Het CDA zet in op een toekomstbestendige economie, minder regeldruk, een eenvoudiger toeslagen- en belastingstelsel, en investeringen in innovatie en regionale ontwikkeling. De partij wil werken meer laten lonen, automatische uitkering van toeslagen, en een kleinere, effectievere overheid. Hun visie draait om fatsoen, verantwoordelijkheid en het versterken van vertrouwen tussen overheid en samenleving.
Het CDA wil de economie versterken door te investeren in innovatie, samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen, en het stimuleren van regionale economische clusters. Dit moet leiden tot een aantrekkelijk vestigingsklimaat en meer werkgelegenheid in de regio’s.
“We investeren in mensen via leven lang ontwikkelen. Want een eerlijke en sterke economie is de basis voor een welvarend Nederland, nu en in de toekomst.”
“We kiezen voor regionale ecosystemen, waar we samen met kennisinstellingen, bedrijven en medeoverheden investeren in innovatie.”
“Samen met grote bedrijven, MKB en start ups en met onderwijsinstellingen laten we economische clusters groeien die de regio sterker maken.”
Het CDA wil de regeldruk voor burgers, bedrijven en uitvoerders verminderen en de overheid kleiner en effectiever maken. Dit moet leiden tot lagere uitvoeringslasten en meer ruimte voor maatwerk.
“We zetten met prioriteit in op deregulering: minder regels, betere regelgeving en efficiëntere rapportages.”
“Er komt een programma ‘vereenvoudiging van regelgeving’. Doelstelling is een lagere uitvoeringslast voor uitvoerders, burgers en ondernemingen.”
“Een effectievere overheid is zo ook een kleinere overheid.”
Het CDA wil het belastingstelsel hervormen zodat werken meer loont en toeslagen automatisch worden uitgekeerd, om fouten en terugvorderingen te voorkomen.
Het CDA wil investeren in onderhoud en vernieuwing van infrastructuur en het mogelijk maken van grootschalige woningbouw, met aandacht voor bereikbaarheid en samenwerking met regio’s en buurlanden.
“We investeren in de basis op orde. Veel bruggen, tunnels, viaducten, sluizen en spoorwegen naderen het einde van hun technische levensduur. Onderhoud, vervanging en renovatie daarvan is van groot belang om Nederland in beweging te houden.”
“We investeren in nieuwe infrastructuur. Niet alles kan tegelijk, qua menskracht en stikstofruimte. We beginnen met projecten die zowel militair als maatschappelijk en economisch van belang zijn (dual use) en die het bouwen van nieuwe wijken mogelijk maken.”
Het CDA wil sociale regelingen vereenvoudigen, een basisniveau van gemeentelijke regelingen realiseren en automatische uitbetaling van toeslagen invoeren om inkomenszekerheid te vergroten.
De PVV onderscheidt zich in de vergelijking met NSC, SP, PvdA en CDA door een uitgesproken focus op het fors verlagen van lasten voor Nederlanders, het schrappen van uitgaven aan asielopvang, ontwikkelingshulp en EU-bijdragen, en het centraal stellen van nationale soevereiniteit. Hun plannen zijn gericht op directe lastenverlichting, het stoppen van immigratie en het beperken van internationale verplichtingen, met als doel de koopkracht en het welzijn van Nederlanders te verbeteren.
De PVV wil de lasten voor burgers verlagen door te stoppen met miljardenuitgaven aan asielopvang, ontwikkelingshulp en EU-afdrachten. Dit geld wordt ingezet voor koopkrachtverbetering, verlaging van de btw op energie en boodschappen, en het verlagen van sociale huren. Dit onderscheidt zich van andere partijen die minder rigoureus snijden in internationale uitgaven.
“We dekken onze voorstellen door elders de uitgaven te beperken. We sluiten onze grenzen voor alle asielzoekers en sturen Oekraïense mannen terug naar Oekraïne. Alleen al dit jaar besteden we € 6 miljard aan de asielopvang en € 3 miljard aan de opvang van Oekraïners. De PVV stopt ook met ontwikkelingshulp. Elk jaar maken we vele miljarden over naar Afrika. Ook willen we miljarden minder afdragen aan de Europese Unie.”
“De PVV wil de economie weer een boost geven door de lasten van burgers te verlagen.”
“De PVV wil daarom de btw op energie verlagen van 21 naar 9%.”
“De PVV wil daarom de btw op boodschappen helemaal schrappen, waardoor de boodschappenkar bijna 10% goedkoper kan worden.”
“De PVV gaat de sociale huren volgend jaar met 10% verlagen. Woningcorporaties compenseren we door voor hen de winstbelasting te schrappen, zodat de bouwopgave niet in gevaar komt.”
De PVV wil bevoegdheden en geld terughalen uit Brussel, een opt-out op asiel en immigratie afdwingen, en internationale verdragen opzeggen. Dit is een duidelijke breuk met partijen als NSC, SP, PvdA en CDA, die doorgaans meer waarde hechten aan internationale samenwerking.
“De PVV kiest voor een soeverein Nederland. Dat betekent: baas in eigen land, baas over eigen geld, eigen grenzen en eigen regels.”
“Niet nóg meer miljarden en bevoegdheden overhevelen naar Brussel, maar juist terughalen. Vetorechten behouden, in ere herstellen én inzetten voor een opt-out op asiel en immigratie!”
“In Brussel zullen we door het inzetten van veto’s of het weigeren van de te hoge Nederlandse bijdrage aan de EU-begroting een opt-out op asiel en immigratie afdwingen. Ook gaan we alle verdragen die ons dwarsbomen – zoals het VN-Vluchtelingenverdrag, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Europees Verdrag inzake Nationaliteit – opzeggen.”
De PVV wil een volledige asielstop, azc’s sluiten en opvangkosten elimineren. Dit is veel radicaler dan de voorstellen van NSC, SP, PvdA en CDA, die allen uitgaan van gereguleerde opvang en instroom.
“1 Totale asielstop”
“Wij voeren onmiddellijk een azc-stop in, gaan azc’s sluiten, asielzoekers aan de grens terugsturen, criminele vreemdelingen uitzetten – en Nederland terugveroveren.”
“Met de PVV komt er geen enkel azc meer bij! De Spreidingswet wordt meteen ingetrokken. Azc’s die sinds de inwerkingtreding van de Spreidingswet zijn geopend, worden gesloten.”
De PVV stelt concrete maatregelen voor om de koopkracht van Nederlanders te verbeteren, zoals het schrappen van het eigen risico in de zorg, het terugbrengen van de tandarts in het basispakket, en het instellen van maximumprijzen op basisproducten. Dit zijn directe, tastbare maatregelen die zich onderscheiden van de meer stapsgewijze of inkomensafhankelijke benaderingen van andere partijen.
“De PVV wil daarom de btw op boodschappen helemaal schrappen, waardoor de boodschappenkar bijna 10% goedkoper kan worden. Ook willen we op een aantal essentiële basisproducten maximumprijzen instellen. Dit regelen we via de Prijzenwet.”
“Eigen risico geheel afschaffen. Tandarts in het basispakket.”
D66 kiest voor een ambitieuze, integrale aanpak van grote maatschappelijke vraagstukken zoals wonen, klimaat, natuur en sociale zekerheid, met nadruk op brede welvaart en toekomstbestendigheid. De partij wil onder meer tien nieuwe steden bouwen, het toeslagenstelsel vervangen door een individueel basisbedrag, en de natuur versterken met concrete doelen. D66 onderscheidt zich door te kiezen voor langetermijninvesteringen, het afbouwen van fiscale voordelen voor woningbezit, en het centraal stellen van water, bodem en natuur in ruimtelijke ordening.
D66 wil de woningnood structureel aanpakken door grootschalig te investeren in de bouw van tien nieuwe steden, vooral bij bestaande steden en ov-knooppunten. Dit moet niet alleen het woningaanbod vergroten, maar ook bijdragen aan leefbare, gemengde wijken met goede voorzieningen. Dit voorstel is onderscheidend in schaal en ambitie ten opzichte van andere partijen.
D66 wil het belastingvoordeel van woningbezit afbouwen en de fiscale verschillen tussen huurders en kopers verkleinen. Hiermee wil de partij de huizenmarkt eerlijker maken en de stijging van huizenprijzen afremmen, wat een duidelijke breuk is met het beleid van veel andere partijen.
“We bouwen het belastingvoordeel van woningbezit af en gaan beleggers meer belasten.”
“We verkleinen de verschillen in fiscale voordelen tussen huurders en mensen met een koopwoning. Dit doen we onder andere via de afbouw van de hypotheekrenteaftrek, verlaging van het btw-tarief op nieuwbouw en aanscherping van het eigenwoningforfait voor de duurste huizen.”
D66 wil het complexe toeslagenstelsel afschaffen en vervangen door één individueel basisbedrag, waardoor het systeem eenvoudiger en eerlijker wordt. Dit moet bestaanszekerheid vergroten en het risico op schulden en terugvorderingen verkleinen.
D66 kiest ervoor om water, bodem en natuur leidend te maken bij ruimtelijke keuzes, wat betekent dat bouwen en landbouw worden afgestemd op de draagkracht van de omgeving. Dit voorkomt dure aanpassingen op termijn en beschermt natuur en klimaat.
“Om te bepalen wat we waar doen, hanteren we het principe van ‘water en bodem sturend’. Dat betekent bijvoorbeeld dat we bouwen op hogere grond als er overstromingsgevaar is. En dat we niet meer vee houden dan de natuurlijke omgeving aankan.”
“D66 kiest voor een toekomst waarin mensen, natuur en economie in balans zijn. Dat betekent dat niet alles overal kan.”
D66 wil 50.000 hectare extra natuur realiseren en houdt vast aan de stikstofdoelstellingen voor 2030, met prioriteit voor kwetsbare gebieden. Dit is een concreet en ambitieus natuurherstelplan dat D66 onderscheidt van partijen die minder vergaande doelen stellen.
D66 wil een Nationale Investeringsbank oprichten voor langetermijninvesteringen in klimaat, energie, innovatie en infrastructuur. Dit moet de grote transities versnellen en het mkb ondersteunen.
“D66 kiest voor slimme investeringen die ons sterker, schoner en onafhankelijker maken. We willen een Nationale Investeringsbank voor grote transities.”
D66 wil begroten op basis van brede welvaart, waarbij ook lange-termijn-effecten en maatschappelijke kosten en baten worden meegewogen. Dit is een fundamenteel andere benadering dan puur op korte termijn financiële cijfers sturen.
“D66 verandert dit, door te begroten voor de brede welvaart. Hierin wegen ook de lange-termijn-effecten van beleid mee in de begroting.”
NSC zet in op bestaanszekerheid, transparant financieel beleid en een betrouwbare overheid, met nadruk op concrete oplossingen voor gewone mensen. De partij wil investeren in woningbouw, het sociale stelsel versterken en overheidsfinanciën op orde houden, waarbij ze afstand nemen van neoliberalisme en populisme. Hun visie is gericht op realisme, solidariteit en het herstellen van vertrouwen tussen burger en overheid.
NSC wil bestaanszekerheid versterken door te investeren in betaalbare woningen, een hoger minimumloon en het tegengaan van schijnzelfstandigheid. Ze leggen nadruk op concrete maatregelen om de wooncrisis aan te pakken en het sociale vangnet te verbeteren.
“Voldoende en betaalbare woningen voor ouderen, gezinnen en jongeren.”
“Een toereikend minimumloon van € 18,- zodat werken weer loont.”
“We investeren € 2 miljard extra in een versnellingsfonds voor de woningmarkt. Met het geld worden woningbouwprojecten sneller uitgewerkt, concrete knelpunten aangepakt en vergunningen eerder verleend.”
NSC pleit voor een realistisch begrotingsbeleid, het afremmen van overheidsuitgaven en het kritisch doorlichten van fiscale regelingen. Ze willen geen rekeningen doorschuiven en streven naar een eerlijke spreiding van kosten.
“We staan voor een degelijk, transparant en realistisch financieel beleid. Het huishoudboekje van Nederland moet op orde zijn.”
“We handhaven de spelregels voor een gezond begrotingsbeleid en schuiven geen rekeningen door.”
“We grijpen de mogelijkheid aan om de begroting van de overheid te moderniseren door kritisch te kijken naar verouderde regelingen.”
NSC wil de relatie tussen overheid en burger herstellen door transparantie, het versterken van tegenmacht en het beperken van dichtgetimmerde coalitieakkoorden. Ze pleiten voor meer ruimte voor debat en vakministers buiten de partijpolitiek.
“Coalitieakkoorden moeten zich beperken tot hoofdlijnen van beleid en financiële kaders. Ze leggen niet precies vast hoe de doelen bereikt worden. Er moet ruimte zijn voor debat en om in te spelen op veranderende omstandigheden; geen dichtgetimmerde afspraken dus.”
“Het moet normaal zijn voor een regering om ook vakministers te hebben die geen lid zijn van een politieke partij.”
“De besluitvorming in Nederland is vaak ondoorzichtig en dient niet altijd het algemeen belang. Nieuw Sociaal Contract pleit voor een nieuwe de relatie tussen overheid en burgers.”
NSC wil betere ramingen van overheidsfinanciën, versterking van de Algemene Rekenkamer en kritisch omgaan met begrotingsfondsen om transparantie en doelmatigheid te waarborgen.
“We voeren daarom de aanbevelingen uit onze initiatiefnota Realistisch Ramen en van de Expertgroep Realistisch Ramen uit.”
“We versterken de positie van de Algemene Rekenkamer (ARK) door de ARK de controle op de financiële verslaglegging te laten overnemen van de Auditdienst Rijk.”
“We bezien kritisch waar begrotingsfondsen een toegevoegde waarde hebben.”
BVNL onderscheidt zich van partijen als NSC, SP, PvdA en CDA door te pleiten voor een drastisch kleinere overheid, forse verlaging van overheidsuitgaven, een vlaktaks en het afschaffen van vrijwel alle subsidies, fondsen en toeslagen. Hun visie is economisch rechts, klassiek-liberaal en gericht op maximale individuele vrijheid, deregulering en het terugdringen van bureaucratie, in tegenstelling tot de meer gematigde of sociaal-democratische koers van de andere partijen.
BVNL wil de overheid radicaal verkleinen en de uitgaven met minstens 35% verminderen, vooral door het schrappen van subsidies, adviesorganen, klimaatbeleid en internationale hulp. Dit staat in scherp contrast met de plannen van NSC, SP, PvdA en CDA, die allen een grotere rol voor de overheid voorzien in publieke diensten en investeringen.
“BVNL stelt zich ten doel om binnen twee regeerperiodes de rijksoverheidsuitgaven met ten minste 35% te verminderen, primair door het schrappen van subsidies, adviesorganen, overheidsreclame, klimaatbeleid, internationale hulp en niet-kerntaken.”
BVNL wil een vlaktaks van 25% op alle inkomens en het volledig afschaffen van toeslagen en andere belastingen, inclusief erf- en schenkbelasting. Dit is veel radicaler dan de voorstellen van NSC, SP, PvdA en CDA, die allemaal kiezen voor een progressief belastingstelsel en het behoud of herziening van toeslagen.
BVNL wil het stikstof- en klimaatfonds volledig ontmantelen en Nederland terugtrekken uit de Green Deal, terwijl de andere partijen juist investeren in klimaatmaatregelen en groene transitie.
“Het stikstoffonds van € 25 miljard wordt ontmanteld.”
“Het klimaatfonds van € 35 miljard wordt ontmanteld.”
“Nederland doet niet meer mee aan de Green Deal. De Green Deal is een gevaarlijke ideologie die slechts leidt tot voedseltekorten, armoede, afhankelijkheid en werkeloosheid.”
BVNL wil fors dereguleren, met name op de woningmarkt, arbeidsmarkt, pensioensector en zorg, en streeft naar kleinschaligheid en decentralisatie naar gemeenten en de vrije markt. Dit is veel verdergaand dan de voorstellen van NSC, SP, PvdA en CDA, die vooral inzetten op hervormingen binnen het bestaande stelsel.
BVNL wil het aantal adviesraden en planbureaus drastisch verminderen en vrijwel alle subsidies stopzetten, terwijl de andere partijen deze juist willen behouden of versterken.
DENK vergelijkt zichzelf niet expliciet met de plannen van NSC, SP, PvdA of CDA zoals aangeleverd bij het Centraal Planbureau, maar zet zich in haar programma duidelijk af tegen het beleid van andere partijen door te pleiten voor een sterke verzorgingsstaat, hogere belastingen voor grote bedrijven en superrijken, en forse investeringen in publieke voorzieningen. De partij kiest voor ambitieuze sociale maatregelen zoals verhoging van het minimumloon, afschaffing van het eigen risico in de zorg, en een groot nationaal bouwprogramma. DENK positioneert zich als alternatief voor partijen die volgens haar te weinig doen aan ongelijkheid en bestaanszekerheid.
DENK kiest voor een forse verhoging van het minimumloon en koppelt daar verhogingen van uitkeringen aan, waarmee zij zich onderscheidt van partijen die gematigder zijn in hun voorstellen.
“Wij willen een eerlijk loon voor alle Nederlanders. Daarom zijn wij voor een verhoging van het minimumloon naar 18 euro per uur.”
“Werkloosheidsuitkeringen en bijstandsuitkeringen zullen voldoende stijgen met de prijzen om de koopkracht van mensen op peil te houden. De koppeling met het minimumloon blijft bestaan.”
DENK wil het eigen risico volledig afschaffen en het basispakket uitbreiden, wat verder gaat dan de meeste andere partijen.
DENK kiest voor een sterke regierol van de overheid in de woningmarkt, met een Rijksbouwbedrijf en een nationaal bouwfonds.
DENK wil de lasten voor grote bedrijven en vermogenden fors verhogen om publieke investeringen te financieren, waarmee ze zich duidelijk onderscheiden van partijen die minder vergaande belastingvoorstellen doen.
“Wij verhogen daarom de winstbelasting voor grote bedrijven en schaffen ondoelmatige belastingvoordelen die de ongelijkheid vergroten af.”
“Binnen de inkomstenbelasting zorgen wij voor een rechtvaardigere verdeling door van superrijken een eerlijke bijdrage te vragen. Deze eerlijke bijdrage vragen wij ook van zeer grote vermogens.”
DENK pleit voor het loslaten van strikte begrotingsregels om meer te kunnen investeren in publieke diensten, in tegenstelling tot partijen die vasthouden aan begrotingsdiscipline.
“Het is voor ons geen taboe om de staatsschuld te laten oplopen, om investeringen in onze samenleving mogelijk te maken.”
“Nu er op defensiegebied uitzonderingen op de begrotingsregels gemaakt worden, willen wij deze uitzonderingen ook voor investeringen in bijvoorbeeld publieke diensten die de brede welvaart van de samenleving vergroten en in het klimaatbeleid.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) onderscheidt zich in haar verkiezingsprogramma door een radicaal groene en sociale koers, gericht op het centraal stellen van welzijn, natuur en klimaat boven economische groei. De partij pleit voor structurele systeemveranderingen, zoals het afschaffen van fossiele subsidies, het bouwen van uitsluitend klimaatbestendige woningen, en het invoeren van een grondstoffenplafond. In vergelijking met andere partijen die plannen indienden bij het Centraal Planbureau (NSC, SP, PvdA, CDA), kiest PvdD voor de meest vergaande en integrale aanpak op het gebied van duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid en het beperken van marktwerking.
PvdD wil woningbouw uitsluitend toestaan op locaties die niet kwetsbaar zijn voor klimaatrisico’s, in tegenstelling tot andere partijen die vaak inzetten op versnelling van woningbouw zonder zulke strikte locatie-eisen. Dit standpunt adresseert de noodzaak om toekomstige klimaatrisico’s te vermijden en natuur te beschermen.
“Woningen bouwen we alleen op klimaatbestendige locaties. Laaggelegen polders onder zeeniveau zijn dat niet, zoals Rijnenburg nabij Utrecht.”
De partij wil een bouwstop op grote distributiecentra, megadatacentra en nieuwe bedrijfshallen zolang er leegstand is, om verdozing van het landschap en overmatig grondstoffengebruik te voorkomen. Dit is een veel strengere benadering dan de meeste andere partijen.
“Er komt een stop op de bouw van distributiecentra, megadatacentra en grote kantoorpanden. Er komen ook geen nieuwe bedrijfshallen zolang er nog leegstaande bedrijfshallen in de regio zijn.”
PvdD stelt een nationaal grondstoffenplafond in, waarmee beleid en plannen alleen mogen worden uitgevoerd als ze binnen deze limiet passen. Dit is uniek en gaat verder dan de voorstellen van NSC, SP, PvdA en CDA, die vooral inzetten op recycling en circulaire economie zonder harde plafonds.
“In de Rijksbegroting komt naast de uitgavenplafonds ook een grondstoffenplafond. De overheid mag alleen beleid en plannen uitvoeren als dat binnen het grondstoffenplafond past.”
De partij kiest voor een forse reductie van het energiegebruik en geeft huishoudens en maatschappelijke voorzieningen expliciet voorrang op het elektriciteitsnet, in tegenstelling tot andere partijen die vooral inzetten op uitbreiding van het aanbod.
“In 2030 gebruikt Nederland 50% minder energie ten opzichte van 1990. Er komt een Nationaal Plan Energiebesparing.”
“Huishoudens krijgen voorrang. Plannen voor megadatacenters worden niet goedgekeurd, want ze gaan ten koste van stroom voor huishoudens en publieke voorzieningen zoals scholen.”
PvdD wil alle toeslagen afschaffen en vervangen door een systeem waarin iedereen een voldoende hoog inkomen heeft om in de basisbehoeften te voorzien, wat verder gaat dan de hervormingsvoorstellen van andere partijen.
“We maken uiteindelijk alle toeslagen overbodig. Ieder mens moet een voldoende hoog inkomen hebben om in de basisbehoeften te voorzien.”
De partij wil de marktwerking in de zorg volledig terugdraaien en zorgverzekeraars hun sturende rol ontnemen, terwijl andere partijen vaak kiezen voor bijsturing of gedeeltelijke hervorming.
PvdD wil direct stoppen met nieuwe fossiele infrastructuur en subsidies, en de industrie als eerste aanpakken bij de energietransitie. Dit is strenger dan de gefaseerde aanpak van andere partijen.
“We stoppen direct met nieuwe concessies voor gas- en olievelden, schaffen investeringssubsidies af en stoppen met uitbreiding van fossiele infrastructuur, zoals LNG-terminals, in lijn met het Fossiele Brandstof Non-Proliferatieverdrag.”
“Er komt een ambitieus afbouwplan voor fossiele brandstoffen, waarbij de industrie als eerste wordt aangepakt.”
BBB kiest er bewust voor om haar verkiezingsprogramma te laten doorrekenen door het Centraal Planbureau (CPB), ondanks kritiek op de beperkingen van de CPB-modellen. De partij benadrukt het belang van transparantie en financiële degelijkheid, maar vindt dat de maatschappelijke waarde van beleid en regionale effecten onvoldoende worden meegenomen in de CPB-doorrekening. BBB positioneert zich hiermee als een partij die verantwoordelijkheid neemt voor financieel houdbaar beleid, maar pleit voor verbetering van de rekenmodellen.
BBB neemt deel aan de CPB-doorrekening om transparantie en financiële degelijkheid te tonen, maar uit stevige kritiek op de abstractie en beperkingen van de CPB-modellen. De partij vindt het belangrijk om te laten zien dat haar plannen binnen de officiële rekenregels standhouden, maar benadrukt dat cijfers niet het hele verhaal vertellen en dat bredere maatschappelijke effecten buiten beeld blijven.
“BBB staat voor realistisch, degelijk en toekomstgericht financieel beleid. Daarom kiest BBB er bewust voor om deel te nemen aan de doorrekening van het verkiezingsprogramma door het Centraal Plan bureau (CPB).”
“Wij geloven in de kracht van cijfers, transparantie en financiële onderbouwing. Tegelijkertijd erkennen we dat de CPBmodellen op onderdelen tekortschieten: ze zijn vaak te abstract, houden onvoldoende rekening met uitvoerbaarheid en missen het zicht op bredere maatschappelijke opbrengsten.”
“De doorrekening van verkiezingsprogramma’s door het CPB is waardevol, maar niet zaligmakend. Het CPB werkt met gestileerde modellen die lang niet alle effecten in beeld brengen.”
“De CPBdoorrekening is een nuttig instrument, maar geen oordeel over de waarde van een verkiezings programma. Het is boekhoudkunde, geen toekomstvisie. De maatschappelijke waarde van beleid, het draagvlak in de regio, de menselijke maat of de lange termijndoelen die BBB stelt, blijven groten deels buiten beschouwing.”
“Daarom blijft BBB zich ook na deze doorrekening inzetten voor betere rekenmodellen, modellen die recht doen aan de realiteit van mensen, gemeenschappen en bedrijven in heel Nederland.”
BBB wil dat financieel beleid niet alleen draait om spreadsheet-efficiëntie, maar om brede welvaart en welzijn, met oog voor regionale verschillen. De partij vindt dat investeringen in samenleving en regio hand in hand moeten gaan met gezonde overheidsfinanciën, en dat beleid niet kapotbezuinigd mag worden als het maatschappelijk rendement oplevert.
“De financiële koers van Nederland moet weer gericht zijn op brede welvaart en op welzijn, niet op spreadsheet-efficiëntie alleen.”
“We laten zien dat investeren in de samenleving hand in hand kan gaan met gezonde overheidsfinanciën. Geen luchtfietserij, geen slogans, maar degelijke plannen die ook door de CPBbril bezien overeind blijven.”
“We versterken de inkomstenbasis met een eerlijker belastingstelsel en verminderen de afhankelijkheid van inefficiënte toeslagen.”
“We willen niet dat Nederland kapot bezuinigd wordt, we stellen andere prioriteiten daar waar nodig en stoppen met beleid dat geld kost als dat geen maatschappelijk rendement levert.”
BIJ1 kiest voor radicale democratisering van economie, wonen en zorg, met een sterke nadruk op publieke voorzieningen en inspraak van burgers en werkenden. Hun voorstellen onderscheiden zich door het nationaliseren van essentiële sectoren, het afschaffen van marktwerking en het vergroten van directe zeggenschap voor burgers en werknemers. Dit staat in scherp contrast met de meer gematigde en marktgerichte plannen van NSC, SP, PvdA en CDA zoals aangeleverd bij het Centraal Planbureau.
BIJ1 wil dat werknemers directe invloed krijgen op belangrijke bedrijfsbeslissingen, wat verder gaat dan de voorstellen van andere partijen die vooral inzetten op medezeggenschap of sociale dialoog. Dit moet de macht van aandeelhouders en directies beperken en de positie van werkenden versterken.
“Alle grote bedrijven worden verplicht om werknemers-raden aan te stellen met gekozen vertegenwoordigers van het personeel. Die raden hebben advies- en vetorecht over belangrijke beslissingen als ontslagen, investeringen en reorganisaties.”
In tegenstelling tot de andere partijen, die marktwerking vaak willen beperken of reguleren, pleit BIJ1 voor volledige nationalisatie van de zorg en het openbaar vervoer. Dit betekent dat winstmotieven en private aanbieders worden uitgesloten en alles in publieke handen komt.
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd.”
“We werken wij aan concurrentie in het ov afschaffen door ov-bedrijven volledig te nationaliseren: de NS fuseert met alle andere personenvervoerders op het spoor en ProRail samen tot één overheidsdienst die verantwoordelijk is voor het hele Nederlandse spoornetwerk.”
BIJ1 wil de woningmarkt volledig onttrekken aan marktwerking, met bindende maximumhuren, massale bouw van sociale woningen, nationalisatie van woningcorporaties en onteigening van leegstaande panden. Dit is veel ingrijpender dan de plannen van NSC, SP, PvdA en CDA, die vooral inzetten op regulering en stimulering van woningbouw.
“We zorgen dat huisjesmelkers niet méér huur aan jou kunnen rekenen dan eerlijk is, met bindende maximumprijzen voor elke woning. Te hoge huren maken we lager. Ook in de vrije sector, met terugwerkende kracht.”
“Een Nationaal Bouwbedrijf bouwt woningen voor mensen, niet voor winst.”
“Woningcorporaties komen weer volledig onder controle van de overheid en maken we democratisch. Bewonerscommissies krijgen een vooraanstaande, bindende rol in het maken van de regels.”
“Wie een woning onnodig leeg laat staan, betaalt een boete van 2,8% van de WOZ-waarde per maand (100% van de waarde in 3 jaar). Na 3 jaar onteigenen (terugpakken) we de woning en wijzen die toe aan mensen om te wonen.”
Waar andere partijen vooral inzetten op verlaging van collegegeld of compensatie voor de 'pechgeneratie', wil BIJ1 het collegegeld volledig afschaffen en alle studieschulden kwijtschelden.
“We schaffen collegegeld af: al het onderwijs wordt gratis. Alle studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we volledig kwijt.”
BIJ1 wil burgers een centrale, bindende rol geven bij het maken van nieuwe wetten via landelijke gespreksrondes en inspraaksessies, wat verder gaat dan de consultatie- of referendumvoorstellen van andere partijen.
“Burgers bepalen met landelijke gespreksrondes en inspraaksessies altijd actief mee met nieuwe wetten en regels van de overheid. Vooral bij grote politieke vraagstukken krijgt deze raadpleging een centrale, bindende rol.”
De ChristenUnie benadrukt het belang van transparantie en degelijkheid door hun verkiezingsprogramma volledig te laten doorrekenen door het Centraal Planbureau (CPB), in tegenstelling tot sommige andere partijen. Ze kiezen voor een solide financieel beleid, investeren gericht in woningbouw en infrastructuur, en stellen brede welvaartsindicatoren centraal in hun begrotingsproces. Hun visie is gericht op structurele, houdbare keuzes en het vermijden van kortetermijnpolitiek of ongedekte uitgaven.
De ChristenUnie profileert zich als een partij die haar volledige programma laat doorrekenen door het CPB, waarmee ze transparantie en budgettaire degelijkheid benadrukt. Dit onderscheidt hen van partijen die (deels) geen CPB-doorrekening aanleverden of minder transparant zijn over de financiële gevolgen van hun plannen.
“De ChristenUnie staat voor transparante en verstandige politiek. Daarom laten we onze keuzes in kaart brengen door de onafhankelijke experts van het CPB.”
“In deze doorrekening is gedetailleerd te zien wat de gevolgen zijn van ons programma voor zaken als de staatsschuld, belastingdruk, armoedecijfers en klimaatindicatoren.”
“Daarom hebben we een compleet nieuw belastingstelsel uitgewerkt, dat is doorgerekend door het Centraal Planbureau.”
De ChristenUnie kiest expliciet voor een solide financieel beleid, waarbij consumptieve uitgaven niet met extra schuld worden gefinancierd. Ze investeren alleen in zaken die zich terugverdienen, zoals woningbouw en infrastructuur, en volgen de Europese begrotingsregels strikter dan sommige andere partijen.
“In tegenstelling tot het huidige kabinet gaan we geen consumptieve uitgaven financieren met meer schuld, maar stoppen we juist geld in investeringen die zich terugverdienen, zoals woningbouw, infrastructuur en energienetten.”
“De ChristenUnie onderstreept het Stabiliteits- en Groeipact, en de bijbehorende richtlijnen voor begrotingstekorten en de overheidsschuld. Liever koersen we op een lager (structureel) tekort.”
“Een overheid die veel consumptieve uitgaven doet in een oververhitte economie, jaagt de inflatie aan. De ChristenUnie kiest er daarom niet voor om met geleend geld onnodige financiële cadeautjes uit te delen.”
De ChristenUnie wil dat brede welvaartsindicatoren een prominente rol spelen in het begrotingsproces, in tegenstelling tot partijen die vooral op economische groei (BBP) sturen. Dit betekent dat ze verder kijken dan alleen financiële cijfers en ook welzijn, milieu en sociale aspecten zwaar laten meewegen.
“De ChristenUnie wil dat bredewelvaartsindicatoren een prominentere rol spelen in het begrotingsproces en de politieke besluitvorming. BBP-groei als heilige graal ontneemt het zicht op wat echt telt voor mensen en wordt daarom minder leidend.”
De partij kiest voor structurele, integrale oplossingen in plaats van kortetermijnmaatregelen, met een focus op investeringen in woningbouw, infrastructuur en energienetten. Ze zetten zich af tegen het doorschuiven van noodzakelijke investeringen, wat bij andere partijen soms wel gebeurt.
“De ChristenUnie kiest voor structurele oplossingen op basis van een integrale aanpak in plaats van kortetermijnpolitiek.”
“We bouwen 100.000 woningen per jaar, waarvan ten minste tweederde goed te betalen is voor mensen met een gewoon inkomen. Daarvoor trekken we de komende jaren miljarden extra uit...”
JA21 pleit voor een fundamenteel andere koers dan de partijen NSC, SP, PvdA en CDA, met een sterke nadruk op lastenverlaging, een kleinere overheid en het afschaffen van het huidige toeslagenstelsel. Hun belangrijkste voorstellen zijn het vervangen van toeslagen door een transparant systeem van toelagen, structurele verlaging van belastingen op arbeid, en het fors terugdringen van de bureaucratie. JA21 positioneert zich als uitgesproken marktvriendelijk en eurosceptisch, met een focus op nationale soevereiniteit en economische vrijheid.
JA21 wil het complexe toeslagen- en heffingskortingensysteem afschaffen en vervangen door een eenvoudiger, transparanter systeem van toelagen. Dit onderscheidt zich van de meeste andere partijen, die doorgaans hervormingen of vereenvoudigingen voorstellen, maar niet het volledige systeem willen vervangen. JA21 ziet het huidige systeem als demotiverend en onbegrijpelijk voor burgers.
“Wij schaffen het circus aan toeslagen en heffingskortingen af, en vervangen het door een simpel en transparant systeem van toelagen.”
“Ons huidige belastingsysteem is veel te ingewikkeld geworden. Complexe regelingen, toeslagen, kortingen, en een eindeloze lijst aan uitzonderingen maken het voor gewone Nederlanders onmogelijk om te begrijpen wat ze moeten betalen en waarom.”
JA21 kiest expliciet voor het structureel verlagen van de lasten op arbeid, in plaats van hogere toeslagen of herverdeling. Dit is een duidelijke marktvriendelijke keuze, waarmee ze zich onderscheiden van partijen als SP en PvdA die juist meer herverdeling en hogere collectieve uitgaven nastreven.
“Werken en ondernemen laten lonen door de lasten op arbeid structureel te verlagen. We kiezen voor lagere belastingen in plaats van hogere toeslagen.”
JA21 wil het aantal ambtenaren structureel terugbrengen en de overheid beperken tot kerntaken. Dit is een veel radicalere benadering dan de meeste andere partijen, die doorgaans kiezen voor efficiëntere overheid maar niet voor een substantiële verkleining.
“Lagere lasten en een kleine overheid. We willen de hoge collectieve lastendruk verlagen en het aantal ambtenaren structureel terugbrengen.”
“De minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie krijgt duidelijke taken: in de eerste plaats het terugdringen van de sluipende groei van de bureaucratie en het stoppen van de steeds snellere groei binnen ministeries en andere overheidsinstanties.”
JA21 verzet zich tegen nieuwe Europese belastingen en wil waar mogelijk bestaande Europese heffingen terugdraaien. Dit eurosceptische standpunt is veel uitgesprokener dan bij NSC, SP, PvdA en CDA, die allen in meer of mindere mate Europese samenwerking ondersteunen.
JA21 wil de lasten voor bedrijven en familiebedrijven verlagen, investeringen onmiddellijk aftrekbaar maken en het mkb maximaal faciliteren. Dit is een duidelijke keuze voor een aantrekkelijker vestigingsklimaat, waarmee ze zich onderscheiden van partijen die bedrijven juist meer willen laten bijdragen.
“Ondernemen weer lonend maken door de lasten op ondernemers en familiebedrijven te verlagen en een fiscaal aantrekkelijk klimaat te creëren. Het bedrijfsleven mag niet langer als financieringsbron voor nieuwe overheidsambities dienen.”
“Mkb maximaal faciliteren door het eenvoudiger te maken om te investeren in het mkb, en regeldruk en rapportageverplichtingen te verminderen.”
FVD wijst het laten doorrekenen van hun verkiezingsprogramma door het Centraal Planbureau (CPB) af, omdat zij vinden dat het CPB alleen plannen binnen het bestaande beleidskader en op korte termijn kan beoordelen. Volgens FVD maakt dit een eerlijke vergelijking met andere partijen (zoals NSC, SP, PvdA, CDA) onmogelijk, omdat hun eigen voorstellen fundamenteel buiten de huidige kaders vallen en daardoor niet door het CPB worden meegenomen. FVD pleit voor een politiek debat over grote, structurele koerswijzigingen in plaats van technische doorrekeningen van beperkte beleidsaanpassingen.
FVD stelt dat het CPB alleen plannen doorrekent die binnen de bestaande beleidskaders en juridische beperkingen vallen, waardoor fundamentele koerswijzigingen niet worden meegenomen. Hierdoor acht FVD een vergelijking met andere partijen via het CPB niet zinvol of zelfs misleidend.
“Met de huidige doorrekeningssystematiek is echter iets grondig mis. Want het Centraal Planbureau wil enkel voorstellen in overweging nemen die binnen de huidige beleidskaders vallen.”
“Deze inkadering maakt het onmogelijk om een visie voor de lange termijn aan het CPB voor te leggen.”
“De uitkomst van hun ‘doorrekening’ zou immers volstrekt betekenisloos zijn en vermoedelijk vooral verwarring zaaien omdat de hoofdrichting erdoor uit het zicht verdwijnt.”
FVD vindt dat het CPB geen ruimte biedt voor het doorrekenen van radicale beleidswijzigingen, zoals het volledig stoppen met klimaatbeleid of het heropenen van het Groninger gasveld, waardoor hun plannen niet vergelijkbaar zijn met die van andere partijen die wel binnen het CPB-kader blijven.
“Een voorbeeld: volledig stoppen met het klimaatbeleid. ... Forum voor Democratie vroeg het CPB terug te rekenen hoeveel dit zou opleveren. Dat alles in kaart brengen kan het CPB echter niet, omdat rondom sluiting van Slochteren wetgeving is gemaakt...”
“Als dat soort vragen buiten de reikwijdte van het CPB vallen - wat héb je dan aan een ‘doorrekening’?”
FVD stelt dat verkiezingen moeten gaan over grote keuzes en toekomstvisies, niet over technische CPB-doorrekeningen van kleine beleidsverschillen. Zij vinden dat de kiezer recht heeft op inzicht in de financiële implicaties van fundamentele koerswijzigingen, ook als deze niet door het CPB worden doorgerekend.
“Dáárover zou het in verkiezingstijd moeten gaan. Een nieuwe regering kan immers wel degelijk stárten met zulk beleid. Een andere richting inslaan. De koers verleggen.”
“Het is een vorm van huishoudkunde die nuttig kan zijn wanneer je de kwartaalbegroting opstelt - maar die we niet moeten verwarren met de visie, de hoofdrichting die we als land op willen.”
FVD heeft er expliciet voor gekozen hun programma niet aan het CPB voor te leggen, in tegenstelling tot partijen als NSC, SP, PvdA en CDA, omdat zij de CPB-doorrekening irrelevant achten voor hun fundamenteel andere koers.
“Zodoende hebben we ervoor gekozen ons programma niet aan het CPB voor te leggen.”
GroenLinks-PvdA kiest voor een eerlijker belastingstelsel, forse investeringen in publieke voorzieningen en een actieve rol van de overheid in het aanpakken van ongelijkheid, klimaat en woningnood. Hun programma wordt expliciet doorgerekend door het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), met als doel realistische en financieel onderbouwde plannen te presenteren. De partij legt nadruk op solidariteit, het afbouwen van marktwerking en het versterken van de verzorgingsstaat.
GroenLinks-PvdA benadrukt transparantie en financiële onderbouwing door hun programma te laten doorrekenen door het CPB en PBL. Dit onderscheidt hen van partijen die hun plannen niet laten doorrekenen of minder nadruk leggen op financiële haalbaarheid.
“Wij laten het verkiezingsprogramma doorrekenen door het CPB en het PBL. Een gedetailleerd financieel overzicht van het verkiezingsprogramma zal bij de doorrekening beschikbaar komen.”
“Daarom laten we ons programma vanzelfsprekend doorrekenen door het CPB.”
De partij kiest expliciet voor forse investeringen in publieke voorzieningen, economie, infrastructuur en veiligheid, ondanks de kosten op korte termijn. Dit wordt gepresenteerd als noodzakelijk om grote maatschappelijke uitdagingen zoals ongelijkheid, klimaatverandering en veiligheid aan te pakken.
“Wij kiezen ervoor om de komende jaren te investeren in onze publieke voorzieningen, economie, infrastructuur en veiligheid. Op lange termijn heeft Nederland er baat bij dat we die investeringen nu doen en niet uitstellen.”
GroenLinks-PvdA wil een belastingstelsel zonder speciale kortingen, met een eerlijke belasting op vermogen, winst en vervuiling. Ze willen belastingontwijking aanpakken en zorgen dat werkenden meer overhouden van hun loon.
“Dat betekent een systeem zonder speciale kortingen en een eerlijke belasting op vermogen, winst en vervuiling.”
“We maken een einde aan speciale belastingkortingen voor de rijkste Nederlanders en aandeelhouders van multinationals. Belastingontwijking pakken we aan. We zorgen ervoor dat werkenden juist meer overhouden van hun loon.”
De partij wil actief grond opkopen, speculatie aanpakken en jaarlijks 100.000 nieuwe woningen bouwen, met nadruk op betaalbaarheid en publieke regie.
“We brengen de regie op grond weer in publieke handen, zodat we samen bepalen hoe ons landschap eruitziet in plaats van speculanten die uit zijn op winst.”
“De winsten van grondspeculanten gaan we afromen en inzetten voor woningbouw. We pakken vastgoedspeculanten aan die woningen leeg laten staan. In het hele land komt er een opkoopbescherming die starters beschermt.”
“100.000 nieuwe woningen per jaar”
De SP kiest voor een radicaal andere koers dan andere partijen door het CPB en zijn rekenmodellen kritisch te benaderen en alternatieven te willen inzetten. Hun plannen zijn gericht op het fors verhogen van belastingen op kapitaal, het afschaffen van het toeslagenstelsel, en het investeren in publieke voorzieningen, met een duidelijke focus op eerlijk delen en het verminderen van ongelijkheid. In tegenstelling tot partijen als NSC, PvdA en CDA, die hun plannen volledig door het CPB laten doorrekenen, benadrukt de SP de beperkingen van deze modellen en kiest zij voor een eigen, sociaal-economische benadering.
De SP uit expliciet kritiek op het Centraal Planbureau (CPB) en de dominante economische modellen, en kiest ervoor om alternatieven te ontwikkelen en te laten doorrekenen door andere bureaus. Dit onderscheidt hen van partijen als NSC, PvdA en CDA, die hun plannen wel standaard bij het CPB indienen.
“Daarom zetten wij in op alternatieven voor de neoliberale modellen van het CPB en alternatieve rekenbureaus die met een kritische blik kijken naar economische, financiële en maatschappelijke gevolgen van beleid.”
De SP wil de belastingdruk verschuiven van arbeid naar kapitaal, met een miljonairsbelasting en het verhogen van de belasting op vermogensinkomsten tot het niveau van de inkomstenbelasting. Dit is een veel radicalere herverdeling dan bij NSC, PvdA of CDA.
“Daarom verhogen we de belasting voor het inkomen uit kapitaal naar het niveau van de inkomstenbelasting, voeren we een miljonairsbelasting in voor vermogens boven 5 miljoen euro en stoppen we met subsidies voor miljardairs.”
De SP wil het toeslagenstelsel overbodig maken door het belastingstelsel grondig te herzien en de lasten eerlijker te verdelen, wat afwijkt van de meer incrementele aanpassingen bij andere partijen.
“Door het belastingstelsel grondig te herzien kunnen we de lasten eerlijk verdelen en snijden in bureaucratie in de overheid en de private sector.”
“Door het belastingstelsel te hervormen en de lasten eerlijker te verdelen, kunnen we het toeslagenstelsel ontgroeien zodat dit overbodig wordt.”
De SP kiest voor forse investeringen in publieke voorzieningen, met nadruk op eerlijk delen en het aanpakken van ongelijkheid, in plaats van bezuinigingen of marktwerking.
“Wij willen zinnige investeringen doen die de problemen in Nederland oplossen, visie scheppen voor de toekomst en de ontspoorde ongelijkheid aanpakken.”
“Het aanpakken en voorkomen van problemen nú, voorkomt grotere kosten in de toekomst. Investeren in mensen en middelen nú, zorgt voor een sterkere economie.”
De VVD benadrukt dat hun verkiezingsprogramma door het Centraal Planbureau (CPB) is doorgerekend en positioneert zich als partij die kiest voor minder overheidsuitgaven in plaats van hogere belastingen, met prioriteit voor investeringen in veiligheid en economische groei. Ze leggen de nadruk op transparantie, het beperken van de groei van overheidsuitgaven tot onder het niveau van de economische groei, en het maken van scherpe keuzes in zorg en sociale zekerheid. De VVD onderscheidt zich door expliciet te verwijzen naar het CPB en hun focus op lastenverlichting voor werkenden.
De VVD stelt expliciet dat hun programma is doorgerekend door het Centraal Planbureau, waarmee ze transparantie en realisme in hun plannen willen tonen. Dit onderscheidt hen van partijen die hun programma niet laten doorrekenen of daar minder nadruk op leggen.
“Omdat we transparant zijn over die keuzes, laten we ons programma doorrekenen door het CPB.”
De VVD kiest ervoor om de overheidsuitgaven te beperken in plaats van de belastingen te verhogen, met als doel de rekening niet bij werkenden en ondernemers te leggen. Dit is een duidelijke beleidskeuze die zij als alternatief presenteren voor plannen van andere partijen die mogelijk meer op lastenverzwaring inzetten.
“Wij kiezen voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen. Zo leggen we de rekening niet bij hardwerkende Nederlanders of ondernemers neer, maar bij de overheid zelf.”
“Om het huishoudboekje van de overheid op orde te houden, kiest de VVD voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen.”
De VVD wil dat de groei van de overheidsuitgaven wordt beperkt tot maximaal de groei van de economie, waarmee ze zich onderscheiden van partijen die mogelijk ruimere uitgavenplannen hebben.
De VVD kiest voor een kleiner basispakket in de zorg, meer eigen bijdragen en een efficiënter zorgstelsel, mede om de vergrijzing op te vangen. Dit is een concreet onderscheidend punt ten opzichte van partijen die juist inzetten op uitbreiding van het basispakket of verlaging van het eigen risico.
“Dat betekent wel dat we keuzes zullen moeten maken in de zorg en de sociale zekerheid, zoals een kleiner basispakket, meer eigen bijdragen, een efficiënter zorgstelsel en een veel meer activerende sociale zekerheid.”
De SGP benadrukt het belang van een degelijke financiële onderbouwing van haar plannen en verwijst expliciet naar de doorrekening door het Centraal Planbureau (CPB) in de publicatie ‘Keuzes in Kaart 2027-2030’. De partij pleit voor beperking van overheidsuitgaven, vooral gezien stijgende defensie-investeringen, en wil kritisch kijken naar zorg, sociale zekerheid en overheidsuitgaven. De SGP kiest voor een kleinere, efficiënte overheid en benadrukt het belang van doelmatige besteding van belastinggeld.
De SGP vindt het essentieel dat haar plannen met financiële gevolgen worden doorgerekend door het Centraal Planbureau, zodat de effecten op staatsschuld, koopkracht en werkgelegenheid inzichtelijk zijn. Hiermee sluit de SGP aan bij de transparantie en vergelijkbaarheid van plannen zoals die van NSC, SP, PvdA en CDA, die hun programma’s ook door het CPB laten doorrekenen.
“Onze voorstellen die financiële gevolgen hebben, doorgerekend door het Centraal Planbureau. De resultaten hiervan vindt u in de publicatie ‘Keuzes in Kaart 2027-2030’. Deze publicatie verschijnt op 10 oktober 2025.”
“Veel keuzes in dit verkiezingsprogramma hebben gevolgen voor de staatsschuld, voor de koopkracht, voor de werkgelegenheid en voor andere zaken. Om dit goed in beeld te krijgen, worden onze voorstellen die financiële gevolgen hebben, doorgerekend door het Centraal Planbureau.”
De SGP wil de groei van overheidsuitgaven beperken, vooral nu defensie-uitgaven stijgen. De partij kijkt kritisch naar uitgaven aan zorg, sociale zekerheid en overheid, en pleit voor een kleinere, daadkrachtige overheid die efficiënt werkt. Dit onderscheidt de SGP van partijen die mogelijk meer willen investeren in publieke sectoren.
“Wij willen dat er goed gekeken wordt hoe de groei van de overheidsuitgaven beperkt kan worden, zeker nu de Defensie-investeringen gaan stijgen. De SGP kijkt daarom kritisch naar de uitgaven aan (onnodige) zorg, sociale zekerheid en de uitgaven bij de overheid zelf.”
“Om de overheidsuitgaven te kunnen beteugelen, is een kleinere en daadkrachtige overheid nodig. Een overheid die haar grenzen kent.”
“Het is niet meer dan logisch dat het belastinggeld op een doelmatige en doel-”
Volt heeft géén eigen vergelijking van de plannen van NSC, SP, PvdA en CDA zoals aangeleverd bij het Centraal Planbureau (CPB) in haar verkiezingsprogramma opgenomen. Volt verwijst expliciet naar het feit dat hun financiële paragraaf pas wordt toegevoegd ná de CPB-doorrekening, en bevat geen inhoudelijke analyse of vergelijking van de plannen van andere partijen.
Volt levert geen concrete vergelijking of analyse van de plannen van NSC, SP, PvdA en CDA zoals aangeleverd bij het Centraal Planbureau. In plaats daarvan geeft Volt aan dat hun eigen financiële paragraaf later volgt, afhankelijk van de CPB-doorrekening.
“In dit hoofdstuk wordt later (tussen het Congres op 30 augustus 2025 en de Tweede Kamerverkiezingen op 29 oktober 2025) een financiële paragraaf toegevoegd. De cijfers in deze paragraaf hangen af van de doorrekening van het Centraal Planbureau (CPB) die pas na het congres bekend zullen worden.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma