzame en gezonde productie mogelijk wordt.
De SP vindt dat gezonde voeding voor iedereen betaalbaar en bereikbaar moet zijn, en wil de macht van de voedingsindustrie beperken om de volksgezondheid te beschermen. Ze stellen voor om btw op gezonde producten af te schaffen, wettelijke maxima te stellen aan ongezonde toevoegingen in voedsel, reclame voor ongezond eten te verbieden, en publieke voedselvoorzieningen te versterken.
De SP wil gezond eten goedkoper maken door de btw op producten uit de Schijf van Vijf te schrappen. Dit moet gezonde voeding voor iedereen, ook mensen met een laag inkomen, bereikbaar houden.
“We schrappen de btw op gezonde producten (volgens de Schijf van Vijf), zodat gezond eten voor iedereen bereikbaar blijft. Ook voor mensen met een klein inkomen.”
“Met een gezond schoolontbijt en lunch, nul btw op groente en fruit en het blokkeren van hogede prijzen van basisproducten zorgen we ervoor dat een gezonde maaltijd voor iedereen toegankelijk is.”
De SP wil de voedingsindustrie aan banden leggen door wettelijke grenzen te stellen aan suiker, vet, zout en andere schadelijke toevoegingen in bewerkt voedsel. Dit moet de marktmacht van producenten doorbreken en de volksgezondheid beschermen.
“We stellen wettelijke maxima in voor suiker, vet, zout en andere schadelijke toevoegingen in bewerkt voedsel. Daarmee doorbreken we de marktmacht van voedselproducenten die bepalen wat er in ons eten zit.”
Om ongezonde keuzes te ontmoedigen, wil de SP reclame voor ongezond eten en drinken verbieden, zeker als die op kinderen is gericht. Ook verleidelijke verpakkingen en plaatsingsdeals in supermarkten worden aangepakt.
“Reclame voor ongezond voedsel eten en drinken wordt verboden. We pakken de reclames voor ongezond voedsel en dranken aan, zeker waar die gericht is op kinderen. Lucratieve plaatsingsdeals in supermarkten verdwijnen. Ook verpakkingen die kinderen verleiden worden aan banden gelegd.”
De SP ziet gezond eten als een basisrecht en wil publieke voorzieningen zoals volkskeukens en gezonde schoolmaaltijden versterken, zodat iedereen toegang heeft tot gezonde voeding, ongeacht inkomen of thuissituatie.
“Voedsel is een basisrecht. Gezond eten moet betaalbaar en bereikbaar zijn voor iedereen. Daarom bouwen we aan een publieke voedselvoorziening. Goede volkskeukens, plekken waar mensen samen kunnen koken en eten, in de wijk, zorgen voor verbinding tussen mensen en zijn een betaalbare voorziening van gezond eten. Gezonde school en ziekenhuismaaltijden, zodat je op de belangrijke momenten een goede maaltijd kunt hebben. En basisproducten in de supermarkt tegen lage prijzen, zodat iedereen dagelijks toegang heeft tot gezonde voeding.”
“Ieder kind verdient de kans om de dag goed te beginnen én goed door te komen. Daarom ... zorgen we voor een gratis, gezond ontbijt én lunch op alle basisscholen. Zo krijgt elk kind de energie om te leren, spelen en groeien. Ongeacht wat er thuis op tafel staat.”
De SP wil de prijzen van basisproducten, waaronder gezond eten, controleren en waar nodig blokkeren om te voorkomen dat mensen door hoge prijzen geen toegang hebben tot gezonde voeding.
“We gaan de prijzen van basisproducten, zoals gezond eten, medicijnen, energie en internet, controleren, reguleren en blokkeren. In goede samenwerking met de verkopers als het kan, of met overheidsingrijpen als het moet.”
BIJ1 ziet gezonde voeding als een basisrecht en wil dat iedereen toegang heeft tot betaalbaar, gezond en duurzaam voedsel. Ze stellen voor om essentiële voedingsmiddelen betaalbaar te maken via prijsplafonds en belastingverlaging, en willen de landbouw radicaal hervormen richting een biologisch, plantaardig en agro-ecologisch systeem. Hun visie is dat gezonde voeding niet afhankelijk mag zijn van inkomen of marktwerking, maar collectief gegarandeerd moet worden.
BIJ1 vindt dat gezonde voeding voor iedereen toegankelijk en betaalbaar moet zijn, ongeacht inkomen. Ze willen prijsplafonds op essentiële goederen en het tegengaan van prijsopdrijving door bedrijven, zodat gezond eten geen luxe is maar een recht.
“Iedereen moet elke dag gezond eten op tafel kunnen zetten, voedsel is een basisrecht. Daarom introduceren we een prijsplafond voor alle essentiële goederen. Het brood op onze plank is geen middel om prijzen op te drijven.”
“Levensmiddelen als groente, fruit en gezondheidsproducten, maar ook kraanwater en energie worden steeds duurder door bedrijven die expres de prijzen verhogen (‘graaiflatie’). Daar maken we een einde aan met maximumprijzen en maximale winstmarges.”
Om gezonde voeding extra te stimuleren, wil BIJ1 de belasting op voedsel afschaffen en gratis gezonde schoolmaaltijden aanbieden. Dit verlaagt de drempel voor gezonde keuzes, vooral voor kinderen en mensen met een lager inkomen.
BIJ1 wil het voedselsysteem hervormen door de overstap naar biologische, agro-ecologische en plantaardige productie te versnellen. Dit moet gezonde voeding duurzamer en gezonder maken, en de afhankelijkheid van de bio-industrie en chemische middelen verminderen.
NSC wil gezonde voeding bevorderen door ongezonde producten zwaarder te belasten, gezonde voeding betaalbaarder te maken en het aanbod van gezonde producten op scholen en in supermarkten te vergroten. Ze richten zich op preventie, vooral bij jongeren, en willen afspraken met de voedselindustrie om gezondere keuzes te stimuleren. Concrete maatregelen zijn onder meer een suikertaks, beperking van ongezonde reclames, en het structureel aanbieden van een gezond schoolontbijt voor kwetsbare kinderen.
NSC wil gezonde voeding stimuleren door financiële prikkels: ongezonde producten worden duurder, gezonde alternatieven goedkoper. Dit moet consumenten aanzetten tot gezondere keuzes en de volksgezondheid verbeteren.
NSC wil het aanbod van ongezonde voeding op scholen terugdringen en supermarkten stimuleren om meer gezonde producten aan te bieden. Dit moet vooral jongeren helpen gezondere keuzes te maken.
“Ongezonde producten op scholen (in kantines en via verkoopautomaten) moeten vervangen worden door een gezond aanbod. We streven naar afspraken met supermarkten over het aanbieden van gezonde producten in het assortiment, reclames en aanbiedingen.”
Om verleiding tot ongezonde keuzes te verminderen, wil NSC reclame voor ongezonde voeding zoveel mogelijk beperken.
“We kiezen ervoor om bepaalde reclames die verleiden tot kopen op afbetaling, gokken en ongezond eten zoveel mogelijk te beperken.”
NSC wil dat kwetsbare kinderen dagelijks een gezond ontbijt op school krijgen, om hun leerprestaties en eetgewoonten te verbeteren.
“We zetten ons in om een dagelijks schoolontbijt structureel mogelijk te maken voor kwetsbare kinderen, zodat ieder kind de dag gezond en vol energie kan starten. Een goede maaltijd in de ochtend bevordert de leerprestaties van kinderen. Bovendien stimuleert het goede eetgewoonten en sociale interactie tussen kinderen”
NSC wil dat fabrikanten het zoutgehalte in voedsel verlagen en burgers stimuleren tot gezondere keuzes, om gezondheidsrisico’s te verkleinen.
“Om de volksgezondheid te verbeteren moeten levensmiddelenfabrikanten worden aangezet om het zoutgehalte in voedsel te verminderen en burgers worden gestimuleerd tot gezondere keuzes.”
Het CDA ziet gezonde voeding als een essentieel onderdeel van een gezonde samenleving en wil dit actief bevorderen, vooral bij kinderen. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals gratis schoolfruit, een brede suikerbelasting en strengere eisen aan het aanbod van eten en drinken op publieke plekken. CDA legt daarnaast nadruk op de rol van supermarkten en ketenpartijen in het stimuleren van gezond voedsel en het tegengaan van voedselverspilling.
Het CDA wil gezonde voeding voor kinderen stimuleren door gratis schoolfruit aan te bieden en een brede suikerbelasting in te voeren. Hiermee wil de partij overgewicht en gezondheidsproblemen bij kinderen tegengaan en gezonde keuzes makkelijker maken.
Het CDA vindt dat supermarkten en publieke locaties meer verantwoordelijkheid moeten nemen voor het stimuleren van gezonde voeding. Het aanbod van eten en drinken op scholen, sportclubs en andere publieke plekken moet gevarieerder en gezonder worden.
“Supermarkten moeten zich steviger inspannen om hun maatschappelijke bijdrage te leveren aan gezond leven. Ook het aanbod van eten en drinken op bijvoorbeeld scholen, trein- en tankstations, sportclubs en musea moet gevarieerder.”
Het CDA wil dat niet alleen boeren, maar ook supermarkten, verwerkers en banken verantwoordelijkheid nemen voor de transitie naar duurzame landbouw en het stimuleren van gezond voedsel. Daarnaast moet er meer worden gedaan aan het tegengaan van voedselverspilling en het stimuleren van meer divers consumeren.
“Ook ketenpartijen – zoals supermarkten, verwerkers en banken – moeten hun verantwoordelijkheid nemen en boeren helpen bij de transitie naar duurzame landbouw, ook financieel.”
“Er moet meer worden gedaan aan het tegengaan van verspillen van voedsel en het stimuleren van meer divers consumeren.”
De PVV koppelt het thema "gezonde voeding" vooral aan het ondersteunen van Nederlandse boeren en het stimuleren van consumptie van lokale, gezonde producten. Hun belangrijkste concrete voorstellen zijn het promoten van producten van eigen bodem via een keurmerk en het versoepelen van regels voor boerderijwinkels, zodat consumenten makkelijker toegang krijgen tot gezonde, lokale voeding. De partij ziet gezonde voeding primair als een kwestie van nationale voedselproductie en minder als een gezondheids- of preventiebeleid.
De PVV wil dat boeren en tuinders de ruimte krijgen om gezonde producten van Nederlandse bodem te produceren en dat deze producten niet worden weggeconcurreerd. Ze stellen een vrijwillig keurmerk voor en willen boerderijwinkels stimuleren, zodat consumenten makkelijker toegang hebben tot gezonde, lokale voeding. Dit wordt gepresenteerd als een manier om zowel de nationale voedselvoorziening te waarborgen als gezonde voeding te bevorderen.
“Laat boeren doen waar ze goed in zijn: gezonde producten van Nederlandse bodem maken om trots op te zijn.”
“Voor Nederlandse producten introduceren we het vrijwillige keurmerk Promotie van Vaderlands Voedsel (PVV).”
“Boerderijwinkels – met melktap, kaasautomaat etc. – zijn goed voor de boer én stimuleren de consument om mooie, gezonde lokale producten te kopen.”
“De PVV wil vrije verkoop voor boerderijwinkels – vrijgesteld van onnodige regeldruk, registraties en btw-heffingen.”
De PVV verzet zich tegen overheidsbemoeienis en campagnes die mensen aanzetten tot bijvoorbeeld vaker vegetarisch of veganistisch eten. Zij vinden dat de overheid zich niet moet bemoeien met individuele voedingskeuzes.
“Ook stoppen we met alle betutteling van de overheid, zoals de klimaatcampagne Zet ook de knop om: 'gebruik een herbruikbaar tasje, gebruik wasbare luiers, eet vaker vega(n), maak je eigen compost, douche korter' – de lijst met belachelijke tips is eindeloos. Waar bemoeit de overheid zich mee!”
BBB vindt dat gezonde voeding en een gezonde leefstijl belangrijk zijn, vooral voor het voorkomen van ziekten en het verlichten van de druk op de zorg. De partij wil meer aandacht voor gezonde voeding op scholen en in buurten, maar is tegen overheidsbemoeienis zoals suikertaks of vleesbelasting; mensen moeten zelf keuzes maken. Lokale samenwerking en preventie staan centraal, zonder betuttelend beleid vanuit de overheid.
BBB wil dat gezonde voeding en beweging een grotere rol krijgen in het dagelijks leven, met name via scholen, buurten en lokale samenwerking. Dit moet bijdragen aan het voorkomen van ziekten en het verbeteren van de volksgezondheid. De partij ziet preventie als essentieel, maar wil dat dit vooral via stimulering en samenwerking gebeurt, niet via dwang of belastingen.
“Sport en gezonde voeding. Een gezonde leefstijl begint jong en lokaal. Meer aandacht is daarom nodig voor beweging en gezond eten in scholen en buurten.”
“BBB wil blijvend aandacht houden voor gezonde leefstijlbevordering. Zo voorkom je ziekten, verbeter je je gezondheid en verlicht je de druk op de zorg. Gezonde voeding en voldoende beweging. Lokale samenwerking stimuleren voor gezonde leefstijlbevordering is daarbij essentieel.”
“BBB wil structurele aandacht voor gezonde voeding, bewegen en mentale ondersteuning op school, in de buurt en bij sportclubs.”
BBB is uitgesproken tegen belastingen of verboden die sturen op wat mensen eten, zoals een suikertaks of vleesbelasting. De partij vindt dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor hun voedingskeuzes en dat de overheid zich niet moet bemoeien met wat er op het bord ligt.
“BBB is geen voorstander van betuttelend beleid. Geen suikertaks, geen vleesbelasting, geen overheidsinmenging op ons bord of in ons keukenkastje. Mensen kunnen zelf verstandige keuzes maken. Vrijheid gaat hand in hand met verantwoordelijkheid.”
BVNL koppelt het thema "gezonde voeding" vooral aan voedselsoevereiniteit, eerlijke handelsnormen en het ondersteunen van de Nederlandse landbouw. De partij pleit voor meer nationale regie over voedselproductie, het beschermen van de kwaliteit van Nederlandse producten en het waarborgen van eerlijke standaarden voor wat in Nederland geconsumeerd wordt. Concrete voorstellen over gezonde voeding in termen van volksgezondheid, preventie of voedingseducatie ontbreken vrijwel volledig.
BVNL ziet voedselsoevereiniteit als essentieel voor Nederland en wil minder afhankelijk zijn van internationale regelgeving en import van voedsel dat niet aan Nederlandse standaarden voldoet. Dit wordt gepresenteerd als een manier om de kwaliteit en veiligheid van voeding te waarborgen.
De partij stelt dat het beschermen van de Nederlandse landbouw direct bijdraagt aan de beschikbaarheid van kwalitatief goed voedsel. BVNL verzet zich tegen Europese regelgeving die volgens hen de productiecapaciteit en kwaliteit van Nederlands voedsel ondermijnt.
D66 wil gezonde voeding stimuleren door de eiwittransitie naar plantaardige alternatieven te versnellen en preventie van ongezonde voeding centraal te stellen in het gezondheidsbeleid. Ze pleiten voor overheidssteun aan voedselinnovaties en het makkelijker maken van gezonde keuzes in publieke omgevingen. De partij ziet gezonde voeding als essentieel voor het voorkomen van ziekte en het bevorderen van een gezonde samenleving.
D66 wil de overgang van dierlijke naar plantaardige eiwitten versnellen, omdat dit duurzamer is voor natuur en economie. De overheid moet voedselinnovaties zoals kweekvlees en plantaardige eiwitten actief ondersteunen, zodat de voedselsector gezonder wordt voor mens en planeet.
“D66 zet daarom vol in op een overgang van dierlijke naar natuurlijke eiwitten, die de natuur én de economie vooruithelpt.”
“De overheid moet deze voedselinnovaties helpen versnellen. Denk aan snellere toelating, gerichte investeringen en Europese samenwerking. Zo wordt onze voedselsector gezond voor mens en planeet, én goed voor de economie.”
D66 ziet ongezonde voeding als een belangrijke oorzaak van gezondheidsproblemen en wil preventie centraal stellen. Ze willen gezonde, duurzame en diervriendelijke keuzes makkelijker maken in publieke ruimtes zoals supermarkten, scholen en kantines.
“Ongezonde voeding ligt overal in de schappen, beweging schiet er vaak bij in en steeds meer mensen kampen met psychische klachten.”
“We investeren in groene en gezonde buurten en maken gezonde, duurzame en diervriendelijke keuzes makkelijker in supermarkten, scholen, ziekenhuizen, restaurants, stations en bedrijfskantines.”
De SGP vindt dat gezonde voeding gestimuleerd moet worden, vooral door het goedkoper maken van gezonde producten en het duurder maken van ongezond voedsel. Ze leggen nadruk op het belang van eerlijke prijzen in de voedselketen, het promoten van gezonde keuzes zoals vis, en het beperken van schadelijke toevoegingen zoals suiker. De partij ziet een rol voor overheid en ketenpartijen om gezonde voeding toegankelijker te maken, met respect voor persoonlijke verantwoordelijkheid.
De SGP wil gezonde voeding stimuleren door prijsprikkels: gezonde producten moeten goedkoper worden, ongezond voedsel juist duurder. Dit moet mensen aanzetten tot gezondere keuzes en zo bijdragen aan de volksgezondheid. De effectiviteit en uitvoerbaarheid van deze maatregelen worden wel kritisch bekeken.
“Gezonde producten moeten goedkoper worden en ongezond voedsel duurder. Daarbij wordt wel goed gekeken naar de effectiviteit en uitvoerbaarheid van maatregelen.”
Om de consumptie van suiker te verminderen, pleit de SGP voor een belasting op basis van het suikergehalte in alcoholvrije dranken. Dit is een concrete fiscale maatregel om gezondere keuzes te stimuleren.
“De verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken moet zo snel mogelijk aangepast worden, zodat een gedifferentieerd tarief op basis van toegevoegde suikers ingevoerd kan worden.”
De SGP vindt dat gezonde voeding ook inhoudt dat gezonde producten, zoals vis en schaal- en schelpdieren, meer gepromoot moeten worden. Dit draagt bij aan een gezonder voedingspatroon en ondersteunt tegelijkertijd de Nederlandse visserijsector.
“Vis en schaal- en schelpdieren zijn gezond. Dat moet steviger gepromoot worden.”
De partij benadrukt dat gezonde voeding betaalbaar moet blijven, en dat de hele voedselketen verantwoordelijkheid draagt voor eerlijke prijzen. Dit is van belang om gezonde voeding toegankelijk te houden voor alle gezinnen.
“De boodschappenprijzen hakken er in menig gezinsportemonnee flink in. De SGP wil dat de hele keten zijn verantwoordelijkheid neemt en zorgdraagt voor eerlijke prijzen die niet veel hoger zijn...”
De VVD vindt dat gezonde voeding vooral een eigen verantwoordelijkheid is, maar wil het mensen makkelijker maken om gezond te kiezen, onder meer via voorlichting en afspraken met producenten. De partij wil gezonde voeding betaalbaar en toegankelijk maken, vooral op scholen, en overweegt het gebruik van belastingen om gezonde keuzes te stimuleren. De overheid moet vooral faciliteren, niet dwingen, en werkt samen met bedrijven aan een gezonde leefomgeving.
De VVD wil dat gezonde voeding voor iedereen toegankelijk en betaalbaar is, zodat het maken van gezonde keuzes eenvoudiger wordt. De partij ziet hierin een gedeelde verantwoordelijkheid van overheid en individu, met een nadruk op het stimuleren van gezonde keuzes zonder dwang.
“We helpen mensen met een gezonde eetstijl. Waar mogelijk maken we de gezonde keuze, de makkelijke en betaalbare keuze. De overheid en mensen zelf nemen zo verantwoordelijkheid voor gezond eten.”
De VVD wil fabrikanten en supermarkten houden aan afspraken om voeding gezonder te maken en gezonde producten meer te promoten. Dit moet bijdragen aan het voorkomen van ongezond eetgedrag en het stimuleren van gezonde keuzes.
“We houden fabrikanten en supermarkten aan afspraken over het gezonder maken van voeding en het meer promoten van gezonde producten.”
De VVD vindt dat er meer aandacht moet komen voor gezonde voeding op scholen, bijvoorbeeld door het aanbieden van zelfgekookte maaltijden. Dit moet bijdragen aan het bevorderen van een gezonde leefstijl bij jongeren.
“Er komt meer aandacht voor gezonde voeding op school, zoals bijvoorbeeld met (zelfgekookte) maaltijden.”
De VVD sluit niet uit dat belastingen kunnen worden ingezet om gezonde producten en keuzes te stimuleren, maar noemt dit als een optie die onderzocht wordt, niet als harde belofte.
“Hiernaast wordt ook gekeken of de inzet van belastingen, gezonde producten en gezonde keuzes kan stimuleren.”
Volt wil gezonde voeding stimuleren door gezondere keuzes goedkoper en toegankelijker te maken dan ongezonde alternatieven, en door duidelijke etikettering en regelgeving. Ze pleiten voor bindende maximumwaarden voor zout, verplicht gebruik van Nutri-Score, en uitbreiding van gratis gezonde schoolmaaltijden. Hun visie is dat gezonde voeding vanzelfsprekend en makkelijk bereikbaar moet zijn voor iedereen.
Volt wil dat gezonde keuzes financieel aantrekkelijker en toegankelijker zijn dan ongezonde alternatieven, zodat mensen makkelijker voor gezond kunnen kiezen. Dit moet onder andere door prijsbeleid en beschikbaarheid in het aanbod.
“De gezonde keuze moet de gemakkelijke keuze zijn. In het aanbod moet de gezondere variant telkens nadrukkelijk goedkoper en beter beschikbaar zijn dan de ongezonde variant. Frisdrank zonder suiker moet goedkoper zijn dan frisdrank met suiker. Chips met minder zout en vet goedkoper dan de variant met meer zout en vet. Bier zonder alcohol goedkoper dan bier met alcohol. Alleen op deze wijze helpen we mensen de gezondere keuze te maken.”
Volt wil consumenten helpen gezondere keuzes te maken door duidelijke, verplichte etikettering van voedingsmiddelen. De Nutri-Score moet verplicht worden, zodat consumenten snel kunnen zien hoe gezond een product is.
“De Nutri-Score wordt een verplicht etiket op de voorkant van de verpakking. Dit geeft consumenten duidelijke en eenvoudige informatie en stimuleert de voedingsindustrie om gezondere ingrediënten te gebruiken.”
Om de zoutinname te verminderen en zo de volksgezondheid te verbeteren, wil Volt wettelijke limieten stellen aan het zoutgehalte in voedingsmiddelen.
“We maken bindende maximumwaarden voor zout in voedingsmiddelen om op die manier de zoutinname te verminderen.”
Volt wil gratis gezonde schoolmaaltijden structureel maken en uitbreiden, zodat alle kinderen toegang hebben tot gezond eten en niemand met honger in de klas zit.
“De door Volt gerealiseerde gratis schoolmaaltijden, zetten we voort en breiden we uit naar Zweeds voorbeeld, waarbij de schoolmaaltijd gezien wordt als onderdeel van het onderwijsprogramma. Hiermee wordt gezond eten bevorderd, ongelijkheid aangepakt en zit niemand meer met honger in de klas.”
De ChristenUnie koppelt gezonde voeding vooral aan duurzame, lokale voedselproductie en het stimuleren van bewust consumentengedrag. Hun belangrijkste voorstellen zijn het belonen van boeren voor milieuvriendelijke productie, het verminderen van voedselverspilling, en het transparanter maken van de herkomst van voedsel zodat consumenten gezondere en duurzamere keuzes kunnen maken.
De ChristenUnie wil boeren structureel belonen voor extra prestaties op het gebied van milieu en dierenwelzijn, en consumenten stimuleren om te kiezen voor lokaal geproduceerd voedsel. Dit moet leiden tot gezondere voeding en een duurzamer voedselsysteem.
De partij vindt dat consumenten bewuster moeten omgaan met voedsel en dat voedselverspilling moet worden teruggedrongen door kwaliteit boven uiterlijk te stellen.
“De consument moet bewuster leren omgaan met voedsel. We verminderen voedselverspilling door kwaliteit voorop te stellen in plaats van schoonheidsidealen.”
DENK wil gezonde voeding stimuleren door gezonde keuzes goedkoper te maken en ongezonde verleidingen te beperken, maar is tegen belastingen op vlees en suiker. Het belangrijkste concrete voorstel is het afschaffen van btw op groente en fruit, zodat gezonde voeding betaalbaarder wordt voor iedereen. Tegelijkertijd wijst DENK betuttelende maatregelen en extra heffingen op ongezonde producten af.
DENK vindt dat gezonde voeding voor iedereen toegankelijk en betaalbaar moet zijn. Door het schrappen van btw op groente en fruit willen ze gezonde keuzes financieel aantrekkelijker maken en zo de volksgezondheid bevorderen.
“Geen btw op groente en fruit, want gezonde voeding moet goedkoper worden.”
Hoewel DENK gezonde voeding wil stimuleren, zijn ze tegen extra belastingen op vlees of suiker. Ze vinden dat mensen ook moeten kunnen genieten zonder betutteling en dat dergelijke heffingen de ongelijkheid vergroten.
JA21 noemt het belang van een gezonde levensstijl en preventie, maar doet geen concrete voorstellen specifiek gericht op gezonde voeding. Het programma benadrukt vooral preventie in de zorg en het stimuleren van een gezonde leefstijl, zonder expliciet beleid of maatregelen rond voeding te benoemen.
JA21 wil de zorgvraag verminderen door in te zetten op preventie en het bevorderen van een gezonde levensstijl, maar maakt geen onderscheidende of concrete keuzes voor gezonde voeding. Het beleid richt zich op het voorkomen van ziekten en het stimuleren van sport en beweging, zonder specifieke voedingsmaatregelen.
50PLUS wil gezonde voeding stimuleren door gezonde voedselproducten goedkoper te maken en ongezonde producten juist duurder via het BTW-stelsel. Hun belangrijkste concrete voorstel is het plaatsen van gezonde producten in het lage BTW-tarief en ongezonde producten in het hoge tarief, waarmee ze gezonde keuzes financieel aantrekkelijker willen maken voor consumenten.
50PLUS wil het prijsverschil tussen gezonde en ongezonde voeding vergroten om gezonde keuzes te stimuleren en zo de volksgezondheid te verbeteren. Door gezonde producten goedkoper te maken en ongezonde producten duurder, hopen ze dat mensen vaker voor gezonde voeding kiezen.
“Gezonde voedselproducten komen in het lage BTW-tarief en ongezonde producten in het hoge tarief.”