BVNL wil een drastisch kleinere en efficiëntere overheid, waarbij dure departementen en overheidsgebouwen worden vermeden door het fors inkrimpen van het ambtenarenapparaat, het samenvoegen of opheffen van ministeries en adviesorganen, en het beperken van externe inhuur. De partij streeft naar minder bureaucratie, lagere kosten en een focus op kerntaken, zodat publieke middelen niet worden verspild aan overbodige overheidsstructuren of gebouwen.
BVNL ziet het grote aantal ambtenaren en ministeries als een bron van onnodige kosten en bureaucratie. Door het kabinet en het overheidsapparaat sterk te verkleinen, wil de partij voorkomen dat er dure departementen en overheidsgebouwen nodig zijn. Het ministerie voor klimaat wordt bijvoorbeeld afgeschaft, en het ministerie van Buitenlandse Zaken gehalveerd.
“Het kabinet wordt zo klein mogelijk en het ministerie voor klimaat vervalt.”
“Het ministerie van Buitenlandse Zaken wordt gehalveerd, en kent als primaire taak het dienen van de Nederlandse belangen in het buitenland en als ondersteuning van Nederlanders in nood in het buitenland.”
“Het overheidsapparaat wordt gesaneerd en 30% van de Rijksambtenaren moet zo spoedig mogelijk afvloeien. Er komt een onmiddellijke aannamestop.”
Om te voorkomen dat er onnodige overheidsstructuren en bijbehorende gebouwen blijven bestaan, wil BVNL talloze adviesraden en planbureaus opheffen of samenvoegen tot één kleine organisatie.
BVNL verplicht elke overheidsdienst tot jaarlijkse kostenreductie en verbiedt automatische groei van staf of budgetten, om te voorkomen dat departementen en gebouwen onnodig uitbreiden.
“Iedere overheidsdienst wordt jaarlijks verplicht tot 5% kostenreductie, zonder automatische groei van ambtelijke staf of budgetten.”
De VVD wil een kleinere, effectievere overheid en is kritisch op onnodige uitgaven aan departementen en overheidsgebouwen. Ze pleiten voor minder ambtenaren, minder overhead en concrete besparingsdoelen per ministerie, met regelmatige audits om verspilling tegen te gaan. Nieuwe of dure overheidsgebouwen worden niet expliciet genoemd, maar de focus ligt duidelijk op het beperken van overheidsomvang en -kosten.
De VVD wil het aantal ambtenaren flink verminderen en stelt concrete besparingsdoelen per ministerie om te voorkomen dat de overheid uitdijt en onnodig geld uitgeeft aan personeel en ondersteunende diensten. Dit moet leiden tot een kleinere, efficiëntere overheid zonder dure, logge departementen.
“We dammen het aantal ambtenaren flink in en bezuinigen op de ongekende hoeveelheid overhead.”
“Er komt een extra bezuinigingsronde op het overheidsapparaat met concrete besparingsdoelen per ministerie, zodat de norm van maximaal een vierde overhead gehaald wordt.”
“Met de operatie effectieve overheid zorgen we ervoor dat er flink minder ambtenaren nodig zijn.”
Om te voorkomen dat geld wordt verspild aan onnodige projecten of gebouwen, wil de VVD dat ministeries regelmatig verspillingsaudits uitvoeren. Deze audits moeten kritisch kijken naar de noodzaak van uitgaven en het aantal mensen dat nodig is voor het werk.
“Ministeries gaan regelmatig verspillingsaudits doen, dit kan ook op verzoek van de Tweede Kamer. Deze audits kijken of hetzelfde werk door minder mensen gedaan kan worden, of uitgaven wel echt nodig zijn en of projecten niet afgebouwd kunnen worden.”
De VVD wil de automatische groei van de overheid stoppen en stelt voor om elke kabinetsperiode te beginnen met een opschoonwet. Hiermee worden bestaande commissies, taskforces en agentschappen alleen voortgezet als daar bewust voor gekozen wordt, om bestuurlijke wildgroei en onnodige huisvesting te voorkomen.
BBB wil een sobere, doelmatige overheid zonder onnodige uitgaven aan dure departementen of overheidsgebouwen. Ze pleiten voor structurele bezuinigingen op ministeries, het beperken van groei in management en beleidsmedewerkers, en het vestigen van nieuwe rijksdiensten buiten de Randstad. De kern van hun visie is dat de overheid zich moet richten op kerntaken, bureaucratie moet verminderen en geen geld verspilt aan luxe of overbodige huisvesting.
BBB wil de groei van beleidsmedewerkers, managementlagen en externe inhuur terugdringen om bureaucratie en kosten te verminderen. Alleen uitvoerende diensten zoals politie en inspecties worden uitgezonderd van deze bezuinigingen. Het doel is een efficiëntere overheid die minder geld uitgeeft aan dure departementen en ondersteunende structuren.
“Ook willen wij een structurele apparaatskorting op andere overheidsorganisaties, met uitzondering van uitvoerende diensten zoals, politie, inspecties en uitvoeringsorganisaties. De groei van beleidsmedewerkers, managementlagen en externe inhuur heeft geleid tot bureaucratisering zonder betere dienstverlening.”
“BBB stelt een structurele bezuiniging (apparaatskorting) voor op ministeries met uitzondering van Defensie, Infrastructuur en Waterstaat en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.”
BBB wil dat nieuwe vestigingen van rijksdiensten niet automatisch in de Randstad komen, maar juist in andere regio’s. Dit voorkomt verdere concentratie van dure overheidsgebouwen in Den Haag en stimuleert regionale spreiding.
“Wanneer er een nieuwe locatie wordt gezocht voor een rijksdienst, wordt eerst buiten de Randstad gekeken naar vestigingsmogelijkheden.”
BBB kiest voor een sobere overheid en stelt een nullijn voor rijksambtenaren in, waarmee ook de uitgaven aan personeel en bijbehorende huisvesting worden beperkt. Dit onderstreept hun inzet voor financiële degelijkheid en het vermijden van onnodige kosten.
“BBB kiest voor een sobere en doelmatige overheid. In 2028 stellen we een nullijn in voor rijksambtenaren, inclusief ambtsdragers. Dat betekent dat er dat jaar geen loonstijgingen worden doorgevoerd.”
NSC wil de kosten van de Rijksoverheid beperken door het aantal ambtenaren en de omvang van departementen te verminderen, en dure, nieuwe overheidsgebouwen te vermijden. Ze pleiten voor het verplaatsen van ministeries en inspecties naar regio’s buiten de Randstad, zonder te investeren in dure nieuwe departementen. De nadruk ligt op een efficiëntere, minder bureaucratische overheid die dichter bij de burger staat en verspilling tegengaat.
NSC wil de uitdijende Rijksoverheid aanpakken door het aantal ambtenaren en de omvang van departementen te verkleinen, waarmee ook de behoefte aan dure overheidsgebouwen afneemt. Dit moet leiden tot minder bureaucratie en lagere kosten.
“Aan de uitgavenkant kijken we in de eerste plaats naar de uitdijende Rijksoverheid zelf. Het aantal ambtenaren bij departementen wordt verminderd.”
“We streven naar een vermindering van het aantal rijksambtenaren. Tussen 2018 en 2024 is hun aantal met ruim 40.000 ambtenaren (fte) toegenomen, terwijl steeds minder van hen betrokken zijn bij de kernwerkzaamheden van de overheid.”
NSC wil de Randstad-focus van de overheid doorbreken door ministeries en inspecties te verplaatsen naar regio’s buiten de Randstad, maar zonder te investeren in dure nieuwe departementen of gebouwen. Het doel is spreiding en betere aansluiting bij de samenleving, niet uitbreiding van vastgoed.
“Inspecties en eventueel ook ministeries moeten verhuizen naar de regio’s buiten de Randstad. Er moet een bindende verhuisnorm komen want anders verandert er niets.”
Door de ambtelijke dienst te versoberen en te hervormen, wil NSC voorkomen dat er onnodig wordt geïnvesteerd in dure structuren en gebouwen. De focus ligt op deskundigheid en het doorbreken van verkokering.
“We versoberen en hervormen de ambtelijke dienst.”
De SP wil geen geld verspillen aan dure departementen of overheidsgebouwen, maar juist leegstaande panden benutten voor maatschappelijke doelen zoals wonen. Ze pleiten voor het aanpakken van leegstand, het beperken van bureaucratie en managementlagen, en het investeren in functionele, betaalbare huisvesting in plaats van prestigeprojecten.
De SP ziet langdurige leegstand van kantoren en overheidsgebouwen als verspilling en wil deze panden inzetten om de woningnood aan te pakken. Het doel is om gebouwen die nu ongebruikt zijn, snel bewoonbaar te maken voor woningzoekenden, in plaats van te investeren in nieuwe, dure overheidsgebouwen.
“Wij maken een einde aan langdurige leegstand. Leegstaande panden worden extra belast, zodat speculatie niet langer loont. Als eigenaren geen plannen hebben om de panden te gebruiken of geschikt te maken voor bewoning, kunnen gemeenten deze onteigenen. We zetten leegstand om in woonruimte. Gebouwen die nu leegstaan, worden zo snel mogelijk bewoonbaar gemaakt voor jongeren, starters, dak en thuisloze mensen en andere woningzoekenden.”
De SP wil een kleinere, dienstbare overheid zonder overbodige managementlagen die de overheid duurder en log maken. Dit betekent minder geld naar bureaucratie en meer naar directe dienstverlening, waarmee ook wordt voorkomen dat er onnodig wordt geïnvesteerd in dure departementale structuren of gebouwen.
“Een dienstbare overheid is een kleinere overheid. De overheid moet mensen dienen en geen protocollen. Overbodige managementlagen maken de overheid ingewikkelder en duurder, tegelijkertijd loopt de uitvoering vast.”
“Organisaties worden platter gemaakt, waardoor uitvoerende ambtenaren makkelijker in direct contact komen met bestuurders of directeuren.”
De SP wil overheidsinstanties beter spreiden over het land in plaats van dure concentratie in grote, prestigieuze gebouwen op één plek. Dit draagt bij aan gelijke kansen in alle regio’s en voorkomt onnodige investeringen in dure overheidscomplexen.
“We verkleinen de economische verschillen en het tekort aan voorzieningen tussen regio’s door overheidsinstanties beter te spreiden en te investeren in nieuwe industrieën.”
50PLUS pleit voor een zuiniger en efficiënter overheidsapparaat, waarbij verspilling, fraude en ondoelmatigheden in de collectieve sector worden aangepakt. Het programma bevat geen expliciete voorstellen over het schrappen van dure departementen of het beperken van overheidsgebouwen, maar richt zich op het kritisch doorlichten van alle overheidsuitgaven en het verkleinen van bureaucratie. De partij wil zo minimaal 10 miljard euro besparen door effectiviteit van uitgaven te onderzoeken en overbodige kosten te schrappen.
50PLUS wil alle overheidsuitgaven kritisch laten onderzoeken op effectiviteit, met als doel verspilling, fraude en ondoelmatigheden te elimineren. Dit moet leiden tot een efficiëntere overheid en forse besparingen, zonder expliciet te pleiten voor het sluiten van departementen of het afstoten van gebouwen, maar wel door het hele overheidsapparaat tegen het licht te houden.
“Een topteam ambtenaren en ondernemers onderzoekt alle overheidsuitgaven van alle ministeries op effectiviteit met als doel ten minste 10 miljard euro aan fraude, verspilling en ondoelmatigheden op te sporen aan de uitgavenkant van de collectieve sector.”
“Ons bestuurlijk systeem dreigt op meerdere fronten volledig vast te lopen in bureaucratie, overbodige regelgeving en complexiteit. Wij pleiten daarom voor een breed consolidatiepakket voor de Rijksbegroting, waarbij alle overheidsuitgaven van alle ministeries onder de loep worden genomen.”
50PLUS wil het Europese ambtenarenapparaat verkleinen en de luxe arbeidsvoorwaarden versoberen, waarmee zij impliciet dure overheidsstructuren op Europees niveau willen aanpakken.
“De luxe arbeidsvoorwaarden van EU-ambtenaren worden versoberd, het Europese ambtenarenapparaat gemoderniseerd en verkleind.”
Het CDA pleit voor een kleinere, effectievere overheid en wil onnodige uitgaven aan overheidsstructuren beperken, maar doet geen expliciete uitspraken over het niet bouwen van dure departementen of overheidsgebouwen. Hun focus ligt vooral op het verminderen van regeldruk, het krimpen van de overheid en het efficiënter inzetten van bestaande middelen. Concrete voorstellen over het tegengaan van dure departementen of gebouwen ontbreken in het programma.
Het CDA wil de overheid kleiner en effectiever maken door regelgeving te vereenvoudigen en uitvoeringslasten te verlagen, maar noemt geen concrete maatregelen tegen dure departementen of gebouwen. De nadruk ligt op het beperken van bureaucratie en het efficiënter organiseren van bestaande structuren.
JA21 pleit voor een kleinere, efficiëntere overheid en wil onnodige overheidsstructuren en bureaucratie afbouwen. Ze stellen een Minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie voor, die expliciet moet toezien op het terugdringen van de groei van ministeries en overheidsinstanties. Concrete voorstellen over het niet bouwen van dure departementen of overheidsgebouwen ontbreken, maar de partij benadrukt het belang van een slanke overheid en het verminderen van niet-kernuitgaven.
JA21 wil de overheid efficiënter en goedkoper maken door het kritisch tegen het licht houden en afbouwen van onnodige regels, instanties en overheidsorganen. Dit moet leiden tot minder groei van ministeries en overheidsgebouwen, hoewel expliciete uitspraken over gebouwen ontbreken. De focus ligt op het beperken van de omvang en kosten van de overheid.
“De minister dient regels, instanties en het woud aan ongekozen adviesraden en overheidsorganen kritisch tegen het licht te houden, zodat onnodige overheidsstructuren kunnen worden afgebouwd of samengevoegd. Zo kan de overheid zich weer concentreren op haar kerntaken, en niet ingrijpen waar de overheid geen meerwaarde biedt. De slanke overheid die dit beleid op moet leveren is niet alleen goedkoper, maar ook efficiënter.”
“De minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie krijgt duidelijke taken: in de eerste plaats het terugdringen van de sluipende groei van de bureaucratie en het stoppen van de steeds snellere groei binnen ministeries en andere overheidsinstanties.”
JA21 stelt dat bij financiële tegenvallers niet direct naar lastenverhoging moet worden gegrepen, maar eerst moet worden gekeken naar het versoberen of uitstellen van niet-essentiële uitgaven. Dit impliceert een terughoudendheid in het investeren in dure departementen of overheidsgebouwen.
“De eerste stap is het versoberen of temporiseren van niet-kernuitgaven.”
De PVV wil fors bezuinigen op de overheid door het aantal ambtenaren te verminderen en dure, onnodige overheidsuitgaven te schrappen. Ze zijn expliciet tegen het uitbreiden of in stand houden van dure departementen en andere overheidsgebouwen, en pleiten voor een sobere, efficiënte overheid. Concrete voorstellen zijn het snijden in het ambtenarenapparaat en het beëindigen van geldverslindende projecten zoals het verhuiscircus van het Europees Parlement.
De PVV ziet het uitdijende ambtenarenapparaat als een belangrijke kostenpost en wil het aantal rijksambtenaren fors terugbrengen. Dit moet leiden tot minder dure departementen en minder behoefte aan overheidsgebouwen.
“Verder zetten we het mes in het uitdijende ambtenarenapparaat. Het aantal rijksambtenaren is van 100.000 fte (in 2012) doorgegroeid naar 150.000. Dat kan met zoveel minder.”
De PVV wil onnodige en dure overheidsprojecten en gebouwen schrappen, zoals het verhuiscircus van het Europees Parlement, en pleit voor het beperken van overheidsuitgaven aan dit soort faciliteiten.
“Onzinnig, geldverslindend verhuiscircus van het Europees Parlement beëindigen”
De PVV benadrukt dat nieuwe overheidsgebouwen sober moeten zijn en dat uitbreiding alleen plaatsvindt als het strikt noodzakelijk is. Ze zijn tegen luxe of overbodige investeringen in overheidsgebouwen.
“Uitbreiding van bestaande gevangenissen of de bouw van nieuwe, sobere gevangenissen”
De Partij voor de Dieren benoemt in haar verkiezingsprogramma geen expliciet standpunt tegen "dure departementen of andere overheidsgebouwen". Hun focus ligt vooral op het verduurzamen en efficiënter gebruiken van bestaande overheidsgebouwen, niet op het beperken van uitgaven aan departementen of het bouwen van nieuwe, dure overheidsgebouwen. Concrete voorstellen richten zich op het energiezuinig maken van overheidsvastgoed en het herbestemmen van leegstaande panden, maar een direct pleidooi tegen dure departementen ontbreekt.
De PvdD wil dat bestaande overheidsgebouwen energiezuinig worden gemaakt en waar mogelijk worden aangepast om aan hoge duurzaamheidsnormen te voldoen. Dit beleid is vooral gericht op het verminderen van de ecologische voetafdruk en het stimuleren van verantwoord gebruik van bestaand vastgoed, niet op het beperken van kosten voor nieuwe departementen of overheidsgebouwen.
“Overheidsgebouwen hebben energielabel A of worden zodanig aangepast dat zij hieraan gaan voldoen. De overheid investeert in het verduurzamen van scholen, sportaccommodaties, zorginstellingen en culturele instanties.”
De partij pleit voor het herontwikkelen van leegstaande bedrijfspanden en kantoren, onder andere voor het oplossen van het woningtekort. Dit impliceert een voorkeur voor hergebruik boven nieuwbouw, maar is niet expliciet gericht tegen dure departementen of overheidsgebouwen.
“Het tekort aan studentenwoningen wordt opgelost door snel duurzame woningen te realiseren, bij voorkeur in leegstaande (kantoor)gebouwen.”
“Lege bedrijfspanden worden herontwikkeld en krijgen een andere functie, zoals wonen. Nieuwbouw van kantoren en bedrijventerreinen wordt ontmoedigd.”
De ChristenUnie benoemt nergens expliciet het beperken van "dure departementen of andere overheidsgebouwen" als beleidsdoel. Hun programma focust vooral op het verminderen van bureaucratie, het vereenvoudigen van regels en het efficiënter inzetten van bestaande gebouwen, maar concrete voorstellen om dure departementen of overheidsgebouwen te vermijden ontbreken. De partij richt zich primair op een dienstbare, sobere overheid en het beter benutten van bestaande infrastructuur.
De ChristenUnie wil bestaande gebouwen beter benutten, bijvoorbeeld door leegstaande kantoren om te bouwen tot woningen, maar noemt geen expliciet beleid om dure departementen of overheidsgebouwen te vermijden. Dit standpunt richt zich op het tegengaan van verspilling en het efficiënter inzetten van de bestaande vastgoedvoorraad.
“Bestaande gebouwen benutten we beter, bijvoorbeeld door leegstaande kantoren en gebouwen om te bouwen tot woningen, grote woningen te splitsen of door een extra verdieping op bestaande huizen toe te voegen (optoppen).”
De partij pleit voor het verminderen van regeldruk en administratieve lasten, wat kan leiden tot minder ambtenaren en een kleinere overheid, maar verbindt dit niet direct aan het voorkomen van dure departementen of gebouwen. De focus ligt op een dienstbare overheid die eenvoud en efficiëntie nastreeft.
“Dit leidt tot minder knellende wetgeving, verlicht de administratieve druk en maakt dat we minder ambtenaren nodig hebben.”
FVD pleit voor een kleinere, efficiëntere overheid en wil onnodige overheidsuitgaven, zoals aan dure departementen en overheidsgebouwen, terugdringen. Hun belangrijkste concrete voorstel is het jaarlijks verplicht laten krimpen van de Rijksoverheidsuitgaven met 3%, zodat de overheid slanker wordt en minder geld aan zichzelf besteedt. De kern van hun visie is dat belastinggeld niet naar bureaucratie of prestigeprojecten moet gaan, maar naar essentiële publieke taken.
FVD wil de omvang van de overheid structureel verkleinen door de uitgaven van de rijksoverheid elk jaar verplicht met 3% te verminderen. Hiermee willen ze voorkomen dat belastinggeld wordt verspild aan bureaucratie, dure departementen of overheidsgebouwen, en in plaats daarvan publieke middelen inzetten voor kerntaken.
“De Rijksoverheidsuitgaven moeten verplicht ieder jaar 3% krimpen, zodat de overheid niet groter maar kleiner wordt.”
Door digitalisering en het inzetten van kunstmatige intelligentie wil FVD de overheid efficiënter maken, waardoor minder ambtenaren en dus minder kantoorruimte en overheidsgebouwen nodig zijn. Dit sluit aan bij hun streven naar een slanke overheid zonder onnodige kosten.
“We zetten kunstmatige intelligentie in binnen de overheid, zodat productiviteit stijgt en minder ambtenaren nodig zijn.”
DENK doet in haar verkiezingsprogramma geen concrete uitspraken over het beperken van dure departementen of het bouwen van andere overheidsgebouwen. Er zijn geen expliciete voorstellen gevonden die gericht zijn op het terugdringen van kosten voor departementen of overheidsvastgoed; de partij richt zich vooral op doelmatigheid en investeringen in publieke voorzieningen.
Hoewel DENK geen expliciet beleid formuleert tegen dure departementen of overheidsgebouwen, wordt in de financiële paragraaf wel gepleit voor een doelmatiger overheid. Dit wordt echter zeer algemeen geformuleerd en niet uitgewerkt in concrete maatregelen gericht op vastgoed of departementale uitgaven.
“Aanvullende dekking kan worden gevonden door een doelmatigheidsslag binnen de overheid en het anders inzetten van bestaande fondsen. Tot slot heeft bij optredende begrotingstekorten het altijd eerst de voorkeur om in te zetten op een doelmatigere overheid, waarbij de uitgaven voor de sociale zekerheid, de zorg en het onderwijs worden ontzien en altijd op peil blijven.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma